Omscholingsstimulans zij-instroom BPV Uitgangspunten OTIB kent een viertal reglementen, die voorzien in een tegemoetkoming voor het aan een werknemer beschikbaar stellen van een beroepspraktijkvormingsplaats of een praktijkplaats. De doelstelling is het bevorderen van scholing en ontwikkeling van werknemers. Het onderhavige reglement “Omscholingsstimulans zij-instroom BPV” is een tijdelijke regeling, thans voor de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014, bedoeld om een extra stimulans te bieden voor de omscholing van zij-instromers in de branche tot vakmensen met een vakdiploma van een MBO opleiding of van een MIT of duale HBO-opleiding in de technische installatiebranche. Voor de werknemers, die voldoen aan de vereisten als in het onderhavige reglement, voorziet deze tijdelijke regeling in een stimuleringstegemoetkoming voorafgaand aan de reguliere tegemoetkoming uit het instroomreglement BPV c.q. het instroomreglement MIT en duaal HBO. De tijdelijke regeling kan voor zij-instromers worden gezien als een voorportaal tot het toepasselijke Instroomreglement. Zodra de zij-instromers ingestroomd zijn in de branche, kunnen zij immers, mits aan de voorwaarden wordt voldaan, aanspraak maken op een tegemoetkoming op grond van het toepasselijke Instroomreglement.. Artikel 1. Doel van reglement Dit reglement heeft tot doel het bevorderen van omscholing van zij-instromers in de technische installatiebranche naar een vakdiploma van een MBO-, MIT- of duaal HBOopleiding, door aan omscholing een stimuleringstegemoetkoming te verbinden. Zij-instromers in dit verband zijn nieuwe werknemers die vanuit een andere branche dan de technische installatiebranche of vanuit werkloosheid instromen bij een werkgever in de technische installatiebranche, geen schoolverlater in een technische installatieopleiding zijn en geen beroepsopleiding installatietechniek hebben gevolgd sinds 1 juli 2006. Artikel 2. Definities 1. OTIB Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf, die binnen het bestek van dit reglement subsidies kan verlenen in de vorm van tegemoetkomingen, met inachtneming van het bepaalde in de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf en van de CAO Opleidings-en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf. 2. De werkgever Een bij OTIB aangesloten natuurlijk persoon of rechtspersoon of samenwerkingsverband, hoe ook genaamd, die respectievelijk dat een technisch installatiebedrijf voert, te weten een loodgieters-, fitters-, centrale verwarmings-, koeltechnisch of elektrotechnisch installatiebedrijf dat valt onder de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf.
OTIB13-0376_10.03.14
3. De concernconstructie De constructie waarin een werkgever via een schriftelijk verzoek aan OTIB de MN werkgeversnummers van verschillende (feitelijke en/of juridische) vestigingen heeft gekoppeld en heeft doen onderbrengen onder één gezamenlijk MN werkgevers nummer, gekoppeld aan één vestiging, welke OTIB alsdan als hoofdvestiging beschouwt. In geval van een concernconstructie gaat OTIB uit van het ene gezamenlijke MN werkgeversnummer. Een concernconstructie kent voor OTIB derhalve één MN werkgeversnummer, ongeacht hoeveel MN werkgeversnummers hierin gekoppeld zijn ondergebracht. 4. De schoolverlater Een jongere of jong-volwassene die een opleiding in het voorgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) heeft doorlopen en deze heeft afgesloten met een eindexamen. 5. De zij-instromer Zij-instromer in de zin van het Reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV is de (leerling-) werknemer die geen schoolverlater is en geen beroepsopleiding installatietechniek volgde sinds 1 juli 2006, die vanuit hetzij een baan in een andere branche hetzij vanuit werkloosheid instroomt in de technische installatiebranche en in dienst treedt bij een bij OTIB aangesloten werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst van minimaal 15 uur per week voor de duur van ten minste 12 maanden en binnen 12 maanden na het instromen in de branche bij deze werkgever start met een beroepspraktijkvormingsopleiding, waarvoor een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst) met een minimumduur van 6 maanden wordt afgesloten respectievelijk binnen voornoemde periode start met een beroepsopleiding in de zin van artikel 2 lid 7 en 8 met een minimumduur van 6 maanden. 