Omkijken en vooruitzien Rapport ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Expertisecentrum Literair Vertalen 2001-2011
Antwerpen / Utrecht, juni 2011
Inhoudsopgave Inleiding ________________________________________________________________________ 2 Tien aanbevelingen _______________________________________________________________ 3 Uitwerking enquête _______________________________________________________________ 6 Wie namen er deel en wie niet? ________________________________________________ 6 Vragenlijst ______________________________________________________________________ 7 Uitkomsten enquête ______________________________________________________________ 11 1.
Geslacht ____________________________________________________________ 11
2.
Talencombinatie ______________________________________________________ 11
3.
Leeftijd _____________________________________________________________ 12
4.
Publicaties __________________________________________________________ 14
5.
Niveau _____________________________________________________________ 17
6.
Momenteel werkzaam als literair vertaler ___________________________________ 20
7.
Belangrijkste redenen dat men niet meer literair vertaalt _______________________ 22
8.
Hoe men vertaalopdrachten krijgt_________________________________________ 23
9.
Moeilijkheid van het krijgen van vertaalopdrachten ___________________________ 25
10.
Obstakels bij de werving van vertaalopdrachten _____________________________ 27
11.
Het nog steeds ervaren van de obstakels __________________________________ 30
12.
Bijdrage ELV-activiteit(en) aan werving van vertaalopdrachten __________________ 31
13.
Bijdrage ELV-activiteit(en) aan ontwikkeling als literair vertaler __________________ 34
14.
Gemiste zaken bij ELV-activiteit(en)_______________________________________ 35
15.
Andere cursussen / opleidingen __________________________________________ 38
16.
Behoefte aan scholing _________________________________________________ 39
17.
Nederlander / Vlaming _________________________________________________ 42
18.
Op de hoogte van het ELV ______________________________________________ 46
19.
Aanbevelingen _______________________________________________________ 47
Feiten en cijfers _________________________________________________________________ 48 1.
Aantal activiteiten (1996-heden) __________________________________________ 48
2.
Soort activiteiten ______________________________________________________ 48
3.
Mentoraten __________________________________________________________ 58
4.
Meewerkende auteurs _________________________________________________ 59
5.
Moderatoren en sprekers _______________________________________________ 60
Inleiding Het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV) is in 2001 ingesteld door de Nederlandse Taalunie, destijds nog onder de naam Steunpunt Literair Vertalen. In 2011 bestaat het ELV tien jaar, een goede reden om eens terug te kijken naar de behaalde resultaten. Maar vooral ook een aanleiding om vooruit te blikken: welke opleidingsvormen, op welk niveau en met welke intensiteit heeft het literair vertalen in en uit het Nederlands nodig in de komende jaren? Deze vraag is om twee redenen van belang: het opleidingslandschap literair vertalen zal met de start van het programma van de Master Literair Vertalen vanaf 2012 veranderen en tegelijk loopt de opdracht van de Taalunie voor het ELV tot en met 2012 en moet er nu worden nagedacht over de tijd daarna. Met dit rapport wordt een aanzet gedaan tot de ontwikkeling van beleid voor de periode vanaf 2013. Tijdens de ELV-Beleidsdag op 16 juni 2011 is het rapport officieel gepresenteerd en besproken met de aanwezigen. Het bestaat uit de volgende onderdelen: Enquête Eind 2010 heeft het ELV een uitgebreide vragenlijst gestuurd naar 435 personen die in de afgelopen jaren aan een cursus of mentoraat hebben deelgenomen. Deze enquête is door 200 mensen ingevuld; verderop vindt u een uitwerking van de resultaten. Per vraag zijn de opmerkelijkste zaken uitgelicht, veelal geïllustreerd met een grafische weergave van de resultaten. Uit de enquête leren we vooral wat de cursisten en gementoreerden aan de inspanningen van het ELV hebben gehad en hoe het nu als literair vertaler met ze gaat. Tegelijk krijgen we daardoor zicht op de vraag of het ELV aan zijn doelstellingen beantwoordt. Daarnaast zijn er voor de verschillende taalrichtingen voorzichtige conclusies te trekken over de behoeften in de komende periode. Daarbij moet wel worden bedacht dat de conclusies niet zomaar kunnen worden geëxtrapoleerd naar de hele groep vertalers in een bepaalde richting, omdat vanzelfsprekend niet iedere vertaler in of uit een bepaalde taal heeft deelgenomen aan een ELV-cursus. Een andere kanttekening die moet worden geplaatst is dat het nogal uitmaakt op welk moment cursussen voor een bepaalde taalrichting zijn aangeboden. Iemand die een cursus in 2009 heeft gevolgd staat nu op een ander punt in zijn vertaalcarrière dan iemand die in 2002 aan een cursus deelnam. Het is dus niet mogelijk om hier absolute conclusies uit te trekken; wel bieden de uitkomsten een goed handvat voor toekomstig beleid. Feiten en cijfers Als achtergrondinformatie zijn de feiten en cijfers over de periode 1996-2011 aan dit rapport toegevoegd. Dit geeft het ELV, de Taalunie en alle andere betrokkenen een zo volledig mogelijk beeld van alle inspanningen in de afgelopen jaren en het aantal vertalers dat daarmee is bereikt. Tien aanbevelingen Op basis van alle beschikbare informatie van dit moment komt het ELV tot tien aanbevelingen voor de laatste anderhalf jaar van de huidige beleidsperiode en voor de jaren daarna. Zij dienden als basis voor de discussies tijdens de Beleidsdag. U vindt ze op de volgende pagina’s.
2
Tien aanbevelingen Hieronder doet het ELV een aantal suggesties voor de komende anderhalf jaar, maar met name voor de periode na 2012. De belangrijkste resultaten van de enquête zijn hierin vanzelfsprekend verwerkt. Aan het eind van het rapport staat nog een aantal aanbevelingen en opmerkingen van individuele respondenten. Er zal nog worden bekeken wat daarmee kan worden gedaan. Daarnaast dient nog te worden vermeld dat in 2010 op verzoek van de Taalunie door het ELV een vrij uitgebreide interne evaluatie is opgesteld, waarvoor ook inbreng is gevraagd van een aantal betrokkenen van buiten. Dit is een interne tekst die niet is gepubliceerd, maar wel is besproken binnen de Beleidsraad en de Raad van Advies van het ELV. Deze reflectie op de eigen activiteiten is vanzelfsprekend ook meegenomen in de hier voorgestelde aanbevelingen.
1. Ontwikkel een doorgaande leerlijn Het huidige ELV is van mening dat er ook na 2012 behoefte zal zijn aan een expertisecentrum; het opleidingsaanbod van het ELV zal een centrale rol blijven spelen in de verdere professionalisering van aankomende literair vertalers en er is verdere behoefte aan een centrum waar deze kennis wordt gebundeld en waar beleid wordt ontwikkeld voor nieuwe opleidingsmogelijkheden. Zeker met de komst van de transnationale Master Literair Vertalen vanaf september 2012 is er behoefte aan een overzicht van het samenhangend leertraject dat een aankomend literair vertaler in en uit het Nederlands zou moeten doorlopen. Op dit moment wordt binnen het ELV gewerkt aan een model voor een doorgaande leerlijn, waarop de verschillende stadia van het leertraject en de daarmee verbonden competenties een plaats krijgen. Voor de vertaalrichting uit het Nederlands zal die leerlijn in samenspraak met Europese partners (NEM) ontworpen moeten worden. Wanneer alles in kaart is gebracht wordt duidelijk op welk niveau en voor welke talen hiaten vallen en waar dus initiatieven moeten worden ontplooid. Hiermee zal de verhouding tussen het educatieve aanbod van het ELV en andere instellingen vanzelf duidelijker worden. 2. Stel per taal en per taalrichting een strategie vast In overleg met de fondsen, uitgevers, vertalersverenigingen, ervaren vertalers en andere opleiders moet concreet worden vastgesteld wat de noden per taalrichting zijn. Hierbij dient rekening te worden gehouden met aspecten als: hoeveel vertalers zijn er op dit moment, hoeveel zijn er nodig, is er vergrijzing, wat wordt er al aangeboden? Is het nodig om beginners op te leiden of is het beter om te investeren in de al actieve vertalers? Voor de vertaalrichting uit het Nederlands geldt dat de vanzelfsprekend geringere kennis over ‘het buitenland’ dan over het Nederlands taalgebied moet worden omgezet in beleid. De contacten met buitenlandse instellingen dienen te worden aangehaald. Idealiter zijn er binnen afzienbare tijd per vertaalrichting/land/taalgebied fiches beschikbaar met al dit soort informatie. 3. Investeer in toptalent en verjonging Volgens alle beschikbare informatie vergrijst het vertalersbestand over het algemeen nog steeds. Zeker met het oog op de langere termijn moet de nadruk blijven liggen op verjonging. Hoewel het ELV nu al streng selecteert zou er toch naar wegen en middelen gezocht moeten worden om vooral de echt getalenteerde en ook gemotiveerde vertalers op pad te zetten. Zoals uit de enquête blijkt is het nog niet eenvoudig om als literair vertaler aan de slag te komen en te blijven, hiervoor is naast talent ook ondernemerschap nodig. Het zal duidelijk moeten zijn dat er van de vertalers zelf ook een grote investering verwacht wordt om daadwerkelijk aan de slag te kunnen. 4. Bezuinig op alles, behalve op kwaliteit Het is duidelijk dat er binnen het literair vertaalveld de komende jaren flink bezuinigd zal worden. Dat zal ook consequenties hebben voor het ELV nu en na 2012. Er wordt op dit moment al steeds gekeken hoe de cursussen met een lager budget kunnen worden aangeboden. Verblijfs- en reiskosten worden bijvoorbeeld kritisch tegen het licht gehouden. Uitgangspunt blijft wel dat financiële aspecten geen drempel voor deelname mogen vormen.
3
Daarnaast moet het mogelijk zijn om meer inkomsten te verwerven door bijdragen voor studiedagen en lezingen te vragen, weer op een manier dat er geen financiële barrières worden opgeworpen, maar wel zo dat bepaalde evenementen kostendekkend kunnen worden georganiseerd. 5. Zorg voor meer digitale middelen Door de inzet van digitale middelen wil het ELV meer mensen bereiken en meer opleidingsinitiatieven op afstand aanbieden. Dat gebeurt nu vooral intensief, maar kort en steeds voor verschillende talen. Door de inzet van digitale middelen kan een langduriger effect worden bereikt en komen meer talen vaker aan bod. Er wordt op dit moment al gewerkt aan de opzet van een online lezingenreeks: de eerste lezing is inmiddels op professionele wijze vastgelegd en deze zal in een afgeschermde omgeving op internet kunnen worden bekeken. Dit zou een begin kunnen zijn van een meer uitgebreide module ‘Reflectie over literair vertalen’, waarmee vertalers in en uit het Nederlands zich op afstand en op eigen gelegenheid verder kunnen professionaliseren. 6. Ontwikkel nog meer maatwerk Cursussen op maat waren altijd al het handelsmerk van het ELV, maar dat maatwerk zal in de toekomst nog belangrijker en verfijnder worden. Dat is vooral te zien bij de mentoraten, er zijn inmiddels ontwikkelingsbeurzen en projectwerkbeursmentoraten en er is ook geëxperimenteerd met coaching van ervaren vertalers. Hetzelfde geldt voor de speciale studiedagen voor Vlaamse vertalers, gericht op hun specifieke noden. 7. Blijf structureel aandacht besteden aan beroepsaspecten Het ELV streeft ernaar het precaire beeld van het beroep literair vertalen te verbeteren en een stimulerende rol te spelen. Daarom moeten er zo veel mogelijk obstakels weggenomen worden, ook voor gevorderde vertalers: gespecialiseerde opleiding, ‘levenslang leren’, netwerken. Wel moet er uitgezocht worden wat op dit gebied bij het ELV ligt en wat door andere instanties kan of zou moeten worden verricht. Het is ook van belang dat van meet af aan duidelijk wordt gemaakt wat vertalers wel en niet van het ELV kunnen verwachten – net als dat zij zich goed moeten realiseren dat er naast vertaalkwaliteiten ook actief ondernemerschap vereist is voor het verkrijgen van vertaalopdrachten. En het zal duidelijk moeten zijn: de kans dat je meteen na de cursus een opdracht zult krijgen is klein. 8. Haal de banden met de uitgevers verder aan Uiteindelijk gaat het erom dat de juiste vertalers bij de juiste opdrachten terechtkomen en daarvoor is het van groot belang dat de uitgevers weten welke vertalers goed zijn opgeleid en toegerust voor hun werk. Het gaat hier niet om bemiddelen bij vertaalopdrachten, maar om het zichtbaar maken van goed opgeleide vertalers bij de uitgeverijen: een cursus of mentoraat bij het ELV zou als een soort keurmerk moeten gelden. Het gaat ook om de vertalers waarin – op basis van gezamenlijk beleid - met overheidsgeld geïnvesteerd is; het is van groot belang dat zij een kans krijgen in de beroepspraktijk. In gesprek blijven met de uitgevers, zowel in officieel verband via de VUV en de LUG als op individuele basis met redacteuren. Uitgeverijen bij zoveel mogelijk cursussen en andere activiteiten betrekken. Een bijzondere inspanning is nodig op het punt van de buitenlandse uitgevers. Zij blijven een moeilijk te benaderen doelgroep. 9. Investeer in communicatie Hoewel steeds meer vertalers, uitgevers en andere instanties het ELV weten te vinden, moet er blijvend worden geijverd om de juiste personen te bereiken, via de website, mailings, nieuwsbrieven, social media, presentaties, etc. Extra aandacht dient te worden besteed aan de groep vertalers die zich nu – om wat voor reden dan ook - nog buiten het bereik van fondsen en ELV bevinden.
4
10. Zoek verdere samenwerking, ook buiten het taalgebied; Nederlands als spiltaal De invoering van de Master Literair Vertalen zal de vraag naar de organisatie van de vertaalrichting uit het Nederlands acuut maken. Daarvoor is aangescherpt Europees overleg nodig tussen alle instellingen die in hun opleiding Nederlands ook aandacht hebben voor literair vertalen. De Europese dimensie dringt zich ook in ander opzicht op: er zal samenwerking gezocht worden met instellingen die soortgelijk werk verrichten als het ELV. Het hele Europese veld zal steeds belangrijker worden en het is voor het ELV van belang in de structurering van dat veld mee te praten en mee te denken. Dat gebeurt nu al bijvoorbeeld door het geassocieerd partnerschap met PETRA.
5
Uitwerking enquête WIE NAMEN ER DEEL EN WIE NIET? De uitnodiging voor het invullen van de enquête is op 20 oktober 2010 gestuurd naar iedereen die minimaal één cursus of mentoraat bij het ELV heeft gevolgd, en van wie het ELV over een e-mailadres beschikte. Dit waren in totaal 479 mensen. Van deze mensen werden er uiteindelijk 435 bereikt; van de andere 44 bleek het e-mailadres niet meer te kloppen en kon het ELV ook geen recent e-mailadres achterhalen. Van de 435 mensen die de uitnodiging daadwerkelijk hebben ontvangen, hebben 200 mensen de enquête ook ingevuld (oftewel 46,0% van de bereikte mensen). Het gaat om vertalers in en uit een zeer grote hoeveelheid talen, zie het cursusaanbod in de ‘Feiten en cijfers’ verderop in dit rapport. Over de 235 mensen die de enquête niet hebben ingevuld, valt het volgende te zeggen: onder de non-respondenten bevinden zich relatief meer vertalers uit het Nederlands dan onder de respondenten. 34,3% van de non-respondenten vertaalt in het Nederlands, 65,7% vertaalt uit het Nederlands, terwijl bij de respondenten 53,5% in het Nederlands en 43,5% uit het Nederlands vertaalt (zie ook paragraaf 2.1 bij de uitwerking van de enquête). Vooral voor talen waarvoor de georganiseerde activiteiten alweer enige tijd geleden hebben plaatsgevonden, was het aantal respondenten wat lager dan gemiddeld. Verder springen er dan nog een paar talencombinaties uit waarbij het aantal respondenten relatief laag is. Voor vertalers in het Nederlands gaat dit op bij de brontaal Russisch. Hierbij was de respons 16,7%. Bij de vertalers uit het Nederlands valt het lage percentage respondenten voor de doeltaal Roemeens op. Voor deze doeltaal was er geen respons. Navraag onder deze twee groepen leert dat zeker de helft van deze 13 vertalers nog actief is als literair vertaler of nog steeds plannen heeft om in de nabije toekomst als literair vertaler te gaan werken. Het was er door verschillende redenen niet van gekomen de vragenlijst in te vullen. Tot slot: een kort onderzoek naar gepubliceerde vertalingen van de groep non-respondenten (met behulp van de KB-catalogus, de website literatuurplein.nl en de vertalingendatabase van de literaire fondsen) leert dat zeker 30% van deze groep in de afgelopen twee jaar nog een vertaling heeft gepubliceerd.
