BPV-werkboek Onderwijsassistent
Informatie voor de praktijkbegeleider betreffende Opleiding onderwijsassistent Beroeps Praktijk Vorming
Opleiding onderwijsassistent BOL/BBL/BOL18+ cohort 2012- 2015 BOL excellent cohort 2012- 2014
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
1
Inhoudsopgave 1. INFORMATIE OVER DE OPLEIDING ............................................................................... 3 1.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 3 1.2 Opleidingsvarianten ....................................................................................................................... 4 1.3 Werkwijze: Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en Portfolio ................................................... 5 1.4 Ondersteunende lessen op de opleiding ......................................................................................... 5 1.5 School Video Interactie Begeleiding (SVIB) ................................................................................ 6 2. INFORMATIE M.B.T. DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING (STAGE) .............................. 6 2.1 Informatie m.b.t. de BPV ............................................................................................................... 6 2.2 Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO)………………………………………………..6 2.3 BPV-dagen en lesdagen ................................................................................................................. 7 2.4 Verantwoordelijkheden praktijk en school .................................................................................... 8 2.5 Vergoeding tijdens BPV .............................................................................................................. 10 2.6 Jaarrooster BPV schooljaar 2012-2013 ...................................................................................... 10 2.7 Formulieren.................................................................................................................................. 10 2.8 Gedragsregels ............................................................................................................................ 111 2.9 Evaluatie en beoordeling BPV ..................................................................................................... 11 2.10 Internationale BPV (I-BPV)……………………………………………………………………11 3. PORTFOLIO ....................................................................................................................11 3.1 Wat is een portfolio? .................................................................................................................... 11 4. OVERZICHT SBL-COMPETENTIES ...............................................................................12 5. OVERZICHT WERKPROCESSEN KWALIFICATIEDOSSIER 2012 ................................12 6. EXAMENS & PRAKTIJKVOORTGANGSTOETSEN .......................................................13 6.1 Algemeen .................................................................................................................................................... 13 BIJLAGEN I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII.
Verplichte urenregistratie van aanwezigheid op de BPV Jaarrooster BPV schooljaar 2012-2013 Formulier voortijdige beëindiging van de BPV Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces BPV Evaluatie door de student BPV Evaluatie door de praktijkbegeleider Beoordeling Basishouding BPV Overzicht SBL-competenties Overzicht werkprocessen kwalificatiedossier 2012
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
2
1. Informatie over de opleiding Belangrijk: De informatie in dit BPV-werkboek is een aanvulling op de BPV-gids. Deze is te vinden op www.roceindhoven.nl. Als de student van begeleider of school verandert gaat het BPV- werkboek mee naar de nieuwe stageplaats. In het BPV werkboek vindt u uitgebreide en algemene informatie m.b.t. de Beroeps Praktijk Vorming. 1.1 Algemeen De opleiding onderwijsassistent is een middelbare beroepsopleiding op niveau 4, dit is het hoogste niveau binnen het MBO. Een opleiding op niveau 4 leidt op tot zelfstandige beroepsbeoefenaars die in staat zijn hun eigen taken inhoud te geven en te organiseren Beroepsbeeld van een onderwijsassistent De student werkt met groepen van verschillende leeftijden en opleidingsniveaus, met individuele leerlingen of als vaste assistent van één klas of groep. Als onderdeel van een team richt de student zich vooral op het ondersteunen van de bevoegde leraar of het team. De student is verantwoordelijk voor de taken die hij/zij zelf uitvoert, waarbij een leraar of teamleider eindverantwoordelijk is. Het Kwalificatiedossier (KD) OA 2012 beschrijft nauwkeurig de kerntaken van de onderwijsassistent. Deze kerntaken zijn onderverdeeld in werkprocessen, ieder met eigen beoordelingsaspecten die gebruikt worden in toetsen en examens. De ervaring heeft geleerd dat de student tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) behoefte heeft aan en gebaat is bij leren in een duidelijke context. Veel van onze studenten slagen er in dit stadium echter nog niet in zelf de koppeling te leggen tussen theorie en praktijk. Wij hopen samen met u onze studenten hierin te begeleiden. Werkzaamheden van een onderwijsassistent De student moet kunnen werken in verschillende situaties, eventueel op verschillende scholen binnen een bepaald zorgbeleid van een samenwerkingsverband. De verantwoordelijkheid van de OA-er is een verleende verantwoordelijkheid. Van daaruit bekleedt de student een vertrouwensrelatie met een leerling of een groep leerlingen. Tevens ondersteunt de student een adequate zorg voor leerlingen met een speciale behoefte en/of gehandicapte leerlingen. De student moet zijn ondersteunende werkzaamheden kunnen aanpassen aan signalen en situaties van leerlingen en aan scholen met verschillende onderwijsvisies. Met medeweten van de groepsleraar onderhoudt de student contacten met ouders of verzorgers over het gedrag van de leerlingen. De student neemt deel aan werk- en teamoverleg en heeft een nauwe relatie met de groepsleraar, die het werk in overleg bepaalt. Het werk van een onderwijsassistent * • • • • •
Je assisteert en ondersteunt bij onderwijstaken. Je hebt een opvoedkundige rol en helpt leerlingen bij hun taken. Jouw inhoudelijke kennis van de leergebieden helpen je daarbij. Ook observeer je leerlingen die bijvoorbeeld zelfstandig werken en rapporteert wat je daarbij opvalt. Je hebt vaak contact met leerlingen, handelt zelfstandig vragen af of verwijst een leerling door.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
3
• • • • •
Je voert baliewerkzaamheden uit en doet eenvoudig administratief werk. Je assisteert bij de organisatie van evenementen en activiteiten zoals buitenschoolse activiteiten, schoolreisjes en excursies. Je voert in de klas allerlei taken uit, waar de bevoegde leraar je bij begeleidt: lesmateriaal verzamelen en klaarleggen, een opdracht extra uitleggen, helpen bij het leren lezen of bij het zelfstandig werken. In het basisonderwijs en speciaal onderwijs kun je ook verzorgende taken uitvoeren bij de voor- en naschoolse opvang. In het beroepsonderwijs en volwassenenonderwijs assisteer je ook bij het ontwikkelen en verzorgen van lessen, gericht op het aanleren van beroepsvaardigheden.
De kwaliteiten van een onderwijsassistent: * • Je bent een sociaal, begripvol en integer persoon en kunt goed communiceren. • Je bent flexibel, toont initiatief en kunt zelfstandig werken. • Je neemt graag je verantwoordelijkheid • Je weet je prima staande te houden tussen de leerlingen en in onverwachte situaties. • Je wilt vooral plezier hebben in je werk en vindt het leuk om leerlingen te motiveren en enthousiast te maken De toekomst van een onderwijsassistent: * Met de juiste scholing kun je doorgroeien naar andere beroepen binnen het onderwijs. Als gediplomeerd onderwijsassistent kun je doorstromen naar de PABO of lerarenopleiding, maar ook naar HBO-opleidingen in het algemeen.
* Deze tekst is letterlijk ontleend aan het kwalificatiedossier Onderwijsassistent 2012, pagina 4 en 5.
