ALGEMENE VOORWAARDEN GELDLENING ING GROENBANK
1.
In deze Algemene Voorwaarden Geldlening ING Groenbank wordt onder het navolgende verstaan: "Bank": "Geldlening":
"Geldnemer": "Groenverklaring": "ING": "Project":
"Regeling":
"Voorwaarden": "Algemene Voorwaarden":
de naamloze vennootschap ING Groenbank N.V., gevestigd te Amsterdam; de overeenkomst van geldlening tussen de Bank en Geldnemer waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn; degene aan wie door de Bank bij wijze van geldlening, in welke vorm dan ook, geld ter leen wordt verstrekt; een aanwijzing van het project als een project als bedoeld in de Regeling; de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam; een project als bedoeld in de Regeling, waarvoor door de Bank ten behoeve van Geldnemer een zogenaamde groenverklaring wordt aangevraagd en/of verkregen; de Regeling Groenprojecten 2010 van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, nr VROM/DGM/K&L 2010006954 ; de Algemene Voorwaarden Geldlening ING Groenbank. de Algemene Voorwaarden welke zijn opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken in overleg met de Consumentenbond
2.
Geldnemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de uitvoering van de Regeling en verbindt zich jegens de Bank tot stipte en onmiddellijke nakoming van alle verplichtingen, aanwijzingen en richtlijnen die samenhangen met en/of voortvloeien uit de Regeling; De Geldlening wordt verstrekt terzake van het Project.
3.
Indien de Minister van VROM ten aanzien van het Project geen Groenverklaring verstrekt is de Bank bevoegd om: a. de Geldlening of het nog niet afgeloste gedeelte daarvan geheel op te eisen; b. de Geldlening voort te zetten met aanpassing van het rentepercentage tot het niveau van de rente waarop de Bank aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen geld ter verstrekt in gevallen waarop de Regeling niet van toepassing is of wordt verklaard; c. de Geldlening ter overname aan te bieden aan ING, waarbij ING het recht zal hebben de Geldlening voort te zetten tegen voorwaarden, waaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt, het rentepercentage, waarop ING aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen geld ter leen verstrekt.
1
In ieder van de in dit artikel genoemde gevallen, is de Bank gerechtigd om met terugwerkende kracht de in rekening gebrachte rente te verrekenen met een rente van het niveau waarop de Bank aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen leningen heeft of zou hebben verstrekt waarvoor geen Groenverklaring verkregen is, over de periode tussen de verstrekking van de lening en de datum waarop de Bank een van de onder a. tot en met c. genoemde bevoegdheden uitoefent. 4.
Geldnemer is gehouden om onmiddellijk mededeling te doen van (wijziging van) omstandigheden die van belang zijn voor het totstandkomen c.q. handhaven van de verklaring als bedoeld in artikel 2 van de Regeling. Deze voorwaarde omvat mede, maar is daartoe niet beperkt, het zich voordoen van (een wijziging van) omstandigheden als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Regeling;
5.
Indien de Minister van VROM ten aanzien van het Project de Groenverklaring, conform de procedure gesteld in artikel 8 van de Regeling intrekt is de Bank bevoegd om: a. b.
c.
de Geldlening geheel op te eisen; de Geldlening voort te zetten met aanpassing van het rentepercentage tot het niveau van de rente waarop de Bank aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen geld ter leen verstrekt in gevallen waarop de Regeling niet van toepassing is of wordt verklaard; de Geldlening ter overname aan te bieden aan ING, waarbij ING het recht zal hebben de Geldlening voort te zetten tegen voorwaarden, waaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt, het rentepercentage, waarop ING aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen geld ter leen verstrekt.
6.
Indien de Groenverklaring wordt ingetrokken c.q. dreigt te worden ingetrokken, als bedoeld in artikel 5 van deze Voorwaarden, zal Geldnemer op eigen kosten bij eerste gelegenheid overeenkomstig de daarvoor geldende regelingen beroep instellen c.q. bezwaar aantekenen tegen een dergelijk besluit c.q. voornemen en voorts al het nodige verrichten om de Groenverklaring in stand te houden c.q. doen herstellen.
