Kwaliteit door transparantie en ondernemerschap Beleidsvisie 2007-2010
Kwaliteit door transparantie en ondernemerschap Missie MDNW In de missie wil MDNW tot uitdrukking brengen dat mensen die onvoldoende in staat zijn om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, ondersteund moeten worden. Tevens doen wij een beroep op andere deelnemers in onze samenleving om zich hiervoor in te zetten. MDNW baseert zich hierbij op de zogenaamde ‘civil society’ – de burgermaatschappij – die een belangrijke peiler is van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wij gaan in de eerste plaats uit van de eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Het doel is om zelfstandig deel te (leren) nemen aan de samenleving. Interventies zijn daarom gericht op het versterken van zelfbewustzijn en emancipatie. De missie van MDNW luidt: De cliënt helpen dan wel stimuleren, zodat hij voor zichzelf kansen kan creëren voor een gelukkiger en evenwichtiger leven. De medewerker ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden bieden, zodat hij voor zichzelf, in relatie tot zijn vakgebied, kansen creëert en zo werkt aan zijn innerlijke ontplooiing en grotere werktevredenheid. Als organisatie actief participeren in de omgeving, zodat MDNW kansen creëert om zich als maatschappelijk verantwoord ondernemer waar te maken en een sterke positie in de keten te verkrijgen.
Beleidsvisie 2007-2010 Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
1
Inhoudsopgave 1 Inleiding........................................................................................................3 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 3 3.1 3.2 4
2
Relevante maatschappelijke ontwikkelingen............................4 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Vergrijzing Landelijke aandacht voor jeugd en jongeren Grotere kloof tussen arm en rijk Multiculturele samenleving Vaker voorkomende excessen in de samenleving Mogelijkheden en beperkingen van informele zorg Fusiegolf Arbeidsmarktproblematiek
5.3 Kwaliteitsverbetering hulpverlening jeugd en jongeren 5.4 Verdere ontwikkeling Casemanagement Jeugd 5.5 Ontwikkeling Coördinatie Nazorg Jeugdige Plegers en Coördinatie Nazorg Volwassen Veelplegers 5.6 Uitbreiding aanbod Steunpunt Huiselijk Geweld NWN 5.7 Multidisciplinaire aanpak zorgwekkende zorgmijders via Lokaal Zorg Netwerk 5.8 Consolideren regulier hulpverleningsaanbod MDNW
Reflectie op MDNW................................................................................9 Ontwikkelingen op basis van de SWOT-analyse Meningen van stakeholders
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Visie op hulpverlening........................................................................12
7 Ambities voor 2007-2010................................................................24
5 Beleidsaccenten in de hulpverlening..........................................13 5.1 Versterking contacten met huisartsen 5.2 Intensivering samenwerking met de politie
8 Verantwoording......................................................................................25
Organisatie en medewerkers...........................................................18 Primair proces en organisatiestructuur Allround kwaliteitszorg Systeemtheoretisch werkwijze Human Resource Management en de lerende organisatie Financieel beleid Automatisering en informatisering
Adressen en openingstijden.............................................................26
1 Inleiding Voor de beleidsvisie 2007-2010, Kwaliteit door transparantie en ondernemerschap, die u nu in handen hebt, hebben we de beleidsresultaten van de periode 20032006 geëvalueerd. In die tijd heeft MDNW haar positie in de regio Nieuwe Waterweg Noord verstevigd door zich te profileren als actieve partner in de zorg- en welzijnsketen. Het Steunpunt Huiselijk Geweld, Casemanagement Jeugd, onze deelname aan Zorg Advies Teams en de spreekuren in diverse HOED-en (Huisartsen Onder Eén Dak) zijn hier voorbeelden van. Naast de ontwikkeling van specifieke hulpverlening is er intern veel geïnvesteerd in kwaliteit en methodiekontwikkeling. MDNW wil de kwaliteit van de hulpverlening verder verbeteren en meer samenhang en transparantie in de bedrijfsprocessen realiseren. Er is een visie op hulpverlening ontwikkeld en het systeemtheoretisch werken in de hulpverlening is geïmplementeerd. Tevens zijn wij gestart met het project Kwaliteitszorg ter verbetering van de organisatie rondom de hulpverlening. In de komende periode zullen wij de interne organisatie verder versterken. MDNW wil in 2008 opgaan voor kwaliteitscertificering op basis van het Harmonisatiemodel Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector (HKZ).
3
2 Maatschappelijke ontwikkelingen Onze maatschappelijke omgeving is complex en dynamisch. MDNW staat heel bewust midden in de maatschappij en reageert op de ontwikkelingen die hierin gaande zijn, ontwikkelingen die van invloed zijn op onze werkzaamheden. Voor de directe hulpverlening en de bedrijfsvoering zijn van belang de: • Wet Maatschappelijke Ondersteuning; • vergrijzing; • landelijke aandacht voor jeugd en jongeren; • grotere kloof tussen arm en rijk; • multiculturele samenleving; • vaker voorkomende excessen in de samenleving; • mogelijkheden en beperkingen van informele zorg; • fusiegolf; • arbeidsmarktproblematiek.
2.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Op 1 januari 2007 trad na een lange aanloop de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in werking. Deze wet vervangt de Welzijnswet, de Wet Voorzieningen Gehandicapten, een aantal subsidieregelingen en de huishoudelijke verzorging uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg.
4
Belangrijke uitgangspunten van de WMO • De regiefunctie wordt verlegd van centrale overheid naar de gemeenten. • Keuzevrijheid van de cliënt; concurrentie tussen zorgaanbieders wordt bevorderd. • Kostenbeheersing; de AWBZ blijft alleen nog van toepassing op onverzekerbare, langdurige zorg. • Er komt in elke gemeente één WMO-loket, naast een aantal wijksteunpunten, voor informatie en advies vanuit cliëntenperspectief. Het is de bedoeling dat de WMO ondernemerschap en marktwerking in de welzijnssector extra zal stimuleren. Organisaties proberen nieuwe markten aan te boren met diensten die in het verlengde liggen van hun oorspronkelijke werkzaamheden. Zo zien wij nu al dat zorgorganisaties welzijnsactiviteiten gaan aanbieden. Ook worden fusies aangegaan om het voortbestaan van aanbieders van zorg en welzijn veilig te stellen. Bij de eerste uitkomsten van WMO-aanbestedingen voor 2007 werd de landelijke tendens zichtbaar dat vooral op basis van prijsstelling werd gekozen, mogelijk ten koste van kwaliteit. Kernbegrippen, zoals verwoord in de WMO • De ‘civil society’: hiermee wordt een maatschappij nagestreefd, waaraan iedere burger actief deelneemt. • Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid: het beginsel van de verzorgingsstaat wordt losgelaten en de verantwoordelijkheid wordt primair bij de burger zelf gelegd.
• Zorg voor elkaar: vrijwilligerswerk, mantelzorg en burenhulp (samen informele zorg genoemd) zijn niet alleen meer gewenst, maar worden noodzakelijk bevonden. Er is hiervoor nu, voor het eerst, een wettelijke basis. • Meedoen in de samenleving: iedereen moet participeren in de maatschappij. • Compensatieplicht van gemeenten: er moet een vangnet zijn voor mensen die niet (meer) zelfstandig aan de samenleving kunnen deelnemen. De 9 prestatievelden van de WMO • Prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. • Prestatieveld 2: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. • Prestatieveld 3: het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. • Prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. • Prestatieveld 5: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. • Prestatieveld 6: het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het
behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. • Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang. • Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. MDNW heeft met alle prestatievelden raakvlakken of betrokkenheid, maar richt zich vooral op de eerste vijf prestatievelden.