1.2 Opleidingsvarianten De opleiding Onderwijsassistent kent een BOL en BBL variant en de BOL18+ route. Met ingang van schooljaar 2011 is er ook een traject “ Excellent OA”. BOL-route de beroepsopleidende leerweg. Deze weg wordt ook vaak de dagopleiding genoemd en de studenten komen meestal rechtstreeks van het VMBO of hebben een overgangsbewijs van 3 naar 4 Havo / VWO. Ze zijn over het algemeen jong, vanaf zo'n 16 jaar. Tijdens de opleiding verrichten de studenten beroeps-en werkervaring op in de vorm van stage / BPV. In leerjaar 1 gaan ze in het eerste semester 5 dagen per week naar de opleiding en in het tweede semester lopen ze 2 dagen per week stage en gaan 3 dagen per week naar de opleiding. In leerjaar 2 en 3 lopen de studenten 3 dagen per week stage en gaan ze 2 dagen per week naar de opleiding. Deze stageplaatsen worden door de opleiding i.o.m. de student, aangewezen. BOL Excellent studenten volgen de opleiding in 2 jaar en lopen in leerjaar 1 na negen weken twee dagen per week stage en in leerjaar 3 drie dagen. BBL-route de beroepsbegeleidende leerweg Het grootste gedeelte van de opleiding vindt in de beroepspraktijk plaats, vandaar dat deze leerweg ook wel ‘leren en werken’ wordt genoemd. De BBL-studenten zijn over het algemeen wat ouder en hebben vaak meer levens- en werkervaring. De student heeft al een werkplek of moet die zelf zoeken. Zonder een geldige leer- werkovereenkomst kan een student niet deelnemen aan het BBL-traject. Een student BBL moet op jaarbasis 960 werkuren maken in de BPV. In leerjaar 1 zijn er twee opleidingsdagen per week (woensdag en donderdag); in leerjaar 2 en 3 elk één opleidingsdag per week (donderdag). Gemiddeld wordt gerekend op 8 – 10 uur zelfstudie per week.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
4
BOL18+ route Dit is een variant van de BBL-route. Deze route staat open voor studenten, die tussen de 18 en 30 jaar zijn en het BBL-programma volgen. Ze staan ingeschreven als BOL-student en ze vallen onder de wet op de studiefinanciering. Een student BOL 18+ moet op jaarbasis 800 uren stage lopen in de BPV. In leerjaar 1 zijn er twee opleidingsdagen per week (woensdag en donderdag); in leerjaar 2 en 3 elk één opleidingsdag per week (donderdag) . De stageplaatsen worden door de opleiding, i.o.m. de student, aangewezen. Gemiddeld wordt gerekend op 8 – 10 uur zelfstudie per week. 1.3 Werkwijze: Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en Portfolio De bedoeling is dat de ontwikkeling van de student centraal staat. Vanaf de start van de opleiding wordt er bij de BBL gewerkt met leerdoelen in een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en bij de Bol vanaf semester 2. Dit POP zal sturend zijn voor het leerproces. Vanuit de POP volgt een strategie: een stappenplan hoe te werken aan dit doel. Stel dat een student zich ten doel stelt het taalonderwijs in de groep adequaat te ondersteunen, dan kan de strategie bestaan uit het observeren van taalactiviteiten verzorgd door de leerkracht, bestuderen van een taalmethode, zelf activiteiten aanbieden etc. Bij bepaalde leerdoelen kan het goed zijn om vanuit een concrete opdracht te werken. Deze opdracht kan zowel door u op stage als door de opleiding gegeven worden. Het is de bedoeling dat de student elke week reflecteert naar aanleiding van zijn POP; hiervoor is een format opgenomen in de portfoliomap. Aan u als begeleider de vraag om dit proces te begeleiden door middel van het geven van feedback en tips. Het portfolio is een map die mee naar de BPV(stage) en naar de opleiding gaat. De student is zelf eigenaar van de map en daarmee verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit. De student verzamelt in het portfolio de POP’s inclusief de uitwerkingen bestaande uit beroepsproducten, reflectie– en feedbackverslagen. Met de inhoud van het portfolio kan de student zijn ontwikkeling aantonen en bewijzen aandragen dat de student bepaalde competenties beheerst. U vindt in het portfolio van de student uitgebreide informatie m.b.t. de inhoud. 1.4 Ondersteunende lessen op de opleiding Vanuit de opleiding bieden we diverse lessen aan ter ondersteuning van het leerproces van de studenten. We werken hierbij vanuit verschillende leerlijnen: - Integrale leerlijn: praktijkgerichte vakoverstijgende opdrachten en BPV - Basisleerlijn: kennis en vaardigheden, zoals onderwijskunde en pedagogiek, maar ook algemene vorming zoals Nederlands, rekenen en burgerschap. Een gedeelte van de basisleerlijn wordt ingevuld met expressievakken, bijvoorbeeld drama en beeldende vorming. Tevens is er een keuzeaanbod aan verschillende modules tijdens de opleiding (‘‘themalessen’’ en ‘’specialisaties’’) - Loopbaanleerlijn: wekelijkse begeleiding door de loopbaanbegeleider, dit kan zowel individueel als in kleinere groepen plaatsvinden Tijdens het laatste jaar van de opleiding ligt het accent op het de examen “Proeve van bekwaamheid” en “Professioneel handelen. In deze periode zijn er ook gewoon reguliere lessen. De student wordt vanuit de opleiding begeleid in het schrijven van de scriptie, waarna de uitvoering in de praktijk volgt. In de BOL gaat de student zich in het laatste semester steeds meer specialiseren (bijv. SBO/ SO, VMBO/MBO, het jonge kind) en volgt een aantal gastlessen naar keuze. Afhankelijk van de leerroute (Excellent, Bol 18+/BBL) kunnen studenten hierbij aansluiten.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
5
1.5 School Video Interactie Begeleiding (SVIB) School Video Interactie begeleiding(SVIB) is een begeleidingsmethodiek om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op de opleiding Onderwijsassistent zetten we dit instrument voornamelijk in om studenten kennis te laten maken met de methodiek en om hen te ondersteunen bij hun leerproces. Na introductie van de methodiek SVIB op de opleiding, krijgt de student vanuit de opleiding een informatiebrief mee voor de directie van de stageschool, waarin tevens gevraagd wordt om toestemming om het handelen van de student op video op te nemen. Na goedkeuring van de directie krijgt de student vanuit het ROC een voorbeeldbrief mee om de ouders op de hoogte te stellen van deze activiteit. De korte video-opnames gemaakt in de stageklas worden geanalyseerd en besproken onder toezicht van een SVIB-begeleider op de opleiding. Net zoals dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB-er een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die op de stageschool gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden na gebruik vernietigd.
2. Informatie m.b.t. de beroepspraktijkvorming (stage) Alle algemene informatie m.b.t. BPV vindt u in de BPV-gids. Deze is ook beschikbaar op de website roceindhoven.nl. 2.1 Informatie m.b.t. de BPV De Loopbaan Begeleider (LB-er / SLB-er) is de contactpersoon voor het werkveld en de student aldaar. De LB-er bezoekt de student tweemaal per jaar om de voortgang / ontwikkeling en het functioneren te bespreken. Daarnaast bezoekt de LB-er de BPV-school eenmaal per semester om algemene zaken m.b.t. stagebegeleiding enbeoordeling te bespreken. Voor de opleiding Onderwijsassistent is Harrie van den Boogaart het centrale aanspreekpunt voor alle zaken m.b.t. stage. Het e-mailadres van alle BPV-docenten / LB-ers is: (in kleine letters):
punt @roceindhoven.nl. Bijvoorbeeld: [email protected] Alle docenten zijn bereikbaar per e-mail, via hun postvak op school of via hun mobiele telefoonnummer. U wordt hierover geïnformeerd door de betreffende docent. Verder zijn zij op de leslocatie telefonisch te bereiken via het centrale nummer van de school voor WCO: 040- 2695600 2.2 Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) Elke student sluit een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) af. Deze overeenkomst wordt ondertekend door de opleidingsschool, de praktijkinstelling en de student, en indien nodig door de wettelijke vertegenwoordiger/voogd van de student. Behalve een BPVO sluit iedere student met de school ook een onderwijsovereenkomst af. Daarin staan de afspraken en inspanningsverplichtingen van de student en de opleiding vermeld. De BPV-overeenkomsten voor de BBL-student worden door het landelijke kenniscentrum Calibris mede ondertekend als vierde partij. Op de achterzijde van de BPVO staan verdere rechten en plichten vermeld. De BPVO wordt administratief opgemaakt voor de duur van de
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
6
opleiding. Bij verandering van stageschool wordt de BPVO ontbonden en wordt een nieuwe overeenkomst opgemaakt . De BPVO wordt opgemaakt voor de duur van twee jaar. Als de stage tussentijds wordt beëindigd op initiatief van de stageplaats, de opleiding of de student zelf, wordt de overeenkomst ontbonden. Daarvoor moet een formulier “Voortijdige beëindiging stage” worden ingevuld en door alle partijen getekend. Dit formulier vindt u in de BPV-gids. De BPVO dient ingeleverd te zijn bij studentenzaken vóór de eerste stagedag. 2.3 BPV-dagen en lesdagen
Leerroute
Leerjaar
BOL
Leerjaar 1 Leerjaar 2
BOL excellent
Leerjaar 3 Leerjaar 1
BOL 18+/BBL
Leerjaar 2 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3
Aantal stagedagen Vanaf 2e semester (eind januari): 2 dagen per week 3 dagen per week. Laatste blok van 10 weken: 2 dagen per week i.v.m. externe projecten. 3 dagen per week. BPV start na 10 weken onderwijs ( november) 2 dagen per week. 3 dagen per week. BOL18+ 2,5 dag per week. BBL 3 stagedagen per week. BOL 18+ 2,5 dag per week. BBL 3 stagedagen per week. BOL 18+ 2,5 dag per week. BBL 3 stagedagen per week.
