Dit is een uitgave ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Liduinaschool. Liduinaschool Postbus 9412 4801 LK BREDA E
[email protected] Teksten Directie Oud-directeuren Interim directeur Voorzitter College van Bestuur Relaties van de Liduinaschool Collega’s Foto’s Archief van de school Medewerkers Redactie en illustraties Anele Kuijstermans Drukwerk www.SingRight.nl
2
Inhoudsopgave Inleiding Voorwoord college van bestuur 60 jaar Liduinaschool, een terugblik 1952-1962 1962-1972 1972-1982 1982-1992 1992-2002 2002-2012 College van Bestuur en oud directeuren Jos van Heel Paul Hotterbeekx Theo Nelissen Frank van Esch Relaties van de Liduinaschool Adri Hogenvorst, leerlingenvervoer Liduina 60 jaar….. K.Pabel Stage bij BSW bedrijven Edunova KBS SINT Joseph Mijn eerste activiteit op de Liduinaschool Liduinaschool gefeliciteerd!! De Liduina-musical van 2012 Onze ervaringen met de Liduinaschool Stichting Prisma Personeel van de Liduinaschool De MR als professioneel orgaan Boerderijproject De Kluis Koken op de Liduinaschool Schoolmaatschappelijk werk Liduinaschool Interne Begeleiders Mijn eerste werkdag op de Landheining Ontwikkelingen ICT in het onderwijs Leraarondersteuner op de Liduinaschool Leraarondersteuner Logopedie in beweging Een vogelhuisstoel bij de Liduinaschool
pagina 5 7 9 11 14 16 19 20 22 25 26 31 34 36 37 38 41 42 43 45 47 48 51 52 54 55 56 57 58 61 63 65 67 70 72 74 75 77
3
Kunst op de Liduinaschool Het stagebureau Bewegingsonderwijs op de Liduinaschool Gedragsdeskundigen Wist u dat Teamcoördinatoren VSO Veiligheid en arbo Liduinaschool en arbeid Van huishoudkunde naar dienstverlening Liduina in beweging Woordzoeker administratie De personeelsvereniging in vogelvlucht ESF, Europees Sociaal Fonds Kruiswoordpuzzel Onze sponsors
79 81 83 87 90 92 93 96 98 100 102 104 105 107 109
Overal waar ouder of ouders vermeld staat, kan ook verzorger of verzorgers gelezen worden.
4
Inleiding Dit jubileumboekje verschijnt ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Liduinaschool. In deze 60 jaar hebben veel leerlingen onze school bezocht en hebben er veel mensen op de een of andere wijze met de school te maken gehad. Om die reden is er voor gekozen om de mensen,die de school goed kennen, te vragen om een stukje over hun ervaringen met de school op schrift te stellen. Het bevat onder andere bijdragen van twee oud-directeuren, een interim directeur, ketenpartners, ouders, MR-leden en veel (oud) collega’s. Hierdoor ontstaat een boeiend beeld van een school die altijd in beweging is geweest en zal blijven. Vandaar dat als thema voor dit jubileum is gekozen voor: “Liduina in beweging” De meest in het oog springende zaken van de afgelopen jaren zijn beschreven in een apart hoofdstuk. Daarnaast bevat het vele foto’s die gedurende de afgelopen jaren gemaakt zijn. Ongetwijfeld zult u net als wij, al lezend, het “Liduinagevoel” ervaren! Dank aan allen die op welke wijze dan ook aan de samenstelling van dit boekje hebben meegewerkt. Namens al het personeel van de Liduinaschool wens ik u veel leesplezier toe. Kees Ilmer, sectordirecteur VSO
5
6
Voorwoord Met veel plezier schrijf ik een voorwoord voor dit jubileumboek van de Liduinaschool. Al 60 jaar verzorgt de Liduinaschool speciaal onderwijs aan prachtige kinderen. In deze jaren is niet alleen op de Liduinaschool maar ook in de maatschappij veel veranderd. Zo staat de plaats die de kinderen anno 2012 innemen -terecht -midden in de samenleving. Wat al die jaren onveranderd is gebleven is, dat de medewerkers vanuit hun onderwijshart en met inzet van hun expertise zich ten doel stellen het maximale te halen uit de talenten en mogelijkheden van de aan hun zorgen toevertrouwde leerlingen. Niet algemeen bekend, maar wel een feit is dat het speciaal onderwijs één van de meest turbulente en dynamische werelden is binnen het onderwijs. Zo zijn er relaties met fysiotherapeuten, ergotherapeuten, het steunpunt autisme en instanties als AWBZ, gemeenten, enz. Daarnaast zijn er veel aspecten die relateren aan de thuissituatie van de leerlingen zoals het leerlingenvervoer en de ondersteuning van ouders bij de zorgvraag van hun kind. Elk nieuw kabinet legt weer andere accenten en zeker in een periode van bezuinigingen heeft dat door die vele relaties ook op vele vlakken impact. De kunst is om in zo’n periode het juiste gewicht te geven aan belangrijke zaken en deze te handhaven. Als bestuurder ben ik er trots op dat de Liduinaschool in de hectiek van de samenleving er al 60 jaar in slaagt een rol van betekenis te spelen in het speciaal onderwijs. Liduina is als een “merk” dat staat voor kwaliteit. Samen met het team van de Liduinaschool gaat INOS strijdbaar de komende 60 jaar tegemoet in het volste vertrouwen dat wij onze verantwoordelijkheid kunnen blijven nemen voor de leerlingen en hun ouders. Frank van Esch, voorzitter College van Bestuur INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda
7
8
9
Het eerste team uit 1952 Het eerste team bestond uit: (volgorde is niet bekend) De directeur, de heer Withagen en de dames Din Wassink-Nijnatten Tosca Verbist-Sips Cora Segeren Bets Koolen
10
1952-1962 De officiële start van de Liduinaschool vond plaats op 1 april 1952. Op deze datum gaf de toenmalige minister van onderwijs toestemming voor het stichten van de Sint Liduinaschool. Tot aan dat moment telde Breda twee scholen voor buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende kinderen: de Sint Rosaschool voor debiele meisjes (zo noemde men dat toen!) aan de Leuvenaarstraat en de Sint Janschool voor debiele jongens aan de Weerijssingel achter de Sint Annakerk. Beide scholen groeiden erg hard en al gauw was er gebrek aan ruimte. Daarnaast bleek het ook steeds noodzakelijker te zijn om de zeer moeilijk lerende kinderen (deze werden toen nog imbeciele kinderen genoemd!) bij elkaar te zetten in aparte groepen. Deze groepen noemde men “bezinkingsklassen”. Toen de Sint Janschool een eigen schoolgebouw aan de Verbeetenstraat kreeg, werd de vrijgekomen ruimte aan de Weerijssingel geschikt geacht voor de opvang van de zeer moeilijk lerende kinderen in een zelfstandige school. Hiermee was de oprichting van de Sint Liduinaschool een feit! In het katholieke zuiden voerden toentertijd vrijwel alle scholen een naam van een heilige in hun schild. Onze school werd vernoemd naar de Liduina van Schiedam: een meisje dat met haar vijftiende jaar door een harde val op het ijs de rest van haar leven bedlegerig was. Het verhaal gaat dat zij haar lot met een bovenmenselijk geduld heeft gedragen en in die zin een voorbeeld voor haar omgeving was! De heer Withagen werd benoemd als eerste hoofd der school. Naast hem waren vier leerkrachten aan de school verbonden. Er werd gestart met 73 leerlingen. Aan het gebouw moest een en ander worden verbouwd: er kwam een eenvoudig gymzaaltje. Reeds toen was men van mening dat deze leerlingen baat hadden bij een meer praktisch gericht programma. Al snel werd er dan ook een eenvoudig handenarbeidlokaal voor de grote jongens en een eenvoudig huishoudlokaal voor de grotere meisjes bijgebouwd.. Men moest erg zuinig zijn want het beschikbare budget werd voor het grootste gedeelte opgeslokt door verwarming en onderhoud! Lange tijd werkte
11
men met vijf personeelsleden; pas na acht jaar werd het team uitgebreid met een kinderverzorgster. De klassen waren groot; zo was er een groep die bestond uit 22 leerlingen! Lesmateriaal was er amper en er was een wekelijkse werkavond om zelf het lesmateriaal te maken. De leerlingen werden door hun ouders gebracht of opgehaald met grote bussen op centrale opstapplaatsen. Rapporten werden nog niet geschreven; af en toe kwamen er wel ouders op school voor een gesprek. Dit vond vrijwel steeds plaats onder schooltijd. Uit de verhalen komt deze tijd naar voren als een gezellige periode waarin met grote pionierszin en met grote betrokkenheid op de leerlingen, gewerkt werd aan het ontwikkelen van een aangepast schoolprogramma. Toelatingen. In het verleden kon de school zelfstandig leerlingen toelaten of afwijzen. Dit gebeurde door de Commissie voor de Begeleiding (CvB) aan de hand van richtlijnen vanuit het ministerie. Die manier van werken kennen we al lang niet meer. Elk Regionaal Expertise Centrum (REC) heeft nu een onafhankelijke Commissie voor Indicatiestelling (CVI). Sinds 2003 beoordeelt deze CvI aan de hand van landelijke regels of een kind in aanmerking komt voor een rugzak of voor een plaats op een school voor Speciaal Onderwijs. De regels en criteria zijn beschreven in een publicatie van het ministerie van OC & W en vormen een slagboom om toegelaten te worden. Binnen onze school zijn er diverse trajectbegeleiders die de aanvraag, namens de ouders, verzorgen. De CvI beoordeelt de aanvraag op grond van een dossier.
12
De Commissie voor de Begeleiding van de school bepaalt daarna verder de plaatsing van de leerling en is verantwoordelijk voor de verdere leerlingenzorg. Hieronder vallen het maken van de onderwijsplannen en de evaluatie van de voortgang. Ook het inzetten van eventuele extra ondersteuning (o.a. RT/Logopedie) gebeurt op voorstel van de Commissie voor de Begeleiding. (CvB)
Opening van de school in 1952
13
1962-1972 Aan het eind van de jaren vijftig werd de wens steeds sterker voor een nieuw en aangepast schoolgebouw. In 1960 gaf de gemeente Breda hiervoor toestemming en kreeg architect Roos de opdracht voor het ontwerpen van een modern schoolgebouw aan de Landheining in Brabantpark . Het moest een functioneel gebouw worden waarin zeker ook voldoende ruimte was voor verschillende praktijklokalen. Op 22 augustus 1966 kon de nieuwe school worden geopend! Vanaf het begin voelden personeelsleden en leerlingen er zich goed thuis. Vooral de ruimere opzet werd als positief ervaren. De tuinen rondom de school vormden het eerste project rondom het werken in het groen. Het leerlingenaantal breidde zich gestaag uit. Inmiddels zaten er ruim 100 leerlingen op de school en werkten er negen personeelsleden. Naast leerkrachten kwamen er ook klassenassistenten en werd er voor de eerste keer ook een onderwijsondersteunende aan het bestand toegevoegd: er kwam een logopediste die voor één dag per week aan de school verbonden was. Ouders werden steeds intensiever bij het onderwijsproces betrokken. Er werd een overkoepelende oudervereniging opgericht en ouders waren op allerlei manieren actief bij het onderwijs en behulpzaam bij allerhande festiviteiten. Mede onder invloed van ouders werd er een speciale groep opgericht voor kleuters met een verstandelijke beperking. Dit was nieuw in die tijd en iets wat eigenlijk volgens de wetgeving nog niet kon. Pas in 1967 werd het door een wetswijziging mogelijk officieel een afdeling voor zeer jeugdigen aan een ZML-school toe te voegen. Uiteraard had dit ook weer zijn gevolgen voor het leerlingenaantal. De zestiger jaren laten voor het eerst een zekere differentiatie in de groepsopbouw zien. De wetenschap ging zich meer en meer met het ZML-onderwijs bezighouden.
14
Vanuit dit perspectief kwamen er zeer mondjesmaat ook de eerste methoden en leermiddelen binnen de school. De beroemde “Frostigmap” is hiervan een goed voorbeeld. In 1972 nam het personeel afscheid van hun “hoofd der school” de heer Withagen. Onderwijsondersteuning Met de aanstelling van een logopediste voor één dag per week, is in feite de eerste stap gezet in de richting van een interdisciplinair organisatiemodel waarin naast het klasgebonden personeel ook ruimte kwam voor onderwijsondersteuners. In de loop der jaren zijn de onderwijsondersteuners een steeds grotere plaats in gaan nemen binnen de school. Naast logopedie beschikt de school ook over expertise en personeelskracht rondom ergo- en fysiotherapie, remedial teaching, speltherapie, sensorische integratie en motorische therapie. Primair blijft het werken vanuit een gepast en geëigend groepsplan. Belangrijk is het echter daarbij om voor die leerlingen die náást het klassenprogramma extra aandacht op enig gebied nodig hebben, hiervoor de ondersteuningsmogelijkheden te kunnen bieden. Aangestuurd vanuit de Commissie voor de Begeleiding wordt een leerling vanuit de specifieke individuele hulpvraag van de leerling aangemeld voor een vorm van onderwijsondersteuning. Op grond van de evaluatie wordt de behandeling voortgezet, bijgesteld of gestopt.
15
1972-1982 In 1971 werd de heer Jos van Heel als directeur van de school benoemd. Hij zou deze functie ruim 35 jaar vervullen. In deze tijden van democratisering gingen de onderwijsvernieuwingen niet aan de Sint Liduinaschool voorbij. Zo werd er een toelatings- en begeleidingscommissie opgericht; men mag dit zien als de voorloper van de huidige Commissie voor de Begeleiding (CvB). In samenspraak met het team werden vanuit verschillende disciplines onderwijskundige plannen voor iedere individuele leerling nader uitgezet. In dit licht paste zeker het onderscheid dat werd gemaakt tussen de aanpak voor de leerlingen met het Syndroom van Down en de hersenbeschadigde kinderen. In deze jaren kreeg ook het teamteaching-model aan de oudere leerlingen concrete vorm. Dit was tamelijk revolutionair daar voor het eerst het systeem van vaste groepen werd doorbroken: meerdere leerkrachten waren samen verantwoordelijk. In algemeenheid werd er hard gewerkt aan de verdere leerplanontwikkeling. Doelstellingen, lesprogramma’s en materialen werden omschreven en uitgewerkt. De rol van de ouders werd steeds belangrijker. Door inspanning van velen werd een nieuw schoolvervoer gestart: op basis van taxiservice van huisdeur naar schooldeur behoorden lange reistijden in overvolle bussen tot het verleden. De groepsgrootte werd geleidelijk verlaagd van 18 naar 12 leerlingen per groep. Mede hierdoor én door de oprichting van het internaat Huize ’t Gruytveld te Terheyden groeide de school als kool. De locatie Landheining 6 groeide al snel uit zijn jasje: handenarbeidlokaal, eetzaal en personeelskamer veranderden al heel snel in klaslokaal en uiteindelijk verhuisden de oudste leerlingen naar een dependance in de vijf km verderop gelegen Tielrodestraat in de Wisselaar. In 1978 werd de school uitgebreid met twee prachtige en ruime stenen kleuterlokalen.
16
In de zeventiger jaren werd ook in nauwe samenwerking tussen ouders, sponsoren en personeelsleden een watergewenningsbad gebouwd. In 1981 keerden de bovenbouwleerlingen terug naar de locatie Landheining 8. Hier was een semipermanent gebouw geplaatst wat uiteindelijk meer dan 20 jaar dienst zou doen! In 1982 telde de school ruim 200 leerlingen en 60 personeelsleden.
17
1982-1992 Een belangrijke ontwikkeling in de jaren tachtig vormde de extra aandacht voor de leerlingen met een stoornis binnen het autistische spectrum. Vanuit wetenschappelijk perspectief kwam er steeds meer aandacht voor deze doelgroep. In 1982 werden vanuit het ministerie extra faciliteiten verstrekt om de zorg rondom de autistische leerling gestalte te geven. Er werd een samenwerkingsverband aangegaan met het pedologisch instituut de Hondsberg te Oisterwijk. In toenemende mate vervulde de Sint Liduinaschool een voortrekkersrol binnen de ZML-wereld. De diagnostisering werd steeds verfijnder en leidde tot een betere formulering van de hulpvraag van de individuele leerling. Mede op grond van dit gegeven was er een enorme toename van jongere kinderen met een complexe vraagstelling: naast de verstandelijke achterstand was ook sprake van problemen rondom taalverwerving en concentratie- en aandachtsstoornissen. De observatieafdeling groeide zeer snel en vanuit het hele land was er een ruime belangstelling voor de opzet en organisatie van het onderwijs aan deze leerlingen. In 1985 werd de wet voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (ISOVSO) ingevoerd en mag de Sint Liduinaschool zich een school voor speciaal onderwijs noemen met een SO- en een VSO-afdeling. De vernieuwing van het ZML-onderwijs had een aanzuigende werking. De groei van het aantal leerlingen bleek niet te stoppen en in 1989 was iedereen heel blij met de stenen aanbouw aan de zuidkant van het gebouw. In 1992 werd het 40-jarig bestaan van de school op grootse wijze gevierd waarbij het symposium in het Turfschip zeker een hoogtepunt vormde. Op dit symposium sprak de heer Wallage (de toenmalige staatssecretaris voor onderwijs) zeer inspirerende woorden over het belang van arbeidstoeleiding voor jongeren met een verstandelijke beperking.
