faculteit der letteren
cultuur in de spiegel
prof.dr.B.P. (Barend) van Heusden Oude Boteringestraat 23 9712 GC Groningen E
[email protected] T 050 363 6018 Contactpersoon M.C.H.(Hadewijch) de Jong E
[email protected] T 0503637267
Cultuuronderwijs: kwaliteit door kennis Projectvoorstel in het kader van het uitvoeringsplan
1›9
Inleiding In tegenstelling tot de gang van zaken bij de meeste andere vakken in het curriculum van het primair en voortgezet onderwijs, zijn er bij de ontwikkeling en invulling van het cultuuronderwijs naast de scholen zelf ook veel andere verschillende organisaties betrokken. Niet altijd is duidelijk is vanuit welke kennis en expertise wordt gewerkt, welke functie de verschillende betrokkenen hebben en hoe de onderlinge samenhang tussen de partijen kwalitatief is georganiseerd.1 Het ministerie van OCW, de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur signaleren dat er geen gedeeld theoretisch referentiekader is, waardoor er (te) weinig aandacht is voor inhoudelijke samenhang. Men leert onvoldoende van elkaars ervaringen, en kennisuitwisseling gaat vooral over de randvoorwaarden. In het advies “Leren, creëren, inspireren!” wordt aangeraden om meer aandacht te besteden aan de deskundigheid van de leerkrachten die betrokken zijn bij het cultuuronderwijs. Studenten van Pabo’s en lerarenopleidingen dienen tijdens hun opleiding intensief en grondig aandacht te besteden aan de grondslagen van het cultuuronderwijs. Daarbij zou in het bijzonder aandacht moeten worden besteed aan de kennis die aankomende docenten zich eigen dienen te maken om een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs te realiseren, waarbij de aansluiting bij de ontwikkeling en cultuur van de leerling(en) voorop staat. Vooralsnog is dit nog toekomstmuziek. Wel kunnen we voorzichtig concluderen dat het operationele werkveld in Groningen nog onvoldoende is geëquipeerd om in de komende cultuurnotaperiode de door OCW voorgestane omslag te maken van kwantitatief naar ook kwalitatief goed cultuuronderwijs. Dit bleek ook tijdens het projectonderzoek RuG/ Cultuur in de Spiegel: bij docenten, directies van scholen en hun partners uit het culturele veld bestaat er enerzijds een gebrek aan (grondslagen)kennis en – mede daardoor – anderzijds een sterke behoefte aan een inhoudelijk theoretische (na)scholing over cultuur en cultuuronderwijs. Gedeeld referentiekader door theoretische onderbouwing In de gemeente en provincie Groningen zijn verschillende netwerken en platforms actief waarin er tussen scholen onderling en scholen en hun culturele omgeving kennis wordt uitgewisseld. De aandacht is daarbij vooral gericht op uitvoering en organisatie.
1
Zie ook: Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Utrecht: Fonds voor
Cultuurparticipatie; nov 2011; Fianne Konings. In dit artikel introduceert Fianne Konings een analyse-instrument dat kan helpen om een antwoord te geven op de vraag in hoeverre het cultuureducatief aanbod van culturele instellingen werkelijk bijdraagt aan het cultuuronderwijs, en daarmee aan de ontwikkeling van kinderen.
