Omkeermachine voor sokken F.H.F. Jansen
WPB-0078
Deze I 1 opdracht is begeleid door P.J.J. Renders.
februarie 1984
Inhoudsopgave Samenvatting Opdrachtomschrijving Hoofdstuk 1: Oe algemene gegevens en enige economische aspecten. Hoofdstuk 2: Oe probleem aanpak. Hoofdstuk 3: De omschrijving van de verschillende alternatieven. Hoofdstuk 4: De waarde analyse. Hoofdstuk 5: De uitwerking yan alternatief 5 Hoofdstuk 6: Enige slotopmerkingen.
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1
Bijlagen. Tekeningen: Tekening 1 : Totaaloverzicht van de machine. Tekening 2: Zijaanzicht van de machine. T~kening 3: Stuklijst. Tf:kening 4: Span'inrichting. Tekening 5: Aandrijfmotor. Tekening 6: Ophanging van de buis. Tekening 7: De montage van de vacuumpomp. Tekening 8: De maten van de vacuumpomp. Tekening 9: Het bewegingsplan. Andere bijlagen: Gegevens over Dierking tandwiel-vertragingsmotor. Ergonomische richtlijnen. Een foto van een verder onbekende omkeer en stikmachine. overzichtstekening van de bestaande omkeermachine.
Samenvatting In het kader van mijn 11 opdracht, heb ik me bezig gehouden met het zoeken naar een andere manier voor het omkeren van sokken. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de manier waarop het nu gedaan wordt, het meest economisch is. Wel heb ik een van mijn al ter.natieven uitgewerkt. Deze zogenaamd tech,, nische oplossing is technisch wel mogelijk, maar economisch niet haalbaar. ~ogelijk staan er in dit verslag interessante alternatieven voor de tijd dat de arbeid schaarser en duurder is dan nu. Ook staan er misschien details in, die bij een verdere studie van nut z~jn.
Opdracht omschrijving. De opdracht was het zoeken naar een alternatieve oplossing voor het omkeren van sokken bij de Bata sokkenfabriek in Best. Momenteel gebeurt dit op handbediende machines. Oe werkwijze is momenteel als volgt: Een operator trekt de sok over een buis. Oe ~uis zuigt vervolgens de sok op, waardoor deze omgekeerd wordt. Dit is een vrij arbeidsintensief werk en het merendeel van de kosten bestaat momenteel dan ook uit loonkosten. (Voor de kostenberekening zie hoofdstuk 1). Een ander nadeel is, dat het omkeren een vrij eentonig werk is en dat het te betwijfelen valt of er op den duur nog wel mensen te vinden zijn, die bereid zijn dit werk te doen. Ook is door de eentonigheid de motivatie om te werken laag, wat weer resulteert in een erg hoog ziekteverzuim. (Soms tot zo'n 25%). Het lijkt overigens zinvol om te kijken of de sokken niet rechts gestikt kunnen worden op aangepaste naaimachines, zodat het tweemaal omkeren van de sokken achterwege kan blijven. Dit vraagt echter een grote investering in de aanpassing van de naaimachines, terwijl het niet zeker is, of de aanpassing technisch wel te realiseren is. Dit is in overleg met het bedrijf verder buiten beschouwing gelaten. Verder bestaan er nog breimachines, die links breien, maar hiermee is vogens de Sata niet zo'n mooi resultaat te behalen, dan met breimachin~s, die gewoon rechts bre±en. Ook moet hier vermeld worden, dat voorlopig alleen gekeken wordt naar het van rechts naar links omkeren van de sokken, omdat bij het terugkeren nog een controle plaats vindt op de kwaliteit van het brei- en stikwerk.
- 1-1 -
Hoofdstuk 1 Oe algemene gegevens en enige economische aspecten. Oe machines, waarop het omkeren momenteel plaats vindt, zijn handbediende machines, die op vacuum werken. Oe operator zit voor de machine en heeft een buis voor zich, van ongeveer 900 mm lengte en een diameter van 50 mm. Een uiteinde van de pijp is vrij opgesteld enhet andere is aangesloten op een vacuumpomp, via een leiding met een bak, met beweegbare bodem en na de bak een filter, om te voorkomen, d~t er stof de vacuumpomp in komt. Oe operator schuift nu een sok over het vrije uiteinde van de buis. Als de sok helemaal over de buis geschoven is, duwt de operator de sok terug, waardoor deze de buis ingaat en omkeert. Oe sok gaat nu de bak in en komt daar tot stilstand. Ook heeft de sok inmiddels een micro-switch geraakt, die een signaal geeft, waardoor de bodem van de bak geopend wordt. Hierdoor valt de sok in een afvoerbak. Ook is op het signaal van de micro-switch een klep open gaan staan, waardoor de vacuumleiding niet meer zuigt, zodat voorkomen wordt, dat de sok belemmerd wordt uit de bak te vallen.
SCHUINE PLAAT MET GATEN AANVOER SOKKEN
BEWEEGBARE BODEM HIER STOPT DE SOK
- 1-2 -
De snelheid van het keren kan als volgt uitgerekend worden:
-
De effectieven uren, die aan de machine gemaakt worden: + 6 uur (de rest van de tijd is nodig om de bakken te verplaatsen etc.) Er werken in het totaal 8 machines, die per dag 22.DOO paar sokken twee maal omkeren. Dit is per uur: 22.000:6= 3680 paar twee maal omkeren. Dit is per machine per uur: 3680:8= 460 paar twee maal omkeren. Dit is per machine per uur: 460x2= 920 paar een maal omkeren. Dit is per machine per uur: 920x2= 1840 sokken een maal omkeren. Een uur telt 3.600 seconden . Dus een sok een maal omkeren kost 3.600:1.840= + 2 sec. De gemeten tijd is 1,5 à 2 sec. Als de nieuwe machine alleen gebruikt wordt voor het van rechts naar links omkeren van de sokken, volgt hier uit dat de capaciteit van deze machine 1840x4= 7360 maal omkeren per uur moet zijn. ( De factor vier is, omdat vier van de acht machines voor het van rechts naar links omkeren gebruikt worden.)
