1
ALGEMENE INFORMATIE
Deze opdracht wordt uitgeschreven door: De NV Aquafin, in opdracht van VMW ingevolge de tussen beide partijen gesloten overeenkomst van 10 oktober 2005, haar bijlage en de daarin opgenomen taakverdeling, naamloze vennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te 2630 Aartselaar, Dijkstraat 8 en ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder het nummer RPR 440.694.388., hier vertegenwoordigd door Boudewijn Van De Steene, Commercieel Directeur en Dirk De Waele, Directeur Infrastructuur, hierna genoemd “Aquafin”. Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar. Projectnaam:
Verbeteringswerken aan de Hogeweg te Ninove.
Ontwerper:
Ingenieursbureau D’Hauwer & Van Der Schueren bvba Valleistraat 75 9402 Meerbeke
Gunning:
Openbare aanbesteding.
Bepaling van de prijzen: Gemengde opdracht. Indiening van de inschrijvingen: De offertes worden via een postdienst verzonden of door een drager afgegeven zoals omschreven onder de wijzigingen op het K.B. van 8 januari 1996 in Artikel 104, opgenomen in de administratieve bepalingen van dit document.
Opening van de inschrijvingen. zal plaats hebben op … om … ten overstaan van de Burgemeester of zijn afgevaardigde van de stad Ninove op volgend adres: Centrumlaan 100 te 9400 Ninove Erkenning:
categorie C klasse 2
Registratie:
categorie: 05 of 00
Uitvoeringstermijn: 55 werkdagen
2
Inzage bescheiden: - Op het kantoor der Openbare Aanbestedingen van de Staat, Wetstraat 51 bus 7, 1040 Brussel, alle werkdagen van 10 tot 16 uur. - Op het stadhuis van de stad Ninove (Centrumlaan 100 te 9400 Ninove), Dienst Openbare Werken. - Ingenieursbureau D’Hauwer & Van Der Schueren bvba, Valleistraat 75 te 9402 Meerbeke
3
DOEL VAN DE AANBESTEDING: De aanneming heeft tot doel: -
Opbraak van bestaande riolering, wegenis- en voetpadverhardingen; Aanleggen van ontdubbelde riolering; Aanleggen van rijweg in betonstraatstenen; Herstellen van verhardingen;
BESCHRIJVING DER WERKEN. De aanneming omvat hoofdzakelijk: -
het opbreken van rioleringen; het opbreken van verhardingen in betonstraatstenen en KWS-verharding; het opbreken van lijnvormige en plaatselijke elementen; het aanleggen van RWA- en DWA-leiding; het aanleggen van onderfundering; het aanleggen van steenslagfundering en schraal betonfunderingen; het aanleggen van verhardingen in betonstraatstenen; het leveren en plaatsen van lijnvormige en plaatselijke elementen; de werfsignalisatie; het onderhoud van alle uitgevoerde werken gedurende de waarborgperiode.
4
2.
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 08.01.1996, GEWIJZIGD OP 25.03.1999 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (BS 26 JANUARI 1996, ERR. BS 25 FEBRUARI 1997)
Artikel 83bis § 2 Technische specificaties en normen De technische bepalingen die op de opdracht van toepassing zijn worden opgesomd in de Algemene en Bijzondere Technische Bepalingen. Zo in deze Algemene en Bijzondere Bepalingen wordt verwezen naar bestaande typebestekken, dan zijn enkel de technische bepalingen van deze typebestekken van toepassing, met uitsluiting van de Administratieve bepalingen die deze bestaande typebestekken zouden bevatten.
Artikel 86 Prijsbepaling De prijs van de opdracht wordt als volgt bepaald: gemengde opdracht.
Artikel 89 Vorm van de offerte Indien de inschrijver zijn offerte maakt op andere documenten dan op het voorziene formulier moet op ieder van deze documenten volgende verklaring worden opgenomen. “Ik ondergetekende, …….., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door het bestuur verstrekte model(len) van offerte, of samenvattende opmetingsstaat (-aten) en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgesteld model moet als niet ingeschreven worden beschouwd, met uitzondering van de posten waarvan de forfaitaire hoeveelheden werden gewijzigd overeenkomstig artikel 96 § 2 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 die, samen met de eventuele aangevulde leemten, op de laatste bladzijden van mijn document zijn vermeld. Artikel 90 Inhoud van de offerte Naast de bescheiden en nota’s, vereist door de wettelijke en reglementaire bepalingen en door de documenten waarnaar dit bijzonder bestek verwijst, dient de inschrijver nog de volgende documenten bij zijn offerte te voegen: - getuigschrift van erkenning of erkenningsaanvraag; - attest van registratie; - een recente bankverklaring, niet ouder dan 3 maand op de uiterste datum van indiening van de offerte. Artikel 96 § 2 Een verbetering van de hoeveelheden van de posten van de meetstaat met hoedanigheid “vermoedelijke hoeveelheid” (VH) is niet toegelaten.
5
Art. 100 § 2. Prijzen De aandacht van de inschrijvers wordt erop gevestigd dat het eerste lid vervangen is door de volgende bepaling: “ De prijzen worden in de offerte in euro opgegeven”. Tenzij anders bepaald is in de samenvattende opmetingsstaat, dienen afrondingen naar boven of naar beneden enkel te geschieden op het totale bedrag van de offerte en niet op de eenheidsprijzen of het globale bedrag van iedere post. Er wordt afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden, naargelang de derde decimaal hoger of gelijk is aan vijf, enerzijds, of lager dan vijf, anderzijds.
Artikel 103 Varianten Varianten zijn toegestaan.
Art. 104: Indienen van de offertes Het adres voor toezending van de offerte is: Stadsbestuur Ninove Centrumlaan 100 9400 Ninove De buitenste omslag dient duidelijk te vermelden: “Inschrijving voor (projectnaam, aanbestedingsdatum en uur)”
Art. 116: Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers. De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderdtwintig (120) kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting voor de opening van de offertes.
6
3.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT
Het onder 3.1. en 3.2. hieronder vermeld, geldt eveneens de door de stad doorgevoerde wegherstel en/of- verfraaiingswerken. Aquafin staat ook in voor de afhandeling van schadegevallen m.b.t. wegherstel en/of – verfraaiing. 3.1.
Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van 26.06.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken.
Art. 2 Contractuele documenten In zover er in bovenstaande aanbestedingsdocumenten niet wordt vanaf geweken, zijn op de opdracht volgende documenten van toepassing: 1) het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw – versie 2.2. 2) Algemene Wijzigingen en Aanvullingen van NV Aquafin aan het Standaardbestek 250 versie 2.2. 3) Volgende nationale technische voorschriften: Aflevering X van het Ministerie van Openbare werken, Algemene Technische Diensten : Technische Clausules - Deel 1 - Bescherming van Ferro-metalen tegen corrosie, uitgave 1981. 3) De wet van 20.03.1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken. 4). Het Koninklijk Besluit van 26.09.1991 tot vaststelling van toepassingsmodaliteiten van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van de aannemers van werken. 5) Het Ministerieel besluit van 27.09.1991 tot nadere bepalingen van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers. 6) De omzendbrief nr.225/910402 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilie en Infrastructuur, Administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en gesubsidieerde Infrastructuur, Bestuur Overheidsopdrachten, betreffende het hergebruik van afvalstoffen in de wegenbouwinfrastructuur. 7) De Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers (BS van 18 september 1996). 8) Het Koninklijk Besluit van 25-01-2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen.
7
9) Het Ministerieel Besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg: MB van 07-05-1999 ( BS 21-05-1999) 10) De omzendbrieven en dienstorders: 514-A/11
‘ Beproevingslaboratoria’
512-107
Praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken
LI 94/80
“ Beton voor constructies – technische voorschriften “ dat de norm NBN B15-001 aanvult en/of wijzigt.
LI 94/86
“ Technische voorschriften – Betonstaal en voorspanstaal”.
LI2004/2
“ Grondverzet: regels met betrekking tot het gebruik van uitgegraven bodem”
Op deze opdracht zijn in het bijzonder van toepassing: - het onderhavig bestek en de bijgevoegde samenvattende opmetingsstaat; - het bij onderhavig bestek horende model van inschrijving en de bijgevoegde samenvattende opmetingsstaat; - het Technisch Verslag m.b.t. het bodemonderzoek; - het grondonderzoek m.b.t. de grondkarakteristieken; - de bij onderhavig bestek horende plannen. Plan Nr. 1 2 3 4
Omschrijving Grondplan Lengteprofiel / Dwarsprofielen Modeldwarsprofielen/Kunstwerken Plan nutsleidingen
Opmerking: De aanduidingen op de plans, betreffende de bestaande toestand o.a. leidingen openbaar nut worden slechts bij wijze van inlichting gegeven.
8
Art. 3
Lijst van de bepalingen waarin wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden.
… - art. 30, par. 2,2; - art. 38 - art. 41 Motivatie voor de afwijkingen op de artikelen 30, par. 2, 2, art. 38 en 41 inzake schade aan naburige eigendommen en aansprakelijkheid : A. verzekeringsstructuur Aquafin sluit voor de stad/gemeente de in art. 38 omschreven polis af. De A.B.R.-polis dekt o.m. werfschade en schade aan derden veroorzaakt door alle bij dit project betrokken bouwpartners, m.a.w. met inbegrip van de (onder)aannemer(s). Voordeel van deze manier van werken is dat de bona fide slachtoffers sneller kunnen vergoed worden daar o.m. de diverse bouwpartners allen door dezelfde verzekeringsmaatschappij vertegenwoordigd worden. De kost van deze polis wordt gedragen door Aquafin, m.a.w. ook de kosten van het verzekeren van de eventuele fouten van o.m. de aannemer worden door Aquafin betaald. B. “goed” werk leveren Gelet op de grote verzekeringsgarantie en het kanaliseren van verzekeringskosten naar Aquafin toe bestaat de nood te garanderen dat de aannemer niet op een onverantwoorde manier gaat werken omdat hij kan uitgaan van de premisse steeds verzekerd te zijn. Het is in het bijzonder inzake werken m.b.t. rioleringsinfrastructuur, wegherstel en/of verfraaiing niet onmogelijk dat er zich op een werf een aantal kleinere schadegevallen voordoen. In het kader van goed nabuurschap en als goede huisvader is het gebruikelijk dat aannemers dergelijke schadegevallen ter plaatse en in natura regelen. Dit gebruik zou door de eerder vermelde verzekeringsstructuur in het gedrang kunnen komen vermits aannemers er mogen van uit gaan verzekerd te zijn en op die manier de aansporing kunnen missen zich steeds als goed huisvader te gedragen. C. oplossing : ten laste leggen van vrijstellingen Als billijke oplossing is gekozen om de betaling van -zie infra in de artikelen 30, 38 en 41 in detail omschreven- de vrijstellingen bij de aannemer te leggen. Het is billijk de betaling door Aquafin van een verzekeringspremie ten voordele van de aannemer te compenseren met het doorschuiven van zekere financiële gevolgen. Op die manier wordt de aannemer gestimuleerd om voorzichtig te werken en kleinere schadegevallen vlot op te lossen, bijvoorbeeld d.m.v. het hoger vermelde herstel in natura.