2.2 Vergrijzing In de regio Nieuwe Waterweg Noord behoort circa 27% van de bevolking tot de groep ouderen (vanaf 55 jaar). Mensen worden bovendien steeds ouder. Het aantal 80-plussers neemt al jaren toe en zal nog verder stijgen. Ouderen en de ‘civil society’ De psychosociale problematiek onder ouderen is een groeiend aandachtsgebied. Er is sprake van vereenzaming, gevoelens van onveiligheid, financiële problemen en huisvestingsproblematiek. Met het
5
vorderen van de leeftijd van ouderen brokkelt hun sociale netwerk steeds verder af. De WMO wil bevorderen dat de geïndividualiseerde samenleving ombuigt naar een ‘civil society’, waarbij men uitgaat van bestaande netwerken en sociale relaties. Hier ontstaat een spanningsveld tussen het uitgangspunt van de WMO en de leefomstandigheden van ouderen en de mensen in hun omgeving. MDNW ziet als hulpverleningsorganisatie een rol voor zichzelf weggelegd bij het ontwikkelen van de ‘civil society’, waarbij enerzijds ouderen worden ondersteund om hun zelfredzaamheid zo lang mogelijk te behouden en anderzijds de omgeving wordt gestimuleerd tot betrokkenheid bij en respect voor elkaar.
2.3 Landelijke aandacht voor jeugd en jongeren In haar beleidsrijke agenda op het terrein van jeugd heeft de overheid de afgelopen jaren stevig geïnvesteerd om de hulpverlening aan kinderen en probleemgezinnen te verbeteren en de samenwerking tussen hulpverleners te bevorderen. Met Operatie JONG streeft het kabinet er naar om gemeenten te ondersteunen bij de inrichting van het lokale jeugdbeleid. De Operatie JONG heeft al tot verbeteringen in de hulpverlening geleid. Zo hebben gemeenten op basis van de WMO taken gekregen in het kader van preventief jeugdbeleid. Het kabinet wil dat deze gebundeld aan het kind en de ouders worden aangeboden.
6
MDNW geeft kwaliteitsimpuls MDNW zet zich in om de samenhang en het productenaanbod in de regionale keten voor jeugdhulpverlening te versterken. Wij wil-
len dit doen door een kwaliteitsimpuls te geven aan bestaande processen en producten én door het opzetten van nieuwe ondersteuningsstructuren op basis van de vijf gemeentelijke prestatievelden binnen het jeugdbeleid. Dit zijn: 1 informatie en advies; 2 signalering; 3 toegang tot en toeleiding naar hulpaanbod; 4 lichtpedagogische hulp; 5 coördinatie van zorg op lokaal niveau. Opvoedingsondersteuning De ondersteuningsstructuur behelst het aanbod ‘opvoedingsondersteuning’ dat minimaal voor kinderen, jongeren en hun ouders/ verzorgers beschikbaar en toegankelijk moet zijn. Schiedam, Vlaardingen en Maasluis zijn bezig met de nadere invulling van deze taken. MDWN wil, samen met andere organisaties, de drie gemeenten ondersteunen met een integraal aanbod op het gebied van jeugdhulpverlening.
2.4 Grotere kloof tussen arm en rijk De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. De belangrijkste indicator voor armoede is het inkomen dat een huishouden kan besteden. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) gaat hierbij uit van de Nibud-budgetten: minimale bedragen om van rond te kunnen komen. Het SCP heeft een experimentele armoedegrens vastgesteld die voor het peiljaar 2000 neerkomt op € 8.000 per jaar voor een
alleenstaande, € 11.500 per jaar voor een paar zonder kinderen en ruim € 14.000 per jaar voor een paar met kinderen. Volgens de nieuwste ‘lowest budget’-variant van het SCP valt 9,8% van de inwoners van ons land onder de lage-inkomensgrens. Zij kunnen ‘arm’ worden genoemd en kampen met uitzichtloosheid, sociaal isolement, toenemende verharding in de afhankelijkheidsrelatie met de sociale dienst en andere zorginstituten van overheid en hulpverlenende instanties. Dit zijn risicofactoren voor gedrag waarmee geen aansluiting meer wordt gevonden bij wat normaal wordt geacht in onze samenleving. Voedselbanken In de regio Rotterdam werden in 2006 bij de voedselbanken wekelijks 2.300 voedselpakketten uitgedeeld. Sinds 2001 zijn er ook in onze regio voedselbanken. Steeds meer mensen overwinnen hun schaamte en doen een beroep op deze voedselhulp. Cursus ‘Plan je budget’ In de reguliere hulpverlening zoals Algemeen Maatschappelijk Werk en Bureau Sociaal Raadslieden (BSR) zijn armoede en de financiële problematiek die daarmee samenhangt, veel voorkomende thema’s. In samenwerking met het Nibud heeft MDNW cursusmateriaal ontwikkeld om schuldenproblematiek bij cliënten zoveel mogelijk te voorkomen.
2.5 Multiculturele samenleving Er dreigt een tweedeling te ontstaan tussen allochtone en autochtone groeperingen. Op meerdere fronten is er sprake van verharding en de vooroordelen ten opzichte van elkaar nemen toe. De toch al moeizaam verlopende integratie leidt tot specifieke problemen rondom allochtonen zoals opvoedingsmoeilijkheden, slechte aansluiting op het onderwijs en hoge werkloosheid. Hulpverleningsor ganisaties zijn vaak nog onvoldoende ingespeeld op de specifieke problematiek van allochtonen. Op grond van demografische gegevens zou verwacht kunnen worden dat 70% van de cliënten van MDNW van autochtone afkomst is, en 30% van allochtone afkomst. Van de cliënten die MDNW bezoeken, is echter 55% van allochtone afkomst. Deze mensen zijn dus meer dan gemiddeld vertegenwoordigd in ons cliëntenbestand. Wel moet worden opgemerkt dat relatief meer leden van deze doelgroep zich aan de onderkant van de samenleving bevinden.
2.6 Vaker voorkomende excessen in de samenleving De samenleving wordt steeds vaker geconfronteerd met excessen zoals mishandeling, bedreiging en zelfs doodslag. Ook in onze regio hebben zich ernstige situaties voorgedaan die van grote invloed waren op de (direct)betrokkenen. KIZZ, PSHOR en GHOR MDNW participeert in het overleg Kleine Incidenten en Zeden
7
Zaken (KIZZ), waarin samen met partijen als de politie en de GGD integrale hulpverlening tot stand wordt gebracht. MDNW zorgt in dit kader voor de psychosociale en materiële hulp. Onze medewerkers worden tevens ingezet bij de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) voor de ondersteuning bij grote rampen en ongevallen. Deze hulpverlening wordt gecoördineerd vanuit het de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). De komende jaren zal MDNW zich onverminderd blijven inzetten voor het voorkomen en bestrijden van excessen.