6
Vragenlijst De enquête werd afgenomen met behulp van Google Docs. Hieronder staat een weergave van de uitnodiging en van de vragen zoals deze in de enquête zijn gesteld:
Onderzoek naar de effectiviteit van ELV-activiteiten In 2011 bestaat het Expertisecentrum Literair Vertalen - voorheen Steunpunt Literair Vertalen - tien jaar. In het kader van dit jubileum voert het ELV momenteel een onderzoek uit naar de effectiviteit van de in de afgelopen jaren georganiseerde activiteiten, zoals de cursussen en het mentoraatsprogramma. Wij willen je hierover een aantal vragen stellen, door middel van een online enquête. Deze enquête gaat over je ervaringen met de activiteiten van het ELV en met name over de vraag of en hoe deze activiteiten hebben bijgedragen aan een eventuele carrière als literair vertaler. Ook als je niet verder bent gegaan met literair vertalen horen wij dat graag. Het ELV zal de resultaten anoniem publiceren in een rapport (je persoonsgegevens zullen dus alleen intern door het ELV worden verwerkt en niet aan derden worden verstrekt). Op basis van deze informatie willen wij ons beleid voor het literair vertalen in en uit het Nederlands voor de komende jaren verder uitwerken. De vragenlijst bestaat uit 12 vragen. Invullen kan tot en met 1 december a.s. Onder de mensen die de enquête invullen worden 5 leuke attenties verloot. Mocht je nog vragen hebben over deze enquête, dan kun je die uiteraard via mail of telefoon aan ons stellen. Alvast hartelijk bedankt voor je feedback! Het Expertisecentrum Literair Vertalen
1. Algemeen a.
Wat is je naam? Het is niet mogelijk om deze enquête anoniem in te vullen. Het ELV wil met deze enquête namelijk onderzoek doen naar de individuele loopbanen van zijn relaties. Je persoonsgegevens zullen echter alleen intern door het ELV worden verwerkt. De resultaten van de enquête zullen volledig anoniem worden gepubliceerd.
b.
Wat is je leeftijd? 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70+
c.
Wat zijn je overige contactgegevens? Het ELV zou deze enquête ook graag gebruiken om zijn adressenbestand bij te werken. Daarom zouden we je willen vragen om hier je adres, e-mailadres(sen) en eventueel je telefoonnummer(s) in te vullen. Je kunt deze vraag ook open laten.
2. Bron- en doeltalen a.
Wat is je hoofdbrontaal?
b.
Wat is je hoofddoeltaal?
c.
Heb je nog andere bron- en/of doeltalen, dan kun je deze hier vermelden. Vermeld er ook even bij of het om een bron- of een doeltaal gaat.
7
d.
Voor vertalers met Nederlands als moedertaal: ben je Nederlander of Vlaming? Nederlander Vlaming N.v.t.
3. Deelname activiteiten ELV a.
Aan welke activiteit(en) van het ELV heb je deelgenomen? Graag zo specifiek mogelijk, dus met naam van de activiteit, jaar en eventueel taal. Bijv. Intensieve Cursus Literair Vertalen Engels-Nederlands 2008; Mentoraat Engels - Nederlands 2007, etc. Een overzicht van alle cursussen is te vinden op www.literairvertalen.org/overzicht_cursussen.
4. Gepubliceerde vertalingen a.
Zijn er literaire vertalingen van jouw hand gepubliceerd? Ja Nee
b.
Zou je hieronder een opsomming kunnen geven met titel, auteur, uitgeverij en jaar van publicatie? Indien deze gegevens online beschikbaar zijn, bijvoorbeeld op een eigen website, een LinkedIn-profiel of in het ELV-vertalersbestand, dan kun je ook volstaan met een link daar naartoe.
5. Niveau a.
Hoe zou je jouw niveau als literair vertaler omschrijven? 1
2
3
4
5
Beginner
Gevorderde
6. Werken als literair vertaler a.
Ben je op dit moment nog werkzaam als literair vertaler? Ja Nee [Ga door naar vraag 6g]
b.
Hoe kom je aan vertaalopdrachten? Op welke manier pak je het werven van opdrachten zoal aan?
c.
Hoe ervaar je het verkrijgen van vertaalopdrachten? Het verkrijgen van vertaalopdrachten gaat… 1
2
3
4
Gemakkelijk
5 Moeizaam
d.
Zijn er obstakels waar je tegenaan liep / loopt bij het werven van opdrachten? Nee Ja, namelijk…
e.
Ervaar je deze obstakels nog steeds op dit punt in je carrière als literair vertaler? Nee Ja
8
f.
Heeft het volgen van activiteiten bij het ELV naar jouw idee geholpen bij het verkrijgen van vertaalopdrachten? Bijvoorbeeld doordat je bij een activiteit van het ELV connecties hebt opgedaan die hebben geholpen bij het krijgen van een opdracht, of doordat een uitgeverij het volgen van een ELVactiviteit als pluspunt beschouwde, etc. Ja, want… Nee, want…
g.
Kun je aangeven wat de (belangrijkste) reden is dat je niet meer werkzaam bent als literair vertaler? Het lukte niet om een opdracht te krijgen. Het betaalde te weinig. Te weinig tijd beschikbaar. Anders, namelijk…
7. ELV en ontwikkeling als literair vertaler a.
Heb je het idee dat de door jou gevolgde activiteit(en) van het ELV heeft / hebben bijgedragen aan je ontwikkeling als literair vertaler? Bijvoorbeeld wat betreft kennis en vaardigheden voor professionele uitoefening van het vak van literair vertaler. Ja, want… Nee, want…
8. ELV en opleiding/deskundigheidsbevordering a.
Zijn er zaken op het gebied van opleiding en deskundigheidsbevordering van literair vertalers die je gemist hebt bij de door jou gevolgde activiteit(en) van het ELV? Bijvoorbeeld wat betreft onderwerpen van colleges, hoeveelheid theorie, hoeveelheid praktische oefening, tekstsoorten, etc. Nee Ja, namelijk…
9. Andere cursussen / opleidingen voor literair vertalers a.
Volg je momenteel nog andere cursussen / opleidingen op het gebied van literair vertalen? Nee Ja, namelijk…
10. Verdere scholingsbehoeften a.
Heb je op dit moment behoefte aan verdere scholing, coaching of een andere vorm van deskundigheidsbevordering? Vanuit het ELV, of vanuit een andere organisatie. Nee Ja, namelijk…
11. Op de hoogte houden a.
Hou je je op de hoogte van de activiteiten van het ELV? Meerdere antwoorden mogelijk. Nee Ja, via de website van het ELV Ja, via de nieuwsbrief van het ELV Ja, via de LinkedIn-groep van het ELV Anders, namelijk…
9
12. Verdere aanbevelingen a.
Heb je nog verdere aanbevelingen voor het ELV? Bijvoorbeeld aanbevelingen voor de website, te organiseren studiedagen, workshops, cursussen, etc., of andere activiteiten die je van het ELV zou verwachten, maar die nu niet worden aangeboden. Nee Ja, namelijk…
10
Uitkomsten enquête 1.
GESLACHT
1.1.
Cijfers De enquête is ingevuld door 200 mensen. Van hen was 25,5% man en 74,5% vrouw. Bij een aantal belangrijke vragen is gekeken of er verschillen waren tussen de antwoorden van de mannelijke en vrouwelijke respondenten. Hier bleken echter geen significante verschillen uit. Om deze reden wordt er voor de rest van deze uitwerking geen onderscheid gemaakt tussen de antwoorden van de mannelijke en vrouwelijke respondenten.
2.
TALENCOMBINATIE
2.1.
Cijfers Van de respondenten vertaalt 53,5% primair uit een vreemde taal in het Nederlands en 43,5% primair uit het Nederlands in een vreemde taal (de overige 3,0% heeft Nederlands niet als hoofddoeltaal dan wel hoofdbrontaal genoemd).
2.1.1.
Vertalen in het Nederlands Van de talencombinaties waarbij wordt vertaald in het Nederlands is Engels veruit de meest genoemde primaire brontaal, met 27,7%. Andere veelgenoemde primaire brontalen zijn Frans, Italiaans, Duits, Spaans en Noors: Grafiek 1: Brontalen bij vertalen in het Nederlands 17,9%
9,8%
8,0%
Duits Engels Frans Italiaans Noors Spaans Overig
27,7%
7,1%
14,3%
15,2%
39 van de 107 respondenten (oftewel 36,5%) die vertalen in het Nederlands gaven naast de primaire brontaal / talen ook nog een of meerdere andere brontalen op waaruit men vertaalt. Ook hier werd Engels het meest genoemd, met 29,2%, gevolgd door Frans (16,7%) en Spaans (10,4%). Opvallend is ook dat 10,4% van de 39 respondenten hier Nederlands noemt als secundaire brontaal, wat betekent dat zij ook uit het Nederlands vertalen (op het totaal van respondenten die in het Nederlands vertalen is dit 4,7%). 9 van de 107 vertalers (oftewel 8,4%) in het Nederlands gaven naast de primaire doeltaal ook nog een of meerdere andere doeltalen op waarin men vertaalt. Hierbij moet overigens wel opgemerkt worden dat sommige respondenten bij het noemen van secundaire bron- en/of doeltalen aangeven deze tweede talen alleen te gebruiken voor andersoortige vertalingen (bijvoorbeeld zakelijke vertalingen) en niet voor literair vertalen.
11
2.1.2.
Vertalen uit het Nederlands Ook van de talencombinaties waarbij wordt vertaald uit het Nederlands wordt Engels het meest genoemd als primaire vreemde taal waarin men vertaalt, met 15,9%, op de voet gevolgd door Frans, Duits en Spaans: Grafiek 2: Doeltalen bij vertalen uit het Nederlands 10,2% 31,8%
Duits Engels Frans Italiaans Pools Spaans Tsjechisch Overig
15,9%
11,4% 6,8% 10,2%
6,8%
6,8%
50 van de 87 respondenten (oftewel 57,8%) die vertalen uit het Nederlands gaven naast de primaire brontaal ook nog een of meerdere andere brontalen op waaruit men vertaalt. Hierbij werd Engels door deze 50 respondenten veruit het meest genoemd als secundaire brontaal met 44,0%, gevolgd door Duits met 22,7%. 11 van de 87 vertalers (oftewel 12,6%) uit het Nederlands gaven naast de primaire doeltaal / -talen ook nog een of meerdere andere doeltalen op waarin men vertaalt. Opvallend hierbij is dat 57,1% hierbij het Nederlands noemt als secundaire doeltaal, wat betekent dat zij ook in het Nederlands vertalen (op het totaal van respondenten die uit het Nederlands vertalen is dit 9,2%).
3.
LEEFTIJD
3.1.
Cijfers Het grootste deel van de respondenten is tussen de 40 en 49 jaar (32,0%). Daarna komen de vertalers in de leeftijd van 30-39 en 50-59 met respectievelijk 25,0% en 24,0%. De groep vertalers met een leeftijd tussen 20 en 29 maakt 7,5% uit van het totaal. Hierbij moet bedacht worden dat het om een onderzoek gaat onder de deelnemers aan ELV-activiteiten van de afgelopen tien jaar: de deelnemers uit de beginjaren vallen dus sowieso niet in deze groep. Oftewel: sommige talen zijn langer of korter geleden voor het laatst aangeboden en dat is ook van invloed op de gemiddelde leeftijd voor de betreffende groep vertalers. Grafiek 3: Leeftijd 9,5% 2,0% 7,5% 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70+
25,0% 24,0%
32,0%
12
3.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Bij de respondenten die vertalen uit het Nederlands ligt de leeftijd voor vertalers met de doeltalen Chinees, Italiaans, Pools, Spaans, Tsjechisch en Turks lager dan gemiddeld:
Gemiddeld NLVT
Chinees
20-29
60,0% 33,3%
Pools
30-39
40-49
Spaans
50-59
60-69
Tsjechisch
0,0% 0,0% 0,0%
0,0%
0,0% 0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
16,7%
22,2%
22,2% 0,0%
0,0% 0,0%
16,7%
Italiaans
40,0%
50,0%
55,6%
50,0% 0,0%
0,0% 0,0%
16,7%
16,7% 16,7% 0,0% 0,0% 0,0%
8,0% 2,3%
20,0%
33,3%
40,0% 40,0%
28,4% 34,1% 20,5%
Turks
70+
Alle respondenten met Chinees als doeltaal zijn onder de 50, en vier van deze vijf respondenten zijn onder de 40. Vijf van de zes respondenten met Italiaans als doeltaal zijn onder de 50. Ook bij doeltaal Pools zijn vijf van de zes respondenten onder de 50. Bij doeltaal Spaans zijn zeven van de negen respondenten onder de 50. Alle respondenten met Tsjechisch als doeltaal zijn onder de 50, en zeven van deze negen respondenten zijn onder de 40. Bij doeltaal Turks tot slot zijn ook alle respondenten onder de 50, en drie van deze vijf respondenten zijn onder de 40. Voor de doeltalen Duits, Engels en Frans ligt de leeftijd juist hoger dan gemiddeld:
40,0%
42,9%
Duits 20-29
30-39
20,0% 0,0%
Engels 40-49
13
50-59
0,0%
10,0%
14,3%
0,0%
7,1%
11,1% 0,0%
11,1% 0,0%
2,3%
Gemiddeld NL-VT
14,3%
21,4%
30,0%
33,3% 20,5% 8,0%
6,8%
28,4%
44,4%
Grafiek 5: Leeftijd vertalers uit het Nederlands II
34,1%
6,8%
50,0%
Grafiek 4: Leeftijd vertalers uit het Nederlands I
60-69
Frans 70+
Bij doeltaal Duits zijn acht van de negen respondenten 40 of ouder, en van deze acht respondenten boven de 40 zijn er vier 50 jaar of ouder. Bij doeltaal Engels zijn elf van de veertien respondenten 40 of ouder, en van deze elf respondenten zijn er negen 50 jaar of ouder. Opvallend zijn de twee zeventig-plussers. Bij doeltaal Frans tot slot zijn negen van de tien respondenten 40 of ouder, en van deze negen respondenten zijn er vijf 50 jaar of ouder. Er zijn drie zestigers. 3.1.2.
Vertalen in het Nederlands Bij de respondenten die vertalen in het Nederlands ligt de leeftijd voor vertalers met de brontalen Italiaans en Noors lager dan gemiddeld, en voor de brontalen Duits, Engels, Frans en Spaans hoger dan gemiddeld:
Gemiddeld VTNL
Italiaans
20-29
30-39
40-49
50-59
Engels 60-69
Frans
Spaans
70+
Bij brontaal Italiaans zijn elf van de zestien respondenten onder de 50, en van deze elf respondenten zijn er zes onder de 40. Bij brontaal Noors zijn zeven van de acht respondenten onder de 50, en van deze zeven respondenten zijn er vijf onder de 40. Bij brontaal Duits zijn negen van de elf respondenten 40 jaar of ouder, en van deze negen respondenten zijn er zes in de vijftig. Bij brontaal Engels zijn drieëntwintig van de eenendertig respondenten 40 jaar of ouder, en van deze drieëntwintig respondenten zijn er tien in de vijftig. Bij brontaal Frans zijn veertien van de zeventien respondenten 40 jaar of ouder, en van deze veertien respondenten zijn er zes in de vijftig en drie in de zestig. Bij brontaal Spaans, tot slot, zijn zeven van de negen respondenten 40 jaar of ouder, en van deze zeven respondenten zijn er zes in de zestig.
4.
PUBLICATIES
4.1.
Cijfers 72,0% van alle respondenten heeft één of meer gepubliceerde vertalingen op zijn naam staan; van 28,0% is nog geen vertaling gepubliceerd. Er is een behoorlijk groot verschil tussen vertalers in het Nederlands en uit het Nederlands. Van de vertalers in het Nederlands heeft 80,4% al eens een vertaling gepubliceerd; van de vertalers uit het Nederlands 62,5%.
14
0,0%
0,0%
22,2% 11,1% 0,0%
0,0%
0,0%
0,0% 0,0%
17,6% 29,4% 35,3% 17,6%
41,9% 32,3%
Duits
9,7% 16,1%
0,0%
12,5% 0,0% 0,0% Noors
0,0% 0,0%
18,2% 27,3%
37,5% 25,0% 25,0% 12,5% 12,5% 6,3%
0,0%
9,8% 1,8%
8,9%
21,4% 30,4% 27,7%
37,5% 31,3%
54,5%
66,7%
Grafiek 6: Leeftijd vertalers in het Nederlands
Grafiek 7: Publicaties 80,4% 72,0% 62,5%
37,5% 28,0% 19,6%
Gemiddeld
NL-VT
Niet gepubliceerd
VT-NL
Wel gepubliceerd
Er bestaat een duidelijk verband tussen het niveau waarop de vertaler zichzelf inschat en het wel of niet gepubliceerd hebben. Grafiek 8: Publicaties t.o.v. niveau 86,4% 75,0%
90,6%
70,3% 56,0% 44,0% 29,7%
25,0%
13,6%
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Niet gepubliceerd
niveau 4
9,4%
niveau 5
Wel gepubliceerd
Er is echter wel een verschil tussen de vertalers in en uit het Nederlands: het gemiddelde niveau dat vertalers uit het Nederlands zichzelf geven ligt hoger dan het niveau voor de vertalers in het Nederlands, terwijl zij zeggen minder vaak te hebben gepubliceerd. 4.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Bij de respondenten die vertalen uit het Nederlands is een aantal afwijkingen op te merken. Van deze groep heeft 62,5% al iets gepubliceerd en 37,5% nog niet. Voor de doeltalen Chinees, Japans, Tsjechisch en Turks ligt het percentage vertalers dat nog geen publicaties op zijn naam heeft staan hoger dan gemiddeld: Chinees en Turks op 80,0%, Japans en Tsjechisch op 66,7%.