9
3.2.
Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken.
3.2.1. Gemeenschappelijke bepalingen voor aannemingen van werken, leveringen, diensten en concessies van werken. Art. 1 Leidend ambtenaar Het door de bouwheer aangesteld studiebureau , om de uitvoering van de overeenkomst te leiden en het toezicht en de leiding der werken waar te nemen is Ingenieursbureau D’Hauwer § Van Der Schueren bvba – Valleistraat 75 te 9402 Meerbeke De natuurlijke personen die als leidend ingenieur gemachtigd zijn om de leiding en het toezicht van de werken waar te nemen zijn - dhr. Jan D’Hauwer, Valleistraat 54 te 9402 Meerbeke,
Art. 4 § 1
Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid.
Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid. 1° Het bestek en zijn bijlagen alsook de goedgekeurde plannen, documenten en voorwerpen liggen op afspraak ter beschikking op het stadhuis van Ninove. 2° In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen en tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden. De aannemer is ertoe gehouden zich vooraf persoonlijk te vergewissen omtrent de uitvoeringsvoorwaarden van zijn werken.
Art. 4. §2
Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer.
A. De aannemer dient, binnen de 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de goedkeuring van zijn inschrijving, volgende documenten, in drievoud, ter goedkeuring aan het bestuur voor te leggen: 1. De technische kenmerken van de te leveren buizen (wanddikte, nuttige lengte, afmetingen, spie- en mofeinde, enz…) en de kenmerkende gegevens van de elastische voegafdichtings-ringen betreffende mechanische sterkte en chemische bestendigheid, voor zover deze niet voorkomen in een door een onpartijdige instelling goedgekeurde benor-catalogus. 2. Een beschrijvende nota met detailtekeningen omtrent de geprefabriceerde inspectieputten, welke hij wenst te gebruiken en een berekeningsnota waaruit blijkt dat zij voldoen aan de optredende belastingen volgens de technische eisen van dit bestek voor zover deze niet voorkomen in een door een onpartijdige instelling goedgekeurde benor-catalogus.
10
B. De aannemer dient, ten laatste 30 kalenderdagen voor uitvoering van de betreffende werken, volgende documenten, in drievoud, ter goedkeuring aan het bestuur voor te leggen: 1. Een beschrijving, berekeningsnota en schets der werkmethoden, beschoeiingen, instandhoudingswerken en grondwaterverlagingswerken die hij zal toepassen voor de uitvoering van de bouwsleuven en bouwputten voor de rioleringen, collectoren, inspectieputten, pompputten, kopmuren, e.d. De berekeningen zijn uit te voeren volgens de aanvullingen van Aquafin aan Standaardbestek 250. 2. Afschrift van de melding van de start van de grondwerken/voorziene duur van de grondwerken/onderbreking/onvoorziene omstandigheid aan de vzw Grondbank of vergelijkbaar document voor een andere bodembeheersorganisatie. 3. Het grondverzetsplan met vermelding van de aanduiding “verantwoordelijke grondverzet”. 4. Goedgekeurde omleidingsplannen en signalisatieplannen per fase. C.
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Alle documenten vereist volgens het KB van 25/01/2001 of gevraagd in het ²veiligheids- en gezondheidsplan, zijn door de aannemer ter goedkeuring voor te leggen aan de bouwheer, de veiligheidscoördinator verwezenlijking en de leidende ingenieur.
D.
AS-BUILTDOSSIER - AQUADATAFICHES Opmeting van de uitgevoerde werken: 1. De aannemer dient per huis/wachtaansluiting/straatkolk een formulier te overhandigen waarop de plaats en de diepteligging van de aansluiting weergegeven is, evenals de inrekening te brengen lengte van de aansluiting, aard, aantal hulpstukken, enz… Verder dient de aannemer van elke aansluiting één of meerdere foto’s af te leveren, waarop de volledige aansluiting vanaf de riolering tot de grens met het openbaar domein duidelijk zichtbaar is. Deze foto’s dienen genummerd te worden, waarbij de nummering dient overeen te komen met deze aangeduid op de formulieren.
E. Documenten VLAREBO Afschrift van volgende documenten die deel uitmaken van het ketenzorgsysteem van de vzw Grondbank of vergelijkbare documenten van een andere bodembeheersorganisatie: a. Grondverzetsplan. b. Grondtransportverklaring(en). c. Gebruiksbrie(f)(ven). d. Meldingsformulier start van de grondwerken/voorziene duur/onvoorziene omstandigheid. e. Het werfregister met inbegrip van dagrapporten en inventaris van de vrachten.
11
Alle documenten zijn gehandtekend zoals voorgeschreven door de vzw Grondbank. Alle kosten voor het afleveren van de hiervoor vermelde documenten zijn een last van de aanneming. De kosten voor het afleveren van de documenten i.v.m. het grondverzet zijn begrepen in de eenheidsprijzen die betrekking hebben op het grondverzet.
Art. 5 § 1.
Bedrag van de borgtocht
De eerste alinea moet worden gelezen samen met de volgende bepalingen: a. “Het aldus bepaald bedrag wordt vermeerderd met 10 % van het bedrag van de posten 18, 19, 60 en 93 t.e.m. 98 van de opmetingsstaat.
Art. 5 § 3.
Borgtochtstelling en bewijs van borgtochtstelling.
Het bewijs van borgtochtstelling moet worden gestuurd aan de aanbestedende overheid.
Art. 10 § 1
Onderaannemers
De aannemer dient aan de leidende ambtenaar het bewijs voor te leggen dat, op het ogenblik dat hij de uitvoering van een deel van de opdracht aan een onderaannemer toevertrouwt, deze voldoet aan de wetgeving houdende regeling van registratie en erkenning van de aannemers, in verhouding tot het deel van de opdracht dat hij zal uitvoeren. Zolang deze bewijzen niet zijn voorgelegd, mag een onderaannemer niet werken. De onderaannemer moet tijdens de uitvoering van het deel van de opdracht dat hem werd toevertrouwd in het bezit zijn van de vereiste registratie en erkenning. De hoofdaannemer kan eventueel in gebreke blijven van onderaannemers niet inroepen om kwijtschelding van boetes of termijnsverlenging te bedingen. De opdrachtgever heeft bovendien het recht de onmiddellijke verbreking te eisen van elk onderaannemingskontrakt waarvan de uitvoering niet aan de in het bestek gestelde eisen voldoet. De aannemer die eventuele bemalingswerken uitvoert moet erkend zijn in de categorie G1
Art. 13 § 1.
Prijsherzieningsformule
De modaliteiten voor de prijsherziening zijn: 1° Algemene formule De prijsherziening wordt berekend met de volgende formule: p = P (0,40 s/S + 0,40 k2/K2 + 0.20)
12
Artikel 15 § 1. Betaling van de werken. 1. Algemeen aanvullende betalingsregels -
De werken worden deels uitgevoerd ten laste van de stad Ninove zijnde de wegeniswerken buiten de sleuf van de riolering. In aanwezigheid van de afgevaardigden van alle betrokken partijen, worden de hoeveelheden nagezien die in aanmerking komen voor betaling. De partijen komen hieromtrent overeen. De aannemer levert alle nodige informatie zodat de hoeveelheden kunnen bepaald worden. Voor de huisaansluitingen levert de aannemer per woning of slikker een ingevulde huisaansluitingsformulier zoals opgenomen in bijlage volgens bijzonder bestek.
-
De aanvangsdatum van de tweede periode is de eerste dag van de maand volgend op de maand vermeld in het aanvangsbevel. Teneinde de continuïteit van de vorderingsstaten te verzekeren, dienen, voor de periodes waarbinnen geen werken of “goedgekeurde” werken worden uitgevoerd, “nihilstaten” met bijhorende nul-(schuld)vordering te worden opgemaakt.
-
Voor de opmaak van de eindstaat legt de aannemer de gedetailleerde opmeting van de uitgevoerde hoeveelheden ter goedkeuring voor aan de leidend ingenieur. De aannemer zal deze gedetailleerde opmeting opnemen bij de schuldvordering van de eindvereffening.
-
Voor de maandelijkse afkortingen als voor het saldo van de aanneming maakte de aannemer een gedagtekende en ondertekende schuldvordering op met als basis de bijgevoegde vorderingsstaat. De schuldvordering vermeldt enkel het bedrag der uitgevoerde werken + herziening (exclusief BTW).
-
Van iedere afkortingsbetaling worden de op de datum van de schuldvordering reeds vastgestelde geldstraffen, boeten, kortingen of schadevergoedingen ingevolge ambtshalve maatregelen afgehouden.
-
In geval van eindvereffening mag de verklaring van schuldvordering slechts ingediend worden na de datum van voorlopige oplevering.
-
De aannemer maakt de gedagtekende, ondertekende schuldvordering en bijhorende vorderingsstaat per aangetekend schrijven als volgt over: 1. aan de bouwheer één exemplaar van de schuldvordering en de vorderingsstaat, 2. aan het studiebureau drie (in geval van gecombineerde opdrachten vier) exemplaren van de schuldvordering en van de vorderingsstaat. De aannemer maakt voor het aandeel ten laste van de stad Ninove de gedagtekende, ondertekende schuldvordering en bijkomende vorderingsstaat per aangetekend schrijven aan de stad Ninove rechtstreeks over, waarbij: 1.Kopie van het aangetekend schrijven en schuldvordering aan Aquafin en het studiebureau wordt overgemaakt. 2.Aan het studiebureau een bijkomend exemplaar van de vorderingsstaat wordt overmaakt per betrokken andere opdrachtgever.
13
o Binnen de twee weken na postdatum van het verzenden van de vorderingsstaten stuurt het studiebureau één exemplaar nagezien, verbeterd en aangevuld met de opmerkingen van alle partijen per aangetekend schrijven naar de aannemer. o De aannemer maakt vervolgens per aangetekend schrijven volgende documenten over: 1.aan de bouwheer de factuur in tweevoud. De factuur met het aandeel van de stad Ninove wordt in tweevoud opgestuurd naar de stad Ninove 2.aan het studiebureau in tweevoud de definitieve schuldvordering, de vorderingsstaat, de kopieën van de verzendingsbewijzen. - De opdrachtgevers betalen rechtstreeks aan de aannemer hun respectievelijke tussenkomst in de uitvoering der werken. - Alle fakturen dienen officiële fakturen te zijn, zoals zij zijn ingeschreven in de boeken van de aannemer. De fakturen, gericht aan de Aquafin NV, dienen bovendien volgende vermelding te dragen: “BTW te voldoen door medecontractant – KB nr. 1 art. 20 van 29/12/1992”. 2. Werken waarvoor bijzondere betalingsvoorwaarden van toepassing zijn 2.1 Aanleg van rioleringen De posten van werken met betrekking tot de aanleg van rioleringen komen slechts tot 80% van het inschrijvingsbedrag voor betaling in aanmerking zolang niet alle resultaten van de uit te voeren waterdichtheid/luchtdichtheidsproeven en de penetratieproef per leidingvak zijn gekend en deze resultaten voldoen aan de eisen van het bestek. Art. 16, §3 en 4: Onvoorziene omstandigheden. Een schadeaangifte kan niet gelden als het in artikel 16 §3 en 4 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van de bouwheer. Een afzonderlijke brief is noodzakelijk. Art. 20 § 4
Straffen
Wateroverlast die het gevolg is van een gebrekkige afvoer van rioolwater ten gevolge van de werken van de aannemer: Het debiet van riolen kan snel toenemen naar onder invloed van de weersomstandigheden. Tijdens de werken moet de aannemer steeds de voor de werken bestaande afvoercapaciteit als in alle omstandigheden waarborgen. De aannemer kan zich niet beroepen op uitzonderlijke weersomstandigheden als deze niet als dusdanig zijn erkend door het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI). Er wordt de aannemer op gewezen dat hij geen afvoer mag voorzien enkel door pompen. Er dient steeds een gravitaire noodoverlaat aanwezig te zijn. Bij een in proces verbaal vastgestelde gebrekkige afvoer van rioolwater wordt een boete van 1000 EUR toegepast, vermeerderd met 500 EUR per kalender-dag, zo de overtreding niet onmiddellijk wordt opgeheven.