2›9
De Rijksuniversiteit Groningen levert op dit moment met het onderzoek Cultuur in de Spiegel een bijdrage aan de versterking van de kwaliteit van cultuuronderwijs in Nederland. Het gesprek over het theoretisch kader vindt landelijk al plaats in het beleids-, bestuurlijk en uitvoerend veld. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met enkele Groninger scholen. Een bijzonder gevolg van het onderzoekstraject is, dat er in de gemeente en provincie een krachtig en op de inhoud van cultuuronderwijs gericht netwerk van scholen, in aanzet al aanwezig is. In dit netwerk wordt vanuit een gemeenschappelijk referentiekader aan een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs gewerkt2. Indien de mogelijkheid wordt geboden om de kennis van dit netwerk verder te verdiepen en, vooral, over te dragen aan het Groninger onderwijsveld en betrokken culturele instellingen, dan ontstaat een zeer krachtige regionale drager die richting kan geven aan het proces waarin scholen de slag gaan maken van kwantitatief naar kwalitatief goed cultuuronderwijs. In dit schrijven vindt u een schets van de vorm van dit project. Kern van het project is een systematische kennisoverdracht ter ondersteuning van het proces dat (pilot)scholen doorlopen wanneer zijn kwalitatief hoogwaardig cultuuronderwijs ontwikkelen. Voor deze scholen is het leerplankader van ‘Cultuur in de Spiegel’ het gemeenschappelijk werkinstrument en referentiekader. Er wordt door de scholen, waar nodig en gewenst in samenwerking met externe partners, gewerkt aan een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, die de ontwikkeling van het cultureel bewustzijn en van de vaardigheden om dit bewustzijn vorm te geven van de leerling op de voorgrond plaatst. De systematische kennisoverdracht biedt een stevige inhoudelijke basis en is daardoor een structurele versterking aan de verschillende Groninger platforms en netwerken waarin er tussen scholen onderling en scholen en hun culturele omgeving nu al kennis wordt uitgewisseld. De aandacht van deze netwerken zal gaandeweg verschuiven van een vooral op uitvoering en organisatie gerichte, naar een inhoudelijke kennisoverdracht. Zo wordt er een hoofdzakelijk op inhoud gebaseerd en daardoor minder van personen afhankelijk netwerk gecreëerd. Dit netwerk zal zich geleidelijk uitbreiden, niet alleen door de inzet van en door mensen, maar vooral gedragen vanuit een gemeenschappelijk fundament en inhoudelijk referentiekader. Dit kader biedt de scholen de ruimte om in functie van hun specifieke situatie (ideologie en visie, leerlingenpopulatie, beschikbare deskundigheid, culturele omgeving) hun cultuuronderwijs in te vullen, terwijl men tegelijk over een gedeeld referentiekader blijft beschikken dat keuzes inzichtelijk en het gesprek erover mogelijk en vruchtbaar maakt.
2
Betrokken:
Groninger culturele organisaties: KunstStation C- provincie, Cultuur en School- gemeente Groningen, Onderwijs: OBS Borgmanschool- Groningen, OBS de Swoaistee- Groningen, OBS De Schakel-Hoogezand, CSBO De KimkielGroningen, SBO Fiduciaschool- Groningen, OBS Willem Lodewijckschool- Bourtange
3›9
Dit project is gericht op het ondersteunen en bevorderen van de ontwikkeling van cultuuronderwijs op – in eerste instantie – een beperkt aantal scholen voor primair onderwijs, door docenten primair onderwijs. Deze ontwikkeling zal gevolgd worden door een grote buitenring van andere scholen. Niet de lessen/leerplannen zelf zijn het onderwerp van uitwisseling maar de vraag hoe een school binnen een gedeeld referentiekader het eigen cultuuronderwijs kan ontwikkelen. Vanuit dit referentiekader stellen scholen en docenten zich dezelfde vragen, en beargumenteren waarom zij op hun school tot deze specifieke en vaak wellicht andere invulling van het cultuuronderwijs zijn gekomen. De kennis die het netwerk biedt is de noodzakelijke voedingsbodem voor alle bij cultuuronderwijs betrokken partijen. Het kennisaanbod moet helder en kernachtig zijn en blijven, en zou vooral via de al bestaande kanalen en netwerken de bij cultuuronderwijs betrokken organisaties terecht moeten komen. Zo bewerkstelligt dit project één gezamenlijke krachtige inhoudelijke drager binnen het Groninger netwerk van de bij cultuuronderwijs betrokken organisaties. Gedurende de looptijd van het project zal duidelijk worden vanuit welke kennis en expertise, in welke functies en in onderlinge samenhang alle betrokken partijen samen kwalitatief goed cultuuronderwijs kunnen ontwikkelen en uitvoeren. 3 De gemeente en provincie Groningen nemen een duidelijk sprong vooruit en komen tegemoet aan de ook in Groningen dringende vraag van de scholen en culturele instellingen: kunnen wij met het theoretisch kader aan de slag? Het antwoord luidt in dit geval: ja..
