Nummer
:
12-02.2010
Onderwerp
:
Beleidsplan Openbare Verlichting 2010 - 2014
Korte inhoud :
Elke 5 jaar wordt het Beleidsplan Openbare Verlichting opnieuw vastgesteld. In februari 2009 zijn hiervoor de kaders vastgelegd. In dit beleidsplan is niet alleen gekeken naar de reguliere vervangingen. Ook is gekeken naar de mogelijkheden om energie te besparen en daaraan gekoppeld de uitstoot van CO2 te beperken. Om te voldoen aan de uitkomsten van de Taskforce Openbare Verlichting dient er een energiebesparing van 30% in 2020 te zijn gerealiseerd. Om dit te realiseren dient voor 2010 een extra investering, groot € 205.729, beschikbaar te worden gesteld voor het onderhouden van de gemeentelijke Openbare Verlichting op niveau 4. Dekking van de extra jaarlijkse structurele lasten, voor 2011 berekend op € 12.427, kunnen worden meegenomen in de kadernota, zonder dat hiervoor op dit moment dekking is aan te geven. In de kadenota dient tevens een meerjarige afweging gemaakt te worden voor wat betreft de kostendekking.
Uithuizen, 21 januari 2010.
AAN DE RAAD. Inleiding In bijgevoegd beleidsplan 2010 – 2014 worden de ambities en de richtlijnen vastgelegd voor de gemeente Eemsmond betreffende de aanleg, beheer en onderhoud, wijziging en vervanging van de openbare verlichting. Bij het aangegeven van de ambities en de richtlijnen is rekening gehouden met de landelijke richtlijnen en wet- en regelgeving. Aanleiding Elke 5 jaar wordt het Beleidsplan Openbare Verlichting geactualiseerd. Het huidige beleidsplan 2004 -2008 dient in 2009 te worden herzien. Daarnaast is in het kader van het milieu door de minister van VROM een werkgroep in het leven geroepen met als opdracht de mogelijkheden te onderzoeken waar en hoe, o.a. bij de openbare verlichting, het energieverbruik en de CO2 uitstoot terug gebracht kan worden. Bovendien wordt landelijk steeds meer aandacht gevraagd voor het terugdringen van lichthinder. Er zijn in Nederland steeds minder plaatsen waar het nog echt donker wordt. Gewenste situatie / doel Beleidsplan Door uw raad is in februari 2009 de kaders, zoals hieronder genoemd, waaraan dit beleidsplan moet voldoen vastgelegd. ? Vaststellen doel en verwachtingen ten aanzien van de openbare verlichting in de openbare ruimte.
2
? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Het bindend verklaren van de NPR 13201-1 / NSvV (2002) voor alle toekomstige ontwerpen voor alle verharde wegen binnen de bebouwde kom. In het buitengebied geen of oriënterende verlichting langs wegen. De gemeente handhaaft haar beleid om ook in de toekomst te kiezen voor een separaat ovl-net. Achterpaden worden niet verlicht. Bij nieuwe verlichtingsprojecten of aanpassingen van de bestaande verlichting wordt er binnen de dorpskommen uitsluitend nachtverlichting toegepast. Bij nieuwe verlichtingsprojecten of aanpassingen van de bestaande verlichting wordt er gekozen voor thermisch verzinkte stalen masten. Voor verblijfgebieden zijn dat paaltopmasten van 4 meter hoog en voor wegen met een verkeersfunctie zijn dat 6 tot 8 meter hoge masten met een uithouder. In historische en centrum gebieden passende armaturen en masten toepassen. Alle inefficiënte verlichtingsarmaturen met “energievretende” lampen, inclusief de TLEM lamp, projectmatig vervangen door armaturen met een groot verlichtingsrendement en energiezuinige lampen. In het kader van energiebesparing worden alleen nog energiezuinige lampen met de daarbij behorende voorschakelapparaten toegepast. In het kader van sociale veiligheid en leefbaarheid wordt voor verblijfsgebieden gekozen voor wit licht met kleurnummer 830. De gemeente staat reclame-uitingen aan lichtmasten niet toe. Beleidsuitgangspunten van het OVL-Beleidsplan afstemmen op het Groenbeleid om een optimale lichtvoorziening