Onderscheid door Kwaliteit
2010
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets klinimetrie. De toets klinimetrie heeft als doel na te gaan of u het klinisch redeneren en besluiten integreert in uw fysiotherapeutisch methodisch handelen en de verslaglegging daarvan.
Inhoudelijke eisen Alle fysiotherapeuten, vallend onder uw intensieve overeenkomst leveren twee geanonimiseerde patientendossiers vanuit zijn/haar EPD in die worden beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria gebaseerd op het Gegevensmodel Elektronische Fysiotherapeutische Verslaglegging en beoordelingskader van Oostendorp et al (zie bijlage 1 en 2).
Indien een fysiotherapeut de toets niet behaald, is de fysiotherapeut volgens de procedure in de gelegenheid om op eigen kosten een hertoets te doen. De hertoets is van gelijke strekking als de initiële toets, waarbij de fysiotherapeut twee andere dossiers aanlevert bij hetzelfde toetsingsorgaan als bij de initiële toets.
Bronnen -
Handboek cursus Klinisch redeneren.
-
Oostendorp RAB, et al. Fysiotherapeutische verslaglegging: de Achilleshiel voor Evidence-based Practice (EBP)? Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie 2006;116(3):56-61.
-
KNGF- richtlijn Fysiotherapeutische verslaglegging, 2007.
1
Indien u en uw medewerkers al een toets klinimetrie met goed gevolg in 2009 hebben afgerond, hoeft u voor de intensieve overeenkomst 2010 geen toets klinimetrie te doen.
2 Agis zorgverzekeringen
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
Beoordeling patiëntendossier
Wegingsfactor bij DTF Fase
Aantal indicatoren
Wegingpercentage
Intake en onderzoek na
4
10%
Diagnostisch proces
12
30%
Therapeutisch proces
7
20%
Klinisch redeneren
6
30%
Algemeen
7
10%
Totaal
36
100%
screening
Wegingsfactor bij verwijzing Fase
Aantal indicatoren
Wegingpercentage
Intake en onderzoek na
4
10%
Diagnostisch proces
13
30%
Therapeutisch proces
7
20%
Klinisch redeneren
6
30%
Algemeen
7
10%
Totaal
37
100%
verwijzing
Beoordelingssystematiek Onderdelen
Maximale score
Totaal score
Percentage
Aanmelding en screening Diagnostisch proces Therapeutisch proces Klinisch redeneren Algemeen Totaal
Per indicator wordt een cijfer toegekend: Cijfer 0: ‘Niet akkoord’. Cijfer 1: ‘Akkoord’. Indien een indicator niet van toepassing is voor de patiënt dient dit te worden vermeld.
3 Agis zorgverzekeringen
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
De maximale score per fase wordt bepaald door het aantal gescoorde indicatoren te vermenigvuldigen met 1. De bereikte totaalscore per fase wordt gedeeld door de maximale score van de fase en vermenigvuldigd met 100. Dit levert een percentage per fase op. Op deze manier kan ook het percentage van het gehele patiëntendossier worden berekend. Bijvoorbeeld: Fase algemeen heeft 7 items. De maximale score is 7 (7x1). De bereikte score is bijv. 6. Het percentage voor de fase aanmelding is 86%. Door de waarden van de vijf fasen te vermenigvuldigen met de wegingsfactor en vervolgens de uitkomsten op te tellen berekent u het gemiddelde percentage van het gehele dossier. Bv. Fase ‘Algemeen’ bij DTF en verwijzing Indicator
Score
1
o
2
1
3
1
4
1
5
1
6
1
7
1
Totaalscore
6
Max.score
7
Percentage
86%
Toetsingsnorm Voor ieder van de twee beoordeelde dossiers dient het gemiddelde percentage van het gehele dossier minimaal 70%2 te zijn. Indien de beoordeelde twee dossiers een score hebben van 70% of meer hebt u de toets met succes afgerond. Hiermee hebt u voldaan aan het criterium toets klinimetrie voor de intensieve overeenkomst 2010. Bij een score van minder dan 70% op minimaal één van beide dossiers hebt u de toets niet behaald. Hiermee hebt u niet voldaan aan het criterium toets klinimetrie voor de intensieve overeenkomst 2010.
