Admiraalzeilen ter gelegenheid van het 45 jarig bestaan van de Stichting Jachthaven Ketelmeer Voorwoord Om een bijzonder tintje te geven aan het jubileum van onze haven gaan we op zaterdag 10 mei 2014 Admiraalzeilen. In de Nieuwsbrief heeft u al een korte toelichting gekregen wat Admiraalzeilen is. In dit Vaarplan geven we naast wat algemene informatie, specifieke informatie over het parcours en de vaarmanoeuvres. Wij hopen natuurlijk dat u meedoet en dat u de uitdaging aangaat om samen met uw bemanning te gaan teamvaren. Bij het admiraalzeilen spelen beheersing van het schip en het vermogen om anticiperend en corrigerend op te treden de hoofdrol. Heeft u na doorlezen van dit plan de indruk dat het met u, uw bemanning, dan wel met uw zeiljacht niet gaat lukken dan kunt u altijd aan boord van één van de andere jachten zeer zinvolle hand- en spandiensten verlenen. Hierdoor kunt u deze bijzondere activiteit toch als “deelnemer” meemaken. Ook kunt u natuurlijk met uw schip en uw bemanning het schouwspel van dichtbij gadeslaan door vlakbij met uw schip voor anker te gaan cq te gaan liggen. En het liefst met een gepavoiseerd schip! Houdt u wel rekening met het te varen parcours van de deelnemers, zodat u hun niet in het vaarwater gaat zitten. Wij wensen u veel plezier bij alle voorbereidingen. Heeft u nog vragen en/of opmerkingen neem dan contact met ons op. Frits Berkel 0648218346 of
[email protected] Jules van Wesemael
1
Historie en algemene principes Admiraalzeilen Reeds in de 12e eeuw voeren koopvaardijschepen op eigen initiatief "in admiraalschap". Zij sloten zich aaneen teneinde gezamenlijk beter de aanvallen van zeerovers en andere vijanden te kunnen afslaan. De leiding werd in onderling overleg aan een der schippers toevertrouwd. Later werden door de bestuurders van de grote handelssteden speciale "ordonnantiën" gegeven inzake het zeilen in admiraalschap, waarbij de leiding werd opgedragen aan admiraals. Nog weer later werd het admiraalzeilen een vermaak, dat jaarlijks op het IJ en de Amstel plaats vond. Ook toen reeds behoorden vlaggen, wimpels en kanongebulder tot de onmisbare attributen. Indeling van de schepen in eskaders De vloot wordt verdeeld in een aantal eskaders. Ieder eskader wordt geleid door een eskadercommandant. De eskadercommandant van het eerste eskader is tevens de Vlootvoogd Het Vaarplan Zie blz 5 e.v. Het Palaver
Op zaterdag wordt er een Palaver gehouden met de deelnemers. Op het Palaver wordt het Vaarplan met hen besproken. Tussen dat Palaver en het vertrek van de schepen uit de haven wordt zodanig tijd uitgetrokken, dat de eskadercommandanten het plan en de nodige uitvoeringsregelingen met hun eskaders kunnen bespreken. Vlagvoering De Eskadercommandanten voeren een grote nationale vlag bevestigd aan een val of vlaggenlijn in de top van de mast. Door alle schepen wordt de natievlag op de gebruikelijke plaats (op het roer, bezaansmast / de achtersteven) gevaren. Zowel gemeerd als ten anker liggende worden de schepen zoveel mogelijk gepavoiseerd. Zodra het schip los gaat van de wal moeten de pavoiseervlaggen worden neergehaald. Gebruik van motoren Wij zullen tijdens het admiraalzeilen gebruik maken van de motor. De (kleine) fok is gehesen en het grootzeil wordt, afhankelijk van de weersomstandigheden al of niet gereefd.