18
Leerroutes Naarmate het leerlingenaantal groeide, werd het ook steeds eenvoudiger om binnen een bepaalde leeftijdscategorie leerlingen dusdanig te groeperen dat zij zich ook aan elkaar konden optrekken. In feite is hiermee reeds dertig jaar geleden een begin gemaakt met het maken van leerroutes binnen de school. Momenteel worden er binnen de Liduinaschool drie leerroutes gehanteerd. Een leerroute is in feite het onderwijsarrangement wat een leerling moet worden aangeboden om het te verwachten uitstroomniveau te behalen. Het uitstroomniveau wordt vastgesteld op basis van het ontwikkelingsperspectief. Vanzelfsprekend vindt dit steeds plaats in overleg met ouders en verzorgers. Met de invoering van de leerroutes ontstaat zowel voor ouders, leerling, als school een transparant en verplichtend overzicht van de inhoud van het onderwijsleeraanbod op grond van de mogelijkheden van de betreffende leerling.
19
1992-2002 Het laatste decennium binnen de vorige eeuw kenmerkte zich door een groot aantal onderwijskundige vernieuwingen welke in dit kader slechts in het kort kunnen worden benoemd. De inrichting van het onderwijs aan autistische leerlingen, het opzetten van een traject dat leidt naar een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt en de opvang en begeleiding van de meervoudig gehandicapten, zijn daarbij slechts voorbeelden. In 1995 ging de vlag uit en was er een appelflap voor iedereen toen we als een van de drie ZML-scholen in Nederland de status voor een MG-afdeling kregen! De oprichting van het ATSC (ArbeidsTrainings en SimulatieCentrum, een samenwerkingsverband tussen de BSW, de Stichting Amarant en de Liduinaschool) kreeg landelijke bekendheid. Het opzetten van een ambulante dienst voor het begeleiden van ZMLkinderen binnen het reguliere onderwijs en het starten van samenwerkingsverbanden met orthopedagogische dagcentra om beter onderwijs aan deze leerlingen uit de verbrede doelgroep te geven, zijn alle voorbeelden van een onderwijsvernieuwend beleid. In de negentiger jaren was de Sint Liduinaschool een landelijke koploper in het ontwikkelen van een specifiek leerlingvolgsysteem voor de ZMLschool. Door de toename van het leerlingenaantal kwamen er verschillende dependances bij: Namenstraat, Neubourgstraat, Groenewoud, Kameelstraat, Amarant Rijsbergen, Hans Bergerkliniek en Wolvenring. Het werken in een dependance was niet altijd even makkelijk; het werken in teams op verschillende locaties zorgde ervoor dat je niet dagelijks meer al je collega’s zag. Daarnaast bleek dat het in stand houden van zoveel locaties ook een zware financiële opgave was. Het was dan ook niet verwonderlijk dat er in deze tijd een intensief overleg met de gemeente Breda was in verband met het oprichten van één nieuw schoolgebouw. Een dieptepunt in de geschiedenis van de school was zeker de brand in de dependance aan de Kameelstraat in januari 2001, waarbij veel uniek les- en videomateriaal verloren ging. In 2002 werd er op zeer uitgebreide wijze het 50-jarig bestaan van de school gevierd. Voor de leerlingen was het verzorgen en bijwonen van een heuse circusvoorstelling zeker een hoogtepunt!
20
Arbeidstoeleiding Anno 2012 is het een algemeen aanvaard principe dat ook jongeren met een verstandelijke beperking recht hebben op een volwaardige werkplek die past bij hun mogelijkheden en beperkingen. De Liduinaschool was een van de eerste ZML-scholen die aan dit principe concreet gestalte heeft gegeven. Het opzetten van een leerlingwerkplaats binnen de sociale werkvoorziening in Breda is hiervan slechts een voorbeeld. Ook voor de komende jaren blijft arbeidstoeleiding een speerpunt op de Liduinaschool Samen met onze ketenpartners is er een inspanningsverplichting uitgesproken waarin wegen en methoden worden ontwikkeld opdat ook leerlingen op een VSO-school de mogelijkheid krijgen om een vakgericht diploma of certificaat te behalen in een werksector naar hun keuze. Ze verhogen daarmee hun kansen om een werkplek te vergaren binnen de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast wordt gewerkt aan een structuur waarbinnen leerlingen een portfolio kunnen opbouwen waarin hun competenties om leerlingspecifieke arbeidsvaardigheden te ontwikkelen zijn opgenomen met het streven om daadwerkelijk hiervoor certificaten te behalen. We zijn in gesprek met ROC’s en branchegerichte organisaties om dit vorm te geven. Tot slot: als Liduinaschool zijn we er trots op de afgelopen zestig jaar onze leerlingen een goed praktisch lesprogramma aan te kunnen bieden. We zijn trots op onze faciliteiten zoals onze keuken, ons arbeidslokaal en ons boerderijproject “De Kluis”! We zijn er trots op dat 99% van al onze schoolverlaters direct na hun Liduinaperiode een passende dagbesteding of arbeidsplek heeft gevonden en er niemand thuis kwam te zitten. Tegelijkertijd mag echter zelfgenoegzaamheid nooit een gegeven worden. We blijven op het vinkentouw om er alles aan te doen onze leerlingen te bieden waar ze recht op hebben!!
21
2002 - 2012 De afgelopen tien jaar kenmerkt zich wederom door een groot aantal veranderingen binnen de school waarvan de naamsverandering naar Liduinaschool er slechts één van is. Na jaren van overleg met vele partners is het er drie jaar geleden toch van gekomen: nieuwbouw voor de Liduinaschool! De SO-afdeling is in zijn geheel gehuisvest binnen het opgeknapte en uitgebouwde pand aan de Rijnauwenstraat. De VSO-afdeling heeft haar hoofdlocatie op de vertrouwde Landheining. Ook dit gebouw is grondig aan- en verbouwd. Beide locaties zien er keurig uit en kunnen de hedendaagse toets der kritiek met gemak doorstaan. Een twaalftal groepen binnen het VSO zijn gelokaliseerd aan de Wolvenring.
Op grond van het laatste positieve inspectiebezoek wordt met veel energie hard gewerkt aan tal van onderwijskundige vernieuwingen.
22
De verdere omslag naar een doelgericht en vraaggestuurd onderwijsaanbod op grond van een hedendaags digitaal leerlingvolgsysteem is hiervan een illustratief voorbeeld. Het spreekt voor zich dat de gehele digitale infrastructuur hierin grote veranderingen heeft doorgemaakt. Het is werkelijk niet meer voor te stellen hoe vroeger de rapportage in zijn geheel werd uitgeschreven! De implementatie van tal van nieuwe methoden op zowel praktisch als meer cognitief terrein is een ander voorbeeld. Ook de realisatie van een passende en effectieve samenwerking met onze ketenpartners binnen het onderwijsveld, de zorgstructuur en het arbeidsveld is voortvarend ter hand genomen. Hiernaast is vanuit de INOS-structuur hard gewerkt aan een organisatiemodel waarin we uitgaan van zelfsturende teams. Kortom: ook als zestigjarige is er geen tijd om stil te staan!! In 2005 nam de heer Jos van Heel na ruim 35 jaar afscheid als algemeen directeur. Zeer uitgebreid is dit door leerlingen en personeelsleden gevierd. De laatste vijf jaren was de heer Paul Hotterbeekx algemeen directeur. In het kader van de invoering van de wet “Passend Onderwijs” is het waarschijnlijk dat op termijn de Liduinaschool, de Schalm en de Openluchtschool zullen opgaan in één organisatorische eenheid. In dat perspectief zijn in 2010 twee sector-directeuren aangesteld en heeft de school op dit moment geen algemeen directeur meer. Op het moment van het 60-jarig bestaan van de school is er veel beweging in onderwijsland en is het moeilijk te voorspellen hoe de Liduinaschool er over bijvoorbeeld tien jaar voor zal staan. Onverminderd zal er echter altijd behoefte blijven bestaan aan een passend onderwijsarrangement voor de leerling met een verstandelijke beperking in een geëigend pedagogisch en didactisch klimaat: een onderwijsaanbod dat recht doet aan de mogelijkheden van de individuele leerling! Vanuit onze deskundigheid én onze betrokkenheid hopen we als Liduinaschool ook de komende tien jaar weer een centrale rol te spelen op dit speelveld!
23
24
25
Terugblik Ik zit achter mijn bureau en zie in mijn agenda dat het al zes jaar en drie maanden geleden is dat we met zijn allen samen en omarmd “droomland” zongen en niet te vergeten het beroemde lied van Hughes Aufray: Adieu Monsieur le Professeur. Het was mijn afscheid dat eindigde met een laatste knuffel aan alle collega’s. Ga nu maar genieten, zei men toen. Alsof ik niet alle jaren genoten had. Toch had ik er moeite mee om na zoveel jaren afscheid van de school te nemen. Toen kwam er een telefoontje van de Liduinaschool of ik een stukje wilde schrijven ter gelegenheid van het 60- jarige bestaan van de school. Wat moet ik in hemelsnaam schrijven!? Het moest kort zijn, hooguit een kantje. Maar ik heb wel herinneringen voor een heel boek. Dus ik legde mijzelf een censuur op door te handelen zoals ik vroeger deed bij een speech voor iemand die al vele jaren op school werkte. Drie kernwoorden zocht ik bij elkaar, meestal met hulp van collega’s, en daar breide ik dan een verhaal omheen. 1.
Zo is het gekomen
Ik zie me nog in januari 1962 als 20-jarige hospitant van de kweekschool in Baarle Nassau voor het eerst de Sint Liduinaschool binnenstappen. Nu was dat niet zo heel vreemd want deze school was gelegen aan de Weerijssingel en lag op 100 meter van mijn ouderlijk huis aan de Haagweg. Het hoofd van de school was de heer Withagen, die mij vertelde hoe hij met de leesmethode van Jan van Breda, meegekregen van de toenmalige Sint Jansschool voor moeilijk lerende kinderen, de zeer moeilijk lerenden leerde lezen. In het kleine gymzaaltje was het heerlijk voetballen met oud-leerkrachten als Jan Martens en An Hermes en een aantal jongelui van de school. Maar het meest aantrekkelijke was voor mij de heerlijke warme chocomel die juffrouw Nanny haar ‘grote meisjes’ leerde klaarmaken en serveren. Zelfs haar leerlingen begrepen dat er iets moois groeide tussen hun juf en de jonge hospitant.
26
Wat opviel was wel dat op deze kleine school de vijf enthousiaste mensen toen al druk bezig waren doelstellingen te bedenken om de leerlingen vooruit te helpen! Wie kent nog de 10 uitgangspunten van Inspecteur Broeren? Toen hadden inspecteurs voor de scholen vooral een inspirerende taak! Na mijn militaire diensttijd kreeg ik een baan als onderwijzer op Katendrecht in Rotterdam waar ik van Broeder Loyola nooit alléén op huisbezoek mocht. Het LOM-onderwijs lokte; eerst in Rotterdam en later werd ik benoemd aan de Augustinusschool voor LOM in Oosterhout. Op de Liduinaschool, waarmee ik een innig contact had bewaard, zocht men een leerkracht en ik mocht gaan werken bij ‘de grote jongens’. Samen met Nanny maakten we het eerste schoolrapport voor de oudere leerlingen, een verslag van concrete en praktische vaardigheden gericht op datgene wat leerlingen in het leven na de schoolcarrière moesten beheersen. Enige jaren later stopte onverwachts de heer Withagen als hoofd van de school en het toenmalige bestuur vroeg mij om die taak over te nemen. Vanaf 1 februari 1972 begon ik aan een taak die mij heel veel voldoening zou geven. 2.
Groei
Dat de school sinds 1972 steeds meer leerlingen kreeg is genoegzaam bekend. De komst van nieuwe leerlingen van internaat t Gruytveld in Terheyden bracht de noodzaak met zich mee om het leerlingenvervoer aan te passen. Alle gemeenten in het stadsgewest Breda deden mee en kleinbus-ondernemer Muys uit Sint Willebrord kreeg al het vervoer toegewezen. Hij moest heel wat nieuwe busjes aanschaffen en voor het interne vervoer kreeg de school een wat ouder, oranje busje toegewezen. De intimi weten dat dit busje veel vreugde voor de school heeft opgeleverd bij kampen, excursies en uitjes met leerlingen en personeel. Groei vooral ook door organisatie van observatiegroepen, het autisme en zeker niet op de laatste plaats de komst van de afdeling MG.
27
Dit laatste kwam tot stand omdat we het proces tegen de toenmalige minister van onderwijs wonnen bij de Raad van Staten en 300.000 gulden meekregen. Het is te betreuren dat de laatste jaren de observatiegroepen zijn afgeschaft en het autisme niet meer als zodanig wordt gesubsidieerd. Juist deze kwaliteiten waren voor de kinderen en dus ook voor de ouders heel belangrijk. Het vakonderwijs in het VSO kreeg steeds meer aandacht. Door netwerken rond arbeid was de samenwerking met de sociale werkplaats verstevigd. Agrarisch onderwijs bood nieuwe mogelijkheden naar plantsoenendienst en tuincentra. Zodoende moesten we op pad om een boerderij te zoeken. Samen met Theo van de Heuvel, directeur van praktijkschool de Overstap, sloegen we de advertenties in kranten er op na. Hij en ik hebben heel wat kilometers door het West Brabantse land afgelegd. Even voorbij Teteringen vonden we wat we zochten; edoch de vraagprijs was 150.000 gulden en dat bedrag was toen volstrekt onhaalbaar. Hadden we het achteraf bezien maar gedaan! We vonden uiteindelijk een plek bij boer Rennen in de Haagse Beemden. De Kluis heette die boerderij en deze naam is tot op de dag van vandaag gebleven. Wel verhuisden we een jaar of achttien geleden naar de Klokkenberg. Onlangs is de Kluis ondergebracht bij de woonboerderij ‘t Berkske in Ulvenhout. Daar zet de Liduinaschool haar agrarische activiteiten alleen voort. Ik streef onder de titel van groei niet naar volledigheid, maar vind het hier wel zeer op zijn plaats de naam te noemen van de heer Huub Boel, bestuurslid, die onze school een warm hart toedroeg en ons steunde met raad en daad. En zeker ook niet te vergeten de heer Henk Hofstra, de inspecteur Speciaal Onderwijs die zijn expertise inzette om de school in de goede richting te stimuleren. Hij beloonde ons vele jaren lang door op het einde van het schooljaar de schoolverlaters een boottochtje op de Oosterschelde aan te bieden. De inspecteur en een paar van zijn vrienden leerden de leerlingen én ons vissen op paling en makreel. Wat een vreugde voor de leerlingen en voor ons allemaal. Het was overigens de eerste keer van mijn leven en ook de laatste keer dat ik een worm aan mijn haak heb gedaan en nog iets heb gevangen ook.
28
3.
Waar het allemaal om begonnen is
Dat zijn de leerlingen en hun ouders. Als het met de leerlingen goed gaat op school, dan zijn de ouders blij en dankbaar. Ik weet dat ik steeds alle leerkrachten op dit feit gewezen heb. En dat maakte uiteindelijk ook dat we in de loop der jaren een team hadden dat trots op zichzelf mocht zijn omdat deze houding werd uitgedragen. In de vele oudergesprekken die ik in de loop der jaren gevoerd heb, is mij vaak verteld dat kinderen graag naar school kwamen. En geloof me, als we bijvoorbeeld leerlingen vanuit de observatieklassen door moesten verwijzen naar een hoger schooltype, was menig ouder daar niet gelukkig mee. Het gaat nu juist zo goed. In feite is dat een pluim op de hoed van het personeel Dat bleek ook iedere keer weer op het einde van het schooljaar als de schoolverlaters gingen uitzwerven naar de diverse werkplekken. Het uitgereikte diploma bleek steeds het symbool voor een vaak lang en gelukkig verblijf op school. Ouders en leerlingen bedankten het personeel en in Parkzicht kwam er aan het afscheid geen einde. In feite vertel ik over de kwaliteit van ons onderwijs dat steeds de aandacht heeft gevraagd en gekregen. Trots ben ik over het gegeven dat het leerlingvolgsysteem ZML met grote inbreng van het personeel van onze school in de jaren 1995-1999 tot stand is gebracht. Dit onderwijskundig model werd in 2004 door de Tweede Kamer tot wet verklaard. Waarmee ook de financiële grondslag voor het ZMLonderwijs een feit was geworden. Deze kwaliteitsslag, over vele jaren tot stand gebracht, is iets waar het personeel van de Liduinaschool trots op mag zijn. Ik hoop dat in de toekomst de nadruk op de kwaliteit van het onderwijs blijft liggen. Deze inspanning komt rechtstreeks ten goede aan de leerlingen. Weet dan dat op woensdag 14 december 2005 mijn allerlaatste activiteit voor de Liduinaschool was: het ondertekenen van het contract met DataCare, waarmee een digitaal onderwijsprogramma en evaluatiesysteem, op school werd ingevoerd. Dit om de bestaande kwaliteit te borgen en verder uit te breiden. Toen kon wat mij betreft het afscheidsfeest beginnen.