2.7 Mogelijkheden en beperkingen van informele zorg Een van de belangrijkste peilers van de ‘civil society’ is dat iedereen in principe bereid is om informele zorg te verlenen: mantelzorg, burenhulp en vrijwilligerswerk. De werkelijkheid laat echter een tegengesteld beeld zien. Mantelzorg en burenhulp Waar mantelzorg en burenhulp voorheen werden verricht door meerdere familieleden en buren, heeft onze geïndividualiseerde samenleving dat veel minder vanzelfsprekend gemaakt. Daardoor staan zij die de hulp nog wel bieden, hier vaak alleen voor. Dit legt zowel fysiek als psychisch een zware druk op hen.
8
Georganiseerd vrijwilligerswerk Ook vrijwilligersorganisaties hebben steeds meer moeite om vrijwillige medewerkers te vinden voor hun activiteiten. Bovendien
ondervinden zij concurrentie van professionele zorgaanbieders, die in toenemende mate familie en andere vrijwilligers willen inzetten bij ondersteunende taken en cliënt- of patiëntbegeleiding. Vrijwilligers krijgen meer verantwoordelijkheden, zodat professionals zich kunnen richten op complexere werkzaamheden. MDNW biedt ondersteuning De verwachting is dat mensen bereid blijven om informele zorg te leveren, mits zij daarbij worden ondersteund en gefaciliteerd. MDNW wil deze mensen in samenwerking met de professionele vrijwilligersorganisaties ondersteuning bieden, zowel individueel als groepsgewijs, bijvoorbeeld via cursussen op maat.
2.8 Fusiegolf In de zorg- en welzijnssector wordt veel gefuseerd. De belangrijkste reden is de bestaanszekerheid veilig te stellen door synergievoordelen en kostenbeheersing. Daarnaast is veelal het doel om een groter dienstenpakket te kunnen aanbieden vanuit één organisatie. Of door de fusies de beoogde doelen worden behaald, staat niet vast en wordt zelfs in twijfel getrokken. Fusies hebben ook tot gevolg dat de fusie-organisatie opnieuw moet worden geordend, wat veel financiële en personele middelen vergt die ten koste gaan van de hulp- of dienstverlening. De koers van MDNW is gericht op een eigenstandige positionering door een actieve rol in de keten en nauwe samenwerking met ketenpartners en gemeenten.
2.9 Arbeidsmarktproblematiek Het imago van het werkveld ‘maatschappelijke dienstverlening’ is aan slijtage onderhevig. Jonge mensen kiezen minder snel voor een opleiding en carrière in deze richting, waardoor de instroom van gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt stagneert. Bovendien is het niveau waarop opleidingsinstituten studenten afleveren, niet toereikend voor directe inzet in de praktijk. Om invloed uit te oefenen op de opleiding neemt MDNW bij de Hogeschool Rotterdam deel aan het werkgeverspanel dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van het vakgebied. Daarnaast biedt MDNW jonge instromers een intern opleidingstraject aan, waarbij zij individueel worden begeleid en zich al werkend verder kunnen ontwikkelen. Naast de stagnerende instroom van personeel is er tevens sprake van groeiende uitstroom door een vergrijzend personeelsbestand. De werkdruk neemt toe en vacatures blijven langer onvervuld. MDNW tracht deze effecten te beperken door te investeren in aantrekkelijk werkgeverschap en een sterk imago.
3 Reflectie op MDNW 3.1 Ontwikkelingen op basis van de SWOT-analyse Eind 2006 heeft MDNW een SWOT-analyse (SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats) gemaakt. Een van de punten die hierin naar voren kwam, is dat de kracht van MDNW gebaseerd is op de wijze van hulpverlening die door reguliere monitoring en doorlopende kwaliteitsontwikkeling van de hulpverleners, up-to-date en van goede kwaliteit is. Een alerte en innovatieve partner Medewerkers van MDNW pakken steeds meer signalen uit de samenleving op en vertalen deze naar adequate acties. Als dit voor de hulpverlening aan de cliënten noodzakelijk is, worden nieuwe diensten ontwikkeld en geleverd, desnoods vooruitlopend op financiële dekking daarvan. Dit heeft MDNW een goede naam bezorgd. Wij worden gezien als een alerte en innovatieve partner in het zorgen welzijnsveld.
9
Verbreding en verdieping van bereikbaarheid en hulpverlening Ook is geconstateerd dat in de huidige 24-uurs maatschappij de continue (7x24 uur) telefonische bereikbaarheid van MDNW niet meer toereikend is. Onderzocht zal worden of de spreekuren buiten de reguliere kantoortijden uitgebreid kunnen worden. Ook onze hulpverlening via internet zal verder worden ontwikkeld. Voorlichting en preventie Voorts is gebleken dat er nog onvoldoende bekendheid is met de mogelijkheden van MDNW. Daarom zullen wij onze producten en diensten nader toelichten aan onze ketenpartners en met hen een heldere communicatie onderhouden over gezamenlijke activiteiten rondom cliënten. De steeds belangrijker wordende preventie behoort tot de kerntaak van maatschappelijke dienstverlening. Excessen in de samenleving kunnen erdoor voorkomen of beperkt worden, wat veel menselijk leed en kosten voor de gemeenschap zal besparen. Meer aandacht voor jeugdhulpverlening Tevens dient er een duidelijk aanbod te worden ontwikkeld op het gebied van de jeugdhulpverlening. MDNW onderkent het belang van een doelgerichte relatie met scholen en andere samenwerkingspartners die zich met kinderen en jongeren bezighouden. Het werken op scholen moet worden uitgebreid, zowel in het kader van vroegtijdige signalering als om toegang te krijgen tot de gezinnen en het sociale netwerk van jongeren.
10
Een proactieve en coöperatieve ketensamenwerking Een belangrijk uitgangspunt van MDNW is het zich proactief en coöperatief opstellen in de ketensamenwerking. Waar hulpverlening of andere vormen van inzet nodig zijn, zoals coördinatietaken en casemanagement, draagt MDNW daar graag aan bij. Het is echter niet altijd mogelijk om in alle behoeften te voorzien, omdat de maat van het getal hierin begrenzend is. Als betrekkelijk kleine organisatie beschikt MDNW over beperkte middelen, waardoor gewenste ontwikkelingen niet altijd snel kunnen worden gerealiseerd.
3.2 Meningen van stakeholders MDNW maakt deel uit van een groot netwerk van organisaties en instanties in de regio. Om snel en efficiënt op een hulpvraag te kunnen reageren, wordt steeds vaker hulp verleend in samenwerking met partners in het veld. Deze ketensamenwerking staat hoog in ons vaandel, omdat een integrale benadering van problemen in het belang is van de cliënt. Ook met beleidsambtenaren en gemeenteraadsfracties van de gemeenten in de regio onderhoudt MDNW nauwe contacten over relevante ontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken die extra aandacht vragen. MDNW vindt het belangrijk om te weten wat deze stakeholders van ons verwachten en hoe zij tegen de samenwerking aankijken. Als bijdrage aan het beleidsplan zijn daarom interviews gehouden met een aantal stakeholders.