De student die bij u stage loopt moet minimaal 8 uur per dag aanwezig zijn en 4 uur voor een halve dag. Voor de studenten geldt dat 80 procent invulling krijgt in direct contact met de doelgroep en maximaal 20 procent besteed wordt aan voor- nazorg en overige stageactiviteiten, zoals kamp, ouderavonden, verslaglegging, overleg, vergaderingen en scholingsbijeenkomsten et cetera. Aanwezigheid op stage In bijlage II. is een rooster opgenomen met de jaarplanning voor 2012 -2013. De student dient op de BPV aanwezig te zijn zoals afgesproken. Deze aanwezigheid dient iedere student, zowel BOL als BBL wekelijks in te vullen op de lijst ”Verplichte urenregistratie van aanwezigheid op de BPV”. Deze lijst vindt u achterin het BPV-werkboek (bijlage I.) in de bijlagen. Deze lijst dient tweemaal per jaar, op verzoek van de loopbaanbegeleider ingeleverd te worden. Deze is ingevuld door de student en gecontroleerd en getekend door zowel de praktijkbegeleider als de student. Bovenstaande vloeit voort uit de wettelijke verplichting die onze school heeft om te controleren of de student het aantal afgesproken BPV-uren ook daadwerkelijk maakt. Als de school of de student daarbij in gebreke blijft, kan dat consequenties hebben voor de schoolsubsidie en voor de studiefinanciering van de student.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
7
2.4 Verantwoordelijkheden praktijk en school Praktijkgerichte onderdelen worden door de praktijkinstellingen begeleid en beoordeeld. De opleiding blijft eindverantwoordelijk voor het leer- en beoordelingsproces en zorgt dat het proces past binnen het kader van wettelijke regelingen en landelijke en ROC- Eindhoven afspraken. Waar is de opleiding verantwoordelijk voor? • aangeven van competenties die in de praktijk geleerd en getoetst dienen te worden • digitaal aanleveren toetsmateriaal • ondersteuning en begeleiding op school ten behoeve van de BPV in de lbbijeenkomsten en de ondersteuningslessen • zorgdragen voor een adequaat verloop van het leer- en beoordelingsproces. De LBer is vanuit school de sleutelfiguur voor de praktijkinstelling. De eerste weken op stage De eerste weken van de BPV zijn bedoeld om rond te kijken en te wennen aan elkaar, aan de leerlingen, aan de school, aan de werkwijze etc. Maar wennen doe je niet achter in de klas op een stoel. Een stagiaire Onderwijsassistent is in het algemeen een doener en vindt het prettig wanneer hij houvast heeft en al vanaf het begin wat afgebakende taken toebedeeld krijgt. Dat kan variëren van het helpen van bepaalde leerlingen die extra hulp of aandacht nodig hebben bijvoorbeeld bij het aan- en uitkleden, werkjes klaar leggen, de kast netjes houden, werkjes ophangen, helpen bij het inrichten van een hoek, werk nakijken, opdrachtenkaartjes maken en plastificeren en huishoudelijke taken als vegen, het bord schoonmaken etc. Omdat de basisscholen meestal een of twee weken eerder starten dan de opleiding, begint de BOL leerjaar 2 en 3, Bol excellent leerjaar 2, BOL 18+ en BBL student leerjaar 2 en 3 al eerder met zijn stage dan met zijn opleiding. De student is dan nog niet bekend met wat de opleiding en stage van hem kunnen verwachten. Dat is voor beide partijen op stage een onzekere periode. U kunt hierin de student tegemoet komen door hem eenvoudige taken en opdrachten te geven. Eenmaal op de opleiding krijgt de student enkele opdrachten mee, die als beroepsproducten terugkomen in het portfolio.De student schrijft de eerste weken dagelijks een dagverslag. Deze wordt op de opleiding besproken. Het is de bedoeling dat u deze dagverslagen met de student bespreekt in de wekelijkse begeleidingsgesprekken, om van daaruit een start te maken met de gerichte begeleiding van de persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling. Als de school een overzicht heeft van de taken en werkzaamheden van de stagiaire / Onderwijsassistent dan is het verstandig dit samen zo snel mogelijk door te nemen en concrete afspraken te maken. Als de school dat nog niet heeft, is het raadzaam de afspraken op papier te zetten. Maak heel duidelijk afspraken over de BPV-tijden van aanwezigheid: wat is de begintijd en eindtijd? Uitgangspunt is: zolang er werk is voor de begeleider, is er werk voor de onderwijsassistent. Taken voor de stagiaire tijdens de Beroeps Praktijk Vorming Bij de start van leerjaar 1 krijgt de student een aantal taken mee vanuit de opleiding, om zich te oriënteren op de school, de klas en zijn vaste taken en afspraken. Gaandeweg de studie krijgt de student regelmatig opdrachten mee vanuit de opleiding die op stage worden uitgevoerd. Het doel is dat de student hiermee een koppeling leert maken tussen theorie en praktijk. Daarnaast kunt u als begeleider zelf taken en opdrachten geven, die aansluiten bij de ontwikkeling van de student.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
8
Tijdens het eerste stage blok zal de stagiaire beginnen met het werken aan de doelen vanuit het POP. Zeker in het begin zal dit de nodige begeleiding vragen, zowel vanuit de opleiding als vanuit de BPV. De bedoeling is dat er vanuit het POP taken en opdrachten ontstaan. Dit zal dus altijd in samenspraak met de stagiaire zijn. U wordt van harte uitgenodigd uw inbreng te geven in welke taak u op een bepaald moment nuttig acht bij het werken aan de doelen! Het staat u vrij om de taak samen met de stagiaire helemaal uit te werken inclusief de criteria waaraan de taak volgens u moet voldoen, of u kunt via de stagiaire aan de opleiding laten weten wat voor soort taak u wenselijk acht. In dat geval kan de opleiding in samenspraak met de student de taak vaststellen. De resultaten die uit deze taken voortkomen kan de stagiaire in het portfolio bewaren. Wat u van onze student mag verwachten Om zijn beroepspraktijkvormingsperiode te laten slagen, dient de student zijn eigen leerproces zo te plannen en in te richten, dat de student de kerntaken kan behalen binnen de gestelde BPV-periode. De student is zelf verantwoordelijk voor het op tijd maken en inleveren van zijn taken en toetsen. Een (stagiair-) onderwijsassistent moet zijn positie kennen: de student behoort tot de categorie onderwijsondersteunend personeel en is een ondersteuner van de groepsleerkracht en voert als beroepsbeoefenaar de taken uit die voortvloeien uit deze rol. Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. De beschrijving van de kerntaken en de overzichten van de competenties en werkprocessen / beoordelingsaspecten geven een beeld van het beroep onderwijsassistent. De overzichtslijsten (zie hoofdstuk 5) zijn ook een prima begeleidingsinstrument om een paar keer per jaar de ontwikkeling van de student in kaart te brengen en van daaruit dan weer leerpunten te benoemen. Zie voor, een gedetailleerde omschrijving van het beroepsbeeld en de werkzaamheden van een onderwijsassistent, hoofdstuk 1.1 Wat kan verwacht worden van de begeleiding op de stageplaats? Om de stagiaire goed te kunnen laten functioneren, is begeleiding op de stageplaats onontbeerlijk. Een ideale frequentie is eenmaal per week een werkbegeleidingsgesprek, maar minimaal een keer per twee weken, gekoppeld aan een bepaalde werkwijze, waarbij de ervaringen van de afgelopen week besproken worden en er afspraken gemaakt worden voor volgende week. Als een stagiair voor / met meerdere leerkrachten werkt, is het raadzaam dat één leerkracht de hoofdverantwoordelijke is voor de begeleiding van de stagiaire; deze is dan tevens de contactpersoon voor de BPV-docent. Om deze gesprekken gestructureerd te laten verlopen schrijft de stagiair reflectieverslagen. Dit zal in het begin van de opleiding elke dag zijn en vervolgens elke week. Het hoofddoel van deze verslagen is zelfreflectie en indrukken en ervaringen op papier zetten, als uitgangspunt voor de eerste uitwisseling van ervaringen, POP - en werkbesprekingen. Door verslagen met de praktijkbegeleider door te nemen ontdekt de student waar voor hem leerpunten zitten. Vooral in het begin van de BPV is het gebruik van dagverslagen een goed middel om de student zich snel te laten oriënteren op de stageplaats, zich de regels en de structuur van een stageplaats eigen te maken en om collega’s en leerlingen te leren kennen.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
9