29
Slot Ik zit nog steeds achter mijn bureau en ben gestopt met typen. Nanny komt achter me staan en leest van het computerscherm het laatste stuk van de tekst en zegt: Gek hè, jij bent nu zes jaar geleden gestopt op de Liduina en we zijn ook weer net terug uit Ethiopië. Daar hebben we weken gewerkt met de leerkrachten van de school Felege Abay. Wij bespraken hoe met leerlingen met beperkingen om te gaan en ze te leren hoe te leren. Hoe een leerplan te maken naar Ethiopische mogelijkheden en normen. Nanny pakt van mijn bureau een foto waarop te zien is dat wij de meegebrachte leermiddelen overhandigen aan de leerkrachten en zij zegt: voor de kinderen van Felege Abay van de Liduinaschool uit een ver land! Meerle, 1 april 2012 Jos van Heel, oud directeur Liduinaschool
30
Liduinaschool 2005 – 2011 Ruim zes jaar heb ik als lid van de centrale directie van INOS en als algemeen directeur leiding gegeven aan de veranderingsprocessen van de Liduinaschool voor onderwijs en zorg. Toen Jos van Heel in december 2005 afscheid nam van de Sint Liduinaschool hadden wij samen al enkele trajecten uitgezet die tot verandering van het onderwijsconcept moesten gaan leiden. Omdat er niet meteen een opvolger voor hem aangewezen kon worden, werd als interimdirecteur Theo Nelissen benoemd. Theo was een oude bekende in het ZML-onderwijs. Onder zijn leiding werd een start gemaakt met de ontwikkeling van het LVS DataCare, de interne begeleiding en de kwaliteitszorg. De start van deze drie projecten was het begin van de “nieuwe” Liduinaschool. Door de aansturing van Theo en de ondersteuning aan de beide adjunctdirecteuren Kees Braspenning en Rien van Kaam, kwam ik steeds dichter bij de Liduinaschool te staan. Uiteindelijk ging mijn SO-hart weer sneller kloppen en in overleg met het bestuur werd ik per 1 augustus 2006 benoemd als algemeen directeur van de Liduinaschool. Er werd twee jaar uitgetrokken om de school een nieuw gezicht te geven, passend bij de maatschappelijke opdracht van de school. De als project gestarte ontwikkelingen kregen een andere status en langzaam maar zeker werd in het onderwijsconcept de groepsbenadering ingevoerd. In 2008, toen we ons midden in de start van dit veranderingsproces bevonden, kwam de inspectie op bezoek en velde een vernietigend oordeel over de kwaliteiten van de school. Ze werden uitgenodigd om een jaar later terug te komen om te zien waar de veranderingsprocessen toe leidden. Anderhalf jaar later kreeg de school na een korte periode van zwakke school een basisarrangement toegekend.
31
Vanwege het feit dat de veranderingsprocessen nog in volle gang waren kon de evaluatie van de processen nog niet plaatsvinden en dus ook niet beoordeeld worden. Het leerlingvolgsysteem was volledig geïmplementeerd. De interne begeleiders speelden bij deze implementatie een belangrijke rol. De Liduinaschool kent in haar populatie een grote groep leerlingen met een ernstige verstandelijke of meervoudige beperking en een aantal groepen voor leerlingen met soms ernstige vormen van autisme. Ook voor deze groep zijn in de afgelopen jaren nieuwe programma’s ontwikkeld die beter aansluiten bij de hulpvragen van deze leerlingen. Tenslotte is de VSO-sector van de Liduinaschool zich steeds concreter gaan richten op de domeinen wonen, werken en vrije tijd, waardoor zij er, mede dankzij de ESFprojecten, in geslaagd is gerichte ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen te ontwikkelen en de uitvoering via het stage bureau gerichter te begeleiden. Naast een inhoudelijke ontwikkeling was er ook sprake van een verandering in huisvesting. In 2006 was de school gevestigd op acht locaties in de stad. In september 2011 telde de school nog vier locaties, de Rijnauwenstraat waar de hele SO-populatie gehuisvest werd, de Landheining voor praktijk, brugklassen en MG-groepen in het VSO en de twee VSO-locaties aan de Wolvenring. De culturen van de diverse teams werden op een bereidwillige manier door de diverse teams verenigd tot een gezamenlijke SO en VSO sector. De ontwikkeling van de teams in deze sectoren vormden daarbij een belangrijke schakel. Tenslotte werd in deze periode ook de organisatiestructuur aangepast. Samen met Mytylschool de Schalm werd aan een nieuwe structuur gewerkt waarin, naast de algemeen directeur, sectordirecteuren verantwoordelijk werden voor alle activiteiten in de sectoren SO en VSO. Voor de Liduinaschool betekende dit dat de adjunct-directeuren zich meer op de ontwikkeling en de aansturing van de professionele staforganisatie gingen richten.
32
De Liduinaschool heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de landelijke ontwikkeling van het ZML-onderwijs en later het REC 3 onderwijs. Na het afscheid van Jos van Heel werd er twee jaar volledig gefocust op de interne ontwikkeling van de school. Vanaf 2009 echter participeerde de school ook weer volop in de landelijke ontwikkelingen, binnen expertise taakgroepen en binnen de besturen van successievelijk ZML, LVC3 en LVC4, het latere LECSO. De Liduinaschool is klaar voor passend onderwijs en regionale samenwerkingsverbanden. Met gezamenlijke kracht is er binnen de school een sterk onderwijsinhoudelijk concept gerealiseerd dat passend is voor kinderen en jong volwassenen met een verstandelijke beperking. Waar de leerling zich in de toekomst ook bevindt, de Liduinaschool is zowel intern als extern in staat goede ontwikkelingsperspectieven te ontwikkelen en de uitvoering ervan te begeleiden. Paul Hotterbeekx, oud directeur Liduinaschool
33
Liduina in beweging is de titel van de conferentie die op 18 april 2012 plaats vindt. Uit eigen ervaring en waarneming kan ik zeggen dat de school de titel van de conferentie in de praktijk waar maakt. In het schooljaar 2007-2008 ben ik gedurende een aantal maanden interim directeur geweest Ik heb toen de kans gekregen de school van binnenuit te leren kennen. Heel opmerkelijk was de grote betrokkenheid van de leerkrachten op de leerlingen. Met hart en ziel stonden de meesten klaar voor de leerlingen en wisten zij voor hen interessante uitdagingen te organiseren. En dat in een gebouwelijke situatie die op veel terreinen ernstig te wensen over liet. Daarnaast realiseerde men zich dat op een aantal punten verbetering wenselijk/noodzakelijk was. Ik denk daarbij vooral aan de invoering van de diverse leerlijnen en het opzetten van een systeem om de kwaliteit van het werk goed te monitoren. Deze beide innovaties hebben tot gevolg gehad dat de kwaliteit van het werken met de leerlingen nog beter is geworden. Een groot compliment daarvoor naar alle medewerkers van de Liduinaschool. Want het is niet vanzelfsprekend dat er naast het dagelijkse werk ook voldoende tijd vrij wordt gemaakt om de gewenste verbeteringen te realiseren. Als directeur onderwijs bij INOS heb ik kunnen zien dat de school op diverse punten succesvol in ontwikkeling is gebleven. Onderzoek van onder andere de inspectie van het onderwijs heeft dat laten zien Een nieuwe directeur met nieuwe ideeën en opvattingen, veranderingen in de managementstructuur, de grote onrust met betrekking tot passend onderwijs, de verdere professionalisering van het werken met de leerlingen en het eindelijk op peil brengen van de huisvesting.
34
Als prominent oud medewerker heeft Jos van Heel altijd als uitgangspunt gehad dat de kinderen op de Liduinaschool goed aan hun trekken moesten komen. Tot op de dag van vandaag slagen de medewerkers vanuit de diverse disciplines (en dat zijn er heel veel) er in dat uitgangspunt waar te maken. En dat al 60 jaar lang. Ik wens de leerlingen, alle medewerkers en ook de ouders een succesvolle volgende periode van 60 jaar toe. Ik heb niet alleen maar genoten van hetgeen ik heb mogen/moeten doen op de school. Maar het genieten heeft een belangrijk deel van mijn werken op de school uitgemaakt. Ik dank daarvoor eenieder hartelijk en sluit met de groet: NAMASTE. (ik groet het goddelijke in je) Theo Nelissen, interim directeur Liduinaschool
35
Paula Ik ben afkomstig uit een ouderwets grote Brabantse familie. Dat betekent veel neefjes en nichtjes waarvan ik als kind de meeste vooral zag op de verjaardag van opa of oma. Het waren er teveel om ze allemaal goed te kennen, maar één nichtje, Paula, sprong eruit. Paula was een nichtje van ongeveer mijn leeftijd en zij viel op door twee dingen. Paula was altijd opgewekt en Paula had het Syndroom van Down. Nu, 30-35 jaar later, springt Paula er nog steeds uit en kijk ik met bewondering naar haar. Naar hoe ze zich ontwikkeld heeft, naar hoe zij leeft in een woonsituatie die bij haar past met de zelfstandigheid die ze prima aankan. Haar vriendje van destijds is inmiddels haar partner en als altijd heeft zij haar ontwapenende glimlach. Ik moest enorm aan Paula denken toen ik, net werkzaam in het onderwijs, op werkbezoek was op de Liduinaschool. Een uurtje daarvan bracht ik door op een klein krukje in een groep kleuters met het Syndroom van Down. En ja, de Liduinaschool doet heel veel om deze kinderen bij hun ontwikkeling te helpen. Maar het sprong me nog meer in het oog wat ik van de kinderen zelf kon leren. Gewoon zeggen wat je denkt of wat je wilt, zonder complicaties of sociale wenselijkheid. Boos zijn als je boos bent, vrolijk zijn als je vrolijk bent. Dingen waar ik zo maar jaloers op kan zijn. En al filosoferend brengt dat me terug bij een van de grootste opdrachten die we in het onderwijs hebben: kinderen te laten worden wie ze al zijn. Frank van Esch, voorzitter College van Bestuur INOS Stichting katholiek onderwijs Breda
36
37
Adri Hogenvorst, leerlingenvervoer Woudrichem. Twee maal bezocht ik de Liduinaschool. Enerzijds omdat ik verantwoordelijk ben voor het leerlingenvervoer, dus beroepshalve geïnteresseerd in het reilen en zeilen van een school voor speciaal onderwijs. Anderzijds privé, omdat wij thuis een grote affiniteit hebben voor mensen met een beperking. Mensen die wij dan ook met liefde “anders begaafd” noemen. Zo gingen wij op een zaterdag in 2008 op bezoek bij de Liduinaschool omdat er een tentoonstelling was over autisme, mede georganiseerd door het dr. Leo Kannerinstituut. Zo kregen wij een rondleiding door het gebouw en uitleg over de werkwijzen. Een lokaal, speciaal ingericht voor autistische kinderen, vonden we heel bijzonder. Het was voor zeven kinderen en voor elk kind was een speciaal hoekje gecreëerd met een kamerscherm, zodat ze zich, zonder afgeleid te worden door externe prikkels, konden concentreren op hun leerwerkje. Ook bijzonder vonden wij dat er voor zeven kinderen twee juffen waren. In de gymzaal was een constructie van een hoofd geplaatst, daarin kon je ervaren hoe de informatiestromen binnen komen bij iemand met autisme. Wij kregen een koptelefoon op en drie televisieschermen toonden je de beelden en de geluiden, die hard binnenkwamen en je de onrust deden voelen, zoals dat voor mensen met autisme is. Diep onder de indruk gingen we huiswaarts. De tweede maal was een bezoek in verband met de presentatie van het boek “Jong Leren”, Dit was in november 2010.
38
Deze keer werd ik ontvangen op een andere locatie. Van daaruit maakte ik mee hoe een zwemles verliep en wat een gedoe dat is, om het georganiseerd te krijgen. Diepe bewondering voor de mensen die zo het vertrouwen weten te winnen van deze kinderen en hen de vaardigheden van het zwemmen weten bij te brengen. Het waarnemen van de vreugde bij de ouders, wanneer het lukt dat hun kind op de rug zwemt, was aandoenlijk. Maar daarnaast ook het besef dat als je een kind hebt kunnen leren zwemmen dat dit voor ouders een nieuwe wereld van activiteiten biedt die je gezamenlijk kunt doen. Want gezamenlijk dingen ondernemen is niet vanzelfsprekend voor ouders met deze kinderen. Daarna gingen we weer terug naar school en kon ik meemaken hoe de kinderen in de klas functioneerden, bewonderde ik de snoezelruimte en zag hoe ouders een prachtige verhoogde speelplek hebben gecreëerd in een klas. Ik zag hoe er voor één kind een soort tent was opgericht, zodat hij/zij niet teveel prikkels ervaart en toch in een sociale leeromgeving kan zijn. Hoe de leerkrachten en verzorgers de kinderen klaar maken om richting huiswaarts te gaan. Voor sommige kinderen is daar ¾ uur voor nodig. Er is al heel wat bereikt wanneer een kind zelf zijn jas kan aandoen. Ik word geraakt door een meisje, een prachtig kind waaraan je niet kunt zien dat ze een beperking heeft. Ze staat alleen op een bepaald punt in de gang. Elke dag heeft ze moeite met het patroon van naar de busjes gaan. Daarom wordt ze op een bepaald punt geplaatst en weet dat ze daar wordt opgehaald als het haar beurt is om in het “juiste” busje te stappen. Ik kijk toe hoe het werkt met de busjes waarin ze vervoerd worden.
