Kwaliteit door specialisatie Maatschappelijk Verslag 2006
Onderdeel van het Jaardocument 2006
Parnassia
Groep
Onze jaarverslaggeving in een nieuwe vorm
De opbouw van ons Jaardocument
De Parnassia Groep geeft voor de eerste keer vorm aan haar jaarverslaggeving aan de hand van de voorschriften van het Jaardocument Zorginstellingen.
Ons volledige Jaardocument 2006 is te raadplegen op www.jaarverslagenzorg.nl en op onze eigen website www.parnassiagroep.nl. Het betreft drie pdf-documenten: - het Maatschappelijk Verslag - de Jaarrekening - de Bijlagen. Tezamen corresponderen deze met de formeel gedeponeerde versie van onze jaarverslaggeving.
Deze eerste 8 pagina’s geven een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2006. Ook vatten we de inzichten samen die we al werkend hebben opgedaan, en die de basis vormen voor ons nieuwe bedrijfsplan 2007-2008. Het motto ‘kwaliteit door specialisatie’ illustreren we met 5 voorbeelden. In hoofdstuk 4.4 van ons Maatschappelijk Verslag vindt u er meer. Voor wie op hoofdlijnen een indruk wil hebben van het reilen en zeilen van de Parnassia Groep in 2006, en van hoe wij tegen de toekomst aankijken, zijn deze 8 bladzijden ook apart beschikbaar. Alle hier beschreven onderwerpen komen uitgebreider aan bod in ons Maatschappelijk Verslag.
Dit Maatschappelijk Verslag 2006 bevat tevens een samenvatting van de Jaarrekening, en enkele door ons toegevoegde bijlagen. Ook onze volledige Jaarrekening 2006 is op verzoek als afzonderlijk gedrukte uitgave beschikbaar. Voor de (voorgeschreven) Bijlagen verwijzen wij naar genoemde websites.
Sterker accent op behandeling verslaafde jongeren Een van de grote voordelen van de fusie tussen Brijder Verslavingszorg en Parnassia Verslavingszorg is dat nu ook ten behoeve van jongeren in Noord-Holland klinische behandeling kan worden geboden vanuit o.a. Mistral in Zuid-Holland. De eerste doorverwijzingen vanuit Noord-Holland van deze jongeren vonden al in 2006 plaats. De capaciteit is in 2006 uitgebreid van 13 naar 26 plaatsen. De Mistral kliniek verhuisde op 30 januari naar een nieuw pand op de locatie Monsterseweg, waar ook de nieuwe “Mistral Dtox” kon worden geopend. Direct zijn alle bedden bezet, waarmee de wachtlijst van Mistral en de detox in eerste instantie zijn weggewerkt. Wel staan nog een tiental jeugdigen in de wachtrij om beoordeeld te worden voor opname. Met Triversum, een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Noord-Holland, zijn gesprekken gestart ter ontwikkeling van een dubbele diagnosekliniek voor jeugd, die zowel kampt met verslaving als met psychiatrische stoornissen. Het gaat hier om jongeren die bovendien al veelvuldig in contact gekomen zijn met politie en justitie.
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
Kwaliteit door specialisatie
Het jaar 2006 vormde voor de Parnassia Groep de afsluiting van onze bedrijfsplanperiode 2004-2006, en de opmaat voor een nieuwe. Het Parnassia-motto vormde de titel van het bedrijfsplan: Uw vraag is onze zorg. Hoe beantwoorden wij die vraag effectief? De afgelopen drie jaar is ons glashelder geworden dat een belangrijke sleutel daartoe is: specialisatie.
Op deze plaats willen wij als Raad van Toezicht en Raad van Bestuur gezamenlijk de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2006 belichten, en blijk geven van onze waardering en dank aan allen die daaraan hebben bijgedragen: medewerkers, vrijwilligers en samenwerkingspartners. Deze tekst (die wij ook afzonderlijk beschikbaar stellen) is daarmee te beschouwen als ons gezamenlijk voorwoord bij ons Jaardocument 2006.
In het bedrijfsplan schreven we eind 2003 al: In Nederland is de afgelopen jaren de psychische problematiek onder de bevolking toegenomen. Daardoor, en door betere onderkenning van zulke problematiek en indien nodig doorverwijzing, is de behoefte aan gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg gegroeid. De prognoses zijn dat deze toename zich de komende jaren zal doorzetten. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken.
Onze speerpunten in 2006
Het is een succesvolle bedrijfsplanperiode geweest voor de Parnassia Groep. Een van de belangrijkste verworvenheden is dat we nieuwe zorgvormen en kwalitatief betere zorg tot stand konden brengen door te kiezen voor heldere specialisaties. Zo kunnen we steeds gerichter en doeltreffender antwoord geven op de grote diversiteit van problematiek waarbij psychomedische zorg noodzakelijk is. Vandaar onze keuze voor het motto voor ons jaardocument: kwaliteit door specialisatie.
De eerste twee speerpunten hangen nauw samen: opleiding en onderzoek dragen rechtstreeks bij aan kwalitatief goede zorg. Tevens zijn zij van groot belang voor het functioneren en de motivatie van onze medewerkers. We hebben een aparte paragraaf in hoofdstuk 4 van het Jaardocument toegevoegd, om de ontwikkelingen rond opleiding en onderzoek in 2006 te belichten.
Duidelijke verantwoording, heldere verantwoordelijkheden Gezien het belang dat de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur hechten aan openheid en een duidelijke verantwoording, zijn wij gelukkig met de introductie van het Jaardocument door de overheid. Het vormt een handzame leidraad bij het opnieuw vormgeven aan onze verslaggeving. Een andere uitstekende ontwikkeling is de toegenomen aandacht voor het onderwerp Governance. In de loop der jaren hebben wij reeds veel aandacht geschonken aan een zuivere rolverdeling tussen bestuur en toezicht, aan een goede vormgeving van de medezeggenschap, en een constructief-kritisch samenspel tussen deze organen. De Parnassia Groep beschikt over een reglement Corporate Governance, dat wij in 2006 geheel in overeenstemming hebben gebracht met de Zorgbrede Governancecode. In hoofdstuk 3 van het jaardocument wordt veel aandacht gegeven aan dit onderwerp, en op die plaats schetsen wij hoe de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur vormgeven aan hun onderscheiden verantwoordelijkheden ten opzichte van de organisatie en belanghebbenden.
sia
In de jaren 2004-2006 hebben we consequent gewerkt aan vier speerpunten die we voor deze periode formuleerden in ons bedrijfsplan: - verder investeren in de kwaliteit van zorg - verder investeren in opleiding en onderzoek - doorvoeren van kleinschaligheid in alle geledingen - klaar zijn voor de aankomende marktwerking.
Wat betreft ons derde speerpunt: ons concern opereert op grote schaal, maar de uitvoering van de zorg kenmerkt zich door kleinschaligheid. Dat zorgt ervoor dat de werklast van leidinggevenden overzichtelijk blijft en dat medewerkers zich met de eigen afdeling kunnen identificeren. De maximale afdelingsomvang van 30 medewerkers die wij voor ogen hadden bleek echter in de praktijk niet altijd goed werkbaar. Voor ongeveer 10% van de afdelingen bleek een grotere omvang noodzakelijk, als gevolg van autonome groei en inhoudelijk gemotiveerde organisatorische samenvoegingen. Het laatste speerpunt betreft ‘de markt’. Die wordt gevormd door onze klanten: patiënten, verwijzers en financiers. Hun behoefte aan gespecialiseerde zorg blijkt, zoals we hierboven al schreven, steeds nadrukkelijker. De Parnassia Groep nam in 2005 het initiatief tot het aanbieden van specialistische marktgerichte behandelprogramma’s onder de merknaam PsyQ. Met de collega-instellingen Lentis en Bavo Europoort werd in 2006 de introductie in andere regio’s voorbereid door middel van PsyQ Nederland. Na het aanbrengen van een organisatorisch onderscheid in regionale ketenzorg (onder de merknaam Parnassia) en de meer marktgerichte zorgprogramma’s (PsyQ) vond in 2006 een doorontwikkeling plaats. Deze resulteerde in een vijftal divisies met
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
assia
Module impulsbeheersing Een ander voorbeeld van verdergaande specialisatie in de patiëntenzorg is de ontwikkeling van de module impulsbeheersing vanuit de Forensisch Psychiatrische Afdeling voor mensen met een psychotische stoornis. De basis voor de module is gelegd in samenwerking met de afdeling persoonlijkheidsproblematiek van PsyQ. De module wordt gegeven in combinatie met een psychomotore therapeut (PMT). Deze module wordt ook aangeboden vanuit de forensische poli in het Huis van Bewaring in Zoetermeer. Het effect van deze module is dat patiënten een beter zelfinzicht krijgen en zichzelf beter kunnen controleren. Een wezenlijke verbetering in ons zorgaanbod en de kwaliteit van zorg.
onderscheiden kerncompetenties, te weten Psychiatrie Parnassia, Wonen met Zorg Parnassia, Forensische en Intensieve Zorg, Brijder Verslavingszorg en PsyQ. Er zijn twee ondersteunende divisies, Zorgservice en Service Centrum. Gaandeweg is in het zorgaanbod van alle divisies verdergaande specialisatie zichtbaar geworden. Van Jeugdverslavingszorg (Mistral) tot Eerste psychosebehandeling, en van Forensische verslavingszorg tot Psychiatrische verpleeghuiszorg. Elders op deze pagina’s en in hoofdstuk 4.4.1 van het jaardocument zijn daarvan aansprekende voorbeelden te vinden. Meer specialisatiemogelijkheden door groei De Parnassia Groep biedt al met al een ongeëvenaard breed, samenhangend pakket van psychomedische zorgprogramma’s, en daardoor zijn we een grote organisatie. Het grote voordeel daarvan is dat wij sluitende zorgketens kunnen aanbieden. Op zichzelf echter zijn veel van onze zorgprogramma’s bescheiden van omvang, en dat beperkt hun mogelijkheden om de kwaliteit te vergroten. Voor specialistische zorg geldt namelijk dat meer schaalgrootte specialisatie, en daarmee hogere kwaliteit mogelijk maakt. Door het volume van bepaalde activiteiten te vergroten kunnen we middelen vrijmaken voor verdere verbetering en specialisatie. Zo kunnen we ervoor zorgen dat
Parnassia
Groep
de kwalitatief uitstekende specialistische zorg die we willen leveren, tegelijkertijd betaalbaar blijft. In 2006 konden we op het terrein van de Verslavingszorg de gewenste schaalvergroting realiseren door de fusie per 1 juni met Brijder Verslavingszorg in Noord Holland. Om de zojuist genoemde redenen zetten wij voor de bedrijfsplanperiode 2007-2008 erop in om ook onze andere activiteiten verder te laten groeien. Behaalde resultaten in 2006 In het bedrijfsplan 2004-2006 stelden we ons ten doel 25 concrete resultaten te behalen. In de eerste twee jaren hebben we er 14 (nagenoeg) volledig gerealiseerd. Nu de bedrijfsplanperiode ten einde is kunnen we vaststellen dat dit geldt voor vrijwel alle 25 resultaten. In de diverse onderdelen van het Jaardocument komen de resultaten die we hebben afgerond in 2006 aan de orde. Naast de voortschrijdende specialisatie in zorgprogramma’s, en uitbreidingen en verbeteringen van de zorg die in het maatschappelijk jaarverslag aan de orde komen, was 2006 bedrijfsmatig in tal van opzichten een succesvol jaar. De productieafspraken werden ruimschoots gehaald, en is er hard gewerkt om de wachtlijsten verder weg
Maatschappelijk Verslag 2006
te werken. Dit ondanks de knellende AWBZ-budgetruimte, waardoor we helaas niet alle zorg hebben kunnen leveren waar vraag naar was. Nog altijd zijn de wachtlijsten helaas onaanvaardbaar groot. Eind 2006 waren er bijna 2.400 wachtenden met een problematische wachttijd, dat wil zeggen boven de zogenoemde Treeknormen. Met een extra budget van ongeveer 1 7,5 miljoen zou aan hen tijdig zorg verleend hebben kunnen worden. We hebben in 2006 ongeveer 52.000 patiënten (exclusief preventie en reclassering) kunnen behandelen; dat waren er ongeveer 3.000 meer dan in 2005. De omzet van de Parnassia Groep groeide in 2006 met 20%. Zowel ‘autonoom’ door uitbreiding van bestaande activiteiten (5,5%) als door de fusie met Brijder Verslavingszorg (13,5%) en twee kleine overnames (1%). Door een strakke en planmatige bedrijfsmatige aansturing werd uiteindelijk een positief exploitatieresultaat gerealiseerd van 1 2,9 miljoen op een omzet van 1 235,3 miljoen.
Gro
Het ziekteverzuim blijft verder dalen. Bedroeg het vóór deze bedrijfsplanperiode 6,1%, we hebben het door gerichte interventies en beleid in 2006 kunnen terugbrengen tot 4,4% op jaarbasis. Ons verzuim daalde tot onder het landelijk gemiddelde in de GGZ.
Opnieuw is er veel aandacht besteed aan het registreren van onze productie. Zeer belangrijk, omdat we alleen betaald krijgen wat we hard kunnen verantwoorden. Het in 2005 ingevoerde Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) maakt het juist en volledig registreren eenvoudiger. Het blijkt ook uitstekende diensten te bewijzen bij het monitoren van onze processen en prestaties in de zorgverlening.
We hebben in 2006 het grootste deel van onze activiteiten in het nieuwe systeem van ‘Diagnose Behandel Combinaties’ (DBC’s) moeten registreren. Doordat we beschikken over het EPD en in voorgaande jaren veel hebben geïnvesteerd in onze administratieve organisatie zijn we daar goed in geslaagd. Ook hebben we een start gemaakt met de zogenoemde Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) voor patiënten die langdurig in zorg zijn.
Digibord Het Team OGGZ Parnassia is in februari 2006 op zoek gegaan naar een manier om de efficiency van het ochtendoverleg te verbeteren. Het opzetten van een digitaal planbord bleek daarvoor een prima instrument. Dagelijks worden 120 patiënten in drie kwartier besproken. Ook werd het mogelijk de verstrekkingsmomenten van depotmedicatie te monitoren, evenals de voorgeschreven momenten waarop laboratorium-bezoek moet plaatsvinden in verband met veilig medicijngebruik en de afloopdata van Rechterlijke Machtigingen. Hierdoor is het aantal fouten geminimaliseerd. Veel collegaafdelingen hebben belangstelling getoond voor het Digibord. In 2007 gaat de afdeling dan ook trainingen aanbieden voor geïnteresseerden.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Op het gebied van huisvesting kan opnieuw gesproken worden van een vruchtbaar jaar. Onder meer werden de nieuwe Forensisch Psychiatrische Afdeling en een grote vestiging van de verslavingszorg in het centrum van Den Haag in gebruik genomen, en een nieuwe kliniek voor acute opnames nadert zijn voltooiing. Daarnaast hebben we tal van gebouwen opgeknapt en werd een aantal slechte gesloopt. Daarmee komt ons doel dat alle patiënten en medewerkers over adequate huisvesting beschikken nabij.
onze werkwijzen, en is intensief hierover gesproken met medewerkers, leidinggevenden, divisiedirecties en medezeggenschap. Dat heeft geresulteerd in een set van nieuwe spelregels tussen de Raad van Bestuur en divisiedirecties, en tussen de divisies onderling. Deze geven enerzijds de divisies ruimte voor ondernemerschap en het op eigen wijze vormgeven aan de zorg voor hun doelgroepen, en zorgen anderzijds dat we de meerwaarde van het concern blijven benutten door te sturen op samenhang en synergie binnen de Parnassia Groep.
Gereed voor de toekomst In zijn voorwoord bij het vorige jaarverslag schreef de Raad van Toezicht ervan doordrongen te zijn “… dat het voor de Parnassia Groep van groot belang zal blijven om de vele specialismen in de organisatie de ruimte te geven zich op hun eigen wijze te ontwikkelen, en tegelijkertijd het geheel meer dan de som der delen te laten zijn door onderlinge samenhang en versterking”. Ruimte geven aan onderdelen voor hun eigen ontwikkeling is temeer noodzakelijk, omdat zoals in elke grote organisatie ook bij ons het gevaar van bureaucratisme en gebrek aan flexibiliteit op de loer ligt. Daarom hebben we in 2006 intensief gekeken naar
Om ook in de toekomst succesvol te blijven vormen onze medewerkers en leidinggevenden de sleutel. Zij zullen graag medeverantwoordelijkheid nemen om zo goed mogelijke kwaliteit te leveren tegen zo laag mogelijke kosten, als hun deskundigheid en inzichten ertoe doen, en er ruimte is voor initiatief en ondernemerschap. In 2007-2008 zetten we daarop in, onder het motto ‘Slimmer werken’ – tevens de titel van ons nieuwe bedrijfsplan. De kortste definitie van slimmer werken is: leuker werken met betere resultaten. Zo kunnen we de uitdaging voor de komende jaren aangaan: meer patiënten een behandeling bieden van hogere kwaliteit en tegen lagere kosten.
Online behandeling Boulimia de Baas In mei 2006 werd het online behandelprogramma ‘Boulimia de Baas’ gelanceerd door het programma Eetstoornissen & Obesitas. De online behandeling is laagdrempelig en de weg ernaartoe informatief en stimulerend. Online behandeling betekent ook gemak: op drie à vier face-to-face gesprekken na, vindt de behandeling van achter de PC plaats via wekelijkse e-mailconsulten. Door publiciteit in de media, contacten met de patiëntenvereniging, presentaties op congressen en aanwezigheid op het internet, bijvoorbeeld in discussieforums, worden potentiële patiënten bereikt.
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
Jij maakt het verschil Medio 2005 startte in het circuit Wonen het project ‘Jij maakt het verschil’ waarin medewerkers worden uitgedaagd om hun verbeterideeën te ontwikkelen en in praktijk te brengen. In 2006 leidde dat onder meer tot sfeervol ingerichte huiskamers met door bewoners zelf gekozen meubilair. Bewoners van gesloten afdelingen kunnen nu in binnentuinen van het mooie weer genieten. Individuele wensen worden waar mogelijk gerealiseerd. Zo zijn bewoners met elkaar op vakantie geweest, en ging een bewoner op bezoek bij zijn familie en vrienden in Brussel. Personeel is voor bezoekers, familie en bewoners beter herkenbaar door een badge. De introductie van een ‘biefstukdag’ behoeft geen nadere uitleg. De reacties van bewoners zijn positief. En medewerkers geven aan dat zij nu overwegend meer plezier hebben en meer voldoening halen uit hun werk.
Meer voorbeelden van verhoging van kwaliteit door specialisatie zijn opgenomen in hoofdstuk 4.4 van ons Maatschappelijk Verslag.
Tenslotte Ook in 2006 waren de inspanningen van de inmiddels ruim 4.000 Parnassia Groep-medewerkers en vrijwilligers erop gericht om dag in dag uit, direct of indirect, bij te dragen aan de kwaliteit van leven van onze patiënten en aan de kwaliteit van de samenleving. In onderlinge samenwerking en met tal van externen zijn er opnieuw vele verbeteringen gerealiseerd, zowel op het gebied van zorginhoud als bedrijfsvoering. Wij willen graag onze erkentelijkheid uitspreken aan eenieder die daaraan heeft bijgedragen.
ssia drs. A.H.C. Annink voorzitter Raad van Toezicht drs. Frits Verschoor voorzitter Raad van Bestuur
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
G
Inhoudsopgave
1 Uitgangspunten van de verslaggeving
11
2 Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Capaciteit, productie, opbrengsten en personeel 2.3.3 Werkgebieden 2.4 Belanghebbenden
12 12 12 14 14 15 16 16
3 Governance 3.1 Bestuur en toezicht 3.3.1 Zorgbrede Governance Code 3.3.2 Raad van Bestuur 3.3.3 Raad van Toezicht 3.2 Bedrijfsvoering 3.3 Medezeggenschap patiënten / cliënten 3.4 Medezeggenschap personeel
18 18 18 18 19 21 21 22
4 Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van de patiëntenzorg 4.4.1 Kwaliteit van zorg: prestatie-indicatoren 4.4.2 Klachten 4.4.3 Veiligheid 4.4.4 Onderzoek en Opleiding 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Personeelsbeleid 4.5.2 Kwaliteit van het werk 4.6 Samenleving 4.7 Huisvesting 4.8 ICT 4.9 Financieel beleid
24 24 24 25 26 30 31 32 33 35 35 37 38 40 41 42
Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2006 Geconsolideerde resultatenrekening over 2006
45 46 47
Bijlagen I Samenwerkingsverbanden van de Parnassia Groep (bijlage bij 2.4 Belanghebbenden) II Kwaliteit van zorg Verpleeghuis Dorestad: prestaties verantwoorde zorg (bijlage bij 4.4.1 Kwaliteit van zorg: prestatie-indicatoren) III Aanbevelingen klachtencommissie Parnassia Groep en genomen maatregelen in 2006 (bijlage bij 4.4.2 Klachten)
48 49 52 54
De voorgeschreven bijlagen bij het Jaardocument zijn te raadplegen op www.jaarverslagenzorg.nl en op www.parnassiagroep.nl.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
ia
1. Uitgangspunten van de verslaggeving De Parnassia Groep geeft voor de eerste keer haar jaarverslaggeving vorm door middel van het Jaardocument Zorg. Het verslagjaar 2006 vormde het laatste jaar van onze driejarige bedrijfsplanperiode 2004-2006. Inhoudelijk ligt dit maatschappelijk verslag dus direct in het verlengde van onze bestuursverslagen over de jaren 2005 en 2004. Door de sterk gewijzigde opzet was het bij voorbaat duidelijk dat een heldere aansluiting met de verslaggeving over de eerdere jaren niet op alle onderdelen eenvoudig te realiseren zou zijn. Niettemin hebben wij, gezien de vele voordelen van het nieuwe Jaardocument, ervoor gekozen om daar nu mee te gaan werken, al is dit nog niet verplicht. Daarbij hebben we gestreefd naar een zo goed mogelijke vergelijkbaarheid in de tijd. Wij volgen de indeling en volgorde van het Jaardocument Zorg. Aan de voorgeschreven paragrafen hebben wij er enkele toegevoegd, te weten opleiding en onderzoek (4.4.4) huisvesting (4.7) en ICT (4.8). In aanvulling op de verplichte bijlagen, beschikbaar via www.jaarverslagenzorg.nl en www.parnassiagroep.nl, voegen we aan dit Maatschappelijk Verslag enkele eigen bijlagen bij. De verslaggeving heeft betrekking op de Stichting Parnassia Groep. De organisatie is ingedeeld in divisies, die geen aparte rechtspersoonlijkheid hebben.
Gr
Per 1 juni 2006 werd een juridische fusie gerealiseerd met de Stichting Brijder Verslavingszorg te Noord Holland. De verantwoording 2006 van de tot die datum bestaande Stichting Brijder Verslavingszorg maakt integraal deel uit van dit jaarverslag.
Uitgangspunt bij de verslaggeving is verantwoording op het niveau van het concern Parnassia Groep. Op sommige plaatsen betreft de verantwoording een onderdeel van een divisie, te weten Verpleeghuis Dorestad (onderdeel van de divisie Wonen met Zorg Parnassia) aangezien dit deel uitmaakt van de sector Verpleging en Verzorging waarvoor specifieke verantwoordingseisen gelden. Alle andere onderdelen van de Parnassia Groep behoren tot de sector Geestelijke Gezondheidszorg.
11
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon
Parnassia Groep
Adres
Monsterseweg 93
Postcode
2553 RJ
Plaats
Den Haag
Telefoonnummer
070 – 391 6380 / 6095
IdentificatienummerNZa
120-1510
Nummer Kamer van Koophandel
27177066
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.parnassiagroep.nl www.parnassia.nl www.dorestad.nl www.brijder.nl www.psyq.nl
2.2 Structuur van het concern Juridische structuur De Parnassia Groep is een Stichting. De Stichting Parnassia Groep heeft een meerderheidsbelang in een tweetal BV’s, te weten Parand BV (100%) en Paxtil BV (60%). De resultaten van deze BV’s worden in de jaarrekening geconsolideerd.
- - -
divisie Forensische en Intensieve Zorg Parnassia divisie Brijder Verslavingszorg divisie PsyQ (specialistische, op genezing gerichte zorgprogramma’s).
Per 1 juni 2006 werd een juridische fusie gerealiseerd met de Stichting Brijder Verslavingszorg te Noord Holland. Daarbij ontstond door samenvoeging met de verslavingszorg van de Parnassia Groep één divisie, genaamd Brijder Verslavingszorg. De twee serviceverlenende divisies: - divisie Zorgservice. Deze levert diensten die nauw gerelateerd zijn aan de zorgverlening in de divisies (waaronder centrale aanmelding en toeleiding, consultatief medische diensten en geestelijke verzorging) en zorg ten behoeve van (patiënten van) alle divisies (preventieactiviteiten, huisartsenprogramma, bureau 24-uurszorg). - divisie Service Centrum. Deze levert aan de divisies uiteenlopende ondersteunende diensten en vervult ondersteunende taken ten behoeve van het concern als geheel. De divisies staan onder leiding van divisiedirecties, die verantwoording afleggen aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur wordt ondersteund door de concernstaf. Hierin is onder anderen ondergebracht de geneesheer-directeur, bij wie de controlfunctie voor de zorg ligt.