Behalve dat reflectie een van de basale vaardigheden moet zijn van iedere professional, is het terugkijken op je gedrag en de gevolgen hiervan op met name je sociale omgeving van belang voor ieder leerproces. Praktijkbegeleider, laat de student dus zowel mondeling als schriftelijk reflecteren op zijn handelen (en op de begeleidingsgesprekken). Wij verwachten van de studenten dat ze geregeld hun portfolio aan u laten zien! Naast deze vaste begeleidingsmomenten is het wenselijk om na een uitgevoerde activiteit door de stagiaire, feedback te geven over de uitvoering. Ook een kort evaluatief gesprekje na een dag werken, bij voorkeur uitgaand van de stagiaire, wordt op prijs gesteld. In de BPV-gids (blz. 14 en 15) is een overzicht opgenomen van de taken van de loopbaanbegeleider en de praktijkbegeleider / stage-coördinator. Leest u die a.u.b. goed. 2.5 Vergoeding tijdens BPV BOL// Bol excellent/ BOL 18+ studenten kunnen in aanmerking komen voor ‘studiefinanciering of tegemoetkoming studiekosten. BBL’ers komen daarvoor niet in aanmerking. BBL- studenten sluiten een leerwerkovereenkomst af via Calibris en zijn daarmee in loondienst. Steeds meer scholen gaan over op het intern opleiden van studenten via een leerwerktraject (BBL). Meer informatie hierover kunt u verkrijgen bij Calibris. De BPV-periode is een onderdeel van de opleiding. Daarom hoeft een student niet betaald te worden voor zijn BPV- en/of studieactiviteiten. Bij een aantal instellingen ontvangen studenten een vergoeding volgens in de CAO vastgelegde afspraken. Voor BBL-studenten, die volgens een CAO of een leerwerkovereenkomst werken, gelden natuurlijk de in die overeenkomst afgesproken regelingen. Als een student geen beloning in geld ontvangt, is de student geen werknemer volgens de wet op de loonbelasting. De student hoeft dan niet in de loonadministratie te worden opgenomen voor de loonbelasting of loonheffing. Het bedrijf mag dan wél reiskosten vergoeden (tot het bedrag van het vergoedingenforfait) en eventuele andere werkelijk gemaakte kosten. 2.6 Jaarrooster BPV schooljaar 2012-2013 In het jaarrooster van de opleiding werken wij met schoolweken. Het rooster is zowel voor de student als begeleider. U kunt het jaarrooster vinden achterin het BPV –werkboek (bijlage II.) bij in de bijlagen. 2.7 BPV Formulieren In de BPV-gids zijn de volgende formulieren opgenomen: • •
Beroeps-Praktijk-Vormings-Overeenkomst (BPVO) Stagedagen van de student
In het BPV-werkboek zijn achterin opgenomen: • •
Formulier voortijdige beëindiging BPV (bijlage III.) Deze wordt gebruikt wanneer de stage voortijdig wordt afgebroken of wanneer de student wisselt van stageschool. Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van het leerproces (bijlage IV.) Deze hangt samen met de beoordeling van het formulier: BPV basishouding en eventueel negatief studieadvies.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
10
2.8 Gedragsregels Kleding en gedrag van de student moeten geschikt zijn voor de stageplaats. De student is bij u te gast en houdt zich aan de regels van uw BPV-organisatie. Hanteer de juiste gedragscode. Om je een idee te geven van wat gedragsregels zoal in kunnen houden, staan hieronder algemene regels omschreven: • geen naveltruien, lage heupbroeken, korte broek, petjes, zichtbare piercings, minirokjes, opvallende kapsels, sneakers of zonnebrillen dragen • wees royaal op tijd, zodat men niet op je hoeft te wachten • zorg voor correct taalgebruik • geen snoep of kauwgom in je mond, niet roken of eten op de verkeerde plek • aanpassen voicemail en mailadres • geen mobiele telefoongesprekken en berichten tijdens het werk, geen muziek via je mp3 luisteren of internetten voor privé doeleinden (msn’en, gamen, chatten). 2.9 Evaluatie en beoordeling BPV Aan het einde van elk leerjaar wordt de BPV begeleiding zowel vanuit de opleiding als vanuit de praktijk geëvalueerd. De formulieren die erbij horen zijn: • • •
BPV Evaluatie door de student (bijlage V.) BPV Evaluatie door de praktijkbegeleider (bijlage VI.) Beoordeling basishouding BPV (bijlage VII.) Deze bladzijde wordt 4 keer ingevuld per semester door de stagebegeleider.
In het BPV-werkboek zijn bovenstaande formulieren opgenomen. 2.10 Internationale BPV (I-BPV) Voor onze studenten is het mogelijk zich te oriënteren in het buitenland. Dit kan een onderbreking zijn binnen de tijd dat de student bij u stage loopt (ongeveer 5 weken Turkije) of het kan betekenen dat de student een half schooljaar (naar een ander land) in plaats van een heel schooljaar bij u stage loopt.
3. Portfolio 3.1 Wat is een portfolio? Het portfolio is een persoonlijke verzameling van: • Wie ben ik • Competenties- kerntaken • Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) • Reflectieverslagen & feedbackverslagen • Themalessen • Beroepsproducten • Diversen • Voortgang & ontwikkeling • Exameninformatie en praktijkvoortgangstoetsen Met het portfolio wordt met name voortgang gemeten op de BPV. Deze kan ook gebruikt/ ingezet worden tijdens stagebezoeken. Studenten hebben het portfolio zelf in bezit en deze moeten ze laten zien aan u als praktijkbegeleider. Voor uitgebreide informatie vragen wij u
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
11
het portfolio van de student in te lezen. De student heeft meerdere malen per jaar een portfolio gesprek met zijn LB-er of andere docent.
4. Overzicht SBL-competenties In het onderwijs zijn er 7 SBL- competenties. Om u en onze student ‘hiermee kennis te laten maken / tussentijds de stand van zaken op te nemen’ hebben we een opdracht achterin het BPV-werkboek (bijlage VIII.) opgenomen. U vindt daar een uitgebreid overzicht van de competenties en beheersingscriteria. Na het maken van de opdracht kunt u zien in hoeverre de student de competenties beheerst en waar nog ontwikkelpunten liggen. Competenties: 1. Interpersoonlijke competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze leerlingen te leiden en te begeleiden, zodat de activiteiten waarmee de leerlingen bezig zijn optimaal verlopen. 2. Pedagogische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze leerlingen te begeleiden in hun sociaal functioneren op basis van het pedagogische plan van de leraar/leraren/team en het beeld dat de leraar/leraren/team en de onderwijsassistent hebben van de leerling of de groep leerlingen. Zo nodig kan de onderwijsassistent de leerling of de groep leerlingen zorg bieden die het haar of hen mogelijk maakt deel te nemen aan activiteiten in de school. 3. Didactische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze (onderdelen van) een didactisch handelingsplan uit te voeren. 4. Organisatorische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze bij te dragen aan een ordelijk en goed verloop van activiteiten en een ordelijke en overzichtelijke leeromgeving, binnen het organisatorische kader dat daarvoor door de leraar/ leraren/ team wordt gegeven. 5. Competentie op het gebied van samenwerken met collega’s De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze samen te werken met collega’s. 6. Competentie op gebied van samenwerken met omgeving: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze te communiceren met betrokkenen buiten de school binnen de reikwijdte van haar eigen taakstelling. 7. Competentie op het gebied van reflectie en professionele ontwikkeling: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze te reflecteren op haar handelen en haar professionele bekwaamheid verder te ontwikkelen
5. Overzicht werkprocessen kwalificatiedossier 2012 begeleidings- en beoordelingsinstrument Werkprocessen bij de drie kerntaken: Waar sta je in je ontwikkeling? Hieronder ziet u de werkprocessen en beoordelingsaspecten. Achterin het BPV-werkboek (bijlage IX.) vindt u een handig instrument om tussentijds de stand van zaken op te maken en waar nog ontwikkelpunten liggen. In dit overzicht zijn geen competenties aangegeven, omdat de student tijdens de opleiding op het niveau van werkprocessen wordt beoordeeld.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
12
Werkprocessen en beoordelingsaspecten Onderwijsassistent KD 2012 - 2013 Kerntaak 1 Assisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire proces 1.1 Werkproces, Observeert de werkwijze van leerlingen/ deelnemers en rapporteert de bevindingen 1.2 Werkproces Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor. 1.3 Werkproces Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen. 1.4 Werkproces Begeleidt de leerlingen bij de uitvoering van programmaonderdelen Kerntaak 2 Uitvoeren van taken rondom het primaire proces 2.1 Werkproces Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primaire proces 2.2 Werkproces Assisteert bij het organiseren van activiteiten 2.3 Werkproces Voert administratieve taken uit 2.4 Werkproces Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces 2.5 Werkproces Voert in PO en SO pedagogisch-verzorgende taken uit Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkproces Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkproces Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Werkproces Stemt de werkzaamheden af 3.4 Werkproces Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen
6. Examens & Praktijkvoortgangstoetsen 6.1 Algemeen In schooljaar 2012- 2013 start de opleiding met een nieuw Kwalificatie dossier, waarvoor nieuwe examens en praktijkvoortgangstoetsen zijn ontwikkeld. Alle studenten van de opleiding Onderwijsassistent verrichten op een competentiegerichte wijze examen. Concreet houdt dit in dat er verschillende toetsvormen ontworpen zijn. Praktijkvoortgangstoetsen en examens in de praktijk, om na te gaan of de kerntaken en werkprocessen beheerst worden. Alle examentoetsen zijn kerntaakoverstijgend d.w.z. dat ze zowel beoordelingsaspecten van kerntaak 1,2 als 3 bevatten. In totaal zijn er 4 praktijkvoortgangstoetsen en 5 examens, waarvan er 3 gedeeltelijk in de praktijk worden beoordeeld; de twee theorietoetsen Onderwijskunde en Pedagogiek worden vanzelfsprekend op de opleiding afgenomen. Daarnaast zijn er een aantal examens voor taal, rekenen, Engels en burgerschap (LLB).
