Beroepscompetentieprofiel Technisch onderwijsassistent
© Kenniscentrum PMLF Overnemen of vermenigvuldigen van onderdelen uit dit beroepscompetentieprofiel is uitsluitend toegestaan met vermelding van de bron: beroepscompetentieprofiel Technisch onderwijsassistent – Kenniscentrum PMLF. Pagina 1 van 18
Beroepscompetentieprofiel Technisch onderwijs assistent Algemene informatie
datum: 18-06-2010
Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven
Kenniscentrum PMLF
Ontwikkeld door:
Kenniscentrum PMLF
Brondocument(en)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Legitimering beroepscompetentieprofiel door: - op format vereisten - op de inhoud
Versie: 5
Positionering nieuwe TOA-opleiding, E. Thomas & J. Friedman (1997) Taken en functies van TOA’s, B. van Beek (1999) Informatie uit de praktijk (divers) Eindtermenboek laboratoriumtechniek (1998) Informatie van Internet (divers) Set algemene beroepscompetenties (concept), Colo (2004) Notities taakgroep vernieuwing basisvorming (divers) Onderzoek naar de ontwikkelingen en arbeidsmarkt in de laboratoriumtechniek, Kenniscentrum PMLF (2010) Verslagen interviews en TOA bijeenkomsten (2009)
Kenniscentrum VAPRO d.d. 27-05-2004 Kenniscentrum PMLF d.d. 17-06-2010 Landelijke Adviescommissie Laboratoriumtechniek (LAL) d.d. 17-06-2010 Resonansgroep: d.d. 03-06-2004 Bestaande uit vertegenwoordigers van: NVON-TOA Afvaardiging BVE-ondercommissie Laboratoriumtechniek (toehoorder)
Mogelijke functiebenamingen -
Technisch onderwijsassistent (TOA)
Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden
De technisch onderwijsassistent verricht zijn werkzaamheden op scholen. Het gaat hier om het VMBO, voortgezet onderwijs voor Havo en VWO, MBO, HBO en universiteit. De TOA staat voor de taak om docenten natuurkunde, scheikunde of biologie te assisteren bij praktijkonderwijs. Van de TOA wordt verwacht dat hij algemeen technisch inzicht en vaardigheid op MBO niveau heeft met betrekking tot de vakken waarbij hij assisteert. Het gaat om het zelfstandig voorbereiden van en assisteren bij het doen van proeven en bij het uitvoeren van experimenteel onderzoek voor de scheikundige, natuurkundige en biologische vakken. Hij adviseert de docent ten aanzien van proeven die passen bij de lesstof. Ook ontwikkelt de TOA zelfstandig (ICT) gerelateerde proeven in opdracht van de docent. De technisch onderwijsassistent werkt zelfstandig, maar wordt aangestuurd door de docenten van de vakken Pagina 2 van 18
waarvoor hij werkzaam is. Hij is werkzaam in het practicumlokaal, schoollaboratorium/ binasklaboratorium of kabinet. De TOA besteedt zijn tijd aan het voorbereiden en ontwikkelen van practica, testen van proeven, instructie en begeleiding van leerlingen en hij adviseert leerlingen bij het doen van zelfstandig onderzoek en/of zelfstandig werk. De werkdruk is vrij hoog. Dit is mede een gevolg van het feit dat leerlingen ook tijdens studie- of zelfstandigheiduren of in tussenuren, na overleg met de docent, een beroep op de TOA kunnen doen. Hij moet zijn aanbod aanpassen op de vraag van leerlingen en docenten, dit vraagt om flexibiliteit van de TOA. Voor de uitvoering van de practica zijn verschillende materialen nodig, zoals glaswerk, instrumenten en apparatuur. De TOA moet kunnen omgaan met beroepsgerelateerde programmatuur. Tevens moet hij randapparatuur kunnen gebruiken. Naast bovengenoemde taken zorgt de TOA er ook voor dat alle materialen en stoffen die nodig zijn voor de practica tijdig aanwezig zijn. Hij zorgt voor voldoende voorraad en doet tijdig nieuwe bestellingen, onder andere de bestelling van chemicaliën en materialen. Hij bereidt oplossingen, zodat er voldoende voorraad is. Hij is verantwoordelijk voor het herstellen of laten herstellen en onderhouden van instrumenten en apparatuur. Hij is op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen, maatregelen en voorschriften binnen het vakgebied. Rol en verantwoordelijkheden