In het verslagjaar werd PsyQ Buiten BV opgericht als volledige dochter van de Stichting Parnassia Groep. Tevens werd, als 100% dochters van PsyQ Buiten BV, een 11-tal PsyQ BV’s opgericht in diverse plaatsen. Deze hebben ieder tot doel om aldaar een regionale PsyQ-vestiging te gaan exploiteren. Noch PsyQ Buiten BV, noch deze regionale PsyQ BV’s verrichtten in 2006 activiteiten. Verder is sprake van een drietal gelieerde Stichtingen: Vrienden van Parnassia, Bloeiend Parnassia en Vrienden van de Brijder. Zij ondersteunen in beperkte mate de activiteiten van de Parnassia Groep. De stichtingen zijn niet in de consolidatie opgenomen omdat zij een onafhankelijk bestuur hebben (de Parnassia Groep is hier wel in vertegenwoordigd). Zie ook 4.6 Organisatiestructuur De Parnassia Groep is een concern met vijf doelgroepgerichte zorgdivisies, ondersteund door twee serviceverlenende divisies. De vijf zorgdivisies: - divisie Psychiatrie Parnassia (regionale ketenzorg) - divisie Wonen met Zorg Parnassia, bestaande uit de circuits Wonen en Verpleeghuis Dorestad
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
12
De organisatiestructuur ultimo 2006 schematisch: Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Centrale Cliëntenraad (CCR)
Centrale Ondernemingsraad (COR)
Geneesheer-directeur
Concernstaf
Zorgdivisies
Psychiatrie Parnassia
Wonen met Zorg Parnassia
Brijder Verslavingszorg
Forensische en Intensieve Zorg Parnassia
PsyQ
Ondersteunende divisies
Zorgservice
Deze raden hebben alle een vertegenwoordiging in de Centrale Cliëntenraad (zie 3.3).
Besturingsmodel Binnen de Parnassia Groep worden bij de besturing van de organisatie twee sturingsprincipes gehanteerd: - Integraal management, wat betekent dat integrale verantwoordelijkheid voor de inhoud van de geleverde zorg en voor de bedrijfsvoering, gekoppeld aan die zorg, voor elk organisatieonderdeel bij het management van dat onderdeel ligt. - Contractmanagement, wat betekent dat door het gebruik van contracten in de hiërarchische lijn (verticaal contractmanagement) en tussen de verschillende organisatiedelen (horizontaal contractmanagement) duidelijkheid ontstaat over de taken en verantwoordelijkheden binnen de Groep.
ssia
Aan het systematisch besturen en in control krijgen, hebben en houden van de Parnassia Groep wordt vorm gegeven met een integrale besturing & controlcyclus (zie 3.2). Medezeggenschapsstructuur
Medezeggenschap patiënten De Parnassia Groep kent een zevental raden op divisie- dan wel circuitniveau te weten: de cliëntenraden, Psychotische Stoornissen, Ouderen, Forensische en Intensieve Zorg, Brijder Verslavingszorg en PsyQ, de bewonersraad Wonen en de familieraad Verpleeghuis Dorestad.
13
Service Centrum
Medezeggenschap personeel De structuur van de medezeggenschap werd in de loop van het jaar aangepast in verband met het per 1 mei ontstaan van vijf zorgdivisies. Er is nu sprake van 6 Ondernemingsraden: de Ondernemingsraad PsyQ, vier Tijdelijke Ondernemingsraden voor de divisies Psychiatrie, Wonen met Zorg, Forensische en Intensieve Zorg en Brijder Verslavingszorg, en de Ondernemingsraad Zorgservice en Service Centrum. In mei 2007 worden verkiezingen gehouden voor definitieve ondernemingsraden. Alle ondernemingsraden hebben een vertegenwoordiging in de Centrale Ondernemingsraad (zie 3.4). Toelatingen De Parnassia Groep beschikt ultimo 2006 over toelatingen voor de volgende AWBZ-functies: verblijf, verpleging, persoonlijke verzorging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en (alleen voor Verpleeghuis Dorestad) huishoudelijke verzorging. Zie voor de toegelaten capaciteit 2.3.2.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
2.3 Kerngegevens
-
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering De kernactiviteit van de Parnassia Groep is psychomedische zorg. Dit begrip hebben wij in 2006, op basis van de ervaringen in de periode 2004-2006, als volgt gespecificeerd: - preventie van psychische aandoeningen en verslaving - diagnostiek - gespecialiseerde psychiatrische en psychologische behandeling voor mensen met psychische aandoeningen en/of verslaving - psychiatrische verpleeghuiszorg - gespecialiseerde activiteiten voor onze doelgroepen, gericht op maatschappelijke (re)ïntegratie. Voorbeelden van op (re)ïntegratie gerichte activiteiten zijn (woon)begeleiding, reclassering, materieel-juridische dienstverlening en dagbesteding. Een nadere typering van de activiteiten van onze zorgdivisies: Divisie Psychiatrie Parnassia Kerncompetentie: behandeling en begeleiding van veelal chronische psychische aandoeningen. Karakter van de zorg: de zorg voor zowel volwassenen als ouderen is voor een belangrijk deel ambulant en opnamevoorkomend, en vertoont daardoor op het vlak van zorginhoud en -organisatie veel overeenkomsten. - De volwassenenpsychiatrie begeleidt en behandelt cliënten met langdurige of blijvende psychiatrische problemen. Het circuit richt zich vooral op mensen die regelmatig psychotisch zijn. - De ouderenpsychiatrie behandelt en begeleidt cliënten vanaf 65 jaar met psychiatrische problemen. Voorbeelden zijn somberheid (depressie), eenzaamheid, problemen met geheugen en oriëntatie etc. Externe omgeving: de divisie is sterk gericht op samenwerking met partners in de regio Haaglanden. De netwerken zijn voor een belangrijk deel ‘doelgroepspecifiek’. Financiering: vanaf 2008 voor meer dan de helft gefinancierd vanuit ziektekostenverzekering. Daarnaast AWBZ en eventueel WMO. Divisie Wonen met Zorg Parnassia Kerncompetentie: het bieden van woonzorgvoorzieningen met intensieve psychiatrische begeleiding, behandeling en verpleeghuiszorg. Karakter van de zorg: de zorg van beide circuits, Wonen en Verpleeghuiszorg Dorestad, wordt hoofdzakelijk intramuraal verleend, gekoppeld aan de geboden woonvoorziening. Er wordt langdurige intensieve tot zeer intensieve gespecialiseerde zorg geboden - In het circuit Wonen zijn alle woonactiviteiten (de functies wonen en woonbegeleiding) binnen de Parnassia Groep gebundeld.
Parnassia
Groep
Het circuit Verpleeghuiszorg Dorestad biedt verpleeghuiszorg aan oudere cliënten met psychogeriatrische en/of oudersdomsklachten zoals ernstige verwardheid, vaak gecombineerd met lichamelijke problemen. Het richt zich toenemend op de doelgroep die psychiatrische verpleeghuiszorg behoeft). Externe omgeving: beide circuits zijn sterk gericht op samenwerking met partners als woningcorporaties en RIBW’s. Financiering: vrijwel volledig AWBZ. Divisie Forensische en Intensieve Zorg Parnassia Kerncompetentie: behandeling van patiënten met een justitiële titel en/of met complexe/meervoudige psychiatrische/verslavingsproblematiek. Karakter van de zorg: hoofdzakelijk intramuraal, tevens begeleiding bij de terugkeer naar de maatschappij of naar minder intensieve zorgvormen. Externe omgeving: samenwerking met tal van organisaties, overheids- en justitiële instanties. Zeer complexe netwerken, ook landelijk. Supraregionaal werkzaam; patiënten zijn in belangrijke mate afkomstig van buiten de regio Haaglanden. Financiering: deels justitie, deels AWBZ, vanaf 2008 deels ziektekostenverzekering, deels gemeentefinanciering. Divisie Brijder Verslavingszorg Kerncompetentie: het verlenen van zorg bij verslaving aan verslavende middelen (alcohol, drugs en medicijnen) en bij leefstijlproblemen (gokken of internet). Karakter van de zorg: klinisch waar nodig, deeltijd en ambulant waar mogelijk. Externe omgeving: samenwerking met tal van organisaties en (gemeentelijke) overheden. Supraregionaal werkzaam in de regio Zuid-Holland Noord en in Noord Holland. Daardoor uiteenlopende plaatselijke netwerken. Financiering: vanaf 2008 grotendeels gefinancierd vanuit de ziektekostenverzekering en gemeentelijke welzijns-(WMO-)gelden. Daarnaast beperkt AWBZ.
Gro
Divisie PsyQ Kerncompetentie: op genezing gerichte psychomedische behandeling. Karakter van de zorg: primair ambulante en deeltijdbehandeling, waar noodzakelijk klinische behandeling. Veelal face-to-face, en in toenemende mate via internet en digitale hulpmiddelen. Externe omgeving: meestal wordt de behandeling alleen door PsyQ verstrekt, waar nodig in samenwerking met aanbieders van somatische, basis- en andere zorg. Toenemend concurrerende markt. Financiering: nu nog AWBZ. Vanaf 2008 ziektekostenverzekering (basispakket, aanvullende verzekering), daarnaast particuliere werkgevers.
Maatschappelijk Verslag 2006
14
2.3.2 Capaciteit, productie, opbrengsten en personeel
Een overzicht van de te realiseren uitbreidingen: plaatsen / bedden
Capaciteit De toegelaten capaciteit voor de functie verblijf omvatte ultimo 2006 in totaal 1461 plaatsen / bedden: - 896 klinische plaatsen voor volwassenen en ouderen - 149 klinische plaatsen voor verpleeghuiszorg - 290 klinische plaatsen voor verslaafden (114 Brijder NH), waarvan 16 voor dubbele diagnose - 40 klinische plaatsen forensische verslavingszorg - 24 klinische plaatsen intensieve behandeling - 24 plaatsen forensisch psychiatrische afdeling - 38 plaatsen kleinschalig wonen voor verslaafden (Brijder NH). Doordat in de loop der jaren klinische bedden werden afgebouwd en omgezet in ambulante vormen van zorg was het aantal plaatsen/bedden feitelijk in gebruik ultimo 2006 lager, namelijk 1.167. Een overzicht van de capaciteitsontwikkeling in 2006: plaatsen / bedden Klinische capaciteit feitelijk in gebruik ultimo 2005: - GGZ - Verpleeghuis Fusie met Brijder Verslavingszorg NoordHolland (1 juni 2006) Ingebruikname 10 plaatsen Triple Ex (11 september 2006) Klinische capaciteit feitelijk in gebruik ultimo 2006
850 149 158 10 1167
In 2006 werd een aantal toelatingen ontvangen voor verdere capaciteitsuitbreidingen. Ongeveer 50% daarvan kan in 2007 al worden gerealiseerd omdat geschikte huisvesting beschikbaar is. Voor de andere 50% dient nieuwbouw plaats te vinden.
Mistral Mirage Triple-Ex (ex-verslaafd, excrimineel, ex-werk-loos) FPA FPA-long-stay FPA plus Centrum Dubbele problematiek Wonen intramuraal Wonen Wonen Totaal uitbreiding aantal plaatsen / bedden AWBZ PM : Maatschappelijke Opvang G4
(verwachte) realisatie
13 12
7 januari 2007 1 april 2007
10 10 12 24
1 mei 2007 1 oktober 2007 2009 2009
20 33 30 40
2009 2009 1 januari 2007 1 januari 2007
204
plm. 100
zie hieronder
Op basis van het budget dat de gemeente Den Haag in het kader van het project “Maatschappelijke Opvang vier grote steden” beschikbaar heeft gekregen heeft in 2006 een aanbesteding plaatsgevonden. De divisies Brijder Verslavingszorg en Psychiatrie Parnassia kregen budget toegewezen voor ongeveer 100 woon/verblijfsplaatsen voor veelal verslaafde ‘zorgwekkende zorgmijders’. Er wordt nu naar geschikte locaties gezocht. In het algemeen is het niet eenvoudig deze te vinden. Gezien de uitstekende samenwerking met het Gemeentebestuur en de inmiddels gezamenlijk opgedane ervaring is de verwachting dat ook de realisatie van deze plaatsen voortvarend zal kunnen plaatsvinden. Voor diverse specifieke doelgroepen zullen de bovengenoemde uitbreidingen betekenen dat de kloof tussen de zorgvraag en de beschikbare capaciteit werd of zal kunnen worden verkleind. Productie en opbrengsten Nam in 2006 zowel de ambulante als de klinische productie toe, niettemin was er over het geheel genomen in 2006 een capaciteitsprobleem. Als gevolg van het budgetmaximum in de AWBZ zag de Parnassia Groep zich aan het begin van het jaar 2006 geconfronteerd met een kloof van 1 14 miljoen tussen de behoefte aan (AWBZ-gefinancierde) zorg en de beschikbare financiën om daarin te voorzien. Door een constructieve inbreng van het ministerie van VWS, de gemeente Den Haag en het Zorgkantoor Haaglanden kon de kloof uiteindelijk grotendeels gedicht worden.
15
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
De opbrengsten in 2006 bedroegen 1 235,3 miljoen. 1 mln
%
Zorgkantoor – AWBZ Justitie Gemeentefinanciering – WMO Overige financieringen
200,0 9,5 14,3 11,5
85 4 6 5
Totaal
235,3
100
De Parnassia Groep leverde in 2006 productie ter waarde van 1 237 miljoen. Ondanks het beschikbaar stellen van extra contracteerruimte voor 2006 en de erkenning van de knelpunten van de Parnassia Groep door zorgkantoor Haaglanden werd vooralsnog 1 1,7 miljoen niet gedekt door externe (AWBZ-)financiering en blijven er aanzienlijke problematische wachtlijsten. Zie voor een nadere toelichting 4.9 Financieel Beleid. We hebben in totaal ongeveer 52.000 patiënten geholpen (exclusief preventie- en reclassering). Dat is bijna 3.000 meer dan in 2005. Ongeveer 8% van de patiënten ontving klinische zorg, 2% deeltijdbehandeling en 90% ambulante behandeling.
2.4 Belanghebbenden In 2006 heeft de Parnassia Groep opnieuw fors geïnvesteerd in externe samenwerking. Samenwerking met partners in de regionale ketenzorg is van belang om het zorgaanbod voor met name de meest kwetsbare groepen waar mogelijk verder te versterken. Samenwerking met ziekenhuizen en met diverse collega-ggz-instellingen binnen en buiten de eigen regio blijkt duidelijke kansen op te leveren voor het inhoudelijk versterken van het zorgaanbod, voor het behalen van wederzijdse voordelen op bedrijfsmatig vlak, en tenslotte ook voor het creëren van goede uitgangsposities op de zorgmarkt zoals die zich aftekent. Bijlage I bevat een volledig overzicht van de ruim 80 geformaliseerde samenwerkingsverbanden van de Parnassia Groep en haar divisies. Hieronder noemen wij de belangrijke ontwikkelingen voor het concern als geheel in 2006. -
Personeel Eind 2006 telde de Parnassia Groep ruim 4.000 medewerkers, vrijwilligers en stagiaires meegerekend. Het aantal medewerkers in loondienst groeide van 3.025 naar 3.655 (van 2.478 naar 2.986 FTE). Deze groei was grotendeels het gevolg van de fusie met Brijder Verslavingszorg, en de overname van medewerkers van een tweetal kleinere organisaties als gevolg van faillissement. Het betreft Noagg (centrum voor transculturele geestelijke gezondheidszorg in Den Haag) en Triton (hulpverlening voor drug- en gokverslaafden in Den Helder). De groei van de personeelsomvang door autonome groei bedroeg 75 medewerkers (54 FTE).
sia
-
-
Zie voor verdere informatie over personeel 4.5.
2.3.3 Werkgebieden
Al onze divisies zijn werkzaam in de regio Haaglanden. Het werkgebied van de divisie Brijder Verslavingszorg omvat de provincie Noord-Holland (exclusief Amsterdam) en het noordelijk gedeelte van Zuid Holland tot en met Haaglanden. De divisie Forensische en Intensieve Zorg heeft als werkgebieden de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht.
Parnassia
Groep
-
Met de collega GGZ-instellingen Bavo Europoort (Rotterdam) en GGZ Groningen (nu: Lentis) werd de introductie van het merk PsyQ (specialistische, op genezing gerichte behandelprogramma’s) in andere regio’s voorbereid, door middel van een gezamenlijk op te richten franchiseorganisatie, PsyQ Nederland BV. Begin 2007 vond de daadwerkelijke oprichting plaats. Met Altrecht (Utrecht) en GGZ Groningen is het voortouw genomen om te komen tot de landelijke ontwikkeling en erkenning van topreferente GGZfuncties. Beoogd wordt om in 2007 met steun van het ministerie een onafhankelijke Stichting in het leven te roepen die hierin een spilfunctie zal gaan vervullen. Met een aantal collega GGZ instellingen werd begin 2005 CAP-N (Centra voor Arbeid en Psyche Nederland) opgericht, dat zich ten doel stelt een landelijk dekkend aanbod op het gebied van arbeidsgerelateerde hulpverlening te realiseren. Ultimo 2006 participeerden daarin - GGz Delfland, GGz Groningen, Mentrum, Altrecht, Symfora groep, Mondriaan Zorggroep en Ockenburgh Participaties. De gezamenlijke omzet groeide in 2006 met meer dan 50% ten opzichte van 2005. Het concept is verder verstevigd en slaat aan in de markt, getuige de uitbreiding van het aantal klanten. Met De Jutters (Haaglanden) wordt met name samengewerkt op het gebied van preventie en afstemming van activiteiten op het grensgebied van kinder- en jeugdpsychiatrie en psychiatrie voor volwassenen en verslavingszorg. In 2006 werd overeengekomen dat de Parnassia Groep het voormalig verpleeghuis Dorestad (Monsterseweg, Den Haag) zal verhuren ten behoeve van het door De Jutters (in samenwerking met de Stichting Jeugdformaat, De Bruggen en forensisch Centrum Teylingereind) te ontwikkelen intersectoraal programma Jeugdzorg Extra (JX) voor kinderen en
Maatschappelijk Verslag 2006
16
-
-
-
-
-
-
-
-
17
jeugdigen met ernstige gedragsproblemen en -stoornissen. Met de Van der Hoeven Kliniek, centrum voor klinische forensische psychiatrie (Utrecht) werden de mogelijkheden tot intensieve samenwerking nader verkend. Met de Reinier de Graafgroep werd in 2005 een intentieovereenkomst gesloten voor het realiseren van een PsyQ-behandelcentrum in het Diakonessenhuis in Voorburg. De voorbereidingen zijn in volle gang. Beoogd wordt te starten met de bouw in 2008. De samenwerking met de RIBW Den Haag heeft vorm gekregen in het ‘Landhuisoverleg’ tussen de directie van de RIBW en die van de divisies Psychiatrie Parnassia en Wonen met Zorg Parnassia. Afstemming vindt plaats over zaken als uitwisseling wachtlijsten, deskundigheidsbevordering medewerkers, consultatie, behandeling van Parnassiapatiënten woonachtig in RIBW-woningen, en initiatieven voor nieuwe huisvesting. Waar nodig wordt gezamenlijk opgetrokken naar of met andere ketenpartners, om te bereiken dat alle Parnassiapatiënten die daarvoor in aanmerking komen een goede en passende huisvesting en woonbegeleiding kan worden geboden. Met vier collega-GGZ-instellingen participeert de Parnassia Groep in het Landelijk Centrum voor Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (LCVT). Vijf Topreferente Behandelcentra kunnen patiënten die lijden onder de gevolgen van vroegkinderlijke chronische traumatisering verzekeren van gekwalificeerde zorg, goede toegankelijkheid, spreiding en valide behandelmethoden. Begin 2007 start het LCVT met een feestelijk minisymposium. Met het Lange Land Ziekenhuis (Zoetermeer) werd intensief samengewerkt op het gebied van een geheugenpoli voor ouderen en een aanbod op het gebied van arbeid en psyche. Tevens zijn gesprekken gestart om te komen tot nieuwbouw voor PsyQ. De samenwerking met Vestia, die in 2005 leidde tot realisatie van het Centrum Behandelpsychiatrie (Parnassia Groep/PsyQ) met aanpalende appartementen (Vestia) op de locatie Loudonstraat/Carel Reinierszkade (Mariahoeve) werd in 2006 met name voortgezet door de divisie Wonen met Zorg Parnassia. In 2006 heeft Vestia alle door Parnassia voorgedragen patiënten in een woning kunnen plaatsen voor individueel begeleid wonen. Er wonen nu bijna 80 patiënten in Vestia-woningen. Er is een regelmatig voortgangsoverleg waar eventuele probleemsituaties worden besproken. Met de Compaan worden plannen ontwikkeld om te komen tot een gespecialiseerd behandelaanbod op het grensvlak van psychiatrie en zorg voor verstandelijk gehandicapten. De intensieve samenwerking die in 2005 werd aangegaan met Brijder Verslavingszorg in Noord-
-
Holland leidde in 2006 tot een intentie tot fusie met de Parnassia Groep, die werd gerealiseerd per 1 juli 2006. Met Bavo Europoort (Rotterdam) werd in 2006 vruchtbaar samengewerkt (deels met andere collega GGZ-instellingen), op diverse gebieden waaronder de openbare GGZ in de 4 grote steden, transculturele GGZ (Noagg, Mikado), ICT en PsyQ Nederland. Dit heeft geleid tot een intentieverklaring tot fusie, begin 2007 als voorgenomen besluit ter advisering aan medezeggenschap voorgelegd.
Gro Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht 3.3.1 Zorgbrede Governance Code Het reglement Corporate Governance Parnassia Groep is vergeleken met de in 2005 opgestelde branchebrede GGZ-governancecode. Hieruit kwam naar voren dat de Parnassia Groep daar op twee punten niet aan voldeed: - vermelding in het jaarverslag van nevenfuncties van leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Dit is ingevoerd in het jaarverslag 2005. - het voeren van functioneringsgesprekken met de individuele leden van de Raad van Bestuur (naast de gebruikelijke beoordeling van het functioneren van de voltallige Raad van Bestuur). Hiermee is in 2006 een aanvang gemaakt. Hiermee voldoet de Parnassia Groep volledig aan de inmiddels van kracht geworden Zorgbrede Governancecode.
3.3.2 Raad van Bestuur Samenstelling Raad van Bestuur Naam
Bestuursfunctie
Nevenfuncties in 2006
drs. Frits Verschoor
voorzitter
-
- -
Lid bestuur Stichting Steigers, waardoor tevens: - Lid bestuur Stichting Ockenburgh Zorg Nederland - Lid bestuur Monumentenstichting Steigers Lid Raad van Commissarissen Alofood BV Lid Raad van Commissarissen PsyQ Nederland BV i.o.
lid
-
Directeur Paxtil BV
drs. Victor M. Vladár Rivero lid
- - - -
Lid bestuur Kenniscentrum Mikado Lid bestuur Stichting Arie Querido Lectures Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Voorzitter curatorium voor de bijzondere leerstoel Klinische Psychopathologie met bijzondere nadruk op de psychiatrische aspecten, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Universiteit Leiden Lid college van curatoren van de leerstoel cognitieve gedragstherapie bij schizofrenie, faculteit der Psychologie en Pedagogiek, Vrije Universiteit te Amsterdam
Stephan Valk RA
-
Gerrit Jan Vos MBA (vanaf 1 juli 2006)
lid
-
Gro
Lid bestuur Stichting Vrienden van de Brijder
De relatie tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht is beschreven in het Reglement Corporate Governance - Parnassia Groep. Er is geen afzonderlijk reglement van de Raad van Bestuur.
De leden van de Raad van Bestuur worden bezoldigd binnen de kaders van de adviesregeling arbeidsvoorwaarden NVZD. Details zijn opgenomen in de Jaarrekening.