14
Onder meer het installeren van onvoldoende pompcapaciteit, het ontbreken van een gravitaire afvoermogelijkheid met wateroverlast tot gevolg worden als een gebrekkige afvoer aanzien. Pompen worden door het bestuur niet aanvaard als afvoermogelijkheid buiten de werkuren of wanneer er geen personeel van de aannemer aanwezig is op de werf, tenzij er een noodoverlaat aangebracht wordt waardoor bij uitvallen van de pompen, geen wateroverlast kan optreden.
Art. 25 § 1
Elementen die in de prijs zijn inbegrepen.
7° Bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarebo hoofdstuk XIII) De bouwheer voegt bij de aanbestedingsdokumenten het technisch verslag met aanduiding van het aantal (m³) en mogelijkheid tot gebruik van de uitgegraven bodem (als bodem, als bouwkundig bodemgebruik, noch als bodem noch als bouwkundig bodemgebruik) van de grondoverschotten per bemonsteringszone. Uit het technisch verslag blijkt dat alle grondoverschotten kunnen aangewend worden als bodem (code 310) in bestemmingsklasse II t.e.m. V mits aanvullende studie van de ontvangende grond of als bouwstof (code 310) mits aanvullende studie van de ontvangende grond. De aannemer dient zodoende bij de inschrijving rekening te houden met deze code 310 en dit voor alle grondwerken. De vermelde hoeveelheden zijn indicatief en zijn afhankelijk van de gekozen toegelaten varianten. Deze posten worden uitbetaald a rato van de vooruitgang der werken (aantal verstreken werkdagen tov de totale uitvoeringstermijn). Ook indien deze grondoverschotten herbruikt worden of geschikt gemaakt worden voor herbruik worden deze posten uitbetaald. Er worden supplementaire posten voorzien voor de afvoer en verwerking van grondoverschotten bodem en bouwstof (bouwkundig bodemgebruik) op de plaatsen waar grondverbetering (onder het baanbed of onder de rioolsleuf) wordt toegepast: - Meerprijs voor de afvoer en verwerking van bodem op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast (VH m³) -
Meerprijs voor de afvoer en verwerking van bouwstof (bouwkundig bodemgebruik) op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast (VH m³)
-
Meerprijs voor afvoer en verwerking van grondoverschotten uit ondiep grondwerk op plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast (VH m³). Dit is onder het baanbed.
De aannemer dient bij zijn inschrijving rekening te houden met het invoege treden van de nieuwe Vlarebo-wetgeving per 01/06/2008. Alle kosten die hiermee verbonden zijn (aansluitingsbijdrage bodembeheersorganisatie, verzekeringsbijdrage, kosten voor afleveren van bodembeheerrapporten, kosten voor transportdokumenten,…) dienen in de eenheidsprijzen of globaalprijzen te zijn opgenomen.
15
De bouwheer laat de technische verslagen goedkeuren door een erkende bodembeheerorganisatie. Als de aannemer op een andere bodembeheerorganisatie een beroep wenst te doen zijn de eventuele bijkomende kosten voor het (opnieuw) goedkeuren van het technisch verslag ten laste van de aannemer. De bouwheer laat de technische verslagen goedkeuren door de VZW Grondbank als erkende bodembeheerorganisatie. Als de aannemer op een andere bodembeheerorganisatie een beroep wenst te doen zijn de eventuele bijkomende kosten voor het (opnieuw) conform verklaren van het technisch verslag ten laste van de aannemer De aannemer staat in voor het opmaken van de vrachtbrieven (grondtransportverklaring, gebruiksbrief of aanvraag bestemming en transport, vrachtbon,…) en het afleveren van het Bodembeheerrapport door een bodembeheerorganisatie. Ondiep grondwerk De aannemer staat in voor de selectieve uitgraving en stapeling van de bodem die wordt bedoeld met het ondiep grondwerk. Deze bodem dient bij voorkeur terug in het werk worden aangewend of wanneer dit niet mogelijk is binnen een ander werk als bouwkundig bodemgebruik. Wordt bedoeld met ondiep grondwerk: - Eventuele uitgegraven bodem (grondwerk) onder 4-1.1.2.2., 4-1.1.2.3 en 4-1.1.2.4. respectievelijk opbraak van verhardingen, lijnvormige elementen en buizen/kokers met dien verstande dat de verharding, lijnvormig elementen, buizen/kokers, (onder)fundering en eventuele omhulling in het kader van het Vlarea worden afgevoerd. - Afgraving en uitgraving van bodem onder 4-2. droog grondverzet gelegen naast bestaande weginfrastructuur - Uitgegraven bodem voor de aanleg van huisaansluitingen of aansluitingen op bestaande riolen in de zone waar de nutsleidingen liggen. De uitgegraven bodem voldoet vanwege de mogelijke vermenging met (onderdelen uit) de verharding, de huidige of vroegere functie (als wegonderdeel bijvoorbeeld), de ligging (naast de rijweg), … niet aan de normen voor vrij gebruik als bodem (code 211) maar wel aan de normen voor bouwkundig bodemgebruik. De bouwheer staat in voor de eventueel bijkomend gevraagde beproeving van gestapelde hopen en draagt hiervoor de kosten alsook van de eventueel bijkomend gevraagde rapportage naar derden. De aannemer kan geen extra kosten rekenen voor de termijn die hiervoor nodig is. Indien op de grondoverschotten uit het ondiep grondwerk fysische scheiding wordt toegepast op de werf, waarbij de hoeveelheden worden goedgekeurd door de leidend ingenieur, wordt de fysische scheiding betaald alsook het eenmalig aan- en afvoeren van de installatie. Deze posten worden uitbetaald naar rato van de vooruitgang der werken (aantal verstreken werkdagen tov de totale uitvoeringstermijn). Ook indien deze grondoverschotten herbruikt worden of geschikt gemaakt worden voor herbruik worden deze posten uitbetaald. In het geheel van voornoemde posten zijn zodoende alle kosten begrepen voor het afvoeren en verwerken buiten de werf van alle gronden en dit volgens de richtlijnen van het technisch verslag.
16
Art. 27 § 2
Keuringsmodaliteiten
1°
Algemene toepassingsmodaliteiten m.b.t. de voorafgaande technische keuringen en de a posteriori uitgevoerde technische keuringen De uitvoering van een nieuwe video-inspectie (na herstelling of reiniging of verwijderen waterstagnatie) dient bij voorkeur te geschieden door hetzelfde laboratorium als het door de bouwheer aangestelde laboratorium.
2°
Bijzondere toepassingsmodaliteiten met betrekking tot de voorafgaande technisch keuringen en de a posteriori uitgevoerde technisch keuringen. Bijzondere partijkeuringsattesten van de materialen die geen erkende ( Benor of Copro) keuring hebben dienen eveneens voorafgaandelijk voorgelegd.
Art. 28 § 2
Gelijktijdig uit te voeren werken.
De aannemer mag zich niet verzetten, noch hinder veroorzaken, noch bezwaren maken, noch vergoeding of termijnsverlenging vragen wegens de doorgang of het tijdelijk in gebruik nemen van terreinen door andere aannemers binnen de grenzen van zijn bouwplaats, voor zover de bouwheer zulks toelaat of beveelt. De aannemer moet overleg plegen met de andere aannemers, en zo nodig een gemeenschappelijk werkprogramma opmaken, dat voor de aanvang der werken moet meegedeeld worden aan de bouwheer. De aannemer wordt er in die zin op gewezen dat tegelijkertijd met de uitvoering van zijn werken ook andere werken door derden, zoals o.a. werken aan nutsleidingen of andere in de aanbestedingsdocumenten vermelde werken kunnen uitgevoerd worden die door de bouwheer bevolen of toegelaten worden. Voor aanvang der werken zal in overleg met de maatschappijen bepaald worden of de grondwerken voor de (her)aanleg van de nutsleidingen zal gebeuren door aannemer wegenwerken of daarentegen in eigen beheer zal gebeuren. De tekst van het standaardbestek 250 wordt verder aangevuld met de volgende bepalingen: De aannemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid onmiddellijk in te lichten wanneer er zich problemen met nutsleidingen voordoen. Op verzoek van de aannemer kan de aanbestedende overheid, in de aanvangsfase(n) de werken onderbreken voor een duur van max. 30 kalenderdagen, teneinde de vergunninghoudende maatschappijen toe te laten hun leidingen en/of installaties aan te passen en/of te verplaatsen. In die periode van onderbreking mag de aannemer enkel werkzaamheden uitvoeren die noodzakelijk zijn om de verplaatsingswerken van leidingen en/of installaties door de vergun- ninghoudende maatschappijen mogelijk te maken. De periode van onderbreking zal door de aanbestedende overheid per aangetekende brief aan de aannemer worden kenbaar gemaakt. De aannemer heeft geen recht op enige schadevergoeding van welke aard ook, uit hoofde van deze onderbreking.
17
Art. 30 § 1
Algemene organisatie van de bouwplaats.
1. Werkmethode a.
Algemeen
De aannemer dient zijn werf dusdanig te organiseren dat de hinder voor aangelanden en verkeer tot een minimum beperkt blijft. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met omleidingen en toegankelijkheid. De werkfases dienen in elk geval zo opgevat te worden dat opbraak, aanleg van riolering, uitvoering van huisaansluitingen en herstel van wegenis als één aaneengesloten geheel vorderen. Eens de werken gestart, moet non-activiteit op de werven vermeden worden, vooral wanneer wegen moeten worden afgesloten, of verkeersbelemmeringen kunnen optreden. De bouwheer zal in die zin niet toestaan dat hinderende of toegankelijkheid beperkende werken: - worden gestart kort voor een lange verlofperiode van de aannemer (langer dan 1 week); -
onvoltooid, tijdelijk worden verlaten voor een periode langer dan twee werkdagen.
