Raadsvergadering d.d. 19 april 2011 Raadsnota nummer: 0110010 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan Beneluxweg - Zuid Vragen van fractie: Gemeentebelangen Naam raadslid: Walther Hoosemans VRAGEN 1. Kan de ingediende petitie, ondersteund door 300 handtekeningen ter inzage worden gelegd. Antwoord: Ja, wordt gedaan 2. Kan de uitkomst van het onderzoek, uitgevoerd door van de Water Makelaardij m.b.t. de ontwikkeling van de kantorenmarkt in Oosterhout ter inzage worden gelegd. Antwoord: Ja, wordt gedaan 3. Wanneer kan de raad de informatie tegemoet zien m.b.t. het besluit de resterende kavels via aanbesteding in de markt te zetten. Antwoord: Wij zullen uw raad hierover de 2de helft van dit jaar nader informeren.
Raadsvergadering d.d. 19 april 2011 Raadsnota nummer: 110010 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Beneluxweg-Zuid Vragen van fractie: GroenLinks Naam raadslid: A.E. van Bruchem
Ontwerp bestemmingplan 1. Wat waren de motivaties om bij de vaststelling van het bestemmingsplan “Oosterhout – Zuid” in 2007 de bestemming van dit gebied te wijzigen van “bedrijven en kantoren” naar “Bedrijventerrein”, d.w.z. dat de mogelijkheid om kantoren te vestigen verdween? Antwoord: De bedoeling was dat de bestemming uit het bestemmingsplan “Bedrijvenpark Beneluxweg” één op één zou worden overgenomen in het bestemmingsplan “Oosterhout – Zuid”. Dit blijkt ook uit de toelichting in het bestemmingsplan “Oosterhout – Zuid”. Er is geen bewuste keuze gemaakt om de kantoorfunctie te laten vervallen in 2007. Raadsnota 2. Blz. 2. Waar bestaat de verbeterde profilering van Oosterhout uit die met het plan wordt gerealiseerd? Antwoord: Hiermee wordt gedoeld op het creëren van een zichtlocatie richting de A27.
1
3. Blz. 2. Kunnen wij inzage krijgen in het door Van de Water opgestelde rapport met een analyse van de kantorenmarkt in Oosterhout? Antwoord: Ja, wordt gedaan 4. Blz. 2. Is ook een analyse gemaakt van de kantorenmarkt in een grotere straal rond Oosterhout? Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Oranjewoud heeft zich breed in de regio georiënteerd op een nieuwe vestigingslocatie en uiteindelijk de keuze gemaakt zich in Oosterhout te willen vestigen aan de Beneluxweg. Gezien de keuze van Oranjewoud, en ook gezien het belang dat wij er aan hechten Oranjewoud voor onze gemeente te behouden, was er voor ons geen reden om naar de kantorenmarkt buiten Oosterhout te kijken. 5. Blz. 3. Gemeld wordt dat de kans dat er beschermde flora en fauna in het gebied voorkomen, klein is. In de Ecologische quickscan wordt vermeld (zoogdieren, amfibieën, flora, vlinder- en libellesoorten) dat er waarschijnlijk zwaar beschermde soorten voorkomen. Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Antwoord: Op basis van de bevindingen van de ecologische quick scan is aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de flora en fauna. Op basis van de tussentijdse resultaten daarvan (notitie Ecologica d.d. 31 januari 2011) kan de conclusie worden getrokken dat de kans dat er daadwerkelijk beschermde soorten voorkomen in het gebied, klein is. 6. Blz. 5. Waar is vastgelegd dat de koper van de kavel waar het nieuwe kantoor van Oranjewoud wordt gerealiseerd een duurzaam kantoorgebied zal realiseren? Wat houdt „BREAAM good‟ in? Is dit CO2 –neutraal? Antwoord: Deze ambitie is door de koper uitgesproken en ook vastgelegd in de overwegingen in de koopovereenkomst. BREEAM is een internationale certificering die kan worden toegekend als bepaalde typen duurzaamheidsmaatregelen worden getroffen. Afhankelijk van de maatregelen die worden getroffen wordt een certificaat (variërend van “pass” tot “outstanding”) toegekend. De ambitie van de koper is om het gebouw “BREEAM good” te laten certificeren. Dit is niet CO2 – neutraal. 