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
18
3.3.3 Raad van Toezicht Samenstelling Raad van Toezicht Naam
Functie in RvT (aandachtsgebied)
Hoofd- en nevenfuncties in 2006
Aftreeddatum (herbenoeming na huidige termijn)
drs. A.H.C. Annink
voorzitter
Secretaris generaal ministerie van Defensie - Lid bestuur Stichting Ien Dales leerstoel - Lid Raad van Toezicht Stichting C-Quadraat
1 januari 2007 (herbenoemd tot 1 januari 2011)
ir. R. van Yperen
secretaris en vice-voorzitter (bedrijfsvoering)
-
1 januari 2007 (herbenoemd tot 1 januari 2011)
Commissaris HG International Almere
mr. L.J.A.M. van den Bergen lid
Directeur Trencavel BV Technology management - Commissaris Steenfabriek de Korenwaard te Heukelum - Voorzitter basisschoolbestuur te Heukelum
1 mei 2007
P. van Trigt
lid (GGZ)
Beleidsmedewerker gemeente Den Haag
1 augustus 2007
drs. C.M. de Koning (vanaf 1 juni 2006)
lid (gezondheidszorg/ verslavingszorg)
Kapitein-ter-zee arts / bedrijfsarts / Hoofd Sociaal 1 juni 2010 Medische Dienst Koninklijke Marine - Voorzitter van het bestuur Stichting Dr. G.F. Pop - Voorzitter van het bestuur WBE Noordkop - Provinciaal voorzitter Gewest NoordHolland KNJV - Vice-voorzitter Landelijke Bestuur KNJV - Medisch adviseur Marine Sanatoruim Fonds
drs. J. van Dijk
lid
Directeur Raad voor Rechtsbijstand, Den Haag - Voorzitter van het bestuur Stichting Bel Els - Voorzitter bestuur Stichting Mobiliteit in het kader van Sociaal Plan 2004 Stelselherziening Gesubsideerde Rechtsbijstand
drs. S. Fleischeuer (tot 22 juni 2006)
lid
Programmadirecteur Zuidvleugel/Randstad gemeente Rotterdam - Lid Raad van Toezicht Stichting Rotterdam Topsport - Lid bestuur Stichting Witte de With, centrum voor hedendaagse kunst
19
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
1 januari 2007 (zal medio 2007 aftreden)
Groep
Bij de actualisatie van de Governancecode Parnassia Groep per 1 juni 2006 (fusie met Brijder Verslavingszorg) zijn de aandachtsgebieden voor Raad van Toezicht-leden bepaald. Toekomstige vacatures zullen worden vervuld op basis van specifieke deskundigheid op de nog niet verdeelde aandachtsgebieden, te weten verzekeringsdeskundigheid, HRM en openbaar bestuur. Om de onafhankelijkheid van de leden van de Raad van Toezicht te waarborgen bevat het reglement Corporate Governance Parnassia Groep een zevental uitgangspunten die bij de coöptatie in acht worden genomen: - in de Raad van Toezicht is geen plaats voor een voormalig bestuurder van de Parnassia Groep; - bij een vacature beslist de voorzitter van de Raad van Toezicht, gehoord hebbende de Raad van Toezicht, na overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur, naar welk specifiek deskundigheidsgebied er gezocht wordt; - bij een eventuele herbenoeming speelt het functioneren van het lid in de afgelopen vier jaar een belangrijke rol en hoe er invulling is gegeven aan het eigen aandachtsgebied, zulks ter beoordeling van de overige leden van de Raad van Toezicht en nadat zij de voorzitter van de Raad van Bestuur hebben gehoord; - elk lid zal volstrekt onafhankelijk opereren en heeft op geen enkele wijze een eigen belang bij de Parnassia Groep. Zo heeft een Toezichthouder geen familie werken bij de Parnassia Groep en ontvangt hij of zij geen enkele financiële vergoeding van de Parnassia Groep, buiten de vergoeding in verband met het Toezichthouderschap; - leden van de Raad van Toezicht laten zich bij hun handelen slechts leiden door het belang van de Parnassia Groep; - het lid, dat op voordacht van de CCR is benoemd, opereert zonder last of ruggespraak van de CCR; - een lid van de Raad van Toezicht treedt direct af wanneer er onverenigbaarheid van belangen aan de orde is. Zulks is het geval als de meerderheid van de Raad van Toezicht zo beslist. Als de stemmen staken beslist de voorzitter.
De Raad van Toezicht heeft in 2006 de volgende documenten c.q. (voorgenomen) besluiten van de Raad van Bestuur goedgekeurd: - begroting 2006 - notitie taken en verantwoordelijkheden per orgaan - bestuurs- en financieel jaarverslag 2005 - intentie tot fusie met GGZ Delfland - fusie met Brijder Verslavingszorg en statutenwijziging naar aanleiding daarvan - bedrijfsplan Parnassia Groep 2007-2008 - voornemen tot het oprichten van en het nemen van een aandeel in PsyQ Nederland BV (te effectueren in 2007) - intensivering samenwerking met Stichting Steigers - aankoop woning voor patiëntenhuisvesting - de nagestreefde eigen vermogenspositie - de voorgenomen intentie tot fusie met Bavo Europoort De voorzitters van de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur hebben tienmaal bilateraal overleg gevoerd. In dit overleg wordt de agenda van de Toezichtvergadering bepaald en worden actuele thema’s besproken. Door middel van de verslagen van de overleggen met de Centrale Cliëntenraad en de Centrale Ondernemingsraad laat de Raad van Toezicht zich informeren over de inhoud en de kwaliteit van het medezeggenschapsproces De accountant is in de aprilvergadering van de Raad van Toezicht gevraagd een algeheel oordeel te geven over de Parnassia Groep, mede aan de hand van de jaarrekening. Er is bij diverse in- en externe ontwikkelingen stilgestaan. Over het geheel genomen heeft de accountant geconcludeerd dat de Parnassia Groep goed en vooruitstrevend bezig is. Conclusie is dat daardoor het nemen van risico’s onvermijdelijk is. Het eigen vermogen is goed. Maar met zaken als PsyQ, ICT en de fusie met Brijder blijft een strakke sturing hard nodig.
ssia In het jaar 2006 heeft de Raad van Toezicht 6 maal vergaderd, in tegenwoordigheid van de Raad van Bestuur.
In drie vergaderingen waren gastsprekers uitgenodigd om thema’s verder uit te diepen, te weten prof. dr. Hoek (primair proces en wetenschappelijk onderzoek), de accountant (algehele gang van zaken n.a.v. de jaarrekening) en de directie van de divisie Forensische en Intensieve Zorg. Vaste agendapunten in de vergadering zijn een voortgangsbericht van de Raad van Bestuur en toelichting op de managementinformatie door de Raad van Bestuur.
Parnassia
Groep
De Raad van Toezicht bespreekt jaarlijks, buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur, het functioneren van de Raad van Bestuur, en tevens het eigen functioneren, gehoord hebbende de opvatting van de (voorzitter van de) Raad van Bestuur. De eisen die aan toezichthouders in de gezondheidszorg worden gesteld worden steeds hoger. Dat betekent dat elke toezichthouder voldoende tijd moet vrijmaken om zijn/haar functie goed in te kunnen vullen. Daarnaast zijn de leden van de Raad van Toezicht hoofdelijk aansprakelijk. De beloning dient passend te zijn voor een organisatie met de complexiteit en omvang van de Parnassia Groep. In 2006 bedroeg deze voor de voorzitter 1 12.760 per jaar; voor de waarnemend voorzitter/ secretaris en de leden 1 10.200 per jaar.
Maatschappelijk Verslag 2006
20
3.2 Bedrijfsvoering
3.3 Medezeggenschap patiënten / cliënten
Aan het systematisch besturen en in control krijgen, hebben en houden van de Parnassia Groep wordt vorm gegeven met een integrale besturing & controlcyclus. Deze heeft als doelstelling: - er voor te zorgen dat alle bedrijfsprocessen functioneren conform de daaraan door externen en de Parnassia Groep zelf gestelde eisen, - met oog voor de te bereiken doelen en het voorkomen/beperken van risico’s, - waarbij de samenhang in het concern wordt bereikt, - waardoor de kwaliteitscirkel wordt uitgevoerd.
De Parnassia Groep kent een zevental cliëntenraden op divisie- dan wel circuitniveau (zie 2.2). Deze raden hebben alle een vertegenwoordiging in de Centrale Cliëntenraad (CCR). De raden ontvangen ondersteuning (ambtelijk secretariaat, opbouwwerk) van het Cliënten Belangen Bureau (CBB, 3,61 FTE). Zij beschikten in 2006 over een materieel budget van 1 100.000 (waarvan 1 75.000 structureel). In 2006 had de Raad van Bestuur 9 overlegvergaderingen met de CCR. Vast agendapunt vormden de diverse ontwikkelingen in de zorg.
De hoofdelementen van de besturing & controlcyclus:
De besturing & controlcyclus wordt ondersteund door het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Met dit kwaliteitsmodel wordt invulling gegeven aan integrale kwaliteitszorg. Alle bedrijfsplannen bevatten de negen aandachtsgebieden van het INKManagementmodel. De bedrijfsplannen van de divisies zijn een afgeleide van het concernbedrijfsplan. Bedrijfsplannen worden nader geconcretiseerd door middel van een overzicht van prestatie-indicatoren. De resultaten zoals geformuleerd in elk bedrijfsplan vormen het managementcontract dat elke directie jaarlijks afsluit met de Raad van Bestuur. Elke vier maanden schrijven de directies een rapportage die door controllers wordt beoordeeld en voorzien van een managementletter. Al deze informatie wordt vervolgens besproken in een overleg tussen Raad van Bestuur en directies. Op deze wijze werken we systematisch aan het daadwerkelijk bereiken van de doelstellingen, en het zoveel mogelijk beperken van risico’s. De risico’s voor een grote zorginstelling als de Parnassia Groep en haar onderdelen zijn zeer uiteenlopend en van verschillende orde. Op diverse plaatsen in dit jaardocument bespreken we hoe we op specifieke terreinen de risico’s (hebben) trachten te minimaliseren. Voor het concern als geheel kunnen als belangrijkste risico’s genoemd worden: - het niet kunnen leveren van noodzakelijke zorg (wachtlijsten, budgetbeperking – zie 4.9) - de veiligheid van patiënten en medewerkers (zie 4.4.4). - financiële risico’s (zie 4.9).
21
Over de volgende onderwerpen / voorgenomen besluiten werd door de CCR advies uitgebracht: - Divisionering (de vorming van 4 divisies uit de divisie Parnassia): positief advies, met bijzondere aandacht voor de topstructuur en de inrichting van de medezeggenschap. - Fusie met Brijder verslavingszorg: positief advies, met bijzondere aandacht voor de medezeggenschapstructuur in de te vormen divisie Brijder Verslavingszorg. - Oprichting PsyQ Nederland BV, met Bavo Europoort en GGZ Groningen (nu: Lentis): positief advies, met bijzondere aandacht voor de medezeggenschap en participatie van cliënten. - Warme maaltijden voor klinische patiënten: bespreking van dit onderwerp resulteerde in een ongevraagd advies van de CCR om een extern adviseur hierover advies te laten uitbrengen aan de divisiedirecties en hun cliëntenraden. - Cliëntenblad Parel: ongevraagd advies van de CCR om hieraan in de toekomst een andere vorm te geven. De RvB heeft begin 2007 opdracht gegeven om dit in samenspraak met de divisiedirecties en de cliëntenraden uit te werken.
Gro Voorts werden onder meer de volgende onderwerpen besproken: - Knelpunten in de zorg: het voornemen om in verband met de knellende AWBZ-budgetruimte ruim 1 5 miljoen aan activiteiten af te bouwen. - Noagg: het overnemen van de activiteiten na het faillissement van deze organisatie voor transculturele geestelijke gezondheidszorg. - De diverse taken van de geneesheer-directeur. - Brandveiligheid en bedrijfshulpverlening: de wijze waarop de Parnassia Groep werkt aan verbeteringen op dit gebied. - Sportveld: acties naar aanleiding van het signaal vanuit de medezeggenschap dat het sportveld aan het terrein Monsterseweg niet veilig is. - Kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief: de resultaten van het in 2005 gehouden onderzoek. In het verlengde hiervan zochten de CCR en de directie Zorgservice samenwerking om onderlinge versterking te bereiken tussen deze kwaliteits-
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
toetsing en de door de divisies zelf gehouden tevredenheidsmetingen. Om tot een verdieping te komen van de resultaten van deze metingen hielden vrijwilligers van de medezeggenschap in 2006 ruim 440 interviews onder klinische patiënten. Tevens vonden twee themabijeenkomsten met de Raad van Bestuur plaats voor de leden van alle cliëntenraden, gewijd aan de volgende onderwerpen: - het takenpakket van de divisie Zorgservice - het concept-bedrijfsplan Parnassia Groep 20072008. In het overleg van de cliëntenraden van de divisies met hun directies lag het accent op ontwikkelingen in en de kwaliteit van de dagelijkse zorgverlening. De Landelijke Geschillencommissie LPR-GGZ Nederland treedt op als Commissie van Vertrouwenslieden zoals bedoeld in artikel 10 van de WMCZ. Op regionaal niveau zijn de krachten van de diverse cliëntenorganisaties met actieve steun van de Parnassia Groep gebundeld in het ‘Haags’ Platform Cliëntenorganisaties in de GGZ (HPCO) dat zich op regionaal niveau richt op beleidsbeïnvloeding bij Zorgkantoor, gemeente en aanbieders, waaronder de Parnassia Groep. In het Platform is onze Centrale Cliëntenraad vertegenwoordigd. Divisiedirecties onderhouden contacten met categorale patiëntenorganisaties die de belangen behartigen van doelgroepen waarop de divisies zich richten. De Centrale Cliëntenraad en de Cliëntenraden worden systematisch betrokken bij het overleg tussen het Zorgkantoor en de Raad van Bestuur over de ontwikkelingen in de zorg en de daaruit voortvloeiende productieafspraken. In deze tijd van elkaar opvolgende veranderingen in de structuur van de organisatie en schaalvergroting om de Parnassia Groep verder gereed te maken voor de toekomst is met de CCR veel tijd en aandacht besteed aan de structuur en werkwijzen van de medezeggenschap. Dit om ook in de toekomst een zo effectief mogelijke cliëntenparticipatie in het kader van de WMCZ te waarborgen op centraal niveau, maar vooral ook in de divisies.
3.4 Medezeggenschap personeel De Parnassia Groep kende ultimo 2006 zes ondernemingsraden (zie 2.2). Alle ondernemingsraden hebben een vertegenwoordiging in de Centrale Ondernemingsraad (COR). De raden ontvangen ondersteuning (ambtelijk secretariaat, opbouwwerk) van het bureau Steunpunt Ondersteuning Medezeggenschap (SOM) (4,11 FTE waarvan 0,5 tijdelijk). Zij beschikten in 2006 over een materieel budget van 1 125.000. In 2006 had de Raad van Bestuur 11 overlegvergaderingen met de COR. Over de volgende onderwerpen / voorgenomen besluiten werd de COR om advies of instemming gevraagd: - Divisionering (de vorming van 4 divisies uit de divisie Parnassia) en de daarmee verbonden directiebenoemingen: positieve adviezen, met bijzondere aandacht voor de topstructuur en de inrichting van de medezeggenschap. - De organisatiestructuur van de divisie Zorgservice en de herpositionering van enkele daarin ondergebrachte functies (marketing, verkoop, communicatie): positief advies (i.s.m. OR Zorgservice). - Fusie met Brijder Verslavingszorg: positief advies, met bijzondere aandacht voor rechtspositie medewerkers, (harmonisatie) sociaal beleid. - Arbeidstijdenregeling: instemming. - Privacyreglement gezondheidsmanagement: geen instemming. De Raad van Bestuur komt met een verbeterde versie. - Arbodienstverlening: overeenstemming over het zelf in dienst nemen van de bedrijfsartsen en het bundelen van de diverse Arbo-disciplines in een eigen Arbo Gezondheidscentrum. - Knelpunten in de zorg: het voornemen om in verband met de knellende AWBZ-budgetruimte ruim 1 5 miljoen aan activiteiten af te bouwen. Positief advies, te concretiseren door de divisiedirecties, met advies van hun OR. - Oprichting PsyQ Nederland BV, met Bavo Europoort en GGZ Groningen (nu: Lentis): positief advies, met bijzondere aandacht voor medezeggenschap en participatie van personeel. - Oprichting van de divisie ‘PsyQ Buiten’ en regionale PsyQ-vestigingen (advies in 2007). Voorts werden onder meer de volgende onderwerpen besproken: - De (te verwachten) ontwikkeling van het productiebudget. - Noagg: het overnemen van de activiteiten na het faillissement van deze organisatie voor transculturele geestelijke gezondheidszorg. Over de uiteindelijke positionering volgt een adviestraject in 2007. - Flexiblilisering van de personeelsinzet: een notitie over de noodzaak van flexibiliteit, de daartoe
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
22
- -
reeds beschikbare en de gewenste instrumenten op het gebied van sociaal beleid en de zorgvuldigheidsvereisten bij het doorvoeren van veranderingen. Divisionalisering: de spelregels voor het samenspel tussen Raad van Bestuur en directies, en de directies onderling in het concern vanaf 2007. Veiligheid: diverse operationele aandachtpunten.
Tevens vond een themabijeenkomst met de Raad van Bestuur plaats voor de leden van alle ondernemingsraden gewijd aan het concept-bedrijfsplan Parnassia Groep 2007-2008. In december bereikten de Raad van Bestuur en de medezeggenschap overeenstemming over een op de divisiestructuur aansluitende inrichting van de medezeggenschap en een daarop toegesneden faciliteitenregeling. Op basis hiervan vinden in mei 2007 ondernemingsraadsverkiezingen plaats.
sia 23
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid De Parnassia Groep bestond op 1 januari 2006 zeven jaar. Het jaar 2006 was het derde en laatste jaar van de bedrijfsplanperiode 2004-2006, die in het teken stond van de zogenaamde volwassenheidsfase. In deze bedrijfsplanperiode was de centrale opgave voor onze organisatie om, op de stevige basis die in de voorgaande jaren tot stand werd gebracht, ons om te vormen tot een volwassen organisatie die flexibel kan inspelen op kansen die zich aandienen, en die bedreigingen het hoofd kan bieden. De missie van de Parnassia Groep: ons bestaansrecht Parnassia heeft in het eerste jaar van haar bestaan haar missie geformuleerd, evenals drie kernwaarden die wij van groot belang vinden in ons functioneren. Onze missie gaven we weer met de vijf woorden ‘Uw vraag is onze zorg’. De kernwaarden luiden: ‘openheid, respect en deskundigheid’. We hebben vastgesteld dat de drie kernwaarden de afgelopen jaren zeer waardevol zijn gebleken. Zij blijven ook voor de komende periode toetssteen voor ons doen en laten. Bij het opstellen van het bedrijfsplan 2004-2006 hebben we op basis van al onze ervaringen in de eerste vijf jaren de missie specifieker geformuleerd. Onze missie voor 2004-2006: De Parnassia Groep wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven van haar patiënten en aan de kwaliteit van de samenleving, en wil een aantrekkelijke werkgever voor haar medewerkers zijn. Wij willen dat bereiken door onder het motto ‘Uw vraag is onze zorg’ op menselijke maat psycho-medische zorg te leveren, op een open, respectvolle en deskundige wijze. Wij willen flexibel en met maatschappelijk verantwoord ondernemerschap inspelen op de snel veranderende vragen en wensen van patiënten, verwijzers, financiers en onze omgeving. Wij willen over ons werk op een transparante wijze verantwoording afleggen aan de buitenwereld. Onze speerpunten in 2004-2006 Om de missie te kunnen waarmaken formuleerden we voor de periode 2004-2006 vier speerpunten, te weten: - verder investeren in de kwaliteit van zorg - verder investeren in opleiding en onderzoek - doorvoeren van kleinschaligheid in alle geledingen - klaar zijn voor de aankomende marktwerking.
kwalitatief goede zorg. Tevens zijn zij van groot belang voor het functioneren en de motivatie van onze medewerkers. We hebben een aparte paragraaf in hoofdstuk 4 toegevoegd, om de ontwikkelingen rond opleiding en onderzoek in 2006 te belichten. Wat betreft ons derde speerpunt: ons concern opereert op grote schaal, maar de uitvoering van de zorg moet zich kenmerken door kleinschaligheid. Dat zorgt ervoor dat de werklast van leidinggevenden overzichtelijk blijft en dat medewerkers zich met de eigen afdeling kunnen identificeren. De maximale afdelingsomvang die wij voor ogen hadden bleek echter in de praktijk niet altijd goed werkbaar. Voor sommige afdelingen bleek een grotere omvang noodzakelijk, als gevolg van autonome groei en inhoudelijk gemotiveerde organisatorische samenvoegingen. De divisie kiest dan voor een oplossing op maat. Het laatste speerpunt betreft ‘de markt’. Die wordt gevormd door onze klanten: patiënten, verwijzers en financiers. Hun behoefte aan gespecialiseerde zorg blijkt steeds nadrukkelijker. Gaandeweg is in het zorgaanbod van alle divisies verdergaande specialisatie zichtbaar geworden. In hoofdstuk 4.4 van het jaardocument zijn daarvan aansprekende voorbeelden te vinden. Concrete resultaten In het bedrijfsplan 2004-2006 stelden we ons ten doel 25 concrete resultaten te behalen. In de eerste twee jaren hebben we er 14 (nagenoeg) volledig gerealiseerd. Nu de bedrijfsplanperiode ten einde is kunnen we vaststellen dat dit geldt voor vrijwel alle 25 resultaten. In de diverse onderdelen van dit Jaardocument komen de resultaten die we hebben afgerond in 2006 aan de orde. Geconcludeerd kan worden dat we er in deze bedrijfsplanperiode goed in zijn geslaagd om onze beleidsvoornemens te realiseren.
4.2 Algemeen beleid Op basis van de gerealiseerde voortgang in 2005 en van externe ontwikkelingen stelden wij ons aan het begin van het verslagjaar de volgende prioriteiten voor 2006. -
Nazorg elektronisch patiëntendossier (EPD) Dit werd na jarenlange voorbereiding en aanzienlijke investeringen in 2005 binnen de gehele organisatie ingevoerd. In 2006 werd veel aandacht besteed aan instructie, het vertrouwd raken met de nieuwe werkwijzen en het doorvoeren van praktische verbeteringen.
De eerste twee speerpunten hangen nauw samen: opleiding en onderzoek dragen rechtstreeks bij aan
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
24
-
Certificering De gezette stappen om al onze zorgprogramma’s en de Parnassia Groep als geheel uiterlijk 1 januari 2008 te certificeren worden beschreven in 4.3.
-
Werken met Diagnose Behandel Combinaties’ (DBC’s) We hebben in 2006 het grootste deel van onze activiteiten in het nieuwe systeem van DBC’s moeten registreren. Doordat we in voorgaande jaren veel hebben geïnvesteerd in onze administratieve organisatie en we beschikken over ons in 2005 ingevoerde Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) zijn we daar goed in geslaagd.
-
-
Fusie met Brijder Verslavingszorg In 2005 werd een samenwerking aangegaan met Brijder Verslavingszorg in Noord-Holland, en is onderzocht of meerwaarde door een fusie zou zijn te realiseren, waarbij is gekeken naar de volgende onderwerpen: kwaliteit van het verslavingszorgaanbod; preventie en aanbod voor jongeren; justitiële en forensische zorg; relatiebeheer en marketing. Op basis van de conclusies, die aantoonden dat een fusie veel inhoudelijke meerwaarde zal hebben en op intern draagvlak in beide organisaties kon rekenen, spraken de Raden van Bestuur eind 2005 een intentie tot fusie uit, te realiseren in 2006. De fusie kwam tot stand op 1 juni 2006. Daarbij ontstond door samenvoeging met de verslavingszorg van de Parnassia Groep één divisie, genaamd Brijder Verslavingszorg. Doelmatigheid en efficiency met het oog op de marktwerking In 2005 werd een omvangrijk pakket aan acties ingezet om in 2006 en 2007 stapsgewijs te komen tot een efficiencyverbetering door de indirecte kosten met 5% te verlagen en de productiviteit met 5% te verhogen. In 4.9. worden de resultaten toegelicht.
sia
Belangrijk vanuit het oogpunt van doelmatigheid en efficiency zijn de in 2006 in gang gezette ontwikkelingen rond ‘divisionaliseren’ en ‘slimmer werken’. Divisionaliseren In de loop van deze bedrijfsplanperiode ontving de Raad van Bestuur steeds meer signalen uit de organisatie dat de lijnen te lang zijn geworden en dat er teveel bureaucratisme is ontstaan. Dat is niet verwonderlijk, want vanaf haar ontstaan is de Parnassia Groep fors topdown aangestuurd (wat overigens ook noodzakelijk was na een fusie tussen aanvankelijk zeven organisaties) en in omvang fors toegenomen. Daarom is in 2006 intensief naar onze werkwijzen gekeken, en hierover gesproken met medewerkers, leidinggevenden, divisiedirecties en medezeggenschap. Dat heeft geresulteerd in een set van nieuwe spelre-
25
gels tussen de Raad van Bestuur en divisiedirecties, en tussen de divisies onderling. Deze geven enerzijds de divisies ruimte voor ondernemerschap en het op eigen wijze vormgeven aan de zorg voor hun doelgroepen, en zorgen anderzijds dat we de meerwaarde van het concern blijven benutten door te sturen op samenhang en synergie binnen de Parnassia Groep. Slimmer werken Om ook in de toekomst succesvol te blijven vormen onze medewerkers en leidinggevenden de sleutel. Zij zullen graag medeverantwoordelijkheid nemen om zo goed mogelijke kwaliteit te leveren tegen zo laag mogelijke kosten, als hun deskundigheid en inzichten ertoe doen, en er ruimte is voor initiatief en ondernemerschap. In 2007-2008 zetten we daarop in, onder het motto ‘Slimmer werken’ – tevens de titel van ons nieuwe bedrijfsplan. Een ronde van de Raad van Bestuur in 2005 langs de managementteams van alle divisies om te vernemen waar de grootste bureaucratische obstakels lagen, gaf veel informatie over hoe en waar bureaucratisme bestreden moest worden. In dit kader besloot de Raad van Bestuur om aan alle teams een budget van 1 20.000 toe te kennen om geheel naar eigen inzicht te besteden aan door het team noodzakelijk geachte zaken. Onder het motto ‘slimmer werken’ kregen twee afdelingen en twee divisies in pilots meer eigen regelruimte en ruimte voor ondernemerschap. De komende twee jaar zullen deze pilots worden uitgebouwd naar de hele organisatie. De kortste definitie van ‘slimmer werken’ is: leuker werken met betere resultaten. Zo kunnen we de uitdaging voor de komende jaren aangaan: meer patiënten een behandeling bieden van hogere kwaliteit en tegen lagere kosten.