7.
Indien de Regeling: (I) (II) (III) (IV)
wordt gewijzigd, zodat deze niet meer op het Project van toepassing is; zodanig wordt gewijzigd, dat de verklaring als bedoeld in artikel 2 van de Regeling t.a.v. het Project (van rechtswege) vervalt; wordt ingetrokken; door toekomstige of redelijkerwijs te verwachten veranderingen in de fiscale wetgeving - in de Regeling zelve, dan wel door andere fiscale wetgeving - de strekking van de Regeling wordt gewijzigd;
treden partijen in overleg over de aanpassing van de voorwaarden van de Geldlening. Indien dit overleg niet binnen dertig dagen na het intreden van voorgemelde gebeurtenis tot overeenstemming leidt, is de Bank bevoegd om:
2
a. b.
c.
de Geldlening geheel op te eisen; de Geldlening voort te zetten met aanpassing van het rentepercentage tot het niveau van de rente waarop de Bank aan Geldnemer of daarmee gelijk; te stellen partijen geld ter leen verstrekt in gevallen waarop de Regeling niet van toepassing is of wordt verklaard, met ingang van de datum waarop de onder (I), (II), (III) of IV genoemde omstandigheden van kracht worden cq zich voordoen en/of; de Geldlening ter overname aan te bieden aan ING, waarbij ING het recht zal hebben de Geldlening voort te zetten tegen voorwaarden, waaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt, het rentepercentage, waartegen ING aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen geld ter leen verstrekt.
8.
Indien aan het besluit tot intrekking terugwerkende kracht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Regeling wordt gegeven, heeft de Bank het recht om met terugwerkende kracht het rentepercentage op de rekening aan te passen. De rente die alsdan van toepassing zal zijn, zal tenminste gelijk zijn aan de rente voor soortgelijke leningen, die door de Bank aan Geldnemer of daarmee gelijk te stellen partijen worden verstrekt in gevallen waarin de Regeling niet van toepassing is;
9.
a.
b.
10.
Indien de Bank te eniger tijd de erkenning als kredietinstelling in de zin van artikel 5.14 tweede lid, onderdeel a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 verliest, anders dan tengevolge van opzet of grove schuld van de Bank, is de Bank gerechtigd de Geldlening met inachtneming van een termijn van 6 maanden op te zeggen. De Bank zal alsdan, voorzover vereist, medewerking verlenen aan de overdracht van de Geldlening aan een andere kredietinstelling of aan een beleggingsinstelling in de zin van artikel 5.14, tweede lid van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Indien de Bank te eniger tijd de erkenning als kredietinstelling in de zin van artikel 5.14, tweede lid, onderdeel a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 verliest, tengevolge van opzet of grove schuld van de Bank, is de Bank eveneens gerechtigd de Geldlening met inachtneming van een termijn van 6 maanden op te zeggen, op voorwaarde dat Geldnemer een nieuwe lening bij een andere kredietinstelling of beleggingsinstelling in de zin van artikel 5.14, tweede lid van de Wet Inkomstenbelasting 2001 kan afsluiten. De Bank is als zij van deze bevoegdheid tot opzegging gebruik maakt, gehouden medewerking te verlenen aan de overdracht van de lening. Voorts is de Bank alsdan gehouden tot vergoeding van het eventuele nadelige verschil in de rentevoet van de lening bij die instelling alsmede aan de overdracht voor Geldnemer redelijkerwijs verbonden kosten. De vergoeding voor het nadelige renteverschil wordt maximaal berekend tot het moment waarop deze overeenkomst om een andere reden rechtsgeldig zou kunnen worden opgezegd c.q. eindigt.
Geldnemer is verplicht ter dekking van zijn bestaande en toekomstige verplichtingen op het eerste schriftelijke en met redenen omklede verzoek van de Bank de door haar verlangde en haar conveniërende zekerheden te verschaffen.
3
11.