Transparant, omgevingsgevoelig en outreachend Uit de gesprekken is onder meer naar voren gekomen dat stakeholders de werkwijze van MDNW als transparant ervaren en het waarderen dat MDNW zich als verantwoordelijke organisatie voor maatschappelijke dienstverlening en als medeverantwoordelijke samenwerkingspartner opstelt. Men ziet dat er zich de laatste jaren een duidelijke verandering heeft voltrokken in de manier van hulpverlenen. MDNW heeft zich van een interngerichte en aanbodgestuurde organisatie ontwikkeld naar een omgevingsgevoelige en outreachende hulpverlener. Onze snelle interventie en directe communicatie met korte lijnen worden als sterke punten genoemd.
Profilering door voorlichting MDNW mag zich meer profileren, vindt men. Diverse keren is naar voren gekomen dat onze producten en diensten niet of onvoldoende bekend zijn bij de bevolking. Daardoor blijven er kansen onbenut. Adequate voorlichting, zowel richting instellingen als richting burgers, kan hierin voorzien. Ten slotte: de stakeholders spraken hun tevredenheid uit over de samenwerking met MDNW en spoorden ons aan voort te gaan op de ingezette koers.
Algemeen Maatschappelijk Werk van fundamenteel belang Een aantal partners heeft aangegeven dat het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) van groot belang is en steeds belangrijker wordt. Tegelijkertijd zien zij de noodzaak van specifieke hulpverlening op het gebied van vooral jeugd en jongeren, geweldsproblematiek, multiprobleemgezinnen en het voorkomen van excessen. Dit laatste vanwege de groeiende problematiek rondom armoede en vereenzaming van ouderen, bij wie vaak sprake is van ‘stil’ leed. Men doet een beroep op ons om deze groepen niet te vergeten en voldoende aanbod te houden.
11
4 Visie op hulpverlening MDNW heeft in dialoog met de hulpverleners haar visie op hulpverlening geëxpliciteerd. Deze visie vormt de basis van hun handelen in hulpverleningssituaties en geeft commitment. Tevens werkt de visie als verbindend element voor de professionals die vanuit eigen werkervaring en achtergrond toch altijd een eigen invulling geven aan hun werk.
12
Mensvisie Aan de visie op hulpverlening ligt een mensvisie ten grondslag. Deze luidt: • MDNW gaat uit van de autonomie van de individuele mens. Centraal staat het respect voor de eigen opvattingen, het waardensysteem en de eigenheid van de cliënt. • De cliënt draagt zelf verantwoordelijkheid voor zijn leven en de keuzes die hij maakt. MDNW neemt geen verantwoordelijkheid over, maar helpt de cliënt bij het versterken van zijn zelfstandigheid als dat nodig is en niet langer of korter dan nodig is. Soms is het nodig om in het belang van de cliënt of diens omgeving in te grijpen in een situatie, ook als de cliënt dat liever niet heeft. • MDNW ziet de cliënt als een mens die in een dynamische wisselwerking met zijn omgeving verkeert. De hulpverlening wordt daarom in het bredere perspectief van het individuele cliëntsysteem geplaatst. • Bij de hulpverlening wordt actief gezocht naar de kernpunten van de mensvisie en daar waar mogelijk wordt aan wensen van
de cliënt tegemoetgekomen. De zelfredzaamheid van de cliënt wordt hierbij zoveel mogelijk bevorderd. Visie op hulpverlening • De hulpverlening is altijd gericht op progressie, namelijk: van patroon naar proces naar progressie. • Bij de hulpverlening baseert de hulpverlener zich op het denken in termen van processen en interacties en op het stellen van dynamische en flexibele diagnoses. • De hulpverlener is zich bewust van het feit dat ook hij deel uitmaakt van het systeem van de cliënt en hij hanteert dit gegeven ook in zijn contact met de cliënt. • De hulpverlening is gericht op het realiseren van de zelfredzaamheid van de cliënt zonder egocentriciteit of egoïsme teweeg te brengen. • De hulpverlener maakt zichzelf zo snel mogelijk, liefst structureel, overbodig: zo lang als nodig, zo kort als mogelijk. • MDNW biedt voor maatschappelijke vraagstukken gerichte en outreachende hulpverlening.
5 Beleidsaccenten in de hulpverlening MDNW stelt zich outreachend op. Er liggen geen standaardproducten op de plank, maar per situatie wordt bepaald welke interventie nodig is. Deze houding leidt ertoe dat er geregeld gevraagd wordt naar nieuwe vormen van dienstverlening, buiten de reguliere paden. Zo hebben wij na buurtmediation gesprekken geleid tussen de buurtbewoners. Naast deze incidentele voorvallen wil MDNW ook in structurele voorzieningen een outreachend beleid voeren. Voor de komende jaren zal op de volgende activiteiten of thema’s worden ingezet: • versterking contacten met huisartsen; • intensivering samenwerking met de politie; • kwaliteitsverbetering hulpverlening jeugd en jongeren; • verdere ontwikkeling Casemanagement Jeugd; • ontwikkeling Coördinatie Nazorg Jeugdige Plegers en Coördinatie Nazorg Volwassen Veelplegers; • uitbreiding aanbod Steunpunt Huiselijk Geweld NWN; • multidisciplinaire aanpak zorgwekkende zorgmijders via Lokaal Zorg Netwerk; • consolideren regulier hulpverleningsaanbod MDNW.
5.1 Versterking contacten met huisartsen MDNW wil het contact met huisartsen, en ook met andere verwijzers, versterken om signalering van probleemsituaties te bevorde-
ren. In de drukke huisartspraktijken komen veel patiënten voor met psychosociale klachten. Vooral aan deze groep kan MDNW hulp bieden en zodoende een bijdrage leveren aan het verlichten van de werkdruk van huisartsen. MDNW onderhoudt incidentele contacten met HOED-en in de regio. We zullen samen met de huisartspraktijken onderzoeken hoe de verwijzing kan worden verbeterd.
5.2 Intensivering samenwerking met de politie In het kader van ‘dwang en drang hulpverlening’ is de samenwerking met de politie van essentieel belang. Er is sprake van dwang als iemand – binnen de wettelijke kaders – tegen zijn wil wordt genoodzaakt iets te doen of te laten. Drang is een zodanige beïnvloeding van de persoon dat hij minder keuze heeft. Het onderscheid tussen dwang en drang ligt in de mate van keuzevrijheid die de cliënt nog heeft. Mogelijke rechtvaardiging van drang of dwang is gelegen in het voorkomen van schade aan anderen of zichzelf. Vooral voor de producten Steunpunt Huiselijk Geweld, Casemanagement Jeugd, Coördinatie Nazorg Jeugdige Plegers en Coördinatie Nazorg Volwassen Veelplegers is de politie een belangrijke verwijzer en samenwerkingspartner. MDNW onderhoudt regulier contact met de politie over de aanpak van overlastgevende of bedreigende situaties. De ‘dwang en drang hulpverlening’ zal in de komende beleidsperiode, in samenspraak en overleg met de politie, nader worden uitgewerkt.