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Het leveren van bijdragen om de kwaliteit van leven van onze patiënten en de kwaliteit van werken van onze medewerkers te verbeteren staat of valt met de kwaliteit van de bedrijfsprocessen: zowel het primair proces (ons zorgaanbod) als de ondersteunende bedrijfsprocessen. Bij de oprichting van Parnassia is ervoor gekozen geen apart kwaliteitsbeleid te formuleren, maar dit te integreren in de aansturing van de bedrijfsprocessen. Om de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening op een zo hoog mogelijk peil te brengen en te houden is een systematische en integrale aanpak nodig. Vanuit die benadering bouwen wij aan ons kwaliteitsmanagementsysteem en werken we aan certificering. In 2006 boekten we daarbij belangrijke vooruitgang. In het bedrijfsplan 2004-2006 formuleerden we als een van de te behalen resultaten:
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Parnassia heeft eind 2006 een HKZ-nulmeting verricht en heeft op grond hiervan de voorwaarden gecreëerd voor certificering in 2008.
zaken zijn beschreven in een Parnassia Groep Organisatiehandboek.
Inmiddels is de planning erop gericht om eind 2007 als organisatie in totaal gecertificeerd te zijn. Aanvankelijk werd het certificeringstraject als concernbreed project aangestuurd. In 2006 echter werd het project certificatie als zodanig opgeheven en is de verantwoordelijkheid voor het implementeren van het kwaliteitsmanagementsysteem en het certificeren daarvan in de lijnorganisatie neergelegd.
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van de patiëntenzorg
Een belangrijk element van de gekozen aanpak is dat de medewerkers zelf intensief betrokken zijn bij het ontwikkelen en implementeren van het kwaliteitssysteem. Daarom wordt het certificeringstraject afdeling voor afdeling uitgevoerd. Dat heeft in 2006 bijgedragen aan een verdere toename van het besef door de hele organisatie dat het implementeren van een goed werkend kwaliteitssysteem meer is dan een papieren exercitie. In alle onderdelen van de organisatie en op alle niveaus wordt veel werk verzet om bestaande werkwijzen tegen het licht te houden en te verbeteren. Het behalen van een certificaat is hierbij slechts een middel om een doel te bereiken: een meer efficiënte, transparante en patiëntgerichte organisatie waarbij continu aandacht besteed wordt aan het op structurele wijze verbeteren van de dienstverlening.
De kwaliteit die de Parnassia Groep levert is het resultaat van de deskundige inzet van onze professionals in hun contacten met onze patiënten. Zij doen dat door het toepassen van hun kennis, in de breedste zin van het woord. Diverse van de 25 in het bedrijfsplan benoemde resultaten waren hierop gericht, waaronder een aantal op het gebied van Opleiding en Onderzoek (zie 4.4.6). Maar ook onze investeringen in het certificeren van onze bedrijfsprocessen (zie 4.3), het verder verhogen van de toegankelijkheid van onze zorg voor patiënten en verwijzers en het vergroten van de samenhang in het zorgaanbod komen de kwaliteit van zorg ten goede.
Was eind 2005 75% van alle afdelingen aan de slag met het implementeren van het kwaliteitsmanagementsysteem, eind 2006 zijn alle afdelingen bezig met het implementeren van het systeem met behulp van het van toepassing zijnde normkader: - voor GGZ afdelingen: HKZ schema voor GGZ - voor Verpleeghuis: HKZ schema voor GGZ, aangevuld met HKZ schema voor V&V - voor ondersteunende afdelingen: NEN ISO 2001 De certificatieaudits worden uitgevoerd door KEMA Quality BV, Arnhem. Het certificaat is drie jaar geldig. Eind 2005 waren 17 afdelingen gecertificeerd. Eind 2006 waren dat inmiddels 29 afdelingen waaronder de divisie PsyQ als geheel. Nadat alle afdelingen van PsyQ afzonderlijk gecertificeerd waren, zijn de deelcertificaten opgegaan in één PsyQ certificaat. Er werden door de certificerende organisatie geen tekortkomingen geconstateerd. Voor de onderdelen waarvoor nog geen certificaat is verleend, staat een initiële audit gepland voor 2007. Afdelingen die opgaan voor een certificatie-audit worden daaraan voorafgaand onderworpen aan centraal georganiseerde interne audits (proefaudits). In 2006 is de Parnassia Groep doorgegaan met het beschrijven en beschikbaar stellen van concernbrede afspraken. Dit alles is via het intranet beschikbaar gesteld voor de medewerkers. De overkoepelende
Parnassia
Groep
In ons bedrijfsplan 2004-2006 was “Verder investeren in de kwaliteit van zorg” een van de vier speerpunten (zie 4.1). Belangrijke factoren voor de kwaliteit van zorg
Een basisvoorwaarde voor kwaliteit van zorg is dat behandelaars zich bij hun werkzaamheden houden aan professionele protocollen en wet- en regelgeving. In 2006 werden in het certificeringsproces belangrijke vorderingen gemaakt met het systematiseren en toegankelijk maken van de procedures en voorschriften voor de zorgverlening. Het bureau geneesheer-directeur geeft ondersteuning bij het naleven van de gezondheidswetgeving. De externe wet- en regelgeving wordt als dat relevant is systematisch bewerkt tot een visie voor de Parnassia Groep en beschikbaar gesteld via het intranet. Samenhang binnen onze zorgorganisatie komt ook tot uiting in de eenheid van opvatting over de grondregels van behandeling en bejegening.
Gro
Een belangrijke sleutel tot kwaliteit, zoals elders al gezegd, is specialisatie. Door grote aantallen patiënten met dezelfde of vergelijkbare aandoeningen te behandelen worden zorgverleners op hun gebied steeds deskundiger en vaardiger. Specialisatie, waar mogelijk onderbouwd door behandelrichtlijnen en (wetenschappelijk) onderzoek, kan de kwaliteit en de effectiviteit van de behandeling aanmerkelijk bevorderen. Kwaliteit door specialisatie in de zorgdivisies
In 2006 heeft in onze divisies zichtbare verdergaande specialisatie plaatsgevonden, en hebben zij concrete vernieuwingen tot stand gebracht om patiënten nog effectiever te kunnen behandelen. Hieronder geven we per zorgdivisie voorbeelden hoe in 2006 door spe-
Maatschappelijk Verslag 2006
26
cialisatie en vernieuwing verbeteringen van kwaliteit van zorg werd bereikt. Divisie Psychiatrie Parnassia Wijk aan Zet Op initiatief van Parnassia startte in 2004 het project Wijk aan Zet, in samenwerking met verschillende instellingen betrokken bij ouderenzorg in drie Haagse wijken. Doel was om met een wijkgerichte aanpak meer 55+ers met (lichte) psychische klachten te bereiken met preventieve interventies en behandelmogelijkheden. In 2006 werd de samenwerking door 16 partijen in regulier verband voortgezet. Voorlichting en deskundigheidsbevordering aan medewerkers, wijkbewoners en bewoners van verzorgingshuizen kregen een groot bereik. De zorg is laagdrempelig te bereiken en is op veel plaatsen in de wijk een vertrouwd gezicht. Er is consultatie voor medewerkers van participerende instellingen, en verwijzers kunnen gemakkelijk terecht voor overleg en verwijzing. Door de goede samenwerking worden nu voor het zelfde geld meer patiënten behandeld en begeleid. Centrum Eerste Psychose (CEP) Wanneer patiënten met een eerste psychose voor het eerst in aanraking komen met psychiatrische hulpverlening is nog onbekend wat de oorzaak van de psychose is. Om patiënten goed door te kunnen verwijzen naar een zorgprogramma dat gespecialiseerd is in de specifieke stoornis, is nauwkeurige diagnostiek noodzakelijk. Het afgelopen jaar heeft het Centrum Eerste Psychose het diagnostische proces verder verbeterd. De logistiek is efficiënter geworden. Er is nu sneller een uiteindelijke diagnose te stellen. Het cognitieve onderzoek komt nu standaard in het diagnostiekverslag, waardoor dit meer onder de aandacht komt van de behandelaars. Er worden second opinions verricht voor andere afdelingen binnen de Parnassiagroep, maar ook voor collega instellingen in de regio. Assertive Community Treatment (ACT) en Critical Time Intervention (CTI) In maart 2006 startte het Team OGGZ Parnassia (TOP) met een ACT-team dat patiënten behandelt met voornamelijk de diagnose schizofrenie of een andere psychotische stoornis, veelal in combinatie met een verslaving. ACT is een in de zeventiger jaren in Amerika ontwikkeld model, gericht op het behouden van contact met mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen en vaak veel complexe problemen zoals lage behandeldiscipline, beperkt ziekte-inzicht, schulden, woonproblemen, vervuiling, verslaving, enzovoort. Het ACT-team werkt mee aan een Nederlands onderzoek van het Doorbraakproject Schizofrenie. Tevens introduceerde TOP als eerste in Nederland de uit New York afkomstige methodiek Critical Time Intervention (CTI), een vorm van casemanagement die kan worden ingezet om mensen die moeilijk in zorg zijn te krijgen en te houden naar een stabiel zorg-
27
contact te leiden. Aan de implementatie is een onderzoek gekoppeld dat in 2009 wordt afgerond. CTI heeft dezelfde onderliggende principes als ACT, maar de toepassing is aangepast in zowel lengte als omvang van geleverde zorg. Digibord Het Team OGGZ Parnassia is in februari 2006 op zoek gegaan naar een manier om de efficiency van het ochtendoverleg te verbeteren. Het opzetten van een digitaal planbord bleek daarvoor een prima instrument. Dagelijks worden 120 patiënten in drie kwartier besproken. Ook werd het mogelijk de verstrekkingsmomenten van depotmedicatie te monitoren, evenals de voorgeschreven momenten waarop laboratoriumbezoek moet plaatsvinden in verband met veilig medicijngebruik en de afloopdata van Rechterlijke Machtigingen. Hierdoor is het aantal fouten geminimaliseerd. Veel collega-afdelingen hebben belangstelling getoond voor het Digibord. In 2007 gaat de afdeling dan ook trainingen aanbieden voor geïnteresseerden. Electro Convulsieve Therapie (ECT) en Waak-LichtTherapie (WLT) De toepassing van deze beide therapieën past in de visie dat de biologische klok c.q. het levensritme een rol speelt bij het ontstaan en de behandeling van depressies. Patiënten van de Parnassia Groep of van externe verwijzers kunnen op indicatie klinisch of poliklinisch worden behandeld met ECT in de gespecialiseerde vleugel van het Klinisch Centrum Ouderen. In 2006 behandelden we 81 patiënten met in totaal 1.312 behandelsessies. De behandeling kan zich meten met specialistische centra in de wereld. In 2006 ging het onderzoek naar de effectiviteit en bijwerkingen van ECT bij clozapine resistente psychosen van start. In 2007 start het ECT depressie onderzoek waarin naast de effectiviteit ook de neurocognitieve effecten en de invloeden van de behandeling op het activiteitsritme worden onderzocht. Parnassia is deelnemer aan het in 2006 opgerichte European Forum For ECT (EFFECT). Waak-lichttherapie, een aangepaste vorm van slaapdeprivatie in combinatie met lichttherapie, is na contacten met de chronobiologische afdeling van de universiteit van Milaan en Kopenhagen op de afdeling ingevoerd als additionele behandeling bij depressies. Divisie Wonen met Zorg Parnassia Maaltijden Op afdeling Luzerne binnen verpleeghuis Dorestad is met maaltijdleverancier Alofood bijna een jaar proefgedraaid met het op een andere wijze regenereren van maaltijden. Hierdoor is het mogelijk geworden om de maaltijden op een andere wijze aan te leveren, via dekschalen. Verder zijn de menu’s aangepast aan de behoefte van de patiënten en zijn er meer ‘stamppotten’ gekomen. Doordat nu op een meer sociale wijze in een groep wordt gegeten, en door de maal-
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
tijden die de patiënten herkennen van vroeger, eten de bewoners smakelijker en beter. Jij maakt het verschil Medio 2005 startte het circuitproject ‘Jij maakt het verschil’ waarin medewerkers worden uitgedaagd om hun verbeterideeën te ontwikkelen en in praktijk te brengen. In 2006 leidde dat onder meer tot sfeervol ingerichte huiskamers met door bewoners zelf gekozen meubilair. Bewoners van gesloten afdelingen kunnen nu in binnentuinen van het mooie weer genieten. Individuele wensen worden waar mogelijk gerealiseerd. Zo zijn bewoners met elkaar op vakantie geweest, en ging een bewoner op bezoek bij zijn familie en vrienden in Brussel. Personeel is voor bezoekers, familie en bewoners beter herkenbaar door een badge. De introductie van een ‘biefstukdag’ behoeft geen nadere uitleg. De reacties van bewoners zijn positief. En medewerkers geven aan dat zij nu overwegend meer plezier hebben en meer voldoening halen uit hun werk. Combinatieproblematiek In mei 2006 werden10 plaatsen combinatieproblematiek gerealiseerd voor patiënten met een duidelijk hogere behoefte aan somatische zorg. In februari 2006 werd met Ouderen, Verpleeghuis en Psychotische stoornissen de patiënteninstroom besproken en afgestemd. Vanuit Ouderen zijn uiteindelijk 3 patiënten geplaatst, vanuit Psychotische stoornissen 1 patiënt en vanuit Wonen 6 patiënten. De inhuizing is voorspoedig verlopen. Nu kunnen betreffende bewoners effectiever gecombineerde psycho-medische en somatische zorg ontvangen dan voorheen. PG-team Door het voormalig circuit GGZ voor Ouderen Parnassia zijn in samenwerking met een aantal verpleeghuizen waaronder Dorestad, ambulante teams psychogeriatrie (PG-teams) ontwikkeld. Deze teams zijn erop gericht om patiënten met een dementieel syndroom langer thuis te kunnen laten wonen. Per 1 januari zijn deze teams volledig overgedragen aan de participerende verpleeghuizen waaronder Dorestad. Een probleem is dat het indicatieorgaan CIZ niet tijdig de indicaties afgeeft, wat overigens speelt voor alle instellingen die met een dergelijk team werken. Daardoor is de financiering een knelpunt. Door de inzet van ons PG-team hebben in 2006 meer patiënten de weg gevonden naar onze dagbehandeling.
winst als recidivereductie bereikt. Module impulsbeheersing Een ander voorbeeld van verdergaande specialisatie in de patiëntenzorg is de ontwikkeling van de module impulsbeheersing vanuit de Forensisch Psychiatrische Afdeling voor mensen met een psychotische stoornis. De basis voor de module is gelegd in samenwerking met de afdeling persoonlijkheidsproblematiek van PsyQ. De module wordt gegeven in combinatie met een psychomotore therapeut (PMT). Deze module wordt ook aangeboden vanuit de forensische poli in het Huis van Bewaring in Zoetermeer. Het effect van deze module is dat patiënten een beter zelfinzicht krijgen en zichzelf beter kunnen controleren. Een wezenlijke verbetering in ons zorgaanbod en de kwaliteit van zorg. Materieel Juridische Dienstverlening De Materieel Juridische Dienstverlening (MJD) is te beschouwen als een gespecialiseerde vorm van vooral materiele hulpverlening aan patiënten van de Parnassia Groep die kampen met ontregelende financiële problemen. Deze snel groeiende dienst verbetert de resultaten van reguliere psychomedische hulp. In 2005 werden 598 patiënten ondersteund, in 2006 waren dat er 1.663. Divisie Brijder Verslavingszorg Sterker accent op behandeling verslaafde jongeren Een van de grote voordelen van de fusie tussen Brijder Verslavingszorg en Parnassia Verslavingszorg is dat nu ook ten behoeve van jongeren in NoordHolland klinische behandeling kan worden geboden vanuit o.a. Mistral in Zuid-Holland. De eerste doorverwijzingen vanuit Noord-Holland van deze jongeren vonden al in 2006 plaats. De capaciteit is om die reden in 2006 uitgebreid van 13 naar 26 plaatsen. De Mistral kliniek verhuisde op 30 januari naar een nieuwe pand op de locatie Monsterseweg, waar ook de nieuwe “Mistral Dtox” kon worden geopend. Direct zijn alle bedden bezet, waarmee de wachtlijst van Mistral en de detox in eerste instantie zijn weggewerkt. Wel staan nog een tiental jeugdigen in de wachtrij om beoordeeld te worden voor opname. Met Triversum, een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Noord-Holland, zijn gesprekken gestart ter ontwikkeling van een dubbele diagnosekliniek voor jeugd, die zowel kampt met verslaving als met psychiatrische stoornissen. Het gaat hier om jongeren die bovendien al veelvuldig in contact gekomen zijn met politie en justitie.
ssia Divisie Forensische en Intensieve Zorg
Forensisch Ambulant Team Binnen de forensische polikliniek is in 2006 het Forensisch Ambulant Team (FAT) gerealiseerd. De werkzaamheden van de medewerkers van het FAT combineren de voordelen van de laagdrempelige bemoeizorg met het – in samenwerking met GGZ Reclassering – optimaliseren van het werken met een justitieel kader. Hierdoor wordt zowel gezondheids-
Parnassia
Groep
HighQ Het leerwerkproject Personeelsrestaurant HighQ aan de Lijnbaan in Den Haag startte, na een korte periode proefdraaien, op 1 april 2006. Al direct was HighQ een succes, zowel het restaurant als het concept leerwerktraject. Per dag werken er nu 4 tot 6 leerlingen,
Maatschappelijk Verslag 2006
28
in behandeling bij de divisies Verslavingszorg en Forensische en Intensieve zorg, die ieder ook in een individueel traject les krijgen. De komst van Brijder Verslavingszorg naar de Zoutkeetsingel, gelegen aan de overkant, heeft er toe geleid dat er per dag ruim 100 personeelsleden komen lunchen. Tevens is er een bezorgservice opgezet en verzorgde HighQ vele party’s en recepties. HighQ heeft met ingang van 2007 de status van Erkend Leerbedrijf. De kansen op de arbeidsmarkt nemen voor de participerende patiënten (leerlingen) aanmerkelijk toe. De Hoge Bomen Een vergelijkbaar concept als HighQ, maar nu in de groenvoorziening en dierverzorging. De leerlingen die in het leerwerktraject instromen worden opgeleid door de Senior Hoveniers. Proefdraaien gebeurde in 2006, de start zal begin 2007 zijn. Divisie PsyQ Online behandeling Boulimia de Baas In mei 2006 werd het online behandelprogramma ‘Boulimia de Baas’ gelanceerd door het programma Eetstoornissen & Obesitas. De online behandeling is laagdrempelig en de weg ernaartoe informatief en stimulerend. Online behandeling betekent ook gemak: op drie à vier face-to-face gesprekken na, vindt de behandeling van achter de PC plaats via wekelijkse emailconsulten. Door publiciteit in de media, contacten met de patiëntenvereniging, presentaties op congressen en aanwezigheid op het internet, bijvoorbeeld in discussieforums, worden potentiële patiënten bereikt. Virtuele therapie Dit jaar werd virtuele therapie geïntroduceerd, waarbij de patiënt na het opzetten van een speciale bril, driedimensionale beelden krijgt te zien van het onderwerp waarvoor de patiënt een fobie/angststoornis heeft ontwikkeld, zoals hoogtevrees. De beelden geven de beleving alsof je echt aanwezig bent in de virtuele wereld. Voor mensen met hoogtevrees is gebleken dat ‘ Virtual reality exposure therapy een effectieve methode is: het resultaat is gelijk aan behandeling met ‘exposure’ in werkelijkheid. Voordelen van de methode zijn tijdsbesparing, meer privacy, meer controle en het is veiliger. Ontwikkeling van zorgpaden In april 2006 startte een project met als doel zorgpaden te ontwikkelen. Zorgpaden maken het verloop van de behandeling voorspelbaarder en daardoor beter in te plannen. Voor patiënten met een ernstige depressie bijvoorbeeld, moet éérst medicatie worden voorgeschreven en dan moet intensieve psychotherapie (wekelijks) volgen. Omdat van tevoren is nagedacht welke handelingen en verrichtingen leiden tot hoge kwaliteit en dit bij alle behandelaars bekend is, kan de zorgverlening beter én efficiënter worden ingericht. De eerste zorgpaden zijn ontwikkeld voor depressie, deze waren in een eerste versie in juni be-
29
schikbaar. De zorgpaden voor depressie en manisch depressieve problematiek zijn conform de behandelprotocollen en landelijke richtlijnen ingericht. De eerste resultaten laten zien dat hiermee meer structuur aan de in-, door en uitstroom van patiënten wordt gegeven. Tevens worden door de behandelevaluaties op termijn de behandelresultaten per zorgpad meetbaar. Waardering door patiënten en verwijzers Het zijn onze patiënten, verwijzers, financiers en andere externe belanghebbenden aan wie uiteindelijk het oordeel toekomt over de kwaliteit die de Parnassia Groep levert. In het bedrijfsplan 2004-2006 formuleerden we als een van de te behalen resultaten: Een 5% hogere tevredenheid van zowel patiënten (2002: 6,9 – 2005: 7,3) als verwijzers (2003: 6,3 – 2005: 6,6) Wat betreft de tevredenheidsmeting onder verwijzers bleek in 2005 de waardering toegenomen van 6,3 tot 6.8. De volgende meting, die volgens planning eind 2006 zou plaatsvinden is verschoven naar begin 2007. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend. Onder patiënten werden in 2006 vier tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. 1. GGZ Thermometer 2006 in samenwerking met de CCR De GGZ Thermometer is in 2006 voor het eerst Parnassia Groep-breed uitgevoerd in samenwerking met de Centrale Cliëntenraad (CCR). Klinische afdelingen werden door cliëntonderzoekers onder leiding van de CCR bezocht. Zij namen de vragenlijsten persoonlijk af bij de klinische patiënten.
Gro
Bij deze meting in 2006 bleek het gemiddeld gegeven rapportcijfer 7,4 te bedragen. Ten opzichte van voorgaande jaren is er sprake van een doorlopend stijgende lijn (2004; 7,3, 2003; 7,2 en 2002; 6,9). Met de in 2006 bereikte 7,4 hebben we het bovenvermelde resultaat ruimschoots bereikt.
Aan de meting namen alle vijf de zorgdivisies deel: Psychiatrie Parnassia (ouderenafdelingen, niet de volwassenenafdelingen), Wonen met Zorg Parnassia (circuit Wonen, niet verpleeghuis Dorestad), Brijder Verslavingszorg, Forensische en Intensieve zorg en PsyQ. De poliklinische patiënten geven gemiddeld een iets hoger rapportcijfer (7,5) dan de klinische patiënten (7,3). De respondenten zijn het meest tevreden over de bejegening van de hulpverlener. 92% van alle respondenten vindt dat zij respectvol benaderd worden. Minder tevreden zijn zij over het resultaat van de behandeling: 57% geeft aan door de behandeling beter in staat te zijn een eigen leven te leiden.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Overigens zou 87% een ander aanraden bij de Parnassia Groep hulp te gaan zoeken. 2. Tevredenheid van allochtone patiënten Uit de uitkomsten van de Thermometer in 2004 bleek dat allochtone patiënten minder tevreden waren over de zorg dan autochtone patiënten: Nederlanders scoorden 7,5 - maar Turken 6,9 en Marokkanen 6,7. Daarom is in 2006 nader onderzocht wat de belangrijkste verschillen zijn tussen deze groepen patiënten. Hieruit bleek o.a. dat Turken en Marokkanen (van wie de waardering overigens licht is gestegen) meer verwachten dat de behandelaar met een oplossing komt, terwijl Nederlanders meer zelf een actieve rol nemen. Nederlanders willen vooral een deskundige behandelaar, Turken en Marokkanen een vriendelijk en te vertrouwen iemand. Bejegening is dus zeer belangrijk, net zoals privacy vanwege taboes op psychische problemen. Om deze reden is er geen voorkeur voor een Turkse of Marokkaanse behandelaar, soms wil men zelfs liever een Nederlandse behandelaar uit schaamte en angst voor het doorvertellen.
lijk, specialistisch en optimistisch) van het medio 2005 gestarte merk kwamen nog niet overtuigend naar voren.
4.4.1 Kwaliteit van zorg: prestatie-indicatoren Het is nodig om scherp inzicht te hebben in wat het effect is van de zorg die wij leveren. Alleen zo kunnen we hard aantonen aan patiënten, de maatschappij en de financiers dat het geld dat zij betalen voor onze zorg goed besteed geld is. In de bedrijfsplanperiode 2007-2008 willen wij bereiken dat elk programma in staat is bevredigend bewijs te leveren voor de effectiviteit van de behandeling en daarover jaarlijks rapporteert. We hebben van harte meegewerkt aan de ontwikkeling van prestatie-indicatoren om de kwaliteit van zorg inzichtelijk te maken. Deze leidde tot de vaststelling in 2005 van een set indicatoren door GGZ Nederland. Ruim de helft betreft gegevens die rechtstreeks aan onze registraties kunnen worden ontleend. De overige vragen betreffen de door patiënten beleefde kwaliteit, zoals gemeten met de GGZThermometer.