-
De berekening van de kasten, die momenteel gemaakt worden voor het omkeren. Gegevens: De productie is 85.000 paar per week, dit is 4.080.000 paar per jaar. Hiervoor zijn nodig: 8 machines à f6.000,-- en 8 man personeel, die in. een· ploeg werken. Kosten hiervoor zijn per jaar:
- 1-3 -
=f320.000,-loonkosten: 8x4D.OOO =f 3.700,-stroomverbruik: 8x8x1,2x5x48x0,2 8 machines-----~~ 8 uur per dag----------~gebruik in kwh.-----------5 dagen per week-------------48 weken per jaar---------------prijs per kwh. in guldens----------• onderhoud en reparatie 8x600 =f 4.800,-afschrijving: rente i=12% investering I=8x6.DDO= 4á.ooo afschrijving in n=15 jaar afschrijving per jaar = A Voor A geldt, volgens het dictaat technische economie (dictaat 1.114 van de T.H. Eindhoven)
J
= 48.000x 0,12x~1,12)15 1,12 1 -1
Totale kosten
=f
7.040,--
±,f335.ooo,--
335 • 000 Dit is per paar sokken 4.080.000 = f0,08 = 8 cent. De mogelijke investeri~g, bij een teru9verdientijd van twee en een half jaar. Deze berekening voer ik uit om enig idee te krijgen, wat een mogelijke investering is, bij een redelijke terugverdientijd. Omdat ik nog geen idee heb wat voor soort machine het gaat worden, heb ik het aantal man bedienend personeel als parameter aangenomen. Verder heb ik gewerkt met de volgende gegevens: De machine wordt afgeschreven in 15 jaar. De loonkosten per man aan de machine zijn: f4D.DDO,-De rente is 12% Onderhoud en reparatie D,1xi, waarbij I het investerings-
- 1-4 -
bedrag is. (Dit is een vrij globale schatting, die in het algemeen voor dit soort machines gebruikt kan worden.) Voor de afschrijving geldt ook hier weer de zelfde formule. Afschrijving = Ixrx( 1 +r)n = rx 0 t 12 1~ 1 z 12 l = 0,15! (1+r)n-1 1,12 -1 Hierbij is: I het investeringsbedrag. r de rente. n het aantal jaren waarin afgeschreven wordt. Oe energiekosten zijn ongeveer f1.000,-- per jaar (schatting) De machine wordt alleen bekeken voor het van rechts naar links omkeren van de sokken. Oe kosten hiervan zijn momenteel volgens voorgaande berekening: f335.ooo,--:2= f167.500,--. Als het verschil tussen de oude en de nieuwe kosten in twee en een half jaar even groot is als het investeringsbedrag, is de investering terug verdient. Dus nu geldt het volgende: 2,5x(oude kosten-nieuwe kosten) = de investering 2,5x(167.500,-- -(loonkosten+energiekosten+afschrijving+ reparatie en onderhoud )) = I 2,5x(167.500,-- -(loonkosten+1.000,-- +0,151 +0,1! )) =I 2,5x(167.500,-- -1.000,-- -loonkosten) = 1+2,5x(0,1+0,15)xi 416.250,-- -2,5xloonkosten= 1,625xi I= (416.250,-- -2,5xloonkosten) 1,625 15
Nu geldt dus: De investering met een onbediende machine: De loonkosten z.i_:fn.:. f-,-I= 416.250,--/1,625= ~f26o.ooo,Oe investering met een man aan de machine: Oe loonkosten tijni f4D~DDO,-I= (416.250,-- -2,5x4o.ooo,--)/1,S25= ±f195.ooo,-De investering met twee man aan de machine: Oe loonkosten zijn: fBD,OOO,-I= (416.25o,-- -2,5xso.ooo,--)/1,625= ±f135.5oo,--
- 1-5 -
De investering met drie man personeel aan de machine: Oe loonkosten zijn: f12D.ODD,-I= {416.250,-- -2,Sx12D.DOD,--)~1 1 625= zf71.SOD,-Oe investering met vier man aan de machine: Oe loonkosten zijn: f160.000,-I= (416.250,-- -2,Sx160.0D0,--)/1,625= zf1D.OOO,--. Voor een grafisch overzicht van deze gegevens, zie de volgende pagina.
fl000,-- 1-6 -
260 250
240 23 22 2.1
2 19 18 •
1
2
3
4MAN
- 2-1 -
Hoofdstuk 2 Probleem aanpak. Er zijn drie verschillende methoden gevolgt om tot een oplossing te komen, en wel: 1: Een literatuurstudie. 2: Een systematische methode. ·3: Een brainstorming. ad1: Oe literatuurstudie. Eerst is geprobeerd om systematisch iets over kousen of sokken omkeermachines te vinden. Hiervoor is de Hr. de Groot, hoofd documentatie afdeling werktuigbouwkunde op de T.H. Eindhoven, ingeschakeld. Deze heeft geprobeerd om via trefwoorden een artikel over dit onderwerp te vinden. Dit is helaas niet gelukt. verder heb ik enige textieltijdschriften, die op de T.H. aanwezig waren, doorgenomen. Dok hierin waren totaal geen artikelen o.ver dit onderwerp te vinden. De tijdschriften die ik doorgenomen heb, zijn: Melliand textilberichte 1977 1978
rextil praxis
1964 1965
Dit zijn van beide tij~schriften de laatste twee jaargangen hier op de T.H. aanwezig. In deze tijdschriften waren wel artikelan over automatische panty breimachines aanwezig. Maar deze panty's worden rechts gebreid en de teen wordt dicht getrokken, zonder de panty binnenste buiten om te keren. ad2: Oe systematische ontwerpmethode. Hier is geprobeerd om op een systematische manier de verschillende onderdelen van de machine apart te bekijken. Oe verschillende onderdelen ziin:
- 2-2 -
- Het omkeren opzich. - Het transport in de machine. - Oe plaats van de machine. -Oe aa~en afvoer. Eerst ~ordt gekeken naar de mogelijkheden van het omkeren, als hier een oplossing voor gevonden is. kan gekeken ~orden hoe het intern transport opgelost kan worden. Nu volgt uit de gecompliceerdheid van dit mechanisme ~aar de machine gegeplaatst kan worden. (Een gecompliceerde machine centraal opgesteld, of een eenvo dige toevoeging aan iedere breimachine). Als de plaats van de machine bepaald is, kan de aanen afvoer van deze machine bepaald worden. Als echter de aan-of afvoer te gecompliceerd ~ordt, moet opnieu~ de plaats van de machine bekeken worden. Hierdoor ontstaat het volgende ont~erpschema.