De technisch onderwijsassistent is mede verantwoordelijk voor het faciliteren van en ondersteunen bij de uitvoering van practica en aanverwante activiteiten, zodanig dat ze veilig en volgens voorschriften plaatsvinden. De TOA heeft een adviserende rol richting docenten ten aanzien van ARBO-eisen. Hij is mede verantwoordelijk voor het naleven van ARBO-eisen tijdens activiteiten in het practicumlokaal, schoollaboratorium/ binasklaboratorium of kabinet. Het docententeam heeft de eindverantwoordelijkheid. De TOA is verantwoordelijk voor een deugdelijke opslag van chemicaliën, apparatuur en daarbij behorende faciliteiten. De eindverantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de schoolleiding. De TOA is verantwoordelijk voor het op de hoogte blijven van de nieuwste maatregelen, ontwikkelingen en voorschriften en het implementeren hiervan in zijn werkzaamheden. De TOA vormt een netwerk met zijn collega’s en draagt op die manier bij aan het delen van kennis.
Complexiteit
De complexiteit van de technisch onderwijs assistent zit in het feit dat hij bekwaam moet zijn op het gebied van de techniek en in toenemende mate op het gebied van de
Pagina 3 van 18
pedagogisch, didactische vaardigheden. In een hectische klas moet hij in staat zijn het practicum op een veilige en correcte manier te laten plaatshebben. Hij moet nauwkeurig blijven werken en alert zijn op mogelijke risico’s ondanks de hoge werkdruk. Typerende beroepshouding De technisch onderwijsassistent weet wanneer hij leerlingen zelfstandig kan laten werken en wanneer hij, na overleg met de docent, moet begeleiden. Hij beschikt over de nodige pedagogisch, didactische vaardigheden. Hij kan helder communiceren met docenten en leerlingen. Hij is sociaal en benadert docenten en leerlingen op een vriendelijke en prettige wijze. Hij weet wanneer hij leerlingen moet corrigeren. De TOA is flexibel, want docenten en leerlingen doen op wisselende momenten een beroep op hem. Trends/innovaties Marktontwikkelingen
Wetgeving/ overheidsregulering
Als gevolg van de toename in zelfstandig werken in het onderwijs, wordt er door docenten en leerlingen steeds meer een beroep gedaan op TOA’s. TOA’s zijn in toenemende mate terug te vinden bij technische vakken buiten de traditionele vakken (natuurkunde, scheikunde, biologie). Zo wordt (binnen het voortgezet onderwijs) de TOA regelmatig ingezet bij de vakken Techniek, ANW, NLT en ICT. Het komt in toenemende mate voor dat TOA’s steeds meer taken van de docent overnemen waarbij de eindverantwoordelijkheid bij de docent in kwestie zal blijven. -
-
-
-
-
De bekostiging in het onderwijs verloopt via lumpsum financiering. Dit leidt er toe dat enkele taken van docenten in de toekomst mogelijk worden overgenomen door TOA. In 2006 zal competentiegericht onderwijs worden ingevoerd in het MBO (vanaf 2011 verplicht). Dit zal leiden tot veranderingen in de functie van de TOA op het MBO. De invoering van nieuwe onderwijsvormen zorgt ervoor dat de TOA naast het begeleiden van practica steeds meer tijd besteedt aan het begeleiden van leerlingen bij activiteiten buiten de practica om. De aandacht verschuift naar meer praktische ondersteuning bij het aanleren van de kerndoelen, dit zou dus ook een verandering in de werkzaamheden van de TOA betekenen. Arbo, milieu en veiligheid: De TOA moet werken conform eisen, voorschriften en procedures op het gebied van de opslag, registratie, etikettering, controle van chemicaliën en radioactieve materialen alsmede de controle van zuurkasten, brandveilige kasten en puntafzuigsystemen. Tevens moeten normen voor de inichting van praktijklokalen BiNask in acht worden genomen. Deze milieu-, arbeidsvoorwaarden- en veiligheidswetgeving zijn van invloed op het werk van de TOA.