2
De uitvoering - formatie varen In kiellinie
•
Er wordt achter elkaar gevaren waarbij de masten van de schepen in één lijn gehouden worden; • de afstand tussen de schepen mag niet groter worden dan één scheepslengte; • wanneer de eskadercommandant van koers verandert volgen de schepen van het eskader in elkaars kielzog (men moet proberen niet in de "buitenbocht te geraken") • de eskaders sluiten op elkaar aan, waarbij één scheepslengte wordt aangehouden. In frontlinie
• hierbij varen de schepen van een eskader naast elkaar waarbij de stuurlieden elkaar in één lijn houden (dus niet de masten van de schepen); • voor de afstand (“boord aan boord”) tussen de schepen binnen één eskader wordt ca 1 scheepslengte aangehouden; • Wanneer eskaders in frontlinies achter elkaar varen wordt de afstand tussen de eskaders in eerste instantie bepaald door de tijd die er mee gemoeid is om de eskader commandant van eskader 2 achter de commandant van eskader 1 te laten komen, ca 10 scheepslengtes.
3
Het saluut aan de admiraal
Het admiraalsschip (de Kogge) zal bij M4 ten anker gaan/stilliggen, waarna de eskaders in formatie aan de admiraal voorbijzeilen. Het saluut wordt gebracht op de volgende wijze: 1. op een signaal (3 hoornstoten) van de eskadercommandant worden de fokken gelijktijdig opgerold/gestreken; 2. de schippers van de schepen binnen het eskader brengen tijdens het voorbij varen van het admiraalsschip gelijktijdig de groet (salueren), echter uitsluitend wanneer zij een hoofddeksel (pet) dragen. 3. de overige bemanningsleden nemen de houding aan, bij voorkeur opgesteld in het gangboord; 4. de Admiraal zal vervolgens de groet beantwoorden; 5. nadat de Admiraal de groet heeft beantwoord mogen alle bemanningsleden, op aangeven van de eskadercommandant, een informele groet aan de Admiraal brengen “door wuiven en joelen”. 6. Op signaal van de eskadercommandant (weer 3 hoornstoten) worden de fokken weer gelijktijdig uitgerold/gehesen Als het admiraalschip een tweede maal wordt gepasseerd wordt het saluut niet herhaald.
4
Vaarplan Admiraalzeilen op zaterdag 10 mei 2014 Uitgangspunten • Programma op zaterdag: 13.00 uur palaver met alle deelnemers; 13.30 uur palavers van de eskadercommandanten met de schippers en bemanningen van hun toegewezen eskader; 14.00 uur uit de haven varen naar oefengebied; 14.00 uur-15.00 uur oefenen in toegewezen oefengebied 15.00 uur einde oefenen, klaarmaken om in kiellinie naar eerste merkteken te varen (M1) 15.30 uur Vlootvoogd=eskadercommandant van eskader 1 rond het eerste merkteken (M1) Tussen 16.30 uur en 17 uur passeert de Vlootvoogd het laatste merkteken (M 9) en de eskaders kunnen zich achtereenvolgend ontbinden. Alle schepen zetten individueel koers naar de haven. •
Er zijn 40 deelnemende schepen, verdeeld over 8 eskaders van 5 schepen; de eskaderindeling wordt tevoren aan iedereen bekend gemaakt.
Het vaargebied van het parcours is gesitueerd in het noord-oostelijke gedeelte van het Ketelmeer en speelt zich af in de rakken tussen de merktekens M1, M2, M3, M4, M5, M6, M7, M8 en M9. Als Admiraalschip zal dienen het Koggeschip uit Kampen, dat zal liggen bij M4 tussen de merktekens M3/M9 en M5/M8.
5
Het parcours ziet er als volgt uit, waarbij de windrichting een hoek maakt met rak M1 naar M2 van 45 graden. NB Afhankelijk van de windrichting wordt de positie van de merktekens op vrijdagavond/zaterdagochtend definitief bepaald. De deelnemers krijgen van de definitieve ligging van het parcours een kaartje op zaterdag
6
•
Tijdens het Admiraalzeilen houden alle schepen zich stipt aan een effectieve snelheid van 4 knopen over de grond. Deze SOG van 4 knopen dient beslist op alle rakken gehandhaafd te worden, met de motor standby. Hiervan kan alleen afgeweken worden als de Vlootvoogd dit aan de eskaders bekend maakt (per marifoon)
•
De zeilvoering is afhankelijk van de weersomstandigheden . Geadviseerd wordt 1 rif in het grootzeil te zetten en een (kleine) fok. Iedereen moet de fok in/uit kunnen rollen of fok kunnen laten zakken. Bij een windkracht groter dan 6 wordt nader overlegd of er met zeil gevaren wordt.