6. De werknemer en de leerling-werknemer Voor de definitie van werknemer c.q. leerling-werknemer in de zin van het Reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV wordt verwezen naar de definitie van werknemer c.q. leerling-werknemer in het Instroomreglement BPV of het Instroomreglement MIT en duaal HBO. Bij strijdigheid van de termijnen in het Instroomreglement BPV c.q. het Instroomreglement MIT en duaal HBO en de termijnen in het onderhavige reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV gelden uitsluitend de termijnen van het reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV. 7. Beroepsopleiding Beroepsopleiding in de zin van dit reglement is a) een opleiding overeenkomstig de bepalingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, die opleidt voor een installatietechnische kwalificatie, zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) en waarvoor een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst) moet worden afgesloten, waarbij het moet gaan om een BBL-opleiding, te weten een installatietechnische opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg van het MBO, niveau 1, 2, 3, 4 of 5. b) een opleiding overeenkomstig de bepalingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, die opleidt voor een installatietechnische kwalificatie, zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) of het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) en waarbij het moet gaan om een duale opleiding, te weten een niet tot de BBL(beroepsbegeleidende leerweg) gerekende installatietechnische opleiding op HBObachelorniveau of een duale MIT-opleiding, waarvan minimaal 50% van het betrokken opleidingsjaar wordt ingevuld door middel van beroepspraktijkvorming, welke niet geheel in de avonduren wordt gevolgd.
OTIB13-0376
8. Beroepspraktijkvorming Het onderricht in de praktijk van het beroep: het gedeelte van een beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf in de vorm van uitvoerend werk wordt ingevuld op basis van een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst), zijnde een overeenkomst tussen werkgever, zij-instromer en de erkende praktijkopleidingsinstelling overeenkomstig het bepaalde daaromtrent in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Het uitgevoerde werk moet passen binnen de eindtermen van de opleiding en het moet worden getoetst als onderdeel van de te behalen kwalificatie. Voor de MIT en duaal HBO-beroepsopleiding geldt niet het vereiste van een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV). 9. Erkend leerbedrijf Een erkend leerbedrijf is een bij OTIB aangesloten werkgever die zelfstandig of samen met een of meer andere bij OTIB aangesloten werkgevers door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq als leerbedrijf geaccrediteerd is. 10. Erkende praktijkopleidingsinstelling en erkend praktijkopleidingsbedrijf Onder een erkende opleidingsinstelling en een erkend opleidingsbedrijf wordt verstaan een praktijkopleidingsinstelling of praktijkopleidingsbedrijf, door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq als opleidingsinstelling of opleidingsbedrijf geaccrediteerd. 11. Scholingsreglement Het Scholingsreglement OTIB, waarin algemene bepalingen zijn opgenomen omtrent o.m. uitkering praktijkopleiding leerlingen en uitbetaling van scholingsverlof. Het Scholingsreglement OTIB is onderdeel van de CAO Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf. Artikel 3. Voorwaarden stimuleringstegemoetkoming 1.
Op het Reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV kan geen beroep meer worden gedaan voor opleidingstrajecten, waarvoor al aanspraak wordt gemaakt op tegemoetkoming op grond van het OSR-Reglement, het OSR-Specifiek Reglement, het EVC-Reglement of de EVC500-regeling.
2.
OTIB kan naast de tegemoetkoming ingevolge de Instroomregeling BPV op grond van het onderhavige reglement Omscholingsstimulans zij-instroom BPV gedurende de looptijd van dit reglement een eenmalige stimuleringstegemoetkoming verstrekken van € 900,per zij-instromer, mits de werknemer te wiens behoeve de tegemoetkoming wordt aangevraagd, een zij-instromer is in de zin van artikel 2 en een beroepsopleiding volgt in de zin van artikel 2 en aan de overige voorwaarden als vermeld in dit artikel wordt voldaan
3.
De stimuleringstegemoetkoming wordt uitsluitend betaalbaar gesteld aan de werkgever in de zin van het onderhavige reglement, op de wijze en onder de voorwaarden als nader in het onderhavige reglement bepaald.
