Raadsvoorstel Agendapunt: 9 Onderwerp: Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 en de aanpassing van de reintegratieverordening. Portefeuillehouder: Wethouder van Vuuren Samenvatting: Per 1 januari is de langdurigheidstoeslag (ldt) naar de gemeente gedecentraliseerd. De gemeente krijgt meer mogelijkheden om een lokale invulling te geven aan de ldt (artikel 36 WWB). De gemeente moet de lokale invulling vastleggen in een verordening ldt. In bijgevoegde verordening ldt wordt een voorstel tot een lokale invulling van de ldt gedaan. De wijziging van de ldt leidt tot een aanpassing van de re-integratieverordening. Voorgesteld wordt om één artikel, dat als gevolg van de decentralisatie van de ldt overbodig is geworden, te laten vervallen. Aanleiding: Aanleiding voor dit Raadsvoorstel is de decentralisatie van de langdurigheidstoeslag. De gemeente krijgt van het Rijk meer mogelijkheden om een lokale invulling te geven aan de langdurigheidstoeslag. De wijziging van de langdurigheidstoeslag leidt tot een aanpassing van de re-integratieverordening.
Situatie/ probleem: De Wet werk en bijstand (WWB) kent een toeslag voor degenen die langdurig zijn aangewezen op een uitkering op niveau sociaal minimum (WWB, IOAW1 WAO2,WIA3/Wajong4, Anw5). Deze toeslag heet de langdurigheidstoeslag en is vastgelegd in artikel 36 van de WWB. Het doel van de langdurigheidstoeslag is om degenen zonder perspectief op een inkomensverbetering extra geld te verstrekken voor de vervanging van bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen zoals vloerbedekking, gordijnen etc.. De Rijksoverheid heeft in het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten (“Samen aan de slag”) van 4 juni 2007 besloten om de uitvoering van de langdurigheidstoeslag verder te decentraliseren. Hiernaast is besloten dat de gemeente meer ruimte krijgt voor een lokale invulling. De gemeente heeft beleidsruimte om een lokale invulling te geven aan: het begrip “langdurig”, de hoogte van de langdurigheidstoeslag, de definitie van “belanghebbende heeft geen zicht op inkomensverbetering” en de definitie “laag inkomen”. Deze invulling dient de gemeente vast te leggen in een gemeentelijke Verordening langdurigheidstoeslag. Bijgevoegde verordening is grotendeels gebaseerd op de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In het overzicht op de volgende pagina kunt u kennis nemen van de wettelijke invulling van de definities tot 1-1-2009 en wordt een voorstel gedaan voor een lokale invulling. Het voorstel van de lokale invulling wordt na het overzichtsschema onderbouwd.
1
IOAW= Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers WAO= Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering 3 WIA=Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 4 Wajong= Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten 5 Anw= Algemene nabestaandenwet 2
Huidige invulling (wet) De definitie van het begrip "langdurig" Langdurig is ingevuld als "5 jaar" Hoogte langdurigheidstoeslag6: (Echt)paar:€ 486,Alleenstaande ouder: € 436,Alleenstaande: € 341,Definitie: Belanghebbende heeft geen zicht op inkomensverbetering Definitie laag inkomen "inkomen gelijk aan sociaal minimum" Andere voorwaarden zijn: - Belanghebbende is 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar; - Het inkomen van betrokkene moet langdurig laag zijn en hij/zij heeft geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB8, en, in de voorafgaande twaalf maanden is de belanghebbende niet eerder voor een langdurigheids toeslag in aanmerking gekomen
voorstel lokaal beleid De definitie van het begrip "langdurig" invullen als "3 jaar" Hoogte langdurigheidstoeslag7: (Echt)paar: € 498,Alleenstaande ouder: € 447,Alleenstaande: € 349,Voorgesteld wordt om de door het Rijk geboden mogelijkheid om een groep mensen uit te sluiten niet in te vullen. Definitie laag inkomen: "Inkomen tot en met 105% van het sociaal minimum De gemeente heeft geen beleidsvrijheid inzake genoemde voorwaarden.