te waarborgen. Het vervangen van verouderde masten en armaturen. Om aan de NPR 13201-1 / NSvV (2002) te voldoen moeten er, vooral in de oudere straten, extra masten worden bijgeplaatst. Naar schatting gaat het om ± 10 tot 20 % extra masten. Gestructureerd uitvoeren van vervangingsprojecten per buurt of straat. Er dient afstemming plaatst te vinden met andere gemeentelijke projecten. Met de uitvoering ervan zal zo mogelijk worden meegelift met deze projecten. Daar waar openbare verlichting in het buitengebied staat het in stand houden hiervan ter discussie stellen. De gemeente wil een actief beleid gaan voeren in het wegnemen van verlichting. De maatregelen die worden genoemd in het rapport “Groen licht voor energiebesparing” wat is uitgebracht door de Taskforce Verlichting op 26 mei 2008, daar waar mogelijk, toepassen. Bij iedere beslissing over de openbare verlicht ing in de gemeente Eemsmond wordt nauwgezet gekeken naar besparing van energiegebruik en CO2 uit stoot. Bij het maken van een keuze voor masten en armaturen/lampen wordt rekening gehouden met de bewezen stand der techniek.
Huidige situatie In de gemeente Eemsmond zijn in totaal 4478 aansluitingen op het openbare verlichtingsnet. Dit betreft ondermeer lichtmasten, tunnelverlichting, infobor den en luifelverlichting. Bij de openbare verlichting is de verdeling als volgt:
Lichtmasten Armaturen Lampen
Aantal 3.388 3.711 4.403
3
Een mast kan meerdere armaturen hebben en een armatuur meerdere lampen. De hoogten variëren van 3 tot 10 meter waarbij het zwaartepunt ligt bij de masten van 4 en 6 meter hoog. De masten zijn gemaakt van aluminium, staal en thermisch verzinkt staal. Er zijn 6 verschillende lamptypen in gebruik. In de periode van het vorig beleidsplan zijn alle TL lampen al vervangen. Op dit moment komt de PL lamp verreweg het meest voor. De TL lampen zijn in de periode van het beleidsplan 2004 – 2008 allemaal vervangen. Naar aanleiding van het beleidsplan 2004 - 2008 is bij nieuwe projecten gestart met het overzetten van avond-ochtend branders op nachtbranders. Het deel dat nog brand volgens het schema van avond-ochtend branders wordt hierdoor steeds kleiner. In de gemeente Eemsmond ligt voornamelijk nog een separaat ov-net. Hoewel de netbeheerder heeft besloten om in de toekomst over te gaan naar een geïntegreerd kabelnet blijft de gemeente haar beleid handhaven om ook in de toekomst te kiezen voor een separaat ov-net. Overweging Naast het meerjarenvervangingsplan is in het kader van de Taskforce Verlichting gekeken naar de mogelijkheden om het verbruik van energie en de uitstoot van CO2 terug te brengen. In dit kader heeft het kabinet de ambitie uitgesproken om in 2020 30% minder energie te gebruiken ten opzichte van 2007 en daaraan gekoppeld de uitstoot van CO2 terug te brengen. Openbare verlichting binnen de bebouwde kom Door IP Lighting is in 2009 een nieuw beleidsplan opgesteld voor de periode 2010 – 2014. Hierin is per wegcategorie op basis van de NPR 13201-1 voor de bebouwde kom een verlichtingskwaliteit vastgesteld. Dit is te beschouwen als een minimum verlichtingsniveau om risicoaansprakelijkheid te voorkomen en aan te sluiten bij de algemeen geaccepteerde verlichtingsnormen. Openbare verlichting buiten de bebouwde kom Buiten de bebouwde kom wordt afgeweken van de NPR 13201-1. Wanneer om moverende redenen toch wordt besloten openbare verlichting te handhaven of te plaatsen zullen de te hanteren lampen proefondervindelijk worden gekozen. Dit betreft dan het buitengebied, de gebiedsontsluitingswegen, de erftoegangswegen en de fietspaden. Keuze van lichtmasten Lichtmasten hebben als richtlijn een economische levensduur van 40 jaar. Bij de keuze van de lichtmasten bij nieuwe projecten zal, rekening houdende met het gebied