13
5.3 Kwaliteitsverbetering hulpverlening jeugd en jongeren Het School Maatschappelijk Werk (SMW) wordt over het algemeen gezien als een belangrijke aanvulling op de pedagogische taak van peuterspeelzalen en basisscholen. Wij hechten aan een nauwe samenwerking met de peuterspeelzalen en scholen en zien onze taak als een nadrukkelijk onderdeel van kinderopvang en onderwijs. Onze schoolmaatschappelijk werkers besteden veel aandacht aan voorlichting, onder meer om de drempel te verlagen voor leid(st)ers, leerkrachten en ouders/verzorgers. Het SMW houdt zich voornamelijk bezig met opvoedingsvraagstukken. Soms is verwijzing nodig naar bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, het AMW en de Riagg. Ondanks goede samenwerkingsverbanden kan de hulpverlening niet altijd direct worden overgedragen, omdat in sommige situaties een indicatie is vereist of omdat er een wachtlijst is. Daarnaast komen er steeds meer situaties voor waarin geweld, mishandeling en verwaarlozing een rol spelen.
14
Het Steunpunt Huiselijk Geweld NWN geeft hierover voorlichting aan leid(st)ers, leerkrachten en ouders/verzorgers. Met meldingen van verwaarlozing en mishandeling wordt momenteel nog verschillend omgegaan, omdat de visie op en noodzaak van melden niet voor alle partijen eenduidig is. MDNW ziet het als haar taak om ondersteuning te bieden bij het ontwikkelen van goede protocollen op dit punt.
5.4 Verdere ontwikkeling Casemanagement Jeugd Op initiatief van de gemeente Schiedam heeft MDNW een substantiële bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het Casemanagement Jeugd (CMJ). Het CMJ werkt aan een vroegtijdige, gecoördineerde en effectieve aanpak van risicogezinnen en risicojongeren tot 23 jaar. Hiertoe vindt afstemming plaats tussen diverse organisaties op het gebied van jeugd en gezin. Om deze afstemming optimaal te laten verlopen, maken in principe alle instanties, voorzieningen en projecten die zich bezighouden met jeugd deel uit van het casemanagement. Het kernteam bestaat uit de casemanager Jeugd, tevens voorzitter, de voorpostfunctionaris van Bureau Jeugdzorg en de jeugdcoördinator van politie.
5.5 Ontwikkeling Coördinatie Nazorg Jeugdige plegers en Coördinatie Nazorg Volwassen Veelplegers MDNW participeert in een project voor de coördinatie van de nazorg aan jeugdige plegers en in een project voor de coördinatie van de nazorg aan volwassen veelplegers. De coördinator van deze projecten is in dienst van MDNW. In dit kader is tevens de stuurgroep Jeugdige en Volwassen Plegers opgericht, waarvan MDNW lid is. Niet alle delinquenten vallen onder de definitie ‘veelpleger’. Voor gedetineerden die vrijkomen en niet onder deze definitie vallen maar wel hulp nodig hebben, wil MDNW zich outreachend opstellen. Samenwerking met het gevangenismaatschappelijk werk is hiervoor een vereiste.
5.6 Uitbreiding aanbod Steunpunt Huiselijk Geweld NWN Meer dan 40% van de Nederlandse bevolking is ooit slachtoffer geworden van huiselijk geweld. Twee op de drie Nederlanders kent iemand of denkt iemand te kennen die slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Huiselijk geweld is voor iedereen ingrijpend. Bij geen enkele geweldsvorm vallen zo veel slachtoffers als bij huiselijk geweld. Jaarlijks overlijden circa zestig vrouwen en veertig kinderen door huiselijk geweld. Veel slachtoffers hebben psychische problemen en raken in een isolement. Plegers van huiselijk geweld schamen zich dat het zo fout heeft kunnen gaan, maar zien geen mogelijkheden om de situatie te verbeteren. Van 2002 tot 2005 heeft MDNW deelgenomen aan het project Aanpak Huiselijk Geweld in Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Dit heeft geresulteerd in het Steunpunt Huiselijk Geweld NWN (www.huiselijkgeweldnwn.nl), dat in september 2005 officieel voor het publiek werd geopend. Slachtoffers, plegers, omstanders en professionals kunnen bij het steunpunt terecht voor informatie, steun en advies. Het steunpunt ontwikkelt zich hierdoor ook als expertisecentrum op het gebied van huiselijk geweld.
15
16
Een speciaal ingestelde werkgroep gaat de aanpak van ouderenmishandeling nader uitwerken. Het aanbod van het steunpunt zal op dit punt dan ook worden uitgebreid.
De aanpak is multidisciplinair, dat wil zeggen dat woningbouwcorporaties, politie, de gemeentelijke Sociale Dienst en bijvoorbeeld ook het Bureau Sociaal Raadslieden probleemsituaties melden bij de coördinator LZN (Schiedam) of de zorgnetwerker (Vlaardingen). Zij werken outreachend en verwijzen naar passende hulp- en dienstverlening. Om dit vlot in gang te kunnen zetten, zijn er directe lijnen met organisaties als Bouman GGZ, RIBW Rijnmond, Careyn (voor gespecialiseerde verzorging) en natuurlijk ook met onze eigen afdelingen.
5.7 Multidisciplinaire aanpak zorgwekkende zorgmijders via Lokaal Zorg Netwerk
5.8 Consolideren regulier hulpverleningsaanbod MDNW
De samenleving wordt vaker geconfronteerd met zorgwekkende zorgmijders: individuen en gezinnen die hulp weigeren, doch dringend nodig hebben omdat er sprake is van meervoudige en complexe problematiek op het gebied van onder meer psychiatrie, verslaving, overlast, vervuiling, ernstige verwaarlozing, dreigende huisuitzetting en financiën. In Schiedam wordt vanuit MDNW de aanpak van deze complexe, meervoudige problematiek door het Lokaal Zorg Netwerk (LZN) gecoördineerd. In Vlaardingen bestaat met het Zorg Netwerk een vergelijkbare situatie.
Naast de bovengenoemde, deels nieuwe, aandachtsgebieden blijven onze reguliere hulpverleningsproducten van onverminderd belang. Deze producten vormen onze kerntaak, liggen ten grondslag aan al onze nieuwe producten en zijn essentieel bij de invulling van de prestatievelden van de WMO. Een korte typering. Algemeen Maatschappelijk Werk Het Algemeen Maatschappelijk Werk is onze kernactiviteit. In Schiedam, Vlaardingen en Maassluis biedt het AMW professionele
hulp aan mensen die problemen hebben op psychosociaal, relationeel en/of materieelsociaal vlak. Het AMW is een laagdrempelige eerstelijnsvoorziening. Iedereen kan er zonder verwijzing terecht en de hulp is gratis. Het maatschappelijk werk is 24 uur per dag bereikbaar. School Maatschappelijk Werk MDNW verricht School Maatschappelijk Werk op basisscholen in Schiedam en Vlaardingen. De belangrijkste doelstelling van het SMW is het in en buiten de school bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en een optimale schoolcarrière. De schoolmaatschappelijk werkers houden spreekuren in de scholen, zodat kinderen, leerkrachten, intern begeleiders en ouders/verzorgers eenvoudig bij hen terechtkunnen. De SMW-ers kunnen zelf kortdurende psychosociale hulp bieden aan kinderen en/of hun ouders/ verzorgers, of hen verwijzen naar andere hulpverlenende instanties. Ook bieden zij consultatie en ondersteuning aan leerkrachten. SMW is een voorziening die door de gemeenten wordt betaald. Ouders/ verzorgers hoeven niets te betalen. Bureau Sociaal Raadslieden Het sociaal raadsliedenwerk wordt uitgevoerd door het Bureau Sociaal Raadslieden in Vlaardingen en Maassluis. Het werk is gericht op het bieden van kwalitatieve rechtshulp aan burgers, zowel individueel als in groepsverband. De hulpvraag kan bestaan uit vragen over de uitvoering van wetten, regelingen en voorschriften van instellingen of overheden, problemen met of conflicten
over de uitvoering van wetten, regelingen en voorschriften van instellingen of overheden en juridische problemen of conflicten met anderen. Het sociaal raadsliedenwerk is complementair aan de andere diensten van MDNW. Korte lijnen en gezamenlijke hulpverlening kunnen geboden worden en eenduidig worden aangestuurd. Wij blijven het jammer vinden dat we in Schiedam niet van een rechtstreekse samenwerking zijn voorzien.