De opslag van materialen op de openbare weg of op openbare terreinen moet beperkt worden tot de hoogst noodzakelijke termijn. Opgegraven materiaal op de openbare weg of op openbare terreinen is slechts toegelaten voor een korte termijn. Het is niet toegelaten om machines zoals betonmixers, betonverwerkingsmachines, asfaltfinishers, … te reinigen op onverharde bermen, in grachten, op afgewerkte verhardingen, in slokkers of inspectieputten. b.
Fasering
1) Eén-fasige werkmethode D.w.z. dat: 1. de opbraakwerken maximaal 50 m voorlopen op de rioleringswerken, behoudens technische noodwendigheden in samenspraak met de leidend ingenieur. 2. dat na het plaatsen van de buizen de sleuf onmiddellijk wordt aangevuld en een steenslagfundering overeenkomstig art. Hfstk 5-4.2, onmiddellijk wordt aangebracht. De aannemer schenkt hierbij de nodige aandacht aan de toegankelijkheid, die in een volgend punt wordt besproken.
18
c.
Materieel
De aannemer zal er aandacht aan besteden enkel materieel te gebruiken dat aangepast is aan de lokale omgeving en de grootte van de opdracht. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar : - grootte van het materieel - geluidshinder en trillingen - uitscheiding van uitlaatgassen - stofhinder, plasvorming of modderige toestanden - wendbaarheid (o.a. van de voertuigen) - mogelijk risico voor de bevolking - mogelijk risico voor schade aan eigendommen 2. Algemene maatregelen werf a.
Toegankelijkheid
In straten waar het doorgaand verkeer mag worden onderbroken, dient de aannemer er bij de opmaak van zijn planning, rekening mee te houden dat de duur van de verkeersonderbreking tot het strikte minimum wordt beperkt. Toegangswegen voor voertuigen moeten zo lang en zoveel mogelijk gevrijwaard blijven gedurende de werken. ’s avonds, ‘s ochtends en tijdens de weekends zijn de toegangen tot de woningen, bedrijven, winkels e.d. te verzekeren. Het voetgangersverkeer moet steeds in behoorlijke omstandigheden kunnen gebeuren. De aannemer wordt er in dit verband op gewezen dat alle bouwsleuven en bouwputten voor riolering, collectoren, persleidingen, inspectieputten en andere kunstwerken, grenzend aan of gelegen in de rijweg, dienen afgesloten te worden met een verticale afsluiting van 2 m hoogte, zodanig dat de veiligheid van voetgangers, fietsers en andere weggebruikers is verzekerd. In de straten waar het doorgaand verkeer onderbroken mag worden, dient de aannemer er steeds zorg voor te dragen dat de toegang tot de aanpalende eigendommen en gebouwen steeds verzekerd is voor de brandweer, ziekenwagens, ophaaldiensten, politie e.d. De toegang van voertuigen naar de aanpalende eigendommen moet zoveel mogelijk verzekerd blijven. Indien dit om technische redenen niet mogelijk is gedurende een beperkte periode, zal de aannemer de aangelanden en/of nooddiensten vooraf verwittigen en de duurtijd ervan meedelen. De aannemer zal tijdig (ten laatste 1 maand voor de aanvang van de verkeershinder) contact opnemen met de betreffende maatschappijen en besturen van openbaar vervoer en schoolbusvervoer. De aannemer informeert de aanbestedende overheid tijdig van de gemaakte afspraken. In alle omstandigheden dient de aannemer tijdens de aanleg van een riolering in de rijweg een goed berijdbare verharding te behouden of nieuw te voorzien en dit zowel voor, achter als zijdelings van de graafwerken. De rijweg is zuiver en vrij van grote plassen te houden. Voor handelszaken, openbare gebouwen, bedrijven, sportterreinen, ... zal de aannemer de nodige maatregelen nemen om de autotoegankelijkheid voor klanten, toeleveranciers, bezoekers, ... op alle ogenblikken te garanderen. De aannemer neemt hiervoor alle nodige maatregelen. Eveneens wordt het bestuur hierover voldoende geïnformeerd.
19
b.
Riolering in de rijweg
In geval de riolering voorzien is in de rijweg is het slechts toegestaan de verharding maximum 50 m vóór de sleuf op te breken behoudens technische noodwendigheden in samenspraak met de leidend ingenieur. Enkel indien onmiddellijk na de opbraak een tijdelijke steenslag wordt aangebracht, mag de verharding over een grotere afstand worden opgebroken. De leidend ingenieur neemt de beslissing omtrent de grootte van deze opbraak. Deze tijdelijke steenslag wordt dermate aangebracht en onderhouden dat ze tegen een beperkte snelheid kan worden bereden. - Indien tengevolge van de aanleg van de riolering, hetzij één weghelft moet worden opgebroken en hersteld, hetzij de volledige weg moet worden opgebroken, dan wordt onmiddellijk na het plaatsen van de riolering de onderlaag van de fundering aangebracht, volgens de beschrijving van 5-4.2. - De aannemer zorgt er voor dat het hoogteverschil tussen de onderlaag van de fundering en de bestaande verharding wordt uitgevlakt ter hoogte van de inritten. Het uitvlakken van de toegang t.h.v. elke oprit met steenslag wordt per stuk in de meetstaat in rekening gebracht. In de eenheidsprijs zijn per oprit alle kosten te begrijpen voor het leveren van het steenslag, het aanbrengen, het tussentijds even wegnemen en terugaanbrengen van het steenslag en tenslotte het verwijderen en afvoeren van het steenslag bij het aanbrengen van de definitieve verharding. Voet- en vrijliggende fietspaden worden zolang mogelijk behouden en worden slechts dan opgebroken als de heraanleg onmiddellijk volgt. c. Riolering buiten de rijweg. Ingeval de werken zich buiten de rijweg bevinden (weiland, akkerland, bouwgronden, bossen of onverharde berm) geldt voor weilanden, akkerlanden en tuinen dat alles wordt aangevuld en teruggeplaatst tot 30cm onder het maaiveld. De afgegraven teelaarde blijft dus gestapeld binnen de werkzone. Na uitvoering van de diverse proeven en van zodra de werkzone niet meer als werfweg dienstig is, moet de aannemer de terreinen volledig afwerken inclusief het inzaaien (indien voorzien), het terugplaatsen van omheiningen en andere plaatselijke elementen. Ook de onverharde bermen worden op dezelfde manier benaderd. De aandacht wordt gevestigd op de opritten en andere toegangswegen die hierbij gekruist worden. Hier wordt ofwel de definitieve verharding teruggeplaatst of de onderlaag van de fundering als een tijdelijke steenslagfundering aangebracht, die in de post voor tijdelijke steenslagverharding van het voorgaande wordt vergoed. d.
Plaatsing van voetgangers- en fietsbruggen
Het verzekeren van de toegang tot de aangelanden is ten laste van de aannemer. De nodige maatregelen moeten genomen worden opdat de toegang/bruikbaarheid van de aangelande eigendommen steeds verzekerd blijft. Daartoe dienen bij het opbreken van het gemeentelijk openbaar domein personenbruggetjes, voorzien van zijdelingse steunen, ten behoeve van de voetgangers, respectievelijk aangepaste platen in staal, ten behoeve van het andere verkeer, te worden geplaatst. Technische voorschriften Een voetgangersbrug is een niet-vervormbaar (onder normale gebruiksomstandigheden) paneel voorzien van anti-slip-bodem. Het paneel is langs weerzijde voorzien van leuningen.
20
e.
Wekelijkse afhaling huisvuil
De aannemer dient zich te informeren bij de stedelijke of gemeentelijke diensten voor de ophaaldagen per afvalproduct. Voor zones die niet bereikbaar zijn door de ophaaldiensten (dit wordt enkel bepaald door de leidende ambtenaar): tijdens de werken wordt bij elke ophaalbeurt het huisvuil (gewoon en groot), het papier of karton, GFT-zakken en PMD-zakken en andere vóóraf door de aannemer naar groeperingsplaatsen gebracht naast de rijstrook waar het door de ophaaldienst, zonder het verkeer te hinderen, kan opgeladen worden, zonder telkens de werfzone te moeten kruisen. Containers worden eveneens naar de rand van de werfzone gebracht (zodat ze door de ophaaldienst gemakkelijk kunnen leeggemaakt worden); ze worden daarna terug naar de oorspronkelijke plaats gebracht. Door de aannemer te begrijpen in zijn eenheidsprijzen. f.
Opruimen werf
De aannemer is verplicht om regelmatig, minimaal 1x/week op vrijdagavond en bij het begin van elke vakantieperiode de werfzone op te ruimen (vooral her en der verspreide materialen, hoopjes, e.d.) zodat de werf ordelijk en net wordt achtergelaten. g.
Reinigen en onderhoud wegennet
De aannemer dient er steeds voor te zorgen dat de rijwegen en fietspaden zuiver zijn en vrij van grondresten e.d. De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade die berokkend wordt aan het wegennet door de uitvoering van de werken. Gedurende de volledige duur der werken worden de rijbanen, fietspaden en trottoirs in de onmiddellijke nabijheid van de bouwplaats behoorlijk gereinigd, onderhouden en in volmaakte staat en werking gehandhaafd op kosten van de aannemer. Hij is verantwoordelijk voor de ongevallen die zouden voortspruiten uit een gebrek van onderhoud. Hij treft tevens de nodige maatregelen om alle stofvorming op de werf tegen te gaan.
h.
Communicatie
De aannemer staat in voor het tijdig verwittigen van de omwonenden en de handelaars wanneer verkeershinder te verwachten is. Hij zorgt voor de opmaak en verdeling van infobriefjes waarin vermeld wordt: - start en vermoedelijke einddatum van de hinder;
i.
-
aard van de hinder;
-
toegankelijkheidsmogelijkheden;
-
naam en coördinaten van het aanspreekpunt van de aannemer.
Verzekering van wachtdienst 24/24 uur
Voor de gehele duur van onderhavige werken is door de aannemer een wachtdienst te organiseren. De aannemer zal hiertoe vóór de start van de werken zijn noodtelefoonnummer mededelen waarop hij 24/24 uur bereikbaar is, inbegrepen op zaterdag-, zondag- en feestdagen, vakantieperiodes e.d. De aannemer zal er zorg voor dragen dat na ontvangst van
21
een noodoproep er binnen het uur een interventieploeg op de werf aanwezig kan zijn. Alle lasten en kosten i.v.m. de verzekering van deze wachtdienst zijn een last van aanneming. Bij niet-bereikbaarheid van de aannemer zal bij noodgevallen het bestuur om de tussenkomst van derden vragen en de hieraangekoppelde kosten ten laste van de aannemer doorrekenen. Tevens zal bij niet-bereikbaarheid een éénmalige boete van 250 Euro worden toegepast. 3. Signalisatie Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen werfsignalisatie en signalisatie van omleidingen. a.
Werfsignalisatie
De signalisatie-uitrusting welke de werfzone afsluit op de kop en alle signalisatie die zich binnen deze afsluitingen bevindt, maakt deel uit van de werfsignalisatie. De werfsignalisatie is een last van de aannemer, inbegrepen, het leveren en onderhouden van de materialen Onder werfsignalisatie wordt ook verstaan de signalisatie met betrekking tot de eigenlijke beveiliging van de “werkzone(s)”, de bebakening van de tijdelijke constructies en bouwputten, de afsluitingen e.d. Enkel duidelijke, onbesmeurde en onbeschadigde signalisatie, barelen, schuttingen en verkeersborden mogen worden gebruikt. b.