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
13
Up to date informatie m.b.t. een examen of praktijkvoortgangstoets krijgt u steeds via uw student, die ervoor verantwoordelijk is u steeds te voorzien van de laatst geldige versie. Vanuit de opleiding worden bijeenkomsten georganiseerd voor praktijkbegeleiders, waarop informatie wordt verstrekt over de wijze van begeleiding, examinering en beoordeling en de rol van beide partijen. De opleiding vindt het wezenlijk voor de begeleiding van de student, dat u als praktijkbegeleider hierbij aanwezig bent. Belangrijk: Tijdens de lesdoorbrekende weken: sw 10, 19, 29, 38) worden op de opleiding de theoretische voortgangstoetsen en examens afgenomen. Dat kan ook op een niet-lesdag zijn, dus op een stagedag. Dit is meestal een week van te voren bekend en uw stagiaire informeert u hierover. Onze verontschuldigingen voor het eventueel hierdoor ontstane ongemak op stage. Alle examens en praktijkvoortgangstoetsen zijn t.z.t. te vinden op Fronter, de digitale leeromgeving van het ROC. In de Onderwijs- en examenregeling op Fronter vindt een student alle regelgeving m.b.t. examens.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
14
BIJLAGEN I. Verplichte urenregistratie van aanwezigheid op de BPV II. Jaarrooster BPV schooljaar 2012-2013 III. Formulier voortijdige beëindiging van de BPV IV. Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces V. BPV Evaluatie door de student VI. BPV Evaluatie door de praktijkbegeleider VII. Beoordeling Basishouding BPV VIII. Overzicht SBL-competenties IX. Overzicht werkprocessen kwalificatiedossier 2012
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
15
I.VERPLICHTE URENREGISTRATIE VAN AANWEZGIHEID OP DE BPV De student houdt het aantal gewerkte uren zelf bij in het blokje van de juiste maand en dag. Heb je dus op 6 augustus 6½ uur gewerkt dan vul je in dat vakje 6½ in. Zie het voorbeeld in onderstaand schema.
JAN
FEB
MRT APR
MEI
JUNI JULI AUG SEP
OKT NOV DEC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Totaal Werkdagen: aantal uren dat je BPV loopt per werkdag invullen in het juiste vakje. (Vakantie = V / Buitengewoon Verlof = O / Ziek = Z / Terugkomdag/lesdag = T) Wekelijks door de student in te vullen en aan het einde van de BPV ondertekent de praktijkbegeleider. BPV-Periode: van ….… -- ………… -- ……….. t/m .….… -- ……..…… -- …...….…. Aantal totaal gewerkte BPV-uren: ......... uur
Datum: ..................................
Naam en plaats BPV-instelling: ……………………………………………………………………………
Naam student: ……………………………………. Naam begeleider: ………………..…………. Studentnummer: ……………………..
..……….......…….......…….…….......... (Handtekening student)
............……..…….………….…….... (Handtekening praktijkbegeleider)
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
16
II. Jaarrooster BPV schooljaar 2012-2013 In het rooster van de opleiding werken wij met schoolweken. Het rooster is zowel voor de student als begeleider. WK1
35
SW
01
DATA
ACTIVITEIT
27 augustus – 31
Start nieuwe schooljaar 2012-2013 voor de studenten
augustus 2012
Start lesblok 1 Introductie activiteit leerjaar 1, 2 en 3 (1 dag)
36
02
03 – 07 september
37
03
10 – 14 september
Studiedag 14 september (andere verslagen zijn nog niet bekend)
38
04
17 – 21 september
Praktijkbegeleidersscholing Onderwijsassistent (BOL regulier leerjaar 2 en 3, BOL 18+/ BBL leerjaar 1, 2 en 3) 18 en 19 september
39
05
24- 28 september
40
06
01 – 05 oktober
41
07
08 – 12 oktober
42 43
08
Herexamenweek alle kandidaten
15 – 19 oktober
HERFSTVAKANTIE
22 – 26 oktober
Aanvragen Praktijkvoortgangstoetsen Inleveren Praktijkexamens diplomakandidaten
44
09
29 oktober –
Inleveren Praktijkvoortgangstoetsen
02 november 45
10
05 - 09 november
Lesdoorbrekende week 1
46
11
12 – 16 november
Praktijkbegeleidersscholing 13 november (Excellent opleiding) 14 november (BOL regulier leerjaar 2en 3 en BOL 18+/ BBL leerjaar 1, 2 en 3) Start lesblok 2
47
12
19 – 23 november
48
13
26- 30 november
49
14
03 – 07 december
Woensdag extra stage i.v.m. Sinterklaas
50
15
10 – 14 december
Herexamenweek alle kandidaten
51
16
17- 21 december
Vrijdag extra stage i.v.m. Kerst
52
24– 28 december
KERSTVAKANTIE
01
31– 04 januari
KERSTVAKANTIE
02
17
07 – 11 januari
03
18
14 - 18 januari
Zondag 20 januari ROC open dag Inleveren Praktijkvoortgangstoetsen
1
04
19
21 – 25 januari
Lesdoorbrekende week 2
05
20
28 januari – 01 februari
Start lesblok 3
WK staat voor week volgens het kalender jaarrooster en SW staat voor Schoolweek volgens het schooljaarrooster.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
17
WK
SW
DATA
ACTIVITEIT
06
21
04 – 08 februari
Start BPV eerstejaars Onderwijsassistent (BOL) Praktijkbegeleidersscholing 5 en 6 februari (BOL regulier eerstejaars) Vrijdag extra stage i.v.m. Carnaval
07
11- 15 februari
08
22
18 - 22 februari
09
23
25 februari – 01
VOORJAARS- of CARNAVALSVAKANTIE
maart 10
24
04 – 08 maart
11
25
11– 15 maart
Herexamenweek alle kandidaten Donderdag 14 maart ROC open avond
12
26
18 – 22 maart
13
27
25 – 29 maart
Vrijdag vrij i.v.m. Goede vrijdag Aanvragen praktijkvoortgangstoetsen Inleveren Praktijkexamens diplomakandidaten
14
28
01 – 05 april
Maandag vrij 1.v.m. 2de Paasdag Inleveren Praktijkvoortgangstoetsen
15
29
08 – 12 april
Lesdoorbrekende week 3
16
30
15 – 19 april
Start lesblok 4
17
31
22 – 26 april
18
29 – 03 mei
MEIVAKANTIE
19
06- 10 mei
MEIVAKANTIE
20
32
13– 17 mei
21
33
20 - 24 mei
Maandag 2de Pinksterdag vrij
22
34
27 – 31 mei
Herexamenweek alle kandidaten
23
35
03– 07 juni
24
36
10– 14 juni
Inleveren praktijkexamens voor afstudeerders Onderwijsassistent
25
37
17 – 21 juni
Inleveren Praktijkvoortgangstoetsen
26
38
24 – 28 juni
Lesdoorbrekende week 4. Inleveren praktijkexamens Onderwijsassistent
27
39
01 – 05 juli
Uitwerkweek, rapporten, diploma-uitreiking, jaarafsluiting. Laatste praktijkweek voor niet-afstudeerder.
28
08 juli t/m 23
ZOMERVAKANTIE ROC
augustus
Zomervakantie praktijk: 11 juli – 19 augustus
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
18
III. Formulier voortijdige beëindiging van de BPV ROC Eindhoven: School voor Welzijn, Cultuur en Onderwijs _____________________________________________________________________ Naam student :
Nummer student:
Opleiding en differentiatie: BPV - instelling Praktijkbegeleider
: :
BPV – docent / Loopbaanbegeleider : Cursusjaar en periode: 2012-2013: van ………..…………….. t/m ………..……….……… Loopbaanbegeleider: _____________________________________________________________________ Datum van de beëindiging BPV
:
Reden(en) van de beëindiging BPV : *
*
* Stopt opleiding* Gaat naar een andere BPV - plaats* * (= kruis aan wat van toepassing is) Plaats: …………………………….. Datum: ……………………………. Handtekeningen: Namens de BPV - organisatie, de praktijkbegeleider
De BPV - docent Loopbaanbegeleider
/
De student
……………………………..
…………………………
…………………….
Inleveren bij het BPV - bureau
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
19
IV. Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces ROC Eindhoven, School voor Welzijn, Cultuur en Onderwijs ______________________________________________________________ Naam student:
Nummer student:
Opleiding en differentiatie: BPV - instelling: Praktijkbegeleider: BPV – docent / Loopbaanbegeleider: Cursusjaar : 2012-2013 ______________________________________________________________ De gemaakte afspraken ter verbetering van het leerproces: * * *
Toelichting: Deze afspraken zijn ervoor bedoeld om de BPV vanaf nu beter te laten verlopen. Leg ook een datum vast om op de gemaakte afspraken terug te komen, om te kijken of de gemaakte afspraken zijn nagekomen of om te zien of er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. Indien de gemaakte afspraken uiteindelijk niet tot het gewenste resultaat leiden, kan het gevolg een (voortijdige) beëindiging van de beroepspraktijkvormingsovereenkomst zijn (BPVO).
Aldus overeengekomen op ….. ..…. ………. te …………………………………..
Handtekening praktijkbegeleider: …………………………...