Toelichting criteria Indien een veld of onderwerp in de verslaglegging voor de patiënt niet van toepassing is, dient dit te worden vermeld in het dossier. Uit de SMART geformuleerde doelstelling dient te blijken dat er gebruik is gemaakt van een meetinstrument om maat en getal te integreren binnen de doelstelling. De aangeleverde dossiers dienen minimaal vier behandelepisodes te bevatten en het behandeltraject dient te zijn afgerond.
2
Indien blijkt dat door onvoorzienbare factoren de cesuur van 70% niet realistisch is, dan behoudt Agis zich het recht voor deze cesuur naar beneden bij te stellen.
4 Agis zorgverzekeringen
Bijlage 1. Beoordeling patiëntendossier bij DTF Indicatoren Intake en onderzoek na screening Diagnostisch proces
1. 2. 3. 4. 1. 2. 3.
Behandelend fysiotherapeut Huisarts DTF Conclusie screening Hulpvraag Verwachting Aard van problemen in het functioneren 4. Ernst van de problemen in het functioneren 5. Invloeden op de problemen in het functioneren 6. Medische voorgeschiedenis 7. Andere of eerdere verleende zorg 8. Diagnostische verrichtingen 9. Diagnostische meet instrumenten 10. Bevindingen 11. Conclusie / fysiotherapeutische diagnose.
Therapeutisch proces
12. Indicatiestelling 1. Behandeldoelen 2. Behandeldoel en frequentie 3. Journaal gegevens 4. Bijstellingen
Criteria De naam van de behandelend fysiotherapeut is genoteerd. De naam van de huisarts is genoteerd. De gegevens van het screenings proces zijn genoteerd (conform richtlijn). De conclusie van de screening is genoteerd (conform richtlijn). De hulpvraag van de patiënt is vastgelegd. De verwachting van de patiënt is vastgelegd. Aard van de problemen is vastgelegd in termen van stoornissen, beperkingen en participatie. De ernst van de problemen is beschreven in maat en getal bepaald door meetinstrumenten. De invloeden op de problemen zijn beschreven in relatie tot omgeving- en persoonsfactoren. De aan- of afwezigheid van de medische voorgeschiedenis, die direct van invloed is op de fysiotherapeutische zorg, staat genoteerd De aan- of afwezigheid van de gegevens van andere of eerder verleende zorg, in relatie tot de hulpvraag waar de patiënt voor komt, zijn vastgelegd. De verrichte diagnostiek is beschreven in termen van stoornissen, beperkingen, participatie, omgevingen persoonsfactoren. De gebruikte diagnostische meetinstrumenten zijn genoteerd. De bevindingen van de fysiotherapeut c.q. de resultaten van onderzoek worden beschreven in maat en getal. De geformuleerde conclusie/fysiotherapeutische diagnose is omschreven en bevat minimaal de volgende elementen; hulpvraag, functioneringsproblemen in termen van stoornissen, beperkingen en participatie, lokalisatie stoornissen, ernst functioneringsproblemen in maat en getal, relevante medische factoren, relevante omgeving- en persoonsfactoren, beloop en verwacht herstel. Er is vastgelegd of er wel/geen sprake is van een indicatiestelling voor fysiotherapie. Het beoogde resultaat van de fysiotherapeutische behandeling is in maat en getal en SMART geformuleerd gekoppeld aan een bepaalde tijdsperiode vastgelegd. Er is een koppeling vastgelegd tussen het behandelplan en de frequentie van de verrichtingen. De verrichtingen met de belangrijkste handelingen inclusief de datum zijn weergegeven, zodanig dat inzicht in het gevolgde denkproces aantoonbaar is. Eventuele bijstellingen op basis van aard, ernst en/of verloop in de fysiotherapeutische diagnose, behandelplan, behandeldoelen en behandelend fysiotherapeut zijn vastgelegd.