7. Blz. 5. Welk percentage van het oppervlakte aan (cultuurhistorische en overige) groenstructuren (bomen en houtopstanden) verdwijnt uit het gebied bij realisering van dit bestemmingsplan? Antwoord: Circa 40% van het oppervlakte aan bomen en houtopstanden zal gekapt moeten worden. Reactienota zienswijzen Beneluxweg - Zuid 8. Blz. 4. In het betemmingsplan krijgt 6 hectare de bestemming “groen” en “tuin”. Welk gedeelte hiervan is vrij toegankelijk (= gelegen tussen de Beneluxweg en de nieuw te realiseren kantoren- en parkeerterreinen)? Antwoord: Het gebied gelegen tussen de Beneluxweg en de nieuw te realiseren kantoren- en
2
parkeerterreinen heeft een oppervlakte van circa 3 hectare. 9. Blz. 7. Aan welke typen (bezoekersintensieve) kantoren heeft het College van GS in 1992 goedkeuring onthouden bij de vaststelling van het bestemmingsplan “bedrijvenpark Beneluxweg” in 1992? Antwoord: Het college van GS heeft in 1992 goedkeuring onthouden aan de volgende functies: - banken en financieringsinstellingen - bepaalde typen verzekeringsmaatschappijen - exploitatie van en handel in onroerend goed - bepaalde typen rechtskundige diensten (advocaten- en notariskantoren) - uitzendbureaus - verhuurbedrijven van gebruiksgoederen - overige zakelijke dienstverlening: informatie- en incassobureaus, vertaalbureaus, kopieerinrichtingen, lichtdrukinrichtingen en beurs- en tentoonstellingswezen. Wij merken op dat het provinciale en rijksbeleid inmiddels zodanig gewijzigd is dat er vanuit dat beleid geen bezwaar meer bestaat tegen de voorgestelde ontwikkeling. 10. Blz. 9. In de reactie op de zienswijze van IVN Mark en Donge wordt aangegeven dat voor de hermelijn een algehele vrijstelling geldt in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. In de Ecologische Quickscan is echter aangegeven (blz. 11) dat ”Bij het aantreffen van de hermelijn en het vormt een belangrijk onderdeel van de functionaliteit van zijn leefgebied dan moet de gemeente (zonder gedragscode) een ontheffing aanvragen.” Hoe verhouden deze twee uitspraken zich? Antwoord: Hetgeen is aangegeven in de reactienota zienswijzen is correct. Voor de Hermelijn geldt een algehele vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. Ecologische Quicksan 11. Blz. 15. Heeft het college, zoals is geadviseerd, inzage gedaan in inventarisatiegegevens van vlinder- en libellensoorten? Wat is het resultaat van deze inzage? Antwoord: Nee, dat is niet gebeurd. Het bureau dat het aanvullend ecologisch onderzoek uitvoert, heeft aangegeven dat het gegeven de kenmerken van het plangebied niet aannemelijk is dat er beschermde vlinder- en libellensoorten voorkomen. Energievisie Beneluxweg 12. Blz. 5 en 25. Aangegeven is dat er meer mogelijkheden zijn voor de locaties waar de gronduitgifte nog moet plaatsvinden. Waarom heeft het college bij de verkoop aan OVG geen duurzaamheidswensen voor de locatie vastgelegd? Antwoord: Ten tijde van het aannemen van de motie duurzaamheid door uw raad (april 2010) en het opstellen van de energievisie waren de onderhandelingen met OVG al (te) ver gevorderd. Daarnaast is tijdens de raadsinformatieavond van 22 februari al aangegeven dat bij onderhandse verkoop van grond (hetgeen het geval is bij de verkoop aan OVG) geen eisen kunnen / mogen worden gesteld op het gebied van duurzaamheid.. 13. Blz. 25. Heeft het college al een intentieovereenkomst gesloten met OVG? Hoe ziet deze
3
intentieovereenkomst er uit? Antwoord: Er is een koopovereenkomst met OVG gesloten. Deze ligt ter inzage. 14. Blz. 22 Is het college bereid om een Lokaal Duurzaam Energie Bedrijf op te richten? Antwoord: Een Lokaal Duurzaam Energie Bedrijf is vooralsnog niet voorzien.