Pagina 4 van 18
Automatisering en computergebruik speelt een steeds belangrijkere rol in het technisch praktijkonderwijs. Voor de technisch onderwijsassistent is het belangrijk dat hij met computers en geautomatiseerde apparatuur kan werken. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen
Internationale ontwikkelingen
Loopbaanmogelijkheden
Door toename aan zelfstandig leren en doordat scholen steeds minder lessen willen en mogen laten uitvallen (urennorm) worden steeds meer TOA’s ingezet bij andere docententeams (techniek/ verzorging/ ICT) als achtervang. In de toekomst zullen de onderwijsondersteunende beroepen alsmede voldoen aan de eisen die in de wet-BIO worden gesteld. Het onderwijs wordt tweetalig. Ook zijn er uitwisselingen met andere landen en excursies naar het buitenland. De TOA kan begeleider zijn bij dergelijke excursies. Ook kan de TOA cursussen volgen in het buitenland. Het hangt af van de werkplek van de beroepsbeoefenaar hoe hij zich verder zal ontwikkelen. De mogelijkheden tot ontplooiing zijn afhankelijk van hoe de school deze vormgeeft. De TOA kan zich laten omscholen tot Onderwijsondersteuner 2 (HBO associate degree). Tevens kan hij doorgroeien naar de functie van docent, daarvoor kan hij een verkorte lerarenopleiding volgen. Op sommige scholen is er de mogelijkheid een coördinerende TOA te worden. De TOA coördineert dan een team met TOA’s.
Pagina 5 van 18
Kerntaken van het beroep1 1. Faciliteren van practica en vakoverstijgende werkzaamheden 2. Begeleiden van leerlingen tijdens practica en vakoverstijgende werkzaamheden
1 In dit document is gekozen voor de mannelijke vorm, hier kan uiteraard ook de vrouwelijke vorm voor gelezen worden.
Pagina 6 van 18
Kerntaak 1 Faciliteren van practica en vakoverstijgende werkzaamheden Proces
De TOA voert overleg met de docent. Tijdens dit gesprek brengt hij in kaart wat de wensen en verwachtingen van de docent zijn ten aanzien van het practicum. Ook inventariseert de TOA tijdens dit gesprek wie de doelgroep is en welke omvang de doelgroep heeft. De TOA koppelt terug naar de docent of zijn wensen haalbaar zijn. Ook bepaalt de TOA of de wensen van de docent mogelijk zijn gezien de eisen die worden gesteld aan de veiligheid. Hij ontwikkelt proeven en houdt zich daarbij aan de voorschriften. In sommige gevallen zijn er geen voorschriften aanwezig. De TOA zoekt dan naar voorschriften die te maken hebben met de proef die hij maakt. Op basis van voorschriften die horen bij verschillende soortgelijke proeven, stelt hij zelf voorschriften samen. Op MBO, HBO en op de universiteit gaat het om meer complexe proeven en practica. De TOA ontwikkelt de proeven en practica dan ook niet zelfstandig, maar ondersteunt de vakdocent daarbij. Ook denkt hij mee over bestaande practica. Hij voert ze uit en verandert en verbetert bestaande practica. Wanneer het practicum en bijbehorende proeven zijn ontwikkeld, maakt de TOA een planning voor het practicum. In de planning neemt hij op welke activiteiten wanneer uitgevoerd moeten worden en welke materialen daarbij nodig zijn en eventueel welke betrokkenen. In de planning wordt ook opgenomen met welke afvalstromen hij te maken krijgt en hoe hij die gaat afvoeren. De TOA maakt (eventueel in samenwerking met het docententeam) een jaarplanning voor de materialen. Hij maakt een budgettair overzicht en neemt op wanneer wat wordt besteld.