15
Grafiek 9: Publicaties vertalen uit het Nederlands I
80,0%
80,0% 66,7%
62,5% 37,5%
66,7%
33,3%
33,3%
20,0%
Gemiddeld NL-VT
Chinees
20,0%
Japans
Niet Gepubliceerd
Tsjechisch
Turks
Wel gepubliceerd
Voor de doeltalen Duits, Engels, Italiaans en Pools ligt het percentage vertalers dat wel publicaties op zijn naam heeft staan juist hoger dan gemiddeld voor deze groep: 83,3% voor Italiaans en Pools, 88,9% voor Duits en 85,7% van Engels. Grafiek 10: Publicaties vertalen uit het Nederlands II 88,9%
85,7%
83,3%
83,3%
62,5% 37,5% 11,1%
Gemiddeld NL-VT
Duits
Engels
Niet gepubliceerd
4.1.2.
16,7%
14,3%
Italiaans
16,7%
Pools
Wel gepubliceerd
Vertalen in het Nederlands Bij de respondenten die vertalen in het Nederlands is ook een aantal afwijkingen op te merken. Van deze groep heeft 80,4% al iets gepubliceerd en 19,6% nog niet. Voor de brontaal Noors ligt het percentage vertalers dat nog geen publicaties op zijn naam heeft staan hoger dan gemiddeld: 62,5% heeft nog niet gepubliceerd. Voor de brontalen Duits, Engels, Italiaans en Spaans ligt het percentage vertalers dat wél publicaties op zijn naam heeft staan juist hoger dan gemiddeld voor deze groep:
16
Grafiek 11: Publicaties vertalen in het Nederlands 90,9% 80,4%
19,6% 9,1% Gemiddeld VT-NL
12,9%
Duits
NIVEAU
5.1.
Cijfers
6,3%
Engels
Niet gepubliceerd
5.
93,8%
87,1%
Italiaans
88,9%
11,1%
Spaans
Wel gepubliceerd
De respondenten werd gevraagd een inschatting te geven van hun eigen niveau als literair vertaler op een schaal van 1 tot 5, met 1 als beginner en 5 als gevorderde. Het niveau ligt gemiddeld op 3,3. De meeste respondenten delen zichzelf in op niveau 3 (32,0%) of 4 (29,5%): Grafiek 12: Niveau 16,0%
10,0% niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveau 5
12,5%
29,5% 32,0%
Verder is er een duidelijke samenhang te zien tussen niveau en leeftijd: over het algemeen geldt dat hoe hoger de leeftijd, hoe hoger het gemiddelde niveau (met weer een daling bij de zeventigplussers).
17
Grafiek 13: Niveau t.o.v. leeftijd 3,9 3,5
3,4
3,0 2,8 2,4
20-29
30-39
40-49
50-59
60-69
70+
niveau
Vertalen uit het Nederlands Vertalers met Nederlands als brontaal hebben een gemiddeld niveau van 3,4. Bij deze groep is een aantal zaken op te merken. Bij de doeltalen Chinees, Spaans, Tsjechisch en Turks ligt het zelfgeschatte niveau wat lager dan gemiddeld: 2,8 voor Chinees, Spaans en Turks, en 2,7 voor Tsjechisch. 55,7% van de vertalers uit het Nederlands plaatst zichzelf op niveau 3 of lager. Bij Chinees is dit 100,0% (van 5 respondenten Nederlands-Chinees), bij Spaans 88,9% (oftewel 8 van de 9 respondenten Nederlands-Spaans), bij Tsjechisch 83,3% (oftewel 5 van de 6 respondenten Nederlands-Tsjechisch) en bij Turks 80,0% (oftewel 4 van de 5 respondenten Nederlands-Turks):
Gemiddeld NL-VT
Chinees niveau 1
niveau 2
niveau 3
60,0%
Tsjechisch niveau 4
0,0%
20,0% 0,0%
20,0% 0,0%
16,7%
16,7%
16,7%
50,0%
Spaans
11,1%
0,0%
22,2%
11,1%
0,0%
0,0%
20,0% 0,0%
23,9%
20,5%
11,4%
37,5%
55,6%
80,0%
Grafiek 14: Niveau vertalen uit het Nederlands I
6,8%
5.1.1.
Turks
niveau 5
Bij de doeltalen Duits, Frans, Italiaans en Pools komt het ingeschatte niveau juist hoger dan gemiddeld uit: 3,8 voor Pools, 3,9 voor Duits en Frans en 4,0 voor Italiaans. Gemiddeld plaatst 44,4% van de vertalers uit het Nederlands zich op niveau 4 of 5. Bij Duits is dit 77,8%; bij Frans 70,0%.
18
Gemiddeld NL-VT niveau 2
niveau 3
20,0%
10,0%
10,0%
10,0%
22,2%
Duits
niveau 1
Frans niveau 4
niveau 5
Vertalen in het Nederlands Vertalers met Nederlands als doeltaal schatten zichzelf in op een gemiddeld niveau van 3,2. Ook bij de vertalers in het Nederlands vallen een paar dingen op. Bij de brontaal Noors ligt het niveau wat lager dan gemiddeld, namelijk op 2,6. 62,5% van de vertalers Noors plaatst zichzelf op niveau 3 of lager, tegenover een gemiddelde van 52,7% voor vertalers in het Nederlands. Bij de brontalen Duits en Frans komt het ingeschatte niveau juist iets hoger dan gemiddeld uit, namelijk op 3,6 Gemiddeld 47,3% van de vertalers in het Nederlands plaatst zich op niveau 4 of 5. Bij Frans en Spaans is dit percentage hoger, namelijk 58,8% respectievelijk 66,7%.
niveau 1
66,7%
Noors niveau 2
niveau 3
19
Frans niveau 4
niveau 5
Spaans
0,0%
0,0%
11,1% 0,0%
Duits
22,2%
29,4%
29,4%
11,8%
12,5%
25,0% 12,5%
0% Gemiddeld VT-NL
29,4%
37,5% 12,5%
18,20%
9,10%
36,40%
36,40%
34,8% 12,5%
13,4%
26,8%
Grafiek 16: Niveau vertalen in het Nederlands
12,5%
5.1.2.
11,1%
11,1%
20,5% 0,0%
6,8%
11,4%
23,9%
37,5%
50,0%
55,6%
Grafiek 15: Niveau vertalen uit het Nederlands II
6.
MOMENTEEL WERKZAAM ALS LITERAIR VERTALER
6.1.
Cijfers Van alle respondenten is 67,5% op dit moment werkzaam als literair vertaler en 32,5% niet (verderop in dit rapport komen de redenen hiervoor aan de orde). Vertalers in het Nederlands geven vaker aan nog werkzaam te zijn als literair vertaler dan vertalers uit het Nederlands: 72,3% van de vertalers in het Nederlands is nog werkzaam als literair vertaler, tegenover 61,4% van de vertalers uit het Nederlands. Grafiek 17: Wel / niet werkzaam als literair vertaler
72,3% 67,5% 61,4%
38,6% 32,5% 27,7%
Gemiddeld
NL-VT
VT-NL
Wel werkzaam als literair vertaler Niet werkzaam als literair vertaler
Verder is hier een duidelijk verband tussen het niveau waarop de vertaler zichzelf inschat en of men werkzaam is als literair vertaler. Grafiek 18: Werkzaam als literair vertaler t.o.v. niveau 81,4%
70,0% 56,0% 44,0%
64,1% 35,9%
30,0%
niveau 1
18,6%
niveau 2
niveau 3
Werkzaam als literair vertaler
6.1.1.
90,6%
niveau 4
9,4% niveau 5
Niet werkzaam als literair vertaler
Vertalen uit het Nederlands Bij de vertalers die uit het Nederlands vertalen valt het volgende op. Bij de doeltalen Duits, Engels en Pools zijn meer vertalers momenteel werkzaam als literair vertaler dan gemiddeld voor vertalers uit het Nederlands. Gemiddeld ligt dit percentage hier namelijk op 61,4%, maar voor Duits is dit 88,9%, voor Engels 85,7% en voor Pools 83,3%.
20
Grafiek 19: Huidige literair vertalers uit het Nederlands I 88,9%
85,7%
83,3%
61,4% 38,6%
Gemiddeld NLVT
Duits
Werkzaam als literair vertaler
16,7%
14,3%
11,1%
Engels
Pools
Niet werkzaam als literair vertaler
Bij de doeltalen Chinees, Italiaans, Spaans, Tsjechisch en Turks ligt het aantal vertalers dat momenteel literair vertaalt juist lager dan gemiddeld voor deze groep. Voor Chinees is dit 40,0%, voor Italiaans 50,0%, voor Spaans 44,4%, voor Tsjechisch 50,0% en voor Turks 20,0%. Grafiek 20: Huidige literair vertalers uit het Nederlands II 80,0% 61,4%
60,0% 50,0% 50,0% 38,6%
40,0%
55,6% 44,4%
50,0% 50,0%
20,0%
Gemiddeld NL-VT
Chinees
Italiaans
Spaans
Werkzaam als literair vertaler
6.1.2.
Tsjechisch
Turks
Niet werkzaam als literair vertaler
Vertalen in het Nederlands Bij de vertalers die in het Nederlands vertalen valt het volgende op te merken. Bij de brontalen Duits, Frans en Spaans zijn meer vertalers momenteel werkzaam als literair vertaler dan gemiddeld voor deze groep. Gemiddeld ligt dit percentage hier namelijk op 72,3%, maar voor Duits is dit 90,9%, voor Frans 88,2% en voor Spaans 88,9%. Bij de brontaal Noors (hiervoor is zeer recent een beginnerscursus aangeboden) ligt het aantal vertalers dat momenteel literair vertaalt juist lager dan gemiddeld voor deze groep, namelijk op 50,0%.
21
Grafiek 21: Huidige literair vertalers in het Nederlands 90,9%
88,9%
88,2%
72,3% 50,0% 50,0% 27,7% 11,8%
9,1% Gemiddeld VT-NL
Duits
Frans
Werkzaam als literair vertaler
11,1% Spaans
Noors
Niet werkzaam als literair vertaler
7.
BELANGRIJKSTE REDENEN DAT MEN NIET MEER LITERAIR VERTAALT
7.1.
Cijfers Aan de 65 vertalers die aangaven momenteel niet meer bezig te zijn met literair vertalen werd gevraagd wat de belangrijkste reden was dat zij hiermee waren gestopt. Zij konden kiezen uit de volgende redenen: – Het lukte niet om een opdracht te krijgen – Het betaalde te weinig – Te weinig tijd beschikbaar Daarnaast konden zij ook kiezen voor de optie ‘Anders’ en zelf een reden invullen. Te weinig tijd beschikbaar werd het vaakst als belangrijkste reden opgegeven: Grafiek 22: Reden dat men niet meer literair vertaalt 13,8% 35,4%
10,8% Het lukte niet om een opdracht te krijgen Het betaalde te weinig Te weinig tijd beschikbaar Anders 40,0%
Uit de toelichting blijkt dat vooral de reden dat het te weinig betaalde vaak samenhangt met de reden dat men te weinig tijd beschikbaar heeft: omdat de betaling laag is, richten de vertalers zich op andersoortige teksten om te vertalen. Als gevolg daarvan blijft er naast het vertalen van andersoortige teksten te weinig tijd over om zich nog met literair vertalen bezig te houden, zeker aangezien dit minder betaalt dan de andersoortige teksten (terwijl het vaak wel meer werk is, grotere opdrachten). Sommige vertalers zijn gestopt omdat het hen niet lukte een opdracht te krijgen. Elf mensen geven aan dat ze nog wel interesse hebben in een carrière als literair vertaler. Sommigen van hen volgen momenteel een (andere) studie, en staan nog aan het prille begin van hun carrière als literair vertaler, of hebben een baan maar hebben wel de intentie in de toekomst nog iets met literair vertalen te doen.
22
7.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Bij de vertalers met Frans als doeltaal valt op dat twee van de vier (dus 50%) de lage betaling noemt als reden dat men niet meer vertaalt, wat meer is dan het gemiddelde van 11,8% voor vertalers uit het Nederlands. Bij de vertalers met Spaans als doeltaal valt op dat men alle vijf voor de optie ‘Anders’ koos bij de belangrijkste reden dat men niet meer vertaalt, en dat vier van de vijf hierbij noemen dat zij nog niet werkzaam zijn als literair vertaler maar dit in de toekomst wel willen (m.a.w. zij staan nog echt aan het begin van hun literaire vertaalcarrière). Grafiek 23: Reden niet meer literair vertalen voor vertalers uit het Nederlands 100,0%
44,1%
50,0%
29,4% 25,0%
25,0%
14,7%11,8% 0,0% Gemiddeld NL-VT
0,0% 0,0% 0,0%
Frans
Spaans
Het lukte niet om een opdracht te krijgen Het betaalde te weinig Te weinig tijd beschikbaar Anders
7.1.2.
Vertalen in het Nederlands Wat hier opvalt, is dat vertalers met Engels als brontaal vaker de reden noemen dat het te weinig betaalt dan gemiddeld voor de groep vertalers in het Nederlands, namelijk 20,0% tegenover een gemiddelde van 9,7%. Ook de reden ‘Anders’ wordt door vertalers uit het Engels vaker genoemd, namelijk door 50,0% tegenover een gemiddelde van 35,5%. De redenen die zij hier noemen, zijn onder meer: “andere bezigheden”, “ziekte en 24uursverzorging partner”, “ik doe het incidenteel, meer voor de eer en de uitdaging dan om het geld”, en: “ik werk als fulltime (niet-literair) vertaler, dus dan ga ik het niet doen ook in mijn vrije tijd…”
8.
HOE MEN VERTAALOPDRACHTEN KRIJGT
8.1.
Cijfers Op de vraag hoe men aan vertaalopdrachten komt antwoordde 60,0% van de respondenten die momenteel literair vertalen dat ze voor het krijgen van opdrachten zelf contact zoeken met uitgeverijen. 45,2% van de literair vertalers geeft aan dat ze aan opdrachten komen door te netwerken. Hierbij wordt bijvoorbeeld genoemd het contact met collega-vertalers die opdrachten aan elkaar doorspelen, het bezoeken van beurzen, borrels en andere activiteiten voor vertalers en rond literatuur in bredere zin, etc. 40,7% van de literair vertalers geeft aan dat ze zelf worden benaderd door uitgevers voor een vertaalopdracht. Dit wordt vooral genoemd door de meer ervaren vertalers. 7,4% van de literair vertalers noemt een van de literaire fondsen als bron dan wel hulpmiddel voor het verkrijgen van vertaalopdrachten. 4,4% noemt het ELV-Vertalersbestand als bron van vertaalopdrachten. De rest van de genoemde manieren om opdrachten te
23
werven valt onder overige (13,3%). Hierbij worden onder meer genoemd: een eigen website, andere vertaalorganisaties en agency’s, etc. Grafiek 24: Hoe krijgt men vertaalopdrachten 60,0%
45,2% 40,7%
13,3%
Overig
4,4% ELVVertalersbestand
Literaire fondsen
Benaderd door uitgeverij
Netwerken
Zelf contact leggen met uitgeverijen
7,4%
(Het totaal van deze vraag komt boven de 100% uit, omdat dit een open vraag was waarbij men meerdere antwoorden kon geven.)
Verder geeft 25,9% van de vertalers die zeggen zelf contact te leggen met uitgeverijen aan dat ze bij de uitgevers aankloppen met een concreet voorstel voor een te vertalen boek. 14,8% van de vertalers die zelf contact leggen met uitgevers geeft daarnaast aan dat ze bij het contact leggen al een vertaald fragment meesturen, of soms zelfs de vertaling van een heel boek. Er zijn enige verschillen op te merken tussen vertalers in het Nederlands en vertalers uit het Nederlands in de manier waarop men opdrachten verkrijgt. Vertalers in het Nederlands zeggen vaker zelf contact te zoeken met uitgeverijen dan vertalers uit het Nederlands: dit doet 67,9% van de vertalers in het Nederlands, tegenover 48,1% van de vertalers uit het Nederlands. Verder geven vertalers uit het Nederlands vaker aan opdrachten te krijgen via de literaire fondsen dan vertalers in het Nederlands: 16,7% van de vertalers uit het Nederlands geeft dit aan tegenover 1,2% van de vertalers in het Nederlands. Het Vertalersbestand wordt ook vaker genoemd door vertalers uit het Nederlands dan vertalers in het Nederlands: 9,3% tegenover 1,2%. Vertalers uit het Nederlands, tot slot, geven iets vaker aan opdrachten aangeboden te krijgen door uitgeverijen dan vertalers in het Nederlands: 44,4% tegenover 37,0%.