waar ze worden geplaatst, de keuze worden gemaakt uit de volgende masten. Voor gebieden met een verblijfsfunctie, vrijliggende fietspaden, semiopenbare ruimten, enz. paaltopmasten van 4 meter waarbij de materiaal keuze vrij is maar waar mogelijk CO2 neutraal. Voor oudere wijken waar vaak masten zijn geplaatst van 6 meter betekent dit dat er extra masten moeten worden geplaatst om de gelijkmatigheid van het licht te waarborgen. Naar schatting betekend dit dat er 10 tot 20 % meer ma sten moeten worden bijgeplaatst. Voor wegen met een verkeersfunctie en oriënterende verlichting wordt gekozen voor masten met een hoogte van 6 tot 8 meter met een uit houder. Ook hierbij is de materiaal keuze vrij.
4
Keuze van armaturen De technische levensduur van armaturen is gemiddeld 15 tot 20 jaar. Dit betekend dat op de levensduur van een mast er 2 armaturen moeten worden geplaatst. Vanuit de doelstelling voor energie en milieu worden inefficiënte armaturen vervangen door armaturen met een groot verlichtingsrendement. Keuze van lampen De lichtkleur van lampen is van belang hoe het licht wordt ervaren en hoe de kleurweergave van gekleurde voorwerpen afwijkt van de natuurlijke kleur. De gemeente Eemsmond kiest binnen de bebouwde kom voor wit licht, kleur nummer 830. Deze lichtsoort geeft een goede kleurherkenning en wordt als prettig ervaren. Bij de keuze van de type lamp wordt gekozen uit de meest efficiënte en ener giezuinige lampen met de daarbij horende voorschakelapparaten volgens de bewezen stand der techniek. Schakeltijden lampen In het vorige beleidsplan is al gestart met het invoeren van nachtbranders. Hierdoor wordt de, volgens de NPR gevraagde, gelijkmatigheid van de verlichting gewaarborgd. Aangezien het in de nachtelijke uren acceptabel is dat de totale lichtsterkte minder wordt maar de gelijkmatigheid behouden blijft wordt bij nieuwe projecten gestart met het aanbrengen van dimmers. Daarnaast zullen in recent geplaatste armaturen dimmers worden aangebracht. Communicatie Conform de kaderstellende nota is het concept-beleidsplan na publicatie in de Ommelander Courant voor een ieder 14 dagen ter inzage gelegd bij de publieksbalie in het gemeentehuis te Uithuizen. Tevens is het concept beleidsplan voor een reactie toegezonden aan de Ouderenbond, Regiopolitie, Provincie Groningen, Platform Gehandicapten, Verkeerscommissie, Onderwijsorganisaties en Verenigingen van Dorpsbelangen in de gemeente. Op het ter inzage leggen en het toezenden zijn 2 reacties binnen gekomen. Bestuur Vereniging voor Dorpsbelangen Usquert. E-mail d.d. 9 december 2009 Het bestuur vraagt aandacht voor het Verbeterplan entrees dorp Usquert “Opzomeren”. In dit plan zijn lichtmasten opgenomen, conform de Havenweg in Uithuizen, die niet voorkomen in het concept-beleidsplan. Wanneer het conceptplan in de huidige vorm betekent dat de betreffende masten niet meer kunnen worden geplaatst verzoeken zij het plan zodanig aan te passen dat de mogelijkheid aanwezig blijft om de door hen gewenste masten te zijner tijd te plaatsen. In het bet beleidsplan is aangegeven dat langs erftoegangswegen en in ver blijfsgebieden, waar een maximum snelheid van 30 km/h. geldt, masten wor den geplaatst met een hoogte van 4 meter gecombineerd met paaltoparmaturen. In het centrum is het eventueel mogelijk nostalgische armaturen te plaat sen. Gelet op het streven om uniformiteit in de openbare verlichting te krijgen is het niet wenselijk hiervan af te wijken. Politie Groningen, district Noord/West. Brief d.d. 8 december 2009 Instemming met het concept-beleidsplan met betrekking tot de verkeersveiligheid in de gemeente Eemsmond. Ten aanzien van de openbare orde en veiligheid wordt aangegeven dat de benodigde deskundigheid ontbreekt om tot een advies te kunnen komen.