Signalisatie van wegomleggingen
De onderstaande richtlijnen zijn enkel van toepassing op de uitvoering van de signalisatiewerken van wegomleggingen voor het doorgaand verkeer langs de werf zelf of in de omleggingswegen. De aan te brengen en in rekening te brengen signalisatie is overeenkomstig deze welke voorkomt op het gedetailleerd signalisatieplan voor elke fase van de werken. Bij de aanbestedingsdocumenten is eventueel een (voorlopig) omleidingsplan gevoegd, opgemaakt volgens de verkeersafwikkeling op datum van aanbesteding. Deze plannen dragen de goedkeuring van de bevoegde instanties (gemeente, politie, bestuur der wegen, ...). Het door de aannemer opmaken van het (definitief) signalisatieplan per fase en het laten goedkeuren is een last van de aanneming. Voor het aanbrengen van de signalisatie geldt het ministerieel besluit alsook de bijgevoegde bepalingen in verband met signalisatie die hieronder staat vermeld. De wegbebakening moet worden aangepast en de niet-noodzakelijke verkeerstekens moeten degelijk worden afgedekt (afplakken is verboden) of weggenomen in de volgende gevallen: 1. Bepaalde vakken van de aanneming worden voor het verkeer opengesteld 2. Telkens als de werken gedurende een langere periode onderbroken worden. De bouwheer kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor beschadigde of gestolen borden. c. Wegverkeer en verkeersomlegging indien wordt afgeweken van het aanbestedingsplan De werken mogen slechts aanvatten na goedkeuring van de verkeersregeling en de verkeerssignalisatie. De wegsignalisatie moet in overeenstemming zijn met de geldende ministeriële besluiten, omzendbrieven en latere aanvullingen ervan.
22
De aannemer neemt dan te zijnen laste: het verkrijgen van de toestemming van de beheerders van de wegen waarover de omleiding loopt; -
4.
het verkrijgen van de toestemming van de gemeentebesturen die binnen de uitgestrektheid van de werf vallen om de werken te mogen signaleren. Algemene maatregelen nutsleidingen
De aanneming wordt gekruist door verschillende leidingen, kabels en andere installaties van openbaar nut. Bij de aanbestedingsbescheiden zijn eventueel plannen gevoegd met aanduiding van de vermoedelijke ligging van de nutsleidingen. Deze informatie is afgeleid van de gegevens verstrekt door de concessiehoudende diensten en is louter informatief en zonder waarborg. Van zodra de aannemer het bericht ontvangen heeft dat het werk hem is toegewezen, vraagt hij aan de concessiehoudende diensten welke boven- of ondergrondse leidingen, kabels of andere installaties zij bezitten lang het tracé der werken en vraagt hij de meest recente plans van hun installaties aan. Naast de maatschappijen vermeld op de plannen zal de aannemer eveneens een schrijven richten aan het gemeente- of stadsbestuur waarin hij de vraag stelt naar de mogelijke ligging van nutsleidingen door ander nutsmaatschappijen over het tracé der werken. Teneinde de door de nutsmaatschappijen ter beschikking gestelde liggingsplannen te controleren en eventueel aan te passen zal de aannemer op alle nodige plaatsen overgaan tot het uitvoeren van sonderingen om de juiste ligging van de leidingen te bepalen, en dit volgens de voorschriften van de betreffende nutsmaatschappij(en). De uitvoering van deze sonderingen is een last van de aanneming. Volgende sonderingen zijn een last van de aanneming: t.h.v. elke te bouwen inspectieput of constructie -
elke bijkomende sondering t.o.v. de hierboven vermelde sonderingen opdat de afstand tussen 2 sonderingen niet groter zou zijn dan 150m Sonderingen t.h.v. de aansluiting met Dreef.
De sonderingen dienen voldoende ruim voor aanvang van de betreffende fase uitgevoerd te worden. Voor sonderingen in verhardingen wordt een aparte post voorzien voor de tussentijdse herstelling van de verharding thv de uitgevoerde sonderingen. Alle overige werken, zoals de sondering zelf, het dichten van de sleuf en de signalisatie blijven een last van de aanneming. De voorlopige herstelling van de uitgevoerde sleuven dient te gebeuren d.m.v. steenslag. Van zodra deze sonderingswerken beëindigd zijn, en in elk geval voor aanvang der werken belegt de leidend ingenieur een coördinatievergadering waarop de bouwheer, de exploitanten van de nutsinstallaties en de aannemer uitgenodigd worden. Op deze vergadering wordt door de aannemer een planning voorgelegd die toelaat de voorziene vooruitgang van de werken te kennen. Tevens zal de aannemer de bouwheer, per aangetekend schrijven, op de hoogte brengen van alle te verplaatsen nutsvoorzieningen teneinde de nodige schikkingen te kunnen treffen met de concessiehoudende diensten. De coördinatie van de te verplaatsen nutsvoorzieningen is een last van de aanneming, daartoe zal de aannemer tijdens de uitvoering van het werk de concessiehoudende diensten 23
op de hoogte houden van het verloop van zijn uitvoering en hij zal met de exploitanten de nodige schikkingen treffen om de aanwezige installaties in goede staat te houden of te laten verplaatsen. De uitvoeringsmoeilijkheden veroorzaakt door de aanwezige kabels, leidingen of andere installaties binnen de werkzone kunnen in geen geval door de aannemer ingeroepen worden om prijsherziening of termijnverlenging te bedingen. Het afbakenen van kunstwerken ( ter plaatse gestorte inspectieputten, overstorten, pompstations,….), verbindings-, las-, blinde of verzonken putten en inspectieputten die aansluiten op bestaande collectoren of waarop een bestaande riolering aansluit is een last van de aanneming. De aannemer dient ervan uit te gaan dat de afbakening van de grenzen na de werken van de nutsmaatschappijen niet meer bruikbaar is. De kosten van het tijdelijk ophangen en beschermen van leidingen, kabels, enz. gelegen binnen de grenzen van het werk zijn ten laste van de aannemer voor zover de last hiervoor niet op de eigenaars ervan berust. De aannemer wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat geen enkele ondergrondse leiding, kabel, ed in de kunstwerken, funderingen, grondstabilisaties en andere constructies mag ingewerkt of ingestort worden, zonder uitdrukkelijke toelating van de betreffende nutsmaatschappij en de bouwheer. Wanneer de aannemer bij de uitvoering van de werken omkaderingen, straatpotten, straatdeksels en aanduidingspalen ontmoet, moet hij die op hun plaats laten of ze terugplaatsen indien het voor de uitvoering van de werken noodzakelijk was ze tijdelijk te verwijderen. In ieder geval mag er zich geen niveauverschil voordoen tussen de omkaderingen, straatpotten en straatdeksels met de omgevende bestrating. In geval van herplaatsing moeten de omkaderingen (ook onderkaders) en straatpotten zodanig herplaatst worden dat een normale bediening van de toestellen gewaarborgd is. De aanduidingspalen moeten volgens de vermelde coördinaten op de aanduidingsplaat teruggeplaatst worden. Het op gepaste hoogte brengen van putjes, merktekens, sleutelmonden, deksels voor nutsleidingen vormt een last van de aanneming. 5.
Milieuzorgmaatregelen
a.
Algemene bepalingen
Gedurende de werken houdt de aannemer zich aan de voorschriften zoals deze bepaald zijn in VLAREM I en II. Het is de aannemer ten strengste verboden afvalstoffen te laten rondslingeren, te sluikstorten, te verbranden, te begraven e.d. op de werf en in de nabijheid van de werf, zelfs wanneer de eigenaar van het perceel hiervoor gebeurlijk de goedkeuring zou geven. Het is de aannemer gedurende de werken ten strengste verboden om nieuwe lozingspunten te creëren (ook niet kortstondig!) van DWA - afvoer naar grachten, beken en/of rivieren. De aannemer zal op de werf alle voorzorgsmaatregelen nemen ter voorkoming van grondverontreiniging door oliën of brandstoffen. In het veld opgestelde machines (o.a. bemalingspompen, groepen e.d.) en voorraadtanks zijn met passende lekbeveiligingsconstructies uit te rusten (conform de VLAREM voorschriften).
24
Geluid- en trillingshinder moet op de werf worden beperkt. Hiervoor wordt verwezen naar de richtlijnen “Bouwmateriaal en Bouwmachines” van de Europese Gemeenschap en overgenomen door het KB van 09/12/1998 houdende de gemeenschappelijke bepalingen inzake beperking van geluidsemissies van bouwmaterieel en bouwmachines. Inbreuken hierop kunnen aanleiding geven tot het onmiddellijk stilleggen van de werf en onmiddellijke verwijdering van de werf van de verontreinigende toestellen en machines. b.
Afvalstoffen
1)
Selectieve en gescheiden inzameling van afvalstoffen en bouwafval op de werf
De aannemer is verplicht op een selectieve wijze bouw- en wegenisonderdelen te slopen en op een gescheiden wijze te verzamelen en af te voeren, inclusief het op selectieve wijze inzamelen van afvalstoffen. De selectieve inzameling is minstens op elke werf te voorzien voor de volgende fracties: - gevaarlijk afval -
schoon puin (niet verontreinigd)
-
metaal
- restfractie De selectieve inzameling geschiedt in hiervoor geschikte containers en/of andere zakverpakkingen. Elke container of zakverpakking dient voorzien te worden van een duidelijk en blijvend opschrift. Gevaarlijk afval moet op wettelijke wijze worden opgeslagen en afgevoerd. 2)
Selectieve sloop
Er moet door de aannemer naar gestreefd worden de deelfracties van het puin en afval met volgende rangorde van prioriteiten te behandelen en/of te verwerken: 1. rechtstreeks herbruik op de werf 2. recyclagebedrijf 3. sorteerbedrijf 4. storten of verbranden 3)
Afvoer van afvalstoffen en puin
De aannemer staat in voor de selectieve afvoer van alle afvalstoffen naar een erkend sorteer- en recyclagebedrijf of stortplaats. Alle puin is door de aannemer rechtstreeks af te voeren naar een puinbreekinstallatie. De aannemer dient ter bewijsvoering een kopie van elke vervoerbon of stortbon aan de bouwheer over te maken. 4)
Gebruik (hergebruik) van puingranulaten
De aannemer dient prioritair voorrang te geven aan de toepassing van puingranulaten ter vervanging van primaire granulaten, voor zover deze beantwoorden aan de voorschriften van hoofdstuk 3 van het Standaardbestek 250. Elke levering van puingranulaten dient gecertificeerd te worden door een keuringsattest afgeleverd door COPRO.
25
c.
Opbraak asbestcementbuizen
De aannemer is verplicht bij opbraak van asbestcementbuizen een selectieve opbraak en afvoer met een afzonderlijke container te voorzien, ongeacht de grootte van de diameter van de leiding (ook indien di < 300 mm). In de meetstaat is een afzonderlijke post voorzien voor deze selectieve afvoer.
