Kwaliteit door Onderscheid 2012
Oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
1. Inleiding Achmea rolt in 2012 haar inkoopbeleid fysiotherapie, “Kwaliteit door Onderscheid” verder uit. Het beleid kenmerkt zich door het verbeteren van de kwaliteit van fysiotherapeutische zorg voor klanten en het stimuleren en belonen van fysiotherapeuten die bereid zijn deze kwaliteit te bieden. Hiervoor dient de contractant binnen de Plus-Intensief overeenkomst in 2012 te voldoen aan een aantal (randvoorwaardelijke) criteria. Dit op elementen als uitkomsten van zorg, klantervaring en doelmatigheid. Eén van de criteria waar de contractant aan moet voldoen is het gebruik van een Elektronisch Patiëntendossier (EPD) dat voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012. Deze notitie beschrijft de procedure en de bijbehorende voorwaarden met betrekking tot het toetsen van de EPD’s voor 2012. Hierbij wordt op verzoek van de betreffende leverancier op gestructureerde en transparante wijze vastgesteld of het EPD voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012. Aan de hand van een procesbeschrijving met tijdspad wordt stil gestaan bij de verschillende stappen die de leverancier dient te doorlopen om te worden toegelaten tot het criterium EPD binnen de Plus-Intensief overeenkomst 2012. Iedere stap wordt vervolgens nader toegelicht. 2. Procedure toetsing criteria EPD 2.1. Context Binnen de Plus-Intensief overeenkomst fysiotherapie 2012 dienen de fysiotherapeuten vallend onder een genoemde overeenkomst gebruik te maken van een EPD dat voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012 (zie bijlage 1). Dit betekent dat de leverancier de mogelijkheid heeft om, langs de in paragraaf 2.1. gestelde procedure, door Achmea te laten bepalen of het betreffende EPD voldoet aan de gestelde criteria voor 2012. Hierbij hanteert Achmea een toetsingsrapport waarbij de eindverantwoordelijkheid en bevoegdheid in de besluitvorming ligt bij de accountmanager Zorg van Achmea. 2.2. Procedure Om te komen tot een transparante en éénduidige beoordeling of een EPD voldoet aan de gestelde criteria is de onderstaande (zie figuur 1) procedure vastgesteld. In paragraaf 2.3. worden de verschillende stappen binnen de procedure nader toegelicht.
1. Vaststelling criteria Achmea
2. Aanmelden bij Achmea
3. Beoorde ling a.h.v. criteria
Figuur 1. Processchema en tijdspad toetsing criteria EPD
24 okt.
24 okt – 4 nov
4. Indien nodig, tweede beoor oordeling
5. Uitkomst beoor oordeling bekend bij leverancier
24 okt - 29 nov. 30 nov. - 10 dec. Uiterlijk 10 dec.
6. Communicatie welke EPD’s voldoen voor 2012
11 dec.
2 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
2.3. Toelichting stappen procedure toetsingscriteria EPD In figuur 1 is te zien langs welke stappen wordt vastgesteld of een EPD voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012. In deze paragraaf wordt iedere stap nader toegelicht.
1. Vaststelling criteria, procedure en toetsingsrapport.
Op 24 oktober 2011 zal Achmea de eisen, die zij stellen aan het gebruik van een EPD voor een Plus-Intensief overeenkomst fysiotherapie 2012, publiceren op de websites www.agisweb.nl en www.achmeazorg.nl. Dit document is voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk.
2. Aanmelden bij Achmea via secretariaat
Indien men als leverancier een EPD wil voorleggen om te kijken of deze voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012 kunt u zich aanmelden. Dit kan alleen telefonisch via het secretariaat paramedische zorg (033-4455227). Via het secretariaat wordt er een afspraak ingepland in de periode van 24 oktober 2011 tot 4 november 2011 op het kantoor van Achmea. In overleg is een afspraak in de avonduren ook mogelijk.