5
Financiële gevolgen Om de financiële consequenties van de diverse mogelijkheden duidelijk te krijgen zijn er 5 situaties doorgerekend waarbij is gekeken naar de doelstellingen ten aanzien van het effect op het energieverbruik en de CO2 uitstoot. Huidige situatie Wanneer tijdens de beleidsplanperiode de werkwijze wordt gehanteerd die ook in de beleidsplanperiode 2004 – 2008 is gehanteerd zal dit nagenoeg geen invloed hebben op het energieverbruik en de CO2 uitstoot. Bij het bepalen van de investeringswaarden voor het meerjarenvervangingsplan zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: één op één vervangingen; masten vervangen bij 40 jaar, armaturen bij 20 jaar; geen indexering toegepast.
Jaar Bedrag armaturen € Bedrag masten € Totaal €
2010 242.195 248.890 491.085
€ € €
2011 3.130 22.200 25.330
€ € €
2012 16.150 23.870 40.020
€ € €
2013 2.120 23.050 25.170
€ € €
2014 13.230 107.670 120.900
Jaar Bedrag armaturen € Bedrag masten € Totaal €
2015 36.295 49.580 85.875
€ € €
2016 50.155 57.910 108.065
€ € €
2017 56.095 31.260 87.355
€ € €
2018 29.925 26.770 56.695
€ € €
2019 225.235 32.410 257.645
Gemiddeld is er voor de looptijd van het beleidsplan op jaarbasis € 140.501 + € 28.100 (als gevolg van het verlagen van masten) = € 168.600 nodig. De jaren 2015 tot en met 2019 in bovenstaande tabel zijn enkel toegevoegd als doorkijk naar de eerste vijf jaar volgend op deze beleidsperiode. Gemeentelijke Energie-besparingsaanpak Openbare Verlichting (GEO) In het kader van energiebesparing en het terugdringen van de CO2 uitstoot is onderzoek verricht naar het energieverbruik van de aanwezige lampen. Hierbij is geen rekening gehouden met de leeftijd van deze lampen maar is het ener gieverbruik maatgevend voor het wel of niet vervangen door zuiniger oplossingen. Concreet betekent dit dat bij de niveaus 3 en 4 alle lampen in de gemeente in deze beleidsplanperiode zouden worden vervangen. Zie hiervoor Bijlage 4. Om kapitaalvernietiging te voorkomen is aan de hand van het overzicht van bijlage 4 een overzicht gemaakt van de masten en armaturen die tijdens deze beleidsperiode moeten worden vervangen. Bovendien is berekend wat de hier uit voortvloeiende kosten zijn en wat dit aan energiebesparing kan opleveren. Hierbij is het meerjarenvervangingsplan ver werkt in de diverse niveaus.