•
De details van de manoeuvres en de zeilvoering worden op het Palaver (zaterdag 13 uur) nader met de eskadercommandanten besproken
•
Marifoonverkeer Per eskader zal er gebruik kunnen worden gemaakt van een speciaal toegewezen marifoonkanaal. Dit wordt op het palaver bekend gemaakt.
Formatieseinen o 1 hoornstoot: esk. commandant gaat sterk stuurboord uit, overige schepen volgen deze manoeuvre; Dit geluidsein geldt ook voor de overgang van kiellinie naar frontlinie bij M5; o 2 hoornstoten: eskader commandant gaat bakboord uit, overige schepen volgen deze manoeuvre; dit geluidsein geldt ook voor de overgang van kiellinie naar frontlinie bij M3; o 3 hoornstoten. Bij groeten van de Admiraal. Alle schepen uit een eskader rollen gelijktijdig de fok in; dit geldt ook voor het weer gelijktijdig uitrollen van de fokken; o Lang aangehouden hoornstoot bij nadering van M5: waarbij het eskader van frontlinie in kiellinie gaat varen in de volgorde 1,2,3,4 en 5. Hierbij behoudt de Vlootvoogd (1) de eigen snelheid en verhogen de andere schepen (2 t/m 5) iets hun snelheid; o 5 hoornstoten. Nadat het laatste schip van Esk. 6 M9 heeft gepasseerd, geeft de Vlootvoogd 5 hoornstoten ten teken dat de vloot zich gaat ontbinden. Alle schepen zetten individueel koers naar de haven.
Oefenen (tussen 14 en 15 uur) Alle deelnemende schepen gaan na het verlaten van de haven per eskader oefenen in het NO gebied van het Ketelmeer. Op het kaartje dat op 10 mei wordt uitgereikt, zal worden aangegeven waar welk eskader gaat oefenen. Iedereen probeert daarbij in de nabijheid van zijn eskadercommandant te blijven. Elke eskadercommandant is herkenbaar aan de Nederlandse driekleur in top. We zullen voor 6 vlaggen zorgen van een niet te klein formaat vanwege een goede zichtbaarheid naar het publiek. De eskadercommandant zal gebruikmaken van de eerder genoemde hoornsignalen. In geval dat noodzakelijk is kan hij ook gebruikmaken van een later toe te wijzen marifoonkanaal;
Start (om 15.30 uur) Van oefengebied naar M1 Om precies 15.30 uur geeft de Vlootvoogd (tevens commandant van Eskader 1) een geluidssein en zet met zijn eskader in kiellinie koers vanuit het oefengebied naar M1.
eskader2
eskader 1
7
De overige schepen van zijn eskader 1 sluiten in de vooraf afgesproken volgorde in kiellinie aan, met telkens één scheepslengte onderlinge tussenruimte. De Eskadercommandant van Esk. 2 sluit, wederom op één scheepslengte, aan achter het laatste schip van Eskader 1. De overige schepen uit Esk. 2 volgen op gelijke wijze. Idem de overige eskaders. Alle schepen varen in Kiellinie met een SOG van 4 kn. naar M1 Rak 1 (van M1 naar M2) Bij M1 draait de Vlootvoogd om M1 heen (M1 aan BB houden) en gaat op koers liggen richting M2 . Alle schepen volgen in Kiellinie in het kielzog van de Vlootvoogd Rak 2 (van M2 naar M3); Bij M2 draait de Vlootvoogd 90° over BB. M2 aan BB houden. Rak 3 (van M3 richting het Admiraalschip (M4)) Vóór M3 geeft de Vlootvoogd 2 hoornstoten en draait vlak voor M3 90° over BB . Alle schepen uit zijn eskader maken deze BB draai op hetzelfde moment. Esk.1 is daarmee in zijn geheel overgegaan van Kiellinie naar Frontlinie. De stuurlieden staan op één dwars gepeilde lijn.