Definitie “Langdurig” In de “oude”langdurigheidstoeslag is langdurig ingevuld als “5 jaar”. Dat wil zeggen dat mensen in aanmerking kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag als zij 5 jaar een uitkering op het niveau van het sociaal minimum hebben ontvangen. De wetgever heeft de leeftijdsgrens om een langdurigheidstoeslag te kunnen ontvangen vastgelegd op 21 jaar terwijl het recht op periodieke bijstand vanaf 18 jaar ontstaat. Hierdoor ligt het voor de hand om “langdurig” als “3 jaar” te definiëren. Dit sluit ook aan bij de grens die de gemeente Montferland hanteert bij de gemeentelijke witgoedregeling. Mensen moeten minimaal 3 jaar een laag inkomen hebben om in aanmerkingen te kunnen komen voor een vergoeding voor een koelkast, wasmachine, kookapparatuur of televisie. Hoogte langdurigheidstoeslag De hoogte van de langdurigheidstoeslag stond vastgelegd in de wet. De bedragen waren als volgt. Een (echt)paar, alleenstaande ouder of alleenstaande konden elk jaar respectievelijk € 486,-, € 436,- en € 341,-9 aan langdurigheidstoeslag ontvangen. Per 1 januari 2009 is de gemeente “vrij” om zelf de hoogte vast te stellen. Hierbij hanteren juristen een “juridisch veilige” bandbreedte tussen de € 100,en € 1000,-. Om budgettaire redenen wordt voorgesteld om uit gegaan van de bedragen die het Rijk in 2009 zou hanteren als zij de hoogte van de langdurigheidstoeslag nog zouden mogen bepalen. Voor een (echt)paar, alleenstaande ouder en alleenstaande komt dit neer op respectievelijk: € 498,-, € 447,en € 349,- per jaar. Om budgettaire redenen wordt voorgesteld om dit bedrag na vaststelling jaarlijks niet te indexeren. Hiernaast kan de gemeente ervoor kiezen om een “glijdende inkomensschaal” te hanteren waarmee de verstrekte langdurigheistoeslag ook nog wordt afgestemd op de hoogte van het inkomen. Hoe hoger 6
Bedragen volgens de norm van 1-1-2008 Bedragen per 1-1-2009: hoogte van de langdurigheidstoeslag in 2008 inclusief indexering van 2,5% 8 Bedragen per 1-1-2009: € 10.910,- voor een (echt)paar of alleenstaande ouder en € 5.455,- voor een alleenstaande. 9 1-7-‘08 7
het inkomen, hoe lager wordt de toeslag. In het verleden (2005) is hier bij de vaststelling van het minimabeleid om uitvoeringstechnische redenen van afgezien. Deze mogelijkheid is om dezelfde reden hier niet nader uitgewerkt. Definitie: “Belanghebbende heeft geen zicht op inkomensverbetering” De gemeente heeft de beleidsvrijheid om invulling te geven aan de definitie:”geen zicht op inkomensverbetering”: Juridisch blijkt het zeer moeilijk te zijn om hier een goede invulling aan te geven. De stelling is dat in principe alleen van studenten gesteld kan worden dat zij perspectief hebben op inkomensverbetering. Om praktische/uitvoeringsredenen wordt voorgesteld om de geboden beleidsruimte niet in te vullen. Definitie “laag inkomen” In de “oude” langdurigheidstoeslag was een langdurigheidstoeslag alleen toegankelijk voor mensen met een uitkering van 100% van de het sociaal minimum (WWB, IOAW, Anw, WAO/WIA/ Wajong). Per 1 januari 2009 is de gemeente vrij om een eigen invulling aan te geven aan het begrip “laag inkomen”. Dat wil zeggen dat ook mensen die een inkomen uit arbeid hebben in aanmerking kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag. De gemeente heeft de mogelijkheid om de groep werkenden uit te sluiten. Aangezien dat zowel de gemeenteraad van de voormalige gemeente Bergh als Didam in 2004 hier grote bezwaren tegen had, is deze mogelijkheid niet uitgewerkt. Dit bezwaar heeft er in 2004 toe geleid dat de beide raden hun college verzocht hebben de bezwaren van de raad per brief (bijgevoegd) aan de toenmalige staatsecretaris de Geus te uiten.