3. Beoordelingsgesprek a.h.v. criteria en toetsingsrapport Op het moment dat er een afspraak is gemaakt, vindt er een beoordelingsgesprek plaats van het betreffende EPD. In dit gesprek zal aan de hand van de criteria (zie bijlage 1) en het toetsingsrapport (zie bijlage 2) worden nagegaan of het EPD zichtbaar en aantoonbaar voldoet aan de gestelde criteria voor 2012. Door de EPD leverancier dient een presentatie van de functionaliteit van het EPD te worden gegeven. Indien tijdens de afspraak geen zichtbare en aantoonbare functionaliteit van het EPD wordt getoond, voldoet het EPD automatisch niet aan de gestelde criteria voor 2012. Vanuit Achmea zijn bij dit gesprek de volgende functionarissen aanwezig; zorginhoudelijk adviseur, zorginkoper en indien mogelijk, (account)manager paramedische zorg.
3 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
4. Indien nodig, tweede beoordeling gesprek Indien Achmea van mening is dat een tweede gesprek noodzakelijk is om een duidelijk beeld te krijgen van het getoonde EPD zal een tweede afspraak worden gepland door het secretariaat paramedische zorg. Dit in de periode van 24 oktober 2011 tot 29 november 2011. Het initiatief voor een tweede gesprek kan alleen worden genomen door Achmea.
5. Uitkomst beoordeling Achmea bekend bij leverancier Na het beoordelingsgesprek en eventueel tweede gesprek brengt Achmea u uiterlijk 11 november 2011 schriftelijk op de hoogte van de uitkomst van de beoordeling. Het toetsingsrapport (zie bijlage 2) dient hierbij als leidraad. Als uitkomst zijn er twee mogelijkheden: -
Uitkomst 1: Uw EPD voldoet aan de criteria die Achmea stelt aan een EPD voor 2012.
-
Uitkomst 2: Uw EPD voldoet niet aan de criteria die Achmea stelt aan een EPD voor 2012.
Over de uitslag van de uitkomst kan niet worden gecorrespondeerd met Achmea. Achmea is niet verantwoordelijk voor geschillen, tussen de leverancier van een EPD en fysiotherapeuten die gebruik maken van het betreffende EPD, die voortvloeien uit de uitkomst van de beoordeling.
6. Communicatie op website welke EPD’s vol doen voor 2012 Uiterlijk op 11 december 2011 zullen de EPD’s, die voldoen aan de criteria die Achmea stelt, bekend worden gemaakt via www.agisweb.nl en www.achmeazorg.nl. 3. Informatie Mochten er nog vragen zijn naar aanleiding van deze procedure of er zijn andere aandachtspunten, dan kan er contact worden opgenomen via mail:
[email protected] of telefonisch 033-445 55 27.
4 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
Bijlage 1. Criteria Fysiotherapeutisch Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) Algemeen Om in aanmerking te komen voor een Plus-Intensief overeenkomst dient de contractant vanaf 1 februari 2012 gebruik te maken van een EPD dat voldoet aan de criteria die Achmea stelt voor 2012. Hieronder volgt een overzicht van de eisen en criteria waar een EPD aan dient te voldoen Algemene eisen EPD -
-
Het EPD bevordert de inhoudelijke kwaliteit, doelmatigheid en transparantie van de fysiotherapeutische zorg; Het EPD brengt de gezondheidstoestand van de patiënt in kaart aan de hand van de ICD 9/10 en ICF of vergelijkbare standaarden. Het EPD ondersteunt de fysiotherapeut in klinisch redeneren en besluiten; Het EPD voldoet aan alle aspecten uit de KNGF-richtlijn “fysiotherapeutische verslaglegging 2011”. Zie bijlage 4; Het EPD voldoet aan de in dit document gestelde eisen per 01-02-2012.