24
Grafiek 25: Talencombinatie t.o.v. Hoe krijgt men vertaalopdrachten 67,9%
48,1%
44,4% 44,4%
44,4% 37,0%
16,7%
14,8% 12,3%
9,3%
NL-VT
Overig
1,2% ELVVertalersbestand
Literaire fondsen
Benaderd door uitgeverij
Zelf contact leggen met uitgeverijen
Netwerken
1,2%
VT-NL
9.
MOEILIJKHEID VAN HET KRIJGEN VAN VERTAALOPDRACHTEN
9.1.
Cijfers De respondenten die momenteel werkzaam zijn als literair vertaler werd tevens gevraagd hoe moeilijk zij het vinden om aan vertaalopdrachten te komen op een schaal van 1 tot 5, met 1 als gemakkelijk, 2 als redelijk gemakkelijk, 3 als niet gemakkelijk / niet moeizaam, 4 als redelijk moeizaam en 5 als moeizaam. De gemiddelde moeilijkheidsgraad is 3,1. Moeilijkheidsgraad 3 (niet gemakkelijk / niet moeizaam) werd het meest genoemd, met 29,6%: Grafiek 26: Moeilijkheid krijgen van opdrachten 19,3%
13,3% 1 (gemakkelijk) 2 (redelijk gemakkelijk) 18,5%
3 (niet gemakkelijk / niet moeizaam) 4 (redelijk moeizaam)
19,3%
5 (moeizaam)
29,6%
68,2% van de respondenten noemt hier een moeilijkheidsgraad van 3 of hoger. 9.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Voor de vertalers uit het Nederlands lag de gemiddelde moeilijkheidsgraad voor het werven van opdrachten op 3,0. Bij deze groep valt op dat men het bij de doeltalen Duits, Engels en Frans ogenschijnlijk gemakkelijker vindt om een opdracht te vinden dan gemiddeld. De
25
gemiddelde moeilijkheidsgraad ligt bij Duits en Engels op 2,75 en bij Frans op 2,5. Verder valt op dat bij Duits 50,0% van de vertalers kiest voor moeilijkheidsgraad 1 of 2 en bij Frans 66,7%, terwijl dit gemiddeld voor de vertalers uit het Nederlands op 37,1% ligt. Bij de doeltalen Pools en Spaans ligt de aangegeven moeilijkheidsgraad juist hoger dan gemiddeld: 3,6 bij Pools en 3,25 bij Spaans. Verder is te zien dat bij Pools 80,0% van de vertalers een moeilijkheidsgraad van 3 of hoger kiest en bij Spaans 75,0%, terwijl dit gemiddeld voor de vertalers uit het Nederlands op 63,0% ligt.
Gemiddeld NL-VT
Frans
1 (gemakkelijk 3 (niet gemakkelijk / niet moeizaam) 5 (moeizaam)
9.1.2.
25,0%
25,0%
25,0% 0,0%
25,0%
20,0%
40,0% 0,0%
20,0%
20,0%
33,3%
Duits
0,0%
0,0%
0,0%
16,7%
25,0%
25,0% 0,0%
16,7%
16,7%
29,6%
24,1%
13,0%
50,0%
50,0%
Grafiek 27: Moeilijkheid krijgen vertaalopdrachten voor vertalers uit het Nederlands
Pools
Spaans
2 (redelijk gemakkelijk) 4 (redelijk moeizaam)
Vertalen in het Nederlands Voor de vertalers in het Nederlands lag de gemiddelde moeilijkheidsgraad voor het werven van opdrachten op 3,2, iets hoger dus dan voor de vertalers uit het Nederlands. Bij deze groep valt verder op dat voor de brontalen Frans en Spaans de aangegeven moeilijkheidsgraad hoger ligt dan gemiddeld: 3,5 voor Frans en 3,6 voor Spaans. Ook blijkt dat bij de vertalers Spaans 87,5% een moeilijkheidsgraad van 3 of hoger aangeeft, terwijl dit gemiddeld voor de vertalers in het Nederlands op 71,6% ligt. Bij Frans ligt het percentage op niveau 5 hoger dan gemiddeld: 40,0% tegenover een gemiddelde van 21,0%. Bij de brontalen Duits, Engels en Italiaans ligt de moeilijkheidsgraad juist wat lager dan gemiddeld: op 2,9 voor Duits en op 3 voor Engels en Italiaans. Wat verder opvalt is dat bij de brontaal Duits het percentage op niveau 3 hoger is dan gemiddeld: 40,0% tegenover een gemiddelde van 29,6%.
26
Gemiddeld VTNL
Duits
1 (gemakkelijk 3 (niet gemakkelijk / niet moeizaam) 5 (moeizaam)
Frans
Italiaans
37,5% 25,0% 25,0%
0,0%
12,5%
25,0% 25,0% 16,7%
8,3%
25,0%
40,0%
Engels
20,0% 6,7% 13,3% 20,0%
9,5%
23,8%
14,3% 14,3%
38,1%
40,0% 20,0% 10,0%
20,0% 10,0%
29,6% 21,0% 21,0%
14,8% 13,6%
Grafiek 28: Moeilijkheid krijgen vertaalopdrachten voor vertalers in het Nederlands
Spaans
2 (redelijk gemakkelijk) 4 (redelijk moeizaam)
10.
OBSTAKELS BIJ DE WERVING VAN VERTAALOPDRACHTEN
10.1.
Cijfers Van de respondenten die momenteel werken als literair vertaler geeft 58,5% aan (wel eens) tegen obstakels op te lopen bij het werven van vertaalopdrachten, tegenover 41,5% die zegt geen obstakels tegen te komen. Opvallend is dat de vertalers uit het Nederlands minder tegen obstakels aanlopen dan de vertalers in het Nederlands: 51,9% tegenover 64,2%. Grafiek 29: Obstakels bij werven vertaalopdrachten 64,2%
58,5% 51,9%
48,1%
41,5%
Gemiddeld
35,8%
NL-VT
Wel obstakels
VT-NL
Geen obstakels
Verder lijkt hier ook een verband naar voren te komen tussen het ingeschatte niveau en het oplopen tegen obstakels: hoe hoger het niveau, hoe vaker men aangeeft (wel eens) tegen obstakels aan te zijn gelopen. Het hoogste percentage vertalers dat tegen obstakels aanloopt, wordt gevonden bij niveau 4, hier geeft 66,7% van de vertalers aan obstakels te zijn tegengekomen.
27
Grafiek 30: Obstakels t.o.v. niveau 66,7% 50,0% 50,0%
56,1%
54,5% 45,5%
51,7% 43,9%
48,3%
33,3%
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Wel obstakels
niveau 4
niveau 5
Geen obstakels
10.1.1. Vertalen uit het Nederlands Bij de vertalers uit het Nederlands valt verder nog op dat vertalers met Duits en Frans als doeltaal vaker tegen obstakels aanlopen dan gemiddeld voor deze groep: voor Duits is dit 75,0%, voor Frans 66,7%. Bij de doeltaal Engels is het aantal vertalers dat tegen obstakels aanloopt juist weer iets lager dan gemiddeld, 41,7%. Grafiek 31: Obstakels bij werven vertaalopdrachten voor vertalers uit het Nederlands 75,0%
66,7%
58,3%
51,9% 48,1% 25,0%
Gemiddeld NL-VT
Duits
Wel obstakels
10.1.2.
33,3%
41,7%
Frans
Engels
Geen obstakels
Vertalen in het Nederlands Bij de vertalers in het Nederlands zien we dat voor de brontaal Italiaans het aantal vertalers dat tegen obstakels oploopt hoger ligt dan gemiddeld voor deze groep, namelijk op 83,3%. Bij de brontaal Noors ligt het aantal vertalers dat obstakels tegenkomt juist lager dan gemiddeld, op 25,0%.
28
Grafiek 32: Obstakels bij werven opdrachten voor vertalers in het Nederlands 83,3%
75,0%
64,2% 35,8% 16,7%
Gemiddeld VT-NL
Italiaans
Wel obstakels
10.2.
25,0%
Noors
Geen obstakels
Toelichting obstakels De respondenten die aangaven obstakels te ervaren, gaven hierbij de volgende toelichtingen:
10.2.1.
Vertalen uit het Nederlands Vertalers met Nederlands als brontaal en vertalers met Nederlands als doeltaal geven hier verschillende antwoorden. Een aantal vertalers met Nederlands als brontaal noemt het moeten netwerken om een opdracht te krijgen als grootste belemmering. Daarna volgt het obstakel van het maken van goede financiële en/of zakelijke overeenkomsten (genoemd wordt dat er geen royalty’s worden betaald, honoraria te laag zijn en dat er in Duitsland nauwelijks subsidies worden gegeven). Daarnaast ervaren een paar vertalers problemen met de eigen planning en deadlines van de uitgeverij. Twee vertalers zeggen dat uitgevers niet geïnteresseerd zijn, één vertaler noemt specifiek de desinteresse van Russische uitgevers in Nederlandse literatuur, en een ander zegt dat het moeilijker is om een uitgever over te halen tot het publiceren van Nederlandse literatuur, dan voor het publiceren van Engels/Amerikaanse of Spaanse literatuur. Eén vertaler noemt het feit dat hij niet geregistreerd staat bij het Nederlands Letterenfonds als een beletsel.
10.2.2.
Vertalen in het Nederlands Vertalers met Nederlands als doeltaal verwijzen in de toelichting veelvuldig naar de ervaring dat aangedragen titels (vooral commercieel gezien) niet aantrekkelijk zijn voor een uitgever, en dat uitgevers niet geïnteresseerd zijn in bepaalde boeken. Netwerken wordt door een paar vertalers als lastig ervaren (gebrek aan tijd en aanleg, en het gebrek aan contacten is een obstakel) en iemand noemt het feit dat de contactpersonen bij uitgeverijen soms wisselen waardoor er weer contact gelegd moet worden met een nieuwe contactpersoon. Het ontbreken van ervaring of naamsbekendheid wordt ook als een probleem ervaren. Daarnaast wordt genoemd dat uitgeverijen werken met vaste vertalers, waar moeilijk tussen te komen is. Van de elf Vlaamse vertalers die aangaven obstakels te ervaren, zien vijf hun afkomst als een probleem; één vertaler geeft aan niet zo bekend te zijn in België en dat een obstakel te vinden; een ander zegt dat vooral in de beginjaren het Vlaams-zijn een belemmerende factor vormde; twee vertalers kregen van verschillende uitgeverijen te horen dat zij niet met Vlaamse vertalers werken; voor een andere Vlaming is het een probleem dat de literaire uitgeverijen vooral in Nederland gesitueerd zijn. Daarnaast ervaren vier vertalers dat uitgevers niet of zelden reageren (zelfs op informatie die op verzoek is opgestuurd). Genoemd wordt dat op in opdracht gemaakte leesrapporten niet wordt gereageerd; e-mails met een voorstel voor een vertaling worden niet beantwoord; een uitgeverij vinden voor boeken die zelf worden aangedragen is moeilijk. Twee mensen zeggen niet de titel(s) te krijgen die zij zelf aandragen. De economische crisis wordt door een viertal vertalers ook genoemd als mogelijke oorzaak van de terughoudendheid van uitgeverijen. Een paar anderen vinden vooral het vinden van interessante opdrachten lastig. Ook genoemd wordt dat er weinig continuïteit zit in het
29
aanbod van opdrachten; soms zit er veel tijd tussen twee opdrachten in, soms zijn er meerdere aanbiedingen tegelijkertijd. Twee maal wordt genoemd dat deadlines te krap zijn, en twee vertalers vertalen niet fulltime en kunnen daardoor soms opdrachten niet aannemen. Twee vertalers noemen het ontbreken van een lijst van titels die al in vertaling zijn. Eén vertaler noemt dat uitgevers het liefst boeken laten vertalen die ze zelf kunnen lezen; bij een Turks boek lezen ze graag eerst de Engelse, Duitse of Franse vertaling. Een paar vertalers geven zelf aan een minder actieve houding te hebben bij het werven van opdrachten. Eén vertaler stelt het eindeloos uit; een ander zegt “er komen alleen non-fictievertalingen op mijn weg”; en weer een ander noemt het “wachten op een nieuw boek” een “proces waar je geen invloed op hebt”. Bij vertalers die naast literatuur ook zakelijke of andersoortige teksten vertalen is de noodzaak om literaire teksten te werven minder aanwezig.
11.
HET NOG STEEDS ERVAREN VAN DE OBSTAKELS
11.1.
Cijfers Aan de respondenten die aangaven obstakels te ervaren bij het werven van vertaalopdrachten werd ook gevraagd of ze deze obstakels tot op heden nog steeds ervaren op dit punt in hun carrière als literair vertaler. 88,6% van de respondenten die obstakels tegenkwamen ervoeren deze nog steeds, 11,4% niet meer. Ook hier is een verband te ontdekken tussen obstakels en niveau: hoe hoger het niveau waarop men zichzelf inschat, hoe minder obstakels men momenteel nog steeds tegenkomt. Grafiek 33: Nog steeds obstakels t.o.v. niveau 100,0%
0,0% niveau 1
100,0%
91,3%
8,7%
0,0% niveau 2
niveau 3
Wel obstakels
11.1.1.
86,7%
84,4%
15,6%
niveau 4
13,3%
niveau 5
Geen obstakels
Vertalen uit het Nederlands Wat opvalt bij de vertalers uit het Nederlands, is dat men bij de doeltalen Engels, Frans en Pools vaker aangeeft nog steeds obstakels te ervaren dan gemiddeld voor deze groep: bij alle drie deze doeltalen zegt 100,0% nog steeds obstakels te ervaren (5 respondenten voor Engels, 4 voor Frans en 3 voor Pools), tegenover een gemiddelde van 89,3%.
30
Grafiek 34: Nog steeds obstakels voor vertalers uit het Nederlands
100,0%
89,3%
10,7% Gemiddeld NL-VT
100,0%
0,0%
0,0%
Engels
Frans
Nog steeds obstakels
11.1.2.
100,0%
0,0% Pools
Geen obstakels meer
Vertalen in het Nederlands Bij de vertalers in het Nederlands valt de groep die vertaalt uit het Duits op: van deze groep geeft 50,0% aan nog steeds tegen obstakels op te lopen tegenover een gemiddelde voor deze groep van 84,6%.
12.
BIJDRAGE ELV-ACTIVITEIT(EN) AAN WERVING VAN VERTAALOPDRACHTEN
12.1.
Cijfers Van de 135 respondenten die aangeven nog steeds te vertalen vond 70,4% dat de gevolgde ELV-activiteit(en) heeft/hebben geholpen bij het werven van vertaalopdrachten. 29,6% vond van niet.
12.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Wat opvalt bij de vertalers die uit het Nederlands vertalen, is dat het percentage vertalers dat vindt dat de ELV-activiteit heeft geholpen bij het krijgen van opdrachten bij de doeltaal Engels veel hoger ligt dan het gemiddelde voor deze groep: 91,7% van de vertalers Nederlands-Engels antwoordt bevestigend op deze vraag, tegenover een gemiddelde van 68,5%. Voor vertalers met Spaans als doeltaal ligt het percentage juist onder het gemiddelde: 50,0% vindt dat de ELV-activiteit heeft geholpen bij het krijgen van opdrachten, 50,0% vindt van niet. Grafiek 35: ELV-activiteit geholpen bij werven opdrachten voor vertalers uit het Nederlands 91,7% 68,5% 50,0% 50,0% 31,5% 8,3% Gemiddeld NL-VT
Engels
Wel geholpen
Spaans
Niet geholpen
31
12.1.2.
Vertalen in het Nederlands Bij de vertalers die in het Nederlands vertalen valt op dat het percentage vertalers met Engels, Italiaans en Spaans als brontaal dat vindt dat de ELV-activiteit heeft geholpen bij de werving van opdrachten lager ligt dan het gemiddelde voor deze groep: het gemiddelde is 72,9%, maar bij Engels is dit 61,9%, bij Italiaans 66,7% en bij Spaans 62,5%. Voor vertalers met Duits als brontaal ligt het percentage dat vindt dat de ELV-activiteit heeft geholpen bij de werving juist wat hoger dan gemiddeld, op 80,0%. Grafiek 36: ELV-activiteit geholpen bij werven opdrachten voor vertalers in het Nederlands
72,8%
27,2%
Gemiddeld VT-NL
80,0% 61,9%
66,7%
38,1%
62,5% 37,5%
33,3%
20,0%
Engels
Italiaans
Wel geholpen
Spaans
Duits
Niet geholpen
12.2.
Toelichting bijdrage ELV-activiteit(en) aan werving van vertaalopdrachten
12.2.1.