OMKEREN
l INTERN TRANSPORT
1 PLAATS VAN DE MACHINE ~
L AAN- EN AFVOER
Oe verschillende alternatieven voor deze onderdelen zijn:
- 2-3 -
OMKEREN~
PNEUMATISCH
~MECHANISCH
.GECOMBINEERD TRANSPORTEREN~PNEUMATISCH
MECHANISCH GECOMBINEERD PLAATS VAN~CENTRAAL OPGESTELD DE MACHINE AAN DE BREIMACHINE GEKOPPELD AAN DE NAAIMACHINE GEKOPPELD HAND
\ONGEORDEND~ AANEE~
"LOS GEORDEND"::::: AANEEN LOS AUTOMATISCH
ONGEORDEND
AANEEN~PNEUMATISCH
MECHANISCH GECOMBINEERD LOS~NEUMATISCH
ECHANISCH GECOMBINEERD EOR.DEI'JD--
AANEEN·~:.::PNEUMATISCH
\MECHANSCH GECOMBJ;NEERO . O~NEUMATISCH MECHANISCH ECOMBINEERD AFVOER
·.~PNEUMATISCH
MECHANISCH GECOMBINEERD
- 2-4 -
Bij het ontwerpen op deze manier bleek dat de grenzen voor de deel problemen niet zo scherp te trekken zijn. Als voor een ' bepaald omkeersysteem gekozen is, volgt daar vrij automatisch het intern transport uit. Hier volgt dan weer de aan- en af-. voer uit. Hierdoor kreeg ik verscheidene min of meer complete alternatieven ~oor de machine. Deze worden in ~e volgende hoofdstukken behandeld. ad3: Dé brainstorming Omdat de systematische methoqe niet helemaal gewerkt heeft, zoals dat zou moeten, was de kans aanwezig dat ik bepaalde alternatieven over het hoofd gezien zou hebben. Om dit te controleren hebben we een brainstorming gehouden. De aanwezigen waren 5 afstudeerstudenten van de vakgroep bedrijfsmechanisatie, namelijk: a. Hoens A. Bakermans K. Rethmeier R. Frislik P. van Kampen Verder waren 5 medewerkers van deze vakgroep aanwezig, namelijk: P. Randers Ir. P. l'likkers . Ir. P. koumans Ing H. van Rooy Ir. A. Smals Deze hebben, na een korte inleiding over dit probleem• zich verdeeld in twee groepen. In de groepen hebben ze allerlei ide~n aangedragen,die eventueel tot een oplossing van.dit probleem konden leiden. Zo zijn deze groepen al discuelerend ook tot enige alternatieven gekomen. Echter de oplossingen die naar voren kwamen,waren geen uitbreiding van de reeds aanwezigen alternatieven, omdat een van de oplossingen technisch volkomen onmogelijk was en het andere alternatief erg veel leek op een al reeds aanwezig alternatief. Dit was voor
- 2-5 -
mij een geruststellende gedachte, omdat dit nog meer bevestigde dat ik geen voor de hand liggende alternatieven over het hoofd heb gezien.
- 3-1 -
Hoofdstuk 3 Omschrijving van de verschillende alternatieven. Alterniltief 1
PERSLUCHT
BAK MET KLEP
-,~
ROLLEN PAAR 2
------
AFVOERBAK -----AANVOER PER ROL De aanvoer van de sokken gaat per rol. De sokken zitten nog aan elkaar door middel van een zwakkere draad, dan waarmee de rest van de sok gebreid is. Deze rol zit op een haspel, die onder de machine gezet wordt. Een operator schuift het begin van een rol tot voorbij het eerste rollen paar op de buis,
- 3-2 -
waarna de machine gestart kan worden. Het omkeer mechanisme bestaat uit een buis, die gelagerd is door twee paar aandrijfrollen. Oe afstand tussen deze twee rollen paren is minimaal de soklengte, zodat er altijd een naad van twee sokken tussen deze rollen paren aanwezig is. Doordat het tweede rollen pa~r + ::ix zo snel draait,dan het eerste paar, wordt de naad tussen d e sokken kapot get~okken en wordt er enige afstand tussen de sokken gekregen. Oe sok,die nu vrij komt, ~aat snel naar het eind van de buis, waar deze door middel van een kraag en perslucht de buis in gedwongen wordt. Hierdoor wordt de sok gekeerd. Oe sok wordt nu door middel van een geleiding in de buis aan de de zijkant afgevoerd, voordat de volgende sok op de kruising aanwezig is. Oe sok wordt verder door middel van vacuum in een andere buis geieid, waar deze op de bestaande wijze wordt afge-
-
voerd. Alternatief 2 Oe aanvoer van de sokken is evenals bij alternatief 1 per rol, die op een haspel onder de machine gemonteerd is. Oe sokken zijn nu aan elkaar gebreid door middel van een garen, dat gemaakt is van een vezel,dat oplost in stoom. De operator brengt nu het begin van de rol aan tussen de rollen met klittenband, die in de omtrek van de buis geplaatst zijn. ( Op de tekening zijn slechts twee van de vier rollen zichtbaar ). Doordat de bandjes uit elkaar lopen wordt de sok open getrokken, waardoor deze over de buis kan glijden. Als nu een naad tussen twee sokken bij het begin van de buis is, stoppen de bandjes. Hierna komt een stoomstoot, die de sokken scheiden. Dan gaat de vacuum pomp werken, waardoor de sok in de buis gezogen wordt. De afvoer is dan weer het zelfde,als bij de bestaande omkeer machines. Om net_opzuigen en het op de buis schuiven te vergemakkelijken, zijn e.r om de buis aandrijfrollen gemonteerd, die de sok.eerst omhoog trekken en bij het opzuigen juist weer omlaag duwen. '
'
'
- 3-3 -
VACUUM
BAK MET KLEP AFVOERBAK I
STOOMSTOO
t
BANDJES ME .. KLITTENBAND'
AANVOER PER ROLl Alternatief 3 Oe aanvoer van de sokken i~ evenals bij de voorgaande alternatieven per rol, die op een haspel gemonteerd is. Een operator haalt het begin van de rol sokken door een buis naar boven. Om dit mogelijk te maken is in de buis een gleuf gemaakt, waar een haak doorpast. Aan de bovenkant van de buis trekt de operator ,de rol over de buis heen.tot onder de aandrijfrol. Hierna wordt deze aandrijfrol gestar~ waardoor de rol sokken ~erder over de buis geschoven wordt, totdat het begin van de rol een aanslag op de buis bereikt. Nu wordt de rol verder opgestroopt op de buis. Als de hele rol op de buis zit, draait de draaitafel, waarop de buis gemonteerd is, een halve slag. Nu zit de buis tegen een aandrijfrol, die iets lager gemonteerd is, zodat het begin van de rol weer gepakt kan worden. Deze aandrijfrol draait
- 3-4 -
. de andere kant op, zodat de rol weer omhoog getransporteerd wordt. Oe rol treft verderop een tweede paar aandrijfrollen, die sneller draaien, zodat de naad tussen de sokken kapot getrokken wordf. Hierna wordt de 'rol in een buis gezogen en weer op de bestaande manier afgevoerd.