Raadsvergadering d.d. 19 april 2011 Raadsnota nummer 0110010 0nderwerp: Bestemmingsplan/Beeldkwaliteitplan Beneluxweg-Zuid Vragen van fractie PvdA Naam raadslid: Anton van Opzeeland VRAGEN 1. Op welke wijze zijn omwonenden, voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure, betrokken bij het opstellen van dit plan? Is er sprake van een co-productie? Antwoord: Voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure is een stedenbouwkundigplan opgesteld. Omwonenden hebben daarop kunnen reageren, zowel tijdens een inspraakavond als via een schriftelijke inspraakprocedure. Daarnaast is er nog een avond georganiseerd waar omwonenden en andere belanghebbenden konden meedenken over de inrichting van het openbaar gebied en zijn wij aanwezig geweest op een avond die de milieuvereniging had georganiseerd over de ontwikkeling van het gebied Beneluxweg – Zuid. 2. Mbt het beeldkwaliteitplan wordt geen inspraakprocedure doorlopen omdat in een eerder stadium het stedenbouwkundig plan al aan een inspraakprocedure is onderworpen. Wat is de status van de indertijd ingebrachte inspraakreacties? Antwoord: Alle inspraakreacties zijn van een gemeentelijke reactie voorzien en verwerkt in het “eindverslag inspraak stedenbouwkundigplan Kantorenpark Beneluxweg”. Dit eindverslag hebben wij uw raad in december 2010 ter informatie aangeboden. Opgemerkt wordt dat geen van de ingediende inspraakreacties betrekking had op de beeldkwaliteitkaders die in het ontwerp stedenbouwkundig plan waren opgenomen. 3. In de raadsnota wordt gesproken over “werkgelegenheidsprofiel van Oosterhout”. Kunt U dit profiel nader omschrijven en kunt U aangeven welke rol hierin het bedrijf Oranjewoud speelt? Antwoord: De nota economisch beleid stelt dat met name behoefte is aan innovatieve bedrijvigheid en het creëren van werkgelegenheid voor hoger opgeleiden. De ontwikkeling van de locatie Beneluxweg – Zuid voorziet hierin. Oranjewoud is een bedrijf dat zowel innovatief is en dat werkgelegenheid biedt voor hoger opgeleiden. De verwachting is dat de werkgelegenheid bij Oranjewoud de komende jaren met ca. 20% zal toenemen. 4. Kunt U aangeven hoeveel van de huidige werknemers van Oranjewoud in Oosterhout wonen?