39
Er komen meer dan 60 busjes voorrijden, elke dag in andere volgorde. Een leerkracht met een megafoon roept de namen af en helpt kinderen instappen. Het is cruciaal dat een kind in het goede busje stapt om naar huis te gaan. Alles overziende groeit mijn respect voor chauffeurs, leerkrachten en assistenten voor hun inzet en maatwerk gerichte benadering van de problemen en zorg waarmee deze kinderen worden omringd. Afsluitend is er een bijeenkomst in ODC “Zandoogjes”. Ik kom terecht in een totaal andere wijk van Breda. De ontvangst is er hartelijk en er zijn heel veel mensen. Na de inleiding gaan we in groepen uiteen. Ik spreek met verschillende ouders over wat alle bezuinigingen voor hen betekenen. Ik verneem hoe ouders kiezen voor dagopvang en niet voor onderwijs. In verband met opvang, begeleiding en fysiotherapie. Met een schok realiseer ik mij hoe naïef ik ben, denkend dat wij in Nederland wonen en dat elk kind toch recht heeft op onderwijs. Ik kom tot de conclusie dat wel heel veel bezuinigingsmaatregelen op deze wijze zorgen voor een stapeleffect die al deze mensen betreft en zeker ook de leerkrachten. Daar betaal ik toch belasting voor, redeneer ik, opdat wij de zware last van deze mensen helpen dragen. Er zijn twee dames van het ministerie, zij zeggen toe dit bij de staatssecretaris neer te leggen en in hun beleid rekening te houden, met alles wat ze deze middag hebben gehoord. Het is 20.00 uur, ik ga met een boekje naar huis. Mijn hoofd is vol van alle ervaringen en het zal mij nog dagen kosten om alles een plekje te geven. Alle medewerkers van de Liduinaschool, onze gelukwensen met dit 60 jarig bestaan, veel succes met het “meebewegen” in een maatschappij waarin steeds meer het geluid klinkt van maatschap mij. Adrie Hogenhorst, werkzaam en verantwoordelijk voor het leerlingvervoer bij de gemeente Woudrichem
40
Liduinaschool 60 jaar… Gezien het enthousiasme van de mij bekende medewerkers zou je niet zeggen dat hier al 60 jaar hard aan de weg getimmerd wordt. Zorgvuldig en vooral met passie gaan de medewerkers voor hun leerlingen aan de slag. Nooit alleen, want alleen bereik je niet voldoende. Altijd mét… Met de leerling, met de ouders, met de partners naar waar zij de leerlingen laten doorstromen. Enthousiast en met
PASSIE
Als teamleider van Arbeidscentrum en Arbeidsinpassingscentrum te Oosterhout ben ik ook trots op mijn team dat werkt vanuit het hart en met passie. Waarschijnlijk daarom vinden we altijd zo snel een klik met de medewerkers van de Liduinaschool. Zij werken ook vanuit het hart en met passie. En hopelijk doen ze dat nóg 60 jaar. Proficiat met jullie jubileum, en sterkte in de toekomst. Namens alle teamleiders en teams van Stichting Prisma, Bert Joosen
41
K.pabel In 60 jaar hebben jullie veel mogen beleven. Van een deel daarvan mochten we getuigen zijn Onze ervaringen met de Liduinaschool zijn zeer goed te noemen. We hebben al heel wat jaren een zeer goede zakelijke, maar ook emotionele band met elkaar. De band met elkaar is steeds hechter geworden. Buiten dat we een goed programma in elkaar gezet hebben met veel ruimte voor verbeteringen waren er ook veel gezellige momenten. Bijvoorbeeld bij het jaarlijkse evenement bij Parkzicht, maar ook ieder jaar weer aan het einde van het schooljaar het afscheid nemen met meestal een boottochtje. Natuurlijk had niet altijd iedereen het naar zijn zin, maar altijd wisten we met elkaar er een mouw aan te passen. Ik hoop dat we nog jaren van een goede samenwerking met elkaar kunnen genieten Met vriendelijke groet, Els van der Wal, directeur K.pabel
42
Stage bij BSW bedrijven De afgelopen jaren hebben tientallen leerlingen van de Liduinaschool stage gelopen bij BSW bedrijven. Zo kon er op het gebied van productiewerk, technische montage, machinale houtbewerking, kleding sorteren, magazijnwerk, schilderwerk en groenvoorziening, werkervaring worden opgedaan. Het was de bedoeling te kijken of leerlingen een bepaald vakgebied in hun vingers hadden of dat ze erachter kwamen of ze bepaald werk echt leuk vonden. Het was mogelijk om gedurende het schooljaar verschillende beroepen uit te proberen. Waren veel leerlingen in het begin best zenuwachtig, soms bang om te starten, in zo goed als alle gevallen fleurden de jongeren gedurende hun stage geweldig op. Het is niet gek dat ze in het begin wat onwennig tegenover hun nieuwe situatie stonden. Het is immers een geweldige verandering vanuit een toch wel beschermde omgeving als school, naar een zo groot bedrijf als BSW bedrijven. Echter, door de fantastische begeleiding vanuit de Liduinaschool en BSW bedrijven is steeds alles prima op zijn pootjes terecht gekomen. Verschillende leerlingen van de Liduinaschool met een indicatie sociale werkvoorziening of indicatie WAjong zijn in de afgelopen jaren aangenomen bij BSW bedrijven en hebben het in het algemeen erg goed naar hun zin. Het is daarom een goede zaak dat deze jongeren eerst hebben kunnen “proeven” binnen BSW bedrijven in de vorm van stage. Soms kon zelfs de stage gelijk overgaan naar een echt dienstverband als leerlingen een WAjong indicatie hadden en op de wachtlijst stonden. BSW bedrijven kijkt met heel veel plezier terug op deze mooie jaren. Het is geweldig te zien hoe jongeren groeien in een schooljaar als het gaat om zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Wij willen als BSW dan ook de Liduinaschool heel hartelijk danken voor de geweldige samenwerking.
43
Uiteraard van harte gefeliciteerd met jullie 60-jarig bestaan: een geweldige mijlpaal! Ries Jacobs, stagebegeleider K.pabel/BSW bedrijven
44
Edunova Als adviseur van Edunova kom ik al vanaf 2007 bij de Liduinaschool. Ik heb me als Brabantse altijd erg welkom gevoeld op deze Brabantse school, er is altijd ruimte voor een kopje koffie en een gezellig babbeltje. Ik heb meegemaakt hoe de school zich steeds meer ging bezighouden met arbeidstoeleiding en samen met Hans van Dijk heb ik al diverse ESF projectenaanvragen geschreven. Ik heb in mijn samenwerking met Hans, Paul, Kees, Rien en Joop ervaren dat zij enthousiaste mensen zijn die de leerling en zijn mogelijkheden, ondanks alle lastige regels en wetgeving, altijd centraal stellen! ESF subsidie geeft de Liduinaschool de mogelijkheid om innovatief te zijn en te blijven in arbeidstoeleiding. Elk jaar was het weer spannend of de aanvraag beschikt zou worden. In de verantwoording van deze projecten heb ik al veel uitdagende (!) gesprekken meegemaakt met de school en het ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er is zojuist weer een nieuwe projectaanvraag de deur uit voor ESF, ik hoop dat de school ook in het schooljaar 2012-2013 haar arbeidstoeleiding verder kan ontwikkelen! Arbeidstoeleiding wordt zoveel mogelijk afgestemd op de mogelijkheden van de leerling, de school wil zo realistisch mogelijk toeleiden naar duurzame arbeid. Dit door het inrichten van maatwerk aan de hand van assessment zoals Melba. Ook is de Liduinaschool pilot school geweest in het landelijke project “Boris brengt je bij een baan”. In dit project werken de kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven en scholen samen om leerlingen uit het VSO die kiezen voor de leerroute naar de arbeidsmarkt, te ondersteunen. Bij de Liduinaschool volgen leerlingen maatwerktrajecten in de diverse leerlingwerkplaatsen die de school heeft, zowel in- als extern. In de laatste jaren stemt de school arbeidstoeleiding ook steeds meer af op de behoefte en mogelijkheden van het bedrijfsleven/lokale werkgevers. Branchegerichte cursussen zijn voor de leerlingen waardevol omdat deze meer mogelijkheden geven op de arbeidsmarkt. De school richt zich tevens op het uitbreiden en verstevigen van haar netwerken met collega-scholen, gemeenten, UWV, zorginstellingen om zo veel mogelijk kansen voor de leerlingen te kunnen creëren.
45
Passend onderwijs en de nieuwe wet Kwaliteit VSO zorgen voor spannende en onzekere tijden voor de Liduinaschool. Er komen veel veranderingen aan en er zijn ook nog veel onduidelijkheden. Ik wil de school hierbij veel succes wensen. Daarnaast wens ik de Liduinaschool een hele mooie toekomst waarin zij goede ontwikkelingen kunnen voortbrengen voor de leerlingen! Marloes van de Camp, opleidingskundige/adviseur Edunova
46
KBS Sint Joseph Onze Joost* heeft ruim een half jaar op de Liduinaschool gezeten. Hij was vier jaar en stroomde in vanuit het kinderdagverblijf de Paddenstoel. Om bij zijn broers op school te komen is hij in januari 2007 overgestapt naar de Sint Josephschool. Nu, vijf jaar later, beseffen wij maar al te goed dat het dankzij de Liduina is, dat hij zich hier op plezierige wijze kan ontwikkelen. Jarenlang werden wij immers begeleid door Corina van den Berg die ons op bezielende wijze wegwijs heeft gemaakt in de wereld van het Downsyndroom. De netwerkbijeenkomsten die zij en collega’s aanboden gaven ons houvast en vertrouwen de goede zorg te kunnen bieden aan Joost. Het stokje van de ambulante begeleiding is dit jaar overgenomen door Fransis Rops, die met enthousiasme en kunde ons weer verder helpt. Door de perikelen van Passend Onderwijs staat de functie van Ambulant Begeleider op de tocht. Hierbij wil ik een lans breken voor deze waardevolle en onmisbare mensen die met hart en ziel ons in ons werk ondersteunen. Wat moeten wij zonder deze vakmensen beginnen? Hanny van Marrewijk, KBS SintJoseph
*gefingeerde naam
47
Mijn eerste activiteit op de Liduinaschool Mijn mannekes, de tweeling Manu en Stef, zitten al ruim drie jaar op de Liduinaschool. Daardoor hebben wij al heel wat ervaringen meegemaakt op eigenlijk alle manieren. Als ik goed kon schrijven zou ik zelf een boekje kunnen maken over: de feesten op school, de afsluitingen van projectweken, het gehele kampritueel, de versieringen van het gebouw, het vervoeren van de kinderen naar activiteiten, mijn inbreng in de oudercommissie, het vieren van de verjaardagen in de klas, enz. Maar wat het allereerste bij me opkwam toen ik de uitnodiging las om een verhaaltje of anekdote te schrijven wil ik heel graag met iedereen delen omdat het nog hele warme fijne gezellige gevoelens bij me oproept. Onze tweeling is op de Liduinaschool gekomen in december 2008. De feestmaand dus en ze vielen met hun neus in de boter. Misschien moet ik erbij zeggen dat het in het jaar was van de grote (ver)bouwing. Manu en Stef moesten dus naar basisschool de Werft omdat daar de observatiegroep was gehuisvest tijdens die grote operatie. Die school staat op bijna twee kilometer van ons huis zodat ik de tweeling nog elke dag kon brengen en halen. Dat is fijn want je komt geregeld op school, dus je leert de leerkrachten snel kennen en een praatje is dan makkelijk gemaakt. De Sinterklaas verliep superleuk en door de praatjes werden we al snel goed opgenomen in de Liduinagroep. Toen kwam Kerst eraan en de leerkrachten hadden bedacht dat een circuit heel leuk zou zijn met verschillende onderdelen: kerststukjes maken en eten verzorgen.
48
Omdat ik een aantal kwaliteiten heb: ik praat graag ik help graag ik ben bloemist en moeder van niet alleen de tweeling maar nog drie andere kinderen, dus organiseren gaat me ook vaak goed af, Er werd mij gevraagd of ik op school wilde komen helpen. Ikke wel natuurlijk, geweldig om op zo’n bijzondere dag erbij te mogen zijn. Ooit heb ik nog mijn diploma gehaald als bloemist dus ik zou bij die kerststukjes gaan helpen. Dat was leuk, maar de leerkrachten hadden eigenlijk ook nog iemand nodig die voor drie klassen voor het eten wilde zorgen. Dat hoefde ik niet in mijn eentje te doen hoor, we kregen allemaal taken. Een van de taken was aardappelkroketten bakken. En nu dacht ik: als ik thuis voor zeven man kan koken (en wat er soms nog bij aanschuift) moet ik toch ook voor drie klassen aardappelkroketten kunnen bakken. Maar frituren STINKT, dus stonden de frietpannen buiten op tafeltjes. We hadden twee of drie frietpannen, het leek een beetje op een echte friettent. Ook hadden we die dag mooi Hollands weer. REGEN dus. Ik heb daar met heel veel plezier voor drie klassen aardappelkroketten staan bakken met een paraplu boven mijn hoofd want water in olie is vuurwerk zonder feest. Er is diverse malen gevraagd om mij af te lossen maar ik dacht: nu ben ik de enige die STINKT EN NAT IS, laten we dat zo maar houden en ik had er lol in. Meneer Sjaak en juffrouw Irmgard waren superlief door me steeds warme thee te brengen en de lege schalen om te ruilen voor volle. Dit was mijn eerste moment waarop ik op school heb geholpen, er zijn daarna nog vele momenten gevolgd, ook allemaal leuk, leerzaam, gezellig enz enz. Maar die belevenis van met een klein groepje zo uitpakken voor een feest heb ik als een warme mooie herinnering voor altijd bij me.
49
Eigenlijk raad ik iedere ouder aan om zo af en toe eens op school te helpen, want ik gun iedereen minstens zo’n mooie, leuke herinnering aan de school van je kind. Veel leesplezier en groetjes van Kitty van de Rijke, (pleeg)moeder van Manu en Stef
50
Liduinaschool gefeliciteerd!! Graag willen wij jullie van harte feliciteren met het 60-jarig bestaan; ook namens de cliënten die bij ons wonen, werken of de BSO bezoeken. Heel veel van hen hebben als leerling op de Liduinaschool gezeten of gaan daar op dit moment naar school! Als cliëntadviseurs komen we graag op de Liduinaschool. De laatste keer kregen we een rondleiding op de locatie Wolvenring. In een lokaal was de vloer nog nat van het dweilen; deze werd na ons bezoek ijverig opnieuw geboend door een leerling Liduinaschool; bedankt voor de fijne samenwerking en we vertrouwen erop dat deze de komende jaren even betrokken zal zijn! Namens SOVAK, Riekje van Vugt, cliëntadviseur
51
De Liduina-musical van 2012 Het 25-jarig jubileum van de school werd gevierd met een in die jaren onvermijdelijke eucharistieviering, een gezamenlijke lunch met alle leerlingen in de gangen van de school, een voorstelling van een clown / goochelaar (de in heel Breda en verre omgeving wereldberoemde Bauk Martens) en een drietal uitvoeringen van de door juffrouw An Hermus geschreven musical “Van een sprookje dat in de war liep”. Deze musical werd door leerlingen opgevoerd in de eetzaal. Kostuums en de voornamelijk groen geschilderde decors waren in eigen beheer vervaardigd, we hadden twee microfoons, een versterker en twee geluidsboxen, vier meerkleurige schijnwerpers op een wiebelige standaard en een indrukwekkend schakelbord. Bij de première zat het voltallige schoolbestuur, bestaande uit vijf broeders van Huybergen op de eerste rij, het was warm, de zaal zat drie keer stampvol, de leerlingen speelden alle rollen, zongen alle liedjes, dansten als elfjes en het verhaal…..heb ik nooit helemaal begrepen, maar het liep wel goed af. Bij het 40-jarig jubileum besloten we het anders, maar vooral groter en ‘artistieker’ aan te pakken. Het personeel voerde de musical “Alfred Jodocus Kwak” twee maal op in een uitverkocht Chassé theater. Er zat een heus orkest van (aanhang van) personeelsleden in de orkestbak, er werd gezongen door personeelsleden die beter niet op het toneel konden verschijnen, het ballet bestaande uit overwegend dartele jonge vrouwelijke collega’s zorgde voor enthousiaste bijval uit het publiek, de technici van het Chassé theater regelden licht en geluid, we repeteerden maandenlang, het decor was functioneel eenvoudig dus artistiek, de kleding was uitermate primair dus zéér artistiek, de musical eindigde met de vlucht van de Koning in een elektrische roltroon en de spectaculaire opkomst uit de nok van het theater van de directeur. Het verhaal…..heb ik nooit helemaal begrepen, maar het liep wel goed af.