Handtekening student: …………………………
Kopieën aan: BPV - docent, praktijkbegeleider, LB-er, de student en eventuele andere betrokkenen.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
20
V. BPV Evaluatie door de student (eind van het schooljaar) Evaluatieonderwerpen
Zeer Tevreden On Zeer on Motivering / tevreden tevreden tevreden suggestie
Over ROC Eindhoven: 1.Over de wijze waarop ik door de school geïnformeerd ben over de BPV, ben ik 2. Over de wijze waarop de docenten mij-, binnen de opleiding hebben voorbereid op de BPV ben ik Over de BPV- opdrachten 1.Over de tijd die ik in het leerbedrijf kon besteden aan de BPV – opdrachten ben ik 2. Over de begeleiding van mijn leerproces door de praktijkopleider in de BPV ben ik 3. Over de kwaliteit van de BPV-opdrachten van de opleiding ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPV-opdrachten van het leerbedrijf ben ik Over de Begeleiding 1.Over het aantal overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 2.Over de inhoud van die overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal overlegmomenten met de BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de inhoud van de overlegmomenten met de BPV-begeleider van school ben ik Over de BPV- beoordeling 1.Over de evaluatie en beoordelingsformulieren van de opleiding ben ik 2. Over de manier waarop de evaluatie en beoordeling, door de praktijkopleider, besproken is met mij ben ik Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
21
Eindoordeel 1. Over het leerbedrijf ben ik 2. Over mijn praktijkopleider ben ik 3. Over mijn BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de organisatie van de BPV door mijn school ben ik Overige opmerkingen:
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
22
VI. BPV Evaluatie door de praktijkbegeleider (eind van het schooljaar) Evaluatieonderwerpen
Zeer Tevreden On Zeer on Motivering / tevreden tevreden tevreden suggestie
Over ROC Eindhoven: 1.Over de gehanteerde plaatsings/ sollicitatieprocedure ben ik 2. Over de voorlichting c.q. verstrekte informatie ben ik 3. Over de wijze waarop de student voorbereid is op de BPV ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPV-opdrachten ben ik Over de Student: 1.Over het inzicht en begrip (kennis en theorie, feiten en achtergronden) van de student ben ik 2. Over de beroepsvaardigheden van de student in de praktijk, ben ik 3. Over de manier waarop de student verantwoordelijkheid draagt voor zijn leerproces ben ik 4. Over de sociale en communicatieve vaardigheden, zelfstandigheid, houding en inzet-/- motivatie ben ik Over de BPV-begeleider van school: 1.Over de kwaliteit van de begeleiding door de BPVbegeleider van school ben ik 2. Over het contact van de BPV-begeleider van school met mij als praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal van 2 praktijkbezoeken ben ik 4. Over de tijd die ik als praktijkopleider moet besteden aan begeleidings en opleidingsactiviteiten ben ik 5. Over de wijze waarop de praktijkbegeleider reageert op problemen c.q. Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
23
knelpunten ben ik Over de BPV- beoordeling 1.Over de evaluatie en beoordelingsformulieren in het werkboek ben ik 2. Over de wijze waarop de beoordeling uitgevoerd wordt ben ik Eindoordeel 1. Over de student ben ik 2. Over de BPV-begeleider van de opleiding ben ik 3. Over de BPV-organisatie van de school ben ik Overige opmerkingen:
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
24
VII. Beoordeling Basishouding BPV De student wordt beoordeeld op zijn basishouding gedurende de BPV (stage). De basishouding is uitgewerkt in indicatoren van een aantal competenties uit het kwalificatiedossier. De beoordeling basishouding BPV wordt ieder half jaar ingevuld door de eigen BPV-begeleider. Een voldoende beoordeling wordt op de opleiding gewaardeerd met een aantal studiepunten. Om de student inzicht te geven in eigen gedrag is het goed om tussentijds de basishoudingevaluatie in te vullen en deze met de student te bespreken. Per indicator kan de student een 1, 2, 3 of 4 scoren. Concreet betekent dit: 1= Indicator wordt niet/onvoldoende gezien, student weet het niet/kan het niet 2= Indicator wordt soms gezien, student weet/kan het nog onvoldoende 3= Indicator wordt regelmatig gezien, student weet/kan voldoende maar heeft soms nog enige aansturing nodig 4= Indicator wordt veelvuldig gezien bij de student: student handelt zelfstandig en vanuit eigen initiatief. BEOORDELING BASISHOUDING BPV COMPETENTIES C: Begeleiden:
a b c d e
Evaluatie
d e
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
Je kunt interesse tonen in de ander Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken Je kunt de ander ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen Je kunt stimuleren. Je kunt iemand vertrouwen geven
D: Aandacht en begrip tonen: a Je kunt jezelf presenteren b Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen c
Beoordeling
inschatten en daar goed mee omgaan Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft
E: Samenwerken en overleggen: a Je houdt je aan afspraken b Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen c Je kunt hulp bieden en meedenken d Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen,
goed luisteren en de andere ruimte geven om zich uit te spreken Je kunt goed met feedback omgaan.
e J: Formuleren en rapporteren: a Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep
Beoordeling n.a.v. blok: Paraaf praktijkbegeleider
Voldoende/ onvoldoende* Paraaf student
Datum: Paraaf LB-er
Eindbeoordeling n.a.v. blok Paraaf praktijkbegeleider
Voldoende/ onvoldoende* Paraaf student
Datum: Paraaf LB-er
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
25
Normering voldoende beoordeling: • • • •
Geen score 1 Per categorie maximaal één 2 scoren Voor de indicator “je houdt je aan afspraken” is de score minimaal een 3 Voor de indicator “met feedback omgaan” is de score minimaal een 3
BIJLAGE : BASISHOUDING BPV C: Begeleiden a. Je kunt interesse tonen in de ander. • Interesse tonen in het werk en voor de doelgroep • Interesse tonen in de ander b. Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken. • Houden aan afspraken • Het werk zien c. Je kunt de ander ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen. • Bewust zijn van eigen macht d. Je kunt stimuleren • Initiatief tonen • Interesse tonen in de ander • Vertrouwen geven e. Je kunt iemand vertrouwen geven. • Vertrouwen geven • Zorgvuldig omgaan met informatie • Eigen emoties en gevoelens hanteren • Eigen grenzen bewaken D: Aandacht en begrip tonen a. Je kunt jezelf presenteren. • Bewust omgaan met persoonlijke hygiëne • Kleding kiezen passend bij de uitoefening van het beroep • Vriendelijk en beleefd zijn • Taalgebruik aanpassen • Bewust zijn van belang van mimiek • Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal b. Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan. • Eigen emoties en gevoelens hanteren • Grenzen bewaken • Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal • Bewust zijn van het belang van mimiek c. Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen. • Interesse tonen in de ander door te luisteren • Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal • Bewust zijn van het belang van mimiek d. Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen. • Interesse tonen in de ander door te luisteren • Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal • Bewust zijn van het belang van mimiek e. Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft. • Vriendelijk en beleefd zijn • Eigen emoties en gevoelens hanteren • Flexibel zijn
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
26
E: Samenwerken en overleggen a. Je houdt je aan afspraken. • Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen. • Hulp of ondersteuning durven te vragen • Begeleiding accepteren • Initiatief tonen • Vriendelijk en beleefd zijn • Over problemen die je tegenkomt praten b. Je kunt hulp bieden en meedenken. • Eigen grenzen bewaken • Initiatief tonen • Houden aan afspraken • Het werk zien c. Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen, goed luisteren en de andere ruimte geven om zich uit te spreken. • vriendelijk en beleefd zijn • interesse tonen • eigen emoties en gevoelens hanteren • eigen grenzen bewaken d. Je kunt goed met feedback omgaan. • initiatief tonen • zorgvuldig omgaan met informatie • eigen emoties en gevoelens hanteren • bewust zijn van eigen macht • bewustzijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal J: Formuleren en rapporteren a. Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep. • Vriendelijk en beleefd zijn • Bewust zijn van verbaal en non –verbaal gedrag • Taal aanpassen aan de doelgroep • Bewust zijn van het belang van mimiek
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
27
VIII. Overzicht SBL-competenties begeleidings- en beoordelingsinstrument Competenties, hoever ben je in je ontwikkeling? Dit overzicht van de beheersingscriteria van de competenties is een handig instrument om tussentijds de stand van zaken op te maken. Dit in hoeverre de student de competenties beheerst en waar nog ontwikkelpunten liggen. In deze opdracht vind je de inhoudsbeschrijving van de zeven competenties met een score van 1 t/m 4. De opdracht luidt: 1. Geef jezelf een beoordeling op elk aspect met een score van 1 t/m 4 om aan te geven hoever je zelf vindt dat je bent met deze competentie. De score loopt steeds van ‘totaal niet aanwezig’ tot ‘adequaat, proactief en passend in de context’. Als je een competentie echt ontwikkeld hebt kun je deze toepassen in verschillende situaties (contexten)! 2. Probeer je beoordeling met bewijzen te onderbouwen door een kort reflectieverslag per competentie te schrijven: hoe heb je aan deze competentie gewerkt? Hoever ben je gekomen in je ontwikkeling? 3. Geef aan welke reflectie/ feedbackverslagen en welke beroepsproducten in je portfolio deze competentie aantonen (dit is je ‘bewijsmateriaal’). Competenties 1. Interpersoonlijke competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze leerlingen te leiden en te begeleiden, zodat de activiteiten waarmee de leerlingen bezig zijn optimaal verlopen. 1
2
3
4