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
5. Overleg 6. Evaluatie
7. Rapportage Klinisch redeneren
1. Voortvloeien fysiotherapeutisch onderzoek uit de anamnese 2. Voortvloeien behandeldoelen uit anamnese en bevindingen fysiotherapeutisch onderzoek 3. Aansluiten verrichtingen op behandeldoelen 4. Aansluiten keuze meetinstrumenten op behandeldoelen 5. Evaluatie 6. Objectiveren
Algemeen
1. 2. 3. 4.
Leesbaarheid Afkortingen Volledigheid Expliciete benoeming van het methodisch handelen 5. Toestemming patiënt 6. Hantering ICF 7. Contra-indicaties
Wanneer overleg heeft plaatsgevonden met collegae, verwijzer of andere betrokkenen staan de relevante gegevens genoteerd. Uit de verslaglegging blijkt dat het fysiotherapeutisch handelen op de gestelde behandeldoelen periodiek geëvalueerd is met gebruik van meetinstrumenten en in ieder geval bij het beëindigen van de behandelepisode is geëvalueerd. Bij beëindigen van een behandelepisode is een rapport na DTF/screening geschreven en aanwezig in de status. Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese leiden tot een logische en aannemelijke keuze van het fysiotherapeutisch onderzoek. Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese en fysiotherapeutisch onderzoek leiden tot logische en aannemelijke SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat de verrichtingen logisch en aannemelijk aansluiten op de SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat de gekozen meetinstrumenten en de uitkomstmaten logisch en aannemelijk aansluiten op de SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat tijdens het therapeutisch proces middels het gebruik van meetinstrumenten steeds getracht is een optimaal behandelresultaat te behalen. Het resultaat van de behandeling aanduiden door middel van het verschil van een begin- en een eindmeting gekoppeld aan de SMART geformuleerde behandeldoelen. Het dossier is leesbaar voor zowel de fysiotherapeut als voor derden. Onbekende of nauwelijks bekende afkortingen zijn vermeden. In het dossier zijn alle indicatoren ingevuld. De fasen die de fysiotherapeut bij het methodisch handelen doorloopt zijn herkenbaar in de verslaglegging. Er staat een vermelding in het patiëntendossier over de toestemming van de patiënt voor de behandeling. Bij het beschrijven van het functioneren van de patiënt is gebruik gemaakt van termen ontleend aan de Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). De aanwezigheid of afwezigheid van (relatieve) contra-indicaties is vastgelegd.
6 Agis zorgverzekeringen
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
Bijlage 2. Beoordeling patiëntendossier bij verwijzing Indicatoren Intake en onderzoek na verwijzing
Diagnostisch proces
1. Behandelend fysiotherapeut
Criteria De naam van de behandelend fysiotherapeut is genoteerd.
2. 3. 4. 1. 2. 3. 4.
De naam van de huisarts is genoteerd. De gegevens van de verwijzer zijn genoteerd. De medische verwijsdiagnose is vastgelegd. De reden voor de komst van de patiënt naar de praktijk is vastgelegd. De hulpvraag van de patiënt is vastgelegd. De verwachting van de patiënt is vastgelegd. Aard van de problemen is vastgelegd in termen van stoornissen, beperkingen en participatie.
Huisarts Verwijzer Medische diagnose Contactreden Hulpvraag Verwachting Aard van de problemen in het functioneren 5. Ernst van de problemen in het functioneren 6. Invloeden op de problemen in het functioneren 7. Medische voorgeschiedenis 8.