52
Het 60-jarig jubileum van de Liduinaschool staat in het teken van beweging en voorbereiding op de toekomst. De toekomst van de Liduinaschool: Een musical waard! Of wordt het een requiem? Met een halsstarrige minister als alsmaar meer regie verliezende en haperende regisseur, hooghartige Tweede Kamer leden van VVD en PVV die al krassend de tweede viool in de orkestbak spelen, dolend personeel dat uitsluitend in mineur kan zingen, wanhopige ouders in de coulissen, die niet weten hoe dit requiem gaat aflopen, een haveloos ballet van bezuinigingen. En het verhaal………..? Dat verhaal heb ik nooit helemaal begrepen en zal zeker niet goed aflopen. Of gaan we weer terug naar de oorsprong van 35 jaar geleden: “Van een sprookje dat in de war liep” en uiteindelijk wel goed afliep. Een stralende musical van en voor en met kinderen die graag naar school komen, gespeeld met gemotiveerd, goed opgeleid en vakbekwaam personeel, mensen die weten dat ze er toe doen, stimulerende leiding, dit alles gebaseerd op samenwerking met de belangrijke spelers in de regio én met ouders die van harte en gewaardeerd meedoen. Dat verhaal schrijven we uiteraard zelf, met elkaar, dat verhaal begrijpen we en dat verhaal zal zeker goed aflopen. Marc Cantrijn, Beleidsadviseur Lecso
53
Onze ervaring met de Liduinaschool Wij hebben twee kinderen op de Liduinaschool zitten vanwege hun beperking. Ouders willen toch graag dat hun kinderen naar het normale reguliere onderwijs gaan met de kinderen uit hun directe omgeving. Ondertussen zijn wij echter al een flink aantal jaren ervaringsdeskundig met deze school en zijn we blij en gelukkig dat ze naar de Liduinaschool gaan!! Vorig jaar is onze dochter ernstig ziek geweest, zij heeft toen ruim zes weken in het ziekenhuis gelegen. De leerkachten zijn regelmatig in het ziekenhuis op bezoek geweest en we hebben in die tijd diverse telefoontjes ontvangen vanuit de school om te vragen hoe het met haar ging. Kortom, een school met zeer betrokken leerkrachten en overig personeel. Daarom is de Liduinaschool voor onze zoon Maurice en onze dochter Melissa al jaren de school voor goed passend onderwijs!! Alvast proficiat met jullie 60-jarig jubileum en ga zo door met zijn allen. Paul en Ingrid van Gils
54
Stichting Prisma Wij zijn Angela en Joan; wij werken bij Stichting Prisma. Vanuit Prisma werken wij op de Liduinaschool (VSO team 6). Voor enkele leerlingen zijn er extra zorguren. Deze extra uren worden geïndiceerd door het CIZ. De voorwaarde voor deze extra uren is, dat de zorg door een erkende zorginstelling verleend wordt, Stichting Prisma in dit geval. Naast de leerkracht en klassenassistent zijn wij als derde persoon (zorgassistent) in de klas aanwezig. Wij draaien het volledige programma mee en verlenen de extra zorg (zoals persoonlijke verzorging) die deze leerlingen nodig hebben. Verder bieden we specifieke begeleiding om nieuwe vaardigheden, in een kleiner groepje (of soms individueel), aan te leren en eigen te maken (te denken aan bijvoorbeeld huishoudelijke werkzaamheden en boodschappentraining). Hiermee werken wij eraan om de jongeren voor te bereiden op het werk of zelfstandig/begeleid wonen. Dit doen wij met heel veel plezier en liefde! Groetjes, Angela Hoppenbrouwers ( klas 6e) Joan Vos ( klas 6a)
55
56
De MR als professioneel orgaan ‘Hart voor de leerlingen op de Liduinaschool. De reden voor ouders en personeel om plaats te nemen in de medezeggenschapsraad. Mede dankzij de deskundigheid van de ouders wordt de professionaliteit van de MR vergroot en kunnen onderwerpen als begroting, formatie en schoolplan kritisch bekeken en beoordeeld worden. Dit alles om de zorg voor onze ‘kinderen’ optimaal vorm te kunnen geven. De GMR en het besuur van INOS dagen ons uit te professionaliseren door ons onder andere cursussen te laten volgen, zoals de beginnerscursus MR en de cursus financiën. Voor thema’s zoals Passend Onderwijs worden door het bestuur en de GMR informatieavonden georganiseerd waar we als Liduinaschool met velen gehoor aan geven om op deze wijze onze belangen te kunnen delen en draagvlak te creëren voor de zorg om onze kinderen. De sectordirecteuren zijn betrokken bij de MR door hun aandeel in de vergadering. Zij bespreken schoolpunten aangaande de laatste ontwikkelingen. Er heerst een fijne sfeer, waarin we elkaar tot nadenken stimuleren en waar we ook kritisch mogen zijn. Eén van de successen van de MR is de petitie leerlingenvervoer wat vorig schooljaar aan wethouder S. Boelema is aangeboden. In eerste instantie om het draagvlak rondom de verlegging van de kilometergrens van drie kilometer naar zes kilometer te vergroten. Vanuit de gemeente is er voor dit schooljaar, vervoer op maat geleverd. Dit houdt in dat wanneer ouders kunnen onderbouwen waarom vervoer voor hun kind nodig is, ze dat ook krijgen. Zo zorgen wij samen voor optimale ontwikkelkansen voor kinderen, personeel en de Liduinaschool. Anke Voulon, voorzitter MR Liduinaschool
57
Boerderijproject De kluis In de jaren 80 veranderde het denken over werken en arbeidstoeleiding voor de leerlingen binnen onze doelgroep. Ook zij moesten meer en meer deel kunnen nemen aan het arbeidsproces. Het is ook in die tijd dat we voor het eerst dachten aan boerderijactiviteiten met o.a. dierverzorging en tuinonderhoud. Tijdens de oriëntatieperiode naar de mogelijkheden hiertoe kwamen we in contact met VSO-MLK-school “De Overstap”, nu Praktijkschool Breda. Ook zij dachten na over dit thema. Dit leidde al snel tot het samen plannen maken, zelfs tot samenwerking, en op 1 april 1986 werd een start met het onderwijsprogramma gemaakt op de boerderij van de familie Renne aan de Kluisstraat te Breda/Prinsenbeek. Deze straatnaam werd gebruikt om ons project een naam te geven: “De Kluis”. Ook werd er een stichting opgericht om via sponsoring en donaties de bekostiging van het project mogelijk te maken. We begonnen met twee lesdagen per week, maar al snel werd er de hele week les gegeven. Enkele leerdoelen: dieren voeren, planten en gewassen verzorgen, gereedschappen gebruiken en onderhouden, de bewerking van de grond, begrippen rond het boerderijgebeuren enz. Toen de familie Renne aangaf te willen stoppen met hun werkzaamheden werden ook wij gedwongen uit te zien naar een andere locatie. We vonden deze in 1988 op het terrein van het Medisch centrum “De Klokkenberg” aan de Galderseweg te Breda.
58
Ook hier beschikten we over voldoende ruimte en er werden technieken als grasmaaien, hout zagen en klieven aan het programma toegevoegd. We kregen de beschikking over een kas: we konden hier zaaien, verspenen enz. We mochten meedraaien in het paardenproject van de Hans Bergerkliniek, ook op het terrein gevestigd. De leerlingen genoten van de omgang met de paarden, vaak een hele overwinning, en wijzelf, leerkrachten van de Liduinaschool en Overstap waren zelfs zo enthousiast hierover dat wij een men- en koetsiersbewijs gingen halen. Een huifkartochtje was een welkome afwisseling: we reden met een groepje het bos in en vertelden over allerlei zaken in de natuur. Aardig om hier te vertellen is dat we een keer een paard op proef hadden en in een vergadering vertelde ik dat het paard niet was goedgekeurd omdat het een “luchtzuiger” bleek te zijn. Een bestuurslid dacht dat we een of ander apparaat wilden aanschaffen, maar het ging hier dus om een paard dat zich volzuigt met lucht door de lippen om bijvoorbeeld. een weipaal te klemmen en zich dan vol te zuigen met lucht. Ook werd het boerderijproject verder uitgebouwd: we kregen een medewerker en de beschikking over een bus met aanhanger, en dit maakte het mogelijk dat leerlingen de op de boerderij geleerde tuintechnieken in andere nog meer arbeidsmatige situaties leerden toepassen. Ook de jaarlijks terugkerende “open dag” was altijd een groot succes. De laatste jaren steeds georganiseerd in samenwerking met de Soroptimistclub Breda, die ons project ook financieel ondersteund heeft.
59
Groot was onze schrik dan ook toen we een aantal jaren geleden te horen dat, door de verkoop van de Klokkenberg aan de Vitalis Zorggroep, we niet lang meer op deze locatie konden blijven in verband met bouwplannen. Na lang zoeken, vergaderen en uitkijken naar een andere locatie hebben we met de Liduinaschool onderdak gevonden op het terrein van ’t Berkske aan de J.F. Kellyweg te Ulvenhout. De Praktijkschool is inmiddels onderdeel van het ROC en ook zij gaan onder deze vlag verder met hun activiteiten. Het project is meer dan de moeite waard en veel leerlingen hebben er de afgelopen jaren veel geleerd rond de verzorging van dieren, het werken in de tuin en, heel belangrijk want die heb je overal nodig: werknemersvaardigheden. Veel leerlingen hebben werk gevonden binnen zorgboerderijen, Sociale Werkvoorziening en een enkeling in het vrije bedrijf. Het project draait door en we hopen nog veel leerlingen een goede kans voor de toekomst te kunnen bieden! Fred Meijer,
leerkracht agrarische technieken
60
Koken op de Liduinaschool In de beginjaren van de Sint Liduinaschool werden de leerlingen van de eindgroepen verdeeld in een arbeidsgroep voor jongens en een huishoudgroep voor de meisjes. Alleen de meisjes kregen in de beginjaren les in koken. Door veranderende inzichten werd later van dit principe afgezien en kregen zowel meisjes als jongens kookles. Er was een keuken waar de kooklessen werden gegeven, maar na die keuken een aantal jaren gebruikt te hebben, is er besloten om in 1988 een nieuwe leskeuken te bouwen. De zelfredzaamheid van de leerling stond op dat moment centraal. De jongste VSO-leerlingen leerden de basistechnieken in de middag en ´s morgens kookten de oudere VSO-leerlingen een maaltijd voor zichzelf. Na een aantal jaren werd het duidelijk dat er meer op een arbeidsmatige manier gewerkt moest gaan worden. Jos van Heel was altijd vernieuwend bezig en kon de apparatuur van de keuken van de openluchtschool overnemen; een friteuse, braadslede, kookketels en een elektrisch fornuis welke daar werden gebruikt om maaltijden te verzorgen. Van het toenmalige Ignatius ziekenhuis kregen we een professionele oven en keukenmateriaal. In 1996 werd de keuken geïnstalleerd en zijn we voorzichtig begonnen met het arbeidsmatige koken in de ochtend. We begonnen met de verkoop van soep aan de collega´s wat we uitbreidden met broodjes frikadel, saucijzenbroodjes en tosti’s. De overblijfruimte van de eindgroepen werd getransformeerd tot een restaurant waarin de leerlingen een verjaardagsfeestje met de klas konden vieren, waar ook nu nog veel gebruik van wordt gemaakt. Na enkele maanden kregen we een buffet, gesponsord door Fri-jado, ook deze werd in het restaurant geplaatst zodat de soep vanuit het buffet verkocht kon gaan worden. Het assortiment werd langzaam uitgebreid tot wat het nu is. De keuken werd intensief gebruikt en de school groeide zo gestaag zodat één keuken voor de school te weinig bleek. De leerlingen kregen eerst één maal in de twee weken een kookles maar door de groei van het aantal leerlingen werd de frequentie lager. De keuken was na een aantal jaren versleten en aan vernieuwing toe. In de zomer van 2009 werd de keuken verbouwd.
61
Er werd van één keuken twee keukens gemaakt: een leskeuken waarin de basistechnieken aan de jongere VSO-leerlingen worden aangeleerd en een grootkeuken waar op arbeidsmatige wijze wordt gekookt. Door deze verbouwing werd het weer mogelijk om de leerlingen van het VSO weer één keer in de twee weken een kookles aan te bieden. Carla Norbart, leerkracht consumptieve technieken
62
Schoolmaatschappelijk werk op de Liduinaschool Het werkveld van een maatschappelijk werkende is een breed terrein. Het schoolmaatschappelijk werk is toch we een speciale tak heb ik gaande weg mijn Liduinaloopbaan gemerkt. Natuurlijk zijn er op alle maatschappelijke terreinen levensvragen die aan de orde komen, maar werken op de Liduinaschool geeft een extra dimensie aan het uitoefenen van het vak maatschappelijk werker. Wat mijn vak zo boeiend maakt is dat je met gezinnen te maken hebt die een extra opvoedingstaak hebben gekregen, namelijk het opvoeden van een kind met een verstandelijke beperking. Opvoeden vraagt over het algemeen de nodige begeleidende zorg van ouders, maar het opvoeden van een kind met een beperking vraagt nog eens extra kennis van allerlei andere zaken die niet standaard aan de orde zijn. Zo gaat dat ook met het maatschappelijk werk op een ZML school. Niks is standaard. Het ene moment kijk je met ouders naar een opvoedkundige vraag, het andere moment heeft een ouder graag wat praktische informatie. Ben je op het ene moment het aanspreekpunt van de ouder, het volgend moment zit je weer in een overlegsituatie. Of je mag naar aanleiding van een thema een avond regelen zodat verschillende klassen met speciale puppy’s een knuffelmoment mogen hebben in het kader van het trainingsprogramma socialisatie van deze hondjes. Met het Liduinateam probeer je de leerling op een zo breed mogelijk terrein te vormen en samen met de ouders het beste uit de leerling te halen. Dat je in deze levensfase van de leerling een stukje met de ouders mee mag lopen en daar waar nodig iets toe mag voegen om het opgroeien wat makkelijker te maken, dat is nou het prettige aan het schoolmaatschappelijk werk van de Liduinaschool.
63
60 jaar Liduina kent een rijke historie met heel veel bijzondere momenten, maar wat altijd centraal staat is de leerling met zijn speciale onderwijsvraag en de ouders als belangrijk aanspreekpunt om gezamenlijk het beste resultaat te behalen. Jelda Rodermond, schoolmaatschappelijk werkster
64
Interne Begeleiders Monique Aben, Janine van de Westen en Jacqueline van Baar zijn de interne begeleiders van het eerste uur geweest op Liduina. Zij hebben de collega’s o.a. begeleid in het werken vanuit de doelen van de leerlijnen en hoe deze om te zetten in groepsplannen. Hun pionierswerk werpt nog steeds vruchten af, waar we zeer dankbaar voor zijn. Op dit moment zijn we met ons vieren, Corine Notenboom, Paulien Machgeels, Mariette Koniuszek en Joke Alberts, actief als intern begeleiders van de acht teams. Onze opdracht is het professionele niveau van de leraren in pedagogisch en didactisch functioneren voortdurend krachtige impulsen te geven, zodat onze leerlingen optimaal profiteren van de deskundigheid van de teams. Vanuit directie, de Commissie voor de Begeleiding, leerlingenzorg, landelijke ontwikkelingen en de samenwerking binnen INOS met datagestuurd en opbrengstgericht werken, stemmen we onze werkzaamheden af. We zijn met zijn allen een lerende organisatie, waarin het leren van en met elkaar hoog in het vaandel staat. De IB-er gaat jaarlijks met de video de klas in, aan de hand van een kijkwijzer, zodat er gericht gereflecteerd kan worden op de hulpvragen van de leerkracht. Het analyseren van de beelden leidt tot zeer werkbare adviezen, verbeteracties en tot bekrachtiging van het professioneel handelen.
65
In de teams gaan we aan de slag met onderwijsinnovatie tijdens de schoolplanvergaderingen en studiemiddagen. Verleden jaar heeft het VSO zich verdiept in het vormgeven van sociale competentiedoelen met hulp van de methode STIP. En de keuze is gemaakt voor het werken met de rekenbooglessen, waardoor de leerlingen praktisch voorbereid worden op de functionele rekenvaardigheden. Dit jaar ligt de focus in het VSO rondom kunst- en culturele vorming en seksualiteit. Als IB’er streef je op alle fronten naar verbinding, omdat deze verbondenheid leidt tot het realiseren van het juiste uitstroomperspectief van de leerling. Mariëtte Koniuszek en Joke Alberts, Interne Begeleiders
66
Mijn eerste werkdag op de Landheining. In mei 2008 begon ik op de locatie Landheining aan een nieuwe uitdaging in mijn carrière. In 1982 begon ik met werken, dat was in de bouw. Ik volgde twee jaar de opleiding timmerman op de streekschool en dat was dus dat ik voor het laatst naar school ben gegaan, ik had het studeren wel gehad. Na dik 25 jaar in de bouw gewerkt te hebben kreeg ik de kans om aan iets totaal anders te beginnen: conciërge op de Liduinaschool. Door privé- omstandigheden kwam deze baan als een geschenk uit de hemel. Weer terug naar school dus, maar dan wel anders dan “vroeger”. Mijn eerste werkdag ga ik nooit, maar dan ook nooit vergeten. Ik was met mijn nieuwe collega Marco begonnen om de gevels van de hele school met een hogedrukspuit schoon te maken van onder tot boven. En omdat boven te hoog was gebruikten wij een rijsteiger. Toen wij in de pauze wat zaten te drinken en de kinderen buiten aan het spelen waren gebeurde er iets waar wij niet aan gedacht hadden: er klom een leerling op de steiger, een meter of drie hoog. Die leerling was Pietje (fictieve naam), 13 jaar oud, een flinke jongen, Syndroom van Down en autist Marco en ik vlogen naar buiten, maar Pietje was al boven. Ik klom ook naar boven en de juf, waar Pietje bij in de klas zat, kwam ook de steiger op, want hij wilde natuurlijk niet naar beneden. In mijn 25 jaar in de bouw heb ik met héél véél verschillende mensen op de steiger gestaan, in alle soorten en maten en diversen pluimages, maar dit, dit was een totaal nieuwe ervaring voor mij. Samen met een kerel als Pietje en een vrouw op de steiger; dat is een beetje teveel tegelijk voor de doorsnee bouwvakker. Vrijwillig naar beneden gaan was dus wat meneer niet wilde, dan maar onder begeleiding.