3. CQ-index: pilot PsyQ Den Haag Zorgverzekeraars en de NPCF willen dat in de toekomst patiëntenervaringen onafhankelijk gemeten worden, in plaats van tevredenheid gemeten door de instelling zelf. Hiervoor is landelijk een vragenlijst in ontwikkeling, de zogenaamde ‘CQ (consumer quality)-index’. PsyQ Den Haag heeft eind 2006 meegedaan aan een eerste pilot voor het ontwikkelen van deze vragenlijst.
Wij kunnen rapporteren op 15 van de 17 indicatoren. Een vraag betreffende de beleefde kwaliteit van de woonsituatie/-omstandigheden. Deze konden wij niet beantwoorden daar de betreffende vraag alleen binnen de door RIBW’s gebruikte vragenlijst voorkomt. De andere vraag betreft dagbesteding en arbeid van patiënten die langdurige behandeling/begeleiding ontvangen. Dit registeren wij niet zelf, hiervoor zijn gegevens van andere aanbieders nodig.
4. Service-concept Naast patiënttevredenheid over de behandeling werd bij circuit Wonen en de divisie PsyQ ook de beleving van de service gemeten. Bij beiden is een methode ontwikkeld om de servicebeleving systematisch in kaart te brengen.
Onze uitkomsten over 2006 zijn opgenomen in de verplichte bijlage, die beschikbaar is via www.jaarverslagenzorg.nl. De absolute cijfers zijn op zichzelf van beperkte waarde. Er is nu sprake van een ‘nulmeting’, waarvan de uitkomsten het komende jaar betekenis krijgen door vergelijking met de uitkomsten gedeponeerd door collega-instellingen (benchmarking), en door vergelijking van onze eigen uitkomsten in de tijd.
Bij Wonen werd in 2006 de klantvriendelijkheid voor de tweede keer gemeten. De bewoners gaven een 7,1 waarmee de algemene tevredenheid ten opzichte van 2005 gelijk bleef. De aandachtspunten blijven dezelfde: bejegening, huisvesting, sfeer, schoonmaak, activiteiten en maaltijden. Wel zijn er verbeteringen zichtbaar. Met name de uiterlijke verzorging van bewoners, en ook de herkenbaarheid van medewerkers voor de bewoners is verbeterd. Bij PsyQ werd de service in februari 2006 over het algemeen positief door de patiënten gewaardeerd, ook al kende toen nog niet iedereen de naam PsyQ. De patiënten vinden de interieurs van de Lijnbaan, Carel Reinierskade en Stadhoudersplantsoen mooi/goed, maar de Leggelostraat en de Louis Braillelaan moeten hun interieur aanpassen. De merkwaarden (toeganke-
Parnassia
Groep
Gro
De ontwikkeling van valide maatstaven voor de kwaliteit van zorg en de effecten daarvan staat al met al nog in de kinderschoenen. Wij zullen graag bijdragen aan de verdere ontwikkeling van met name prestatieindicatoren die zo rechtstreeks mogelijk de behandelinhoudelijke kwaliteit meten. Voor wat betreft onze Verpleeghuiszorg (Dorestad) verantwoorden we kwaliteit van zorg aan de hand van de thema’s ‘prestaties verantwoorde zorg’ van de sector VVT (Verpleging, verzorging en thuiszorg). Zie bijlage II.
Maatschappelijk Verslag 2006
30
4.4.2 Klachten De mogelijkheid om een klacht in te dienen over alle aspecten van de behandeling en begeleiding wordt door de Parnassia Groep beschouwd als een belangrijk goed. De patiënt beschikt hiermee over een middel om de klacht kenbaar te maken en zo mogelijk op te (doen) lossen. De medewerker en de organisatie kunnen dit middel inzetten als een toetssteen van hun functioneren en daarmee als een belangrijke factor in de kwaliteitsbewaking en -bevordering. Klachtenbehandeling Ingevolge de wettelijke eisen, neergelegd in de WKCZ en de BOPZ, beschikt de Parnassia Groep over een Klachtencommissie voor patiënten. Deze behandelt de door of namens een patiënt bij de commissie ingediende klachten jegens de instelling of één van haar medewerkers. Het systeem van klachtmelding en -afhandeling is in 2006 geautomatiseerd en gestroomlijnd. Basaal is de gedachte dat elke klacht bij voorkeur zo laag mogelijk in de organisatie wordt gemeld en afgehandeld. Hiermee zijn de klachtbehandeling en de consequenties daarvan de taak van de direct verantwoordelijke. Voor de patiënt is inzichtelijk wat er met de klacht gebeurt en de relatie patiënt-hulpverlener (voor zover deze in het geding is) wordt in veel gevallen niet beschadigd en zelfs verbeterd. Door de registratie worden trends en structurele knelpunten zichtbaar, waardoor sneller en effectiever ingegrepen kan worden. Onderzoek naar de tevredenheid van de patiënt over de behandeling van de klacht maakt deel uit van het systeem. Daarbij wordt indien nodig gewezen op alternatieven, zoals de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Klachtencommissie patiënten. Medio 2006 heeft een fusie plaatsgevonden met Brijder Verslavingszorg. Om praktische redenen is besloten dat de binnen die instelling functionerende klachtencommissie haar werkzaamheden tot 1 januari 2007 op dezelfde wijze zou voortzetten. Vanaf 1 januari 2007 zijn beide commissies samengevoegd. De onderstaande informatie betreft dan ook alleen die onderdelen die al vóór juni 2006 van de Parnassia Groep deel uitmaakten. De mogelijkheid om op deze wijze een klacht te doen behandelen wordt kenbaar gemaakt aan de patiënten door middel van folders, die op elke locatie of in de omgeving van de ruimten waar patiënten verblijven of wachten aanwezig zijn. Daarnaast worden patiënten door middel van posters attent gemaakt op de mogelijkheid de patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) in te schakelen. Deze kan de eventuele klager ondersteunen in het proces. Onafhankelijkheid Klachtencommissie In het reglement Klachtencommissie patiënten van
31
de Parnassia Groep (mei 2006) is onder andere het volgende bepaald. De commissie bestaat uit een pool van meerdere leden, waaronder minimaal drie juristen, die niet werkzaam zijn voor de Parnassia Groep. Zij vervullen tevens de functie van (plaatsvervangend) voorzitter. Verder zijn er minimaal acht inhoudelijk deskundigen, die een goede afspiegeling vormen van de binnen de geestelijke gezondheiddszorg werkzame disciplines. Laatstgenoemden zijn eveneens de facto niet werkzaam voor de Parnassia Groep. De Parnassia Groep voegt aan de commissie een medewerker toe in de functie van ambtelijk secretaris. Deze medewerker is geen lid van de commissie. De leden van de commissie verschonen zich van de behandeling van een klacht, waarbij zij in enig opzicht zijn betrokken, dan wel betrokken zijn geweest. De leden van de commissie kunnen door of namens de klager worden gewraakt om aan de behandeling van een klacht deel te nemen. Bij de oproep aan partijen voor een hoorzitting worden zij gewezen op hun recht zich te laten begeleiden en zich te laten vertegenwoordigen. De klachtencommissie Brijder Verslavingszorg (NoordHolland) telde in 2006 vier leden, allen onafhankelijk van de instelling. Klachten en maatregelen 2006 In 2006 werden 45 klachten ingediend, waarvan 16 in het kader van de BOPZ (de BOPZ-cijfers worden hieronder tussen haakjes vermeld). Er vonden 18 (14) hoorzittingen plaats. In 5 (4) gevallen achtte de commissie de klacht gegrond; in 9 (8) gevallen ongegrond; in 3 (2) gevallen deels gegrond. 1 klacht was op 31 december 2006 nog in behandeling. De overige 27 (2) klachten zijn ingetrokken of op andere wijze afgehandeld; hiervan is vermeldenswaardig dat in 12 gevallen de klachten door bemiddeling zijn opgelost. In een aantal gevallen heeft de commissie aanbevelingen gedaan, waarop actie is ondernomen. Deze zijn vermeld in bijlage III. Ter vergelijking de cijfers van vorige jaren: 2003: 44 klachten, 2004: 48 klachten, 2005: 61 klachten. Afgezien van een eenmalige (onverklaarde) verhoging in 2005 is het aantal klachten stabiel. Voor Brijder Verslavingszorg luiden de cijfers: er werden 10 (BOPZ:1) klachten ingediend; er werden er 7 in behandeling genomen. Bij 2 zaken werd de klacht opgelost door bemiddeling. 3 klachten (waarvan 2 door één persoon) werden verwezen naar de landelijke klachtencommissie van de reclassering. De klacht van een persoon was op 31 december 2006 nog in behandeling; de andere klager heeft niet meer van zich laten horen. De overige 2 klachten werden in een hoor/wederhoor zitting behandeld: beide achtte de commissie ongegrond.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
4.4.3 Veiligheid
Brandveiligheid en bedrijfshulpverlening
In 2005 is een integrale visie op veiligheid en een samenhangend veiligheidsbeleid vastgesteld. Een stuurgroep veiligheid onder leiding van de Raad van Bestuur voerde in 2006 de regie over de uitvoering van de hieruit voortvloeiende acties. Deze hebben zich met name toegespitst op de brandveiligheid en bedrijfshulpverlening.
In 2006 is een project gestart om onze organisatie rondom de brandveiligheid en de bedrijfshulpverlening (BHV) kritisch onder de loep te nemen en daar waar nodig verbeteringen tot stand te brengen. Het project richt zich op 3 zaken: - het scannen van de gebouwen op brandveiligheid met als doel deze structureel op gewenst niveau te brengen - het zodanig organiseren van de bedrijfshulpverlening binnen de divisies dat gewaarborgd is dat de kwaliteit en kwantiteit structureel op het niveau liggen van de geldende normen - het borgen van de BHV-organisatie binnen het concern. In het vierde kwartaal werd aangevangen met het scannen van de gebouwen. De meest risicovolle locaties worden als eerste gescand. Ook is in samenwerking met de Parnassiaschool een plan gemaakt voor BHV-trainingen en zijn in december BHV-herhalingstrainingen gestart. Het projectresultaat wordt in het eerste kwartaal van 2007 opgeleverd.
Veiligheid in de zorgverlening Het niveau van veiligheid in de directe zorgverlening aan patiënten wordt sterk bevorderd door investeren in de deskundigheid van medewerkers (zie 4.4.4), in kwaliteitssystemen waardoor werkwijzen helder worden vastgelegd, geïmplementeerd en systematisch worden geëvalueerd (zie 4.3). Evaluatie en bijstelling vindt onder meer plaats naar aanleiding van klachten van patiënten (zie 4.4.2). Ook de meldingen van incidenten vormen een belangrijke bron voor de verbetering van de veiligheid. Elke zorgdivisie beschikt over een commissie Melding Incidenten, die ieder een afgevaardigde hebben in een centrale commissie, onder voorzitterschap van de Geneesheer-directeur, waar de grotere incidenten behandeld worden en eventuele trends worden gesignaleerd. In 2006 was er een lichte stijging waarneembaar in het aantal gemelde incidenten in de patiëntenzorg. Hieraan is moeilijk een conclusie te verbinden, omdat meerdere factoren van invloed zijn. Stijging kan onder meer het gevolg zijn van groei van het volume aan geleverde zorg en toename van de meldingsbereidheid, daarentegen gaat van verbeteringen in de zorgverlening een beperkende invloed uit. Incidenten patiënten
2006
2005
320 67 781 62 194 0 26 49 113
252 141 676 94 192 0 31 46 130
totaal
1612
1562
Incidenten medewerker
2006
2005
agressie seksuele intimidatie discriminatie (bijna) ongeval brand prikaccident anderszins
675 23 21 7 5 8 64
590 23 35 7 18 8 65
totaal
803
746
geneesmiddelen automutilatie vallen weglopen agressie patiënten onderling niet professioneel handelen suïcide parasuïcide anderszins
Parnassia
Groep
Bedrijfsbeveiliging Er is in 2006 veel tijd en aandacht besteed aan veiligheid in nieuw- en verbouwprojecten. Het betreft een samenwerking tussen de bedrijfsbeveiliging, de afdeling techniek en informatiemanagement. Uit projectevaluaties kwam naar voren dat het ontbreken van standaarden (plannen van eisen) voor de verschillende categorieën bouw veel (herstel-)tijd heeft gekost. In 2006 werden daarom de specificaties van systemen opnieuw vastgelegd in overleg met onze leveranciers, er is een standaard materieel- en installatiecatalogus aangelegd door de afdeling onderhoud/techniek, de bedrijfsbeveiliging heeft een adviesrapport/beleidsplan opgesteld met o.a. de kaders voor veiligheid in panden van de Parnassia Groep. Als uitwerking daarvan worden in het eerste kwartaal 2007 vier standaardplannen van eisen ontwikkeld voor nieuw- en verbouw. In totaal zijn er dit jaar een kleine 10.000 incidenten door de bedrijfsbeveiliging op onze drie klinische locaties geregistreerd. Deze variëren van ondersteuning in het primair proces, bijvoorbeeld bij agressieincidenten en separaties, via onveilige situaties op de terreinen (o.a. drugshandel) tot brandmeldingen, inbraakalarm en vernielingen. Alle meldingen komen binnen op de centrale post van de Parnassia Groep. Van hieruit wordt de bedrijfsbeveiliging ingeschakeld en/of wordt opgeschaald. Onze bedrijfsbeveiliging onderhoudt nauwe contacten met brandweer en politie. Er is sprake van goede samenwerking. Informatieveiligheid Zie voor dit onderwerp 4.8, ICT.
Maatschappelijk Verslag 2006
32
4.4.4 Onderzoek en Opleiding Een van de vier speerpunten van ons bedrijfsplan 2004-2006 luidde: verder investeren in opleiding en onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek en het opleiden van (ook mogelijk toekomstige) medewerkers dragen bij aan kwalitatief goede zorg. Daarnaast bindt het gemotiveerde professionals aan onze organisatie. Het is nodig alert te blijven op nieuwe inzichten om mogelijk verbeteringen in behandelingen te kunnen doorvoeren. Wetenschappelijk onderzoek en opleidingen dragen ertoe bij dat we de dagelijkse zorg aan cliënten ‘state of the art’ houden. In 2006 werden de ondersteunende functies op het gebied van Opleiding en Onderzoek binnen de divisie Service Centrum gebundeld in de Parnassia Academie. De Parnassia Academie bestaat uit: - de Parnassia School - de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek - Opleidingen - het Stagepunt - het Documentair Centrum. De Parnassia Groep onderhoudt tal van samenwerkingsverbanden op het gebied van Onderzoek en Opleiding, met: - universiteiten (o.a. Vrije Universiteit Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Leiden/ LUMC, Universiteit Maastricht, Universiteit Nijmegen, Erasmus UMC, Utrecht UMC, Columbia University New York) - collega GGZ-instellingen en GGZ-samenwerkingsverbanden (o.a. Rivierduinen, Altrecht, Lentis, Amsterdam Institute for Addiction Research, Kenniscentrum Schizofrenie, Kenniscentrum Mikado) - opleidingsinstituten en hogescholen (o.a. RINO Utrecht, Haagse Hogeschool, Leidse Hogeschool, ROC Mondriaan).
sia Wetenschappelijk onderzoek
Onderzoeksbeleid De Parnassia Groep richt zich op de volgende vormen van onderzoek: - epidemiologisch onderzoek - programma-evaluatie - interventie-onderzoek - fundamenteel onderzoek.
met in totaal ruim 50% naar 1 435.000 voor 2005. Om budgettaire redenen werd besloten om het budget voor 2006 met 10% te laten groeien tot 1 480.000. Dit budget is hoofdzakelijk besteed aan inhoudelijke ondersteuning en coördinatie van divisieoverstijgend onderzoek, het casusregister, data-analyse en medisch-ethische toetsing. Naast deze door de Parnassia Groep beschikbaar gestelde middelen investeren ook de divisies in hun eigen onderzoeken, en worden er voor veel onderzoeken externe fondsen geworven. Op jaarbasis is in totaliteit 1 1,25 miljoen gemoeid met de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek in de Parnassia Groep (exclusief de personeelsinzet van professionals in de feitelijke opzet en uitvoering van ‘hun’ onderzoek). Ongeveer 1 0,4 miljoen hiervan is extern gefinancierd. Organisatie van het onderzoek Elke divisie heeft een onderzoekscoördinator die tevens voorzitter is van de onderzoekscommissie van die divisie. De verantwoordelijkheid voor divisiegebonden onderzoek ligt bij de divisiedirectie. Voor concernbreed onderzoek ligt de verantwoordelijkheid bij de Raad van Bestuur. De ondersteunende afdeling Wetenschappelijk Onderzoek zet zich in voor de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek binnen de Parnassia Groep door middel van advies, ondersteuning en control. Waar nodig ondersteunt de afdeling de AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist) en andere medewerkers van de Parnassia Groep die onderzoek verrichten. Maandelijks vinden intervisiebijeenkomsten plaats tussen senior en junior onderzoekers en lunchreferaten voor alle medewerkers. De Onderzoeksraad is het adviesorgaan voor onderzoek voor de Raad van Bestuur van de Parnassia Groep. In de Onderzoeksraad vindt afstemming over onderzoek plaats tussen de onderzoekscoördinatoren van de divisies, de opleiders en stafmedewerkers van de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek. Bijzondere ontwikkelingen in 2006 Casusregister Voor de ontwikkeling van het casusregister werd een senioronderzoeker aangesteld. Het casusregister vormt voor de Parnassia Groep samen met de regionale partners een belangrijk instrument bij het epidemiologisch onderzoek onder psychiatrische patiënten.
Een van de beoogde resultaten in het bedrijfsplan luidde: Medewerkers krijgen meer gelegenheid om door onderzoek bij te dragen aan de kwaliteit van zorg, door het onderzoeksbudget tot en met 2006 jaarlijks met 25% te verhogen.
fMRI/rTMS studie In het UMC Utrecht loopt momenteel, in samenwerking met onze divisie Psychiatrie Parnassia, een onderzoek naar behandeling van mensen met een chronische psychia-trische aandoening. Met behulp van hoogwaardige medische technologie wordt een experimentele behandeling gegeven ter beïnvloeding van hallucinaties.
In 2003 bedroeg het centraal budget onderzoek 1 280.000. Dit werd in twee jaarlijkse stappen verhoogd
Critical Time Intervention
33
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Aan de introductie in 2006 van de methodiek voor casemanagement Critical Time Intervention door het Team OGGZ Parnassia is een uitgebreid onderzoek gekoppeld, dat in 2009 wordt afgerond. Effect GGZ-medewerkers in huisartsenpraktijken. In dit onderzoek wordt de effectiviteit van de nieuwe werkwijze, waarbij de huisarts patiënten direct kan doorverwijzen naar een GGZ medewerker in eigen praktijk, vergeleken wat betreft behandelresultaat en kosten met de traditionele werkwijze. Leerstoelen, promoties en publicaties Een tweede doelstelling op het gebied van onderzoek luidde: Parnassia-medewerkers bekleden drie leerstoelen en elk circuit heeft minstens één promotieonderzoek lopen. Bij het vaststellen van het bedrijfsplan (medio 2003) telde Parnassia één hoogleraar onder haar medewerkers. Inmiddels zijn er aan de Parnassia Groep vier hoogleraren verbonden, die vijf leerstoelen bekleden: - bijzondere leerstoelen psychiatrische epidemiologie aan de Columbia University New York en aan de Rijksuniversiteit Groningen (prof. dr. W. Hoek) - bijzondere leerstoel klinische psychopathologie aan de Rijksuniversiteit Leiden (prof. dr. E. Hoencamp) - bijzondere leerstoel cognitieve gedragstherapie bij schizofrenie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (prof. dr. M. van der Gaag, vanaf 1 augustus 2006) - bijzondere leerstoel verslavingsgedrag en zorgevaluatie aan de Universiteit van Amsterdam (prof. dr. G.M. Schippers). Al onze divisies tellen één of meer medewerkers die aan een promotieonderzoek werken. Eind 2006 waren er in totaal 18 lopende promotieonderzoeken en 1 medewerker promoveerde in 2006.
houden met de veranderende vraag naar zorg. Beroepsopleidingen De Parnassia Groep verzorgt de volgende erkende beroepsopleidingen: - Verpleegkundige niveau 4 (MBO) - Verpleegkundige niveau 5 (HBO) - Verpleegkundig specialist - GZ-psycholoog - Klinisch psycholoog - Psychotherapeut - Klinisch geriater - Psychiater - Sociaal pedagogisch hulpverlener niveau 5 In samenwerking met de Leidse en Haagse Hogeschool werd gestart met de opleiding voor Nurse Practitioner. Deze nieuwe opleiding leidt verpleegkundigen op naar een deskundigheidsniveau waarna zij taken van de arts kunnen overnemen. In 2006 startte een groep van 6 opleidelingen. Bedrijfsopleidingen De Parnassiaschool verzorgt na- en bijscholing voor onze eigen medewerkers. In 2006 werden meer dan 60 verschillende trainingen en cursussen aangeboden, zowel op zorginhoudelijk gebied als anderszins. Het totaal aantal inschrijvingen bedroeg 3.458 (in 2005: 2.700). Een aantal trainingen werd Parnassiabreed aangeboden, waaronder Voorbehouden handelingen en Bedrijfshulpverlening. Alle medewerkers in het primair proces werden geschoold in het gebruik van het Elektronisch Patiënten Dossier. Alle secretariaten werden geschoold in Servicegericht werken. Zorginhoudelijke scholing wordt ook geboden in de vorm van het wetenschappelijk geaccrediteerd lunchprogramma, dat twee maal per maand wordt georganiseerd. De bijeenkomsten worden gemiddeld door 60-70 professionals bezocht. Er werden 4 goed bezochte symposia georganiseerd. Deze worden elk bezocht door 150-200 bezoekers, waarvan driekwart afkomstig uit de Parnassia Groep.
assia Medewerkers van de Parnassia Groep schreven 33 wetenschappelijke publicaties op hun naam, waarvan 24 als eerste auteur. Opleiding
Opleidingsbeleid Opleiding draagt direct bij aan kwalitatief goede zorg. Maar ook indirect: van opleidingsmogelijkheden gaat een motiverende werking uit, waardoor de binding en de tevredenheid van medewerkers versterkt wordt. Juist door te investeren in opleidingen voor onze zorgprofessionals zullen zij beter toegerust zijn om hun werkzaamheden beter te verrichten. Ons opleidingsbeleid wordt steeds meer afgestemd op de arbeidsmarktontwikkelingen. De afstemming tussen onze opleiders, professionals en opleidingsinstituten leidde tot opleidingsactiviteiten die rekening
Parnassia
Groep
Al deze scholing werd bekostigd uit het centraal opleidingsbudget. Een van de beoogde resultaten in het bedrijfsplan luidde: Medewerkers krijgen meer gelegenheid tot bij- en nascholing en worden voorbereid op de marktwerking door het opleidingsbudget tot en met 2006 jaarlijks met 25% te verhogen. In 2003 bedroeg het centraal opleidingsbudget 1 365.000. In 2004 is het met 25% verhoogd tot 1 455.000, in de begroting 2005 tot 1 565.000. Om budgettaire redenen werd besloten om het budget voor 2006 met 15% te laten groeien tot 1 645.000. Behalve de eerder genoemde Parnassiabrede trainingen werden hieruit Management Development-
Maatschappelijk Verslag 2006
34
activiteiten (waaronder onze ‘kweekvijvers’) bekostigd. Naast deze door de Parnassia Groep beschikbaar gestelde opleidingsmiddelen besteden de divisies steeds meer middelen uit hun eigen budget aan scholing en opleiding. In totaal werd aan scholing (exclusief de extern gefinancierde beroepsopleidingen) in totaal bijna 1 3 miljoen op jaarbasis besteed. Stagepunt Met het regelen van goede stageplaatsen en het plaatsen van stagiaires wordt al gestart met de binding met onze organisatie, en voorzien we deels in het opvullen van toekomstige vacatures. Tussen 2004 en 2006 heeft het plaatsen van stagiaires een grote vlucht genomen: van 150 in 2003, via 396 in 2005 naar 453 stagiaires in 2006 (excl. Brijder NH). Ongeveer een zesde deel daarvan blijft werken bij de Parnassia Groep als medewerker.