7. I.
Veiligheidsvoorschriften
Aquafin hecht uiterst veel belang aan de veiligheidsmaatregelen die de aannemer treft op zijn bouwwerf. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens : -
de “Wet op het Welzijn “ van 4/8/1996 inzonderheid :
-
Hfst. V – Bijzondere bepalingen tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (art. 14 t.e.m 32)
-
Het koninklijk besluit van 25/01/01 betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen en haar bijlagen
-
de Europese bouwrichtlijn 92/57/EEG van 24 juni 1992 (van de Raad van de Europese Gemeenschappen)
-
de "Codex over het welzijn op het werk", opgesteld in 1993
-
het ARAB (waarin het AREI is opgenomen) inzonderheid
-
de omzendbrief OW 2001/1 dd. 10/04/01 uitgeschreven door de Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie m.b.t. de verplichting van het gebruik van zichtverbeterende systemen (zgn. anti-dode-hoek) voor bedrijfsauto’s op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.
-
De aannemer beveelt dezelfde houding aan zijn onderaannemer(s) en leverancier(s). Wanneer de bepalingen van het ARAB of de buitenwettelijke bepalingen minder streng zijn dan of tegenstrijdig met deze opgenomen in de overige aangehaalde veiligheidsvoorschriften, hebben deze laatste voorrang. Met de aanbevelingen van de veiligheidscoördinator(en) zal strikt rekening gehouden worden indien de leidend ingenieur beslist deze op te leggen, zonder dat dit echter kan leiden tot vergoedingen in meer voor de aannemer ingeval deze aanbevelingen voortvloeien uit wettelijke verplichtingen. Bij niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften kan de bouwheer of het studiebureau de bevoegde arbeidsinspectie inlichten. De risicothema’s hierna vermeld zijn niet-limitatief en gelden tot voorzorg en preventie vanwege de mogelijk specifieke risico’s verbonden aan de waterzuiveringsinfrastructuur.
26
Voorzieningen voor de opstelplaats van af te stempelen mobiele inrichtingen (telescopische- en hijskranen, betonpompen, vrachtwagens met hijsinrichting,…) Bij gebruik van mobiele af te stempelen machines waarbij de aanwezigheid rond de hijs-of losarm toegelaten is vanuit de risico-analyse van leverancier, aannemer of onderaannemer, dient deze leverancier, aannemer of onderaannemer een gunstig (plaat)proefrapport (minimaal 35Mpa) van de ondergrond ter plaatse van de afstempelpunten voor te leggen. In geval deze minimumdruk niet op natuurlijke wijze aanwezig is, dient dit als een aannemingslast gerealiseerd te worden door middel van een grofkorrelige onderfundering type II met een minimumdikte van 30 cm. Een gunstig proefrapport (minimaal 35 MPa) dient steeds voorgelegd aan het opdrachtgevend bestuur vooraleer de af te stempelen werken kunnen aanvangen. II. Het Standaard Veiligheids- en Gezondheidsplan” (hierna:”S-TVGP”) van Aquafin is op dit project van toepassing. Door in te schrijven op de onderhavige opdracht verklaart de aannemer kennis genomen te hebben van de bepalingen van dit S-TVGP en de werken conform deze bepalingen te kunnen uitvoeren. De kosten die de aannemer ingevolge de toepassing van de bepalingen van dit S-TVGP dient te dragen, dienen verrekend te worden in de prijzen van zijn offerte, tenzij er posten voorzien zijn in de meetstaat. Een door de opdrachtgever(s) aangestelde veiligheidscoördinator stelt, in functie van de specifieke noden en vereisten van de onderhavige opdracht en voortgaand op het S-TVGP, een Bijzonder Project Veiligheids- en Gezondheidsplan (hierna: “B-PVGP”) op. Voor de uitvoering der werken wordt het B-PVGP door de, door de opdrachtgevers aangestelde veiligheidscoördinator(en) overgemaakt aan Aquafin en aan de belanghebbende partijen conform artikel 22, lid 2,1° van het koninklijk besluit van 25/01/01 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De aannemer kan geen aanspraak maken op enige vergoeding in meer voor de prestaties die hij dient uit te voeren ingevolge de bepalingen van dit B-PVGP en de aanbevelingen van de veiligheidscoördinator waarvan de leidend ingenieur beslist ze op te leggen, ingeval deze bepalingen en aanbevelingen voortvloeien uit wettelijke verplichtingen. III. Vóór oplevering dient de aannemer een veiligheidsdossier samen te stellen en te overhandigen aan Aquafin N.V., dat voor de installatie of delen ervan volgende elementen bevat: a. Goedkeuringsverslagen per reglementaire controle volgens het ARAB voor hefwerktuigen, tanks en drukvaten, elektrische installaties. De keuringen moeten door een wettelijk erkend keuringsorganisme gebeuren op initiatief van de aannemer. Deze keuringen met eventuele herkeuringen met uitzondering van de elektrische installaties vormen een aannemingslast. b. Onderhouds- en gebruiksvoorschriften van alle installaties voor een veilige exploitatie volgens art. 54 quater van het ARAB en de machinerichtlijn (KB van 5/5/95). De documenten genoemd onder a) en b) moeten overhandigd worden aan de leidende ingenieur :
27
- voor pompstations minstens 1 maand vóór de voorlopige oplevering - voor rioolwaterzuiveringsinstallaties minstens 1 maand vóór het einde van periode P1. De hele bedrijfsklare installatie zal vóór ingebruikneming gecontroleerd worden in het kader van het voorkomingsbeleid volgens art. 54 quater 3.3 van het ARAB en de machinerichtlijn (KB van 5/5/95). Deze controle gebeurt op kosten en op initiatief van Aquafin N.V. De aannemer wordt hierbij uitgenodigd en moet hierbij aanwezig zijn. Het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming van Aquafin N.V. of zijn aangestelde moet eveneens aanwezig zijn. IV. Inbreuken op de veiligheidseisen gesteld volgens dit artikel zullen zo snel als enigszins mogelijk door de aannemer verholpen worden, zonder dat hiervoor schadevergoeding en/of termijnsverlenging kan gevraagd worden. Ingeval van niet-naleving van deze besteksvereisten kunnen de boetes en straffen toegepast worden, vervat in de artikelen 20 en 48 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden, bijlage het KB van 26/12/96, zoals gebeurlijk gewijzigd door het Standaardbestek 250 en de Aanvullingen en Wijzigingen van Aquafin op dit Standaardbestek. Alle kosten van de nadelige gevolgen van niet-naleving van de bepalingen in dit artikel voor Aquafin N.V. of het studiebureau kunnen rechtstreeks op de aannemer verhaald worden.
8.
Borden
Op de bouwplaats wordt op één plaats, aangegeven op de plannen en bij ontsteltenis aangeduid door de leidend ingenieur, een bord van het type plaatsbepalingsbord (werfpaneel) opgesteld dat is samengesteld uit 3 panelen. Het werfpaneel dient perfect recht en verzorgd te worden opgesteld en onderhouden gedurende de gehele duur van de werken. Alle kosten, met inbegrip van deze voor onderhoud, zijn een last van de aanneming.
Zie bijlage. 9. aan
Verzekering waterafvoer bij opbraak,, kruising van of uitvoering van werken collectoren, riolering en langs waterlopen, regenwaterafvoerleidingen e.d.
Definities/Algemeen: Kortstondige werken/beperkte diameter Er wordt een onderscheid gemaakt tussen werken die kortstondig zijn en/of wanneer de diameter van de bestaande leiding beperkt is. Onder kortstondige werken vallen bv. de aansluiting van buizen op een bestaande inspectieput, dwarsen van een bestaande leiding, dwarsen van een gracht, plaatsen van een prefabinspectieput op een bestaande leiding,…
28
Het bouwen van een ter plaatse gestorte inspectieput op de bestaande leiding, opbraak van meer dan 20m bestaande leiding in de sleuf waar de nieuwe leiding wordt aangelegd en bv. het renoveren van een pompstation zijn dus niet kortstondig. Onder beperkte diameter wordt verstaan kleiner dan diameter 600 mm (dus tot en met diameter 500 mm). De instandhouding van de waterafvoer van bestaande leidingen met beperkte diameter en/ of bij kortstondige werken is een last van de aanneming, tenzij hieronder uitdrukkelijk vermeld. Bij opbraak van een bestaande leiding in de sleuf van de nieuw aan te leggen leiding is het buiten de werkuren realiseren, instandhouden en verwijderen van een verbinding tussen de nieuwe en de bestaande leiding eveneens een last van de aanneming, tenzij hieronder uitdrukkelijk vermeld. ART30. § 2.
TEGENSPREKELIJKE PLAATSBESCHRIJVING
1. TEGENSPREKELIJKE PLAATSBESCHRIJVINGEN Aquafin maakt geen tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen van de belendende panden. 2. SCHADE AAN NABURIGE EIGENDOMMEN De aannemer draagt -zie ook art. 41 hierna- de financiële gevolgen voortvloeiend uit toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen betreft. Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in ge-schillen omtrent schade aan derden vrijwillig tussen te komen. Art. 31
Tracé der werken
Het uitzetten van het tracé volgens IV-1.1.01 is een last van de aanneming. Hetzelfde geldt voor alle topografische en andere prestaties in verband met overbrenging van referentievlak TAW, uitzetten van referentiepeilen, opmeten van meetbouten, waterpeilen, scheurverwijding.
ART 32.§1.
TER BESCHIKKING STELLEN VAN GRONDEN OF VAN LOKALEN
Voor de uitvoering van de werken op privaatgronden beschikt de aannemer over een werkstrookbreedte zoals aangegeven op de plannen. Binnen deze zone wordt alle normale schade, zoals cultuur- en structuurschade, vergoed door de opdrachtgever. Indien de aannemer werkt buiten deze werkzone, moet hij zelf instaan voor de schade. De aannemer zal zelf de nodige onderhandelingen voeren met de eigenaars en pachters van de gronden, ter verkrijging van de nodige vergunningen voor het stapelen en/of aanvoeren van materialen en gronden buiten de werkzone. De nodige vergoedingen voor het gebruik van de gronden buiten de voorziene werkzone zijn een last van de aanneming. A.Bezetting van de werkstrook Van de in te nemen gronden en werkzones wordt door de bouwheer een "plaatsbeschrijving vóór de aanvang van de werken" opgesteld inbegrepen de beschrijving van aanwezige drainleidingen, en ter ondertekening aan de aannemer voorgelegd. Bij betwisting van de ge29
gevens dient de aannemer een tegensprekelijk plaatsbezoek te organiseren en een aanvullende plaatsbeschrijving, ondertekend door alle partijen, op te stellen. Ten minste 15 dagen voor de effectieve bezetting van de werkzones, dient de aannemer de eigenaars, huurders en/of gebruikers van de gronden schriftelijk te verwittigen. De aannemer dient in zijn prijzen rekening te houden met alle werkzaamheden die verband houden met het gebruik van deze gronden, zoals o.a.: - Het voorafgaandelijk afpalen van de werkzone met houten palen; Voor de afpaling van de werkzone in akkerlanden of tuinen worden houten palen met gladde draad geplaatst. Na de uitvoering van de werken wordt deze afsluiting steeds verwijderd -
Alle nodige maatregelen treffen teneinde ongevallen te voorkomen aan eigenaars/gebruikers en hun eigendom.