Inhoudelijke eisen Het EPD moet minimaal de aanbevolen meetinstrumenten (vragenlijsten en performancetesten) bevatten die voorkomen in de in 2012 geldende en bestaande KNGF-richtlijnen. \ Voor de uitgebreide lijst meetinstrumenten (vragenlijsten en performancetesten) zie bijlage 3. De fysiotherapeut moet minimaal een begin- en een eindmeting kunnen verrichten met deze meetinstrumenten, waarbij de resultaten digitaal opgeslagen en verwerkt worden (managementmodule) en grafisch inzichtelijk zijn voor de fysiotherapeut en de patiënt. Dit op individueel niveau alsmede geaggregeerd niveau. Technische eisen De beveiliging en privacy van het EPD en de hierin opgeslagen data zijn conform beveiligingsnormen van het NEN-instituut. Het computersysteem en netwerken zijn goed beveiligd en ongewenste toegang van buitenaf wordt voorkomen, hiervoor is het van belang dat toegangscontrole- en validatieprocedures aanwezig zijn om de toegang van iemand tot het systeem te valideren op basis van zijn functie in de organisatie. Functionele eisen Aan het EPD worden de volgende functionele eisen gesteld: -
-
-
het digitaal en interactief kunnen toepassen van testen, meten en analyseren in de dagelijkse handelingspraktijk van de spreekkamer en de resultaten digitaal grafisch weergeven op niveau van de individuele patiënt/cliënt; het klinisch redeneren en besluiten moet geïntegreerd zijn in het fysiotherapeutisch handelen en de verslaglegging daarvan voor wat betreft alle fasen van het methodisch handelen; in het EPD dienen minimaal genoemde meetinstrumenten digitaal opgenomen te zijn en digitaal in te vullen door de patiënt (eventueel samen met de fysiotherapeut). Hierbij dienen de meetgegevens door het EPD automatisch omgezet te worden in bij de betreffende vragenlijst relevante scores/ resultaten;
5 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
-
-
-
-
indien de fysiotherapeut gebruikt maakt van een specifiek EPD (bv. voor Parkinson), dient dit EPD wel voor zijn/haar totale patiëntpopulatie gebruikt te worden. Indien de fysiotherapeut ook andere doelgroepen behandelt, dient de fysiotherapeut (ook) over een generiek EPD te beschikken; het EPD dient patiëntnummer, aanhef, e-mailadres, geboortedatum, BSN nummer, verwijzingsnummer, status (chronisch vs. niet chronisch volgens Lijst Borst) en specifieke data (met resultante van meetinstrumenten (zoals vermeld onder “inhoudelijke eisen” te kunnen genereren en gepseudonimiseerd 1 aan te leveren bij een door Achmea bepaalde derde partij; de patiëntdossiers in het EPD moeten toetsbaar zijn op minimaal de elementen genoemd in het beoordelingskader in bijlage 4; het EPD dient een managementmodule te bevatten waarin minimaal inzichtelijk is; patiënteninformatie (o.a. gemiddelde leeftijd, geslacht, pathologie, aantal behandelingen), uitkomsten van meetinstrumenten op type patiënt en therapiefalen2; het EPD bevat classificatiesystemen als ICD9/10, ICF en CVPB-Fysiotherapie 2009; Het EPD heeft geen beperkte koppelingen met andere systemen waardoor bovenstaande eisen niet gehaald worden; het EPD heeft de mogelijkheid om door Achme gevraagde uitkomsten van zorg op het gebied van klinimetrie te bewerken en aan te leveren aan ZorgTTP. Dit conform afspraken met ZorgTTP3, zodanig dat ZorgTTP de uitkomsten verder kan versleutelen tot gepseudonimiseerde gegevens.