Het ligt voor de hand om bij het vaststellen van de definitie “laag inkomen” aansluiting te zoeken bij de definitie die de gemeente hanteert bij het minimabeleid. Dat zou betekenen dat mensen met een inkomen tot en met 115% van het sociaal minimum in aanmerking kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag. Om twee redenen is aansluiting bij het minimabeleid niet raadzaam: 1) Financiële redenen Het bedrag dat de gemeente Montferland voor de uitvoering van de langdurigheidstoeslag heeft begroot in 2009 ad € 50.000,-10 is niet toereikend. Aansluiting bij de grens van het minimabeleid zou tot een begrotingoverschrijding van naar schatting zo’n € 60.000,-11 leiden. Als de gemeente in de buurt van het begrote budget wenst te blijven, zal ingestoken moeten worden op een “minimale variant”. Uit jurisprudentie12 blijkt dat de gemeente bij een marginale inkomensoverschrijding een aanvraag niet mag afwijzen. Dit betekent dat de gemeente “laag” inkomen niet mag definiëren als “100%” van het sociaal minimum. Een juridisch veilige onderinkomensgrens is een grens van 103% van het sociaal minimum. Voorgesteld wordt om dit af te ronden naar “tot en met 105% van het sociaal minimum”. 2) Leeftijdsdiscriminatie De gemeente loopt een risico beschuldigd te worden van leeftijdsdiscriminatie als zij de toelatingsgrens van de langdurigheidstoeslag te hoog vaststelt. De wetgever heeft bepaald dat mensen tot de leeftijd van 65 jaar een langdurigheidstoeslag mogen ontvangen. Als de gemeente de inkomens toelatingsgrens voor de langdurigheidstoeslag hoger vast stelt dan 105%-109% van het sociaal minimum, dan benadeelt zij 65 plussers die in vergelijkbare financiële omstandigheden zitten. Dit is 10
Mei circulaire 2008 Op basis van een modelraming van Stimulansz hebben in Montferland zo’n 638 gezinnen een inkomen tussen de 100 en 115% van het sociaal minimum. Hiervan ontvangen een aantal mensen een Aow inkomen (geen recht op langdurigheidstoeslag). Hiernaast heeft een deel van de doelgroep een hoger vermogen dan het maximaal toegestane vermogen. Van de mensen die in principe recht hebben, zal maar een deel een aanvraag indienen. Dit zal mede afhankelijk zijn van de wijze hoe de gemeente de mogelijkheid communiceert. De inschatting is dat ten opzichte van 2008 zo’n 145 gezinnen een aanvraag indienen. De meerkosten zijn dan 145 gezinnen keer € 400,(gemiddelde uitgaven aan langdurigheidstoeslag)= € 58.000,-. 12 CrvB 19-08-2008, nr 06/1163 WWB + nr 06/4515 WWB. 11
per wet13 verboden. Voorgesteld wordt om het risico om beschuldigd te worden van leeftijdsdiscriminatie uit te sluiten en om deze reden de inkomensgrens niet hoger vast te stellen dan 105% van het sociaal minimum. De re-integratieverordening 2006 In de re-integratieverordening 2006 is een premie voor deeltijd (artikel 12) opgenomen. Deze gemeentelijke premie voor deeltijd compenseerde het verlies van de langdurigheidstoeslag voor degenen die als gevolg persoonlijke omstandigheden zijn aangewezen op part-time werk. De gemeente creëerde hiermee financiële gelijkheid tussen uitkeringsgerechtigden met een part-time inkomen en degenen die geen inkomen uit werk hebben. Hiernaast voorkwam deze premie dat uitkeringsgerechtigden hun arbeidsinschakeling belemmerden omdat zij bij inkomsten uit arbeid voor minimaal 5 jaar het recht op langdurigheidstoeslag zouden verliezen. In de per 1 januari 2009 gewijzigde langdurigheidstoeslag komen ook (part-time)werkenden in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag. Artikel 12 uit de reintegratieverordening kan dus vervallen. Oplossing: - Instemmen met de bijgevoegde verordening