SNELDRAAIENDE AAN DRI JFRO L-----t-1-4
AANDRIJFROL
IVACUUM CSESTAANDE AFVOER)
AANDRIJ FROL:----+1
+----ROL SOKKEN -++H+ OPGESTROOPT
DRAAl TAFEL AANVOER PER ROL Alternatief 4 De aanvoer van de sokken is weer per rol, die a~n· elkaar gebreid zijn door een erg zwakke draad. Een operator plaatst nu het begin van een rol tussen de vier rollen met klitten band. dezetrekken de eerste sok open, waardoor deze over een buis geschoven kan worden. Als nu de naad tussen de de eerste en de tweede sok bij het begin van de buis is, stoppen de rollen met klittenband en draait de draaitafe±_.J W~é;lrop de buis gemonteerd is, een
- 3-5 -
halve slag, waardoor een lege buis onder de rollen met klittenband komt en de volle buis boven een buis, waarop een vacuumpomp gemonteerd is. Bij de lege buis starten nu de rollen met klittenband weer, waardoor de tweede sok over de buis geschoven wordt. Bij de andere buis wordt de vacuumpomp aangezet, waardoor de sok in de buis getrokken wordt en verder op de bestaande manier wordt afgevoerd. Om het opzuigen te vergemakkelijken, kunnen eventueel aandrijfrollen op de buis gemonteerd worden. ( Deze zijn niet getekend. )
rAANVOER PER ~OL
-ROLLEN MET "KLITTEN BAND"
__,..DRAAIT AF-EL
VACUUM
AFVOERBAK
- 3-6 -
Alternatief 5
SNELLE AANDRIJFROLLEN
VACUUM
il
1
I 1
I
AANVOER PER ROt
AFVOERBAK BAKMET KLEP
AANDRIJFROLLEN
Alternatief 5 werkt in principe, als alternatief 3, alleen worden de bui~en hier niet op een draaitafel geplaatst, maar in ~erie naast elkaar. Om nu de sokken op buis te trekken en er weer van af, is de aandrijfrol, die op deze buis gemonteerd is, in twee richtingen draaibaar. Ook is .om aansluiting ~e maken met de tweede buis, waarop de snel draaiende rol gemonteerd is, de onderste buis in axiale richting verstelbaar. De werking is nu als volgt: De operator trekt het begin van een rol sokken in de onderste buis naar boven en draait deze over deze buis en trekt het begin van de rol door tot onder de aandrijfrol. De buis z.i t op dit moment in z'n ondet'ste stand. De aandrijfrol
- 3-7 -
wordt nu zodanig aangezet, dat de rol verder over de buis getrokken wordt en opstroopt bij de aanslag. Als de hele rol op de buis zit, wordt de buis omhoog geplaatst en de aandrijfrol in de andere richting aangezet. Nu gaat ook de tweede aandrijfrol draaien. Deze draait twee maal zo snel, zodat de sokken uit elkaar getrokken worde~Oe afvoer is zoals deze nu ook is. Alternatief 6 Dit alternatief gaat uit van sokken die reeds van elkaar gescheiden zijn,in de breimachine. Het is de bedoeling, dat de sokken min of meer langs elkaar dwars ~P de aanvoerband komen. Oe aanvoerband loopt doo~ totdat een sok tegen de aanslag loopt. Nu stopt de band en wordt de sok gepakt door een speciale klem. Oe overzetter waarop deze klem g~monteerd is, draait nu een kwart slag, waardoor de aanslag weer vrij komt en de band weer doordraait tot de volgende sok tegen de aanslag komt. Oe klem op de overzetter draait nu een kwart slag, waardoor de sok verticaal komt te hangen. Nu wordt de sok, in de klem, door perslucht open geblazen. Als dit gebeur~~is, pakt een andere klem de sok van binnen uit. Hierna worden de vorken van deze klem naar buiten bewogen, waardoor de sok strak gespannen in de tweede klem komt. Nu laat de eerste klem de sok los en gaat de volgende sok halen. Oe overzetter, waarop de tweede klem gemonteerd is, draait nu een kwart slag, Waardoor deze onder een schuifbare buis komt. Oe buis gaat, als de sok er onder gearriveerd is, naar beneden, totdat bijna de hele sok om de buis zit. Hierna gaat de buis zuigen en wordt de sok de buis in gezogen. Hierdoor wordt de sok omgekeerd. Oe sok wordt verder weer afgevoerd op de bestaande manier.
- 3-8 -
AANVOERBAND
+-+--SCHUIFBARE
BUIS
-
•
..___, VERZETTER MET KLEM •
- 3-9 -
Alternatief 7
AAIBARE KRAAG
K ~------....,ERS
LUCHT
t
"'-AFVOERBAK
..j..
Dit alternatief, is een alternatief, dat reeds bestaat op nieuwere breimachines, Het gaat ervan uit dat de sok tijdens het breiden door perslucht terug de breimachine in geblazen wordt en aan de bovenkant afgevoerd. De kwaliteit van het breiwerk is echter niet meer gewaarborgd, doordat de sok nu op spanning gehouden wordt door perslucht en niet meer
- 3-10 -
door de spanrollen, die nu aanwezig zijn. Ook is de ruimte in de bestaande machines eigenlijk te klein om deze aanpassing in aan te brengen. Alternatief 8 I .
AF STROPER ·.
VAST AAN BREIMACHINE· (MEEDRAAIEND)
~~~--BUIS
-~~-----DRAAIBARE
I
KOKER
BAK MET KLEP
l .\.,.;:..r----T---,--~VACU~M FVOERBAK .
-t---.n
- 3-11 -
Dit alternatief is •venals het voorgaande alternatief een toevoeging aan de breimachines. De werking is als volgt: Voor het breiden wordt een koker naar beneden ~elaten. Als het begin van de sok gebreid is, wordt de koker met constante kracht omhoog getrokken. De koker pakt het begin van de sok en trekt de sok tijdens het breien met constante kracht terug de breimachine in. Omdat de sok tijdens het breijn draait is de koker draaibaar opgesteld. Als de sok gebreid is, gaat de koker verder door naar boven, waar de sok door een afstroper van de koker geschoven wordt. De sok wordt nu door een vacuum leiding weer naar beneden gezogen en op de bestaande manier afgevoerd.
- 4-1 •
Hoofdstuk 4 waarde analyse. Om na te gaan welke van deze alternatieven als meest gunstigst uit de vergelijkin~ kom~heb ik een waarde analyse uitgevoerd. Hier worden de vers~hillende alternatieven op hun eigenschappen beoordeeld. Sommige eigenschappen zijn belangrijker dan andere, daarom heb ik ze verschillende "belangrijkheids factoren" gegeven. De indeling hiervan vindt U in de onderstaande tabel. Beoordelingscriteria:
NR 1
2 3
4 5 6 7 8
9
10 11
12
Criterium Technische uitvoerbaarheid Betrouwbaarheid van het keren Snelheid van het keren Bediening Stroom gebruik Kosten Bekendheid met het systeem Plaats gebruik Inpassing in het systeem (veranderingen aan bestaande machines) Makkelijke instelbaarheid op de verschillende $oklengtes Kwaliteits behoud van de sokken Als de machine bediend, ergonomische eisen Totaal
Belangrijkheid 5 4 3
3
2 3 1
3
4 3 3
3 37
Per eigens~hap kan een alternatief de be~ordeling van 0 tot 5 punten krijgen, zodat de beste score in het totaal 5x37= 1B5 kan bedragen.
- 4-2 -
De beoordeling is als volgt: Eis nr.
Belangrijkheid
Alternatief nr.,/ Score 1
2
3
4
5
6
7
B
1
5
0
2
2
2
3
1
0
0
2 "3
4
3
a
3
a
3
1
2
2
·3
3
0
1
0
2
0
3
3
4
3
2
2
1
2
1
2
3
3
5
2
1
1
1
1
1
1
0
1
6
3
2
3
1
1
2
0
0
0
7
1
2
1
1
2
1
1
1
8
3
3
2 '3
2
2
3
0
0
0
9
4
1
1
1
1
1
3
a
a
1a
3
4
1
2
1.