-
De afgegraven teelaarde en de onderliggende uitgegraven gronden zijn gescheiden te stapelen. De teelaarde en de daaronder gelegen eerste meter is verplicht te herbruiken voor de aanvulling. Deze materialen mogen niet afgevoerd worden ten voordele van dieper uitgegraven gronden;
-
De eigenaar van de gronden behoud zijn recht tot overpad. De aannemer zal hiervoor de nodige coördinatie aan de dag leggen.
-
Naargelang van de vooruitgang van de werken, de terreinen met inbegrip van de afsluitingen, muren, afwatering, enz., evenals de openbare wegen die gebruikt werden als toegang tot de werf in hun oorspronkelijke staat herstellen. Beschadigde omheiningen moeten onmiddellijk hersteld of vervangen worden door een voorlopige afsluiting om te verhinderen dat het vee ontsnapt.
-
Herstelde of nieuwe afsluitingen moeten van dezelfde aard en tenminste van dezelfde kwaliteit zijn als de oorspronkelijke afsluiting.
-
De aannemer dient bijzonder oplettend te zijn wat betreft de sluiting van de afsluitingen die toegang geven tot het werkterrein.
-
De aanwezigheid van draineerbuizen tegensprekelijk laten vaststellen en laten ondertekenen door de eigenaar of uitbater van het perceel door de leidende ingenieur. Deze plaatsbeschrijving dient alle gegevens te bevatten over de draineerbuizen, zoals diameter, materiaal, diepte, tussenafstanden, ligging t.o.v. vaste merktekens, enz.
B.Plaatsherstel na de werken De aannemer herstelt de werkzones en alle andere plaatsen die schade geleden hebben als gevolg van de werken, in hun oorspronkelijke staat en dit tot complete voldoening van de betrokken eigenaars, huurders en/of gebruikers. Deze werken moeten binnen de kortst mogelijke tijd worden uitgevoerd. De aannemer dient in zijn prijzen o.a. rekening te houden met volgende werken: - Verwijdering van alle vreemde voorwerpen van om het even welke aard, evenals stenen of brokstukken die de bewerking van de grond zouden kunnen hinderen. - Bewerken door nivelleren, diepwoelen, frezen enz., tot op 50 à 60 cm diepte, van de grond die verzakt of verhard is door het verkeer van werktuigen. De gebruikte toestellen moeten worden aangepast aan de aard van de grond. De bewerking van de grond moet resulteren in een grondstructuur die vergelijkbare eigenschappen op gebied van textuur, 30
doorlaatbaarheid, vruchtbaarheid, ... vertoont met deze van voor de werkzaamheden. Het diepwoelen moet gebeuren voor het terugplaatsen van de teelaarde. Het diepwoelen van aarde en het nivelleren, frezen en zaaiklaar maken van de teelaarde dient bij voorkeur door een loonwerker te worden uitgevoerd. De aannemer verwittigt ruim voorafgaand de werftoezichter van de geplande werken zodat deze zich kan vrijmaken om de werken te controleren. - Het opvullen van gaten, rijsporen, erosiegeulen en dergelijke met een aangepaste vulmassa. De terreinen dienen afgewerkt te worden in functie van de vooruitgang der werken. In het geval van onmogelijkheid tot goede afwerking door de aanwezigheid van stenen in de bestaande toestand dient afhankelijk van de situatie plaatselijk de teelaarde gezeefd te worden in weiland en in akkerland de bovenste laag grond (tot halve meter diep boven de sleuf) gezeefd te worden. Hiervoor wordt een post voorzien ‘Zeven van aarde (m³)’. Deze post kan enkel aangesproken worden om de bestaande toestand te herstellen en mits goedkeuring van de leidend ingenieur. C. Vrijgave van de werkstrook Na het plaatsherstel van de terreinen, dient de aannemer de aanbestedende overheid te verwittigen ter goedkeuring. De aannemer dient aan het bestuur te melden wanneer de afwerking van een perceel klaar is voor een rondgang. Zolang de aannemer deze melding niet heeft gedaan blijft hij instaan voor het onkruidvrij en proper houden van de werkzone. Deze rondgang gebeurt met aannemer, leidend ingenieur, projectleider, onderhandelaar en/ of adviseur grondverwerving en toezichter na de afwerking van de betreffende percelen. Tijdens deze rondgang wordt beoordeeld of de percelen naar ieders voldoening zijn afgewerkt. De leidend ingenieur maakt een verslag op van deze rondgang. Als de bouwheer oordeelt dat het terug in staat stellen van de terreinen niet besteksconform zijn uitgevoerd door de aannemer, kan de voorlopige oplevering worden geweigerd. D. Algemeen De aannemer houdt in de werfkeet een lijst bij met vermelding per inneming van: - Datum afpaling (start ingebruikname) -
Datum diepwoelen + uitvoerder en aangewend materieel
-
Datum terugplaatsen teelaarde
-
Datum nivelleren, frezen en zaaiklaar maken van teelaarde + uitvoerder en aangewend materieel
-
Datum opbreken van afsluiting met gladde draad
Indien de aannemer werkt buiten deze werkzone, moet hij zelf instaan voor de schade.De aannemer zal zelf de nodige onderhandelingen voeren met de eigenaars en pachters van de gronden, ter verkrijging van de nodige vergunningen voor het stapelen en/of aanvoeren van materialen en gronden buiten de werkzone.De nodige vergoedingen voor het gebruik van de gronden buiten de voorziene werkzone zijn een last van de aanneming.
31
Art. 33
Afbraakmaterialen
Het opdrachtgevend bestuur wenst eigenaar te blijven van de volgendeuitgebroken materialen: - uitgebroken plaatselijke en lijnvormige elementen; - verhardingselementen (deze dienen, gestapeld op paletten, afgevoerd te worden naar het gemeentelijk depot). - elementen dewelke in de aanbesteding opnieuw worden herbruikt;
Art. 38
Verzekeringen
I. Verzekeringen tijdens de bouwfase 1. De ABR-polis Volgend verzekeringssysteem is van toepassing. Aquafin zal een verzekering "Alle Bouwplaatsrisico's" afsluiten in eigen naam en voor eigen rekening. De ABR-polis waarborgt alle bouwpartners in eerste rang, zijnde : - de stad/gemeente en Aquafin; - de hoofdaannemer en zijn onderaannemer(s), - het studiebureau, de architecten en de raadgevende bureaus, - de veiligheidscoördinatoren, - alle andere partijen waarvan de aanwezigheid op de werf uit hoofde van de werken noodzakelijk, vereist of gewenst is. Hierna volgt een niet-limitatieve korte samenvatting van de polis; voor nadere details kan de polis schriftelijk opgevraagd worden bij Aquafin, dienst verzekeringen, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar of per fax op nummer 03/450.44.48, onder duidelijke vermelding dat het om een project in het kader van Rio-P met de gemeente Ninove gaat. De aannemer dient zelf nadere specificaties en uitsluitingen van dekking te verifiëren aan de hand van de inhoud van de algemene en de bijzondere polisvoorwaarden.
1.1. Eigen werk (werfschade) 1.1.1. Verzekerde goederen Deze polis verleent dekking voor volgende risico’s: - de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z.: de bouwwerken, met inbegrip van de erin te verwerken bouwmaterialen en bouwelementen, hun uitrustingen: machines, toestellen en installaties, - de voorlopige bouwwerken die voorzien zijn in deze aannemingen of nodig zijn voor de uitvoering ervan, - het bestaande goed : de goederen eigendom van Aquafin en/of de stad/gemeente.
32
1.1.2. Waarborgen De waarborgen zijn de volgende: - tijdens de bouw-, montage- en testtermijn: iedere (materiële) beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen voor zover deze beschadigingen zich op de werf tijdens deze termijn hebben voorgedaan en werden vastgesteld, - tijdens de onderhoudstermijn (periode van 24 maanden ingaande vanaf de voorlopige oplevering door de aannemer aan Aquafin of de stad/gemeente): beschadigingen van de blijvend opgerichte verzekerde goederen die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van werken waartoe zij na de voorlopige oplevering krachtens het aannemingcontract verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering, de (materiële) beschadigingen aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen die tijdens deze termijn vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-, montage- of proeftermijn, full makers guarantee (geen dekking voor schade door brand en/of ontploffing). 1.1.3. Overige waarborgen Het bestaande goed als volgt : eerste risico van 250.000 Euro per schadegeval. De herstellingskosten zullen worden verhoogd met de eventuele opruimings- en afbraakkosten, dit tot beloop van maximum 10% van de waarde per werf. Per werf wordt – ongeacht de verzekerde waarde- een minimum van 25.000 Euro voor opruimings- en afbraakkosten verzekerd. 1.1.4. Vrijstelling - eigen risico De contractuele vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval. Alle vrijstellingen of schades beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer. 1.1.5. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s De uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s zijn ten laste van de aannemer. 1.2. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden 1.2.1. Waarborgen – kapitalen Is verzekerd de schade krachtens arts 1382-1386 BW (foutaansprakelijkheid) voor de som van 1.250.000 Euro per schadegeval, met inbegrip van schade krachtens art. 544 BW (foutloze aansprakelijkheid) en de objectieve aansprakelijkheid conform art. 14 par. 1 van het decreet van 21.01.1984 - maatregelen inzake het grondwaterbeheer. 1.2.2. Vrijstelling - eigen risico De vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval en per gebouw. Alle vrijstellingen en schadevergoedingen beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer.
33
1.3. Schademelding Bij een schadegeval gelieve: Aquafin NV Dienst Verzekeringen Dijkstraat 8 2630 Aartselaar fax 03/450.44.48
of
Makelaar Vanbreda Risk & Benefits Tav. Mevr. Hilde Janssens of dhr. Johan Segers Plantin en Moretuslei 297 2140 Antwerpen
[email protected] [email protected] fax : 03/235.43.67
schriftelijk te contacteren. In deze melding wordt een kort relaas van de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het schadegeval beschreven. Daarnaast wordt de opgelopen schade omschreven en wordt zo spoedig mogelijk een becijferd bestek bezorgd. Dergelijke aangifte geldt niet als het in artikel 16, § 3 en § 4 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van de bouwheer. II. Verzekeringen na de bouwwerken Er wordt geen polis ’10-jarige aansprakelijkheidsverzekering’ afgesloten. De aannemer blijft overeenkomstig de art. 1790 een 2270 BW gedurende 10 jaar na de voorlopige oplevering aansprakelijk. De (onder)aannemer(s) verzekeren zich al dan niet voor deze risico’s.
III. Algemene bepalingen De aannemer doet afstand van verhaal t.a.v. Aquafin voor de in het kader van schadegevallen door de aannemer, al dan niet krachtens dit bestek, gedragen betalingen. ART. 41 AANSPRAKELIJKHEID ten aanzien van derden De aannemer draagt - zoals hierboven onder art. 30, par. 2, 2 reeds vermeld - de financiële gevolgen voortvloeiend uit toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen betreft. Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen omtrent schade aan derden vrijwillig tussen te komen.