4
Antwoord: Ongeveer 25% van de huidige werknemers van Oranjewoud woont in Oosterhout. 5. Welk verwacht effect heeft het vestigen van Oranjewoud aan de Beneluxweg op de toekomstige werkgelegenheid in Oosterhout? Antwoord: Oranjewoud verwacht de komende jaren een werkgelegenheidsgroei van 20%. Dit is dus goed voor de toekomstige werkgelegenheid in Oosterhout. Mocht Oranjewoud uit Oosterhout vertrekken, dan betekent dat een direct verlies van 340 arbeidsplaatsen. 6. Zijn hierover concrete, harde, afspraken gemaakt met Oranjewoud? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee. Er is een overeenkomst met OVG Projectontwikkeling gesloten; niet met Oranjewoud. Oranjewoud heeft zich middels een samenwerkingsovereenkomst en een huurovereenkomst met OVG gecommitteerd aan het gebouw voor een periode van minimaal 10 jaar voor haar activiteiten die vanuit Oosterhout verricht worden. 7. Waaruit bestaat de landschappelijke versterking van het gebied die volgens de beleidsnota het gevolg zal zijn van de voorgestane ontwikkeling. Antwoord: In de raadsnota is aangegeven dat de opzet van de ontwikkeling dusdanig is dat de bestaande landschappelijke kwaliteiten van het gebied behouden (en versterkt) kunnen worden. Het vigerende bestemmingsplan “Oosterhout – Zuid” houdt daar ons inziens veel minder rekening mee. 8. Waaruit bestaat het “beter profileren van Oosterhout langs de A27” waarover in de nota sprake is? Antwoord: Hiermee wordt gedoeld op het creëren van een zichtlocatie richting de A27. 9. Met de ontwikkeling van het nieuwe nu voorliggend) bestemmingsplan wordt impliciet aangegeven dat uitvoering van het huidig bestemmingsplan niet langer aan de orde is. In hoeverre kunnen aan het oude bestemmingsplan ontleende argumenten in dit geval alsnog een rol spelen bij de besluitvorming over het nieuwe bestemmingsplan? Antwoord: Het geldende bestemmingsplan Oosterhout Zuid biedt de mogelijkheid tot de feitelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein op deze locatie. Als het ontwerp bestemmingsplan Beneluxweg – Zuid niet wordt vastgesteld, blijft die mogelijkheid intact. 10. De analyse door makelaardij Van de Water van de Oosterhoutse kantorenmarkt leidt tot de conclusie dat de ontwikkeling van de kantorenmarkt “zonder meer positief” is. Dit beeld wijkt sterk af het algemene landelijke en regionale beeld. In hoeverre onderschrijft U de conclusies van Van de Water? Antwoord: Wij hebben geen reden om te twijfelen aan de conclusies van Van de Water; deze zijn gebaseerd op cijfers over en de ontwikkeling van de Oosterhoutse kantorenmarkt.
5
11. Bent u, gezien de opmerkelijke conclusies uit het onderzoek van Van de Water bereid een onderzoek door een andere partij uit te laten voeren, om op die manier het risico dat besluiten op verkeerde conclusies zouden worden gebaseerd uit te sluiten? Antwoord: Wij zien daartoe geen noodzaak. 12. Is het U bekend dat Landgoed Oosterheide, anders dan in de raadsnota wordt gesuggereerd, niet beschikbaar is als losloopgebied en derhalve die functie van het gebied Beneluxweg niet over kan nemen? Antwoord: Het is ons bekend dat het landgoed Oosterheide geen losloopgebied is. Dit wordt ons inziens ook niet gesuggereerd in de raadsnota; aangegeven is dat men ook in het landgoed kan wandelen en van de natuur kan genieten. De huidige functie van het terrein aan de Beneluxweg als losloopgebied zal worden gehandhaafd. Echter het gebied waar men de hond los kan laten lopen, zal kleiner zijn dan nu het geval is. 13. Is het U bekend dat vleermuizen via vaste vliegroutes van hun vaste verblijfplaatsen naar foerageergebieden trekken. Bent U zich ervan bewust dat vleermuizen zich in het algemeen niet laten leiden door bebording en bewegwijzering? Hoe denkt U een alternatieve vliegroute te kunnen creëren? Antwoord: Dat is ons bekend. Een alternatieve vliegroute zal moeten worden gecreëerd door het planten van nieuwe bomen. Een ecologisch adviseur ondersteunt ons daarbij. Overigens merken wij op dat nog niet is vastgesteld dat er vleermuizen in het gebied aanwezig zijn en dat de bomenlanen als vaste vliegroutes fungeren. 