2
3 3
2
1
2
2
2
2 3
2
11
2 1
2
2
1
2
1
2
5
12
3 5
Hieronder volgt de score,vermenigvuldigd met de belangrijkheid: Eis nr.
Belangrijkheid
Alternatief nr. / Score 1
2
3
4
5
6
7
8
1
5
0
10
10
10
15
5
0
0
2
4
12
0
12
0
12
4
8
8
3
3
12
0
3
a
6
a
9
4
3
6
6
3
6
3
6
9
9 9
5
2
2
2
2
2
2
2
0
2
6
3
6
9
3
3
6
0
0
0
7
1
2
1
1
2
1
1
1
B
3
6
6
9
0
0
0
9
4
9 4
2 9 4
4
4
4
~2
0
10
3
12
3
6
3
6
6
0 6
11
3
6
3
6
6
6
3
9
9
12
3
6
6
3
54
59
3 74
6
77
6 47
15 57
15 59
Totaal
47
.. 6
- 4-3 -
Uit de waarde analyse komen alternatief 1 en 5 als beste naar voren. Deze alternatieven komen dus in aanmerking om verder uitgewerkt te worden. Oe uitgesproken voor- en nadelen van deze overgebleven alternatiev~n zijn: Alternatief 1: voordelen:-
Het.keren gaat snel en in een beweging. Het keren gaat continu. De werking is niet afhankelijk van de soklingte. Oe werking is niet afhankelijk van de lengte van de rol. - Het invoeren van de rol sokken is gemakkelijk. nadelen: - Oe technische uitvoerbaarheid van de positionering van de buis is bijna niet uitvoerbaar. - Er zijn moeilijkheden te verwachten op de plaatst waar de sok uit de buis komt.
Alternatief 5: voordelen: - De technische uitvoerbaarheid is beter dan bij alternatief 1. - Oe werking is niet afhankelijk van de soklengte. - Minder kans op storingen dan bij alternatief 1. nadelen: - Het keren gaat in twee fasen. - Oe rollengt~ is afhankelijk van de ruimte die aanwezig is om de "opgestroopte" rol te plaatsen. - Het opzêtten van de rol is aanzienlijk moeilijker dan bij alternatief 1. Het keren gaat in twee fasen. Ondanks dat alternatief 1 iets beter uit de beoordeling komt en op het eerste gezicht meer voordelen heeft dan alternat~~f S, geeft de technische uitvoerbaarheid van de positionering van de buis toch dermate veel problemen, dat in overleg met mijn coach en het bedrijf gekozen is voor alternatief s.
- 5-1 -
Hoofdstuk 5 Uitwerking van alternatief 5 Oe veranderingen, die dit alternatief heeft ondergaan, voor het concreet kon worden uitgevoerd. Oe belangrijkste verandering is het horizontaal opstellen van de buizen, in plaats van de verticale opstelling bij alternatief 5. Dit heeft als voordeel, dat de buizen langer kunnen worden, zonder dat de operator niet meer bij de bovenkant van de buis kan komen. Oe lengte van de buis is nu 2,5 meter, terwijl de bereikbaarheid nog steeds erg goed is. Een verdere verandering, die hier uit volgt is, dat de buizen niet meer precies par~lel aan elkaar liggen, maar 50 centimeter in axiale richting verspringen. Dit is, omdat anders de aanvoer in moeilijkheden kan komen. Nu kunnen de haspels, waar de rollen sokken opzitten, naast elkaar worden opgesteld. Een nadeel van deze opstelling is wel, dat de machine nu erg lang wordt. ( ~ 5 meter ) Oe volgende verandering is, dat de snelle en de langzame aandrijfrollen nu op een buis zitten. Dit is gedaan, omdat de lagering van de buis, waar de snelle aandrijfrol op zit, anders niet mogelijk is. Dit, omdat de sok over de gehele buis geschoven moet worden. Deze verandering heeft verder als voordeel, dat de gehele buis nu vast kan worden opgesteld. Het heeft echter als nadeel, dat nu beide aandrijfrollen van richting moeten kunnen veranderen, terwijl een rollenpaar, ook nog met twee snelheden moet kunnen draaien. Oe werking van de definitieve keus. Oe werking is nu als volgt: Als een buis klaar is met een rol sokken, verwisselt de operator, bij de desbetreffende buis, de volle afvoerbak voor een lege. Dan zet hij de veiligheidsklep open, die voor de buis met aandrijfrollen gemonteerd is. Dan zet hij bij het begin van de buis een volle haspel neer en trekt het begin van de, op deze haspel gemonteerde, rol door de buis. Dit,
- 5-2 -
door middel van een speciale haak, die door de gleuf past, die in de buis is aangebracht. Als nu de sok aan de andere kant uit de buis komt, trekt de operator de sok om de buis heen, tot voorbij de eerste aandrijfrol. Nu doet de operator de klep dicht en start de machine, door middel van een startknop. Nu kan de operator zich met de andere buizen bezighouden, terwijl de machine de rest van de handelingen aan deze buis automatisch doet. Bij deze start gaan de aandrijfrollen beide zo draaien, dat de rol verder de buis opgetrokken wordt. ( Als je voor de machine staat draaien de aandrijfrollen tegen de klok in, dus links om ). Als nu een micro-switch op plaats A constateert, dat de rol sokken geheel op de buis zit, stoppen de rollen en gaan meteen de andere kant opdraaien. Hierbij gaat de motor, die rechts gemonteerd is, twee maal zo snel draaien, dan de motor die links gemonteerd is. Hierdoor worden de naden tussen de sokken kapot getrokken. Tevens wordt de vacuumpomp aangezet, waardoor de losse sokken de afvoerpijp in gezogen worden De afvoer van de sokken is verder, zoals in hoofdstuk· 1 omschreven is. Namelijk als een micro-switch, die op plaats C in de tekening (voor de afvoerbak ) gemonteerd is, geactiveerd wordt, gaat de bodem van de afvoerbak open en wordt tevens een klep bij de vacuumpomp geopend, zodat de vacuumleiding hierdoor valse lucht kan aanzuigen. Hierdoor valt de sa~ in een verrijdbare afvoerbak~ die de operator onder de machine heeft gezet. De geopende klep zorgt er nu voor, dat de sok tijdens het vallen niet vast gezogen wordt door de vacuumleiding. Als de sok gevallen is sluiten de bodem en de klep weer. Dit gaat zo door tot de hele rol sokken in de afvoerbak is. Als de micro-switch op plaats B constateert, dat de rol geheel gepasseerd is, activeert deze schakelaar een geheugen, die er voor zorgt, dat de machine nog enige seconden blijft doordraaien en dan stopt, in afwachting van het volgende startsignaal. Hierna kan de hele cyclus weer van voor af aan plaats vinden. De buizen werken allen het zelfde, maa~ wel totaal onafhankelijk van elkaar. Verder zit er op deze machine nog een bev~i~iging, die er voor zorgt, dat de machine meteen stopt, als de veiligheidsklep bij de desbetreffende buis geopend wordt. Het bewegingsplan van de machine is los bijgevoegd.