Omschrijving Project Doel Versterking van het cultuuronderwijs in het primair onderwijs in de stad en provincie Groningen door: het ontwikkelen van een kennisnetwerk ten dienste van scholen die werken aan een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, vanuit een gemeenschappelijk referentiekader door: o
verspreiding van de kennis over het theoretisch kader ‘Cultuur in de Spiegel’;
o
ondersteuning van de uitwerking van het theoretisch kader in het cultuuronderwijs.
Vorm/Uitvoering Een grote ring geïnteresseerde docenten primair onderwijs volgen, eerst passief, later actief, het proces van ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van cultuuronderwijs van enkele pilotscholen die betrokken zijn geweest bij het project ‘Cultuur in de Spiegel’. Aan het einde van het project hebben zij voldoende kennis en middelen om hun eigen cultuuronderwijs te ontwikkelen. Ook is er een proces in gang gebracht waarin scholen vanuit een gemeenschappelijke referentiekader een doorlopende leerlijn kunnen ontwikkelen.
3
De vorm en uitvoering van dit voorstel voor project is kort besproken Saskia van de Ree, directeur KunstStation C
en Tineke de Danschutter, adviseur Cultuur in de Spiegel, erfgoeddeskundige, medewerker het Museumhuis.
4›9
Betrokken partijen: Rijksuniversiteit Groningen. Leerstoel Cultuur en Cognitie: Prof. Dr. B.P. van Heusden en een bij de leerstoel betrokken junior onderzoeker; Een kerngroep docenten uit de stad en provincie Groningen, medeontwikkelaars van het leerplankader en betrokken bij het onderzoekstraject Cultuur in de Spiegel: OBS de Swoaistee, Groningen (toegezegd) OBS De Schakel, Hoogezand (toegezegd) CSBO De Kimkiel, Groningen (toegezegd) SBO Fiduciaschool, Groningen (toegezegd) Buitenring: geïnteresseerde scholen primair onderwijs. Scholen worden gerekruteerd door KunstStation C, Cultuur en School en IVAK Netwerkondersteuning: in overleg Adviseurs Cultuur in de Spiegel: Inger van Til, KunstStation C Tineke de Danschutter, Museumhuis Groningen
Vorm De vier pilotscholen van het onderzoeksproject CIS ontwikkelen en voeren hun regulier cultuuronderwijs( in projectvorm of anders) uit. Zij gebruiken hierbij het concept leerplankader van CiS, dat zij mee hebben helpen ontwikkelen en, in een later stadium, ook het evaluatieinstrument dat wordt ontwikkeld door de Rijksuniversiteit Groningen . Dit is voor de scholen geen nieuw of ander proces, zij zijn vrij om direct hun eigen keuzes te maken in vorm en uitvoering. Het proces wordt gevolgd door een grote buitenring scholen uit stad en provincie. Zij krijgen de beschikking over het diagnose-instrument en in een later stadium het evaluatieinstrument, het definitief leerplankader en het door Barend van Heusden ontwikkelde handboek cultuuronderwijs voor de pabo.4 Tegelijk wordt vanuit dit project een groeiende kring bij het cultuuronderwijs betrokkenen geïnformeerd en voorgelicht (pabo’s, lerarenopleidingen, kunst- en ondersteunende instellingen) waardoor en provinciaal netwerk kan ontstaan van gedeelde kennis en ervaringen.
4
5›9
Een van de producten van het onderzoekstraject Cultuur in de Spiegel’, gereed maart 2014.