17
6 Organisatie en medewerkers De dynamische en complexe samenleving vereist van MDNW een organisatie-inrichting die het mogelijk maakt om snel en flexibel te reageren op wat er om ons heen gebeurt. Dit kan een acute zorgvraag betreffen, maar ook het inspelen op nieuwe wensen van stakeholders. MDNW heeft een cultuur ontwikkeld, waarin medewerkers zich verantwoordelijk voelen voor de eigen werkinhoud en vanuit hun eigen positie medeverantwoordelijk zijn voor het totaalproduct. Hieruit is de behoefte ontstaan een sterkere beroepsidentiteit te ontwikkelen. Dit aspect wordt nader uitgewerkt in intervisiegroepen. MDNW staat in de regio bekend om haar innoverende aanpak bij het ontwikkelen van nieuwe producten en om haar flexibele en adequate hulpverlening. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten zoeken wij nadrukkelijk de samenwerking met ketenpartners. Dit biedt vele ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers, waardoor MDNW een aantrekkelijke werkgever is.
18
We geven onze visie op de volgende onderwerpen: • primair proces en organisatiestructuur; • allround kwaliteitszorg; • systeemtheoretisch werkwijze; • Human Resource Management en de lerende organisatie; • financieel beleid; • automatisering en informatisering.
6.1 Primair proces en organisatiestructuur Het primaire proces start als de cliënt zich meldt bij de receptie of het secretariaat van een locatie. Het werk van deze afdelingen wordt dan ook beschouwd als onderdeel van het primaire proces. Om die reden ressorteren bedoelde medewerkers onder de manager van hun locatie. Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het totaalproduct integraal door te voeren zijn ‘hulpverlening’ en ‘receptie/secretariaat’ organisatorisch bij elkaar gebracht. De oude functie van teamleider wordt uitgebreid met taken op het gebied van innovatie en krijgt een nieuwe naam, namelijk: manager Dienstverlening. De organisatie van de hulpverlening wordt versterkt door de coördinatie van het primaire proces onder te brengen bij een aantal maatschappelijk werkers. Deze coördinatoren vormen een gezamenlijk platform voor operationeel overleg. De werkbegeleiding zal nadrukkelijker worden ingebed in de organisatie van het primaire proces. De bijbehorende taken worden grotendeels verdeeld over de coördinator en de manager Dienstverlening. Tevens worden taken op het gebied van de werkbegeleiding die informeel werden verricht door de beleidsmedewerker IT & Beleid, nu geformaliseerd. Deze functie gaat vanaf medio 2007 beleidsmedewerker Primair Proces heten. Door deze aanpassing worden de ontwikkelingen in de hulpverlening en de professionalisering van de hulpverlener
geïntegreerd, wat de kwaliteit van de dienstverlening ten goede zal komen. Uit de SWOT-analyse is gebleken dat de innovatieve kracht van de organisatie een sterk punt is. MDNW zal deze kracht via competentiemanagement breder in de organisatie borgen.
Organisatieschema MDNW
6.2 Allround kwaliteitszorg Het project Kwaliteitszorg heeft in de loop van 2006 geleid tot een nieuwe visie op hulpverlening. Centraal in de visie staat de systeemtheoretische wijze van werken in de hulpverlening. Het primaire proces en de ondersteunende processen worden de komende jaren vanuit deze nieuwe visie door werkgroepen herijkt. Medewerkers geven daarmee met elkaar inhoud aan het werk.
Raad van Toezicht
Directeur/bestuurder
Ondernemingsraad
Beleidsmedewerker Primair Proces
Directiesecretariaat
Beleidsmedewerker kwaliteit & Innovatie
Facilitair medewerker
Manager Dienstverlening
Manager Dienstverlening Coördinatie Steunpunt Huiselijk Geweld
Receptie/secretariaat
School Maatschappelijk Werk
AMW/LZN Schiedam
Casemanagement Jeugd
Coördinator Nazorg jeugdige Plegers Coördinator Nazorg Volwassen Veelplegers
Steunpunt Huiselijk Geweld
Receptie/secretariaat
Bureau Sociaal Raadslieden
AMW Maassluis
AMW/ZN Vlaardingen
19
De afdelingen van MDNW zoeken vanuit deze werkgroepen aansluiting bij elkaar om de onderlinge synergie te bevorderen. Om vorm en inhoud te kunnen geven aan de kwaliteitszorg, maakt MDNW gebruik van het Harmonisatiemodel Kwaliteitszorg (HKZmodel), een kwaliteitsmanagementsysteem. Kwaliteitszorg voor de organisatie We richten de organisatie zodanig in, dat kwaliteitsverbetering een doorgaande en opwaartse beweging is. We zullen gemaakte afspraken systematisch toetsen in de praktijk en waar nodig verbeterplannen opstellen. Nieuwe afspraken worden zorgvuldig ingevoerd. We gaan alle medewerkers opleiden in het systeemgericht denken en werken, taken nauwkeurig verdelen, overlegstructuren aanpassen en via intervisiegroepen zorgen voor verdere deskundigheidsontwikkeling.