14. Is het mogelijk de ontsluitingsweg zo in te passen in het plan dat de monumentale bomen gespaard blijven? Antwoord: Ten behoeve van de aanleg van de ontsluitingsweg hoeven er geen monumentale bomen te wijken. Wel dient de monumentale status van enkele bomen te worden ontnomen om de ontsluitingsweg te kunnen aanleggen. 15. Onder het kopje “Motie duurzaamheid” wordt gesteld dat de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein niet via het bestemmingsplan kan worden afgedwongen. Nadere eisen aan duurzaamheid kunnen slechts bij de grondverkoop worden gesteld. Welke zijn deze eisen? Antwoord: Zoals is aangegeven in de raadsnota moeten deze eisen nog worden uitgewerkt. Wij zullen uw raad hierover de 2de helft van dit jaar nader informeren. 16. Kunt U het “wegbestemmen” van monumentale bomen nader toelichten? Is “wegbestemmen” inderdaad een mogelijkheid die in een verordening monumentale bomen is opgenomen? Antwoord: Ja, de bescherming van monumentale bomen dient via het bestemmingsplan geregeld te worden. Met de vaststelling van het ontwerp – bestemmingsplan Beneluxweg – Zuid wordt van enkele bomen in het plangebied de monumentale status ontnomen. Deze
6
bomen zullen na vaststelling ook worden verwijderd uit de lijst monumentale bomen. 17. De resterende kavels worden nog niet direct ontwikkeld. Zijn er nog mogelijkheden om de definitieve inrichting en bebouwing van deze resterende kavels alsnog, in afwijking van het dan geldende bestemmingsplan, aan te passen aan de wensen van een dan optredend koper/projectontwikkelaar? Antwoord: Dat is alleen mogelijk als er een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld. 18. Er wordt gesteld dat compensatie van de te kappen bomen/houtopstanden binnen het plangebied slechts in beperkte mate mogelijk is. Is dat een gevolg van het feit dat het overblijvend deel te gering is in omvang? Antwoord: Nee; dit heeft te maken met de beoogde inrichting van het openbaar gebied. Aan de zijde van de A27 willen we een zichtlocatie creëren; aan de zijde van de Beneluxweg gaan we uit van een meer parkachtige inrichting. Daarnaast is het zo dat we met de compensatie in de Oranjepolder ook de natuurontwikkeling in dat gebied een impuls willen geven. 19. Als reactie op een der ingediende zienswijzen wordt gesteld dat het bedrijventerrein Vijf Eiken niet in aanmerking kan komen omdat dit bedrijventerrein bestemd is voor bedrijven, waarbij zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan. In hoeverre wijkt deze situatie af van de huidige bestemming van het terrein Beneluxweg Zuid? Antwoord: Beide terreinen zijn thans bestemd als bedrijventerrein. Vijf Eiken is van oudsher een bedrijventerrein. Beneluxweg – Zuid daarentegen is in het verleden aangewezen als een terrein voor kantoren- en hoogwaardige bedrijvigheid. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Oosterhout Zuid in 2007 is alleen onbedoeld de kantorenbestemming op de locatie Beneluxweg – Zuid komen te vervallen. 20. In hoeverre is herhuisvesting elders in de regio bekeken? Zijn hierbij vestigingsmogelijkheden in Breda (Essokantoor) en het in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein Midden-Brabant Poort (Gilze Rijen) betrokken? Antwoord: Oranjewoud heeft zich breed georiënteerd op andere vestigingslocaties in de regio. Oranjewoud geeft er echter de voorkeur aan zich te vestigen in een nieuw kantoor op een zichtlocatie in Oosterhout. 21. Is de optie om bestaande leegstaande kantoren of combinaties van kantoren om te vormen tot hoogwaardige kantoren verkend en afgewogen? Met andere woorden: is er een win-win situatie onderzocht waarbij Oranjewoud in Oosterhout zou blijven en leegstand op de kantorenmarkt teruggedrongen zou worden. Zo ja, wat heeft dit opgeleverd en zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals is aangegeven in de raadsnota zijn de kantorenlocaties die thans leegstaan overwegend beperkt van omvang (< 1.000 m2 bvo) en liggen deze locaties verspreid over de stad. Het is niet onze verwachting dat via herstructurering van bestaande locaties in de huisvestingsbehoefte van Oranjewoud voorzien zou kunnen worden. Voorts heeft Oranjewoud aangegeven alleen in Oosterhout te zullen blijven als een nieuw kantoor op een zichtlocatie kan worden gerealiseerd. Herontwikkeling op de huidige locatie is voor
7
Oranjewoud geen alternatief, alleen al vanwege de kosten.
