5 tíÁrlfli
* clMGEVINGiEiDIENEiT FravoLANo & Goot ÍN vtclrttrtacx
Besluit omgevingsvergunn ing Wate rscha p Zuiderzee
I
a
nd
Postbus 229 82OO AE LELYSTAD
Locatie: Waterschap Zuiderzeeland, AWZI Tollebeek, Urkerweg 32, 8309 PP Tollebeek Onderwerp: . Omgevingsvergunning ex artikel 2.L,lid 1 onder e (milieu) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, t.b.v. het uitvoeren van proeven.
Dit document betreft een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Van deze beschikking zal kennis worden gegeven in'De Noordoostpolder'.
Bón 14-15 | Fottbu.23a1 i a203AH L.lyrt d | (OBA)6333OOO I info8oílv.nl I www.oígv.nl ' B.Êl N.d.d.ad.G G.mG.nt.n i8.51.56.!52 | IBAN: NLó2ANGHO285t56152 I EIW nr: NL,35.17.94.615.301 | xvK: 55.é4.18
57
?iÍ{
pagina
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
2
Inhoudsopgave
A I 2 3 B I 2 3 4 5 6 C I 2 3 D
OMGEVINGSVERGUNNING
Onderwerp
8ES1UIT.,.........
omgevingsvergunning 8es1uit............
Inhoud aanvraag
OMGEVINGSVERGUNNING
PROCEDUREEL.......... ................ 4
Projectbeschrijving...... Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag Activiteitenbesluit milieubeheer............ Ontvankelijkheid en opschorting procedure. Procedure (regulier)..
OVERWEGINGEN EN
TOETSINGEN
Aanvraag omgevingsvergunning, milieu M.e.r. (beoordeling)-plicht
Conclusie........ ONDERTEKENING EN
,.............4 .............. 4 ...,............ 5 ....,......5 ,..,.. 6 .......6 ......7 .......................,..7 ............... 8 ................ I
BEZWAARCLAUSULE............. ..........., 9
VOORSCHRIFTEN 2: BEGRIPPEN......... BIJLAGE BIJIÁGE 1:
..,..... 3 ...... 3 ........... 3 ....,.,............ 3
..................11 ................,13
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
A
OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT
I
Onderwerp
pagina 3
Op 22januari 2014 is een aanvraagt om een omgevingsvergunning ontvangen van Waterschap Zuiderzeeland ten behoeve van het veranderen van haar aan de Urkerweg 32 te Tollebeek, gelegen inrichting. De inrichting betreft een afualwaterzuiveringinstallatie (AWZI) voor communaal water. De aanvraag is ingediend door Royal HaskoningDHV Nederland B.V. Het betreft een aanvraag voor het mogen uitvoeren van proeven binnen de inrichting en is zodanig als project in de zin van de Wabo te beschouwen. Het project bestaat uit de Wabo-activiteit het veranderen van een inrichting (milieuneutrale wijziging).
2
Inhoud aanvraag omgevingsvergunning
De aanvraag is elektronisch ingediend via het'Omgevingsloket online' (OLO) en
bestaat uit de volgende onderdelen: . Aanvraaggegevens, OLO nummer 1149853; o Aanvrager bedrijf; . Gemachtigde bedrijf; r Locatie; o Milieuneutraalveranderen; o Bijlagen: - Memo toelichting uitvoeren testen;
3 3.1
Besluit
Besluit omgevingsvergunning Ik besluit, gelet op de artikelen2.I4, vijfde lid, juncto artikel 3.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo):
I de aangevraagde omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e van de Wabo te verlenen.
II De aanvraag maakt deel uit van de vergunning.
1
OLO nummer 1149853
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
pagrna
4
OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL
I
Projectbeschrijving
WaterschapZuiderzeeland wil de mogelijkheid hebben om in de toekomst proeven op de inrichting aan de Urkerweg 32 te mogen uitvoeren. De proeven zijn bedoeld om het huidige proces te verbeteren of om de terugwinning van grondstoffen te bevorderen.