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Personeelsbeleid De Parnassia Groep is een mensenorganisatie. Om haar missie te kunnen waarmaken zijn deskundige en gemotiveerde medewerkers nodig, en moeten we in staat zijn om voldoende personeel te kunnen aantrekken én behouden. In de afgelopen bedrijfsplanperiode is vooral ingezet op: - de beschikbaarheid van medewerkers – door aandacht voor instroom en een evenwichtige personeelssamenstelling, flexibiliteit en mobiliteit, en beperking van het ziekteverzuim - de kwaliteit van medewerkers – door investeren in goed leiderschap en in opleiding / scholing (zie 4.4.) - de kwaliteit van het werk – met name door gezond en plezierig werken. Beschikbaarheid van medewerkers
Per 31 december 2006 waren er 75 functies vacant, waarvan 62 voor patiëntgebonden functies. In 12 gevallen gaat het om moeilijk vervulbare functies. Naast deze betaalde functies stonden ruim 40 vrijwilligersfuncties open. Ontwikkeling personeelsbezetting Het aantal medewerkers in loondienst van de Parnassia Groep nam toe van 3.025 (2.478 FTE) eind 2005 naar 3.655 (2.986 FTE) eind 2006. Inclusief stagiaires en vrijwilligers bedroeg het aantal medewerkers ultimo 2006 4.032. De groei van de personeelsomvang was voor een belangrijk deel het gevolg van de fusie met Brijder Verslavingszorg en door twee kleinere overnames, voor het overige betrof het autonome groei van onze activiteiten. Zie ook 2.3.2. Iets meer dan 70% van de medewerkers is werkzaam in een patiëntgebonden functie. medewerkers
FTE
3025
2478
Medewerkers Parnassia Groep per 31 december 2005 Medewerkers Brijder Verslavingszorg per 31 december 2005
480
393
3505
2871
Verloop: Instroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar +775 + 536 Waarvan personeel met patiëntc.q. cliëntgebonden functies 547 379 Uitstroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar - 625 - 420 Waarvan personeel met patiëntc.q. cliëntgebonden functies 445 301
Groe
In- door en uitstroom en samenstelling personeel
Werving Afgelopen jaar konden we de vruchten plukken van de in 2005 gerealiseerde verbeteringen in onze arbeidsmarktcommunicatie, zoals het bundelen van advertenties en een aanzienlijke stroomlijning van het wervings- en selectieproces, ondermeer door middel van de website www.werkenbijparnassia.nl. De werving voor artsen (agio’s en agnio’s) werd in 2006 centraal ondergebracht bij het Wervingsbureau, in samenwerking met de artsenselectiecommissie. Sinds november 2006 is er structurele verbetering in signalering van vacatures en controle in de procedure, en een meer accurate afhandeling naar kandidaten.
35
In 2006 werden er bijna 500 vacatures geplaatst. Een groot deel (ruim 40 %) van de reacties kwam binnen via onze vacaturewebsites. Internet zal de komende jaren steeds meer het dominante medium worden voor onze personeelswerving. Daarvan waren er 20 moeilijk vervulbaar (langer dan 3 maanden vacant). Het betrof met name psychiaters, afdelingshoofden behandeling, verpleegkundigen, behandelmedewerkers en persoonlijk begeleiders.
Medewerkers in loondienst per 31 december 2006
Stagiaires Vrijwilligers
3655
2986
168 209
Totaal aantal medewerkers per 31 december 2006
4032
Personeelssamenstelling Binnen 5 tot 10 jaar zullen, gezien de huidige leeftijdopbouw, veel meer medewerkers dan op de korte termijn de Parnassia Groep verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Gelet
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
op de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt in de komende jaren wordt een beleid ontwikkeld dat erop gericht is om medewerkers zo lang en zo gemotiveerd mogelijk aan het werk te houden. Een van de al ingezette maatregelen is het aanbieden van een cursus aan oudere medewerkers “hoe houd ik mijn baan leuk”. Flexibiliteit en Mobiliteit We hebben in de afgelopen bedrijfsplanperiode veel aandacht besteed aan flexibiliteit en mobiliteit, omdat de marktwerking kan zorgen voor behoorlijke pieken en dalen in de behoefte aan personeel. Een voorbeeld daarvan was de noodzaak om voor 1 5 miljoen aan productie af te bouwen, wat voor bijna 80 medewerkers de noodzaak van herplaatsing tot gevolg had. Binnen het Mobiliteitscentrum is Switch Loopbaanadvies ondergebracht. Hier hebben in 2006 zich 54 medewerkers aangemeld. 59 medewerkers rondden in 2006 een loopbaantraject af. Van hen heeft 23% intern een andere baan gevonden, 20% extern, 3% is een opleiding gaan volgen. Bijna de helft (48%) kon na het loopbaantraject zelfstandig verder. Switch blijkt in een grote behoefte te voorzien. De klanttevredenheid was gemiddeld een 8,3. Het Flexpunt van het Mobiliteitscentrum levert flexibel inzetbare medewerkers, zowel zorgpersoneel als administratief personeel. Afdelingen doen in toenemende mate een beroep op intern beschikbaar tijdelijk personeel. In 2006 ging het om bijna 36.000 uren, corresponderend met (netto) 20 FTE. Het is daardoor nog maar beperkt noodzakelijk om uitzendkrachten in te schakelen. In 2005 ruim 52.000 uren (28 FTE) aan externe uitzendkrachten, in 2006 nog maar ruim 30.000 (16 FTE). Dat betekent een aanzienlijke kostenbesparing. Ziekteverzuim Vanaf 1999, toen het verzuim 7,1% was, daalde ons ziekteverzuim jaarlijks, naar 5,7% in 2003. Voor deze bedrijfsplanperiode stelden we ons een verdere verlaging ten doel: Een gemiddeld ziekteverzuim van maximaal 5% eind 2006. Begin 2004 werd besloten om de lat hoger te leggen en het verzuim terug te brengen tot maximaal 4,5% eind 2006. Dankzij onze investeringen in het kader van het project “Gezond en plezierig werken’ werd dit niveau reeds in 2005 bereikt. In 2006 realiseerden we een nog verdere verlaging, naar 4,4%. Kwaliteit van medewerkers De wijze waarop wij door middel van opleiding / scholing investeren in de kwaliteit van onze medewerkers beschreven we in 4.4.6.
Parnassia
Groep
Een belangrijke factor is daarnaast de kwaliteit van het leiderschap van onze leidinggevenden. Leiderschap Onze medewerkers moeten zich geïnspireerd weten door hun leidinggevende, en ervaren dat deze hen daadwerkelijk steunt in het dagelijks werk. In 2006 hebben wij op de volgende manieren geïnvesteerd in onze leidinggevenden. De Raad van Bestuur organiseert twee maal per jaar een Dag voor Leidinggevenden. Deze staat telkens in het teken van een actueel thema. Tevens is het een ontmoetingsplaats tussen alle ruim 200 leidinggevenden uit onze zeven divisies. Beide dagen stonden dit jaar in het teken van ‘slimmer werken’, dat we uiteindelijk kozen als thema van ons nieuwe bedrijfsplan 2007-2008. Tijdens de dag in december werd ook de Parnassia prijs uitgereikt (zie hieronder). Naast deze twee themadagen werd in 2006 twee maal door de Raad van Bestuur een briefing gegeven voor de leidinggevenden over actuele ontwikkelingen in en om de Parnassia Groep. Om de vereiste leidinggevende eigenschappen systematisch te versterken hebben de meeste leidinggevenden een Birkmantest gedaan en is op basis van de uitkomsten hiervan en daarop gevolgde trainingen een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld, dat de basis vormde voor een individueel ontwikkeltraject. Tegen de achtergrond van de marktwerking was het van groot belang om leidinggevenden gedegen voor te bereiden op het leiderschap in een marktomgeving. Ze hebben in 2005 en 2006 trainingen ontvangen om tegemoet te kunnen komen aan de eisen van de markt. Bij het aannemen van leidinggevenden is specifiek gekeken naar de capaciteiten die nodig zijn om in een concurrerende marktorganisatie te kunnen werken. De Parnassia Groep hecht er waarde aan dat de leidinggevenden voor minstens 50% vanuit eigen gelederen worden benoemd. Immers, dat getuigt enerzijds van goed werkgeverschap en anderzijds wordt hiermee een forse investering in de continuïteit en cultuur gerealiseerd. We beschikken over een ‘kweekvijver’ voor directiefuncties en projectleiders, waaraan in 2006 7 personen deelnamen. De deelnemers volgen een MD-programma op MBA-niveau, participeren in speciale bijeenkomsten en worden voor vernieuwende projecten ingezet. In de afgelopen bedrijfsplanperiode zijn 4 personen vanuit deze kweekvijver doorgestroomd naar functies op directieniveau. In september 2006 is daarnaast een kweekvijver voor afdelingsmanagers gestart met 18 deelnemers. Beiden bieden aan talentvolle medewerkers de mogelijkheid zich voor te bereiden op een leidinggevende positie op een hoger echelon of projectleiderschap.
Maatschappelijk Verslag 2006
Gro 36
Vrijwilligers Een bijzondere en belangrijke categorie medewerkers vormen onze vrijwilligers. Eind 2006 waren er bij de Parnassia Groep ruim 200 vrijwilligers werkzaam. Onze vrijwilligers werken met name binnen het Verpleeghuis, Wonen, Psychiatrie voor ouderen en Preventie. Zij ondersteunen bij de begeleiding van activiteiten, hebben 1 op 1 contacten met patiënten, zijn gastheer of gastvrouw op een afdeling, begeleiden patiënten naar de kerk of geven voorlichting over bijvoorbeeld drugsgebruik. Daarnaast hebben we een vrijwilligerskoor dat geregeld optreedt voor onze patiënten. Voor onze vrijwilligers werden in 2006 zes trainingen en twee themamiddagen georganiseerd, over onder meer ziektebeelden, interculturele communicatie, omgaan met grensoverschrijdend gedrag en EHBO. Parnassia Prijs Een erkenning voor de kwaliteit en inzet van onze medewerkers, en een stimulans daarvoor, vormt de tweejaarlijkse Parnassia Prijs, voor de beste initiatieven van teams binnen de Parnassia Groep. De prijs werd in december 2006 voor de derde maal uitgereikt. Er waren 23 inzendingen. Tijdens de dag voor leidinggevenden werden alle inzenders in de schijnwerpers gezet. De drie winnende teams waren het TOP-team met het ‘Digibord (zie 4.4), het Parnassia Politie Programma en het Ambulant Centrum Ouderen Noord. Zij gaan in 2007 op studiereis, respectievelijk buiten Europa, binnen Europa en in Nederland.
4.5.2 Kwaliteit van het werk Arbeidsomstandigheden Ook in 2006 heeft de Parnassia Groep veel energie gestopt in preventie, reïntegratie en een betere ziekteverzuimbegeleiding van de medewerkers, met als resultaat een verdere daling van het ziekteverzuim (zie 4.5.1.) Tevens heeft 2006 in het teken gestaan van de bouw en implementatie van een verzuimapplicatie, VerzuimExpert. De wettelijke bepalingen zoals vastgesteld in de nieuwe wet- en regelgeving, waaronder Wet Verbetering Poortwachter zijn hierin geborgd. Alle leidinggevenden werden getraind in het gebruik van VerzuimExpert. Ook werden voorbereidingen getroffen voor de opzet van een eigen Arbo Gezondheidscentrum, een bundeling van alle Arbo-disciplines, inclusief bedrijfsartsen in eigen dienst. Dit is begin 2007 geëffectueerd. Binnen diverse divisies en op afdelingen werden verkorte Risico Inventarisaties en Evaluaties (RIE’s) uitgevoerd. Op verzoek werd een 60-tal werkplekonderzoeken uitgevoerd. In het kader van Arbo Monitor GGZ instellingen zijn bij een inspectiebezoek door de Arbeidsinspectie geen onvolkomenheden geconstateerd op het gebied
37
van Arborisico’s en Arbobeleid. Communicatie met medewerkers In 2006 werd een onderzoek gehouden onder 400 medewerkers naar hun informatiebehoefte en hun waardering van diverse interne communicatiemedia, waaronder nieuwsbrieven van de divisies, het Intranet, de voortgangsberichten van de Raad van Bestuur en het personeelsblad Stuifmail. Op basis van de uitkomsten kwam vanaf september voor de laatste twee periodieken de nieuwe, maandelijkse personeelskrant Parnassia Groep Nieuws in de plaats. Daarnaast werd Intranet voorzien van een verbeterde homepage, met een meer heldere rubrieksindeling. Om de individuele medewerker te voorzien van betere informatie en dienstverlening op het gebied van personeelszaken ging het Informatiepunt Personeel van start dat zowel per mail als telefonisch vragen beantwoordt. Tevredenheid medewerkers Directe meting van de waardering van medewerkers van de kwaliteit van het werk vindt in elke divisie tenminste jaarlijks plaats door middel van het Arbeid stevredenheidsonderzoek (ATO). Aan alle medewerkers worden naast divisiegebonden onderwerpen een tiental standaardvragen voorgelegd. De antwoorden daarop worden centraal geanalyseerd, zodat onderlinge verschillen en trends gevolgd kunnen worden. Het beoogde resultaat voor deze bedrijfsplanperiode luidde: Een 5% hogere tevredenheid van medewerkers (2002: 7,0; 2004/2005: 7,3). De laatste uniforme Parnassia-groep brede meting vond plaats in 2005, met als resultaat een gemiddelde waardering van 7,0. In 2006 hebben niet alle divisies de tevredenheid van hun medewerkers gemeten conform deze uniforme wijze; de wel gehouden metingen resulteren in een gemiddelde van 7,1. Onze doelstelling hebben we dus niet gehaald, ondanks alle hierboven geschetste inspanningen op het gebied van personeelsbeleid. Die inspanningen zullen we voortzetten en op een aantal punten intensiveren. Echter, in ons bedrijfsplan 2007-2008 geven we aan desondanks niet te verwachten dat de tevredenheid van medewerkers wezenlijk zal toenemen. Deze zal namelijk onderhevig zal zijn aan de spanning tussen enerzijds onze wens om kwaliteit te leveren en de hoge eisen die dat aan hen stelt, en aan de andere kant de noodzaak om efficiënt te werken, scherp te zijn op de kosten en flexibel met veranderingen mee te bewegen. We streven naar het handhaven van tenminste het nu bereikte gemiddelde niveau van tevredenheid.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
4.6 Samenleving In onze missie zeggen we dat de Parnassia Groep een bijdrage wil leveren aan de kwaliteit van leven van onze patiënten én aan de kwaliteit van de samenleving (zie 4.1). Visie op onze bijdrage aan de samenleving In ons bedrijfsplan 2004-2006 schreven we over onze opdracht ten opzichte van de samenleving: Het bestaansrecht van elke onderneming wordt uiteindelijk bepaald door de maatschappelijke meerwaarde, die aan haar wordt toegekend. De motivatie van de voorlopers van Parnassia om Parnassia gezamenlijk op te richten lag voornamelijk in het besef, dat goede dienstverlening zich moet richten op de vraag van de patiënt en de maatschappij. Taak- en marktgericht werken zijn twee verschillende ‘takken van sport’. (…) Onze organisatiestructuren zullen hierop ingericht moeten worden (…). Daarbij moeten we ervoor waken dat de tweedeling in markt- en taakgerichte onderdelen met zich meebrengt dat er een ‘luxe’ en een ‘armoede’ psycho-medische zorg gaat ontstaan. Parnassia zal zich de komende jaren hard maken voor kwalitatief goede zorg op beide segmenten. Onze inspanningen om kwalitatief goede zorg te bieden hebben zich dan ook op alle onderdelen gericht. De resultaten beschreven we met name in 4.4. Economische meerwaarde Onze zorgverlening vergroot niet alleen de kwaliteit van leven van onze patiënten en van de samenleving, maar heeft ook een economische meerwaarde. Goed werkgeverschap voor ruim 4.000 medewerkers is hiervan uiteraard een belangrijk aspect. Over de economische meerwaarde van onze psychomedische zorg zegt ons bedrijfsplan 2007-2008: Ons werk vertegenwoordigt naast de behandelinhoudelijke waarde ook een economische waarde. De kosten van het onbehandeld laten van psychische problematiek zijn veel hoger dan wél behandelen. Toch wordt gezondheidszorg in het algemeen nog te vaak als een kostenpost gezien. In het belang van onze patiënten en de samenleving willen wij ten behoeve van de patiënten, financiers, overheid en samenwerkingspartners een gezamenlijk doel nastreven: zoveel mogelijk gezondheidswinst per bestede euro voor de patiënt. Dat betekent dat wij inzetten op een combinatie van hoge kwaliteit én betaalbaarheid. Een belangrijk motief voor betaalbaarheid is dat onze zorg zo toegankelijk mogelijk moet zijn voor iedereen, ongeacht de hoogte van het inkomen.
Parnassia
Groep
In het debat over de gezondheidszorg en het overheidsbeleid heeft de afgelopen jaren het accent nogal eenzijdig gelegen op het beperken van de kosten van zorg. Het is zeker zo dat kwaliteit van zorg en efficiency veelal hand in hand gaan. (…) Maar gezondheidszorg is niet enkel een kwestie van het toepassen van technieken om de patiënt beter te maken. Om goede resultaten te bereiken is het ook nodig om goed te luisteren en de patiënten voldoende aandacht te geven. Dat vraagt tijd, en financiers moeten daar in hun tarieven rekening mee houden. De economische meerwaarde van ons werk is moeilijk te kwantificeren. Niettemin kunnen we aannemelijk maken dat we die meerwaarde steeds verder weten te vergroten. Zo hebben we de afgelopen jaren actief ingezet op het ontwikkelen van een aanbod op het gebied van arbeidsgerelateerde psychische problematiek, gericht op snelle reïntegratie in het arbeidsproces. Maar voor al onze kortdurende behandelprogramma’s geldt dat zij gericht zijn op een zo snel mogelijke terugkeer in de dagelijkse activiteiten. Daarnaast is en wordt er voor specifieke doelgroepen capaciteit gebouwd voor intensieve zorgfuncties (divisies Wonen met Zorg, Verslavingszorg, Forensische en Intensieve zorg). Deze bijzondere zorgvormen zijn niet alleen van belang voor de patiënt, maar zij leveren ook rendement: lagere maatschappelijke kosten in verband met overlast, en aanzienlijk minder intensieve begeleiding door vele partijen (zorg, woningbouw, gemeente, politie etc.). Naast deze specifieke programma’s neemt ook meer in algemene zin het ‘rendement’ van onze zorg toe, doordat de kosten per behandelde patiënt afnemen. Een belangrijke factor daarbij is de verkorting van de gemiddelde behandelduur en het verder terugdringen van de duur van klinische opnames. De reïntegratie van patiënten vangt daardoor over het geheel genomen sneller aan, en werkenden zullen veelal sneller hun werk kunnen hervatten. De afgelopen 7 jaar zijn de kosten per patiënt met ruim 15% afgenomen, vooral door het omzetten van klinische capaciteit naar ambulante capaciteit. De laatste jaren worden verdere verbeteringen bereikt door het introduceren van zorgpaden waardoor er geprotocolleerd zorg wordt geleverd. Bij het beperken van de behandel- en opnameduur is wél essentieel dat het behandelresultaat gelijk blijft of verbetert. De onlangs GGZ-breed geïntroduceerde behandelinhoudelijke presentatie-indicatoren (zie 4.4.1) vormen een eerste aanzet om dat stevig te onderbouwen. In de bedrijfsplanperiode 2007-2008 willen wij bereiken dat elk programma in staat is bevredigend bewijs te leveren voor de effectiviteit van de behandeling en daarover jaarlijks rapporteert.
Maatschappelijk Verslag 2006
38
Draagvlak voor ons werk
Maatschappelijke betrokkenheid
Om ons werk goed te kunnen doen is draagvlak in de samenleving van groot belang. In ons bedrijfsplan 2007-2008 schrijven we: Op tal van manieren dragen wij bij aan het bekender maken van de waardevolle bijdragen die de GGZ levert: dat we psychisch zieke mensen helpen om een waardig leven te leiden, helpen voorkomen dat psychische problematiek ontstaat, of leidt tot ernstige ontwrichting – en dat dit helpt om de maatschappij psychisch fitter te maken. Goede GGZ heeft dus ook een groot economisch belang. Daarom investeren we in publieksvoorlichting en vragen we in de media aandacht voor ontwikkelingen in ons werk.
De betrokkenheid van anderen bij ons werk, en onze betrokkenheid bij de samenleving zijn twee kanten van dezelfde medaille. In onderlinge wisselwerking kunnen ze elkaar versterken.
In 2006 hebben we opnieuw de media (zowel de lokale als de landelijke) goed weten te bereiken. De Parnassia Groep speelt een actieve en medebepalende rol in het op de kaart zetten van de GGZ in Nederland. We haalden veelvuldig met goed nieuws de landelijke pers, onder meer het NOS-journaal, RTL4-journaal, Hart van Nederland, Volkskrant, NRC, Algemeen Dagblad, Telegraaf en de Spits. Publieksvoorlichting verzorgen we ondermeer door vragen over psychische problemen en hulpmogelijkheden te beantwoorden. In 2006 beantwoordde onze afdeling Informatieservice ruim 10.500 vragen (in 2005 ruim 8.500) van potentiële patiënten, direct betrokkenen en verwijzers die iets willen weten over specifieke problematiek of op zoek zijn naar passende hulp. De afdeling Preventie geeft voorlichting die gericht is op het voorkomen van psychische problematiek en verslavingsproblemen. In 2006 zijn zij aanwezig geweest op grote evenementen, zoals Parkpop, Seniorenbeurs in Rijswijk, de ouderendag van het Centraal Informatiepunt voor Ouderen en tal van gezondheidsmarkten in de wijk. Maar ook op scholen, in bibliotheken en bij speciale campagnes (de alcoholcampagne, Campagne Zoetermeer steeds gezonder, etc.). Gezamenlijk organiseren Preventie en Informatieservice jaarlijks speciale voorlichtingsavonden voor familieleden van patiënten.
sia
Zo werken we aan meer bekendheid met en draagvlak voor de GGZ, en tegelijk aan de reputatie van de Parnassia Groep. Dat is onder meer van belang om voldoende personeel te kunnen werven, en in het bijzonder ook om vrijwilligers te interesseren. Een goede bekendheid en reputatie is ook van belang om externe partners, ook buiten de gezondheidszorg, bereid te vinden om zich mét ons in te zetten voor betere zorgketens en allerlei voorzieningen die voor onze patiënten van belang zijn, en om daarvoor het benodigde draagvlak in de wijk te verwerven. In 2006 groeide het aantal samenwerkingsrelaties op allerlei gebied – zie bijlage I.
39
Via een aantal steunstichtingen zetten betrokken buitenstaanders zich samen met Parnassia Groepmedewerkers in om onze patiënten te steunen met zaken die wij als GGZ-instelling niet zelf bieden. Medewerkers participeren actief in de besturen van deze stichtingen en het organiseren van activiteiten. - Stichting Bloeiend Parnassia zet zich in om patiënten extra’s te bieden. Dat kan een sportief of cultureel evenement zijn voor bewoners, patiënten en/of medewerkers. Ook kan dat het financieel ondersteunen van goede doelen zijn, zoals in 2006 het Muziekproject, het Sportproject, de Jeugddetox en andere kleinere doelen voor patiënten. - Stichting Vrienden van Parnassia biedt financiële hulp aan individuele patiënten bij actuele en directe materiële nood. Patiënten van de Parnassia Groep kunnen een beroep doen op het fonds. - Stichting Vrienden van de Brijder maakt het voor kinderen van verslaafde ouders mogelijk om deel te nemen aan vrijetijdsbesteding, zoals sport of kunstzinnige vorming. - Stichting Actief Talent, een samenwerkingsverband tussen EcoSol en de Brijderstichting Brijder verslavingszorg. Actief Talent zorgt voor sociale activering, arbeidsactivering, dagbesteding en arbeidsreïntegratie van verslaafden. Op bescheiden schaal is de Parnassia Groep actief als het gaat om de lotsverbetering van mensen, die wij niet direct kunnen bereiken met onze zorgverlening. Wij werken een aantal jaren samen met de Henri Nouwen Stichting die zich inzet voor humanitaire hulpverlening in Oost Europa. Zo vonden verschillende goederen van de Parnassia Groep (keukeninrichting, kantoormeubilair, computers) via deze stichting een tweede leven in Polen en in de Oekraïne. In 2006 maakten bijna 50 medewerkers gebruik van de mogelijkheid om de waarde van hun kerstpakket te doneren aan de Stichting. Naast goederen zijn wij ook doende geweest kennis en vaardigheden, die van belang zijn op het snijvlak van armoede en geestelijke gezondheidszorg, over te dragen aan medewerkers van onze samenwerkingspartner in Polen. Milieu Vanuit de Gemeente Den Haag hebben milieu-inspecties plaatsgevonden. Deze hebben ten aanzien van milieubeheer er toe geleid dat, met uitzondering van de Tasmanstraat, alle Haagse locaties van de Parnassia Groep vanaf 2006 voldoen aan de voorschriften zoals genoemd in de AMvB woon- en verblijfsgebouwen.
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Met betrekking tot de Tasmanstraat zijn inmiddels intern verbetervoorstellen ontwikkeld zodat ook deze locatie in 2007 voldoet aan genoemde voorschriften.
Zoutkeetsingel, tegenover het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag. Daardoor kon de Verslavingszorg haar slechte huisvesting aan de Zeestraat verlaten.