20
Kwaliteitszorg voor cliënten Voor cliënten betekent kwaliteitszorg dat zij worden opgevangen en begeleid door professionele en betrokken medewerkers en dat wordt gewerkt vanuit een zo efficiënt mogelijk ingerichte organisatie die transparant is over de hulpverlening én de processen daaromheen. MDNW streeft ernaar deze doelstelling waar te maken en gaat de dialoog aan met cliënten en ketenpartners over de kwaliteit van hulpverlening. De hulpverlening wordt zo kort als mogelijk en zo lang als nodig ingezet. Op deze wijze kan MDNW zoveel mogelijk cliënten helpen met behoud van kwaliteit van de hulpverlening. Soms is het nodig
om een langere periode steun te bieden. Door registratie en monitoring bewaken we gedurende het behandeltraject de efficiency en effectiviteit voortdurend. In 2006 heeft MDNW meegewerkt aan een pilot Cliëntwaardering, waarin een instrument is getoetst om de tevredenheid van cliënten te meten. De pilot werd georganiseerd door de landelijke MO-groep en is inmiddels positief afgerond. De pilot heeft een cliëntwaarderingsinstrument opgeleverd, dat elk jaar zal worden ingezet om naast de waardering ook mogelijke verbeterpunten voor de interne organisatie te inventariseren. Kwaliteitszorg voor medewerkers Kwaliteitszorg voor medewerkers houdt volgens de visie van MDNW in dat de medewerkers ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden krijgen, waarmee zij voor zichzelf, in relatie tot het vakgebied, kansen creëren en aldus werken aan innerlijke ontplooiing en grotere werktevredenheid. Het is in de uitvoering de uitdaging de juiste balans te vinden tussen ieders persoonlijke doelen en de doelen van de organisatie. MDNW neemt het werkgeverschap serieus en wil een aantrekkelijke werkgever zijn voor huidige en nieuwe medewerkers. MDNW wil bevorderen dat haar hulpverleners lid worden van de
Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkenden (NVMW), waardoor zij in het register worden opgenomen als vakbekwaam hulpverlener. Het lidmaatschap van de NVMW geeft bovendien extra scholingsmogelijkheden. Kwaliteitsborging De kwaliteit wordt onder meer geborgd door de beschrijving van al onze werkprocessen in een handboek, dat voor de medewerkers beschikbaar is op intranet. MDNW evalueert de hulpverleningspraktijk geregeld en verwerkt de uitkomsten aan de hand van de Cirkel van Deming (plan-do-checkact). Zijn er redenen om werkprocessen bij te stellen, dan komen deze in de evaluatie naar voren en wordt de aanpassing doorgevoerd in de procesbeschrijving. Kwaliteitsborging vindt tevens plaats doordat onze medewerkers deelnemen aan begeleide intervisiegroepen die onder voorzitterschap van de coördinatoren regulier bijeenkomen. In deze groepen vindt kennisuitwisseling plaats, worden ervaringen gedeeld en leren de deelnemers van elkaar en aan elkaar.
6.3 Systeemtheoretisch werkwijze MDNW gaat uit van een systeemtheoretisch denkkader. Een systeem is een verzameling van elementen, die in een bepaalde, samenhangende relatie tot elkaar staan. Dit betekent dat cliënt, medewerker en organisatie elkaar beïnvloeden en niet los van elkaar gezien kunnen worden.
Voor het hulpverleningsproces houdt het systeemdenken in dat we uitgaan van een verband tussen het functioneren van de cliënt en het functioneren van de persoon of personen rondom de cliënt, inclusief de hulpverlener. De hulpverlener kan zichzelf niet buiten het systeem van de cliënt plaatsen. Hij maakt er deel van uit. Context en individu beïnvloeden elkaar wederzijds. Onze visie op hulpverlening (zie § 4), is gestoeld op de systeemtheorie en voor een groot deel ook zichtbaar in de bestaande wijze van hulpverlening. De eenduidigheid en samenhang in de werkwijze van de hulpverleners kunnen nog verder worden verbeterd. Maatschappelijk werkers hanteren diverse methodieken en modellen, vaak aangepast aan de eigen ervaringen en kwaliteiten. Ook voor managers, beleidsmedewerkers en ondersteunend personeel is het nodig om zich hetzelfde denkkader eigen te maken. MDNW wil daarom verder investeren in de verankering van het systeemtheoretische denkkader binnen de organisatie. Daarmee willen we bereiken dat: • alle medewerkers, rekening houdend met specifieke functieeisen, geschoold zijn in het systeemtheoretisch denken; • alle medewerkers vraaggericht en outreachend kunnen werken; • het primaire proces in relatie tot systeemtheoretisch denken in al zijn facetten herijkt is, van aanmelding tot afsluiting en inclusief de hieraan gerelateerde overlegvormen. Dwang en drang MDNW gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt in diens omgeving. Dit is echter niet in alle gevallen mogelijk. Soms is
21
het nodig om in het belang van de cliënt of diens omgeving in te grijpen in een situatie, ook als de cliënt dat liever niet heeft. Voor deze situaties kan in de hulpverlening gebruik worden gemaakt van dwang en drang. Uiteraard wordt hier zorgvuldig mee omgegaan, onder meer door controle en kwaliteitstoetsing.
vertaald naar een visie op sociaal beleid en wordt het HRM-beleid op basis hiervan verder uitgewerkt. Door de mensvisie te vertalen naar een visie op hulpverlening en een visie op HRM-beleid komt er een verbinding tot stand in de wijze waarop wij met onze cliënten met onze medewerkers omgaan.
6.5 Human Resource Management en de lerende organisatie
Op het gebied van HRM is in de afgelopen jaren al een aantal stappen gerealiseerd. Er is een functieloongebouw ontwikkeld met resultaatgerichte functieomschrijvingen, waarvan wij competentieprofielen afleiden. Door competentiemanagement, toetsing van werk, terugkoppeling en evaluatie stimuleren we de individuele ontwikkeling van medewerkers. Werkoverleg, teamoverleg en cliëntenoverleg maken deel uit van de communicatiestructuur. Deze werkwijze heeft, sneller dan verwacht, vruchten afgeworpen. Jaarlijks wordt met alle medewerkers een functioneringsgesprek gehouden. In 2007 zullen beoordelingsgesprekken en persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s) worden ingevoerd. De POP’s hebben tot doel medewerkers optimaal te ondersteunen en begeleiden in hun functioneren en hun toekomstige ontwikkeling. Bij het arbeidsomstandighedenbeleid zijn er actieve rollen weggelegd voor organisatie en medewerkers. Het arbobeleid is erop gericht de gezondheid en veiligheid van de medewerkers bij de uitvoering van hun werk zoveel mogelijk te waarborgen en het welzijn, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, te bevorderen. In dit kader zullen ook medewerkertevredenheidsmetingen worden verricht.
Wat betreft Human Resource Management (strategisch personeelsmanagement) staat MDNW een beleid voor waarin het accent ligt op de verantwoordelijkheid van de medewerkers voor het eigen werk, met aandacht voor het totaal en een permanente focus op cliëntgericht gedrag. MDNW wil hierbij de uitgangspunten van de lerende organisatie hanteren. Ontwikkeling en vernieuwing zijn daarbij de sleutelwoorden. Een lerende organisatie kenmerkt zich verder door weinig regels, veel eigen verantwoordelijkheid, eigen ideeën en creativiteit. Dit biedt niet alleen mogelijkheden, maar stelt ook eisen. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij aan hun kwaliteit blijven werken en zich resultaatgericht opstellen. MDNW wil hier een inspirerende werkomgeving en een ontwikkelingsperspectief voor de eigen mogelijkheden van medewerkers tegenover stellen.
22
De mensvisie zoals verwoord bij de visie op hulpverlening, vormt ook het uitgangspunt voor het beleid op het gebied van Human Resource Management (HRM). In 2007 zal de mensvisie worden
MDNW zoekt de dialoog met opleidingsinstellingen om de verbinding te maken tussen theorie en praktijk van de hulpverlening. We zien stagiairs als de hulpverleners van de toekomst en nemen onze verantwoordelijkheid daarin serieus. Stagiairs bieden wij een aantrekkelijke leerplek, waarin zij intensief worden begeleid door ervaren werkers.
zijn, kan nog niet goed worden voorspeld. De WMO daagt ons nog meer uit tot maatschappelijk ondernemerschap. Dat betekent dat wij soms risico’s moeten nemen ten aanzien van de (voor)financiering van diensten. Innovaties en productontwikkeling zullen nodig zijn om in te spelen op veranderende vragen van burgers en overheid. In ieder geval is duidelijk dat we reserves moeten opbouwen om risico’s op te vangen en innovaties mogelijk te maken.