- 5-3 -
Oe keuze van de aandrijfmotoren. Het vermogen, dat nodig is voor het omkeren, is nodig om de wrijving te compenseren. Oe wrijving,waarmee hier gerekend is, is een geschatte waarde. Het dient aanbeveling om voor het bouwen van de machine, de wrijving proef ondervindslijk te bepalen. Door tijdgebrek was het niet mogelijk een proefopstelling te bouwen. In het uiteindelijke concept is gekozen voor een motor per aandrijfrol. Dit omdat de aandrijfrollen van de verschillende buizen los van elkaar links of rechts om moeten kunnen draaien en omdat de aandrijfrollen op een buis met een snelheidsverschil draaien bij·het rechts om draaien. Dit terwijl bij het linksom draaien de rollen juist evensnel draaien. De keuze is gevallen op poolomschakelbare tandwiel-vertragingsmotoren. Het benodigde vermogen wordt nu als volgt bepaald: Oe wrijving in het keerpunt + 20 N Oe aandrukkracht van de rollen ~ 50 N Oe wrijvingscoefficient ~ 0,25 De snelheid van het keren is ongeveer een sok per seconde, dit is ongeveer 90 centimeter per seconde = 0,9 nf/s. De kracht die nodig is voor het keren: ( 20+2x0, 25x50) x1, 5 ~ 70 N. 1, 5 is hierbij een veili9heiids,.,.. factor. Deze kracht wordt door twee motoren geleverd, dus de kracht, die per motor geleverd moet worden,is ongeveer 35 N. Het vermogen dat nodig is~ is kracht maal snelheid. Dit is voor de langzame stand: 35x0,9=31,5 Nm/s en voor de de snelle stand 2x31,5=63 Nm/s. Als op de motor een rol gemonteerd is met een diameter van 0,1 meter, dan kan het toerental van de motor als volgt berekend worden: Deze gegevens gelden voor de langzame stand: Oe snelheid is 0,9 meter per seconde. Dit is 54 meter per minuut. Oe diameter van de rol is 0,1 meter. Hieruit volgt, dat voor de omtrek geldt: Oe omtrek is 0,1xU=0,314 meter.
-
- 5-4 -
Het aantal omwentelingen per minuut is dus: 54/0,314=172 omw/m voor de langzame stand en 2x172=344 omw/minuut voor de snelle stand. De keuze is nu gevallen op een motor, van het merk Dierking, type G1P63K/4/2, met een vermogen van 0,1 en 0,15 PK voor raspeetlevelijk de langzame en de snelle stand. Dit komt overeen met 73,5 en 110,25 Nm/s. Dit is aan de hoge kant, maar er bestaan geen motoren van dit type met een lager vermogen. Voor verdere gegevens van deze motoren, zie de bijlagen. Sterkte berekening van de
bui~.
De buis is van roestvast staal met een diameter van 50 mm en een wanddikte van 2 mm (uit de catalogus van M.C.B. ). Materiaal is: werkstof no. 1.4301 Aisi 304. Het materiaal is goed verspaanbaar, wat belangrijk is, voor het frezen van de gleuf. De trekvasthe~d is 500-700 N/mm 2 • Het gewicht is 2,41 kg/m. De dwars doo-rsnede van het materiaal is 3,01 cm 2 • Het ___ weerstandsmoment is 3,48 cm 3 • H~t traagheidsmoment (I) is 8,70 cm 4 • En de elasticiteitsmodulus (E) is 2,15x10 5 N/mm 2 • Oe krachtverdeling over de buis:
50N 1,4m
0,9m
50N
0,2m
'
50N N.b. de aandrukkracht van de rechtse aandrijfrol, wordt gecompenceerd door de aandrukkracht van de spanrol, die er boven is gemonteerd, zodat deze verder niet meer meedoet aan de berekening.
- 5-5 -
De buigmomentenlijn t.g.v. de kracht van de linkse aandrijfrol:
1,4m De buigmomentenlijn t.g.v. het eigen gewicht:
lOm 11,8Nm 2ó,&Nm 14,3Nm
2 Om
2 Sm
2,9.SNm
' De berekening van het maximale buigmoment: De functie, die het buigmoment van r is 0 (bij de inklemming) tot ris 1,4 meter (bij de linkse aandrijfrol) weergeeft, is als volgt: Voor het moment t.g.v. de aandrijfrol: M=50(1,4-r). Voor het moment t.g.v. het eigen gewicht: M=0,5x23,6(2,5-r) 2 • In het totaal geldt nu: M=0,5x23,6{2,5-r) 2-50(1,4-r)= o,5x23,6(6,25-5r+r 2 )-70+50r= 73,75-59r+11,Br 2-70+50r= 3,75-9r+11,8r 2 •
- 5-6 -
Extreme waarde van de buigmomentenfunctie: Het maximum van deze functie kan zitten bij een nulpunt van de functie of bij de grenzen vander waarden (r=O, of r=1,4 m) De waarde bij r=O: 3,75-9x0+11,8x0 2=3,75 Nm. De waarde bij r=1,4: 3,75-Bx1,4+11,8x1,4 2=14,3 Nm. Het nulpunt is: M=3,75-9r+11,8r 2 M'=-9+23,6r Nulpunt van M': 0=-9+11,8r 11,8r=9 r=0,38 m . ' 2 De waarde van M is dan: 3,75-9x0,38+11,8xcr,38 = 2,03 Nm. Van deze waarden is 14,3 Nm de grootste, dit is dus het .grootste buigmoment,dat in deze buis voorkomt. De spanning, die hierdoor in de buis komt, is verwaarloosbaar klein. Deze waarde is: Suigmoment: 14,3 Nm =14300 Nmm. Weerstandsmoment is: 3,48 cm 2 =3480 mm 2 • De spanning is nu: 14300/3480= 4,11 N/mm 2 • De doorbuiging van de buis: Eerst de doorbuiging t.g.v. het eigen gewicht: De doorbuiging bij het meest rechtse punt (r=2,5 m) wordt berekend. F=2,5x23,6=59 N. ( Dit is de kracht per meter ). I=8,7x10 4 mm 4 ., E=2,15x10 5 N/mm 2 • f is de doorbuiging bij r=2,5 m. Volgens Dubbel geldt nu: 3 3 9 f=Fxl · · = 59x2,5 x105 4 = 6,16 mm. (Omlaag gericht). SxExi 8x2,15x10 x8,7x10 De doorbuiging ten gevolge van de linkse spanrol: Eerst wordt de doorbuiging bij de spanrol (r=1,4 m) berekend. F=50 N. I=8,7x10 4 mm 4 •
- 5-7 -
5 E=2,15x10 N/mm 2 • f is de doorbuiging bij r=1,4 m. Volgens Dubbel geldt nu: 3 9 3 f= Fxl = 50x1,4 - x105 4 = 2,45 mm. (Omhoog gericht). 3xExi 3x2,15x10 x8,7x10 tan~= 3f/21= 7,33/2,8x10 3 =2,62x10- 3 • Oe doorbuiging t.g.v. deze tangens bij r=2,5 m: 2,62x10- 3 x(2,5-1,4)x10 3=2,36 mm. (Omhoog gericht). Oe totale doorbuiging wordt nu: 6,16-2,45-2,36=1,35 mm op het einde van de buis. Deze doorbuiging is zeer aanvaardbaar. Oe technische gegevens van de vacuumpomp: merk: Siemens type: 2 eh 5. vermogen: 1,2 kw. spanning: 380 Volt. stroomgebruik: 2,95 A. Oe spaninrichting: Spanveer: Tevema veer. drukveer, gespannen .lengte: 40 mm. spankracht : 50 N. Oe keus is gevallen op veer 0 12230. Dm= 10~0 mm.(buiten diameter). d= 1,25 mm.(draaddikte). LO= 64,0 mm. (ongespannen lengte). P/f= 1,99 N/mm. (veerstijfheid). Oe lagers van de spanrol: merk: SKF. type: SKF 16004. Voor de verdere gegevens van de omkeermachine verwijs ik naar de tekeningen.