Vertalen uit het Nederlands Vooraf: de toelichtingen die respondenten bij deze vraag gegeven hebben slaan niet allemaal direct op het krijgen van opdrachten, en overlappen deels met de antwoorden die gegeven werden bij de vraag of de activiteiten van het ELV bijdroegen aan de ontwikkeling als literair vertaler. Van de vertalers uit het Nederlands die de vraag of activiteiten van het ELV hebben bijgedragen aan het verwerven van opdrachten met ‘nee‘ hebben beantwoord geeft een aantal vertalers een toelichting. Drie vertalers verwijzen naar het feit dat er geen contact is tussen het ELV en de buitenlandse uitgevers (Russische, Spaanse en Italiaanse) en er door de uitgevers geen waarde wordt gehecht aan dergelijke activiteiten. Verder lopen de ervaringen behoorlijk uiteen: Iemand vermeldt de ELV-activiteiten niet in zijn/haar cv omdat de vertaler denkt dat vooral professionele ervaring en het commercieel potentieel van het te vertalen boek een rol spelen bij het verkrijgen van een vertaalopdracht. Voor één persoon heeft de cursus te kort geleden plaatsgevonden om iets over de resultaten te zeggen en een ander zegt er te weinig van bijgewoond te hebben om er concreet baat van te hebben. Een van de vertalers zegt het niet te weten, en een ander zegt vanzelf benaderd te worden door uitgeverijen. Iemand zegt nog geen opdrachten gekregen te hebben, maar is wel positief over de invloed van het ELV op het zelfvertrouwen en de opgedane connecties en weer een ander zegt zich nog niet geconcentreerd te hebben op het publiceren van vertalingen met een winstoogmerk. Een andere vertaler zegt een workshop strips vertalen te hebben gevolgd terwijl ze al strips vertaalde, maar dat het desondanks zeer interessant was. Daarnaast noemt iemand de gevolgde workshop geweldig maar zegt te blijven ‘schuilen’ in het wereldje van kinder- en jeugdboeken in plaats van zich te storten op het verwerven van opdrachten voor ‘grote-mensen-boeken’. Een volgende vertaler zegt dat de gevolgde activiteiten niets hebben bijgedragen omdat er tijdens de cursus geen uitgever aanwezig was en geen van de cursisten iets had gepubliceerd. De vertalers uit het Nederlands die hebben aangegeven dat de gevolgde ELV-activiteiten hebben geholpen bij het verkrijgen van vertaalopdrachten noemen in de toelichting vooral de rol die de activiteiten van het ELV hebben gespeeld in relatie tot het netwerken. Niet alle
32
vertalers geven letterlijk aan door die netwerken ook daadwerkelijk opdrachten te hebben gekregen, maar ze lijken de contacten wel als nuttig te ervaren voor het verkrijgen van opdrachten. Eén vertaler heeft via zijn/haar mentor een opdracht weten te bemachtigen. Een ander zegt dat collega’s van de cursus hem/haar werk doorspelen. Twee andere vertalers hebben veel gehad aan informatie en tips die ze tijdens de ELV-activiteit opdeden betreffende het verwerven van opdrachten en het benaderen van uitgevers en zakelijke aspecten e.d. Twee vertalers zien door de contacten hun naamsbekendheid toenemen. Een aantal andere vertalers voelt zich gesterkt in de beoordeling van hun eigen capaciteiten en voelt zich zekerder. De vertalers geven vaak aan veel geleerd te hebben en beter te zijn gaan vertalen. Drie vertalers geven aan niet direct te weten of de activiteiten invloed hebben gehad bij het verwerven van opdrachten, maar ze vermoeden van wel; één omdat hij/zij veel geleerd heeft, en ander omdat hij/zij gesterkt is in zijn/haar zelfvertrouwen. Beiden noemen ook het belang van de contacten die zij tijdens de cursus opdeden. Eén van de vertalers zegt opdrachten te krijgen via het vertalersbestand. Een tweede vertaler zegt een paar opdrachten te hebben gekregen voor het vertalen van poëzie voor tijdschriften. Een derde vertaler zegt dat het mentoraat heeft geholpen om een andere opdracht van dezelfde uitgever te krijgen en een andere vertaler zegt dat het mentoraat een goede ondersteuning bleek te zijn bij het verkrijgen van de opdracht waar hij/zij momenteel mee bezig is. Een vertaler Nederlands-Pools zegt dat hij/zij tegen een Poolse uitgever heeft gezegd dat de mentor garant zal staan voor het niveau van de vertaling. Eén vertaler kreeg een opdracht tot het vertalen van een strip, direct voortvloeiend uit de cursus. Een ander kreeg na een cursus strips vertalen twee opdrachten. Weer een andere vertaler werd na het volgen van een zomercursus door het Vlaams Fonds voor de Letteren geholpen bij het krijgen van de opdrachten. Een laatste vertaler heeft de vertaling die tijdens een zomercursus was begonnen doorgezet en gaat een roman in het Chinees vertalen. 12.2.2.
Vertalen in het Nederlands Veel van de vertalers in het Nederlands die aangeven dat de ELV-activiteiten niet hebben geholpen bij het werven van vertaalopdrachten geven aan dat ze nog niets hebben gehoord wat erop wijst dat de activiteiten van het ELV hebben bijgedragen, of ze melden dat zij nog niet lang genoeg bezig zijn om het effect te merken. Drie vertalers hebben sindsdien nog geen literaire vertaalopdracht gekregen. Eén vertaler zegt er niet aan toe te zijn, maar hoopt dat dat in de toekomst wel het geval zal zijn. Voor één vertaler heeft het tot op heden geen verschil gemaakt bij het verkrijgen van opdrachten, maar wel reageren uitgevers positief als ze horen dat hij/zij een mentoraatsvertaling heeft gedaan via het ELV. Een ander zegt steeds een nieuwe opdracht te hebben gekregen van de uitgever waarvoor hij/zij al werkzaam was, maar dat het mentoraat en de cursus wel je professionele positie versterken. Twee vertalers zeggen in ieder geval wel bewuster te zijn geworden en één van hen heeft contacten opgedaan door welke hij/zij aan een vertaalopdracht kwam. Iemand anders zegt dat het volgen van een cursus bij het ELV niet direct heeft geholpen, maar dat het wel leuk was om andere mensen van het vak (beter) te leren kennen. Eén vertaler licht toe dat zijn of haar gevolgde activiteit te marginaal was (slechts eenmaal één dagdeel) om effect te hebben en een ander zegt al werkzaam te zijn geweest bij een uitgever. Eén andere vertaler zegt dat de activiteiten minder hebben bijgedragen dan werd gehoopt; hij/zij hoopte dat het volgen van de cursussen meer als een soort keurmerk zou fungeren. Een groot deel van de vertalers in het Nederlands die aangeven dat de activiteiten van het ELV hebben bijgedragen aan het krijgen van opdrachten, noemt in dit verband de contacten die tijdens de cursussen zijn gelegd. Genoemd wordt dat collega-vertalers opdrachten aan elkaar doorspelen of elkaars naam doorgeven aan opdrachtgevers. Ook het uitwisselen van tips onderling wordt als nuttig ervaren. Een paar vertalers hebben via de cursus een covertaler leren kennen om mee samen te werken. Vertalers zeggen wel veel gehad te hebben aan contacten, maar weten niet direct of het volgen van activiteiten invloed heeft op de uitgevers. Uit verschillende antwoorden valt op te maken dat de mentoraten wel een positieve invloed hebben op uitgevers. Veertien
33
maal wordt genoemd dat de uitgever meer vertrouwen lijkt te hebben in de vertaler wanneer hij/zij een mentoraat heeft gevolgd, of toezegt er een aan te vragen. Een aantal vertalers spreekt het vermoeden uit dat het vermelden van ELV-activiteiten een aanwinst is voor het cv. Eén vertaler zegt dat het feit dat toelating tot de intensieve cursussen op basis van de kwaliteit van de anonieme proefvertaling plaatsvindt als een pluspunt wordt gezien. Het vertalersbestand wordt door één vertaler een goede bron genoemd. Eén vertaler zegt dat een uitgever via het Vlaams Fonds voor de Letteren bij hem/haar is beland. Vier vertalers noemen nog eens het inzicht in eigen kwaliteiten en het zelfvertrouwen dat door het volgen van activiteiten werd versterkt.
13.
BIJDRAGE ELV-ACTIVITEIT(EN) AAN ONTWIKKELING ALS LITERAIR VERTALER
13.1.
Cijfers Aan alle respondenten is gevraagd of zij vonden dat de door hen gevolgde ELV-activiteiten hebben bijgedragen aan hun ontwikkeling als literair vertaler. De overgrote meerderheid antwoordde hierop met ja: 93,5%. 6,5% antwoordde van niet. 4 van de 13 respondenten die de activiteit niet vonden bijdragen aan de ontwikkeling (dus 30,8% van deze 13 respondenten) hebben Nederlands niet als hoofdbrontaal of hoofddoeltaal, maar als secundaire taal.
13.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Bij vertalers uit het Nederlands vinden we de mensen die de activiteit niet vonden bijdragen terug bij de volgende doeltalen: Engels (2 van de 14, oftewel 14,3%), Frans (1 van de 10, oftewel 10,0%) en Italiaans (1 van de 6, oftewel 16,7%).
13.1.2.
Vertalen in het Nederlands Bij de vertalers in het Nederlands treffen we de mensen die de gevolgde activiteit niet vonden bijdragen aan de ontwikkeling aan bij de volgende brontalen: Frans (2 van de 17, oftewel 11,8%), Italiaans (1 van de 16, oftewel 6,3%) en Noors (2 van de 8, oftewel 25,0%).
13.2.
Toelichting bijdrage ELV-activiteit(en) aan ontwikkeling als literair vertaler
13.2.1.
Vertalen uit het Nederlands De vertalers die ‘nee’ hebben geantwoord op de vraag of de activiteiten van het ELV hebben bijgedragen aan de ontwikkeling als literair vertaler, geven hiervoor in de toelichting verschillende redenen. Eén vertaler zegt dat de cursus niets heeft bijgedragen aan zijn/haar ontwikkeling als literair vertaler, omdat hij/zij geen beginner was toen hij/zij aan de activiteiten deelnam. Hij/zij zegt daarentegen het wel waardevol te hebben gevonden om met collega’s van gedachten te wisselen en andere vertalers te leren kennen. Iemand anders zegt er niets aan gehad te hebben omdat de activiteit weinig goede contacten bood die tot een opdracht leidden. Een andere vertaler zegt eigenlijk nog geen literaire vertalingen te hebben gemaakt, maar voegt eraan toe dat de activiteiten wel hebben bijgedragen aan haar andere werkzaamheden. Weer een andere vertaler zegt dat de gevolgde zomercursus wel heeft bijgedragen aan de opleiding tot literair vertaler, maar vond het onvoldoende om van daaruit zonder hulp of begeleiding van start te gaan. De vertalers die de vraag over de bijdrage van ELV-activiteiten aan de ontwikkeling met ‘ja’ hebben beantwoord geven hiervoor verschillende redenen. Het meest voorkomende antwoord in de toelichting is dat de activiteiten als erg leerzaam werden ervaren. Genoemd worden uitbreiding op het gebied van kennis, vertaalvaardigheden en- technieken, professionele vaardigheden en zakelijke aspecten. Er wordt eveneens veelvuldig gewezen op het belang van contact met collegavertalers. Er worden veel nieuwe contacten opgedaan tijdens de cursus die enerzijds handig
34
zijn bij het verkrijgen van opdrachten, maar anderzijds ook sterk gewaardeerd worden voor het uitwisselen van kennis, tips en ervaringen. Een aantal vertalers verwijst naar het stimulerende effect van de activiteiten. En een paar vertalers zien de cursus als een (eerste) goede oriëntatie op of kennismaking met het vak van literair vertaler. Vier vertalers noemen het mentoraat dat zij gedaan hebben erg leerzaam. Twee vertalers zeggen meer vertrouwen te hebben in zichzelf en hun vertaalkwaliteiten: dat is 2,4% van de vertalers uit het Nederlands die deze vraag met ja beantwoorden. 13.2.2.
Vertalen in het Nederlands Vertalers in het Nederlands die hebben aangegeven dat de ELV-activiteiten niet hebben bijgedragen aan hun ontwikkeling als literair vertaler lichten hun antwoord verschillend toe. Eén vertaler zegt dat zijn/haar manier van vertalen vóór de gevolgde cursus niet anders was dan nadien. Een ander geeft aan daarna niet als literair vertaler te hebben gewerkt, maar zegt het wel een interessante cursus te hebben gevonden. Een andere vertaler zegt er niet mee verder te zijn gegaan, en een laatste vertaler antwoordt ‘nee’ omdat het volgen van de cursus ‘hoewel inhoudelijk zeer goed’ niet direct aan te vertalen teksten heeft geholpen. Door de vertalers in het Nederlands die hebben aangegeven dat de ELV-activiteiten wel hebben bijgedragen aan hun ontwikkeling als literair vertaler worden het mentoraat of de mentor 26 keer genoemd als een positieve, leerzame ervaring voor de ontwikkeling. De mentor wijst de gementoreerde op bepaalde kwesties waar de beginnende/gevorderde vertaler zich nog niet zozeer bewust van was. Ook vertalers die geen mentoraat hebben genoten, antwoorden de activiteiten als leerzaam te hebben ervaren. Zij hebben vooral hun kennis en vaardigheden op het gebied van literair vertalen kunnen verdiepen. Binnen deze groep is in de toelichting ook vaak terug te vinden dat het van gedachten wisselen met andere deelnemers en vertalers als erg zinvol wordt ervaren omdat iedereen zijn eigen visie inbrengt en feedback op elkaar wordt gegeven. Drie vertalers zeggen dat hun niveau dankzij de activiteiten is gestegen. Ook het kennismaken met de wereld van de uitgeverij wordt een aantal malen genoemd als bijdrage in de ontwikkeling. Drie vertalers zagen de activiteiten als een kennismaking met het vak en de wereld van het literair vertalen, en drie anderen zagen zich dankzij de activiteit(en) gesterkt in het in het idee dat literair vertalen wel iets was wat ze graag zouden willen doen. Een paar vertalers noemen de activiteiten motiverend, stimulerend en inspirerend. Een aantal vertalers vindt zichzelf kritischer geworden op het eigen werk en zegt meer inzicht te hebben in de eigen sterke en zwakke kanten. Daarnaast geven de vertalers uit de groep met Nederlands als doeltaal vaker aan dat ze zich door de activiteiten gesterkt voelden in hun zelfvertrouwen. Zo’n 15 vertalers verwijzen hiernaar in hun antwoord. Dat is 14,7% van de mensen die op deze vraag ja hebben geantwoord en vertalen naar het Nederlands - in vergelijking met 2,4% van de vertalers uit het Nederlands, die aangeven meer (zelf)vertrouwen te hebben gekregen in hun werk.
14.
GEMISTE ZAKEN BIJ ELV-ACTIVITEIT(EN)
14.1.
Cijfers Van de 200 respondenten zegt 28,5% iets gemist te hebben bij de gevolgde ELVactiviteit(en); 71,5% heeft niets gemist. Opvallend hierbij is dat de mensen die vertalen uit het Nederlands vaker aangeven iets te hebben gemist dan de vertalers in het Nederlands: 34,1% tegenover 24,1%.
35
Grafiek 37: Gemiste zaken bij ELV-activiteit(en) 75,9%
71,5%
65,9%
34,1%
28,5%
24,1%
Gemiddeld
NL-VT
Iets gemist
14.1.1.
VT-NL
Niets gemist
Vertalen uit het Nederlands Opvallend bij de vertalers uit het Nederlands is dat vertalers met als doeltaal Duits, Engels, Frans of Spaans vaker aangeven iets te hebben gemist dan gemiddeld voor de groep vertalers uit het Nederlands: Duits 44,4%, Engels 50,0%, Frans 40,0% en Spaans 55,6% tegenover een gemiddelde van 34,1%. De vertalers die vertalen in het Pools en Tsjechisch geven juist minder vaak aan iets te hebben gemist, bij Tsjechisch 16,7% (één van de zes respondenten) en bij Pools niemand (alle zes de respondenten Nederlands-Pools).
Gemiddeld NL-VT
Duits
Engels
Frans
Iets gemist
14.1.2.
Spaans
Pools
83,3% 16,7%
0,0%
44,4%
55,6%
60,0%
40,0%
50,0%
50,0%
55,6%
44,4%
34,1%
65,9%
100,0%
Grafiek 38: Gemiste zaken bij vertalers uit het Nederlands
Tsjechisch
Niets gemist
Vertalen in het Nederlands Bij de groep die vertaalt in het Nederlands valt op dat vertalers met Frans en Spaans als brontaal vaker aangeven iets te hebben gemist dan gemiddeld voor de vertalers in het Nederlands: Frans 35,3% en Spaans 44,4% tegenover een gemiddelde van 24,1%. De vertalers Noors-Nederlands geven juist minder vaak aan iets gemist te hebben bij de ELV-activiteiten: 12,5%.
36
Grafiek 39: Zaken gemist bij vertalers in het Nederlands 87,5% 75,9% 64,7% 35,3%
55,6% 44,4%
24,1% 12,5%
Gemiddeld VT-NL
Frans
Iets gemist
Spaans
Noors
Niets gemist
14.2.
Toelichting gemiste zaken bij ELV-activiteit(en)
14.2.1.