4
De stimuleringstegemoetkoming wordt niet betaald indien werkgever zijn afdracht via MN Services niet heeft gedaan.
OTIB13-0376
Artikel 4. Aanvragen en uitkeren van de stimuleringstegemoetkoming 1. Bij het aanvragen van de basistegemoetkoming van het reglement Instroom-BPV c.q. Instroom-MIT en duaal HBO kan de werkgever kenbaar maken of de werknemer voor wie die tegemoetkoming wordt aangevraagd, een zij-instromer is. Daardoor wordt een beroep gedaan op het onderhavige reglement. 2. Aanvragen geschiedt door toezending aan OTIB van een kopie van de BPV-overeenkomst die door de werkgever, de zij-instromer en erkende praktijkopleidingsinstelling is ondertekend. Tevens dient een verklaring Omscholingsstimulans zij-instroom BPV te worden meegestuurd. Toezending dient te geschieden binnen 12 maanden na de startdatum van de opleiding, welke startdatum in de BPV-overeenkomst is vermeld, en kan via OTIB-online of per post. Voor MIT en duaal HBO geschiedt aanvraag door toezending aan OTIB van: Het bewijs van inschrijving van de zij-instromer voor de duale opleiding bij een erkende opleidingsinstelling; Een kopie van de arbeidsovereenkomst met de werkgever die de praktijkplaats beschikbaar stelt; Een kopie van het lesrooster; Een persoonlijk ontwikkelingsplan met opgave van de te behalen studie-onderdelen; Verklaring Omscholingsstimulans zij-instroom BPV. Toezending dient te geschieden binnen 12 maanden na de startdatum van de opleiding, als vermeld in het bewijs van inschrijving, en kan via OTIB-online of per post met het voor dit reglement bedoelde formulier, op te vragen bij de servicedesk van OTIB. 3. De stimuleringstegemoetkoming wordt door OTIB betaalbaar gesteld na tijdige ontvangst van alle voor de aanvraag nodige bescheiden, genoemd in lid 2 van dit artikel en nadat OTIB heeft geverifieerd of de betrokken werknemer inderdaad een zij-instromer volgens de definitie van artikel 2 van het onderhavige reglement is. 4. Elke aanspraak op stimuleringstegemoetkoming ingevolge het onderhavige reglement vervalt, indien de aanvraag als omschreven in lid 2 van dit artikel niet compleet door OTIB ontvangen is binnen 12 maanden na het verstrijken van de startdatum van de opleiding, welke startdatum vermeld is in de bijbehorende beroepspraktijkvormingsovereenkomst c.q. in het bewijs van inschrijving. Artikel 5. Controle 1. OTIB behoudt zich het recht voor te controleren of aan de voorwaarden voor het onderhavige reglement wordt voldaan, onder andere maar niet beperkt tot het opvragen van arbeidsovereenkomsten en/of BPV-overeenkomsten, inschrijfbewijzen en lesroosters. OTIB voert deze controles steekproefsgewijs uit, en is niet gehouden dit tevoren aan te kondigen. 2. Indien bij controle blijkt, dat stimuleringstegemoetkoming is aangevraagd terwijl niet aan de voorwaarden van het onderhavige reglement is voldaan, vordert OTIB de uitbetaalde stimuleringstegemoetkoming terug. OTIB behoudt zich bovendien het recht voor in een dergelijk geval aanvullende sancties vast te stellen en ten uitvoer te leggen.
OTIB13-0376
Artikel 6. Hardheidsclausule In geval van bijzondere hardheid kan een werkgever in de zin van artikel 2 zich gemotiveerd schriftelijk wenden tot het bestuur van OTIB. Het bestuur van OTIB zal in een dergelijk geval die beslissing nemen die naar haar oordeel juist is. Artikel 7. Relatie tot het Scholingsreglement Bij eventuele strijdigheid tussen de tekst van dit reglement en de inhoud en/of strekking van het Scholingsreglement, prevaleert het Scholingsreglement. Artikel 8. Inwerkingtreding Het onderhavige reglement is per 1 januari 2012 in werking getreden. De bovenstaande tekst van het reglement geldt voor de duur van de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014.
OTIB13-0376