6
Niveau 1 Bij dit niveau worden 207 masten en 414 armaturen vervangen door energiezuiniger modellen. De aanwezige achterstand wordt echter hierbij niet weggewerkt. Niveau 2 Bij dit niveau worden 435 masten en 871 armaturen vervangen door energiezuinige modellen waarbij gebruik wordt gemaakt van dimmen naar 70% tussen 23.00 en 06.00 uur. Ook bij dit niveau wordt de aanwezige achterstand niet volledig weggewerkt. Niveau 3 Bij dit niveau worden 543 masten en 911 armaturen vervangen door energiezuinige modellen waarbij gebruik wordt gemaakt van dimmen naar 50% tussen 23.00 en 06.00 uur. De aanwezige achter stand wordt bij dit niveau volledig ingelopen. Niveau 4 Bij dit niveau worden, evenals bij niveau 3, ook 543 masten en 911 armaturen vervangen. Om energie te besparen worden hierbij echter, daar waar mogelijk, de armaturen voorzien van LED verlichting. Aangezien LED verlichting nog beperkt is in het te leveren vermogen is het nog niet mogelijk alle lampen te ver vangen door LED. Evenals niveau 3 wordt hierbij de volledige achterstand ingelopen. Niveau 1 Jaarlijkse investering Energiebesparing per jaar in €.
€ 74.856 € 458
Energiebesparing per jaar in Kwh
5.090
Besparing CO2 uitstoot per jaar in kg.
2.959
Niveau 2 Jaarlijkse investering Energiebesparing per jaar in €.
€ 170.016 € 371
Energiebesparing per jaar in Kwh
4.125
Besparing CO2 uitstoot per jaar in kg.
2.398
Niveau 3 Jaarlijkse investering Energiebesparing per jaar in €.
€ 199.402 € 550
Energiebesparing per jaar in Kwh
6.109
Besparing CO2 uitstoot per jaar in kg.
3.552
Niveau 4 Jaarlijkse investering
€ 205.279
Energiebesparing per jaar in €.
€ 956
Energiebesparing per jaar in Kwh
10.627
Besparing CO2 uitstoot per jaar in kg. Prijspeil 2009
6.179
7
Aangezien bij de niveaus 1 en 2 de aanwezige achterstand voor het vervangen van masten en armaturen niet wordt weggewerkt is niet aan te bevelen één van deze niveaus te hanteren. Resteren de niveaus 3 en 4. Niveau 3 is op dit moment de meest beproefde manier voor energiebesparing en tevens de minst kostbare oplossing. De jaarlijkse investeringen die hiermee tijdens de beleidsplanperiode gemoeid gaan bedragen € 199.402. Dit is inclusief de kosten voortvloeiend uit het meerjarenvervangingsplan. Optie 4 is de optie waarbij de meeste besparing plaatsvindt maar tegelijkertijd is dit een optie die nog volop in ontwikkeling is. Bovendien is dit de kostbaar ste oplossing. De jaarlijkse investeringen die hiermee gemoeid gaan bedragen € 205.279 inclusief de kosten voortvloeiend uit het meerjarenvervangingsplan. Tegenover het investeringsverschil tussen niveau 3 en 4, te weten € 5.877, staat een energiebesparing van € 406 per jaar. Dit betekent dat de extra investering na 14,47 jaar terug verdient is. Op dit moment wordt door producenten een garantie gegeven van 20 jaar op de LED-verlichting bij gemiddeld 4000 branduren per jaar. In het kader van het terugdringen van het energieverbruik is de ambitie uitgesproken dat er in 2020 30% zal zijn bespaard ten opzichte van 2007. In 2007 heeft de gemeente Eemsmond 602.684 kWh verbruikt voor de Openbare Ver lichting. Om te voldoen aan de ambitie zal daarom in 2020 het verbruik met 180805 kWh teruggebracht dienen te zijn. In onderstaande tabel is weergegeven wat de energiebesparing in kWh en % is ten opzichte van 2007 wanneer alle openbare verlichting conform niveau 3 of 4 is vervangen.