Periode5 Schooljaren 2013-2016
Cyclus A Voorbereiding 3 dagdelen A 1. Ontwikkeling lessen/het project Periode in overleg a. Intern RuG, projectscholen Docenten ontwikkelen hun reguliere cultuurlessen/project op hun eigen school met behulp van het diagnose-instrument en leerplankader. Ondersteuning vindt plaats op afstand. 3 á 4 dagdelen Overleg en ondersteuning . In een gezamenlijk overleg bespreken de betrokken pilotdocenten met de RuG hoe, waarom en welke keuzes zij hebben gemaakt bij de ontwikkeling van de lessen/ het project. Zij bereiden een presentatie voor de buitenring voor: b. Extern, projectscholen, buitenring scholen, vertegenwoordigers pabo’s, adviseurs Cultuur in de Spiegel/ vertegenwoordiger steunfuncties Dagdeel. De betrokken docenten presenteren onder leiding van de RuG dit proces aan een grote groep geïnteresseerde (van te voren vastgestelde) scholen en bij cultuuronderwijs betrokken organisaties uit stad en provincie. A 2. De uitvoering van de lessen/het project Periode: in overleg a. Intern RuG, projectscholen 3 á 4 dagdelen Docenten houden een logboek bij (RuG ontwikkelt een format, de vragen zijn gericht op het proces). RuG is beschikbaar en ondersteunt op afstand, bespreekt de logboeken in gezamenlijke bijeenkomsten met de vier projectscholen, en bereidt de provinciale/gemeentelijke presentatie voor:
5
Wij pleiten sterk voor een aantal cycli, waarin de projectscholen streven naar een bredere uitvoering- in alle
groepen. We kunnen ons voorstellen dat er in aanvang besloten wordt om eerst één cyclus uit te voeren: studiejaar 2013/2014. Aan het eind van deze cyclus kan er dan met de partners, gemeente en provincie worden bekeken, wat het effect van de eerste cyclus is: Is er sprake van een: voldoende inhoudelijke kennisoverdracht? een versterking een op inhoud gericht netwerk? is er het begin van een proces in gang gebracht waarin scholen vanuit een gemeenschappelijke referentiekader een doorlopende leerlijn kunnen ontwikkelen?
6›9
b. Extern, projectscholen, buitenring scholen, vertegenwoordigers pabo’s, adviseurs Cultuur in de Spiegel/ vertegenwoordiger steunfuncties Dagdeel. De betrokken docenten presenteren onder leiding van de RuG dit proces aan een grote groep geïnteresseerde (en door de RuG of intermediaire instellingen bij dit project betrokken ) scholen uit stad en provincie. Belangrijk: Niet de uitgevoerde projecten zelf worden beschreven, maar het ontwikkel- en uitvoerings- en evaluatieproces. Hierbij wordt ook geëxperimenteerd met het gebruik van het binnen het project Cultuur in de Spiegel ontwikkelde evaluatie-instrument dat docenten helpt om de voortgang van hun leerlingen te bepalen. De pilotscholen wordt gevraagd zo te presenteren, dat zij de voorbeelden uit de vier verschillende lessenseries/projecten kunnen gebruiken als illustratie van een ontwikkel- en uitvoeringsproces. Deze vorm van presentatie wordt onder leiding van RuG voorbereid en geoefend. A 3. Evaluatie van de lessen/het project a. Intern RuG/Hogeschool, projectscholen 3 á 4 dagdelen. De RuG en de projectscholen bespreken het ontwikkel- en uitvoeringsproces. De uitkomsten kunnen gebruikt worden voor de verdere invulling en uitwerking van het leerplankader en als lesmateriaal voor docentopleidingen en -trainingen. De ervaringen bieden een bron van materiaal voor een uitgebreid informatiepakket voor scholen en studenten in de gemeente en provincie Groningen, waarbij rekening kan worden gehouden met de specifieke culturele omstandigheden waar deze scholen en docenten mee te maken hebben. Ook daarin zal de nadruk weer liggen op het ontwikkeling, uitvoering en evaluatie, meer dan op de inhoud van de voorbeelden. Die is bedoeld als illustratie. b. Extern, projectscholen, buitenring