Rol/ verantwoordelijkheden De TOA adviseert de docent, zodanig dat de juiste proef volgens voorschriften en veilig wordt uitgevoerd. De TOA is verantwoordelijk voor het op tijd aanwezig zijn van alle benodigde materialen. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de docent. De TOA is verantwoordelijk voor het veilig en milieubewust uitvoeren van zijn werk. Complexiteit
De inhoud van het practicum kan het werk van de TOA complex maken. Er bestaat soms een spanningsveld tussen de wensen van de docent en de mogelijkheid om deze wensen te realiseren. De TOA moet de mogelijkheden, onmogelijkheden en eventuele gevaren helder kunnen communiceren.
Betrokkenen
Docent, onderwijs ondersteunend personeel en leerlingen
(Hulp-)middelen
Vakgerelateerde middelen, lokalen, kleding en bril
Pagina 7 van 18
Kwaliteit van proces en resultaat
Alle benodigde materialen staan op tijd klaar en zijn klaar voor gebruik. Het practicum sluit aan bij de lesstof of bij een thema.
Keuzes en dilemma’s
In geval de docent een practicum wil waarvoor de benodigde materialen niet aanwezig zijn, moet de TOA kiezen of hij een beroep gaat doen op de derden of richting docent gaat communiceren dat het practicum niet kan plaatshebben. Wanneer arbotechnische zaken ontbreken moet de TOA samen met de docent beslissen of een practicum wel of niet door kan gaan. De TOA en de docent kiezen tussen het door laten gaan, een alternatief aanbieden of een demo aanbieden.
Pagina 8 van 18
Kerntaak 2 Begeleiden van leerlingen tijdens practica en vakoverstijgende werkzaamheden Proces
Tijdens practica geeft de TOA instructies aan (kleine) groepen leerlingen en vervolgens gaan de leerlingen aan de slag. De TOA controleert of de proeven volgens voorschriften en veilig worden uitgevoerd. Hij stuurt bij waar nodig. In geval van vakoverstijgende werkzaamheden is er een voorgesprek met leerlingen en docent over de door de leerlingen uit te voeren opdracht. De TOA doet vervolgens een haalbaarheidsonderzoek, waarin hij bepaalt of de proef haalbaar is binnen de organisatie en gezien het beschikbare budget of door gebruik te maken van de derde geldstroom. De TOA voert een gesprek met de docent waarin wordt bepaald of de proef kan doorgaan. Vervolgens voert de TOA een gesprek met de leerling(en). De wensen van de leerling worden in kaart gebracht, de haalbaarheid wordt bepaald en er wordt een vervolgplanning opgesteld. De TOA begeleidt in beperkte mate de leerling bij het uitvoeren van zijn opdracht. De TOA bewaakt de tijd en de manier waarop de leerling de proef uitvoert. Hij stuurt bij waar nodig en geeft eventueel tips. Hij beantwoordt vragen van de leerlingen en geeft waar nodig technische hulp bij de uitvoering van proeven. De TOA koppelt op gezette tijden aan de docent terug hoe de leerling het doet en welke bijsturing de leerling nodig heeft. Als de leerling het werkstuk heeft ingeleverd, voert de docent soms een beoordelingsgesprek over het werkstuk en de daarbij behorende eindpresentatie met de TOA. Tijdens de activiteiten die worden uitgevoerd in het practicumlokaal controleert de TOA of het reglement dat geldt in het practicumlokaal wordt nageleefd.