De commandant van Esk. 2 continueert na de 90 gr draai bij M2 zijn koers en vaart dus als het ware achterlangs het inmiddels gedraaide Esk. 1. Zodra hij zich in het kielzog van de Cmd Esk. 1 bevindt , geeft hij eveneens twee hoornstoten en maakt dezelfde draai 90° over BB; ook de overige schepen uit zijn eskader maken deze BB draai op datzelfde moment . Daarmee is nu ook Esk. 2 overgegaan in Frontlinie. Op gelijke wijze volgen de eskaders 3 t/m 6. Wanneer eskaders in frontlinies achter elkaar varen wordt de afstand tussen de eskaders bepaald door de tijd die er mee gemoeid is om de esk comm. van eskader 2 achter de commandant van eskader 1 te laten komen. Dat is ongeveer 10 scheepslengtes .
8
Passage van het Admiraalschip (M4) Bij M4, waar de Kogge ligt die als Admiraalschip fungeert, passeren de eskaders in frontlinie aan de BB zijde van het Admiraalschip.
Twee scheepslengtes vóór de passage geeft de Vlootvoogd 3 hoornstoten. Alle schepen uit Esk. 1 rollen gelijktijdig de fok in; de bemanning gaat vervolgens in het SB-gangboord staan. Elke kapitein brengt de groet aan de Admiraal door het salueren . De Admiraal zal het saluut beantwoorden. Eén scheepslengte na de passage geeft de Vlootvoogd wederom 3 hoornstoten, waarop alle schepen van Esk. 1 gelijktijdig. de fok weer uitrollen. De eskaders 2 t/m 6 volgen dezelfde procedure. Rak 4 (van het Admiraalschip naar (M5) Esk. 1 vervolgt de koers in Frontlinie richting M5. Op circa 150m/15 scheepslengten van M5 geeft de Vlootvoogd een geluidssein, waarbij het eskader van frontlinie in kiellinie gaat varen in de volgorde 1,2,3,4 en 5. Hierbij behoudt de Vlootvoogd (1) de eigen snelheid en verhogen de andere schepen (2 t/m 5) iets hun snelheid.
5 4 3 2 1 De overige eskaders voeren deze manoeuvre op gelijke wijze uit. M5 wordt gerond en aan BB gehouden. Rak 5 Na het ronden van M5 wordt weer in kiellinie gevaren met één scheepslengte afstand. De eskaders varen in kiellinie naar M6. M6 wordt gerond en aan SB gehouden. Rak 6 (van M6 naar M7) In kiellinie. M7 aan SB houden 9
Rak 7 (van M7 naar M8) Als de Vlootvoogd bij M8 aankomt geeft hij 1 hoornstoot en draait 90° over SB (M8 aan BB houden) . Alle schepen uit zijn eskader maken deze SB-draai op hetzelfde moment. Esk. 1 is daarmee in zijn geheel overgegaan van Kiellinie naar Frontlinie. De stuurlieden zorgen ervoor dat zij op één dwars gepeilde lijn staan. De commandant van Esk. 2 continueert zijn koers en vaart dus als het ware achterlangs het inmiddels gedraaide Esk. 1. Zodra hij zich in het kielzog van de Com. Esk. 1 bevindt geeft hij eveneens 1 hoornstoot en maakt dezelfde SB draai 90°waarbij M8 aan BB wordt gehouden; ook de overige schepen uit zijn eskader maken deze SB draai op datzelfde moment . Daarmee is nu ook Esk. 2 overgegaan in Frontlinie. Op gelijke wijze volgen de eskaders 3 t/m 6 Eskader 2
Eskader 1
Rak 8 (M8 naar M9) Nadat het laatste schip van Esk. 6 ook M9 heeft gepasseerd, geeft de Vlootvoogd 5 hoornstoten ten teken dat de vloot zich gaat ontbinden. Alle schepen zetten individueel koers naar de haven.
10