Vertalen uit het Nederlands Een enkele vertaler uit het Nederlands die niets gemist heeft tijdens de activiteiten van het ELV geeft een toelichting. Iemand die een workshop Nederlands-Italiaans in 1998 en een vervolgcursus Italiaans in 2001 heeft gevolgd zegt dat colleges en theorie niet aan bod zijn geweest, maar dat hij/zij ze niet gemist heeft omdat hij/zij voor zichzelf al veel had gelezen over vertaaltheorieën. Iemand anders licht toe het niet te weten. Door de vertalers uit het Nederlands die wél iets hebben gemist tijdens de gevolgde activiteiten wordt een aantal zaken genoemd. Het meest genoemd wordt het gemiste contact met de uitgevers. Drie vertalers die tussen 2000 en 2006 hebben deelgenomen aan activiteiten van het ELV, hebben informatie over de zakelijke kanten van het beroep en de uitgeverswereld gemist. Iemand had graag meer colleges gehad en een andere vertaler zegt theorie te hebben gemist, maar zegt dat ook door eigen studie te kunnen verbeteren. Ook twee anderen zeggen meer theorie te kunnen gebruiken; één van hen noemt met name subtiele technische verschillen tussen Nederlands en Engels op het gebied van bijvoorbeeld tijdsbepalingen. Eén vertaler stelt voor om niet alleen in de cursussen maar ook in de workshops theorie op te nemen. Deze vertaler wenst ook informatie over vergelijkende stilistiek, grammatica en genres en tekstsoorten. Ook een andere vertaler vraagt om het behandelen van meerdere tekstsoorten. Eén vertaler heeft tekstanalyse en een contrastieve benadering gemist, evenals poëzie. Een ander geeft ook aan poëzie gemist te hebben en zou een workshop over het beoordelen van vertalingen interessant vinden om te volgen. Eén deelnemer van een cursus zegt de beoordeling van zijn/haar vertaling gemist te hebben. Twee vertalers zouden meer aandacht willen voor de verschillen tussen Vlaams en Nederlands. Twee anderen vonden een paar colleges niet interessant en hadden graag die tijd opgevuld met meer praktische oefening. In de toelichting worden ook genoemd: meer begeleiding, aandacht voor de kwaliteit van het Nederlands, meer informatie over Nederlandstalige literatuur en literatuurgeschiedenis, het belang van contacten en netwerken en het meer gebruikmaken van de aanwezigheid van ervaren vertalers om samen diverse, concrete vertaaloplossingen van dezelfde brontekst te analyseren om zo tot nieuwe inzichten en criteria te kunnen komen. Ook genoemd wordt: een vervolgtraject waarbij cursisten binnen 24 of 36 maanden een proefvertaling moeten inleveren, met eventueel een toegewezen mentor als aanspreekpunt. Ook een andere vertaler spreekt de wens uit tot coaching op langere termijn.
14.2.2.
Vertalen in het Nederlands Enkele vertalers in het Nederlands die aangeven niets gemist te hebben tijdens de activiteiten van het ELV geven een toelichting bij deze vraag.
37
Iemand zegt moeilijk te kunnen zeggen iets gemist te hebben als alles nieuw is. Een ander zegt dat het aanbod van het ELV rijk genoeg is, maar dat ze zelf helaas niet in staat is deel te nemen vanwege haar docentschap aan een universiteit. Iemand zegt aan te weinig activiteiten te hebben deelgenomen om er iets van te kunnen zeggen. Een andere vertaler zegt niet echt iets gemist te hebben, maar zegt dat hij/zij het fijn zou hebben gevonden wanneer een dergelijke cursus op een bepaalde manier zou helpen bij het krijgen van opdrachten. Twee vertalers lichten toe dat ze slechts een mentoraat hebben gedaan, dus in de cursussen niets gemist hebben. Van de vertalers in het Nederlands die aangeven wel iets te hebben gemist tijdens de activiteiten zeggen tien vertalers die activiteiten gevolgd hebben tussen 2001 en 2010 informatie over de zakelijke en praktische kanten van het vak van literair vertaler gemist te hebben (genoemd worden: contracten, belasting, auteursrechtkwesties, onderhandelen, relatie tot de opdrachtgever, pensioensopbouw, et cetera). Vier van hen geven aan college of informatie over of steun bij het verkrijgen van een opdracht gehad te willen hebben. Opvallend is dat zich onder deze tien vertalers drie vertalers bevinden die de Intensieve Cursus Frans in 2009 en de Vervolgcursus Frans in 2010 hebben gevolgd. Twee van hen hadden graag contact gehad met Franse uitgevers en de derde zegt dat het helpen vinden/ koppelen aan een uitgever voor een eerste opdracht wellicht had gezorgd voor het gemakkelijker verwerven van verdere opdrachten. Een viertal vertalers had graag meer theorie gezien tijdens de gevolgde activiteiten. Dit betreft zowel oudere en recentere cursussen. Eén cursist geeft ook aan graag college gehad te hebben van gerenommeerde vertalers die aan de hand van (ingewikkelde) teksten laten zien hoe ze de vertaling daarvan zouden aanpakken. Tweemaal wordt het ontbreken van aandacht voor poëzie genoemd en twee vertalers vragen om periodieke (herscholings)activiteiten (bijvoorbeeld jaarlijks, of eens in de zoveel jaar). Een aantal dingen wordt slechts eenmaal genoemd: één cursist van een vervolgcursus had graag meer praktische oefening gehad, in plaats van het bespreken van de vooraf vertaalde tekst. Een cursist Frans mist aanbod voor gevorderde vertalers zoals een masterclass. Een andere vertaler zou graag aandacht besteed zien worden aan jeugdliteratuur. Eén cursist mist een ‘training’ voor Vlaamse vertalers, en één cursist merkte op dat de docenten onvoldoende voorbereid leken op de aanwezigheid van Vlaamse vertalers tijdens de vertaalateliers. Een andere cursist mist een vervolg op het mentoraat. Eén vertaler mist aandacht voor het Nederlands, zoals de studiemiddag Nederlands.
15.
ANDERE CURSUSSEN / OPLEIDINGEN
15.1.
Cijfers Alle respondenten werd gevraagd of zij momenteel nog andere cursussen / opleidingen op het gebied van literair vertalen volgen. 12,5% volgt momenteel inderdaad een cursus of opleiding, 87,5% niet. De vertalers die zeiden nog een andere cursus / opleiding te volgen noemden vooral de Literaire Vertaaldagen regelmatig. Verder worden onder meer genoemd de RUG, KU Leuven, Master Vertalen van de Universiteit Utrecht en de Vertalersvakschool.
15.1.1.
Vertalen uit het Nederlands Bij de mensen die vertalen uit het Nederlands valt op dat meer vertalers met Duits en Spaans als doeltaal aangeven momenteel een andere cursus / opleiding te volgen dan gemiddeld: bij beide 33,3% tegenover een gemiddelde van 12,5%. Bij Duits worden vooral workshops en cursussen van Duitse vertalersverenigingen genoemd. Bij de doeltalen Italiaans, Pools en Tsjechisch ligt het percentage dat een opleiding rond literair vertalen volgt juist lager dan gemiddeld; geen van deze vertalers geeft aan momenteel een cursus / opleiding te volgen.
38
Grafiek 40: Andere cursussen / opleidingen vertalers uit het Nederlands 100,0%
100,0%
100,0%
87,5% 66,7%
33,3%
66,7%
33,3%
12,5% 0,0% Gemiddeld NL-VT
Duits
Spaans
Cursus
15.1.2.
0,0%
Italiaans
Pools
0,0% Tsjechisch
Geen cursus
Vertalen in het Nederlands Bij de mensen die vertalen in het Nederlands ligt het percentage vertalers dat aangeeft een opleiding te volgen hoger dan gemiddeld voor de brontalen Noors en Spaans: 25,0% respectievelijk 22,2% bij een gemiddelde van 13,4% voor de vertalers in het Nederlands. Grafiek 41: Andere cursussen / opleidingen vertalers in het Nederlands 86,6%
25,0%
13,4%
77,8%
75,0%
Gemiddeld VTNL Cursus
22,2%
Noors
Spaans
Geen cursus
16.
BEHOEFTE AAN SCHOLING
16.1.
Cijfers Naast de vraag of zij momenteel een opleiding op het gebied van literair vertalen volgden, werd de respondenten ook gevraagd of zij behoefte hebben aan een vorm van verdere opleiding. Hierop antwoordde 53,5% met ja en 46,5% met nee. Opvallend is dat er geen direct verband lijkt te bestaan tussen behoefte aan scholing en niveau: beginners lijken net zoveel behoefte te hebben aan verdere scholing als meer gevorderde vertalers:
39
Grafiek 42: Behoefte aan scholing t.o.v. niveau 72,0%
68,8% 57,6%
54,7%
50,0% 50,0%
45,3%
42,4% 31,3%
28,0%
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Behoefte scholing
niveau 4
niveau 5
Geen behoefte scholing
Ook interessant is dat de vertalers die aangaven op dit moment al een andere cursus of opleiding te volgen gemiddeld net zo veel behoefte hebben aan verdere scholing als de vertalers die aangaven momenteel geen andere cursus of opleiding te volgen: Grafiek 43: Behoefte aan scholing t.o.v. momenteel cursus / opleiding volgend 53,7% 52,0%
48,0% 46,3%
Volgt momenteel cursus Behoefte scholing
16.1.1.
Volgt momenteel geen cursus Geen behoefte scholing
Vertalen uit het Nederlands Bij vertalers met Duits, Pools, Spaans en Tsjechisch als doeltaal lijkt de behoefte aan scholing groter dan gemiddeld, met respectievelijk 66,7%, 66,7%, 77,8% en 66,7% tegenover een gemiddelde van 54,5% voor vertalers uit het Nederlands. Bij vertalers met Italiaans als doeltaal ligt de behoefte aan scholing juist lager dan gemiddeld: 33,3%.
40
Grafiek 44: Behoefte aan scholing van vertalers uit het Nederlands
77,8% 66,7%
66,7%
66,7%
66,7%
54,5% 45,5% 33,3%
33,3%
33,3% 33,3% 22,2%
Gemiddeld NL-VT
Duits
Pools
Behoefte scholing
16.1.2.
Spaans
Tsjechisch
Italiaans
Geen behoefte scholing
Vertalen in het Nederlands Bij vertalers met Spaans als brontaal lijkt de behoefte aan scholing groter dan gemiddeld: 88,9% tegenover een gemiddelde van 52,7% voor vertalers in het Nederlands. Bij vertalers met Italiaans als brontaal ligt de behoefte aan scholing juist lager dan gemiddeld: 37,5%. Grafiek 45: Behoefte aan scholing van vertalers in het Nederlands 88,9% 62,5% 52,7%
47,3% 37,5% 11,1%
Gemiddeld VTNL Behoefte scholing
Spaans
Italiaans
Geen behoefte scholing
16.2.
Toelichting behoefte aan scholing
16.2.1.
Vertalen uit het Nederlands Van de vertalers uit het Nederlands die aangeven dat ze geen behoefte hebben aan scholing, zeggen drie van hen te hopen in de toekomst wel weer in de gelegenheid te zijn om literair te vertalen en/of cursussen te volgen. Eén van hen zegt een mentoraatsprogramma te overwegen wanneer hij/zij een opdracht krijgt. Twee mensen zeggen dat de Vertaaldagen voorlopig volstaan, één van hen noemt ook workshops in het algemeen. Een andere vertaler zegt op dit moment niet zozeer behoefte te hebben aan scholing omdat ieder boek over een ander onderwerp gaat en je nooit van tevoren kunt voorspellen wat je in handen krijgt.
41
Van de vertalers uit het Nederlands die aangeven wél behoefte te hebben aan scholing noemen achttien vertalers een mentoraat, coaching en/of begeleiding als gewenste scholingsvorm. Eén vertaler noemt begeleiding middels een aantal korte consulten bij een soort mentor als optie. Veertien vertalers noemen workshops als gewenste scholingsvorm, soms in één adem met cursussen. Bij workshops wordt genoemd: workshop Spaans, workshop Nederlands-Engels (over subtiele technische verschillen tussen Nederlands en Engels op het gebied van, bijvoorbeeld tijdsbepalingen), en een workshop voor gevorderden met discussies over (recente) theorie. Vijftien vertalers noemen (vervolg- of zomer-) cursussen, waarvan één specifiek voor Nederlands-Chinees, één voor kinderboeken en toneelstukken. Eén iemand vraagt om regelmatige vervolgcursussen, en iemand anders om langere cursussen. Eén cursist wil geholpen worden bij het vinden van opdrachten bij uitgeverijen, een ander wil een cursus over auteursrecht, en weer een ander zou de uitgeverswereld (met name zakelijke aspecten) beter willen leren kennen. Ontmoetingen en gedachten uitwisselen met ervaren vertalers wordt ook een aantal keer genoemd. Eén vertaler zou graag zien dat een ervaren vertaler vertelt over de gemaakte keuzes in een vertaling die reeds af is, en wil graag bestaande vertalingen met elkaar vergelijken. Een andere vertaler zou zijn vertaling graag laten beoordelen door een ervaren vertaler. Enkele vertalers uiten de behoefte aan scholing, maar specificeren niet aan welke vorm van scholing ze dan precies behoefte hebben. 16.2.2.
Vertalen in het Nederlands Een enkele vertaler in het Nederlands die zegt geen behoefte te hebben aan scholing geeft een toelichting: twee vertalers uiten de wens in de toekomst weer iets te gaan doen, maar op dit moment niet. Een ander heeft er momenteel geen tijd voor, en nog een andere vertaler zegt dat de cursus erg nuttig was, maar dat een tweede cursus nooit zo nuttig kan zijn als de eerste. Van de vertalers in het Nederlands die aangeven wel behoefte te hebben aan scholing, spreken eenentwintig vertalers de wens uit om in de toekomst scholing in de vorm van coaching of een mentoraat te ontvangen. Eén van deze vertalers zou graag gecoacht willen worden met betrekking tot het verwerven van opdrachten, één vertaler zou begeleiding van een ervaren poëzievertaler willen en een andere vertaler zou graag met behulp van een mentor de ‘Vlaamse elementen’ uit zijn/haar Nederlands halen. Een andere vertaler zegt het Noord-Nederlands nog niet volledig onder de knie te hebben en zegt veel aan de mentor te hebben, en hoopt in de toekomst nog gebruik te mogen maken van andere vormen van coaching. Workshops worden ook een aantal keer genoemd: waaronder vier keer de Literaire Vertaaldagen en een workshop Literair Vertalen Zweeds. Tien vertalers hebben behoefte aan een (vervolg)cursus. Genoemd worden: NoorsNederlands (heeft ondertussen plaatsgevonden), Latijn-Nederlands, Engels-Nederlands, Zweeds, een cursus voor gevorderden, en een cursus poëzie vertalen wordt twee keer genoemd. Twee mensen vragen om een masterclass (één specifiek voor Frans-Nederlands). Twee mensen overwegen de VertalersVakschool te volgen, en één vertaler heeft behoefte aan informatie over mogelijke opleidingen naast bijvoorbeeld de VertalersVakschool. Twee vertalers willen hulp bij, of informatie over het krijgen van opdrachten, een iemand wil informatie op het gebied van financiën. Genoemd wordt ook de behoefte aan colleges en studiemiddagen. Er is ook behoefte aan feedback van ervaren vertalers, en aan uitwisseling van ervaring en ideeën met collega-vertalers. Genoemd worden ook ‘intervisie-contact’ en een ‘vraagbaak’ waar je vertaalproblemen kunt voorleggen aan een ervaren vertaler. Een aantal vertalers zegt verdere scholing op prijs te stellen maar geeft geen specifieke scholingsvorm aan.
17.
NEDERLANDER / VLAMING Mede naar aanleiding van het rapport van Kris Humbeeck uit 2006, waarin blijkt dat het voor Vlaamse literair vertalers lastiger is om aan het werk te komen (en te blijven) dan voor hun Nederlandse vakgenoten, is ook in het onderzoek van het ELV specifiek aandacht besteed aan de positie van de Vlaamse literair vertaler. In de afgelopen jaren zijn extra inspanningen verricht om de Vlaamse vertalers een extra steuntje in de rug te geven, bijvoorbeeld door
42
speciale studiedagen te organiseren en de invoering van zgn. ontwikkelingsbeurzen die in samenwerking met het Vlaams Fonds voor de Letteren worden aangeboden. 17.1.
Cijfers Van het totaal aantal respondenten is 47,0% van Nederlandse afkomst en 10,0% van Vlaamse afkomst. De overige 43,0% heeft een andere afkomst. Als de groep afkomstig uit het Nederlandse taalgebied apart wordt bekeken, dan is de samenstelling als volgt: 82,5% van deze 114 respondenten is Nederlands en 17,5% is Vlaams. Grafiek 47: Verde ling Nede rlan der/ Vlaming - Nede rland s taalg ebie d
Grafiek 46: Verdeling Nederlander/ Vlaming - Totaal
17 ,5 %
43,0%
47,0%
82,5%
10,0% Nederlander
17.1.1.
Vlaming
Ned erlan der
N.v.t.
Vl aming
Vertalen uit het Nederlands Veruit het grootste deel van de respondenten met een Nederlandse of Vlaamse afkomst vertaalt uit een vreemde taal in het Nederlands. Uitzondering hierop vormen de vertalers Nederlands-Spaans: van de 9 vertalers met deze talencombinatie zijn er 2 van Nederlandse afkomst en 3 van Vlaamse afkomst.
17.1.2.