1
Pseudonimiseren: Er is geen behoefte aan persoonsgegevens, maar wel behoefte aan unieke identificering van individuen. Door te pseudonimiseren wordt het mogelijk om individuen in de tijd te volgen om bijvoorbeeld de ontwikkeling in zorgconsumptie te analyseren. Ook is het mogelijk om op basis van het pseudoniem verschillende dataverzamelingen aan elkaar te koppelen. 2 Therapiefalen: het onvermogen van een therapie om gewenste resultaten te behalen. Het EPD dient ‘therapiefalen (bv. minder dan 10% verbetering op afgesproken meetinstrumenten) bij een patiënt (bv. norm bij 10 behandelingen) te kunnen signaleren, waarmee de fysiotherapeut de therapie daarop succesvol kan aanpassen of eventueel staken (al dan niet met doorverwijzing naar een andere zorgverlener). 3
ZorgTTP: ZorgTTP is de organisatie die voor Achmea en de contractant het mogelijk maakt dat de gegevens gespeudonimiseerd worden gedeeld. Zij bewerken door middel van software de gegevens zodanig dat ze volledig anoniem en in overeenstemming met de wettelijke eisen kunnen worden gedeeld. In dit geval tussen de fysiotherapeut en Achmea. ZorgTTP is enkel een verbindende schakel en het verzamelen en beheren van de data blijft in handen van de fysiotherapeut en Achmea.
6 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
Bijlage 2. Toetsingsrapport EPD Het toetsingsrapport bevat: - aparte begeleidende/inleidende brief; - algemene terugkoppeling (positief en negatief) over het gesprek en de presentatie van het EPD; - beoordeling op de volgende aspecten: Criteria
Akkoord
Niet akkoord
Toelichting
Algemene eisen Inhoudelijke eisen Technische eisen Functionele eisen: - digitale klinimetrie - grafische weergave resultaten - integratie klinisch redeneren, fysiotherapeutisch handelen en verslaglegging - digitale meetinstrumenten met digitale weergave (verschil)resultaten - pseudonimiseren van data - toetsbare patiëntdossiers volgens beoordelingskader - managementmodule - ICF - CVBP - geen beperkte koppelingen
7 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid
Bijlage 3. Meetinstrumenten behorende bij de richtlijnen en (gewenst) aanwezig in EPD Verplichte aanwezige meetinstrumenten vanuit de KNGF richtlijnen zijn: -
richtlijn astma kinderen: Kinder-RAND, Free Running Astma Screening Test (FRAST), Bruce test, fietstest, Shuttle run test; richtlijn arthrose heup/knie: Algofunctional Index for Osteoartritis, VAS, PSK, gonio, hand-held dynamometer; richtlijn beroerte: MI, TCT, BBS, FAC, Tien-meter loopte, FAT, BI; richtlijn claudicatio intermittens: PSK, VAS, loopbandtest; richtlijn COPD:Baecke Questionnaire, IPAQ; QoL: CCQ, CRQ, CGRQ, QoLRIQ, max. inspanningstest, 4MWT, 6SWT, spierkracht; richtlijn enkel: PSK, VAS, GALN, functiescore De Bie; richtlijn hartrevalidatie:PSK, VAS, Borg-schaal, 6MWT, SAC, MET’s; richtlijn lage rugpijn: QBPDS, PSK; richtlijn meniscectomie: VAS, Lysholmscore, Tegnerscore, GALN, spierkracht; richtlijn osteoporose: MMSE,, spierkracht, BBS, Tinetti schaal, FR, GUGT; richtlijn Parkinson: PSK, vragenlijst valgeschiedenis, FES, FOG questionnaire, LAPAQ, 6MWT, PAS, TUG; richtlijn RA: HAQ, PSK, VAS, mobiliteit, kracht, 6MWT, TUGT; richtlijn stressurine incontinentie: PRAFAB; richtlijn Whiplash: VAS, NDI, evenwichtstest; richtlijn Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn: RDQ, IPA, VAS, PGS, PHODA.