6.7 Automatisering en informatisering
6.6 Financieel beleid De financiering van MDNW is gebaseerd op historisch bepaalde budgetten en landelijk vastgestelde productienormen. MDNW heeft met ingang van 2006 het initiatief genomen om de productie vast te stellen op 7% boven de norm. De motivatie hiervoor is dat MDNW zoveel mogelijk prestaties wil leveren voor de gemeenschapsgelden die zij ter beschikking gesteld krijgt. Wat de financiële effecten van de WMO op de organisatie zullen
MDNW werkt met een digitaal cliëntendossier en een digitaal registratiesysteem. Deze bieden de mogelijkheid kwaliteit en kwantiteit van de hulpverlening te toetsen. Het registratiesysteem is zodanig opgebouwd dat een goede analyse gemaakt kan worden van de hulpvraag. Hierop worden behandeldoelen en behandelplannen gebaseerd. Het systeem zorgt ervoor dat het behandelproces transparant en toetsbaar is. Uit de geregistreerde gegevens wordt managementinformatie gegenereerd, die onder meer gebruikt wordt voor het signaleren van hulpverleningsbehoeften en het meten van productiviteit. Het systeem- en applicatiebeheer worden steeds complexer. We denken dit door het inhuren van externe deskundigheid effectiever te kunnen vormgeven.
23
7 Ambities voor 2007-2010 In de komende jaren zal MDNW zich inzetten om de volgende ambities te realiseren en deze nader uit te werken in jaarplannen. WMO 1. Hulpverleningsaanbod ontwikkelen op de eerste 5 prestatievelden van de WMO, waaronder het bieden van ondersteuning aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties die zich inzetten voor maatschappelijke doelen en het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers en mantelzorgorganisaties. 2. Hulpverlening ontwikkelen in het kader van de ‘civil society’. 3. Doorontwikkelen van elektronische bereikbaarheid en hulpverlening. Jeugd en jongeren 1. Versterken van samenhang en productenaanbod in de jeugdhulpverleningsketen. 2. Uitbreiden van het werken op scholen. 3. De drempel verlagen voor leerkrachten en ouders/ verzorgers die een beroep willen doen op het SMW. 4. Stimuleren van eenduidige en tijdige melding van verwaarlozing en mishandeling van kinderen.
24
Outreachend werken 1. Outreachende aanpak voor gedetineerden die vrijkomen. 2. Bereik van allochtone doelgroepen optimaliseren. 3. Doorontwikkelen van hulpverlening met een ‘dwang en drang karakter’. Armoedeproblematiek 1. Ondersteuning bij het terugdringen van armoede en financiële problematiek. Ketensamenwerking 1. Eigenstandige positionering van MDNW in de ketensamenwerking. 2. Participeren in het KIZZ en GHOR/PSHOR.
Bureau Sociaal Raadslieden 1. Schaalvergroting sociaal raadsliedenwerk. Kwaliteitszorg 1. Versterken interne organisatie en functioneren volgens HKZ-normen. 2. Bereiken van HKZ-certificering in 2008. 3. Verankeren van het systeemtheoretische denkkader binnen de organisatie. 4. Uitvoeren van cliënttevredenheidsmetingen. PR en relatiebeheer 1. Bekendheid met de diensten en mogelijkheden van MDNW vergroten. 2. Relatie met huisarts(praktijk)en versterken.
8 Verantwoording Bij de totstandkoming van beleidsvisie 2007-2010 zijn alle medewerkers van MDNW betrokken. In gezamenlijke bijeenkomsten is de dialoog gevoerd over de richting waarin MDNW zich zal ontwikkelen en de speerpunten voor de komende jaren. Met het managementteam en de ondernemingsraad (OR) zijn beleidskeuzes gemaakt naar aanleiding van de SWOT-analyse en met de Raad van Toezicht is gediscussieerd over de strategische koers. Aan stakeholders werd gevraagd wat zij belangrijke thema’s voor de toekomst vinden en welke rol zij daarbij voor MDNW zien. Het beleidsplan is zo in een interactief proces, bottom-up met medewerkers en OR, top-down met Raad van Toezicht en van buiten naar binnen met stakeholders, tot stand gekomen. De procesbegeleiding en het schrijven van het beleidsplan zijn uitgevoerd door Plaschek Management Consultancy.
HRM en interne bedrijfsvoering 1. Zorgen voor aantrekkelijk werkgeverschap. 2. Uitvoeren van medewerkertevredenheidsmetingen. 3. Vergroten van de financiële reserve voor opvang van risico’s en innovatie. 4. Effectiever vormgeven van systeem- en applicatiebeheer.
25
Adressen en openingstijden Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
Locatie Schiedam Van Swindensingel 40 3112 RJ Schiedam Telefoon: (010) 473 10 33 Email:
[email protected]
Algemeen Maatschappelijk Werk Openingstijden tijdens werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur Open spreekuur van 9.00 tot 10.00 uur Turks spreekuur op afspraak op dinsdag van 13.30-15.30 uur Overige spreekuren op afspraak
Lokaal Zorg Netwerk, School Maatschappelijk Werk, Casemanagement Jeugd en Coördinatie Nazorg Jeugdige Plegers/Volwassen Veelplegers Bereikbaar tijdens werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur
Steunpunt Huiselijk Geweld NWN
26
Telefoon: (010) 473 65 65 Email:
[email protected] Spreekuren op maandag van 10.00 tot 13.00 uur, woensdag van 12.00 tot 16.00 uur en vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur
Locatie Vlaardingen
Armoede Meldpunt Vlaardingen
Parallelweg 2 3131 DG Vlaardingen Telefoon: (010) 435 10 22 Email:
[email protected]
Bereikbaar tijdens werkdagen van 9.30 tot 17.00 uur Email:
[email protected]
Algemeen Maatschappelijk Werk
Locatie Maassluis
Openingstijden tijdens werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur Turks spreekuur op afspraak op dinsdag van 9.00-11.00 uur
School Maatschappelijk Werk en Zorg Netwerk
Veerstraat 13 3142 CP Maassluis Telefoon: (010) 591 44 99 Email:
[email protected]
Bereikbaar tijdens werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur
Algemeen Maatschappelijk Werk
Bureau Sociaal Raadslieden
Openingstijden tijdens werkdagen van 9.00-17.00 uur Open spreekuur van 9.00-10.00 uur
Bellen voor een afspraak op werkdagen van 9.00-13.00 uur Telefonisch spreekuur op werkdagen van 12.00-13.00 uur Avondspreekuur op dinsdag van 18.30-19.30 uur (voor spoedgevallen en korte vragen)
Bureau Sociaal Raadslieden
Openingstijden tijdens werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur
Bellen voor een afspraak op werkdagen van 9.00-13.00 uur Telefonisch spreekuur op maandag, dinsdag en woensdag van 12.00 tot 13.00 uur
27
Colofon Eindredactie Drost Tekstproduktie, Zaltbommel Illustraties PanArt Reclamestudio, Rhoon Vormgeving en realisatie Van den Oever Vormgeving, Deil © 2007 Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
28
Parallelweg 2 3131 DG Vlaardingen Telefoon: (010) 435 10 22 Fax: (010) 434 38 55
Email:
[email protected] Directie:
[email protected] Website: www.mdnw.nl