Vertalen in het Nederlands Bij de Nederlandse en Vlaamse vertalers die vertalen in het Nederlands valt een aantal zaken op als men hun afkomst afzet tegen de brontaal waaruit ze vertalen. Zo is bij Engels het percentage Vlamingen laag: 9,7% is Vlaming en 90,3% Nederlander. Bij de brontalen Duits, Frans en Italiaans ligt het percentage Vlamingen juist weer hoger dan het gemiddelde van 17,5%: bij Duits is 27,3% Vlaming, bij Frans 29,4% en bij Italiaans 25,0%. Grafiek 48: Verdeling Nederlands / Vlaams vertalers in het Nederlands 82,5%
90,3% 72,7%
17,5%
Gemiddeld VT-NL
64,7%
75,0%
29,4%
27,3%
25,0%
9,7% Duits
Engels
Nederlander
Frans Vlaming
43
Italiaans
Afkomst t.o.v. niveau Het – door hen zelf vastgestelde - niveau van de vertalers in het Nederlands met een Vlaamse afkomst verschilt niet wezenlijk van het niveau van vertalers in het Nederlands met een Nederlandse afkomst: het gemiddelde niveau van de Vlamingen ligt op 3,3 en dat van de Nederlanders op 3,2. Wel ligt het percentage Vlamingen dat zichzelf op niveau 1 inschat net iets hoger dan het percentage Nederlanders voor niveau 1, namelijk 18,8% tegenover 11,1% van de Nederlanders. Het percentage Vlamingen dat zich op niveau 4 inschat ligt echter ook hoger dan het percentage Nederlanders: 43,8% van de Vlamingen tegenover 34,4% van de Nederlanders. Grafiek 49: Afkomst t.o.v. niveau 43,8% 34,4% 27,8% 25,0% 18,8% 15,6% 11,1%
11,1%12,5% 0,0%
niveau 1
niveau 2
niveau 3
Nederlander
niveau 4
niveau 5
Vlaming
Afkomst t.o.v. moeilijkheid verkrijgen opdrachten Als men de afkomst van de respondenten afzet tegen de door hen aangegeven moeilijkheidsgraad van het verkrijgen van literaire vertaalopdrachten, blijkt dat de gemiddelde moeilijkheidsgraad voor Vlamingen die vertalen in het Nederlands hoger ligt dan voor Nederlanders die vertalen in het Nederlands, namelijk 4,2 voor Vlamingen, tegenover 3,1 voor Nederlanders. Ook valt op dat het percentage Vlamingen dat moeilijkheidsgraad 5 (zeer moeilijk) aangeeft hoger ligt, namelijk op 54,5%, dan het percentage Nederlanders, van 16,4%: Grafiek 50: Afkomst t.o.v. moeilijkheid verkrijgen vertaalopdrachten 54,5%
32,8% 27,3% 16,4% 14,9% 9,1%
19,4%
16,4%
9,1%
0,0% 1
2
3
4
Nederlander
Vlaming
5
44
Afkomst t.o.v. obstakels Ook het percentage vertalers in het Nederlands dat aangeeft tegen obstakels aan te lopen ligt hoger bij de Vlamingen dan bij Nederlanders: 90,9% van de Vlamingen geeft aan tegen obstakels aan te lopen, tegenover 58,2% van de Nederlanders. Het percentage Vlamingen dat zegt deze obstakels nog steeds te ervaren, ligt echter lager dan het percentage Nederlanders die aangeven nog steeds obstakels te ervaren: 80,0% van de Vlamingen tegenover 89,7% van de Nederlanders. Afkomst t.o.v. werven opdrachten Kijkt men naar de wijze waarop vertalers in het Nederlands aan vertaalopdrachten komen, dan valt op dat de Vlamingen minder vaak zelf contact leggen met uitgeverijen dan Nederlanders: 31,8% van de Vlamingen geeft aan dit te doen, tegenover 43,6% van de Nederlanders. Wel geven Vlamingen iets vaker aan te netwerken dan Nederlanders: 31,8% van de Vlamingen die vertalen in het Nederlands doen dit, tegenover 26,4% van de Nederlanders die vertalen in het Nederlands. Grafiek 51: Afkomst t.o.v. hoe krijgt men vertaalopdrachten 43,6% 31,8% 22,7% 22,7%
4,5%
Literaire fondsen
Benaderd door uitgeverij
Netwerken
Zelf contact leggen met uitgeverijen
0,0%
Nederlander
6,4%
9,1%
0,9% 0,0%
Overig
26,4%
ELVVertalersbestand
31,8%
Vlaming
Afkomst t.o.v. bijdragen ELV Het percentage Vlaamse vertalers dat aangeeft dat het volgen van de ELV-activiteit(en) heeft geholpen bij het werven van vertaalopdrachten ligt hoger dan het percentage Nederlanders die dit aangeven: 81,8% van de Vlamingen die vertalen in het Nederlands, tegenover 71,6% van de Nederlanders die vertalen in het Nederlands. Het percentage Vlaamse respondenten dat aangeeft dat de ELV-activiteit(en) hebben bijgedragen aan de ontwikkeling ligt vrijwel net zo hoog als dat van de Nederlanders: 93,8% van de Vlamingen geeft aan dat de ELV-activiteit heeft bijgedragen, tegenover 96,7% van de Nederlanders. Wel geven meer Vlamingen aan iets gemist te hebben bij de gevolgde ELVactiviteit(en): 37,5% geeft dit aan, tegenover 23,3% van de Nederlanders die zeggen iets gemist te hebben. Afkomst t.o.v. nog werkzaam als literair vertaler Het percentage Vlamingen dat aangeeft niet meer werkzaam te zijn als literair vertaler ligt iets hoger dan het percentage Nederlanders dat dit aangeeft: 31,3% van de Vlamingen tegenover 25,6% van de Nederlands.
45
18.
OP DE HOOGTE VAN HET ELV
18.1.
Cijfers De respondenten werd ook gevraagd of en hoe zij op de hoogte blijven van de activiteiten van het ELV. Hierop konden zij het volgende antwoorden: – Ja, via de website van het ELV – Ja, via de nieuwsbrief van het ELV – Ja, via de LinkedIn-groep van het ELV – Nee – Anders, namelijk De respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoorden geven. Grafiek 52: Hoe blijft men op de hoogte van het ELV I
57,5% 42,0% 20,0%
15,5%
3,5% Ja, via de website van het ELV
Ja, via de Ja, via de nieuwsbrief LinkedInvan het ELV groep van het ELV
Nee
Anders
Er zijn verschillen tussen vertalers in het Nederlands en vertalers uit het Nederlands: Grafiek 53: Hoe blijft men op de hoogte van het ELV II 46,3%
39,1% 25,9%
31,4%
6,5% Ja, via de website van het ELV
14,8% 17,6% 13,0% 3,7% 1,8%
Ja, via de Ja, via de nieuwsbrief LinkedInvan het ELV groep van het ELV
Vertalers uit het Nederlands
Nee
Anders
Vertalers in het Nederlands
Vertalers uit het Nederlands geven vaker de website van het ELV als bron van informatie aan dan vertalers in het Nederlands, terwijl vertalers in het Nederlands de nieuwsbrief juist weer vaker als bron van informatie noemen. Verder wordt de LinkedIn-groep vaker genoemd door vertalers in het Nederlands dan door vertalers uit het Nederlands. Bij de optie ‘Anders’ worden nog enkele andere nieuwsbrieven / mailinglists genoemd van de literaire fondsen etc. en ook mede-vertalers worden als bron van informatie over het ELV aangehaald.
46
19.
AANBEVELINGEN
19.1.
Cijfers Aan het eind van de enquête werd alle respondenten gevraagd of zij nog aanbevelingen hadden voor het ELV, op welk gebied dan ook. 32,5% antwoordde ja, 67,5% had geen verdere aanbevelingen.
19.2.
Toelichting aanbevelingen Hieronder zijn de aanbevelingen van een aantal individuele respondenten puntsgewijs opgesomd: – Actieve bemiddeling van het ELV tussen uitgevers en vertalers en hulp bij het netwerken. – Workshop ‘verwerven van opdrachten’. – Vacaturebank waarop vertalers een profiel aanmaken waarin ze aangeven wat voor opdrachten ze zoeken en wanneer ze beschikbaar zijn. – Scholing specifiek voor meer gevorderde vertalers, over specialistische onderwerpen, ook met theorie. – Organiseren van meer studiedagen (zoals de Studiedag Nederlands) en workshops (bijvoorbeeld over het vertalen van poëzie of toneel). – Internet als medium voor verdere scholing. – Website in meerdere talen dan alleen het Nederlands aanbieden. – Meer aandacht besteden aan de zakelijke kant van het beroep. – Talen vaker aan bod laten komen. – Vertalers persoonlijk uitnodigen voor relevante activiteiten. – Het blijven volgen van vertalers die activiteiten bij het ELV hebben gedaan. – Vaker auteurs uitnodigen bij activiteiten. – Naamsbekendheid van het ELV vergroten (bijvoorbeeld door meer contacten te leggen met vertaalinstanties, opleidingsinstanties voor vertalen, etc.). – Bekendheid vergroten van het Vertalersbestand van het ELV onder uitgevers en redacteuren. – Een RSS-feed op de website. – Meer cursussen aanbieden in het buitenland (in plaats van in Nederland/België). – Theoretische artikelen op de website plaatsen. – Geen cursussen meer voor beginners Frans gezien de verzadigde markt. – Een workshop Nederlands voor Vlamingen. – Standaard een mentoraat aanbieden aan cursisten van het ELV.
47
Feiten en cijfers 1.
AANTAL ACTIVITEITEN (1996-HEDEN) 134 waarvan 103 in de SLV/ELV-periode (najaar 2001 - 1 juni 2011). De andere activiteiten vonden plaats in de periode 1996-2001, voordat het SLV officieel bestond.
2.
SOORT ACTIVITEITEN Zomercursus: 36 (waarvan 20 in de SLV/ELV periode) Intensieve cursus: 21 (waarvan 20 in de SLV/ELV periode) Vervolgcursus: 36 (waarvan 29 in de SLV/ELV periode) Workshop: 13 (waarvan 6 in de SLV/ELV periode) Studiedag: 12 (alle in de SLV/ELV periode) Masterclass: 7 (alle in de SLV/ELV periode) Vertaalateliers op locatie: 12 (alle in de SLV/ELV periode)
2.1. Activiteiten uit het Nederlands (77) –
Nederlands-Afrikaans: 3 – 1999: Workshop Locatie: Bloemfontein Belangstellenden:18 Deelnemers: 15 – 1999: Workshop Locatie: Stellenbosch Belangstellenden:13 Deelnemers: 13 – 2000: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 20 Deelnemers: 7
–
Nederlands-Arabisch: 1 – 2007: Zomercursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 8 Deelnemers: 2
–
Nederlands-Chinees: 2 – 2007: Zomercursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 13 Deelnemers: 8 – 2009: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 20 Deelnemers: 8
–
Nederlands-Deens: 2 – 2000: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 13 Deelnemers: 7
48
–
2002: Vervolgcursus Locatie: Kopenhagen Deelnemers: 6
–
Nederlands-Duits: 7 – 1996: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 32 Deelnemers: 7 – 1997: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 40 Deelnemers: 7 – 1997: Vervolgcursus Locatie: Straelen Deelnemers: 6 – 1998: Vervolgcursus Locatie: Straelen Deelnemers: 9 – 2002: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 9 Deelnemers: 7 Thema: Kinder- en jeugdliteratuur – 2004: Workshop Locatie: Berlijn Deelnemers: 10 – 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Münster Thema: Het Bureau van J.J. Voskuil in Duitse vertaling. Vertaalatelier & literaire vertaalavond Organisatie: Institut für Niederländische Philologie
–
Nederlands-Engels: 9 – 1996: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 17 Deelnemers: 7 – 1997: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 13 Deelnemers: 5 – 1997: Vervolgcursus Locatie: Norwich Deelnemers: 5 – 1999: Vervolgcursus Locatie: Londen Deelnemers: 5 Thema: literaire non-fictie – 2000: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 24 Deelnemers: 8 – 2003: Vervolgcursus Locatie: Amsterdam Deelnemers: 9 Thema: literaire non-fictie
49
–
– –
–
2005: Zomercursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 25 Deelnemers: 8 2006: Vervolgcursus Locatie: Londen Deelnemers: 9 2009: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 4 Thema: stripvertalen
Nederlands-Frans: 14 – 1996: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 17 Deelnemers: 7 – 1997: Zomercursus Locatie: Amsterdam en Antwerpen Belangstellenden: 13 Deelnemers: 7 – 1997: Vervolgcursus Locatie: Amsterdam Deelnemers: 7 – 1998: Zomercursus Deelnemers: 7 – 1999: Zomercursus Locatie: Utrecht, Nijmegen en Antwerpen Belangstellenden: 14 Deelnemers: 6 – 1999: Workshop (Vertaalzaterdagen) Locatie: Amsterdam en Parijs Deelnemers: 8 – 2001: Workshop (Vertaalzaterdagen) Locatie: Parijs en Gent Deelnemers: 8 – 2002: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 13 Deelnemers: 6 Thema: Kinder- en jeugdliteratuur – 2003: Vervolgcursus Locatie: Parijs Deelnemers: 7 – 2007: Workshop Locatie: Arles Deelnemers: 6 – 2009: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 5 Thema: stripvertalen – 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Parijs Thema: Vertaalatelier rondom fragmenten uit het werk van Thomas Rosenboom Organisatie: Institut Néerlandais – 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Parijs Thema: Vertaalatelier rondom fragmenten uit het werk van Tomas Lieske Organisatie: Université de Paris – IV Sorbonne
50
–
2011: Vertaalatelier op locatie Locatie: Parijs Thema: Vertaalprogramma rondom writer-in-residence Kader Abdolah Organisatie: Université de Paris – IV Sorbonne
–
Nederlands-Hongaars: 2 – 2004: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 22 Deelnemers: 10 – 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Balatonfüred Thema: Vertaalatelier rondom 'De waterwolf' van Matthijs van Boxsel Organisatie: Károli Gáspár Universiteit
–
Nederlands-Italiaans: 7 – 1998: Workshop Locatie: Triëst Belangstellenden: 69 Deelnemers: 17 – 1999: Zomercursus Locatie: Utrecht, Nijmegen en Antwerpen Belangstellenden: 12 Deelnemers: 7 – 2001: Vervolgcursus Locatie: Turijn Deelnemers: 10 – 2002: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 8 Deelnemers: 6 Thema: Kinder- en jeugdliteratuur – 2006: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 21 Deelnemers: 8 – 2008: Vertaalatelier op locatie Locatie: Vicenza, Rome, Napels en Triëst Thema: Arnon Grunberg in Italië: vertaalworkshops en voorstelling van zijn werk’ Organisatie: ELV (pilot) – 2011: Vertaalatelier op locatie Locatie: Padua, Napels en Triëst Thema: Het werk van Tom Lanoye Organisatie: universiteit van Triëst, universiteit van Padua
–
Nederlands-Japans: 1 – 2009: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 6 Deelnemers: 4
–
Nederlands-Koreaans: 1 – 2008: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 5 Deelnemers: 3
–
Nederlands-Pools: 3 – 2004: Zomercursus Locatie: Antwerpen
51
– –
Belangstellenden: 30 Deelnemers: 10 2007: Vervolgcursus Locatie: Warschau Deelnemers: 12 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Wroclaw Thema: Vertaling 'De arkvaders' van Anne Provoost Organisatie: Erasmus Leerstoel voor de Nederlandse Filologie Universiteit Wroclaw
–
Nederlands-Portugees: 6 – 1998: Zomercursus Deelnemers: 7 – 1999: Zomercursus Locatie: Utrecht, Nijmegen en Antwerpen Belangstellenden: 8 Deelnemers: 7 – 1999: Workshop Locatie: Coimbra Belangstellenden: 15 Deelnemers: 12 – 2002: Vervolgcursus Locatie: Coimbra Deelnemers: 7 – 2010: Vertaalatelier op locatie Locatie: Coimbra Thema: Vertaalatelier Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur Organisatie: Universidade de Coimbra – 2010: Zomercursus (Braziliaans-Portugees) Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 7 Deelnemers: 5
–
Nederlands-Roemeens: 2 – 2008: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 13 Deelnemers: 7 – 2010: Vervolgcursus Locatie: Boekarest Deelnemers: 7
–