Mogelijke meetinstrumenten vanuit de KNGF richtlijnen zijn: -
-
richtlijn arthrose heup/knie: 6MWT, MRC schaal, TUG test, WOMAC, COAP, HOOS en KOOS; richtlijn beroerte: de Modified Ashworth Scale, de Neutrale-0-Methode (goniometer), de Numeric Pain Rating Scale, het modified Nottingham Sensory Assessment, het Brunnstrom Fugl-Meyer Assessment,de Trunk Impairment Scale, de Falls Efficacy Scale, de Rivermead Mobility Index, de Timed Up & Go test, Timed Balance Test, Action Research Arm Test, Nine Hole Peg Test, Modified Rankin Scale, Frenchay Activities Index en de Nottingham Extended adl-index. richtlijn meniscectomie: FORSS, SARS richtlijn Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn: RDQ, IPA, VAS, PGS, PHODA. richtlijn Klachten aan de nek, arm of schouder (KANS): DASH
Overige mogelijke meetinstrumenten -
Shoulder Pain & Disability Index (SPADI) Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ) Ottawa ankle rules Vier Dimensionale Klachtenlijst (4-DKL) Tampa schaal voor Kinesiofobie (TSK) Self Efficacy Scale (SES) Global Perceived Effect (GPE) Elderly Mobility Scale (EMS) FunctionalAmbulationCategories(FAC)
8 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Bijlage 4. Beoordelingskader patiëntendossiers Algemeen
Indicatoren 1. Leesbaarheid 2. Volledigheid en beknoptheid 3. Betrouwbaarheid 4. Inzichtelijkheid dossier 5. Expliciete benoeming van het methodisch handelen 6. Toestemming patiënt 7. Hantering ICF
Aanmelding en screening
Diagnostisch proces
8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 1. 2.
Contra-indicaties Persoonsgegevens Verzekeringsgegevens Behandelend fysiotherapeut Huisarts Verwijzer Verwijsgegevens / DTF Conclusie screening Contactreden / hulpvraag Ervaren problemen in het functioneren
3. Medische voorgeschiedenis 4. Andere of eerdere verleende zorg 5. Diagnostische verrichtingen
Criteria Het dossier is leesbaar voor zowel de fysiotherapeut als voor derden Onbekende of nauwelijks bekende afkortingen zijn vermeden Het dossier is zo volledig mogelijk en tegelijkertijd beknopt ter wille van het overzicht De beschrijving van het behandelproces is consistent en geeft geen aanleiding voor twijfel wat betreft het beloop van het proces De vastgelegde gegevens zijn helder weergegeven en sluiten zodanig bij elkaar aan dat duidelijk inzicht in het gevolgde denkproces mogelijk is Zowel de fasen die de fysiotherapeut bij het methodisch handelen doorloopt, als de manier van handelen om een bepaald doel te bereiken, zijn herkenbaar benoemd in de verslaglegging Er staat een vermelding in het patiëntendossier over de toestemming van de patiënt voor de behandeling Bij het beschrijven van het functioneren van de patiënt is gebruik gemaakt van termen ontleend aan de Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health De aanwezigheid van (relatieve) contra-indicaties is vastgelegd De naam, adres, woonplaats, geboortedatum en geslacht zijn genoteerd De naam zorgverzekeraar en het verzekeringsnummer zijn genoteerd De naam van de behandelend fysiotherapeut is genoteerd. De naam van de huisarts is genoteerd De naam van de verwijzer is genoteerd De verwijsgegevens van de arts of het screeningsproces zijn genoteerd De conclusie van de screening is genoteerd De reden voor de komst van de patiënt naar de praktijk is vastgelegd. Aard problemen in termen van stoornissen, beperkingen en participatie De ernst van de problemen is beschreven De invloeden op de problemen zijn beschreven Bij het achterhalen van de ervaren problemen van de patiënt het functioneren zijn de gehanteerd hulpmiddelen en meetinstrumenten vastgelegd De medische voorgeschiedenis die op basis van de verwijsdiagnose direct van invloed is op de fysiotherapeutisch zorg, staat genoteerd De relevante gegevens van andere of eerder verleende zorg zijn vastgelegd De verrichte diagnostiek is beschreven in termen van stoornissen, beperkingen en participatie De gebruikte meetinstrumenten zijn genoteerd Uit de bevindingen van de fysiotherapeut c.q. de resultaten van het onderzoek blijkt dat de samenvatting