Art. 42
Wijzigingen aan de opdracht.
§ 1 Om recht te geven op betaling, zullen de posten waarvoor de hoeveelheid vermeerdert, slechts uitgevoerd worden na overleg en op schriftelijk bevel van de leidende ambtenaar, die tegelijkertijd de voorlopige omvang van de uit te voeren werken bepaalt. Bij overschrijding is een nieuw bevel met bijkomende omvang vereist. § 4 Eventuele verminderingen of vermeerderingen van de voorziene hoeveelheden van volgende posten kunnen in geen geval aanleiding geven tot schadevergoeding of prijsherziening voor de aannemer: posten 71, 77, 81, 82, 89, 114, 115 en 116 van de opmetingsstaat .
34
Art. 43 § 2.
Voorlopige oplevering
De termijn voor opmaak van het proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. De waarborgtermijn is vastgesteld op 2 jaar voor de wegeniswerken en 3 jaar voor de beplantingswerken. Zowel de voorlopige als definitieve oplevering worden bij aangetekend schrijven aangevraagd door de aannemer.
35
HOOFDSTUK 2 – ALGEMENE BEPALINGEN 9. SPECIFIEKE KORTINGEN WEGENS MINDERWAARDE - Onvoldoende dikte of hoogte: Bij de berekening van de gemiddelde dikte of hoogte worden de in rekening gebrachte individuele diktes of hoogtes naar boven toe beperkt tot 1,1 maal de nominale dikte of hoogte. - Onvoldoende druksterkte: Bij de berekening van de gemiddelde druksterkte worden de in rekening gebrachte individuele druksterktes naar boven toe beperkt tot 1,2 maal de vereiste gemiddelde druksterkte. 11. HERBRUIK EN GESCHIKT MAKEN VAN GRONDEN De aannemer moet verplichtend ter hoogte van de plaats waar met kalk en/of cement verbeterde gronden worden aangewend alle nodige veiligheidsmaatregelen treffen voor zijn personeel, aangelanden en vee. Tot de minimale verplichte veiligheids- en andere uitrusting behoren: Stofdichte veiligheidsbril voor alle personeel dat een risico loopt Beschermingsmasker voor alle personeel dat een risico loopt Materieel zoals de cabine voor de bediener van de mengmachine/strooier, is volledig stofdicht gemaakt Oogdouche Wasplaats De aannemer moet alle noodzakelijke maatregelen treffen om stofhinder te vermijden. De aannemer dient gebruik te maken van kalk met verminderde stofemissie. Dit is kalk waarbij het gedrag van de kalkdeeltjes wordt gecorrigeerd door een fysio-chemische behandeling. Indien dit onvoldoende blijkt dient de aannemer op zijn kosten over te gaan tot afscherming van het terrein (mengplaats) met een aardeberm. De aannemer levert een verslag van de leverancier van de kalk volgens de norm NF P-94-103. Dezelfde eisen gelden t.a.v. cement. Indien de aannemer bij de aanvulling van sleuven kalk en/of cement verbeterde gronden gebruikt moet voorafgaand, als last van zijn aanneming, een gedetailleerde studie worden overgemaakt aan de leidend ambtenaar. Deze studie is gebaseerd op een representatieve monsterneming aan de hand van proefboringen. In deze studie wordt de geschiktheid voor verbetering nagegaan per type grondsoort aangetroffen op de werf, o.a. door bepaling watergehalte, granulometrie, mineralogie, methyleenblauwwaarde (NBN EN 933-9), CBR-waarde a.d.h.v. proctorproef (prEN 13286-47). De aannemer wordt gewezen op de gelaagdheid van de gronden en de verschillen tussen deze lagen. Hij dient hierbij rekening te houden bij het bepalen van de hoeveelheid kalk en /of cement. Per type grondsoort moet de verbetering van de mechanische eigenschappen van het grond-kalk/cement mengsel worden onderzocht. Het resultaat van de studie is een
36
overzicht met daarin de benodigde kalkdosering (per type grondsoort) als functie van het vochtgehalte voor het verkrijgen van het vereiste draagvermogen. Het gebruik van met kalk behandelde bodem blijft onderworpen aan de bepalingen van hoofdstuk X van het VLAREBO. Controles bij toepassing van herbruik- of geschikt gemaakte gronden Keuring van het mengsel (deze voorwaarden wordt gesteld om te garanderen dat de behandelde grond later nog kan worden uitgegraven, zodat er geen moeilijkheden onstaan bij het graven van sleuven om aansluitingen te maken). Grondmengsels met kalk en met samengestelde bindmiddelen (kalk + cement) bewaring bij 40 °C (hermetisch ingepakt) Meting van de druksterkte van Proctorproefstukken van het type zandcement na 28 dagen: Rc moet ≤ 3 MPa Grond-cementmengsels Meting van de druksterkte van Proctorproefstukken van het type zandcement na 28 dagenbewaring bij 20 °C en 90 % relatieve luchtvochtigheid: Rc moet ≤ 3 MPa Controle op de verdichting Bij toepassing van herbruik- of geschikt gemaakte gronden als aanvulling van een bouwsleuf of bouwput in de rijweg wordt het aantal proeven met slagsonde en plaatproeven verdubbeld: Nadat de sleuf helemaal met behandelde grond is aangevuld, worden de volgende controleproeven verricht: In de diepte: sondering met de lichte slagsonde van het OCW 7 dagen na de uitvoering: X ≤ 40 mm/slag (X = gemiddelde indringing in mm/slag, bepaald per laag van 10 cm). Geen individuele waarde > 60 mm/slag. 28 dagen (*) na de uitvoering: individuele waarde ≤ 40 mm/slag. Aan het oppervlak: plaatbelastingsproef (indien de sleuf zich binnen het wegtracé bevindt) 7 dagen na de uitvoering: de samendrukbaarheidsmodulus M1 moet ≥ 11 MPa zijn. 28 dagen (*) na de uitvoering: de samendrukbaarheidsmodulus M1 moet ≥ 17 MPa zijn. Controlekosten De kosten voor het aanmaken van de proctorproefstukken op de werf door een erkend labo zijn ten laste van de aannemer (4x3 proefstukken per 500 m³ mengsel). De kosten voor de controle op de verdichting zijn ten laste van de aannemer. Er wordt een plaatbelastingsproef op de aangevulde sleuf per 250 m riolering (alleen in de wegenis) uitgevoerd. Tijdelijk terrein voor grondverbetering De aannemer dient zelf in te staan voor een terrein en passende vergunningen voor de opstelling van een grondmenginstallatie en de stapeling van voor herbruik geschikt of geschikt te maken gronden. Vervuilde gronden (Vlarea-wetgeving) moeten onmiddellijk worden afgevoerd naar een verwerker van de gronden. Indien dit om technische redenen niet mogelijk is dan worden ze
37
gestapeld op een waterdichte robuuste folie en eveneens afgedekt met een dergelijke folie om uitloging en uitspoeling van deze gronden te voorkomen.
12. BODEMSANERINGSDECREET EN HAAR UITVOERINGSBESLUITEN De aannemer dient bij zijn inschrijving rekening te houden met de Vlarebo-wetgeving. Alle kosten die hiermee verbonden zijn (aansluitingsbijdrage bodembeheersorganisatie, verzekeringsbijdrage, kosten voor afleveren van bodembeheerrapporten, kosten voor transportdokumenten,…) dienen in de eenheidsprijzen of totaalprijzen te zijn opgenomen. Voor zover tijdens de uitvoering wettelijk vereist laat de bouwheer een technisch verslag opmaken en goedkeuren door een bodembeheersorganisatie. Als de aannemer op een andere bodembeheerorganisatie een beroep wenst te doen zijn de eventuele bijkomende kosten voor het (opnieuw) goedkeuren van het technisch verslag ten laste van de aannemer. De aannemer staat in voor het opmaken van de vrachtbrieven (grondtransportverklaring, gebruiksbrief, vrachtbon,…) en het afleveren van het Bodembeheerrapport door een bodembeheerorganisatie. De grondoverschotten die noch als bodem voor vrij hergebruik (bestemmingstype I-V of IIV), noch als bouwstof buiten de kadastrale werkzone mogen worden aangewend, laat de aannemer in een door hem gekozen en hiervoor erkend grondreinigingscentrum reinigen. Deze overtollige uitgegraven bodem wordt zodanig gereinigd dat de aanwezige concentraties verontreinigende stoffen in de bodem teruggebracht worden tot minder dan 80% van de normen (concentraties, bijlage 8 Vlarebo, 80% van de richtwaarde voor bestemmingstype II) waaraan uitgegraven bodem moet voldoen voor het gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen bestemmingstype II (buiten de kadastrale werkzone) is gelegen. De eenheidsprijs voor het verwijderen en reinigen van overtollige uitgegraven bodem omvat eveneens: tussentijdse stapeling binnen de kadastrale werkzone (of zone met dezelfde milieukenmerken voor deel openbaar domein) op de werf en afdekking van de hoop zodat uitloging wordt voorkomen. ontwatering van de bodem (steekvast maken) het opladen op de werf het lossen op de bestemming met inbegrip van wachttijden Het reinigen van de grond volgens de eisen van het bestek m.i.v. alle noodzakelijke bewerkingen (w.o. fysische scheiding conform Vlarebo) het eventueel opnieuw aanvoeren naar de werf van gereinigde grond als aanvulgrond voor de bouwput met inbegrip van de aanvulling en verdichting van aangevulde gronden. In het andere geval de afvoer en verwerking van de gereinigde gronden. Het opmeten van de grenzen van de uitgraving in Lambert ’72 coördinaten (x,y,z). De resultaten van deze opmeting worden verwerkt in een opmetingsplan en afgeleverd in Autocad 2004 formaat aan de leidend ambtenaar. Steeksproefgewijze controlewegingen van de afgevoerde gronden op een door het bestuur aangeduide weegbrug
38
Het afleveren van de attesten die de aanvaarding en verwerking van de verontreinigde grond aantonen. Het afleveren van een afschrift van het bodembeheerrapport, grondtransportverklaring, gebruiksbrief, vrachtbon,…. De voorlopige aanvaarding der werken wordt niet toegestaan als deze documenten niet worden afgeleverd.
Alle overtollige gereinigde grond moet door de aannemer worden afgevoerd en verwerkt volgens de geldende wetgeving. De kosten hiermee verbonden zijn eveneens begrepen in de eenheidsprijs voor het verwijderen en reinigen van overtollige uitgegraven bodem. Fysische scheiding van bodem De overtollige uitgegraven bodem die een te hoog gehalte aan inerte materialen bevat om als bodem buiten de kadastrale werkzone te worden gebruikt ondergaat een fysische scheiding volgens de best beschikbare technieken (zeving,…) waarbij alle inerte materialen of andere bodemvreemde materialen met afmetingen groter dan 50 mm worden verwijderd. Dit is een last van de aanneming
39