- 6-1 -
Hoofdstuk 6 Enige slotopmerkingen. Zoals blijkt uit hoofdstuk s, is er een verandering nodig in de aanvoer van de sokken in de omkeermachine. De sokken moeten nu per rol op een haspel worden aangeboden. Dit houdt in, dat het scheidingsmechanisme, dat nu onder aan de breimachines zit, verwijderd moet worden en vervangen door een oprolmechanisme. De haspel waar de rol sokken nu op opgerold moet worden, moet tijdens het breien meedraaien met de breimachine. Aangezien er ± 150 breimachines staan is de investering hiervoor erg groot. Zoals uit hoofdstuk 1 blijkt, mag de investering voor de nieuwe omkeermachine en de verdere aanpassingen, niet groter zijn dan + f19S.OOO,--, als de machine, zoals nu het geval is, door een man bediend wordt. Als de omkeermachine opzich + fSO.OOO,-- kost, mag de investering voor de haspels en de aanpassingen aan de breimachines + f14S.ooo,-- kosten. Dit is per breimachine + f10DO,--. Aangezien ik niet geloof, dat de aanpassingen voor dit bedrag te realiseren zijn, sneuvelt dit alternatief op financiele gronden. Ik geloof echter wel, dat er in dit verslag, interessante alternatieven besproken zijn en dat dit verslag een grondslag kan zijn, voor een in de toekomst eventueel verder te verrichten onderzoek. Verder kan ik hier dus alleen tot de conclusie komen, dat uit-dit onderzoek is gebleken, dat de wijze, waarop momenteel de sokken omgekeerd worden, bet meest econo~ misch i-s.
-
-
-
-
Verder wil ik op deze plaats iedereen bedanken, die mij geholpen hebben bij dit onderzoek. Met name wil ik hier de Hr. Hulshof, de Hr. van Schijndel en de Hr. Randers bedanken voor hun medewerking aan deze, voor mij zeer leerzame, studie. Verder wens ik de Bata veel succes in haar verdere bestaan en hoop ik, dat de conclusies uit dit verslag voor haar bruikbaar zijn.
DIERKING TANDWIEL- VERTRAGINGSMOTOR Poolomschakelbaar
Oahlanderwikkellng -
DIERKING TANDWIEL- VERTRAGINGSMOTOR Poolomschakelbaar
1 spanning
2 toerentallen
..
O.HU
In In A.
OmwJmln.
380"6ott G2P lOK
/8/4
G3P lOL
Meatacheta
Gew. kg
Ktl
19
/8/4
11/l4
K 14
37
G2P lOl
/8/4
21/42
K 13
21
o:mtt,o
G3P
/8/4
11/l4
K 16
46
1
G3P 10
/8/4
12/24
K11
49
t.S/2
G3 p 100
/8/4
12/24
K J6
liO
2 /3
CM P 112M /8/4
4,38/ 5,12
tli/30
K2'l
84
CM P 1328
/8/4
6,41/ 6,56
15/30
K23
US
os p
132M
/8/4
7.95110,0
15/30
K25
175
Q4 p 132M
/8/4
7.95/10.0
21/42
K 24
127
#1.1
a 14 4
11.1
..
vanaf
Ge P IIIOMII;/8/4
\1,25/12,9
15/30
K29
284
G5 P IIOMk/8/4
11.25/12,9
17/34
K26
214
12.75/15.110
16/32
K29
264
12.75/15,110
25/liO
K26
214
15.5 /2G.9
20/40
K30
2115
. 1,1/'1,1 Q6
7,5/10 10
/15
.
p 110M /8/4
G5 P IIOM Q6
/8/4
p 1601. /8/4
Omw.Jinlft.
ca .
13/26
u ,, I 0.15
1 apannlno
2 toerentallen
,".
Vtrmopn
Dahlanderwlkbiing -
4711,-
542.8,-
Maatschetsen pagina 16-23
Onderstaande toerentalcombinaties z!Jn mogelUk biJ de resp. tandwielvertragingskaat types: Motor-toerental 750/1500 omw./min.
G2
G3
G4
G5
G6
13/26
11/l4 13/26
15/30
15/30 17/34 19/38 21/42
15./30 16/32 19/38
20/40
23/46
23/46
25/liO
25/liO 27/54
16/32 17/34 19/38 21/42
19/38
23/46
21/42
15./30 17/34
Hogere toerentallen zie pagina 25
24
17/34 19/38
21/42
23/ltiJ 25/liO 25/56
27/54
..,
..
1 ' - bealUt de moaeiiJkheld tot uttvoerlftg mM I of meer toerentallen, of udere verhoudingen zoele: 1 : 3, I : 4 of I : I% met gucheklen wlkkellngan.
25
~
-
DIERKlNG
OIERKING TANDWIEL- VERTRAGINGSMOTOR ~----------·----------~
.,..___~r---oot
~---q----._------0'----~
4len&ultvoerlng
a
K K K K
1•
2. 3•
4.
K 5 K 6 K 7 K 8 K K K K K
9 10 11
12
ae
b
120 45
be
c
c1
de
e e10
80 105
100 12
160
110
120
80 95 12 110
165 110 72 200 160 130 16 250 180
10
18
77
125
3
130
10
12
20
..
00 93 15 150 140
140 25 108 165 185
K 15
147 147 151 151
80
h1
n
k
27
12
40
3
u
80
6
7 60 135
334 349 53 40 37 356 371 ;390 405
25 141
75 60
200
130 180 100 300 212 230 25 350 250
q
25
80
3
0
40 125 41 30
180 1 1 191 191
·~:.