67
De juf en ik op de steiger, Marco hing aan de buitenkant, want om zo’n grote, zware en ook nog sterke kerel, die niet meewerkt, verantwoord naar beneden te krijgen valt echt niet mee kan ik je zeggen. Ik ging eerst naar beneden door het luik in het vloertje om hem bij zijn benen te kunnen pakken zodat hij nergens meer op kon staan terwijl Marco zijn handen elke keer los trok als hij zichzelf ergens aan vastklampte en de juf stond boven en duwde hem met alle macht naar beneden. Toen we bijna beneden waren bedacht de juf zich iets; hij had een hekel aan water. Een in de haast gehaald flesje water maakte de laatste meter makkelijker door maar een paar druppeltjes water op zijn hoofd te gooien, hij ging nu vanzelf. Hoe lang het geduurd heeft weet ik niet meer, maar het is ons gelukt om alle vier veilig beneden te komen, JEEMIG wat een toestand. Nog nooit in mijn timmercarrière heb ik zoveel moeite moeten doen en heeft het me zo’n inspanning gekost om iemand van de steiger af te krijgen, ongelooflijk. In de bouw roep je gewoon: “koffie”, en de steiger is in een minuut leeg. Nee, er zijn leukere momenten geweest toen ik op de steiger stond in al die jaren; wat te denken van mooi zomers weer en vrouwen die voorbij lopen. Of je van de steiger af wou……………….…nee ik heb nooit gefloten of geroepen hoor, zo ben ik niet. Om de een of andere vage reden is Pietje nooit mijn favoriete leerling geworden op school, of dat nu kwam door het voorval zelf of omdat mijn chocomel steenkoud was geworden, dat weet ik niet meer, maar ik heb het nooit leuk gevonden om gestoord te worden in mijn pauze. Nu snapt iedereen waarom mijn “eerste schooldag” mij altijd bij zal blijven, dit in tegenstelling tot mijn echte eerste schooldag ………….héél lang geleden. Toen was er nog geen You Tube. Jammer genoeg heeft niemand dit steigerincident gefilmd want anders waren wij nu best wel beroemd geworden denk ik, maar ach, ik ben in die vier jaar dat ik er nu ben best bekend op de Liduinaschool en dat is voor mij meer dan genoeg.
68
De eerste 56 jaar van de school heb ik gemist maar als ik de volgende 21 jaar hier nog mag werken heb ik er weer 25 jaar op zitten en wie weet, als ze dan nog weten wat het is, kan ik misschien met pensioen. Tot die tijd hou ik jullie om de 10 jaar op de hoogte van eventuele nieuwe incidenten.
Groet, Kees van Capelle, conciërge technische dienst
69
Ontwikkelingen ICT in het onderwijs m.n. op de Liduinaschool Ik ben nu ruim 30 jaar werkzaam in het speciaal onderwijs waarvan de laatste 25 jaar op de Liduinaschool. In het begin van mijn loopbaan was er nog geen sprake van digitaal verkeer. Er was nog géén computer te zien op de scholen. Verslaggeving werd in eerste instantie nog met de hand geschreven en later werden de verslagen gemaakt met behulp van de typemachine. In de jaren ‘90 kwamen de eerste computers langzaam ‘binnengedruppeld’ op de scholen. Dit kwam mede door het Comeniusproject: in dit project van de Nederlandse overheid werden scholen van computers voorzien die aan bepaalde eisen moesten voldoen; de zogenoemde Comenius-pc. Ik kocht in deze tijd ook zelf mijn eerste computer; deze had een RAM geheugen van 2mb en een harde schijf van ongeveer 200mb (dit was destijds het neusje van de zalm). De eerste computers werden ingezet voor administratieve werkzaamheden. Later kwamen er ook computers in de klassen. Dit waren voornamelijk nog stand-alone computers want van een netwerk was toen nog geen sprake. Enkele educatieve programma’s uit die tijd zijn: clowns, muizenissen, klokkijken, e.d. Later werden deze computers aan elkaar gekoppeld via een netwerk. Dit had een aantal belangrijke voordelen: centraal beheer en centrale opslag van databestanden. Vanwege het financiële aspect was het op de Liduinaschool alleen nog maar mogelijk om op de locatie Landheining een netwerk aan te leggen. Later kwamen hier ook de andere locaties bij: Namenstraat, Rijnauwenstraat, Neubourgstraat en Wolvenring. Het was alleen nog niet mogelijk om deze locaties met elkaar te verbinden. Eind jaren negentig kwam de overheid met een nieuw project: alle scholen werden voorzien van een gratis internettoegang (NLtree verzorgde deze dienst in opdracht van het Ministerie van OC & W). In een later stadium werd de subsidie stopgezet en moesten de scholen zelf een aanbieder kiezen. Onze stichting (INOS) heeft toen de keuze laten vallen op Casema, later overgenomen door Ziggo.
70
Om het technische beheer uit de scholen te halen heeft INOS, begin jaren 2000, een overeenkomst gesloten met Skool. Op dit moment zijn alle scholen van de stichting voorzien van een beheersschild van Skool met uitzondering van vier scholen. De ontwikkelingen van ICT binnen de scholen gaat snel op dit moment zijn er bijna geen krijtschoolborden meer. Deze zijn allemaal vervangen door digiborden en/of touchscreens, voor onze meervoudig gehandicapte leerlingen zijn er allerlei aanpassingen op de markt, zoals:Trackbal, hoofdsteunen, e.d., veel educatieve software wordt webbased aangeboden, leerlingvolgsystemen (ParnaSsys en DataCare) zijn webbased. De komende jaren zullen de ontwikkelingen op ict-gebied steeds verder gaan. Piet Zebregts, ICT-coördinator Liduinaschool
71
Leraarondersteuner op de Liduinaschool Hallo, ik ben Kelly Ansems en ik werk sinds dit schooljaar als leraarondersteuner op de Liduinaschool. Voorheen werkte ik als klassenassistente binnen team 6. Als ik iemand vertel dat ik leraarondersteuner ben kijken mensen me vaak raar aan. ‘Je bedoelt onderwijsassistente?’ vragen ze dan, of ze zeggen: ‘Wat raar, dat ken ik niet.’ De Liduinaschool heeft samen met nog drie scholen een opleiding/cursus leraarondersteuner voor de basale groepen binnen ons onderwijs ontwikkeld. Een aantal collega’s mocht deze opleiding gaan volgen, waaronder ik. Ik vond het een hele eer en uitdaging dat ik de opleiding mocht gaan doen. Mijn interesse ligt bij de basale groepen en dat is ook de reden dat de PABO mij nooit heeft getrokken. Deze opleiding zag ik wel zitten! Na twee jaar studeren en het behalen van mijn certificaten kwam er een vacature binnen team 6. Ik was meteen enthousiast! Inmiddels werk ik in een AUTI-MG-groep en draai ik mijn eigen klasje met supervisie van een leerkracht. De klas is opgesplitst in twee groepen en deze groepen wisselen we halverwege de week om. Mijn collega, Maaike de Regt, blijft op deze manier alle leerlingen zien en zo kunnen we samen de klas draaien. Ik ondersteun haar ook in gesprekken met ouders en derden en ik ben aanwezig bij schoolplan en teamvergaderingen. Op deze manier werken we samen aan doelen. Gelukkig krijgen we ook hulp van Angela Hoppenbrouwers, die via Prisma bij ons in de klas werkt als zorgassistente. Deze extra handen hebben we hard nodig! Ik doe nog veel taken die ik als klassenassistente ook deed. Omdat leraarondersteuner echt een nieuwe functie is binnen het functiehuis is het soms moeilijk om te bepalen of ik beter bij de leerkrachten of bij de assistentes aan kan sluiten, zoals op studiedagen bijvoorbeeld. We zijn daarin soms nog wat zoekende maar overal wordt een gepaste oplossing voor gevonden.
72
Ik vind het erg fijn werken op deze manier en we zijn een goed team samen, al zeg ik het zelf. Het opsplitsen van de klas hebben we natuurlijk niet zomaar gedaan. We kunnen nu meer tijd en aandacht aan de leerlingen besteden die toch wel specifieke zorg en aandacht vragen, we kunnen nog concreter met onze doelen bezig zijn en wat ook erg belangrijk is, is dat er nu minder prikkels in de klas zijn door en voor de leerlingen. Ik ben erg positief over mijn functie en ik ga met veel plezier naar mijn werk! Daarom hoop ik dat mijn medestudenten ook een kans krijgen om als leraarondersteuner aan de slag te gaan. Want de Liduinaschool met leraarondersteuners is zo gek nog niet! Kelly Ansems, leraarondersteuner
73
Leraarondersteuner Na een opleiding van twee jaar ben ik sinds augustus 2011 werkzaam in de functie leraarondersteuner van het stagebureau. Hiervoor was ik werkzaam als praktijkbegeleidster. Het begeleiden van de leerlingen op de externe werkplekken is onveranderd gebleven. Dit doe ik nog steeds vijf dagen in de week en met heel veel plezier. De leerlingen leren hier zoveel op sociaal-emotioneel gebied, cognitief en alles over een goede werkhouding, en de groei die hierbij zichtbaar is maakt het af. Wat onder andere leuk is aan de functie leraarondersteuner zijn de extra taken die hierbij komen kijken. Het roosteren van de vrije dagen, extra taken inbrengen om de communicatie naar de klas te verbeteren en intervisie die we met alle praktijkbegeleidsters hebben. Vooral het laatst genoemde ervaar ik als erg zinvol. We komen bij elkaar, brengen een situatie in waar een van ons tegenaan loopt, luisteren naar elkaar en kunnen ideeën of tips met elkaar delen. Praktische zaken zoals het bijhouden van budget en overzichten opstellen vind ik ook erg leuk om te doen. De precieze inhoud van de functie stond nog niet geheel vast, dus is het een uitdaging om hier steeds ontwikkeling in te zien. Ik hoop nog vele jaren te mogen werken als leraarondersteuner binnen het stagebureau. Manouk Vrijsen, leraarondersteuner van het stagebureau
74
Logopedie in beweging Ook binnen de sectie logopedie is volop beweging. Bij de start van de Liduinaschool werkte er één logopedist Met de tijd is het aantal logopedisten flink gegroeid! De sectie logopedie bestaat nu uit zeven logopedisten die parttime werken. Helaas moeten ook wij door de bezuinigingen veel uren inleveren. De sectie logopedie richt zich binnen onze school vooral op beperkingen in de spraak- taalontwikkeling, de communicatie in het algemeen en op eet- en drink problemen. Wij kunnen hierin een observerende, adviserende, coachende en behandelende rol hebben. Daarnaast kunnen de logopedisten ingeschakeld worden om het communicatie- en/of het taalniveau van een bepaalde leerling vast te stellen (logopedisch onderzoek). Ook heeft de logopedie een belangrijke rol gespeeld en zal deze blijven spelen bij het uitzetten van de leerlijnen mondelinge taal. Een andere, zeker zo belangrijke taak van de afdeling logopedie is de jarenlange inzet om de totale communicatie binnen onze school te vergroten. Dit houdt onder andere in dat er binnen de communicatie gebruik gemaakt kan worden van voorwerpen, picto’s, tekeningen, foto’s en ondersteunende gebaren. Zo zijn wij het afgelopen jaar begonnen met het geven van de cursus Nederlands met Gebaren aan al onze leerkrachten, klasseassistenten en al het onderwijsondersteunend personeel. Dit was een groot project, waar zowel wij als logopedisten maar zeker ook onze overige collega’s intensief en enthousiast aan hebben gewerkt. Het resultaat zien we goed terug binnen de groepen van onze school!!!!!
75
Naast het krijgen en vervolgens zelf doorgeven van deze omscholing, zijn wij ook volop in beweging om onze kennis te vergroten door het volgen van diverse studies, cursussen en workshops. Natuurlijk proberen wij ook onze kennis up to date te houden door bijvoorbeeld het lezen van vakliteratuur en/of het lid zijn van een kwaliteitskring logopedie. Al een aantal jaren valt onze school onder stichting INOS. Sindsdien hebben we regelmatig contact met alle logopedisten binnen INOS. De komende jaren blijven wij in beweging om onze leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Namens alle logopedisten, Saskia Mol, Lindsey van Oijen, Inge Nederpelt, Marjam van der Vies, Claudia Teich, Charissa Sterringa, Marian Stuurman en Yvette Pichierri
76
Een vogelhuisstoel bij Liduinaschool De eerste schooldag op maandag 22 augustus 2011, begon voor de Liduinaschool op een heel bijzondere wijze. Wie langs de Heusdenhoutsestraat liep, fietste of reed kon het niet missen. Op de speelsplaats stond een gigantische stoel van zeven meter met de rugleuning op de grond en de poten naar de lucht gericht. Aan de poten van de stoel waren een heleboel vogelhuisjes bevestigd, in allerlei kleuren. De Liduinaschool heeft aan de Rijnauwenstraat een grote nieuwe school gekregen en het gebouw aan de Landheining was flink verbouwd. De school kwam daardoor in aanmerking voor de percentageregeling Beeldende Kunst van de gemeente Breda. Er was een budget beschikbaar gesteld voor een kunsttoepassing. De opdracht voor de kunsttoepassing was, dat het de herkenbaarheid van de school moest vergroten. De adviescommissie Beeldende Kunst had Semâ Bekirovic geselecteerd om het ontwerp te maken. Zij heeft dit gedaan samen met Rutger Emmelkamp. Het ontwerp werd een vogelhuisstoel. Een stoel kun je gebruiken om op te zitten, maar voor een kind kan een stoel ook heel iets anders zijn. Zet het op de kop en je hebt een huis, je kunt er een boot van maken, een vliegtuig, noem maar op. Je hoeft alleen je fantasie te gebruiken en die hebben kinderen genoeg. Je kunt ook zitten op de stoel, op de stangen van de rugleuning en bij slecht weer kun je schuilen onder de zitting. Het zou geweldig zijn als de vogels de nestkastjes gaan bewonen, dan gaat de stoel pas echt leven en wordt het voor de school en de buurt een heus levend kunstwerk. Het is ook een mooi symbool voor de groei die de kinderen op school doormaken. De school is, net als een nest, een veilige plek voor de kinderen, en na verloop van tijd vliegen ze uit, de maatschappij in. De nestkastjes zijn door Semâ Bekirovic zelf gemaakt en geschilderd in samenwerking met deelnemers aan een re-integratieproject.
77
Het heeft wat besprekingen en voorbereidingen gekost, maar nu heeft de Liduinaschool een eigen vogelhuisstoel. Het is een goed herkenningspunt in de buurt en de kinderen zijn er heel blij mee. Nu maar hopen dat ook de vogels hier blij mee zijn en er gebruik van gaan maken, zodat de vogelhuisstoel een levend onderdeel gaat worden van de school en de buurt. Anele Kuijstermans, Secretaresse Liduinaschool
78
Kunst op de Liduinaschool “Voor mijn pensioen wil ik een lokaal hebben waar leerlingen achter een schildersezel staan te werken” Dit waren woorden van ouddirecteur Jos van Heel. Kunst en cultuur droeg hij een warm hart toe. En voordat hij dan ook weg ging was er voor het VSO een vaklokaal gerealiseerd waar de jongelui zich creatief konden uiten. Het vaklokaal is een aantal keer verhuisd. Tegenwoordig zit het vaklokaal in het voormalige zwembad. Ironisch genoeg hebben we een aantal jaar zonder water in het lokaal gezeten. De leerlingen moesten hun kwasten in een emmer schoonmaken, wat voor heel veel leerlingen moeilijk was. Wie wil er nou zijn handen in een emmer met vuil water stoppen? Gelukkig hebben we tegenwoordig een heus keukenblokje en hebben we buiten koud water ook nog warm water. Kunst en cultuur werd ook gedragen door de andere directeuren, de interim-directeur Theo Nelissen en de laatste directeur Paul Hotterbeekx. Aanvankelijk werd er door directe collega’s sceptisch gereageerd, leerlingen zouden niet zelf kunst kunnen maken. Toch is gebleken dat onze leerlingen dit wel degelijk kunnen. De één wellicht wat beter dan de ander, maar talenten hebben zeker de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen. Door een rijke leeromgeving aan te bieden en niet te kijken naar hun beperkingen maar naar hun mogelijkheden groeien de leerlingen naar individuen die er toe doen. Enerzijds is beeldende vorming op de Liduinaschool een zinvolle vrijetijdsbesteding, anderzijds hebben we ook de ambities om leerlingen op te leiden in het vak zodat ze later kunnen gaan werken in het kunstatelier. Een aantal leerlingen heeft de weg naar de ateliers gevonden. De populariteit van het vak is de laatste jaren erg gegroeid. De technieken die aangeleerd worden, zijn zeer divers. Over het algemeen wordt er op het platte vlak gewerkt. Tekenen, schilderen met plakkaatverf en acrylverf, aquarelleren, grafische technieken, potlood en pentekeningen en gemengde technieken behoren allemaal tot de mogelijkheden. Het kennen en beheersen van veel technieken vergroot de mogelijkheden en de eigen keuzes.