Neemt de behoefte aan (bege-)leiding van de leerlingen waar Interpreteert de (bege-)leidingsbehoefte van leerlingen Varieert in gedragsrepertoire in samenwerking, zoals tegengas geven, leiding geven en volgen Communiceert verbaal en non-verbaal goed Geeft en ontvangt feedback Communiceert in helder en begrijpelijk Nederlands Signaleert positieve en negatieve signalen van leerlingen Is bekend met verschillende sociale achtergronden van leerlingen en houdt daar rekening mee Herkent aspecten in de communicatie en de omgang die voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie van belang zijn Beoordeelt het effect van eigen gedrag binnen de vertrouwensrelatie Bespreekt storingen in de vertrouwensrelatie Geeft bewust wel en geen aanwijzingen aan leerlingen Volgt het effect van eigen handelen Stelt het eigen handelen eventueel bij Signaleert tijdig als het pedagogisch plan van de leraar niet verloopt zoals bedoeld Grijpt in op basis van afwijkingen van het pedagogisch plan Resultaat: Een goede coöperatieve sfeer tussen de onderwijsassistent en de individuele leerling én tussen de onderwijsassistent en de groep leerlingen
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
28
2. Pedagogische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze leerlingen te begeleiden in hun sociaal functioneren op basis van het pedagogische plan van de leraar/leraren/team en het beeld dat de leraar/leraren/team en de onderwijsassistent hebben van de leerling of de groep leerlingen. Zo nodig kan de onderwijsassistent de leerling of de groep leerlingen zorg bieden die het haar of hen mogelijk maakt deel te nemen aan activiteiten in de school. 1
2
3
4
Bevordert assertief gedrag bij leerlingen Herkent factoren in de communicatie en de omgang die kunnen leiden tot pestgedrag Signaleert emoties en spanningen tussen leerlingen en draagt mogelijke oplossingen aan. Stimuleert tot integer en respectvol gedrag van leerlingen met betrekking tot zichzelf, anderen en milieu. Geeft positieve en constructieve feedback aan leerlingen Helpt leerlingen na te denken over en inzicht te krijgen in hun eigen handelen Ondersteunt leerlingen bij het verkrijgen van sociale vaardigheden Leert leerlingen om voor zichzelf op te komen Neemt de behoefte van leerlingen waar, ook op basis van diagnostische informatie van de leraar/leraren/team. Interpreteert de behoefte van leerlingen eventueel met hulp van de leraar/leraren/team. Levert een bijdrage aan de observatie van leerlingen Grijpt in op basis van afwijkingen van het pedagogisch plan Signaleert tijdig als het pedagogisch plan van leraar/leraren/team niet verloopt zoals bedoeld Handelt op aanwijzing van de leraar/leraren/team Resultaat: Er wordt recht gedaan aan de pedagogische basisbehoeften van de leerling voor zover dat binnen het verantwoordelijkheidsbereik van de onderwijsassistent ligt, alsook binnen en het raamwerk van het pedagogisch klimaat zoals dat samen met de leraar/leraren/team tot stand is gebracht Een bijdrage aan een fysiek veilige gemeenschap binnen de school, voor zover dat binnen het verantwoordelijkheidsbereik van de onderwijsassistent ligt en binnen het raamwerk van het leef- en werkklimaat binnen de school zoals dat samen met de andere betrokkenen tot stand is gebracht 3. Didactische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze (onderdelen van) een didactisch handelingsplan uit te voeren. 1
2
3
4
Past vakinhoudelijke kennis en vaardigheden van leergebieden toe Volgt de ontwikkeling van leerlingen met behulp van observatie-instrumenten die daarvoor binnen de school gebruikt worden Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
29
Voert een werkplan uit Signaleert problemen in de uitvoering, maakt aanpassingen en rapporteert daarover Maakt gebruik van de juiste beschikbare didactische hulpmiddelen en materialen Doet enthousiast en geïnspireerd voor, legt uit en ondersteunt leerlingen Helpt leerlingen na te denken over hun eigen leren en aanpak van leren (leren leren) Signaleert structuurbehoefte bij leerlingen en anticipeert daarop Houdt zich op de hoogte van de vorderingen van leerlingen en rapporteert daarover Resultaat: Een bijdrage aan een krachtige leeromgeving.
4. Organisatorische competentie: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze bij te dragen aan een ordelijk en goed verloop van activiteiten en een ordelijke en overzichtelijke leeromgeving, binnen het organisatorische kader dat daarvoor door de leraar/ leraren/ team wordt gegeven. 1
2
3
4
Signaleert structuurbehoefte bij leerlingen Biedt structuur Brengt waar nodig structuur aan in materiaal, inrichting van de werkruimte, werkwijze, tijd enzovoort. Signaleert knelpunten in de dagelijkse gang van zaken Organiseert mede een prettig leef- en werkklimaat Resultaat: Activiteiten die ordelijk en goed zijn verlopen door een goede organisatie Een ordelijke en overzichtelijke leeromgeving, afgestemd op de doelgroep 5. Competentie op het gebied van samenwerken met collega’s De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze samen te werken met collega’s. 1
2
3
4
Gaat werkrelaties aan Gaat op een constructieve manier om met mensen met verschillende opvattingen, overtuigingen en andere culturele achtergronden Stelt zich open voor adviezen van collega’s en geeft ook adviezen aan collega’s als dat aan de orde is en binnen haar verantwoordelijkheidsbereik ligt Spreekt collega’s makkelijk aan Is gemakkelijk aanspreekbaar Neemt deel aan teamvergaderingen Vraagt hulp aan collega’s Geeft hulp aan collega’s Informeert zich goed over de leerlingen en de onderwerpen die aan de orde zijn. Onderzoekt eigen opvattingen en handelwijzen kritisch in gesprek met collega’s. Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
30
Vertaalt uit te voeren taken naar concreet handelen. Rapporteert over de uitgevoerde taken Creëert op een proactieve manier eigen werk. Resultaat: Een goede en constructieve samenwerkingsrelatie
6. Competentie op gebied van samenwerken met omgeving: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze te communiceren met betrokkenen buiten de school binnen de reikwijdte van haar eigen taakstelling. 1
2
3
4
Werkt samen met anderen buiten de school Deelt relevante informatie met betrekking tot leerlingen Gaat op een constructieve manier om met mensen met verschillende opvattingen, overtuigingen en andere culturele achtergronden Heeft oog voor de belangen van haar eigen instelling Staat een betrokkene buiten de school professioneel te woord Verwijst een betrokkene buiten de school door naar de juiste collega’s Bewaakt de grenzen van haar eigen competenties en communicatie Een goede en constructieve samenwerkingsrelatie
7. Competentie op het gebied van reflectie en professionele ontwikkeling: De onderwijsassistent is in staat om op adequate wijze te reflecteren op haar handelen en haar professionele bekwaamheid verder te ontwikkelen 1
2
3
4
1.Staat open voor kritiek 2. Durft zich kwetsbaar op te stellen 3. Onderzoekt en evalueert het eigen professionele handelen kritisch 4. Analyseert zelfstandig, maar ook samen met de leraar/leraren/team wat haar zwakke en sterke punten zijn 5. Vertaalt haar zwakke en sterke punten in een Persoonlijk ontwikkelingsplan 6. Voert de actiepunten uit het persoonlijk ontwikkelingsplan uit 7. Houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen binnen het beroep 8. Houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen binnen de school en in de samenleving voor zover die van belang kunnen zijn voor haar eigen werk. Resultaat: Adequaat beeld van het eigen professionele handelen Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
31
IX. Overzicht werkprocessen kwalificatiedossier 2012 begeleidings- en beoordelingsinstrument Werkprocessen bij de drie kerntaken: Waar sta je in je ontwikkeling? Dit overzicht van de werkprocessen en beoordelingsaspecten is een handig instrument om tussentijds de stand van zaken op te maken in hoeverre je de kerntaken en werkprocessen beheerst en waar nog ontwikkelpunten liggen. In dit overzicht zijn geen competenties aangegeven, omdat je tijdens je opleiding op het niveau van werkprocessen wordt beoordeeld. In deze opdracht vind je de indicatoren bij de beoordelingsaspecten van de drie kerntaken met een score van 1 t/m 4. De opdracht luidt: 1. Geef jezelf een beoordeling op elke indicator met een score van 1 t/m 4 om aan te geven hoever je zelf vindt dat je hierin bent. De score loopt steeds van ‘totaal niet aanwezig’ tot ‘adequaat, proactief en passend in de context’. Als je een beoordelingsaspect echt ontwikkeld hebt kun je deze toepassen in verschillende situaties (contexten)! 2. Probeer je beoordeling met bewijzen te onderbouwen door een kort reflectieverslag per competentie te schrijven: hoe heb je aan deze competentie gewerkt, hoever ben je gekomen in je ontwikkeling (STARR-model)? 3. Geef aan welke reflectie/ feedbackverslagen en welke beroepsproducten in je portfolio als bewijsmateriaal kunnen dienen. Werkprocessen en beoordelingsaspecten Onderwijsassistent KD 2012 - 2013
Kerntaak 1 Assisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire proces 1.2 Werkproces Observeert de werkwijze van leerlingen/ deelnemers en rapporteert de bevindingen De onderwijsassistent:
Score
1 2
3
4
1. handelt consequent in lijn met binnen de school geldende ethische maatstaven. 2. respecteert de vertrouwelijkheid en gaat discreet om met leerlinggegevens. 3. gebruikt in de rapportage helder en correct Nederlands. 4. zorgt voor een nauwkeurige en volledige rapportage die voldoet aan de gestelde kwaliteitscriteria . 5. rapporteert objectief en onbevooroordeeld. 6. observeert bewust, doelgericht en systematisch. 7. observeert objectief en onbevooroordeeld. 8. observeert volgens de door de leraar / leraren/het team gegeven instructies en werkt hierbij volgens de binnen de school geldende protocollen en procedures. Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
32
1.2 Werkproces Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor. De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. kiest materialen en middelen t.b.v. de voorbereiding kostenbewust en efficiënt, zodat er geen materialen en middelen onnodig worden verbruikt. 2. voert de voorbereiding volgens de instructies van de leraar/leraren/het team uit. 3. werkt op basis van de gemaakte afspraken en de geldende procedures. 4. bereidt zich voor op de begeleiding van leerlingen. 5. bereidt de inhoud van de leeractiviteit en de didactische aanpak (schriftelijk) voor.