Indien enige termijn van aflossing, rente en/of provisie niet op de overeengekomen verschijndag mocht zijn voldaan, ofwel de gehele aflossing van de Geldlening niet op de overeengekomen datum is geschied, verbeurt Geldnemer ten behoeve van de Bank een direct opeisbare boete van 1 % per maand van het te betalen bedrag, een ingetreden maand voor een volle maand gerekend, onverminderd de verdere rechten van de Bank terzake van deze nalatigheid.
12.
Het gehele bedrag van de Geldlening of het nog niet afgeloste gedeelte daarvan is met de verschuldigde en lopende rente, de nog verschuldigde provisies en boeten terstond en ineens opeisbaar zonder dat enige ingebrekestelling door een bevel of soortgelijke akte zal zijn vereist: a.
bij aanvrage, eigen aangifte of intreden van faillissement, aanbieden van een onderhands akkoord of aanvrage van surséance van betaling van Geldnemer, of bij aanbieding door hem van een onderhands akkoord of ingeval van faillissement of surséance van betaling van een of meer van de (rechts)personen die zakelijke zekerheden hebben gesteld;
b.
bij niet prompte betaling op de vervaldagen van de hoofdsom, overeengekomen aflossingen, rente, kosten en voorschotprovisie;
c.
indien naar het oordeel van de Bank blijkt, dat Geldnemer voor het verkrijgen van de Geldlening onjuiste of onware inlichtingen aan haar heeft verstrekt;
d.
ingeval van conservatoir of executoriaal beslag op de goederen van Geldnemer, alsmede ingeval van beslag op goederen van derden die door deze derden tot zekerheid van de Geldlening zijn gesteld;
e.
indien enig besluit wordt genomen tot ontbinding en/of liquidatie van Geldnemer of indien wijzigingen worden gebracht in de statutaire doelstelling van Geldnemer en deze wijzigingen aantoonbaar strekken ten nadele van de positie van de Bank;
f.
wanneer naar het oordeel van de Bank gegronde vrees bestaat voor onverhaalbaarheid van het door Geldnemer verschuldigde uit hoofde van deze Geldlening of enige andere met de Bank gesloten financieringsovereenkomst;
g.
wanneer Geldnemer deze Geldlening mede zal aanwenden tot het behalen van rentevoordelen (c.q. het plegen van rentearbitrage) middels transacties die niet geacht kunnen worden te behoren tot de normale bedrijfsuitoefening.
h.
indien een verklaring of opgave van of namens Geldnemer in strijd is met de waarheid, een voor de Bank van belang zijnde omstandigheid is verzwegen, de voor deze Geldlening en/of andere financiering van de Bank verstrekte zekerheid
4
nietig, vernietigbaar, niet van de vereiste rang is, een toegezegde zekerheid niet tijdig wordt verstrekt of voortijdig vervalt, alsmede indien blijkt van enig gebrek in eigendoms- of andere titels van de verstrekte zekerheid; i.
de juridische of economische gerechtigdheid tot de verstrekte zekerheid wijziging ten nadele van de Bank ondergaat, of enig zakelijk recht de verstrekte zekerheid betreffende ontstaat of teniet gaat;
j.
indien Geldnemer enigerlei beding of verbintenis jegens de Bank uit hoofde van deze Geldlening of enige andere met de Bank gesloten lenings-, financierings- of andere overeenkomst al of niet in verband daarmee niet, niet tijdig of niet volledig is nagekomen of indien een door de Bank aan een onderneming, behorende tot het concern waarvan Geldnemer deel uitmaakt, verstrekte financiering wordt opgeëist;
k.
ingeval van beëindiging of aanmerkelijke wijziging van de bedrijfs- of beroepsactiviteiten of van enigerlei fusie met, of overname van Geldnemer door een derde, of van het besluit van Geldnemer daartoe;
l.
ingeval wijziging is gekomen in de partners of vennoten van Geldnemer c.q. diens leiding, indien Geldnemer een maatschap, een commanditaire vennootschap of een rechtspersoon is, of indien wijziging is gekomen in het maatschaps- of vennootschapscontract c.q. in de statuten of reglementen van een rechtspersoon en dergelijke wijziging - tenzij de Bank haar schriftelijk heeft goedgekeurd - naar het oordeel van de Bank van zodanige aard is dat zij deze Geldlening niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten.