De in 2006 in gebruik genomen locaties Carel Reinierszkade 197 en Zoutkeetsingel 40 zijn de directe oorzaak van een stijging ten opzichte van 2005 in het verbruik van zowel elektriciteit (+8%) als gas (+4%). Ondanks het afstoten van de locatie Zeestraat 64, welke Stadsverwarming afnam, is het totaalgebruik hiervan in 2006 met 0,8% gestegen ten opzichte van 2005. Aangenomen wordt dat dit door weersinvloeden is veroorzaakt.
In maart 2006 is het Spectrum, een behandelgebouw voor intensieve zorg op de locatie Albardastraat, heropend. Hiermee leek voor de zware doelgroep prima huisvesting gerealiseerd. Echter, de doelgroep gebruikt dit gebouw dermate intensief dat de gerealiseerde aanpassingen onvoldoende bleken te zijn. Helaas leidde een en ander tot onrust bij medewerkers en patiënten. Inmiddels is een plan opgesteld om in 2007 alsnog de nodige bouwkundige aanpassingen te kunnen doen.
4.7 Huisvesting
Hieronder een overzicht van onze inspanningen en resultaten op het gebied van huisvesting in 2006:
Op het gebied van huisvesting kan opnieuw gesproken van een vruchtbaar jaar. Een van de beoogde resultaten in het bedrijfsplan 2004-2006 luidde: Alle medewerkers en patiënten beschikken eind 2006 over adequate huisvesting. Na de oplevering van een groot aantal nieuw- en verbouwprojecten in 2004-2005 werd in 2006 opnieuw een aantal mijlpalen bereikt, waardoor het volledig realiseren van dit resultaat binnen handbereik komt. Onder meer werden de nieuwe Forensisch Psychiatrische Afdeling en een grote vestiging van de verslavingszorg in het centrum van Den Haag in gebruik genomen, en een nieuwe kliniek voor acute opnames nadert zijn voltooiing. Daarnaast hebben we tal van gebouwen opgeknapt. Van de laatste 5 slechte gebouwen konden we er 3 slopen. In oktober verrichtte de voorzitter van de Centrale Cliëntenraad de eerste sloophandeling voor de sloop van deze drie oude behandelgebouwen op de locatie Monsterseweg Den Haag, stammend uit 1890. Overblijfselen van een periode waarin patiënten op slaapzalen lagen met als enige privacy een nachtkastje en een prikbord. Daarmee komt de doelstelling dat alle patiënten en medewerkers over goede huisvesting beschikken nabij.
Opgeleverde nieuwbouw - Forensisch Psychiatrische Afdeling, locatie Monsterseweg Den Haag 2039 m2, mei 2006. In aanbouw - Opnamekliniek APA/CCI, incl. sportzaal, locatie Albardastraat Den Haag, 5200 m2, gereed maart 2007. Ingebruikname nieuwe huurlocaties - Methadonverstrekking verslavingszorg Katwijk, 60 m2, januari 2006. - Zoutkeetsingel Den Haag, 5200 m2, juni 2006. - De Haagse zaak, Laan van Meerdervoort Den Haag, 500 m2, maart 2006. - Huisvesting directie PsyQ, Oude Haagweg Den Haag, oktober 2006. Oplevering verbouw / groot onderhoud van gebouwen - Transmurale zorgteams Psychotische Stoornissen, Spectrum, Locatie Albardastraat, 2150 m2, maart 2006. - Uitbreiding capaciteit Triple Ex met 10 bedden, locatie Monsterseweg, 775 m2, augustus 2006. - Remise II, F&I , locatie Monsterseweg 550 m2, mei 2006. Afgestoten gebouwen - Diverse etages van het pand Verhulstplein Den Haag. - Pand Verslavingszorg, Zeestraat Den Haag. - Sloop Tuinlust, Varenhof en Beukenoord, locatie Monsterseweg Den Haag, 4150 m2, december 2006.
ssia In mei kon de nieuwe Forensisch Psychiatrische Afdeling op de locatie Monsterseweg in gebruik worden genomen. Alle 24 patiënten beschikken over een eigen kamer en sanitair en de medewerkers werken nu in een zeer modern gebouw voorzien van alle veiligheidsvoorzieningen.
In diezelfde maand werd de eerste paal geslagen voor de nieuwbouw van de nieuwe crisis- en opnameafdeling op de locatie Albardastraat. Na de ingebruikname in 2007 kan de laatste, slechte huisvesting in de laagbouw Torenvalk gesloopt worden. De sloop van de hoogbouw Torenvalk kan in 2008 / 2009 plaatsvinden.
Eind juni nam de divisie Verslavingszorg haar intrek in de prachtige, geheel vernieuwde huisvesting aan de
Parnassia
Groep
Daarnaast werden nog diverse verbouwingen gestart en voltooid en vonden interne verhuizingen plaats waardoor patiënten en medewerkers beter werden gehuisvest. In 2006 is verder gestart met voorbereiding van de realisatie van de volgende tijdelijke huisvesting op de locatie Monsterseweg Den Haag: - Uitbreiding capaciteit Triple Ex met nog eens 10 plaatsen in de Lukas Lindenboom Kliniek. - Uitbreiding capaciteit Forensisch Psychiatrische Afdeling met 20 plaatsen in de Lukas Lindenboom Kliniek.
Maatschappelijk Verslag 2006
40
- - -
Uitbreiding capaciteit Mistral met 13 plaatsen in de Lukas Lindenboom Kliniek. Uitbreiding capaciteit Mirage met 12 plaatsen, Ad van Enmmenesstraat. Uitbreiding Wonen 26 plaatsen in Lukas Lindenboom Kliniek en Jan Hein Donnerstraat.
Tevens is gestart met de voorbereiding van vele nieuwbouwinitiatieven, waaronder: - Nieuwbouw 50 plaatsen Triple Ex, locatie Monsterseweg. - Nieuwbouw 34 plaatsen Forensisch Psychiatrische Afdeling, locatie Monsterseweg. - Nieuwbouw 12 plaatsen Longstay Forensisch Psychiatrische Afdeling, locatie Monsterseweg. - Nieuwbouw 30 + 33 plaatsen Wonen met Zorg, locatie Monsterseweg. - Nieuwbouw 36 plaatsen Centrum Dubbele Problematiek, locatie Albardastraat. - Nieuwbouw kantoor, locatie Albardastraat. - Nieuwbouw Verslavingszorg 24 plaatsen, Alkmaar.
4.8 ICT Elektronisch Patiëntendossier (EPD) In het najaar van 2005 werd het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) na jarenlange voorbereiding en aanzienlijke investeringen binnen de gehele organisatie ingevoerd. Gedurende het jaar werd veel aandacht besteed aan instructie, het vertrouwd raken met de nieuwe werkwijzen en het doorvoeren van praktische verbeteringen. Afdelingen rapporteerden op basis van hun eerste ervaringen met het EPD in totaal ongeveer 400 kleinere en grotere knelpunten. Ruim 300 daarvan konden reeds in de loop van het jaar worden opgelost. Voor de overige worden oplossingen ingebouwd in de nieuwe versie, die in 2007 wordt geïmplementeerd. Het werken met het EPD blijkt enorme voordelen te hebben: behandelaars kunnen op ieder moment en op elke plaats beschikken over actuele patiëntinformatie, tijdrovend archiveren en papierwerk wordt geminimaliseerd, opzoeken gaat sneller, managementinformatie is eenvoudiger te genereren. Infrastructuur en informatieveiligheid
Daarnaast wordt er zowel door standaard-controleprocedures, projectmatig en naar aanleiding van incidenten, gewerkt aan verbetering van de beveiliging. Hierbij wordt nauw samengewerkt met Xtilton, dat het technisch beheer van onze systemen uitvoert. Zo is in 2006 onder andere een nieuwe firewall-oplossing geïmplementeerd. Operationele beheerprocedures rondom informatieveiligheid, zoals toegangsbeveiliging en afhandeling van incidenten, worden minimaal twee keer per jaar getoetst en waar nodig aangepast. Brijder Verslavingszorg in Noord-Holland beheert tot op dit moment nog een eigen ICT-omgeving, in afwachting van een definitieve integratie met de Parnassia Groep-systemen. Deze vindt plaats nadat de Parnassia Groep over is gegaan op SBC. Brijder Verslavingszorg is al in 2005 overgegaan op een SBCinfrastructuur en heeft de afgelopen jaren aanvullend beleid ingevoerd op het vlak van toegangsbeheer, logisch en fysieke beveiliging en continuïteitsbeheer. Voor de afhandeling van storingen en wijzigingen en voor het configuratiebeheer wordt daarbij gebruik gemaakt van de ITIL-werkwijzen. In 2007 zal nog een aantal verdere verbeteringen worden ingevoerd op het gebied van informatieveiligheid, zodat onze systemen en werkwijzen in de loop van het jaar voldoen aan NEN7510. Documentair centrum Ons documentair centrum bedient vele vragen rondom kennis en kennisontwikkeling van de professionals. In 2006 is gestart met de nieuwe bibliotheeksoftware voor verbetering van de zoekfunctionaliteit op het intranetportaal en inrichting van een interactieve dienstencatalogus voor zowel in- als externe klanten.
Gro
Door de steeds verder geautomatiseerde werkomgeving van medewerkers in het algemeen, en het EPD in het bijzonder, worden steeds hogere eisen gesteld aan de betrouwbaarheid en veiligheid van de systemen. Een belangrijke stap is de overgang naar Server Based Computing (SBC), die in 2006 is ingezet en zomer 2007 zal worden gerealiseerd. Door de hiermee gepaard gaande centralisatie van gegevensopslag en gegevensverwerking, en het beheer en controle daarvan, wordt een betere basis gerealiseerd voor informatiebeveiliging. Servers zijn nu dubbel uitgevoerd, wat de bedrijfszekerheid sterk verhoogt.
41
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
4.9 Financieel beleid Financieel meerjarenbeleid: marktwerking en de financiering van de zorg Binnen het overheidsbeleid voor de gezondheidszorg staat het begrip ‘gereguleerde marktwerking’ centraal. Een belangrijke stap in de aanpassing van het financieringsstelsel van de gezondheidszorg vormde de introductie van de basisverzekering per 1 januari 2006. De ambulante GGZ en de klinische GGZ korter dan een jaar zal naar alle waarschijnlijkheid op 1 jan 2008 worden overgeheveld uit de AWBZ naar de zorgverzekeringswet (ZVW). De contractering van de GGZ verliep in 2006 (en ook in 2007) via het Zorgkantoor. Voor dit deel geldt de AWBZ-contracteerruimte. De verwachting is dat contractafspraken voor de op herstel gerichte GGZ in 2008-2009 met verzekeraars zullen worden gemaakt. Tevens zijn er per 1 januari 2007 bedragen van het AWBZ-budget overgeheveld naar de gemeentes in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en voor forensische zorg naar het ministerie van Justitie. Voor beide zaken geldt dat het Zorgkantoor in 2007 nog technisch de afspraken verzorgt. Een van de vier speerpunten in ons bedrijfsplan 20042006 luidde: klaar zijn voor de aankomende marktwerking. Dat komt ook tot uiting in ons financieel beleid dat een antwoord moet geven op de grote veranderingen en de daarmee gepaard gaande toenemende risico’s. Een belangrijke voorwaarde voor doeltreffend financieel management is dat divisiedirecties een zo groot mogelijke eigen verantwoordelijkheid hebben voor een evenwicht tussen opbrengsten en uitgaven. Daartoe is het principe van deelbudgettering en interne dienstverleningsovereenkomsten volledig doorgevoerd. Het financieel beleid is verder gericht op vergroting van de flexibiliteit, terugdringen van indirecte kosten en het versterken van het eigen vermogen. Financieel beleid en uitkomsten 2006 Fusie Brijder De belangrijkste gebeurtenis, ook in financieel opzicht, was in 2006 de fusie met Brijder Verslavingszorg, waardoor de omzet toenam met een bedrag van 1 26,4 miljoen (13,5 %). Baten: productierisico Als gevolg van het in 2006 geldende budgetmaximum in de AWBZ zag de Parnassia Groep zich aan het begin van het jaar geconfronteerd met een kloof van 1 14 miljoen tussen de behoefte aan (AWBZgefinancierde) zorg en de hierop door ons ingezette mensen en middelen, en een veel lager contract met het Zorgkantoor voor 2006. Het bestuur van de Parnassia Groep had eind 2005
Parnassia
Groep
besloten voor 2006 deze zorg vooralsnog te continueren om de wachtlijsten in de regio niet onaanvaardbaar hoog te laten oplopen en om te voorkomen dat we de zorg aan groepen patiënten zouden moeten beëindigen. Hierdoor was bij aanvang van 2006 echter productie ad 1 14 miljoen nog niet gedekt door een contract. Door een constructieve inbreng van het ministerie van VWS, de gemeente Den Haag en het Zorgkantoor Haaglanden kon de kloof uiteindelijk grotendeels gedicht worden. Herschikking in juni en capaciteitsuitbreidingen Door het beschikbaar stellen van extra middelen ten behoeve van het plan van aanpak Maatschappelijke Opvang en extra middelen voor de jeugd-GGZ, bleek er ruimte voor toewijzing van extra middelen. Tezamen met een incidentele toewijzing vanuit het Zorgkantoor Midden Holland en enige herschikking binnen de regio Den Haag door het Zorgkantoor Haaglanden leverde dit een bedrag op van totaal 1 1,7 miljoen. Extra middelen De signalen over de knelpunten in de zorgcontractering 2006, afkomstig uit alle sectoren van de AWBZ, werden door het ministerie opgepakt. Dit heeft geresulteerd in het landelijk ter beschikking stellen van 1 95 miljoen, waarvan voor onze regio 1 9,7 miljoen. Gezien het feit dat de Parnassia Groep verreweg het grootste aandeel in de knelpunten had, heeft Zorgkantoor Haaglanden ons van dit bedrag 1 5,2 miljoen gegund. Daarnaast werd ons 1 1,3 miljoen toegewezen vanuit de 2e tranche middelen voor het plan van aanpak Maatschappelijke Opvang. Temporisering van productie Door de inkopende partijen werd gevraagd daar waar mogelijk de instroom van patiënten te verminderen en de behandelduur verder te bekorten. Door een ‘rem op de productie’ is deze met 1 2 miljoen gedaald ten opzichte van de verwachte 1 14 miljoen. Dit heeft echter wel geleid tot grotere wachtlijsten. Eind 2006 waren er bijna 2.400 wachtenden met een problematische wachttijd, dat wil zeggen boven de zogenoemde Treeknormen. Er wachtten 985 mensen langer dan 3 weken op aanmelding, 1.150 langer dan 3 weken op beoordeling, 250 langer dan 4 weken op aanvang van de behandeling. Met een extra budget van ongeveer 1 7,5 miljoen zou aan hen tijdig zorg verleend hebben kunnen worden. Deze problematische wachtlijst is ook aangemeld bij de NZa. Hiervoor zijn tot op heden geen extra middelen ontvangen. Resterende knelpunten in de zorgcontractering Ondanks het beschikbaar stellen van extra contracteerruimte voor 2006 en de erkenning van de knelpunten van de Parnassia Groep door Zorgkantoor Haaglanden - getuige de ruime wijze van het beschikbaar stellen van extra middelen in 2006 – zijn nog
Maatschappelijk Verslag 2006
42
niet alle knelpunten in de zorgcontractering voor de Parnassia Groep opgelost. Kosten: doelmatigheid en productiviteit In 2005 werd een omvangrijk pakket aan acties ingezet om in 2006 en 2007 stapsgewijs te komen tot een efficiencyverbetering door de indirecte kosten met 5% te verlagen en de productiviteit met 5% te verhogen. Dat leidde in 2006 tot tal van concrete kostenbesparende en productiviteitsverhogende acties en maatregelen zowel binnen de ondersteunende bedrijven als binnen de zorgdivisies. Hierdoor verbeterde opnieuw de verhouding tussen onze directe en indirecte kosten in 2006. De directe kosten stijgen van 53,7% in 2005 naar 56,1% in 2007. Hierdoor is er in 2007 voor 1 4 miljoen meer beschikbaar voor directe zorgverlening dan in 2006. De gehanteerde definitie van indirecte kosten is ruim. Het betreft al het indirecte personeel in zowel de ondersteunende divisies als in de zorgdivisies, alsmede alle indirecte materiële kosten zoals gebouwen etc. Het overheadpercentage in engere zin betreft het indirect personeel in de ondersteunende bedrijven. Dit bedraagt 11% van de totale kosten. Om de doelmatigheid verder te verbeteren wordt aan patiënten niet meer en langer zorg aangeboden dan noodzakelijk. 56% van onze patiënten heeft maximaal 10 behandelcontacten in het jaar 2006 gehad. Financieel resultaat De Parnassia Groep heeft in 2006 een omzetstijging gerealiseerd van 1 39,1 miljoen. Dit is een stijging van 20%. Hiervan wordt 13,5 % gerealiseerd door de fusie met Brijder, 1% door twee kleine overnames, en 5,5% door autonome groei. Door deze autonome groei was het mogelijk ongeveer 3.000 patiënten meer te behandelen dan in 2005. Het financieel resultaat is 1 2,9 miljoen. Dit is gelijk aan 2005 bij een hogere omzet. Dit relatief lage resultaat wordt onder meer veroorzaakt doordat een deel van de geleverde productie, ruim 1 1,7 miljoen, nog niet is vergoed/betaald*. Voor dit bedrag is een claim bij de NZa ingediend op landelijk resterende middelen over 2006. De NZa zal daarover in 2007 een besluit nemen.
sia Resultaatratio
* bij nacalculatie van 1 1,7 miljoen:
2005
2006
1,48%
1,23%
Na toevoeging van het financieel resultaat aan het eigen vermogen bedroeg dit ultimo 2006 1 22,7 miljoen, te weten 9,6% van de omzet (2004: 7,9%, 2005: 8,7%). Het streven is een verdere verhoging van het vermogen in 2007-2008 tot 12% eind 2008. Het vermogen van de Parnassia Groep ultimo 2006 voldoet aan de voorwaarden, die het Waarborg Fonds Zorg (WfZ) stelt om te kunnen worden toegelaten. Toelating tot het WfZ heeft reeds plaatsgevonden, waardoor financiering met lang vreemd vermogen goedkoper kan plaatsvinden. Solvabiliteit 2005
2006
Solvabiliteit (totaal eigen vermogen / balanstotaal) 12,5%
13,7%
Solvabiliteit (eigen vermogen / totaal opbrengsten)
9,6%
8,7%
Vermogensontwikkeling in 2006 ( in miljoenen euro’s ) Vermogen, reserves & voorzieningen per 1 jan. 2006 Bij: * Fusie met Brijder Verslavingszorg * Mutatie in de egalisatierekeningen * Mutatie in de voorzieningen
25,6
4,1 0,7 0,3 5,1
Bij: Exploitatieresultaat 2006
2,9
Vermogen, reserves & voorzieningen per 31 dec. 2006
33,6
Liquiditeit De liquiditeit is bij de Parnassia Groep laag, omdat er relatief veel kortlopende schulden zijn waarmee delen van de vaste activa zijn gefinancierd. Dit vanwege de huidige financieringsvoordelen die hiermee zijn te bereiken. De liquiditeit op basis van de Quick ratio (vlottende activa inclusief liquide middelen gedeeld door de kortlopende schulden):
1,96%
Eigen Vermogen Gezien de marktontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande financiële risico’s geven wij in ons nieuwe bedrijfsplan aan dat het eigen vermogen de komende jaren stapsgewijs aanzienlijk verhoogd zal moeten worden. Hierop is ook in de loop van de afgelopen bedrijfsplanperiode gestuurd. Dit is van belang in het licht van het voornemen van de overheid om het risico over de kapitaalslasten
43
volledig bij de zorginstellingen te leggen, en gezien het toenemende risico van omzetverlies door marktwerking.
Quick ratio
Maatschappelijk Verslag 2006
2005
2006
0,27
0,19
Parnassia
Groep
Begroting 2007 en verder Uitgangspunten begrotingsproces In de begrotingssystematiek van de Parnassia Groep maken alle divisies, zowel de zorgdivisies als de ondersteunende divisies, een integrale baten- en lastenbegroting. De begroting van de Parnassia Groep is een optelsom van deze divisiebegrotingen. De ondersteunende divisies worden betaald op basis van dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) met de zorgdivisies. De begrotingen van de divisies worden vertaald naar afdelingsbudgetten en door de afdelingen vertaald naar taakstellingen per medewerker. Daarmee is, onder andere ten behoeve van de DBC’s, de basis gelegd voor het kunnen toerekenen van kosten en baten aan de zorgproducten. Baten De omzet van de Parnassia Groep wordt verkregen door contracten af te sluiten met verschillende financiers. De verdeling in de begroting 2007 is als volgt: Zorgkantoor – AWBZ 86% Justitie 4% Gemeentefinanciering - WMO 6% Overige financieringen 4% De meeste inkopers stellen steeds meer eisen op het gebied van prijs en kwaliteit. Gunning vindt ook plaats op basis van deze criteria. Door de marktwerking is er een toenemende concurrentie tussen aanbieders. Vanaf 2008 zullen de verzekeraars in plaats van het Zorgkantoor afspraken maken over de GGZ voor ambulante patiënten en patiënten niet langer dan 1 jaar klinisch opgenomen. Naar verwachting zullen wij dan 70% van onze omzet contracteren met verzekeraars.
In een aantal regio’s in het land zijn gunningen verkregen voor het starten van vestigingen van PsyQ. Ook is een aantal aanvullende productievoorstellen ingediend bij het Zorgkantoor Haaglanden, en voor wat betreft uitbreiding van de klinische toelating bij het ministerie van VWS. Deze zijn nog niet opgenomen in de begroting. Lasten Het in 2004 ingezette beleid voor een meer flexibele kostenstructuur, verlaging van de indirecte kosten en verhoging van de productiviteit is ook in 2007 voortgezet. De Raad van Bestuur heeft eind 2005 besloten tot efficiencymaatregelen (5% daling van de kosten bij gelijkblijvende kwaliteit) die in 2006 in gang zijn gezet. Deze worden in de begroting 2007 volledig gerealiseerd. Om in het financieel beleid meer flexibiliteit te bereiken zijn managementruimtes opgenomen zowel op concern- als divisieniveau. Resultaatsverwachting 2007 De Parnassia Groep heeft bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met een te behalen resultaat van 1 500.000. Dit zal hoger zijn naarmate de diverse gunningen positiever uitvallen. Het streven is een resultaat van 2,5%, ofwel 1 6 miljoen. Dit is noodzakelijk voor de beoogde stapsgewijze vergroting van het eigen vermogen (zie hierboven). Investeringsbegroting 2007 Deze bedraagt 1 20,5 miljoen, te weten 1 14 miljoen voor gebouwen (nieuwbouw en renovaties), 1 4 miljoen voor inventarissen en 1 2,5 miljoen voor ICT. Begroting 2008-2009 Voor de jaren na 2007 bestaat de begroting uit ramingen. De begrotingen 2008 en 2009 zijn opgesteld uitgaande van 4% omzetstijging per jaar. Tevens is rekening gehouden met een verdere verbetering van de verhouding tussen direct zorggerelateerde kosten en kosten van de ondersteuning. De meerjarendoelstelling is een jaarlijkse resultaat van 2,5% van de omzet.
ssia Vanwege een kort geding van één van de aanbieders in de regio met het Zorgkantoor Haaglanden heeft dit Zorgkantoor alle aanbieders maar 90% van hun toekenning gegund. Resterende bedragen volgen in juli 2007.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft een meldingsprocedure voor problematische wachtlijsten ingesteld. Deze meldingsprocedure omvat onder meer normen (de zogenaamde Treeknormen) die van toepassing zijn bij het ontstaan van wachtlijsten, bijvoorbeeld als gevolg van de groei van de vraag. Gezien de budgetmaxima kampt de Parnassia Groep met problematische wachtlijsten. Voor het oplossen hiervan is een bedrag van 1 7,6 miljoen aangevraagd. Gezien de verwachting dat bij herschikkingen, net als in 2006, extra middelen hiervoor ter beschikking komen heeft de Parnassia Groep de verantwoordelijkheid genomen nu reeds ter waarde van ruim 1 3,0 miljoen extra zorg te leveren om de wachtlijsten te laten krimpen. Dit is een omzetrisico in deze begroting.
Parnassia
Groep
Financiële risico’s Het Zorgkantoor Haaglanden heeft zoals vermeld alle instellingen t/m april 2007 slechts 90% van de contracten toegekend. Daarnaast is er nog regionale groeiruimte beschikbaar. Gezien de wachtlijsten en de in de begroting opgenomen capaciteit aan mensen en gebouwen van de Parnassia Groep moeten we nog ruim 1 5 miljoen extra contracteren bij de regionale en landelijke herschikkingen in de loop van het jaar. Hier tegenover staat dat er over 2006 nog een nagekomen bate verwacht kan worden als er landelijk middelen resteren. Dit voordeel is maximaal 1 1,7 miljoen.
Maatschappelijk Verslag 2006
44
Jaarrekening
Hier volgt een samenvatting van onze Jaarrekening in de vorm van de geconsolideerde balans en resultatenrekening. De volledige Jaarrekening inclusief de daarbij behorende bijlagen is te raadplegen op www.jaarverslagenzorg.nl en op onze eigen website www.parnassiagroep.nl als afzonderlijk pdfdocument. De volledige Jaarrekening is tevens op verzoek beschikbaar als afzonderlijk gedrukte uitgave.