8
Raadsvergadering d.d. 19 april 2011 Raadsnota nummer Bl0110010 Onderwerp: Beneluxweg zuid Vragen van fractie:Groen Brabant Naam raadslid: cj noltee Vragen 1. Klopt het dat om aan zorgvuldig ruimtegebruik te voldoen bij een hoogte van 20 meter er voor kavel 2 en kavel 3 resp. 1000 vierkante meter en 1600 vierkante meter benodigd is? En bij kavel 1, 2000 ipv 10.000 vierkante meter? Antwoord: Als sec wordt gekeken naar de footprint van de bebouwing klopt dit. Er moet echter ook rekening worden gehouden met ruimtebeslag voor het parkeren van auto’s. Daarnaast wordt de mogelijkheid open gehouden om ook andere functies dan kantoren te realiseren, zoals showrooms en bepaalde typen bedrijven. Degelijke functies hebben veelal een grotere footprint en een lagere bouwhoogte. Vandaar dat hiervoor ook ruimere bouwvlakken voorzien zijn in het ontwerp - bestemmingsplan.
Raadsnota 0110010 Beneluxweg Zuid (Vragen van de SP, Jan de Hoogh) 1. Het aantal bijlagen van dit raadsvoorstel is opmerkelijk veel. Toch ontbreekt de onderbouwing van de noodzaak: namelijk de analyse van makelaardij van de Water. Waarom is dit niet gebeurd en wordt dit alsnog toegevoegd aan de ter inzage liggende stukken? Antwoord: Wij hebben dit stuk in eerste instantie niet ter inzage gelegd omdat dat strikt genomen niet nodig is. Echter mede gelet op de ingediende zienswijzen zal de analyse van Van de Water voor uw raad ter inzage worden gelegd. 2. Waarom is niet gekozen voor de mogelijkheid van vestiging op Weststad, vergelijkbaar met het kantoorgebouw van de Rabobank? Antwoord: Op Weststad zijn geen kavels meer beschikbaar voor deze vestiging. 3. Er wordt in eerste instantie alleen gebouwd voor de locatie van Oranjewoud. Wat zijn de financiële gevolgen voor de gemeente en het totale terrein zelf indien blijkt dat het hierbij zal blijven? Antwoord: Wij gaan uit van een gefaseerde ontwikkeling van het terrein, waarbij het tempo van de investeringen in het openbaar gebied afhankelijk zal zijn van de verkoop van de grond. Bij het opstellen van de grondexploitatie zijn we er vanuit gegaan dat de gronden binnen 5 jaar verkocht zullen zijn. Dit is relatief behoudend. Overigens is het zo dat de kosten die zijn / moeten worden gemaakt voor de beoogde locatie voor Oranjewoud minimaal gedekt worden uit de opbrengsten van de verkoop van het betreffende perceel.