13.
Alle betalingen van aflossingen, rente, voorschotprovisie, kosten, boeten en dergelijke dienen te geschieden zonder enige compensatie of schuldvergelijking, door storting aan de kas van de Bank of giro-overschrijving, terwijl geen kwijting zal kunnen gevorderd worden voor en aleer verschuldigde bedragen in het bezit van de Bank zijn.
14.
Alle kosten, waartoe het met de Bank overeengekomene te eniger tijd aanleiding kan geven, zoals alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten komen voor rekening van Geldnemer.
15.
Elke betaling zal in de eerste plaats strekken tot voldoening van eventuele kosten, vervolgens tot voldoening van provisies en rente en tenslotte tot aflossing van de hoofdsom.
16.
Als volledig bewijs van het door Geldnemer terzake van deze Geldlening verschuldigde, zowel voor wat betreft de grootte als de oorzaak daarvan, geldt het door de Bank opgemaakt en getekend uittreksel uit haar boeken, behoudens door Geldnemer geleverd tegenbewijs.
5
17.
Tot meerdere zekerheid voor de betaling of teruggave van al hetgeen Geldnemer aan de Bank nu of te eniger tijd uit welke hoofde ook schuldig mocht zijn of worden, verpandt Geldnemer - voor zover nodig bij voorbaat - aan de Bank, die deze verpanding aanvaardt, alle vorderingen die hij nu of te eniger tijd, uit welke hoofde ook, op de Bank heeft of krijgt. Voor zover nodig verklaart de Bank dat de verpanding aan haar als debiteur van de vorderingen is meegedeeld. Op deze verpanding is artikel 18 van de Algemene Voorwaarden van toepassing.
18.
De verplichtingen van Geldnemer uit hoofde van de Geldlening zullen te allen tijde tenminste pari passu delen met alle andere niet achtergestelde verplichtingen waarvoor geen zekerheden zijn verstrekt door Geldnemer behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang. Geldnemer verplicht zich voorts zolang de Geldlening niet in zijn geheel is afgelost, geen hypotheek, pand, retentierecht of andere zekerheidsrechten of lasten op bestaande of in de toekomst te verwerven vermogensbestanddelen of inkomsten, of enig gedeelte daarvan, te vestigen of in stand houden om tot zekerheid te dienen voor leningen van Geldnemer, tenzij de verplichtingen van Geldnemer uit hoofde van deze Geldlening op gelijke wijze en in gelijke mate zullen worden gesecureerd. Geldnemer verklaart hierbij uitdrukkelijk, dat hiermede geen bestaande verplichtingen jegens derden geschonden worden.
19.
Geldnemer is verplicht aan de Bank of door haar aan te wijzen personen, met inachtneming van artikel 9 van de Regeling, te allen tijde inzage te verschaffen van de boeken van het project als bedoeld in de Regeling en alle verlangde inlichtingen te verstrekken. Voorts zal Geldnemer aan de Bank jaarlijks een afschrift geven van zijn balans en winsten verliesrekening.
20.
Partijen kiezen terzake van de Geldlening, ook voor wat de gerechtelijke tenuitvoerlegging betreft, domicilie ten kantore van de Bank.
21.
De Bank behoudt zich het recht voor na overleg met geldnemer met andere banken met een soortgelijk of aanverwant doel als de Bank afspraken te maken terzake van het door die banken in syndicaatverband participeren in de geldlening.
22.
Voor het overige zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (met daarbij de Bepalingen betreffende de bewaarneming van Effecten), zoals deze met ingang van 1 februari 1996 gelden en gedeponeerd zijn ter griffie van de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam, van welke voorwaarden Geldnemer verklaart een exemplaar te hebben ontvangen.
23.
Op deze overeenkomst is Nederlands Recht van toepassing. Eventuele geschillen terzake zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde Nederlandse rechter.
AVIGB mei 2010
6