Gro 45
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Geconsolideerde balans per 31 december 2006 (voor resultaatverdeling)
31-12-2006 31-12-2005 ACTIVA
1
1
760.563 145.778.678 3.629.667 150.168.908
371.185 116.505.127 3.054.518 119.930.830
192.715 6.006.815 7.647.761 1.954.282 15.801.573
189.832 5.149.575 7.155.278 3.498.621 15.993.306
165.970.481
135.924.136
1
1
22.680.587
16.990.542
EGALISATIEREKENING AFSCHRIJVING
4.573.959
3.399.214
VOORZIENINGEN
6.308.455
5.182.177
LANGLOPENDE SCHULDEN
51.908.841
51.033.881
KORTLOPENDE SCHULDEN
80.498.639
59.318.322
165.970.481
135.924.136
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal
PASSIVA EIGEN VERMOGEN
Totaal
Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
46
Geconsolideerde resultatenrekening over 2006
31-12-2006 31-12-2005 BEDRIJFSOPBRENGSTEN
1
1
199.665.522
173.216.029
246.879
234.797
35.366.011
22.740.010
235.278.412
196.190.836
164.975.740
136.112.270
8.966.178
7.947.861
Overige bedrijfskosten
54.766.060
46.186.416
Som der bedrijfslasten
228.707.978
190.246.547
6.570.434
5.944.289
-3.666.365
-3.042.162
2.904.069
2.902.127
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Niet gebudgetteerde zorgprestaties (eigen bijdragen cliënten) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
ssia 47
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Bijlagen
Hierna volgen de bijlagen waarnaar in de tekst werd verwezen. Daarnaast kent het Jaardocument Zorg een aantal voorgeschreven / verplichte bijlagen. Deze worden aangeleverd via de webenquête DigiMV. Betreffende bijlagen zijn als pdf-document (gegenereerd uit DigiMV), te raadplegen op www.jaarverslagenzorg.nl en op onze eigen website www.parnassiagroep.nl.
Gro Parnassia
Groep
Maatschappelijk Verslag 2006
48
Bijlage I bij 2.4 Belanghebbenden
-
Samenwerkingsverbanden van de Parnassia Groep De Parnassia Groep en haar divisies kent de volgende geformaliseerde samenwerkingsverbanden. Psychiatrie Parnassia - Met St. Hulpverlening Opvang Prostituees (SHOP) inzake optimale zorg voor straatprostituees in Den Haag - Met St. Huize Cornax voor het bieden van optimale zorg van psychiatrische patiënten die langdurig dak- en thuisloos zijn geweest en die in Cornax verblijven. - Met Goodwill centrum van Leger des Heils. Doel is dat optimale zorg verleend kan worden aan bewoners / cliënten die gebruik maken van de opvang van het Goodwill centrum. - Met Kessler Stichting voor laagdrempelige en optimale zorg aan bezoekers, bewoners of cliënten die gebruik maken van voorzieningen van de Kessler Stichting. - Met St. LIMOR (Landelijke Instelling voor Maatschappelijke Opvang en Resocialisatie) voor psychiatrische patiënten die langdurig dak- en thuisloos zijn geweest. Doel is optimale behandeling van in De Wissel verblijvende cliënten. - Met diverse GGZ instellingen samenwerking middels de Stichting Liberman-modules. Doel van stichting is verbetering en doorontwikkeling gebruik van Libermanmodules. - Met Trimbos-instituut voor het verbeteren van de Schizofreniezorg. Doel is dat patiënten met schizofrenie aan het eind van project meetbaar beter behandeld kunnen worden. - Met diverse partijen voor wonen met zorg voor langdurig zorgafhankelijken in Den Haag. Doel is maatschappelijke integratie en zelfstandig functioneren van de doelgroep te optimaliseren. - Met Academisch Ziekenhuis Groningen en GGZ Drenthe voor kenniscentrum schizofrenie. Doel is ontwikkelen en verspreiden van kennis omtrent schizofrenie. - Met diverse organisaties een Stedelijk convenant Maatschappelijk Steunsysteem (MSS) voor langdurig zorgafhankelijke psychiatrische cliënten in Den Haag die niet in crisis verkeren en openstaan voor hulp. Doel is het opbouwen van maatschappelijke steunsystemen om deze cliënten bestaande uit familie, kennissen en hulpverlenende instanties. - Met RIBW Den Haag en Staedion Wonen voor langdurig zorgafhankelijken in Den Haag. Doel is het ter beschikking stellen van veilige woonruimten. - Met Trimbos-instituut voor project Landelijke implementatie van de cursus psycho-educatie voor familieleden van mensen met schizofrenie. Doel is de kwaliteit van het leven van deze familieleden te
49
-
- - - -
verhogen. Met WoonInvest, Fonteynenburg en GGZ Haagstreek voor huisvesting voor langdurig zorgafhankelijken in Den Haag en LeidschendamVoorburg. Met diverse netwerkpartijen de samenwerkingsovereenkomst Wijk aan Zet voor ouderen in stadsdeel Loosduinen en Vogelwijk. Doel is preventie en vroegtijdige behandeling van ouderen te verbeteren. Met Algemene Haagse Stichting Waterhof voor verkorten verblijf ouderen in intramurale psychiatrie Met diverse partijen het convenant Integratie GGZ indicatiestelling bij Regionaal Indicatieorgaan. Doel is dat GGZ indicaties juist gesteld worden. Met St. Woon- en Zorgcentrum Scheveningen inzake het Transmuraal Centrum voor Ouderenpsychiatrie ‘De Thuishaven’ Met diverse partijen een convenant inzake het inzetten van psychogeriatrische teams voor de begeleiding van ouderen met een dementiesyndroom alsook voor hun mantelzorgers in de regio Haaglanden.
Wonen met Zorg Parnassia - Met Wijndalercentrum inzake de levering van aanvullende psychogeriatrische zorg voor bewoners van het Wijndaelercentrum. - Met Tabitha inzake de levering van aanvullende psychogeriatrische zorg aan bewoners van Woonen Zorgcentrum Tabitha. - Met Duinhage voor 24 uurs extramurale zorg voor 15 bewoners die een woonruimte huren bij Zorg-woonvoorziening Duinhage. - Met Duinhage voor aanvullende somatische zorg voor bewoners van Zorg-woonvoorziening Duinhage. - Met Verpleeghuis Nieuw Berkendael voor opleiding van een verpleeghuisarts. - Met diverse partijen voor Wonen, Welzijn en zorg in Leidschendam-Voorburg met als doel het voor oudere inwoners met een functionele beperking mogelijk te maken dat zij los van welke zorgvraag dan ook deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij, al dan niet met ondersteuning. PsyQ - Met TU Delft en UvA inzake onderzoek naar Smart Virtual Reality Exposure Therapy (VRET) - Met Ockenburgh Prevent BV inzake hulpverlening aan mensen met arbeidsgerelateerde problematiek. - Met Medilux inzake afspraken voor pilot thuisbehandeling winterdepressie met lichttherapie - Met Net Union in het kader van behandeling eetstoornissen en obesitas. - Met Reinier van Arkelgroep inzake deskundigheidsbevordering over ADHD bij volwassenen door Parnassia. - Met St. CASA om advies, informatie en hulp op
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
gebied van seksualiteit in regio Den Haag beter bereikbaar te maken. Brijder Verslavingszorg - Met St. RIBW en Verpleeghuis Lozerhof voor ketenvoorziening voor Korsakov-patiënten in de Haagse regio. - Met St. AIAR en St. Novadic voor ‘Implementing regular outcome feedback in substance abuse treatment’ . Doel is het verkrijgen van goede onderzoeksgegevens. - Met GGZ Delfland inzake een geïntegreerde verslavingszorg in Delft Westland Oostland - Convenant Midden Holland met diverse organisaties in Zuid Holland inzake samenwerking in de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) - Met GGD Duin- en Bollenstreek, GGD Zuid Holland Noord inzake verslavingspreventie. Doel is preventie van riskant gedrag gericht op het voorkomen van experimenteergedrag en problematisch gebruik van drugs. - Met diverse organisaties in Zuid-Holland Noord inzake samenwerking voor geestelijke gezondheidszorg van asielzoekers in de regio. - Met diverse organisaties inzake convenant Tyfoon REVA met als doel een wijkgerichte, bovensectorale drugsaanpak in Den Haag. - Met Triodus inzake opvang kinderen van verslaafde ouders van Brijder Verslavingszorg. - Met AGOG (St. Anonieme gokkers omgeving gokkers) inzake gebruik Parnassiaruimte door AGOG - Met diverse organisaties inzake het verminderen van het isolement en bevorderen van de vermaatschappelijking van sociaal kwetsbare personen. - Met GGZ Rivierduinen inzake de koppeling van de spraaksystemen (telefoon centrales en telefoonnet) in het gemeenschappelijk gebruikte gebouw aan de Brechtzijde te Zoetermeer. - Met diverse partijen in Den Haag inzake integrale aanpak huiselijk geweld in Den Haag - Met diverse partijen voor het buitenschoolse Zoetermeerse Zorg Netwerk (ZZoN). Doel is hulpverlening voor niet langer schoolgaande jongeren van 12 tot 23 jaar af te stemmen. - Met St. Interconfessioneel Spaarneziekenhuis inzake samenwerking op snijvlak somatische zorg en verslavingszorg. - Met Openbaar Ministerie Alkmaar, Politie, St. GGZ Noord-Holland Noord inzake vastlegging van afspraken en verantwoordelijkheden van verschillende partijen in Noord-Holland Noord met betrekking tot openbare orde en geestelijke gezondheidszorg. - Met diverse partijen inzake aanpak Openbare geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) in Haarlem - Met diverse partijen inzake strafrechterlijke aanpak Huiselijk Geweld Arrondissement Haarlem - Met gemeente Zaanstad inzake overeenkomst Scoren met Werk. Doel is activering van mensen met problematische verslavingsachtergrond. - Met diverse partijen inzake afspraken over
- - - -
-
- - -
- - -
opvang, begeleiding en behandeling van mensen met psychische of verslavingsproblemen die overtredingen begaan of hulpverlening nodig hebben in Noord-Holland Noord. Met Alkmaar inzake hulpverlening aan verslaafde veelplegers. Met diverse partijen inzake Huiselijk Geweld in de regio Amstelland- de Meerlanden. Met gemeente Hoorn inzake hulpverlening aan verslaafde veelplegers Met diverse partijen inzake ketensamenwerking voor Kwetsbare mensen met zorgmijdend gedrag in Zuid-Kennemerland. Doel is de kwaliteit van het leven van deze mensen en hun omgeving te verbeteren. Met diverse partijen een convenant tot uitvoering van het beleid inzake Openbare en Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) in regio ZaanstreekWaterland Met diverse partijen inzake Convenant Schakelnet voor kwetsbare mensen met zorgmijdend gedrag in de regio Amstelland- de Meerlanden. Met GGZ Dijk en Duin inzake diverse afspraken voor samenwerking in regio Midden Kennemerland. Met de Geestgronden inzake afspraken m.b.t. inzet van psychiaters van de Geestgronden in klinieken en ambulante zorg van Brijder Verslavingszorg. Met diverse partijen inzake advies- en steunpunt Huiselijk Geweld Zaanstreek-Waterland. Met St. GGZ Dijke en Duin inzake het bieden van ACT-samenwerking aan verslaafden met psychotische stoornissen in regio Zaanstreek-Waterland. Met EcoSol BV inzake een goed aanbod van dagbesteding, sociale en arbeidsactivering aan met name verslaafden.
Forensische en Intensieve Zorg Parnassia - Met Gemeente Den Haag inzake schuldhulpverlening. - Met politie Haaglanden, OM en gemeente inzake gegevensuitwisseling over volwassen veelplegers in Den Haag. - Met St. Verslavingszorgreclassering GGZ-Ned inzake doorbetaling subsidies. - Met politie, justitie, De Waag en Leger des Heils inzake huiselijk geweld.
assia Parnassia
Groep
Geneesheer Directeur - Met diverse partijen inzake psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen. - Met diverse partijen - GGZ-instellingen, ziekenhuizen, Arrondissementsparket Den Haag en Regiokorps Haaglanden - inzake afspraken over contactpersonen. Raad van Bestuur - Met St. GGZ Delfland inzake samenwerking tot een breder strategisch beleid en het verkrijgen van synergievoordelen.
Maatschappelijk Verslag 2006
50
-
- - - - - -
Met IbMZ (incidenten beheersing management zorginstellingen) over toetreding Parnassia tot Incidentenbeheersing Management Zorginstellingen. Affiliatie overeenkomst tussen LUMC en Parnassia inzake co-assistenten. Met Slotervaartziekenhuis inzake opleiding van agio’s. Met Medisch Centrum Alkmaar inzake opleiding van agio’s. Met Reinier de Graaf Ziekenhuis inzake nieuwbouw op locatie Voorburg. Met Monar inzake deskundigheidsbevordering en voorkoming sociale uitsluiting van randgroepen. Met diverse instellingen inzake werkzaamheden voor gemeenschappelijke rekening voor het samenwerkingsverband Zorghart te Zoetermeer.
Zorgservice - Met het Nederlandse Rode Kruis voor het gezamenlijk opzetten van de cursus ‘De kracht van vriendschap’. Doel van deze cursus is preventie van eenzaamheid in samenleving. - Met ROEP (Regionaal Orgaan van Eerstelijns Psychologen Den Haag en omgeving) een convenant waarin afspraken zijn gemaakt over hulpverlening en verwijzing. - Met Stichting welzijnsorganisatie Centrum te Den Haag inzake de aanpak van psychosociale problematiek en/of psychiatrische stoornissen - Met diverse partijen om te komen tot Alzheimer Café in de gemeente Rijswijk. - Met diverse partijen om preventie en vroegtijdige behandeling van ouderen in stadsdeel Loosduinen en Vogelwijk te verbeteren. - Met huisartsen voor inzet GGZ-medewerker in huisartsenpraktijken in Zoetermeer. Doel is zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt en zo efficiënt mogelijk te bieden. - Met Trimbos-instituut inzake DIMS (Drugs informatie systeem). Dit is een landelijk systeem dat in opdracht van het ministerie van VWS informatie verzamelt en hierover rapporteert. - Met Trimbos-instituut inzake onderzoek of preventiecursus ‘geen paniek’ effectief is.
Groe
51
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Bijlage II bij 4.4.1 Kwaliteit van zorg: prestatie-indicatoren
Kwaliteit van zorg Verpleeghuis Dorestad: prestaties verantwoorde zorg Voor wat betreft onze Verpleeghuiszorg (Dorestad) beschrijven wij hieronder het beleid, inspanningen en prestaties op het gebied van kwaliteit van zorg. Deze verantwoorden wij aan de hand van de 9 thema’s ‘prestaties verantwoorde zorg’ van de VVT-sector. 1. Zorg- en leefplan/behandelplan Het zorg-, leef- en behandelplan is geïntegreerd en vastgelegd in het Electronisch Patiënten Dossier (EPD). In 2006 is het multidisciplinair overleg geëvalueerd. Hieruit bleek dat een apart overleg tussen de contactpersoon van de patiënt en de eerst verantwoordelijke verzorgende, eventueel samen met de arts, wenselijk was om de afspraken en resultaten te bespreken. Hierop is het beleid, in samenspraak met de familieraad aangepast en geïmplementeerd. Alle afdelingen werken nu op dezelfde wijze. De eerst verantwoordelijk verzorgende heeft een meer centrale rol in het gehele zorgproces gekregen. De eerst verantwoordelijke verzorgenden hebben hiertoe allen de branche erkende opleiding gevolgd. De mate waarin afwijkingen op het zorgplan inzichtelijk zijn is een verbeterpunt. 2. Communicatie en informatie Communicatie met patiënten en contactpersonen vindt plaats op verschillende niveaus. Informatie over de individuele behandeling en begeleiding van de patiënt vindt plaats naar aanleiding van een multidisciplinair overleg met de patiënt en/of zijn vertegenwoordiger. De eerst verantwoordelijk verzorgende heeft hierin een centrale rol en is eerste aanspreekpunt voor de patiënt en de familie. Met de familieraad van Dorestad is overleg geweest over belangrijke beleidskeuzes omtrent vocht en voedingsbeleid en palliatieve zorg. Door o.a. de beschrijving van de processen in procedures en werkinstructies in het kader van invoering van het kwaliteitssysteem is er meer eenduidigheid over werkprocessen op de diverse afdelingen. Dit zal leiden tot een HKZ-certificaat in het najaar van 2007. In 2006 is er voor Dorestad een eigen website, www.dorestad.org gelanceerd. De website geeft informatie aan potentiële patiënten maar geeft ook de unieke mogelijkheid aan patiënten en familie om in een afgeschermde omgeving, een privépagina, informatie en foto’s uit te wisselen. In 2006 is een Cliënttevredenheidsonderzoek uitgevoerd door de stichting Cliënt en Kwaliteit. Bij zowel de voorbereiding als de nabespreking ervan is de familieraad nadrukkelijk betrokken geweest. Uit het onderzoek bleek dat er behoefte bestaat bij contactpersonen om meer betrokken te worden bij de bepa-
Parnassia
Groep
ling van het medisch beleid en dat er afspraken gemaakt moeten worden over contactmomenten met de Eerstverantwoordelijk verzorgende en de contactpersoon om o.a. meer informatie te geven over ziektebeeld en de grenzen van de zorg beter aan te kunnen geven. Hierop zal actie ondernomen worden in 2007. 3. Lichamelijk welbevinden en gezondheid In 2006 is aan de hand van de richtlijnen van Actiz het vocht- en voedingsbeleid herschreven en geïmplementeerd. In het Electronisch Patiënten Dossier is op individueel niveau vastgelegd welke wensen en behoeften omtrent o.a. zorgondersteuning, eten en drinken en activiteiten de patiënt heeft. Naar aanleiding van het cliënttevredenheidsonderzoek is in samenspraak met de familieraad een kwaliteitsverbetering omtrent de maaltijden ingang gezet door een andere manier van maaltijdverstrekking. Hierdoor is de sfeer omtrent de maaltijden verbeterd en is er passende hulp en toezicht tijdens de maaltijden gerealiseerd. 4. Zorginhoudelijke veiligheid Dorestad participeert in de jaarlijkse Landelijk prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ). De prevalentie van decubitus is de afgelopen jaren significant gedaald naar 4.8%. Vocht- en voedingsbeleid is aangepast volgens de richtlijnen van Actiz. Er is een nieuw valprotocol ingevoerd waarbij na eerste signalering multidisciplinair acties worden uitgezet met als doel het aantal valincidenten te verminderen. Er is een electronisch medicatievoorschrijfsysteem geïmplementeerd. Hierdoor is polifarmaciebewaking (gebruik van 9 of meer verschillende medicijnen) en interactiebewaking geautomatiseerd en geborgd. De vaccinatiegraad in het kader van preventie influenza is onder de patiënten hoog (95%). De vaccinatiegraad onder het personeel is laag (15%). Dit is een punt van aandacht. Vrijheidsbeperkende maatregelen worden op zo’n beperkt mogelijk niveau en conform wettelijke voorschriften ingezet en gedocumenteerd. In 2006 is beleid t.a.v. palliatieve zorg vastgesteld en geïmplementeerd. De familieraad is hier nadrukkelijk bij betrokken. 5. Woon- en leefomstandigheden Uit het cliënttevredenheidsonderzoek blijkt dat men tevreden is over de sfeer in het huis, de grootte van de patiëntenkamers en de aankleding van de huiskamers. De schoonmaak kan op een aantal aspecten beter. De geboden mogelijkheid aan patiënten om alleen te zijn wordt tevens positief beoordeeld. 6. Participatie en dagstructurering Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat de tevredenheid over dagstructurering en participatie positiever worden beoordeeld dan in eerdere onderzoeken. Contactpersonen worden geïnformeerd en betrokken bij activiteiten.
Maatschappelijk Verslag 2006
52
De communicatie over de activiteiten zijn verbeterd door o.a. gebruik van de website, betere informatievoorziening via de bewonerskrant en een meer gestructureerd contact tussen contactpersoon en eerst verantwoordelijk verzorgende. 7. Mentaal welbevinden Door de verdere invoering van belevingsgericht werken heeft het mentaal welbevinden van de bewoners zeer veel aandacht gekregen. Inspelen op wensen en behoeften, gedragsobservatie en besprekingen hebben er toe bijgedragen dat de inzet van de psycholoog effectiever is. In het cliënttevredenheidonderzoek zijn goede resultaten geboekt m.b.t. persoonlijke aandacht. Scholing van de medewerkers in hoe om te gaan met afwijkend gedrag heeft daar aan bijgedragen. Door te starten met een specifieke cursus m.b.t. methodiek van gedragsveranderingen zal het mentaal welbevinden continu op de voorgrond blijven staan. Verbetertraject: ontwikkelen van een protocol m.b.t. moeilijk verstaanbaar gedrag en implementatie (2007). 8. Veiligheid wonen en verblijf Periodiek onderhoud van bedden en tilhulpmiddelen is geïmplementeerd. Medewerkers worden 2 maal per jaar geschoold in het omgaan met tilhulpmiddelen. Iedere afdeling heeft een tilspecialist die extra scholing krijgt om nieuwe medewerkers hierin te coachen. De tilcommissie reageert op allerlei vragen en doet voorstellen ter verbetering van de veiligheid van de bewoners. Nieuwe bedden met aanpassingen voor comfortabele transfers zijn aangeschaft. Iedere medewerker heeft bijeenkomsten bijgewoond m.b.t. brandpreventie. 9. Voldoende en bekwaam personeel Het scholingsplan voor de medewerkers van Dorestad is van hoge kwaliteit. Alle EVV hebben de Branche erkende opleiding gevolgd. Medewerkers vanaf nivo 3 hebben gelegenheid om de bekwaamheidsverklaring in het kader van de wet BIG te verlengen. Intensieve trajecten van scholing en training on the job m.b.t. belevingsgericht werken en gedragsveranderingen voor alle nivo’s dragen er aan bij dat de kwaliteit van zorg hoog is. De bezetting op de afdelingen wordt in het cliënttevredenheid onderzoek goed gescoord. Verbeterpunt: Regeling permanent toezicht moet nog verder uitgewerkt en verantwoord worden.
ssia 53
Maatschappelijk Verslag 2006
Parnassia
Groep
Bijlage III bij 4.4.2. Klachten
Aanbevelingen klachtencommissie Parnassia Groep en genomen maatregelen in 2006 klacht
aanbeveling
maatregel geneesheer-directeur
WKCZ
-
-
-
-
in het EPD de juridische status als standaarditem opnemen voorzieningen treffen voor tijdelijk werken met papieren en elektronisch dossier om omissies te voorkomen voorlichting geven over art. 43 BPW
-
-
voorziening is aanwezig, instructie op dit onderdeel wordt herhaald instructie hieromtrent zal herhaald worden
voorstel ontwikkelen door directie F&I om patiënten met juridische titels beter te volgen; verzoek tot scholing wordt hierbij betrokken (stuurgroep zorg)
BOPZ
-
gesprek met betrokkene, familie, tolk, bemidde- - laar arrangeren ter verbetering situatie
gesprek heeft plaatsgevonden
BOPZ
-
aard, omvang en frequentie van verbale/fysieke - gedragingen die gevaar veroorzaken dienen systematisch en nauwkeurig in het dossier te worden vastgelegd om onduidelijkheid of misverstand over de noodzaak tot dwangbehandeling te voorkomen verricht nader onderzoek naar de mogelijk- heden om op de afdeling (TZT zuid gesloten) drugs te gebruiken en neem waar nodig passende maatregelen
wordt aan de orde gesteld in de stuurgroep zorg met verzoek in divisievergadering(en) hieraan aandacht te besteden. BOPZ commissie zal verzocht worden dit onder de aandacht van de BOPZ-deskundigen te brengen
geeft in overweging mentorschap in te stellen t.b.v. klager bevorderen dat incidenten terstond en duidelijk worden omschreven in het patiëntendossier om te voorkomen dat bij eventuele klacht(en) over dwangmedicatie moet worden afgegaan op mededelingen achteraf door de behandelaars in verweerschrift(en) systematisch en duidelijk vermelden waar het gevaar voor patiënt en/of anderen uit heeft bestaan en in welke situatie
advies is besproken met behandelaar en inmiddels is de procedure in gang gezet. via de divisiedirecties en BOPZ commissie is nogmaals nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het belang van een juiste en volledige verslaglegging, met name ook met betrekking tot de incidenten en overwegingen die leiden tot het besluit tot vrijheidsbeperking en/of dwangmaatregel. Instructie is in deze zin aangepast
-
BOPZ
- -
-
- -
-
aan directeur zorg divisie psychiatrie wordt gevraagd onderzoek hiernaar te doen
BOPZ
-
nieuwe beslissing of andere behandeling
-
patiënt is met ontslag
WKCZ
-
mogelijkheden woonvoorziening opnieuw bekijken contact maken met familie van patiënt
-
verzoek aan behandelaar gedaan
-
verzoek aan behandelaar gedaan
-
Parnassia
Groep
Gro
Maatschappelijk Verslag 2006
54