Î2
77
3
Maten in mm. (niet bindend) Flensdiameter (a 0) naar keuze • BU maatschets KI • K4 Is flensuitvoering vlg. bouwvorm 8 14 16
h
154 154 106 113 165 165
13
K 14
91
217 180 95 112 90
508 87 518
Asdiameter (d 0) volgens ISO k8
11 13 15 15
12
Spie volgens DIN 6885 (blad 1)
t7
maten in em.
.• N
.' MAXIMALl EUOYIJDTE
~----~Zt1----~~~1,~~
14--------l!••t7______....,.._"3St~ De gemiddelde arbeider van boven gezien
Hieruit volgt de maximale reikwijdte (de lijnen AB en CD), dct normale reikwijdte (de lijnen EP en GH), het gebied wanrbinnen bewust waargenomen wordt (ll.ggende tussen de st i ppe lli Jnen 'IX en YZ) en het gebied waarbinnen onbewust waargenomen wordt (liggende tusef'n de stippellijnen XWKL en YZMN). • Alle essentiäle elementen voor een bewerking moeten binnen het bewust geziene gebied geplaatst worden, In het onbewust geziene gebied wordt wel de aanwezigheid van iets· opgemerkt, zonder dat het eehter herkend wordt. Opmerking Het ie verstandig om biJ de gemiddelde arbeider reeds met de npreiding rekening te houden. Deze ie als ;t toegevoegd aan de verschillende maten.
De tnrtcht1ng van een montageplante waarbij rekening is gehouden met de bovengenoemde ri :htlijnen.
maten
111
cm.
I
\
I
\I Il
'-""
,~t....J
""--...
----~--~---------De gemiddelu& arbeider
Vim ter~:i,)Jfi
gez i.en
liierui t volgt de b.oogte van de werktafel voor zittend we~rk: (70-r'/cm), voor stannd werk ( 105-+IOcm), de stoelhoogte (4", •Jool), de mu.xi.rrude reikwijdte (de lijn All), dt: normale reikwiJd te (de lijn Eli'), het gë'bied waarbinntm bewust waargenomen woz·j t (liggende tuaoHln de stippelliJnen Wl en 'iZJ, lu:t gebied waurb.innen onbewu.>t wat.>.rgonomeu wor•tt (liggende tussen de stippelliJnen XWKL en ZYll.ll) tó.O llet gearceerde gebied wa.urin de gezichtsscherpte maximaal is. Alle eeeentiétle elementen voor e<:~n bewerking moeten binnen het bewust geziene gebied. geplalitst worden. ln h.et onbewulllt geziene gebied wordt wel àe aanwezigheid VW'l it>ts opgemerkt, zonaer dat net echter ht~rkend woràt. liet opatellen van materi~t.&.l, gereed.sc:hu.p, bedieningsorgwum e.d.. buitall de lijnen K1 en lllH ia zeer b.i.nd.erlijk. Opwerking Het i~:~ verstandig om bij de genliûcttdde urbeiuer rende met de o~-rt!iding rodcer:.ing tt:: houd.E!IIt. Dtl.ze ia aJ.::t + tut:gevoegd t
leu vw1 een ta.felhoogt,. kan men 'äaa b.;t11r ul tguan van 77cm, :r.odat ook een lange a.un t~r zondez· be-
zwaren uan kan
~1tten.
I
(j)
®
@r---
. ·®~~-t-~-++
.'~9 14-". ..
-----EJ
:Cc· ___ ·_
·~·
...
- - - - - ---------
'
·~
·;
. I
.,l
!
:
,,
.t.·
-·
..
® CD
1
l·
·1.·
,. . .
'~ '
'1"'
::
. ''
·~·.
"
r--.--- - - - - - - - - - , , •..J
.
·..
•
1-:
.
~.::..=.'::.::.::-:-~:--=-=--:--==. Î ........_.
..
....~r.
· . .._·.'
.
ij
i
I
\
'.· ><'i '
,'t.
@ ,. I
®
l
Ij
~
--·---®
i
.. @·
·l
u i
I
''
~ I'
•..Gc.H~MA·
PN~UM .... . . : . ...,.'Tl CO
I I
I'
.r,
,
i ...
'I ;I
I ,.
. ,.
•'
.
,. •.,
..
'
,.·
. '.
•
..
;
.
' '
~o. I
.
'
;
.
.
. ..
23 22
Ca,...TA'TO Ft.éi
PR.S OI .e. Pa S.l Tc:::u:a.a.
2~
CartTA'TaF'l..S.
ToTAI..f'Z'ZA'T<::;:) Re:.
20
I~T ERR.UTTORE
~9
5PJA
:.
:.
AUTOM.A.TICO - We:seFt. ..
MACC..., INA
..
. 'I
:·I
i8 SPIA $ E.C.NAI.AZIONE CONT,A.TOR.E. i7 AMI'IULLAMEI-4TO I..AMPADA CONTE4410 ~6
APEf2.TU~ MANUALE. DEL.LO
l5
P~esA AP.l.-1\
14 TRA$FO~~~'!~.R.~- . ·-· 13 Cu.. tNORO PNEUMA1JC.O
'
.
.. •
S.CARI CA ToRE.
4-S
COH P~ES. SoA,
-
..
A Tm
-- ----- --
-
' ,
..:. tI .· l
l
. j
i
.
....... -·-
...
fZ H
VAt..VOLE
jQ
Cluf"'ORO PNEUHATIC:O CQHAHDO APER1URA
OI REC..OLAZIONE
EL.GTT~VAU/OL.A
. t
FUN"ZION.ANTE
0\
FUJSSO
CON c.,4.So$êTT0 OI
OI~Tfè.IBt.r~IONE.
C:..OMANOO CU..INOAO ~. 10
S.CARI~TORE. tf
9 8 7
Mtc,:;t.O I NTtiRf
6
OtSPOSlïlv'O
..s
Dl CHHJSVRA
Sc.HEDA
E. LE. T Tl<.c::;ll'll CA Dl COMA.NDO
! '
~:
)··
:
-
R.OTAN"T"'E
G,....MBAL.E.
'.4
~P\I
VAi..VOLA
..
·-
SAM8Al..E..
D 1 1~~e:z.lON€
Rec,~~.. ..... -rofè.&
01
3
5c.A.R.\CA TOR&
2
FtL.TR.O
~
A~PU~.AïOQ..E
CA OUTA •,
A~ IA
·-----· :ÖIEMENS
5
i'CH
......
(
COSTRUZJONI
MECCANICHE
III
EJ
D\ CONTROLLO MS 150
TAVOLO MOD
ujP .
OI SANTIN & 'ZECCHI
R#~I~I0/16
4fl.l"u11ATO I/. ~»~ PO~!
;!t c ~·a C..· •# .. - . ,.,._........ ----
---·
"''
~~-
___
-
·'
.
cC'
.
.,,.,
____ .
...
--- . ----·-- .......
..,............
I .._.>'
,..., . _ _ . _
;
. .
!
J. :
;
i
1C0i
-----
....
'
'
~
'