Rol/ verantwoordelijkheden De TOA bepaalt samen met de docent of het werkstuk past binnen het doel en of het haalbaar is. Hij bewaakt de werkwijze en de veiligheid tijdens de uitvoering. Hij stuurt bij indien nodig. De TOA draagt bij aan de beoordeling van het werkstuk. De TOA geeft heldere instructies bij de proeven. Hij controleert of de proef veilig en volgens voorschriften wordt uitgevoerd. Hij stuurt bij indien nodig. Als er geen voorschriften zijn, moet de TOA een inschatting maken op basis van zijn kennis en ervaring. Complexiteit
Docent en leerling overtuigen wanneer een werkstuk niet haalbaar is. De TOA moet didactisch correct kunnen handelen in verschillende situaties.
Betrokkenen
Docent, onderwijs ondersteunend personeel en leerlingen
(Hulp-)middelen
Vakgerelateerde apparatuur, chemicaliën, ICT apparatuur en laboratorium benodigdheden
Pagina 9 van 18
Kwaliteit van proces en resultaat
Practicum dat veilig en volgens voorschriften verloopt. De leerling voert een vakoverstijgend werkstuk uit dat voldoet aan de doelen en veilig wordt uitgevoerd.
Keuzes en dilemma’s
-
-
De TOA moet afbakenen met docent, instructeur en eventueel met schoolleiding waar zijn verantwoordelijkheid ligt en waar die van de docent. De TOA moet samen met de docent bepalen in hoeverre hij ingaat op niveauverschillen. De TOA moet samen met de docent kiezen of ze het practicum door laten gaan als het niet of onvoldoende is voorbereid door de leerlingen.
Pagina 10 van 18
Kernopgaven van het beroep Kernopgave 1 Tijd versus kwaliteit De TOA staat voor de opgave om goede en veilige proeven volgens voorschriften te ontwikkelen ongeacht welke tijdsdruk. Onnauwkeurig werken kan leiden tot gevaarlijke situaties. De TOA staat voor de opgave om zo nauwkeurig mogelijk te werken en fouten in het werk te minimaliseren, ongeacht welke tijdsdruk. Kernopgave 2 Omgaan met leerlingen en samenwerken met de docent De TOA staat voor de opgave om samen met de docent te zorgen voor een goede synergie in de didactiek. Naast het feit dat de TOA goed met leerlingen om moet kunnen gaan, betekent dit ook dat hij goed moet kunnen samenwerken met de docent. Wanneer de wisselwerking tussen docent en leerlingen niet optimaal is kan dit leiden tot spanningen tussen de TOA en de docent enerzijds of tussen de TOA en de leerlingen anderzijds. Kernopgave 3 Planning versus flexibiliteit De TOA staat voor de opgave om te zorgen dat hij een goede planning van zijn werkzaamheden maakt, maar wel flexibel is wanneer hij moet afwijken van de dagelijkse gang van zaken. Kernopgave 4 Inzicht tonen De TOA staat voor de opgave om aan de hand van de meest recente informatie op zijn vakgebied inzicht te tonen in het werk dat hij uitvoert. Hij moet weten waar hij mee bezig is en toont dit inzicht bij het maken van afwegingen.