79
Leerlingen krijgen ook de kans om een eigen stijl te ontwikkelen. Dit is van essentieel belang als de leerlingen later willen werken in een atelier. De leerlingen die echter meer moeite hebben met eigen keuzes maken kunnen ook op een creatieve arbeidsmatige manier aan het werk. Zo wordt er papier geschept, kaarten gemaakt en wordt er regelmatig uitnodigingen gemaakt voor diverse mensen. Elk jaar hebben we een externe tentoonstelling die altijd veel leuke reacties oplevert. Ook voor de leerlingen is het fijn om hun werk in een andere ruimte te zien hangen. Het kijken en bekijken van elkaars werk krijgt zo een extra dimensie. Nicole Heijsters, leerkracht kunst
80
Het stagebureau De Liduinaschool ziet het als zijn taak om leerlingen voor te bereiden op een zo’n zelfstandig mogelijk functioneren binnen de samenleving en hieruit voortvloeiend op hun plek binnen de arbeidsmarkt. Als onze leerlingen rond hun 19-20ste jaar van school gaan, stromen ze uit naar instellingen voor begeleid werken, sociale werkvoorziening of vinden een betrekking in het vrije bedrijf. Binnen het VSO krijgen de leerlingen de kans zich steeds meer te specialiseren binnen de geboden praktijkvakken (agrarische technieken - consumptieve technieken - dienstverlening - industriële arbeid - techniek - tekenen/schilderen). Het accent ligt naast het vergroten van de arbeids- en werknemersvaardigheden steeds meer op het vergroten van de uitstroommogelijkheden. Daarnaast worden met name de oudere VSO-leerlingen op gefaseerde wijze de mogelijkheid geboden om zich buiten de vertrouwde klassenomgeving en buiten het reguliere klassenprogramma in een reële werkcontext verder te ontwikkelen en te oriënteren. Hier kan verder bekeken worden waar hun vaardigheden en interesses liggen. Deze stagemogelijkheden blijken in de praktijk zeer motiverend voor leerlingen te werken en vaak zeer succesbepalend te zijn in de richting van het vinden van een definitieve werkplek. Indien mogelijk sluiten de leerlingen hun onderwijscarrière af met een of meer landelijk erkende K.P.C. examens of andere certificeringen VCA enz.)
81
Het gehele proces van stagelopen wordt gecoördineerd vanuit het stagebureau van de school. Het stagebureau bestaat uit drie stageleerkrachten en vijf praktijkbegeleidsters. Binnen de Liduinaschool hanteren we een 2-tal typen stage mogelijkheden binnen de teams 6, 7 en 8
oriënterende stages onder direct toezicht van praktijkbegeleiders, uitstroomstages.
A. Oriënterende stages onder direct toezicht van praktijkbegeleiders/ personeel van de Liduinaschool: Deze stages kunnen zowel in de arbeidsoriënterende als in de arbeidsvoorbereidende fase plaatsvinden. Deze stagevorm biedt de leerling de mogelijkheid om buiten de praktijkvakken van het eigen groepsprogramma werkervaring op te doen onder de begeleiding van een vertrouwde volwassene vanuit de school. Deze vorm van stage kan zowel intern als extern zijn. Interne stageplaatsen: werkplekken binnen de schoolmuren (keuken-magazijn-andere praktijkvakken), Externe stageplekken: locaties buiten de Liduinaschool. (bv. Intratuin - V&D - Gamma - supermarkt Em-Te - zorgcentrum de Wijngaerd - Pathe bioscoop). B. Uitstroomstage In deze stagevorm wordt vanuit het individuele transitieplan (ITP) vastgelegd dat de betreffende werkplek uiteindelijk ook de definitieve werkplek voor de leerling zal worden na het verlaten van de Liduinaschool. De begeleiding wordt uitgevoerd door de stageleerkrachten Joop Nabben, stagebureau
82
Bewegingsonderwijs op de Liduinaschool Op 14-04-1980 ben ik begonnen als vakleerkracht lichamelijke opvoeding en mijn “dienstomvang omvatte 10 uren”, zo staat er op mijn akte van benoeming getypt. De Sint Liduinaschool, met de heer Jos van Heel als directeur, bestond toen nog uit 13 groepen. Deze waren verdeeld over de onderbouw, een observatie-groep en twee kleutergroepen, de middenbouw, met groepen 2a en 2b, 3a en 3b, 4a en 4b en de bovenbouw, die toen uit vier groepen teamteaching bestond. Vanaf het begin dat ik er kwam hebben de leerlingen altijd twee gymlessen per week gehad; de ene les was dan van mij en de andere van de groepsleerkracht. Tevens gingen ze allemaal een keer (op woensdag) naar het zwembad en in die tijd gaf ik les aan alle kinderen van de school. Binnen de school werd er toen nog duidelijk onderscheid gemaakt tussen de aanpak van leerlingen met het Syndroom van Down en de hersenbeschadigde kinderen. Dit resulteerde voor mij in een verschillende manieren van lesgeven; de groep met downers moest juist veel geactiveerd worden, terwijl ik de veel drukkere groep met hersenbeschadigde kinderen steeds moest afremmen.
83
Begin tachtiger jaren is het leerlingenaantal sterk gegroeid. Ieder jaar kwam er wel een groep bij en soms ook nog een halverwege het schooljaar. De goede naam van de Sint Liduinaschool was alom bekend. Paradepaardjes waren in die tijd: de observatieafdeling en de aanpak rondom het autistische kind. Voor het laatste werden de nodige cursussen gevolgd onder leiding van de vermaarde Belgische auti-kenner Theo Peeters. Mijn baan werd in korte tijd uitgebreid naar 40 uren. Naast de gewone gymlessen, gaf ik ook les in ons eigen watergewenningsbad of was ik in de gymzaal voor het geven van extra-gymnastiek-lessen op de woensdagochtend. Door de groei werden ook de huisvesting- en gymruimteproblemen langzaam groter en groter Het aantal locaties van de Sint Liduinaschool liep op naar zeven en samen met mijn nieuwe vakcollega Robert van Woenzel reisden we van hot naar her om de lessen te verzorgen; Landheining, Elandstraat, Sportcentrum Breda, Neubourgstraat, Namenstraat, Groene Woud, Kameelstraat en Hans Bergerkliniek. In de loop van de jaren negentig breidde het aantal gymdocenten uit en konden we echt gaan spreken van een gymsectie. Deze vakgroep bewegingsonderwijs is enkele keren van personeel gewisseld en bestaat sedert meerdere jaren uit: Myra van de Wiel, Angela Simonis, Barry Hellings, Robert van Woenzel en mijzelf. De sportdagen heb ik altijd als erg druk, maar zeer plezierig ervaren. Al een langere tijd zijn we met het hele VSO te gast op de Trip van Zoudtlandtkazer-ne en daar wordt dan een hele zeskamp afgewerkt. De leerlingen zijn altijd erg enthousiast en met de 800 meter hardloopwedstrijd als finale, kan de dag niet meer stuk.
84
Sinds enkele jaren krijgen we aanbiedingen van buitenaf om een sportdag te organiseren voor onze school. Scholen met projecten voor maatschappelijke stage of met een afdelingen voor sport en veiligheid, helpen ons met de organisatie van een complete sportdag buitenshuis, zoals bijvoorbeeld De Rooi Pannen, het Van Cooth en de stichting BAS. Ook het na- en buitenschoolse sporten krijgt meer en meer aandacht in de vorm van deelname aan Special Heroes, waarbij leerlingen steeds een korte cursus van de meest verschillende sporten krijgen aangeboden en ze dan kunnen kiezen om hier wel of niet na- en later buitenschools mee door te gaan bij een vereniging. Uiteindelijk vormt voor mij de Sportief Tour een van de gezelligste hoogtepunten van het jaar. Leerlingen kunnen dan door vrijwillige inschrijving meedoen en het betreft een sportdag, welke georganiseerd wordt door het Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid en waarbij ieder team aangevuld wordt met vijf spelers van NACBreda. De hele selectie van NAC is dan ook aanwezig. (Je moet er natuurlijk wel van houden!) Het samen optrekken met spelers die je normaal alleen van de TV kent, is wel heel speciaal en als je op het einde van de dag ook nog een shirt met alle handtekeningen mee naar huis mag nemen is de dag helemaal geslaagd! Op het hoogtepunt in 2007 bestond de school uit 49 groepen, die allemaal een plaatsje moesten krijgen. Het inroosteren van alle klassen en het combineren van locaties en gymdocenten was een hele klus die soms zelfs in het nieuwe schooljaar nog snel moesten worden aangepast Tot voor kort ging dit dan ook nog gepaard met veel busvervoer voor de leerlingen van en naar de gymlocatie, als die niet in de nabijheid van school was.
85
In 2009 veranderde de “Sint Liduinaschool” in “Liduinaschool Breda” en na het in gebruik nemen van de nieuwbouw van de Rijnauwenstraat is er voor iedereen eindelijk meer rust gekomen. Helaas zullen de komende bezuinigingsmaatregelen ook onze vakgroep gaan treffen, maar hoe exact is nog de vraag?? Met sportieve groet, Hans van Rijthoven, leerkracht bewegingsonderwijs
86
Gedragsdeskundigen Op de Liduinaschool zijn de gedragsdeskundigen belast met de zorg rond de leerlingen. Zij worden voor het verrichten van onderzoek ondersteund door psychologisch assistenten. Als gedragsdeskundigen zijn wij, samen met de andere leden van de Commissie voor de Begeleiding, verantwoordelijk voor het opstellen en evalueren van de handelingsplannen van de leerlingen. Daarnaast zijn wij als trajectbegeleider aanspreekpunt voor ouders die hun kind aanmelden bij onze school. Wij zijn verantwoordelijk voor plaatsing van de leerlingen in de juiste groep, begeleiden leerkrachten bij vragen rond gedrag van individuele leerlingen en begeleiden het vervolgtraject van de leerling. Ook zorgen we voor het afnemen van psychologische testen, in nauwe samenwerking met de psychologisch assistenten. Tot slot hebben wij ook beleidsmatige taken, met name het vormgeven van de leerlingenzorg binnen onze school. In de loop der jaren is ons takenpakket erg veranderd. Bestond het aanvankelijk voornamelijk uit het observeren en testen van leerlingen, tegenwoordig zijn wij zeer nauw betrokken bij het totale zorgpakket rond de leerlingen. Het werken op de Liduinaschool is daardoor heel veelzijdig. Er is veel contact met alle betrokkenen bij het onderwijs (leerlingen, leerkrachten, ouders, onderwijsondersteuners) en elke dag is anders. Wat het werken op de Liduinaschool zo leuk maakt, is dat er een goede sfeer hangt; iedereen kan bij elkaar aankloppen en neemt elkaar serieus, maar ook is er veel plezier onderling. Omdat we regelmatig in de klassen komen, kennen de leerlingen ons ook. Het werken met leerlingen met een verstandelijk beperking blijft uitdagend. Iedere leerling is uniek; een persoon met zijn/haar eigen karakter en bijzonderheden. Dankzij onze functie zijn wij in de gelegenheid om met het dierbaarste bezit van ouders te mogen werken, en dat doorgaans gedurende zo’n 15 jaar van het leven van een kind. Het kunnen bijdragen aan een optimale benutting van de talenten van deze kinderen is een belangrijke drijfveer.
87
Het geeft ontzettend veel voldoening als leerlingen op het einde van hun schoolcarrière als jongvolwassenen uitstromen naar een vorm van arbeid, passend bij hun mogelijkheden. Naast voldoening geeft het werken met onze leerlingen ook gewoon veel plezier. Wie moet er immers niet lachen als: een leerling van iedereen weet welke auto hij rijdt en jou oninteressant vindt, als je met de fiets naar school komt een leerling je vergelijkt met een figuur uit Sponge Bob een leerling op de vraag of zijn vader zijn koffie zwart drinkt, antwoordt: ”nee, hij drinkt hem bruin” een leerling om een kaal papier vraagt, als zijn exemplaar er een ……….op heeft staan een leerling op de vraag of hij een leuke indianen-naam weet voor Jan, antwoordt: “Indiaan Jan” een leerling zegt dat het dier op het plaatje geen stier is, omdat een koe uien onderaan de buik heeft een leerling bij het plaatje van de neushoorn zegt dat het een koe is, maar wel een hele dikke! een leerling als antwoord op de vraag ‘wat is een iglo?’, zegt “vissticks” er op de vraag “wat rijmt er op chips” als antwoord komt “koeken” volgens een leerling je naar de voetvrouw moet als je last heb van je voeten een leerling een sinaasappel pittig vindt, omdat er zoveel pitten in zitten een leerling vertelt dat hij bang is van spoken, maar er niet in gelooft op de vraag wie Columbus was, de leerling vraagt, terwijl hij de onderzoeker van onder zijn wenkbrauwen aankijkt, of zij het zelf wél weet een leerling bij een moeilijke onderzoeksvraag met een diepe zucht zegt: “Dit hebben we nog niet gehad, dat moeten we nog krijgen, maar mijn meneer die weet dat wel, mag ik die straks even vragen?” een leerling de rol van de onderzoeker overneemt en zelf vragen en opdrachtjes gaat verzinnen een leerlin alles weet van het weer en een weersverwachting van een hele week uit zijn mouw kan schudden. Onze eigen Piet Paulusma!
88
een leerling op de vraag ‘op wat voor school zit jij?’ als antwoord geeft ‘op een school voor moeilijke kinderen’. Op de opmerking ‘ben jij dan een moeilijk kind?’ vervolgens reageert: “Nee, ik zit gewoon op deze school, omdat ik het leuk vind”
Team gedragsdeskundigen Agnes Wiegers, GZ-psycholoog Corine Notenboom, orthopedagoog NVO Sandie de Rooij, psycholoog Anouk Heijkants, psycholoog Adje Gooskens, psychologisch assistent Riny Otten, psychologisch assistent Anneke Uyl, psychologisch assistent
89
Wist u dat Sjaak, Ellen, Hans en Claudia teamcoördinatoren zijn van het SO.
-
wij samen 188 jaar oud zijn wij opgeteld al meer dan 80 jaar op de Liduinaschool werken de meeste van onze grijze duiven zijn maar er ook nog een jonge blom is wij al jaren met veel plezier op de Liduinaschool werken wij dit als een omgeving ervaren die na 60 jaar nog steeds dynamisch en in ontwikkeling is dat dit een school is waar alle kinderen een kans krijgen waar zowel de kinderen als het personeel veel succeservaringen beleven waar de kinderen ons iedere keer weer verrassen en wij daar erg blij van worden
90
-
dit ons stimuleert om processen te optimaliseren de deuren van onze school altijd open staan voor ouders dat ouders daar al die jaren al veel gebruik van maken we hopen dat dit zo blijft we nu eindelijk op één locatie zitten wij hier erg blij mee zijn wij hopen dat ons ‘Liduinahart’ nog lang mag blijven kloppen
91
Henriëtte Berden Team 5
Natasja van der Linde Team 5
Maaike de Regt doet de financiën van team 6
José Peeters Team 6
Er zijn wel 60 redenen om coördinator te worden in het VSO. Met 4 teams vieren we mee! Nicole Heijsters Team 7 7
Simone Heins Team 8
Arjan Mulders Team 8
92
Veiligheid en ARBO In de scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders die scholen (en schoolbesturen) voorschrijven veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair Onderwijs en de Arbowet. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken. Met behulp van de “checklist voor een veilige school” van het landelijk kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan. Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid
voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen ven medezeggenschapsraad op elke school ven klachtenregeling ven door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw ven actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rond de school alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind; in het geval dat meerdere hulpverleningsinstanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen.(voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu); een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag; het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op het gebied van veiligheid het stimuleren van het verkeersveiligheidlabel voor alle scholen
93
Het ontruimingsplan ligt ter inzage bij de receptie/brandmeldcentrale Op school is een calamiteitenplan/ontruimingsplan aanwezig. In dit plan wordt duidelijk beschreven hoe er gehandeld moet worden door de medewerkers van school bij een calamiteit (bv. bij brand of een ernstig ongeval). Regelmatig controleren de gemeente en brandweer de voorschriften. Jaarlijks wordt het plan doorgenomen binnen de afzonderlijke afdelingen van de school en worden er ontruimingsoefeningen gehouden. Alle ontruimingsplannen zijn worden geplaatst op de portal van de Liduinaschool, welke voor alle medewerkers van de school toegankelijk is. Binnen de hele school is brandblusapparatuur aanwezig dat één keer per jaar gecontroleerd wordt. BHV–organisatie van de Liduinaschool Ook de Liduinaschool beschikt over een BHV–organisatie. Het hoofd van deze organisatie, tevens veiligheidscoördinator, is de heer Piet van Haperen. Naast het HBHV zijn er 31 opgeleide BHV’ers verspreid over de diverse locaties van de school. Op iedere locatie is een ploegleider die bij een calamiteit de zaak aanstuurt. Op jaarbasis zullen drie ontruimingsoefeningen worden gehouden: Eerste oefening waar iedereen van op de hoogte is Tweede oefening waar iedere van BHV’er op de hoogte is Derde oefening waarvan alleen. HBHV’er c.q. ploegleider op de hoogte is. De resultaten van deze oefeningen worden geëvalueerd en daar waar nodig worden aanpassingen aan het ontruimingsplan gedaan of afspraken bijgestuurd. Zorgondersteuning op de Liduinaschool Voor steeds meer leerlingen met een beperking is het mogelijk geworden om aan het (ZML) onderwijs deel te nemen.