Energieverbruik Besparing t.o.v. Besparing Besparing 2007 in kWh 2007 in kWh niveau 3 in kWh niveau 4 in kWh 602.684 180.805 89.316 167.275 30,00% 14,82% 27,76% Hierbij moet worden vermeld dat dit moment niet in 2020 is gerealiseerd aangezien de economische levensduur van een aantal armaturen dan nog niet is verstreken. Dit moment zal, gekeken naar de vervangingstermijn van 20 jaar, in 2030 worden bereikt. Uit het vorengaande blijkt dat zelfs bij het meest ambitieuze niveau niet kan worden voldaan aan de ambitie die is vastgelegd in de Taskforce Verlichting. Gelet op de terugverdientijd van de meerkosten tussen niveau 3 en niveau 4 in relatie tot de levensduur van de LED-verlichting en de mate van energiebesparing en daaraan gekoppeld het terugdringen van de CO2 uitstoot is het aan te bevelen te kiezen voor niveau 4. Concreet betekent het voorgaande dat wanneer wordt gekozen voor niveau 4 er jaarlijks € 205.279 dient te worden geïnvesteerd. In de begroting 2010 is voor de Openbare Verlichting een investering opgenomen van € 29.650 en in de meerjarenbegroting 2011 – 2013 is een investering opgenomen van € 32.000 voor 2011 en € 31.000 voor 2012. Voor 2010 betekent dit een tekort van € 205.279 – € 29.650 = € 175.629. Vanuit de raad is er tevens op aangedrongen oriënterende verlichting aan te brengen op een tweetal gedeelten van het fietspad langs de N363. Berekend is dat hiervoor gedurende 5 jaar een extra investering benodigd is van € 30.100, waardoor de totale jaarlijkse investering vanaf 2010 € 235.379 bedraagt.
8
Overzicht extra investeringen 2010 tot en met 2013: 2010: € 235.379 minus € 29.650 (reeds geraamd) = 2011: € 235.379 minus € 32.000 (reeds geraamd) = 2012: € 235.379 minus € 31.000 (reeds geraamd) = 2013: 2014:
€ € € € €
205.729 203.379 204.379 235.379 235.379
Uitgaande van afschrijving op basis van 30 jarige annuïteiten en 5% rente per jaar zijn de extra jaarlijkse kapitaallasten vanaf 2011 als volgt: 2011: 2012: 2013: 2014: 2015:
(investering (investering (investering (investering (investering
2010 2011 2012 2013 2014
€ € € € €
205.729): 203.379): 204.379): 235.379): 235.379):
€ 13.383 € 13.230 € 13.295 € 15.312 € 15.312
Op bovenstaande extra kapitaallasten dienen de veronderstelde jaarlijkse bezuinigingen op energielasten in mindering te worden gebracht. Deze bezuiniging is geraamd op € 956 per jaar. De totale extra structurele jaarlasten vanaf 2011 zijn dan als volgt: 2011: 2012: 2013: 2014: 2015:
€ € € € €
12.427 (€ 12.274 (€ 12.339 (€ 14.356 (€ 14.356 (€
13.383- € 13.230- € 13.295- € 15.312- € 15.312- €
956) 956) 956) 956) 956)
Voor de extra berekende kosten openbare verlichting is in de meerjarenraming vanaf 2011 geen dekking aanwezig. Ook in de begroting 2010 zijn binnen het product ‘Infrastructuur’ geen extra structurele middelen aanwezig om de extra lasten vanaf 2011 te dekken. Voorgesteld wordt de extra structurele lasten mee te nemen in de kadernota voor 2011, zonder dat hiervoor op dit moment dekking is aan te geven. In de kadenota dient tevens een meerjarige afweging gemaakt te worden voor wat betreft de kostendekking. Voorstel Wij stellen u voor het Beleidsplan Openbare Verlichting 2010 - 2014 vast te stellen en de hieruit voortvloeiende extra benodigde investering voor het jaar 2010 beschikbaar te laten stellen voor het onderhouden van de gemeentelijke Openbare Verlichting op niveau 4. Dekking van de extra jaarlijkse structurele lasten, voor 2011 berekend op € 12.427, mee te nemen in de kadernota, zonder dat hiervoor op dit moment dekking is aan te geven. In de kadenota dient tevens een meerjarige afweging gemaakt te worden voor wat betreft de kostendekking. Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond,
M. van Beek, burgemeester
W.J.M. Haarsma, secretaris