langdurigheidstoeslag 2009 - Per 1-1-2009 artikel 12 (premie voor deeltijdarbeid) uit de re-integratieverordening 2006 laten vervallen. Communicatieparagraaf: Na vaststelling wordt het besluit gepubliceerd in het Montferland Journaal. De afdeling Sociale Zaken gaat door middel van publicaties in het Montferland Journaal de invulling van de langdurigheidstoeslag bekend maken. Financiële consequenties: De doelgroep van de verordening langdurigheidstoeslag is groter. Dat wil zeggen dat meer personen aanspraak kunnen maken op een langdurigheidstoeslag. Verwacht wordt dat de uitgaven aan langdurigheidstoeslag zullen toenemen. Kosten langdurigheidstoeslag in 2008 In 2008 hebben 111 gezinnen een langdurigheidstoeslag ontvangen. De totale uitgave bedroeg € 43.448,-. De gemiddelde uitgave per gezin was € 43.448 gedeeld door 111 gezinnen= € 391,- per gezin. Kosten inschatting uitgaven aan langdurigheidstoeslag in 2009. Drie zaken wijzigen: 1) Mensen hebben sneller recht omdat de termijn wordt verlaagd van 5 naar 3 jaar. Op basis van een bestandsanalyse (opbouw uitkeringsduur van ons huidige bestand), betekent de wijziging een toename van zo’n 10%14 extra uitkeringsgerechtigden (11 gezinnen extra). 2) Ook werkenden kunnen per 1-1-2009 aanspraak maken op de langdurigheidstoeslag. 3) Mensen met een inkomen tot en met 105% van het sociaal minimum kunnen in aanmerking komen (was 100% van het sociaal minimum). De doelgroeptoename van punt 2 en 3 wordt op zo’n 35 gezinnen ingeschat15. 13
artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politiek rechten ( IVBPR) Inschatting op basis van gegevens uit het beleidsverslag van 2006. 15 Op basis van een modelraming van Stimulansz hebben in Montferland zo’n 154 gezinnen een inkomen tussen de 100 en 105% van het sociaal minimum. Hiervan ontvangen een aantal mensen een Aow inkomen (geen recht op langdurigheidstoeslag). Hiernaast heeft een deel van de doelgroep een hoger vermogen dan het maximaal toegestane vermogen. Van de mensen die in principe recht hebben, zal maar een deel een aanvraag indienen. Dit zal mede afhankelijk zijn van de wijze hoe de gemeente de mogelijkheid communiceert. De inschatting is dat ten opzichte van 2008 zo’n 35 gezinnen extra een aanvraag indienen. 14
De gemiddelde uitgave bedroeg in 2008: € 391,-. Inclusief de indexering van 2,5% per 1-1-2009 bedraagt de gemiddelde uitgave aan langdurigheidstoeslag: € 391,- keer 2,5%= € 400,-. De doelgroep stijgt van 111 gezinnen + 11 (punt 1) + 35 (punt 2 en 3) naar in totaal 157 gezinnen. De totale kosten worden dan 157 gezinnen keer € 400,- = € 62.800,-. Structurele dekking van de kosten van de langdurigheidstoeslag De kosten kunnen worden gedekt binnen het budget van Sociale Zaken.
Advies: - Instemmen met de bijgevoegde verordening langdurigheidstoeslag 2009 - Per 1-1-2009 artikel 12 (premie voor deeltijdarbeid) uit de re-integratieverordening 2006 laten vervallen. Commissiebehandeling: De raadscommissie Maatschappij en Organisatie heeft dit voorstel behandeld in haar vergadering van 30 maart 2009 en stelt het presidium voor om dit voorstel te plaatsen op de verzamelagenda voor de raad van 23 april 2009. Eindadvies: - Instemmen met de bijgevoegde verordening langdurigheidstoeslag 2009 - Per 1-1-2009 artikel 12 (premie voor deeltijdarbeid) uit de re-integratieverordening 2006 laten vervallen.
Didam, 3 februari 2009 Burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland, De secretaris, T.M.J.M. Evers
De burgemeester, C.C. Leppink-Schuitema
Bijlagen:
-
Verordening Langdurigheidstoeslag Re-integratieverordening (ter inzage) Brief aan voormalig staatssecretaris De Geus