94
Veel kinderen met een beperking kunnen prima deelnemen aan het onderwijs zonder aanvullende voorzieningen. Er is echter ook een groep leerlingen voor wie dit niet opgaat. Deze groep heeft aanvullende voorzieningen nodig. Een voorbeeld hiervan is de AWBZ-zorg. Vanaf het schooljaar 2004/2005 is hiervoor een definitieve regeling beschikbaar. Er is een aantal mogelijkheden: De ouders vragen een PGB (persoonsgebonden budget) of ZIN (zorg in natura) aan. De uitvoering van deze aanvragen wordt, na goedkeuring, uitgevoerd door Stichting Prisma, een instelling voor dienstverlening aan mensen met een handicap. De invulling geschiedt door een zorgassistente van Prisma in de groep waar de desbetreffende leerling(en) zit(ten). Prisma en de Liduinaschool zijn overeengekomen de dat zorgovereenkomsten dusdanig gebundeld worden dat er op basis van een solidariteitsprincipe één assistente voor ondersteuning per groep wordt toegevoegd. Hiernaast heeft de Liduinaschool ook afspraken gemaakt met andere zorgaanbieders dat, wanneer een leerling niet meer thuis woont maar op een voorziening, voor de extra zorg die de leerling met zich meebrengt door de voorziening op basis van declaratie, de extra zorguren worden betaald De school zet deze gelden om in zorgassistentie die verbonden is aan school. Ook hierbij geldt hetzelfde solidariteitsprincipe van één assistente per groep. Een derde mogelijkheid die de school heeft is de inzet van de REC–gelden, een compensatiemaatregel van het ministerie om de knelpunten binnen het onderwijs rond de zorgleerlingen op te lossen. Van het ministerie ontvangt de school via het REC-gelden die worden omgezet in zorgassistentie. Deze maatregel stopt echter op 1 augustus 2013. De contactpersonen binnen de school voor de leerlingen met een complexe zorgvraag zijn:
Leerlinggebonden; Jelda Rodermond, schoolmaatschappelijk werkster Contactpersoon zorginstanties; Piet van Haperen, coördinator afdeling SO
95
Liduinaschool en Arbeid Liduinaschool? Dat kennen de meeste wel. Maar Industriële arbeid???? Je ziet de vraagtekens in de ogen en de gefronste wenkbrauwen. En zo gek is dat niet want industriële arbeid is geen dagelijkse kost voor de meesten onder ons. Industriële arbeid heeft zich ontwikkeld binnen onze school. Wat begon met een uurtje per week voor de leerlingen van het VSO is uitgegroeid tot een volwaardig vak waar je zelfs voor kunt kiezen. Wat startte met simulatiewerkzaamheden is nu steeds meer echt werk wat in opdracht uitgevoerd wordt. Bovendien gaan we een stukje techniek bij arbeid invoeren. Zodat we nog meer verschillende werkzaamheden kunnen oefenen. De meeste leerlingen van het VSO komen graag naar arbeid. Waarom? Ze kunnen er lekker met hun handen werken. Het is een vak wat gebruik maakt van de mogelijkheden van de individuele leerling. Er is altijd wel iets wat je kunt DOEN waar je goed in bent. Natuurlijk moet je ook wel eens iets doen wat je niet zo leuk vindt, en er zijn ook moeilijke taken. Daar leer je dan weer andere dingen van die belangrijk zijn voor als je later gaat werken. Industriële arbeid is meer dan papier/karton snijden, versnipperen, sorteren, wegen, (af)tellen, nieten, perforeren, hanteren van allerlei gereedschap, vouwen, frankeren, vliegengordijn maken, lamineren, inbinden en kopiëren. Arbeid is leren voor je toekomSint Oefenen van je werkhouding, taakaanpak, zelfstandigheid, hoe je met collega's omgaat (of juist niet), omgaan met tijdsdruk en allerlei andere werkvaardigheden.
96
Want ja, we oefenen al die vaardigheden om deze later te kunnen gebruiken. We oefenen met materiaal en gereedschap maar we hebben vaak échte taken die we in opdracht uitvoeren. Die opdrachten moeten soms snel af. Als deze klaar zijn, zijn we trots, trots dat we alles weer zo netjes tot een goed einde hebben gebracht. Want werken dat kunnen we allemaal! Oefening baart kunst! Daarom kunnen we altijd allerlei soorten (nieuw) werk gebruiken. Want nieuwe uitdagingen die gaan wij graag aan! Met de groeten van alle leerlingen van industriële arbeid van de Liduinaschool. Tessie Dekkers, Leerkracht industriële arbeid
97
Van huishoudkunde naar dienstverlening Al viert het vak huishoudkunde dit jaar niet zijn 60-jarig jubileum op de Liduinaschool, het vak kent al een lange geschiedenis binnen de school. Het schoonmaken is altijd een basisvaardigheid geweeSint Schoonmaken doe je overal of het nu thuis is, op school of op je werk. Veel collega’s zijn mij voor gegaan in hun enthousiasme voor het vak. Iedereen met zijn eigen accenten en specialisme. De een meer gericht op het schoonmaken van je eigen huis en kamer, een andere collega had als specialisatie, het schoonmaken van bejaardenkamers waarin de koperen sierketels glommen omdat daar behoorlijk veel aandacht aan werd besteed door de leerlingen. Weer een andere collega besteedde, naast het schoonmaken, aandacht aan de verzorging van de kinderen zelf en zo kwamen op vrijdagmiddag de teiltjes tevoorschijn, niet voor de afwas maar voor een heerlijk ontspannend voetenbadje. Nooit was het zo dat er zomaar wat werd gepoetst altijd werden er methoden gevolgd om de leerlingen op de beste, handigste en meest doordachte manier te laten werken. De laatste jaren worden de leerdoelen veel meer vast gelegd en deze zorgen ervoor dat het vak huishoudkunde een serieuzer karakter krijgt. Er moet gewerkt worden naar arbeid en dat doel hebben de leerlingen graag voor ogen. Er wordt gemopt en gereinigd volgens een methode en de leerlingen weten precies hoe een werkdoekje moet worden uitgewrongen om de polsen zo min mogelijk te belasten.
98
De verbinding naar het werk wordt de laatste jaren steeds meer gemaakt, dus wordt er driftig geoefend in de vorm van stages in bejaardentehuizen, dagcentra en op de verschillende locaties van de school. Om de schoonmaak en zorgcapaciteiten van de leerlingen te onderstrepen wordt er gewerkt naar een branche erkend certificaat waardoor er weer meer mogelijkheden zijn voor onze jongelui in de wereld van de dienstverlening. Kerry-Ann van Wensen, leerkracht dienstverlening
99
Liduina in beweging Als ik deze titel lees vormt er in mijn hoofd een beeld van een boot met passagiers en bemanningsleden. Zestig jaar vaart hij al rond en mijn reis begon in 1985 op de toen nog Sint Liduina en er waren 164 passagiers aan boord. De rederij was Sint Marie. Rustig maar gestaag ging de vaart, maar er kwam beweging op de boot toen er door nieuwe ontwikkelingen de passagiers, onderwijs en begeleiding te maken kregen met het spectrum autisme. Er kwamen bemanningsleden bij die vooral deze taak op zich namen. Het schip werd niet groter maar binnenin werd langzaam maar zeker de ruimte krapper en krapper. Ook de rederij werd overgenomen en we gingen verder onder de naam Mark en Aa en wat later veranderde het in INOS. Nieuwe inzichten kwamen, het leerlingvolgsysteem werd een feit en arbeid stond nog in de kinderschoenen. De uitbreiding was teveel voor één boot, dus volgden ernaast kleinere boten zoals de Neuborg en de boerderij de Kluis. Rustig varen is goed maar er moet wel beweging blijven, dus een nieuwe uitdaging: de MG-groepen op de Namenstraat kwamen erbij. Groter en groter werd het aantal passagiers en bemanningsleden. De boot werd oud en het was tijd om te kijken of er een nieuwe boot kon komen waarop alles zou passen. Dat bleek toch moeilijker te zijn dan men dacht, de oude boot deed het nog goed. De verdeling op de boot werd anders. De passagiers van het SO kwamen op de Rijnauwenstraat, en de passagiers van het VSO op de Landheining en op de Wolvenring. Het programma heeft voor het VSO naast alle onderdelen nu ook als vast onderdeel arbeid, zowel industrieel als agrarisch. Het stagebureau begeleidt jong volwassenen naar het arbeidsproces dat volgt na de periode op de Liduina. Ook kunst is opgenomen als een apart vak. Voor een aantal leerlingen als voorbereiding tot arbeid en voor de meeste als zinvolle vrije tijdsbesteding
100
Op dit moment zitten we in een storm en de naderende orkaan ziet er onheilspellend uit. Maar het is zeker, deze oude boot heeft al veel stormen doorstaan en is blijven drijven. Dus ben ik ervan overtuigd dat de Liduina zal blijven varen al is het misschien met minder passagiers en bemanningsleden. Maar met wat aanpassingen en de steeds grote inzet van de bemanningsleden, zal de boot altijd in beweging blijven. Joke Faro, een bemanningslid
101
Woordzoeker administratie Administratie, een alledaags en beetje saai woord, wat moet je je daarbij voorstellen? Wat doen die mensen dan allemaal en is dat echt nodig? Om u een idee te geven van wat er allemaal door de administratieve medewerkers wordt gedaan vind u hier een woordzoeker. Veel plezier ermee.
L D V M I B R I E V E N B U S J U B I L E U M T P W
T A R C H I E F O T O G R A A F V B L O E M E N S Z
P H W O N D E R E N A I Y D J E S A C O L L E G A O
B R E N D A C M O G D O R P R T N O V E A A N E L E
E N R B E T E R E O V E R Z U I M S I G N A A L M K
E M A I L A S N U P S A O I E M T N N N D S M B A E
V S N V A C D D A W P R T U U A T I A S H A R E R N
E I Z A B A E K I P G S W N F E T O S T E D Z Z I V
R V W K J R K J O E C S I O R A M C E L I M N O J E
V E O A S E Z R R H B C V N T I H L E P N I O E K L
O R L N T I T S R R A E E M N O I E O C I N R K E O
E V V T G A L I I T R T I S O J R S O N N I M E F P
R A E I G I J E I L E R C L S L T M H D G S J R A Z
K N N E D V F E E L A H G T I B P F C O X T A S C E
A G R U E U T G E K R I J N A U W E N S T R A A T S
S I I N G S P F E I D E G K T Z I E K S A A R E U T
O N N E H W O L J S S E K E E K O F F I E T T D R I
A G G N P O S V M L N E R E C E P T I E B I A Q E G
G I A A N M E L D I N G E M E E N T E R A E A E N W
B O N N E N O T U L E R E N A P O S T S T U K S A T
102
nieuwsbrief brenda pakketten wolvenring gemeente zestig cvi adreswijziging agenda datacare vakantie dossiers
jubileum bonnen zoeken communicatie marijke liduina postbakken schoolgids koffie notuleren bezoekers verzuimsignaal
verzorgers rijnauwenstraat uitschrijven administratie beter naomi stafoverleg vervanging email fotograaf bloemen archief
landheining wonderen lijstjes collega vervoer facturen envelop normjaartaak internet ziek rapportage anele
ouders mirakels aanmelding poststuk inschrijven telefoon brievenbus agnita kas leerlingen computer receptie
103
De personeelsvereniging in vogelvlucht In het verre verleden is er een moment geweest waarop onze school qua personeel enorm groeide. Een aantal collega’s heeft zich toen als taak gesteld om allerlei activiteiten te gaan organiseren om de verbondenheid met elkaar te borgen. Dat waren, naast attenties bij huwelijk, geboorte of ziekte, sport en spelavonden en tal van feesten met of zonder thema. Inmiddels bestaat de personeelsvereniging onder de naam De Vrolijke Noten al enkele tientallen jaren en zit er vanuit elke bouw in ieder geval één personeelslid in het bestuur. Dit bestuur vergadert zo’n acht keer per jaar en de taakstelling is onveranderd gebleven: hoe kunnen we in zo’n grote school de betrokkenheid bij en naar elkaar zo goed mogelijk continueren? Op dit moment ervaren we wel, door toenemende werkdruk in het gehele onderwijsveld, dat het lastiger wordt eenieder bij activiteiten te betrekken. We blijven ons wel focussen om het aanbod gevarieerd en aantrekkelijk te houden. Enkele hoogtepunten uit het verleden zijn: zeker de avond in de Avenue met Lucky Lips, een strandwandeling van Vlissingen naar Zoutelande en natuurlijk het dagje Breda. In de komende jaren zullen we als personeelsvereniging ons uiterste best blijven doen, zoveel mogelijk collega’s bij onze activiteiten te betrekken. Namens de personeelsvereniging, Sylvia de Graaf Paul van de Klundert
104
ESF: Europees Sociaal Fonds Door de 60 jaren heen is de Liduinaschool voortdurend in beweging geweest Nieuwe ontwikkelingen, al dan niet ingegeven door regelen wetgeving, zijn geïmplementeerd in de school. Al vroeg leefde binnen school de overtuiging dat wij binnen het onderwijsprogramma meer aandacht moesten gaan besteden aan arbeidstoeleiding. Dit om in de behoefte van onze leerlingen en de vraag vanuit de maatschappij te voorzien. Daar de financiële middelen van school niet toereikend waren om een lesomgeving te creëren, waarin de leerlingen zich optimaal konden ontwikkelen werd in 1993 een beroep gedaan op financiële middelen die beschikbaar werden gesteld door het Europees Sociaal Fonds te Brussel. Met deze financiële impuls werd een samenwerkingsverband opgezet met als partners de Bredase Sociale Werkvoorziening en de Stichting Amarant. Dit mondde uit in een ArbeidsTrainings en SimulatieCentrum (ATSC). In een reële, waarheidsgetrouwe werkomgeving werden de leerlingen voorbereid op hun arbeidzame naschoolse periode. Voornoemde samenwerking bevorderde een positievere uitstroom van de leerlingen naar de (beschermde) arbeidsmarkt. Deze ESF-projecten liepen door tot het kalenderjaar 2000. Mede door de inzet van deze middelen kon de school een goed arbeidstoeleidingstraject ontwikkelen. Doordat een viertal jaren vanuit Brussel geen ESF-middelen ter beschikking werden gesteld, kon pas weer in 2004 de ESF-draad worden opgepakt. De regels vanuit Brussel werden aangescherpt. De school moest meer thematisch te werk gaan. Een van de te hanteren thema’s was deskundigheidsbevordering van het personeel.
105
Dit bood de school de mogelijkheid om een groot aantal VSOcollega’s bij te scholen op het vlak van arbeidskundig onderzoek. Met deze door het personeel opgedane kennis en vaardigheden konden de (arbeidskundige) mogelijkheden van de leerlingen nog beter in beeld worden gebracht, kon er gerichter gewerkt worden naar een stage/arbeidsplaats op maat. Parallel aan de docentenscholing liep de opstart van een stagebureau binnen school. In dit stagebureau was (is!) er sprake van een nauwe samenwerking tussen gedragsdeskundigen, stagedocenten en praktijkbegeleiders in directe zin en groeps- en vakleerkrachten in indirecte zin. Door de komst van het stagebureau kreeg het traject van arbeidstoeleiding meer structurele vormen. De leerlingen kregen buiten het reguliere lesprogramma in een reële werkcontext de gelegenheid zich, onder deskundige begeleiding van stagedocenten en praktijkbegeleiders, verder te ontwikkelen en te oriënteren. Het streven is om dit ook zonder ESF-middelen, in de toekomst te kunnen continueren. Hans van Dijk, coördinator VSO en ESF
106
107
108
De viering van het 60-jarig bestaan is mede mogelijk gemaakt door onderstaande sponsors. Onze dank hiervoor.
109
Uw huidspecialist! - Huidverzorging
- Huidverbetering
- Acne
- Microdermabrasie
- Diverse massages
- I.P.L. definitief ontharen
- Pedicure incl. diabetici en reumatische voet Diverse behandelingen worden vergoed door ziektekostenverzekeraar Dreef 49
076-5201342
Breda (Princenhage)
www.auphir.nl
[email protected]
facebook.com/auphir
110
111
112