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid 2012
6. Bevindingen
Therapeutisch proces
7. Conclusie / fysiotherapeutische diagnose / indicatiestelling 1. Behandeldoelen 2. Journaal gegevens
3. Evaluatie 4. Rapportage Klinisch redeneren
1. voortvloeien lichamelijk onderzoek uit de anamnese 2. voortvloeien behandeldoelen uit anamnese en bevindingen lichamelijk onderzoek 3. aansluiten verrichtingen op behandeldoelen 4. aansluiten keuze meetinstrumenten op behandeldoelen 5. aansluiting uitkomstmaten op behandeldoelen 6. titreren 7. objectiveren
en interpretatie van de verzamelde gegevens leiden tot een logische en aannemelijke fysiotherapeutische diagnose. De bevindingen van de fysiotherapeut c.q. de resultaten van onderzoek worden waar mogelijk beschreven in maat en getal. De geformuleerde functionele diagnose – incluis prognose (!) – is helder omschreven en geeft uitsluitsel over de indicatie voor behandeling. Het beoogd resultaat van de fysiotherapeutische behandeling is zo concreet mogelijk, in maat en getal, en gekoppeld aan een bepaalde tijdsperiode en context vastgelegd in de vorm van een prognose met reële en plausibele resultaatverwachtingen. Relevante kenmerken van een verrichting zijn helder weergegeven – aan de hand van de CVPB – en sluiten zodanig bij elkaar aan dat duidelijk inzicht in het gevolgde denkproces mogelijk is. Per behandelsessie zijn de gegevens over het behandelproces en verrichtingen (a.d.h.v. de CVPB), alsmede de datum bijgehouden Wanneer overleg heeft plaatsgevonden met collegae, verwijzer of andere betrokkenen staan de relevante gegevens genoteerd Eventuele bijstellingen in fysiotherapeutische diagnose, behandelplan en behandelend fysiotherapeut zijn vastgelegd en beargumenteerd (bij voorkeur a.d.h.v. data uit testen, meten, analyseren Uit de verslaglegging blijkt dat het fysiotherapeutisch handelen periodiek geëvalueerd is – ook en vooral op eventueel therapiefalen – en in ieder geval bij het beëindigen van de behandelepisode is geëvalueerd. Bij beëindigen van een behandelepisode is een rapport geschreven naar de verwijzer en voorzien van de grafische weergave, de testen, meten, analyseren-gegevens van het therapiebeloop Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese leiden tot een logische (lees: plausibele) en aannemelijke keuze van de functionele diagnostiek/ het fysiotherapeutisch onderzoek. Uit de verslaglegging blijkt dat de gegevens uit de anamnese en de functionele diagnostiek/ het fysiotherapeutisch onderzoek leiden tot logische en aannemelijke (lees: plausibele) behandeldoelen op basis van de prognose. Uit de verslaglegging blijkt dat de verrichtingen logisch en aannemelijk aansluiten op de behandeldoelen Uit de verslaglegging blijkt dat de gekozen meetinstrumenten logisch en aannemelijk aansluiten op de behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat de gekozen uitkomstaten logisch en aannemelijk aansluiten op de behandeldoelen. Uit de verslaglegging blijkt dat tijdens het therapeutisch proces middels testen, meten en analyseren steeds getracht is een optimaal behandelresultaat te behalen – en het voorkomen van therapiefalen – en de patiënt inzicht te geven in de progressie Het resultaat van de behandeling aanduiden door het verschil van een begin- en een eindmeting 10
Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011
Procedure toetsing criteria EPD: Kwaliteit door Onderscheid 2012
11 Achmea divisie Zorg & Gezondheid oktober 2011