Pagina 11 van 18
Competentiematrix Kerntaken
Beroepscompetenties 1 Voorraad beheren 2 Administratieve werkzaamheden uitvoeren 3 Wensen van docent in kaart brengen 4 Plannen werkzaamheden 5 Haalbaarheid practicum bepalen 6 Proeven ontwikkelen 7 Draagt bij aan proefontwikkeling 8 Beoordelen of werkstuk voldoet 9 Instructie geven 10 Adequaat uitvoeren practicum/ werkstuk beoordelen 11 Leerlingen beoordelen 12 Communiceren tijdens werkzaamheden 13 Overleg voeren 14 Samenwerken 15 Ontwikkelingen volgen 16 Beroepscompetenties ontwikkelen 17 Veilig en milieubewust werken 18 Schoonmaken en opruimen werkplek
1 X X
2
Kernopgaven 1
2
X
3 X X
X
4 X X X
X X X X
X X X X X X X
X
X X
X X X X X X
X X X X X X
X
X X X X X X
X
X X
X X X X
X X X X X X X
X X X X X
Kerntaken 1. Faciliteren van practica en vakoverstijgende werkzaamheden 2. Begeleiden van leerlingen tijdens practica en vakoverstijgende werkzaamheden Kernopgaven 1. Tijd versus kwaliteit 2. Respect voor docent versus situatie in de klas ombuigen 3. Planning versus flexibiliteit 4. Inzicht tonen
Pagina 12 van 18
Beroepscompetenties met succescriteria Voorraad beheren BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze voorraden te beheren, zodat de competentie werkzaamheden tijdens practica en daaraan gerelateerde activiteiten 1. (VM) goede doorgang kunnen vinden. Succescriteria Proces Maakt voorraad met oplossingen Zorgt voor voldoende schone instrumenten en apparatuur Houdt rekening met de spullen die tijdens practica nodig zijn Plant de werkzaamheden in een logische volgorde Beheert de apparatuur, instrumenten en/ of chemicalien Plaatst gebruikte spullen terug in het laboratorium of het magazijn Lost eventuele storingen op Werkt veilig, kwaliteits- en milieubewust en hygienisch Werkt volgens de voorschriften Werkt efficient, nauwkeurig, snel en zorgvuldig, ook onder tijdsdruk Benadert de docent in het geval van problemen Houdt overzicht over alle werkzaamheden Resultaat Voldoende voorraad en een goed werkend beheerssysteem Administratieve werkzaamheden uitvoeren BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze administratieve competentie werkzaamheden uit te voeren. 2. (VM) Succescriteria Proces Maakt practicumvoorschriften Maakt etiketten Maakt begroting Handelt facturen af Houdt inventarislijsten bij Beheert agenda Resultaat Overzichtelijke, volledige en goed onderhouden administratie, die up-todate is Wensen van docent in kaart brengen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze de wensen van de docent in competentie kaart te brengen, zodanig dat het practicum aansluit bij de lesstof. 3. (VM) Succescriteria Proces Stelt de juiste vragen Inventariseert doel Inventariseert verwachtingen Interpreteert de antwoorden op de juiste wijze Inventariseert de randvoorwaarden Resultaat Heeft duidelijk beeld van wensen van de docent Meest optimale oplossing die past bij de wensen van de docent
Pagina 13 van 18
Plannen werkzaamheden BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze een planning op te stellen voor competentie de voorbereiding en uitvoering van practica. 4. (VM) Succescriteria Proces Bepaalt welke materialen wanneer besteld of gemaakt moeten worden Stelt een jaarbegroting op Bepaalt welke afvalstromen wanneer afgevoerd moeten worden Bepaalt hoe afvalstromen afgevoerd moeten worden Resultaat Een volledige en haalbare planning Een begroting die past binnen het budget Haalbaarheid practicum bepalen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze de haalbaarheid van een competentie practicum te bepalen. 5. (VM) Succescriteria Proces Bepaalt of de benodigde middelen aanwezig zijn Bepaalt of het practicum past binnen de veiligheidsvoorschriften Bepaalt of er voldoende tijd is voor de voorbereidingen Bepaalt of het practicum past binnen het beschikbare budget Beslist of het practicum uitgevoerd kan worden Resultaat Practicum is getoetst op haalbaarheid Proeven ontwikkelen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze proeven te ontwikkelen voor competentie het voortgezet onderwijs. 6. (VM) Succescriteria Proces Houdt zich aan voorschriften bij het ontwikkelen van proeven Stelt voorschriften op als deze er nog niet zijn Maakt veilige proeven Maakt doelmatige proeven Werkt veilig bij het ontwikkelen van de proeven Doet onder tijdsdruk geen concessies aan veiligheid en doelmatigheid Resultaat Veilige proeven, ontwikkeld volgens voorschriften, die voldoen aan het doel waarvoor ze zijn gemaakt. Bijdragen aan proefontwikkeling BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze te ondersteunen bij het competentie ontwikkelen van proeven voor MBO, HBO en Universitair onderwijs. 7. (VM) Succescriteria Proces Houdt zich aan voorschriften bij het ontwikkelen van proeven Stelt voorschriften op als deze er nog niet zijn Draagt bij aan het maken van veilige proeven Draagt bij aan het maken van doelmatige proeven Doet voorstellen voor het verbeteren van bestaande proeven Werkt veilig bij het ontwikkelen van de proeven Doet onder tijdsdruk geen concessies aan veiligheid en doelmatigheid Resultaat Veilige proeven, ontwikkeld volgens voorschriften, die voldoen aan het doel waarvoor ze zijn gemaakt.