Nederlands-Russisch: 2 – 2003: Workshop Locatie: Sint-Petersburg Belangstellenden: 16 Deelnemers: 12 – 2004: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 24 Deelnemers: 9
–
Nederlands-Slowaaks: 1 – 2011: Vertaalatelier op locatie Locatie: Bratislava Thema: Vertalen van Vlaamse literatuur Organisatie: Comenius Universiteit Bratislava, Leerstoel voor Germanistiek, Neerlandistiek en Scandinavistiek, afdeling Neerlandistiek
52
–
Nederlands-Spaans: 8 – 1998: Zomercursus Deelnemers: 7 – 1999: Zomercursus Locatie: Utrecht, Nijmegen en Antwerpen Belangstellenden: 12 Deelnemers: 7 – 1999: Workshop Locatie: Madrid Belangstellenden: 34 Deelnemers: 13 – 2000: Vervolgcursus Locatie: Barcelona Deelnemers: 10 – 2002: Zomercursus Locatie: Utrecht en Antwerpen Belangstellenden: 11 Deelnemers: 7 – 2003: Vervolgcursus Locatie: Madrid Deelnemers: 12 – 2009: Vertaalatelier op locatie Locatie: Salamanca Thema: Taller de Traducción Literaria Neerlandés-Español Ana Crespo Organisatie: Universidad de Salamanca – 2010: Zomercursus (Latijns-Amerika) Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 12 Deelnemers: 8
–
Nederlands-Tsjechisch: 2 – 2007: Zomercursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 16 Deelnemers: 8 – 2010: Vervolgcursus Locatie: Praag Deelnemers: 6
–
Nederlands-Turks: 3 – 2004: Workshop Locatie: Istanbul Belangstellenden: 17 Deelnemers: 9 – 2005: Zomercursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 13 Deelnemers: 8 – 2008: Vervolgcursus Locatie: Istanbul Deelnemers: 7
–
Nederlands-Zweeds: 1 – 2006: Zomercursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 8 Deelnemers: 5
53
2.2. Activiteiten in het Nederlands (45) –
Arabisch-Nederlands: 2 – 2006: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 10 Deelnemers: 5 – 2008: Vervolgcursus Locatie: Bilzen Deelnemers: 4
–
Duits-Nederlands: 4 – 2002: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 13 Deelnemers: 8 – 2003: Vervolgcursus Locatie: Straelen Deelnemers: 8 – 2004: Workshop Locatie: Alden Biesen Belangstellenden: 29 Deelnemers: 8 Thema: Toneelvertalen – 2007: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 3
–
Engels-Nederlands: 7 – 2001: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Deelnemers: 17 Thema: Amerikaans Engels – 2002: Vervolgcursus Locatie: Borger Deelnemers: 10 Thema: Idiolect, sociolect, dialect – 2004: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 46 Deelnemers: 8 – 2007: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 7 – 2008: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 16 Deelnemers: 9 – 2009: Vervolgcursus Locatie: Bilzen Deelnemers: 8 – 2010: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 47 Deelnemers: 10 – 2011: Vervolgcursus Locatie: Barchem Deelnemers: 7
54
–
Frans-Nederlands: 5 – 2002: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 14 Deelnemers: 8 – 2003: Vervolgcursus Locatie: Gent Deelnemers: 7 – 2007: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 6 – 2009: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 29 Deelnemers: 7 – 2010: Vervolgcursus Locatie: Barchem Deelnemers: 7
–
Hebreeuws-Nederlands: 1 – 2006: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 1 Deelnemers: 1
–
Hongaars-Nederlands: 2 – 2005: Intensieve cursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 7 Deelnemers: 6 – 2007: Vervolgcursus Locatie: Seneffe Deelnemers: 3
–
Italiaans-Nederlands: 4 – 2003: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 24 Deelnemers: 8 – 2005: Vervolgcursus Locatie: Alden Biesen Deelnemers: 8 – 2009: Masterclass Locatie: Utrecht Deelnemers: 9 – 2010: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 24 Deelnemers: 6 – 2011: Vervolgcursus Locatie: Barchem Deelnemers: 5
–
Latijn-Nederlands: 2 – 2009: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 12 Deelnemers: 5
55
–
2010: Vervolgcursus Locatie: Soesterberg Deelnemers: 5
–
Noors-Nederlands: 5 – 2004: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 11 Deelnemers: 7 – 2005: Vervolgcursus Locatie: Utrecht Deelnemers: 5 – 2008: Workshop Locatie: Amsterdam Deelnemers: 15 Thema: Noorse Vertaaldagen – 2008: Studiedag Locatie: Amsterdam Deelnemers: 45 Thema: Noorse Vertaaldagen – 2010: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 12 Deelnemers: 5 – 2011: Vervolgcursus Locatie: Barchem Deelnemers: 3
–
Pools-Nederlands: 2 – 2005: Intensieve cursus Locatie: Antwerpen Belangstellenden: 12 Deelnemers: 6 – 2007: Vervolgcursus Locatie: Seneffe Deelnemers: 3
–
Russisch-Nederlands: 2 – 2008: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 6 Deelnemers: 6 – 2009: Vervolgcursus Locatie: Bilzen Deelnemers: 6
–
Spaans-Nederlands: 5 – 2003: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 39 Deelnemers: 8 – 2005: Vervolgcursus Locatie: Alden Biesen Deelnemers: 9 – 2007: Masterclass Locatie: Antwerpen Deelnemers: 4
56
–
–
2009: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 22 Deelnemers: 7 2010: Vervolgcursus Locatie: Barchem Deelnemers: 7
–
Turks-Nederlands: 2 – 2006: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 7 Deelnemers: 4 – 2008: Vervolgcursus Locatie: Bilzen Deelnemers: 2
–
Zweeds-Nederlands: 2 – 2004: Intensieve cursus Locatie: Utrecht Belangstellenden: 21 Deelnemers: 8 – 2005: Vervolgcursus Locatie: Utrecht Deelnemers: 8
2.3. Overige activiteiten –
Taaloverschrijdende studiedagen: 11 – 2004: Studiedag teleleren Locatie: Antwerpen 2007: Studiedag positie van de Vlaamse literair vertaler Locatie: Brussel Deelnemers: 29 Organisatie: het Vlaams Fonds voor de Letteren en het ELV – 2007: Studiedag Cultural Crossings: Exploring the Nineteenth-Century Distribution of English Literatures in the Low Countries Locatie: Brussel Organisatie: CELV, Centre for Translation, Communication and Cultures, The British Academy Network Meeting en het ELV – 2008: Studiedag mentoraten ELV Locatie: Amsterdam Deelnemers: 26 – 2008 /2009: Vlaamse dagen (vier) Locatie: Berchem Deelnemers: 12 Organisatie: het Vlaams Fonds voor de Letteren en het ELV – 2009: Nijhoff Vertalersmiddag Locatie: Utrecht Deelnemers: 45 Organisatie: de SLAU, het NLPFV en het ELV – 2010: ELV Studiedag Vlaamse vertalers Locatie: Antwerpen Deelnemers: 28 – 2010: ELV Studiedag Nederlands Locatie: Utrecht Belangstellenden: 95 Deelnemers: 91
57
–
– –
–
3.
2010: Vertalersbijeenkomst Byatt Locatie: Leiden Deelnemers: 9 Organisatie: Universiteit Leiden 2010: Symposium vertaling Max Havelaar Locatie: Brussel Organisatie: HU Brussel 2010: Vertaalatelier Hadewijch Locatie: Antwerpen Deelnemers: 6 Organisatie: de Historische Uitgeverij, het Ruusbroecgenootschap, de Universiteit Antwerpen, het Vlaams Fonds voor de Letteren en het ELV.
Taaloverschrijdende Vertaalateliers op locatie: 1 – 2011: Vertaalatelier op locatie Locatie: Balatonfüred Thema: Vertaling van Beatrijs Organisatie: Eötvös Loránd Universiteit Boedapest, Károli Gáspár Universiteit Boedapest, Uniwersytet Wroc)awski, Universitatea din Bucure*ti, Università degli Studi di Napoli l’Orientale, Carl von Ossietzky Universität Oldenburg
MENTORATEN (133)
3.1. Mentoraten in het Nederlands: 88 – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Arabisch-Nederlands: 2 Catalaans-Nederlands: 3 Deens-Nederlands: 1 Duits-Nederlands: 9 Engels-Nederlands: 24 Fins-Nederlands: 1 Frans-Nederlands: 9 Georgisch-Nederlands: 1 Hongaars-Nederlands: 2 IJslands-Nederlands: 1 Italiaans-Nederlands: 11 Maleis-Nederlands: 1 Noors-Nederlands: 4 Oud-Saksisch-Nederlands: 1 Perzisch-Nederlands: 1 Pools-Nederlands: 2 Spaans-Nederlands: 8 Turks-Nederlands: 1 Zweeds-Nederlands: 6
3.2. Mentoraten uit het Nederlands: 45 – – – – – – – – – –
Nederlands-Albanees: 1 Nederlands-Arabisch: 1 Nederlands-Deens: 1 Nederlands-Duits: 5 Nederlands-Engels: 4 Nederlands-Frans: 2 Nederlands-Hongaars: 4 Nederlands-Indonesisch: 4 Nederlands-Italiaans: 3 Nederlands-Kroatisch: 1
58
– – – – – – – – –
4.
Nederlands-Pools: 3 Nederlands-Portugees: 4 Nederlands-Roemeens: 1 Nederlands-Russisch: 2 Nederlands-Sloveens: 1 Nederlands-Spaans: 2 Nederlands-Tsjechisch: 3 Nederlands-Turks: 2 Nederlands-Zweeds: 1
MEEWERKENDE AUTEURS – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Hoda Barakat Andrés Barba J. Bernlef Marcel Beyer Matthijs van Boxsel Stefan Brijs Randall C. Geertrui Daem Adriaan van Dis Douwe Draaisma Brecht Evens Arnon Grunberg Hella Haasse Johan Harstad A.F.Th. van der Heijden Kristien Hemmerechts Stefan Hertmans Karl Ove Knausgård Guus Kuijer Sjoerd Kuyper Katja Lange-Müller Tom Lanoye Fouad Laroui Margriet de Moor Marcel Möring Erwin Mortier Mahir Öztaş Rascha Peper Anne Provoost Thomas Rosenboom F. Springer Toon Tellegen Peter Terrin Adam Thorpe Giorgio Todde Sylvia Vanden Heede Annelies Verbeke Kees Verheul Dimitiri Verhulst Frank Westerman Tommy Wieringa Paul de Wispelaere Annejet van der Zijl
59
5.
MODERATOREN EN SPREKERS
Bertrand Abraham, Abied Alsulaiman, Els Andringa, Inge Arteel, Carlo van Baelen, Matthijs Bakker, Catharina Barel, Carmen Bartolomé Corrochano, Jaap van der Bent, H.C. ten Berge, Peter Bergsma, Helga van Beuningen, Erik Bindervoet, Tuncay Birkan, Henri Bloemen, Onno Blom, Hans Boland, Adri Boon, Jan-Willem Bos, Hafid Bouazza, Matthijs van Boxsel, Anneke Brassinga, Hella Breedveld, Antoinet Brink, Raymond van den Broeck, Leonoor Broeder, Petra Broomans, Leen van den Broucke, Edgar de Bruin, Madla de Bruin, Christoph Buchwald, Jacqueline Caenberghs, Birte Carlé, Ruben Chapp, Myong-Suk Chi, Jutta Chorus, Marie-Thérèse Claes, Jan van Coillie, Hennie van Coller, David Colmer, Anita Concas, Lina Cortesão, Walter Costa, Patricia do Couto, Claudia Cozzi, Remy Cristini, Maria Csollány, Daniel Cunin, Harm-Jan van Dam, Harm Damsma, Györgyi Dandoy, Dirk Delabastita, Frans Denissen, Isabelle Desmidt, Klara Devich, Lieven D'Hulst, Margot Dijkgraaf, Guro Dimmen, Michel Dingenouts, Joop Dirksen, Coot van Doesburgh, Jacques Dohmen, Liesbeth Dolk, Luc van Doorslaer, Margreet Dorleijn, Sylvia Dornseiffer, Robert Dorsman, Laura Draghi, Wim van Eeden, Hanni Ehlers, Jacques van der Elst, Marijke Emeis, Matthijs Engelberts, Raf Erzeel, Hans Ester, Annelies Fontijne, Paul Gellings, Judit Gera, Piet Gerbrandy, Marinel Gerritsen, Mieke Geuzebroek, Paul Gillaerts, Ingrid Glorie, Jaap Goedegebuure, Julio Grande, Paul Gravett, Patrick Grilli, Diederik Grit, Martin de Haan, Jan van der Haar, Hella Haasse, Wil Hansen, Johan Harstad, Luk Van Haute, Veronika Havlíková, Miriam Van Hee, Annelies van Hees, Tina Hegeman, Hanneke van der Heijden, Frank Hellemans, Eveline van Hemert, Kristien Hemmerechts, Theo Hermans, Stefan Hertmans, Tine van der Heuvel, Rokus Hofstede, Jeanne Holierhoek, Jan Hoogland, Daniel Hugo, Jacqueline Hulst, Philippe Humblé, Vincent Hunink, Assad Jaber, Ena Jansen, Frans Jong, Riet de Jong-Goossens, Vanessa Joosen, Peter Kaaij, Marianne Kaas, Anne Sytske Keijser, Harco Keijzer, Lisette Keustermans, Ad van den Kieboom, Verena Kiefer, Mandy Kirkby, Irith Kisch, Tom Kleijn, Zofia Klimaszewska, Andrea Kluitmann, Karl Ove Knausgård, Stacey Knecht, Alexandra Koch, Jerzy Koch, Edith Koenders, Luc Korpel, Cees Koster, Onno Kosters, Peter van Kraaij, Jytte Kronig, Christiane Kuby, Eric de Kuyper, José Lambert, Barbara de Lange, Arthur Langeveld, Gregor Laschen, Godelieve Laureys, Kris Lauwerys, Mark Leenhouts, Richard van Leeuwen, Solange Leibovici, Karol Lesman, Helma van Lierop, Henk van der Liet, Saskia van der Lingen, Stella Linn, Ilse Logie, Danielle Losman, Eve-Marie Lund, Nelleke van Maaren, Silvia Marijnissen, Monique Marneffe, Willy Martin, Hanneke Marttin, Maydo van Marwijk Kooy, Sherry Marx-Macdonald, Susan Massotty, Nicolaas Matsier, Harminke Medendorp, Teun Meeuwsen, Bertie van der Meij, Frits van der Meij, Caroline Meijer, Lurdes Meijer, Kees Mercks, Moris Meyers, Irina Michajlova, Janny Middelbeek-Oortgiesen, Niek Miedema, Marianne Molenaar, Ineke Molenkamp-Wiltink, Marcel Möring, Marlene Müller-Haas, Margriet Muris, Ton Naaijkens, Gheorghe Nicolaescu, Francesco de Nicolo, Arent van Nieukerken, Joost Nijsen, Philippe Noble, Marta Norheim, Etsuko Nozaka, Pieter van Oudheusden, Gül Özlen, Hilde Pach, Franco Paris, Greet Pauwelijn, Linda Pennings, Yolanda Rodrígues Pérez, Laura Pignatti, Hans van Pinxteren, Leo Pleysier, Els van der Pluijm, Chris van de Poel, Barber van de Pol, Djûke Poppinga, Arie Pos, Henk Pröpper, Diego Puls, Theo Puttemans, Rita Rácz, Jo Radersma, Greet Ramael, Gerard Rasch, Henk Rijks, Ina Rilke, Yolande Rodriguez, Ronald de Rooij, Guy Rooryck, Aino Roscher Kristensen, Mariolein Sabarte-Belacortu, Gea Schelhaas, Werner Scheltjens, Elly Schippers, Marian Schoenmakers, Rudy van Schoonbeek, Margreeth Schopenhauer, Rob Schouten, Xandra Schutte, Alexander Schwarz, Désirée Schyns, Winibert Segers, Francesca Sfondrini, Jaap Sie, Miel Slager, Bart Slegers, Manon Smits, Marina Snoek-Gorelik, Monica Soeting, Tatjana Soldatjenkova, Guus Söteman, Greet Spaepen, Maarten Steenmeijer, Sergej Stepanov, Jan-Pieter van der Sterre, Paula Stevens, Anne Stoffel, Joakim Sundström, Astrid Surmatz, Sirin Tekeli, Thierry Tinlot, Krisztina Törö, Irina Trofimova, Hans Tromp, Ryszard Turcyn, Kadir Türkmen, Herbert van Uffelen, Hans Vandevoorde, Liesbet Vannyvel, Pieter Jan van der Veen, Marieke van der Velden, Fernando Venâncio, Rien Verhoef, Trijne Vermunt, Marijke Versluys, Margot Versteeg, Paul Vincent, Eric Visser, Maria Vlaar, Katrien Vloeberghs, Pietha de Voogd, Ken Vos, Martine Vosmaer, Fred de Vries, Peter Wessels, Rudi Wester, Jacques Westerhoven, Willem Weststeijn, Frans van der Wiel, Yvonne Wiewel, Malou van Wijk, Ingrid Wiken Bonde, Françoise Wuilmart, Sadik Yemni, Rivkah Zeeman, Signe Zeilich-Jensen, Cristiano Zwiesele do Amaral.
60
Colofon Expertisecentrum Literair Vertalen Trans 10 3512 JK Utrecht Nederland +31 (0)30 253 6026
[email protected] www.literairvertalen.org © Expertisecentrum Literair Vertalen 2011 Het Expertisecentrum Literair Vertalen is een samenwerkingsverband van Lessius Antwerpen en de Universiteit Utrecht, ingesteld door de Nederlandse Taalunie. Het ELV stelt zich ten doel een impuls te geven aan de kwaliteit van het literair vertalen in en uit het Nederlands door middel van opleiding en deskundigheidsbevordering. Dat doet het door het organiseren van hoogwaardige cursussen en andere activiteiten, het faciliteren van mentoraten en het delen van kennis via onder meer de website www.literairvertalen.org.