Andere of eerdere verleende zorg 9. Diagnostische verrichtingen 10. Diagnostische meetinstrumenten 11. Bevindingen 12. Fysiotherapeutische diagnose
De ernst van de problemen is beschreven in maat en getal bepaald door meetinstrumenten. De invloeden op de problemen zijn beschreven in relatie tot omgeving- en persoonsfactoren. De aan- of afwezigheid van de medische voorgeschiedenis, die op basis van de verwijsdiagnose direct van invloed is op de fysiotherapeutische zorg, staat genoteerd. De relevante gegevens van andere of eerder verleende zorg, in relatie tot de contactreden waar de patiënt voor komt, zijn vastgelegd. De verrichte diagnostiek is beschreven in termen van stoornissen, beperkingen, participatie, omgevingen persoonsfactoren. De gebruikte diagnostische meetinstrumenten zijn genoteerd. De bevindingen van de fysiotherapeut c.q. de resultaten van onderzoek worden beschreven in maat en getal. De geformuleerde fysiotherapeutische diagnose is omschreven en bevat minimaal de volgende elementen; hulpvraag, functioneringsproblemen in termen van stoornissen, beperkingen en participatie, lokalisatie stoornissen, ernst functioneringsproblemen in maat en getal, relevante medische factoren, relevante omgeving- en persoonsfactoren, beloop, verwacht herstel. 7
Agis zorgverzekeringen
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
Therapeutisch proces
13. Indicatiestelling 1. Behandeldoelen 2. Behandeldoel en frequentie 3. Journaal gegevens 4. Bijstellingen 5. Overleg 6. Evaluatie
7. Rapportage Klinisch redeneren
1. Voortvloeien fysiotherapeutisch onderzoek uit de anamnese 2. Voortvloeien behandeldoelen uit anamnese en bevindingen fysiotherapeutisch onderzoek 3. Aansluiten verrichtingen op behandeldoelen 4. Aansluiten keuze meetinstrumenten op behandeldoelen 5. Evaluatie
6. Objectiveren Algemeen
1. 2. 3. 4.
Leesbaarheid Afkortingen Volledigheid Expliciete benoeming van het methodisch handelen 5. Toestemming patiënt 6. Hantering ICF
Er is vastgelegd of er wel/geen sprake is van een indicatie voor fysiotherapie. Het beoogde resultaat van de fysiotherapeutische behandeling is in maat en getal en SMART geformuleerd gekoppeld aan een bepaalde tijdsperiode vastgelegd. Er is een koppeling vastgelegd tussen het behandelplan en de frequentie van de verrichtingen. De verrichtingen met de belangrijkste handelingen inclusief de datum zijn weergegeven zodanig dat inzicht in het gevolgde denkproces aantoonbaar is. Eventuele bijstellingen op basis van aard, ernst en/of verloop in de fysiotherapeutische diagnose, behandelplan, behandeldoelen en behandelend fysiotherapeut zijn vastgelegd. Wanneer overleg heeft plaatsgevonden met collegae, verwijzer of andere betrokkenen staan de relevante gegevens genoteerd. Uit de verslaglegging blijkt dat het fysiotherapeutisch handelen op de gestelde behandeldoelen periodiek geëvalueerd is met gebruik van meetinstrumenten en in ieder geval bij het beëindigen van de behandelepisode is geëvalueerd. Bij beëindigen van een behandelepisode is een rapport geschreven naar de verwijzer en aanwezig in de status. Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese leiden tot een logische en aannemelijke keuze van het fysiotherapeutisch onderzoek. Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese en fysiotherapeutisch onderzoek leiden tot logische en aannemelijke SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat de verrichtingen logisch en aannemelijk aansluiten op de SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat de gekozen meetinstrumenten en de uitkomstmaten logisch en aannemelijk aansluiten op de SMART geformuleerde behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat tijdens het therapeutische proces middels het gebruik van meetinstrumenten steeds getracht is een optimaal behandelresultaat te behalen en de patiënt inzicht te geven in het verloop. Het resultaat van de behandeling aanduiden door middel van het verschil van een begin- en een eindmeting gekoppeld aan de SMART geformuleerde behandeldoelen. Het dossier is leesbaar voor zowel de fysiotherapeut als voor derden. Onbekende of nauwelijks bekende afkortingen zijn vermeden. In het dossier zijn alle indicatoren ingevuld. De fasen die de fysiotherapeut bij het methodisch handelen doorloopt zijn herkenbaar in de verslaglegging. Er staat een vermelding in het patiëntendossier over de toestemming van de patiënt voor de behandeling. Bij het beschrijven van het functioneren van de patiënt is gebruik gemaakt van termen ontleend aan de 8
Agis zorgverzekeringen
Criteria toets klinimetrie 2010: Onderscheid door Kwaliteit
7. Contra-indicaties
Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). De aanwezigheid of afwezigheid van (relatieve) contra-indicaties is vastgelegd.
9 Agis zorgverzekeringen