Pagina 14 van 18
Beoordelen of werkstuk voldoet BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze te bepalen of het competentie profielwerkstuk dat de leerling wil uitvoeren voldoet aan de eisen. 8. (VM) Succescriteria Proces Bepaalt of het werkstuk voldoet aan de veiligheidseisen Bepaalt of het werkstuk haalbaar is met de beschikbare middelen Bepaalt of het werkstuk voldoet aan het doel van de opdracht Overlegt met docent of werkstuk voldoet Resultaat Voorstel voor werkstuk is getoetst aan de gestelde eisen Instructie geven BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze instructie te geven aan de competentie leerlingen tijdens practica. 9. (VM) Succescriteria Proces Geeft heldere instructies Houdt orde in de klas Kan vragen van leerlingen correct en volledig beantwoorden Motiveert leerlingen Daagt leerlingen uit Wijst op veiligheidsaspecten Resultaat Opdracht is duidelijk voor leerlingen Adequaat uitvoeren practicum/ werkstuk beoordelen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze te bewaken of de leerling het competentie practicum of werkstuk op de juiste wijze uitvoert en stuurt dit waar 10. (VM) nodig bij. Succescriteria Proces Beoordeelt veiligheid Beoordeelt of voorschriften correct worden opgevolgd Stuurt bij waar nodig Beoordeelt op volledigheid Geeft eventueel tips aan de leerling Beantwoordt vragen leerling Resultaat Begeleidt leerling correct Leerlingen beoordelen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze een bijdrage te leveren aan de competentie beoordeling van de leerling. 11. (SC) Succescriteria Proces Kent meetpunten Beoordeelt werkwijze objectief Koppelt werkwijze leerling op heldere wijze terug naar docent Beoordeelt discreet en objectief eventuele verslagen en presentaties Resultaat Draagt bij aan correcte en objectieve beoordeling van de leerling
Pagina 15 van 18
Communiceren tijdens werkzaamheden BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het competentie werkproces te communiceren, opdat de werkzaamheden vlot verlopen. 12. (SC) Succescriteria Proces Voert op juiste moment overleg met docenten, andere TOA’s of leerlingen Hanteert correcte omgangsvormen Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie Luistert aandachtig en toont geduld Spreekt helder en duidelijk Nederlands Houdt rekening met wat door de ander gezegd wordt Toont aan de boodschap van de ander begrepen te hebben Brengt een boodschap kort en duidelijk over Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de docent Interpreteert schriftelijke opdrachten Resultaat Een vlot lopend werkproces Adequaat geinformeerde betrokkenen De onderlinge werkverhoudingen worden niet verstoord Overleg voeren BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze overleg te voeren. competentie 13. (SC) Succescriteria Proces Voert op juiste momenten overleg met docenten, andere TOA of leerlingen Informeert de docent over relevante zaken Overlegt met andere TOA over relevante zaken Resultaat Voert op het juiste moment een efficient en effectief overleg met docent. Samenwerken BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze met collega's samen te werken competentie ten behoeve van een prettige werksfeer en werkzaamheden die volgens 14. (SC) planning worden uitgevoerd. Succescriteria Proces Ondersteunt de docent Laat docent niet vallen waar leerlingen bij zijn Draagt bij aan het ombuigen van negatieve situaties in de klas Draagt bij aan het handhaven van de orde in de klas Brengt in korte bewoording een boodschap over Gaat gelijkwaardig met collega’s om Deelt relevante informatie met anderen Komt eigen verantwoordelijkheden na Houdt zich aan regels en afspraken Geeft goede voorbeeld aan collega’s Structureert eigen werk en brengt anderen tijdig op de hoogte als het werk niet afkomt Neemt indien nodig werkzaamheden over van collega’s Leeft zich in anderen in Resultaat Prettige werksfeer en werkzaamheden die volgens planning worden uitgevoerd