scholen, vertegenwoordigers pabo’s, adviseurs Cultuur in de Spiegel/ vertegenwoordiger steunfuncties Dagdeel. De betrokken docenten presenteren onder leiding van de RuG dit proces een grote groep geïnteresseerde ( en door de RuG of intermediaire instellingen bij dit project betrokken ) scholen uit stad en provincie. Afsluiting Cyclus Werkbijeenkomst: Studiedag scholen stad en provincie a. Extern, projectscholen, buitenring scholen, vertegenwoordigers pabo’s, adviseurs Cultuur in de Spiegel/ vertegenwoordiger steunfuncties Dag. De betrokken scholen en organisaties van de buitenring hebben in de drie fase-bijeenkomsten het ontwikkelproces van cultuuronderwijs door het kernteam kunnen volgens. Zij hebben enkele
7›9
op de doelgroep geschreven korte publicaties over het theoretisch kader kunnen lezen, en wanneer gewenst een lezing van Barend van Heusden gezien.6 In een korte plenaire zitting, wordt er teruggekeken naar het door allen gevolgde proces van ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van cultuuronderwijs in de praktijk. Enkele belangrijke actoren worden uitgelicht. In workshops leren hoe zij vanuit een gemeenschappelijk referentiekader een start kunnen maken met de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, waarin de ontwikkeling van het cultureel bewustzijn van de leerling centraal straat. Instrumenten: Diagnose-instrument, Leerplankader, Evaluatie-instrument, Studie: handboek Cultuuronderwijs voor pabo’s, of delen daarvan. Workshopleiders: Pilotdocenten, adviseurs, vertegenwoordigers RuG
Cyclus B en C7 Vorm Zie Cyclus A, De kerngroep docenten ontwikkelen onder begeleiding van de RuG 8 hun cultuuronderwijs. Doel is om er steeds meer jaargroepen bij te betrekken en aansluiting te vinden bij de overige leergebieden van het curriculum. De buitenring volgt dit proces, en kan indien gewenst als school zelf Cyclus 1 doorlopen. Ook hier weer de belangrijke gezamenlijke afsluiting met een werkconferentie.
Tot slot Cultuur In De Spiegel is nadrukkelijk aanwezig in de discussie over cultuuronderwijs in Nederland en Vlaanderen - in docentenkamers, op afdelingen kunst en cultuur van gemeenten en provincies, bij ICC’ers, bij cultuurconsulenten, bij collega-onderzoekers, bij educatieafdelingen van musea, filmhuizen, theater en dansgezelschappen. Het onderzoek vindt zijn oorsprong in de provincie en gemeente Groningen 9. Wij hopen dat we met de hierboven genoemde partners middels dit project een gerichte impuls kunnen geven aan de versterking van het Cultuuronderwijs in Groningen.
6
De genoemde informatie is digitaal beschikbaar via de bibliotheek van Cultuur in de Spiegel:
http://www.cultuurindespiegel.nl/bibliotheek/bibliotheek 7
Inzet is om dit project een onderdeel te laten zijn van de bestaande (en mogelijk door KunstStation C, Cultuur en
School, Museumhuis en het IVAK verder te ontwikkelen) netwerkstructuur in de gemeente en provincie, waarbij ook Groninger culturele instellingen zijn betrokken. Het is op dit moment niet duidelijk hoe deze er in uitvoering precies uit gaat zien. Wanneer dit duidelijk is kunnen ook Cycli B en C in uitvoering meer specifiek worden beschreven. 8
En wanneer mogelijk i.s.m. met de adviseurs Cultuur in de Spiegel. In de vervolgcycli kunnen hierbij ook docenten
van de Pabo betrokken worden. 9
8›9
Zie ook het Projectplan in de Persmap: http://www.cultuurindespiegel.nl/contact/adressen
Informatie-uitwisseling met het ministerie van OCW, SLO, het Nieuwe Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, de Raad van 12 maakt dat het netwerk ook landelijk breed wordt gevoed: inhoudelijk op onderzoek en op toepassing gericht.
Groningen, oktober 2012 Barend van Heusden Hadewijch de Jong
9›9