1.4 Werkproces Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen. De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. Neemt op tijd de nodige, eenvoudige didactische beslissingen. 2. Geeft de leerlingen heldere en duidelijke instructies, hanteert daarbij het juiste tempo, een logische volgorde en controleert of de uitleg begrepen is. 3. Overziet de groep/het groepje leerlingen en heeft tevens oog voor de individuele leerlingen. 4. Past de instructie aan aan de leerbehoefte van de leerlingen. 5. Gaat zorgvuldig en netjes om met de te gebruiken materialen en middelen, gericht op kostenbewust, milieubewust en efficiënt gebruik en als voorbeeld naar leerlingen. 6. Voert de assisterende taken volgens de instructies en aanwijzingen van de leraar/de leraren/het team uit. 7. Hanteert veiligheidsregels en ziet er op toe dat ook de leerlingen de veiligheidsregels toepassen.
1.4 Werkproces Begeleidt de leerlingen bij de uitvoering van programmaonderdelen De onderwijsassistent:
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
Score 1 2
3
4
33
1
7
stimuleert leerlingen om zelf oplossingen te zoeken en uitdagingen aan te gaan motiveert leerlingen om hun best te doen en helpt hen om hun doelen te bereiken onder andere door het geven van positieve feedback toont betrokkenheid bij leerlingen door interesse te tonen en zich in te leven in de gevoelens van de leerlingen geeft blijk van het luisteren naar leerlingen d.m.v. spiegelen en doorvragen geeft aandacht aan zorgen van leerlingen en biedt daarop gewenste en mogelijke ondersteuning houdt zich aan gemaakte afspraken over de begeleiding van leerlingen passend binnen de waarden en normen van de school toont zich betrouwbaar naar leerlingen toe.
8
benadert leerlingen vanuit het principe van gelijkheid in het onderwijs.
2 3 4 5 6
9
schakelt tussen leerlingen onderling en tussen individu en groep gericht op voortgang van de leeractiviteit 10 gaat flexibel met veranderingen om 11 communiceert helder naar leerlingen met het oog op een optimaal verloop van leeractiviteiten 12 past de begeleiding aan bij de leerbehoefte en leerstijl van de individuele leerling 13 kan eigen gevoelens functioneel hanteren en heeft controle over de uiting van emoties tijdens de begeleiding van leerlingen
Kerntaak 2 Uitvoeren van taken rondom het primaire proces 2.1 Werkproces Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primaire proces De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. gebruikt en checkt materialen en middelen. 2. gaat zorgvuldig en netjes om met materialen en middelen. 3. zet leer- en hulpmiddelen klaar en ruimt ze op. 4. pakt de voorbereidende en afrondende werkzaamheden ordelijk en efficiënt aan. 5. levert een praktische en organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement door het inrichten en opruimen van de leeromgeving. 6. toont initiatief en “ziet” werk.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
34
2.2 Werkproces Assisteert bij het organiseren van activiteiten De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. verzamelt met behulp van diverse bronnen relevante informatie over de doelgroep, beschikbare middelen en mogelijke activiteiten. 2. legt actief contact en overlegt eventueel met intern en extern betrokkenen. 3. rapporteert aan de eindverantwoordelijke. 4. plant en regelt de werkzaamheden ter voorbereiding van een activiteit in een logische volgorde. 5. houdt bij de organisatie van activiteiten rekening met de mogelijkheden, omstandigheden, beschikbare tijd en afspraken. 6. assisteert bij het organiseren van activiteiten en evenementen binnen en buiten de school
2.3 Werkproces Score Voert administratieve taken uit De onderwijsassistent:
1 2
3
4
1. volgt instructie en aanwijzingen m.b.t administratieve werkzaamheden op. 2. registreert relevante gegevens schriftelijk en/of digitaal. 3. verwerkt gegevens nauwkeurig, inzichtelijk en vertrouwelijk. 4. vraagt uit zichzelf of er nog iets gedaan kan worden m.b.t. administratieve werkzaamheden
2.4 Werkproces Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. handelt, binnen de verantwoordelijkheid van de functie, op eigen initiatief. 2. neemt praktische en pedagogische beslissingen gericht op goed verloop van de dagelijkse gang van zaken. 3. toont overwicht tijdens het toezicht houden op leerlingen. 4. spreekt leerlingen op positieve wijze op hun gedrag aan. 5. laat zelf voorbeeldgedrag zien en motiveert zo de leerlingen. Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
35
6. luistert naar leerlingen en toont belangstelling voor hun ideeën en standpunten. 7. toont betrokkenheid en leeft zich in bij problemen en vragen van leerlingen. 8. hanteert tijdens het toezicht houden consequent de voor de school geldende normen en waarden. 9. behandelt alle leerlingen rechtvaardig en met respect. 10. respecteert vertrouwelijkheid en neemt de leerling serieus als individu. 11. ziet toe op de veiligheid van leerlingen in ongestructureerde situaties. 12. is gericht op een goed verloop van de dagelijkse gang van zaken, ook in onduidelijke en onzekere situaties. 13. gaat tijdens de begeleiding van leerlingen goed om met verschillen in achtergrond en cultuur
2.5 Werkproces Voert in PO en SO pedagogisch-verzorgende taken uit
De onderwijsassistent:
Score
1 2
3
4
1. stimuleert leerlingen de persoonlijke verzorging zelf uit te voeren. 2. herkent wanneer leerlingen hulp nodig hebben en biedt ondersteuning op een wijze die de zelfstandigheid stimuleert. 3. respecteert vertrouwelijkheid van leerlingen en gaat in voorkomende gevallen discreet met gevoelige zaken op pedagogisch-verzorgend gebied om. 4. voert pedagogisch-verzorgende taken zorgvuldig en precies uit zodat geen onnodige last voor de leerlingen optreedt. 5. verricht pedagogisch-verzorgende taken volgens instructies en let daarbij op de veiligheid van leerlingen.
Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkproces Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep De onderwijsassistent:
Score
1 2
3
4
1. houdt vakkennis en vaardigheden bij.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
36
2. draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen. 3. gebruikt feedback om van te leren. 4. neemt deel aan inhoudelijk, beroepsmatig overleg en voert inhoudelijke discussies met collega’s
3.2 Werkproces Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg De onderwijsassistent:
Score 1 2
3
4
1. houdt zich aan procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen 2. stimuleert anderen zich hieraan te houden zodat bijgedragen wordt aan de kwaliteitszorg 3. werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van onderwijsondersteuning. 4. zet de eigen kennis van het vakgebied in bij verbetertrajecten. 5. bewaakt de kwaliteit van haar werkzaamheden door knelpunten te signaleren en te rapporteren.
3.3 Werkproces Stemt de werkzaamheden af De onderwijsassistent:
Score 1
2
3
4
1. stemt de werkzaamheden af met collega's. 2. bespreekt met anderen de uit te voeren taken en stelt zich hierbij actief op. 3. houdt rekening met de haalbaarheid van de eigen werkzaamheden in tijd en kwaliteit. 4. geeft in de communicatie aan wanneer ze ervaart dat anderen haar grenzen overgaan of haar overvragen en draagt, indien nodig, oplossingen aan.
3.4 Werkproces Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen De onderwijsassistent:
Score 1
2
3
4
1. luistert aandachtig naar wat anderen naar voren brengen.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
37
2. reflecteert door te verwoorden wat de effecten van haar eigen gedrag kunnen zijn op het gedrag van de leerlingen. 3. formuleert eigen ervaringen scherp en kernachtig. 4. evalueert en reflecteert mondeling en/of schriftelijk op de eigen werkzaamheden. 5. bespreekt het evaluatie- /reflectieverslag met anderen. 6. voert gewenste veranderingen n.a.v de bespreking door.
Informatie praktijkbegeleider / BPV-werkboek / opleiding OA / 2012 – 2015/ SUMMA Welzijn
38