Pagina 16 van 18
Ontwikkelingen volgen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze de ontwikkelingen binnen zijn competentie vakgebied te volgen en te integreren in zijn werkzaamheden om zo de 15. (ON) kwaliteit van zijn werk te optimaliseren. Succescriteria Proces Leest vakbladen na op trends en ontwikkelingen Bezoekt conferenties, lezingen, beurzen, workshops om op de hoogte te zijn en blijven van ontwikkelingen en trends Past opgedane kennis op de juiste wijze toe in zijn werkzaamheden Wisselt kennis uit met collega TOA’s Resultaat Is op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en trends en past deze op de juiste wijze toe in zijn werkzaamheden. Beroepscompetenties ontwikkelen BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties te competentie ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep. 16. (ON) Succescriteria Proces Reflecteert met de docent op het beroepsmatig handelen Brengt met de docent in kaart wat goed en nog niet goed gaat Bepaalt met de docent welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen Bepaalt met de docent welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen Onderneemt de met de docent afgesproken activiteiten Resultaat Een werknemer die beschikt over de benodigde technisch-instrumentele vaardigheden op het beoogde niveau Constante ontwikkeling van de eigen beroepscompetenties Veilig en milieubewust werken BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor competentie veiligheid, milieu en Arbo te werken, zodat het werk verantwoord wordt 17. (VM) uitgevoerd. Succescriteria Proces Handelt conform de (anderstalige) voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Signaleert ommissies en verschillen in voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden en rapporteert deze Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties Meldt onveilige situaties bij de verantwoordelijke persoon Blijft rustig in moeilijke situaties Houdt de eigen werkplek overzichtelijk Gebruikt materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze Verzamelt afval en restmateriaal, sorteert dit en voert dit af volgens voorschriften Handelt volgens de voorschriften in het geval van een calamiteit Resultaat
Het werk wordt conform de voorschriften voor veiligheid, milieu en Arbo uitgevoerd Er is een adequate handelswijze indien er een calamiteit is
Pagina 17 van 18
Schoonmaken en opruimen werkplek BeroepsDe TOA is in staat om op adequate wijze apparatuur en instrumenten competentie schoon te maken en zijn werkplek op te ruimen, met als doel een ordelijk 18. (VM) practicumlokaal, schoollaboratorium of kabinet. Succescriteria Proces Gebruikt de juiste middelen bij het onderhoud Zorgt op eigen initiatief voor een ordelijke en schone werkplek/ laboratorium Indien van toepassing: voert afvalstoffen op veilige en milieubewuste wijze af naar de juiste container of laat het ophalen en geeft aan wanneer deze container vol is Verwerkt afval volgens het geldende systeem van afvalverwerking Maakt apparatuur op gezette tijden schoon Gaat zorgvuldig en grondig te werk Maakt de eigen werkplek schoon en ruimt deze op Maakt de gebruikte apparatuur en instrumenten schoon Indien van toepassing: steriliseert en droogt de apparatuur en instrumenten Onderhoudt instrumenten en apparaturen Werkt volgens voorschrift Werkt veilig, kwaliteits- en milieubewust Werkt efficient, snel en zorgvuldig, ook onder tijdsdruk Resultaat Een ordelijk en goed onderhouden practicumlokaal, schoollaboratorium of kabinet
Pagina 18 van 18