9
4. Binnen welke termijn en met welke zekerheid zullen ook de resterende twee kantoorcomplexen gebouwd gaan worden? Is er al een overzicht van potentiële kopers/huurders en bent u bereid om deze ter inzage te leggen voor de Raad? Antwoord: Dat zal afhankelijk zijn van de daadwerkelijke belangstelling. Tot op heden moesten belangstellenden doorverwezen worden naar elders. Er staan ca. 30 bedrijven ingeschreven als belangstellende voor bedrijfsgrond in de gemeente Oosterhout. Hierbij zit geen kandidaat die één op één in aanmerking komt voor vestiging op deze locatie. Een geanonimiseerde lijst met gewenste oppervlakte en bedrijfsactiviteit zal voor uw raad ter inzage worden gelegd. 5. Tot op heden is er niet gebouwd in dit natuurgebied, ondanks dat het een bedrijvenbestemming heeft. Welke beperkingen zijn er, waardoor er sinds het ontstaan van de wijk Oosterheide hier niet gebouwd is? Antwoord: Het gegeven dat deze locatie tot op heden niet bebouwd is, heeft niets te maken met beperkingen. Er was tot op heden geen noodzaak om het terrein uit te geven omdat we op andere locaties nog gronden konden uitgeven. 6. Indien het niet te verwachten is dat er alsnog bedrijven zich hier willen vestigen, waarom wil het College dit laatste stukje vrije natuur in de wijk opofferen voor de bouw van een omstreden kantorencomplex in de zo door de operatie Stofkam geplaagde wijk Oosterheide? Antwoord: Uw mening dat er hier sprake is van “het laatste stukje vrije natuur in de wijk” delen wij niet. Daarnaast grenst de wijk aan het landgoed Oosterheide. Voor een motivering van de noodzaak om een kantoren- / bedrijventerrein te ontwikkelen verwijzen wij kortheidshalve naar de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan Beneluxweg - Zuid. 7. Het College beroept zich o.a. op het aspect werkgelegenheid om Oranjewoud ter wille te zijn. Hoeveel Oosterhoutse werknemers heeft Oranjewoud in dienst? Antwoord: Ongeveer 25% van de huidige werknemers van Oranjewoud woont in Oosterhout. 8. Welke onderlinge (werk)verbanden/relaties zijn er in economische, financiële, organisatorische zin en anderszins tussen gemeente Oosterhout, Oranjewoud, Centric, Structon en OVG? Antwoord: De gemeente Oosterhout heeft een koopovereenkomst met OVG Projectontwikkeling gesloten. Oranjewoud heeft zich middels een samenwerkingsovereenkomst en een huurovereenkomst met OVG gecommitteerd aan het gebouw voor een periode van minimaal 10 jaar voor haar activiteiten die vanuit Oosterhout verricht worden. 10
Oranjewoud maakt samen met Structon (en nog een ander bedrijf) onderdeel uit van Oranjewoud N.V.. Oranjewoud N.V. is voor 79,2% in handen van Centric BV. 9. Is er gekeken naar de mogelijkheid van bouwen van kantoorcomplexen aan de andere kant van de A27, o.a. de vrijkomende terreinen van V.V.O.? Antwoord: Nee, overeenkomstig het besluit van uw raad worden de vrijkomende terreinen van V.V.O. ingezet voor bedrijvigheid. 10. Zijn er al potentiële huurders voor het huidige pand van Oranjewoud indien zij hier vertrekt? Antwoord: Dat is ons niet bekend. 11. Is een zichtlocatie van 1,5 seconden te zien niet een inmiddels achterhaald concept en is het de opoffering van een natuurgebied waard? Antwoord: Een zichtlocatie is voor Oranjewoud een belangrijke vestigingsvoorwaarde. Wij bestrijden dat hiervoor een natuurgebied wordt opgeofferd. Het gebied Beneluxweg – Zuid heeft reeds een bestemming als bedrijventerrein. De opzet van de ontwikkeling is dusdanig dat de bestaande landschappelijke kwaliteiten van het gebied behouden kunnen worden. Raadsvergadering d.d. 19 april 2011 Raadsnota nummer 110010 0nderwerp: Vaststellen bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Beneluxweg-Zuid Vragen van fractie
CDA
Naam raadslid: Tanja Roovers-Huijben
1. Op 23 februari 2010 is er door de raad een motie aangekomen waarin het college wordt verzocht Stichting Duurzaam Oosterhout een rol te geven binnen een platform voor zaken betreffende duurzaamheid en milieu. Is er overleg geweest met Stichting Duurzaam Oosterhout van de plannen van Beneluxweg-Zuid? Zo ja, wat heeft dit opgeleverd? Antwoord: Ja, wij hebben de energievisie aan SDO aangeboden met het verzoek om een reactie. In reactie op de energievisie is door SDO een alternatief plan voor de inrichting van het plangebied opgesteld. De gepresenteerde opzet van SDO sluit op geen enkele wijze aan bij de marktvraag naar kantoren. Bovendien liet de fase van de besluitvorming een volledig andere inrichting niet toe. Dit hebben wij SDO ook laten weten in een gesprek.
11