2
Huidige vergunningsituatie
Bij besluit van 16 september 2008, kenmerk nr. 08-008 heeft het college van Burgemeester en wethouders van Noordoostpolder aan Waterschap Zuiderzeeland een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een Afualwaterzuiveringsinstallatie gelegen aan de Urkerweg 32 te Tollebeek. De locatie is kadastraal bekend als gemeente Noordoostpolder, sectie E, nummer L132. Vergunning is verleend voor het in werking hebben van een afualwaterzuiveringsinstallatie inclusief bijbehorende voorzieningen (o.a. het plaatsen van een WKK installatie). Daarnaast is er op 4 mei 2O1O, kenmerk V10-005 een artikel 8.19 Wet milieubeheer melding geaccepteerd voor het (ver)plaatsen van vier lavafilters ter plaatse van het toekomstige blowergebouw. Op grond van het bepaalde in de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn de vergunningen die voor 1 oktober 2010 in werking waren getreden en onherroepelijk waren, van rechtswege gelijkgesteld met omgevingsvergunningen en gelden deze voor onbepaalde tijd. Daarnaast geldt dat activiteiten die waren toegestaan op basis van geaccepteerde 8.l9-meldingen die voor 1 oktober 2010 in werking waren getreden en onherroepelijk waren, ook onder de werking van de Omgevingsvergunning vallen.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
3
datum
pagina 5
Bevoegd gezag
De inrichting bestaat uit een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor het zuiveren van huishoudelijk en industrieel afualwater met een capaciteit van 145.000 inwonersequivalenten (i.e.). Daarnaast wordt jaarlijks 1.000 ton afvalwater per as aangevoerd, afkomstig uit septictanks, campings en industrie. Gelet op deze omschrijving en bovenstaande projectbeschrijving in relatie tot het bepaalde in artikel 2.4, eerste lid, van de Wabo juncto artikel 3.3, eerste lid, en Bijlage I, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is het college van Burgemeester en wethouders het bevoegd gezag om de omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij is het college van Burgemeester en wethouders er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
4
Activiteitenbesluit milieubeheer Sinds 1 januari 2008 geldt het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit). Het Activiteitenbesluit bevat algemene voorschriften voor activiteiten die kunnen plaatsvinden binnen inrichtingen. Sinds het Activiteitenbesluit geldt, zijn veel inrichtingen niet meer vergunningplichtig voor het onderdeel milieu. Vanaf 2008 zijn daar steeds meer inrichtingen aan toegevoegd. Alleen type C-inrichtingen (inrichtingen die vallen onder een categorie in de bijlage bij het Besluit omgevingsrecht) blijven vergunningplichtig op grond van de Wabo. Sinds 1 januari 2013 worden ook de inrichtingen met (een) IPPC-installatie(s) aangemerkt als type
C-inrichting.
In bijlage
1 onder B of C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een
vergunningplicht geldt. Op type C inrichtingen kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. De inrichting is vergunningplichtig op basis van categorie27.4 van onderdeel C van Bijlage I van de Bor. Verder wordt de inrichting op basis van categorie 28.3 uitgesloten van categorie 28.1. In categorie 28.4 wordt een ondergrens genoemd van 15.000 ton van buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
pagrna 6
De aangevraagde activiteit valt niet onder het Activiteitenbesluit. Eventuele voorschriften die aan deze milieuneutrale wijziging zijn verbonden, zijn voorschriften die niet zijn geregeld in het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling,
5
Ontvankelijkheid en opschorting procedure
Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag heb ik deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid,
Ik ben van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. Ook kan op basis van de aanvraag adequaat worden beoordeeld of de aangevraagde verandering past binnen de vergunde milieubelasting, zoals is overwogen in hoofdstuk C. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.
6
Procedure (regulier)
Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 6 februari 2014 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in De Noordoostpolder.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
C
OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN
I
Aanvraag omgevingsvergunning, milieu
pa9rna 7
Toetsingskader: De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van
een inrichting als bedoeld in artikel 2.7,lid 1, aanhef en onder e van de Wabo. De verandering leidt volgens de aanvraag alleen tot milieuneutrale effecten als bedoeld in artikel 3.10, lid 3 van de Wabo.
Toetsing De Wabo bepaalt in artikel 2.I4,lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3,10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de verandering: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; - geen aanleiding geeft tot het opstellen van een milieueffectrapport' Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concludeer ik dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet. Onderstaand motiveer ik hoe ik tot dit besluit gekomen ben. Proefnemingen Voor veel inrichtingen is het zoeken naar verbetering(en) van producten en procesvoering een veelvuldig terugkerend aandachtspunt. Vaak wordt ook aan productonderzoek en/of -ontwikkeling gedaan. Dergelijke ontwikkelingen dragen veelal ook bij aan een vermindering van de belasting van het milieu. Vanuit de geschetste achtergrond kan de behoefte bestaan en is het vaak van essentieel belang om op bepaalde momenten gedurende enige tijd proefnemingen uit te voeren. Op die manier kan informatie worden vergaard over de beoogde verbeteringen en/of aanpassingen in product of proces en om inzicht te krijgen in de daaraan verbonden milieuhygiënische consequenties. Proefnemingen worden gekenmerkt door een beperkte duur (ik ga uit van maximaal zes maanden). Doorlooptijd en/of hoeveelheid moeten echter wel voldoende zijn om de noodzakelijke informatie te kunnen vergaren. In de aanvraag heeft aanvrager aangegeven de mogelijkheid te willen hebben om desgewenst proefnemingen uit te kunnen voeren. Ik acht dit acceptabel, Wel ben ik van oordeel dat daaraan randvoorwaarden moeten worden gesteld en moeten proefnemingen ruim voor aanvang (minimaal zes weken) bij mij voor toestemming worden voorgelegd. Daartoe heb ik voorschriften opgenomen. Tevens moet over de
kenmerk 14030s/DFVkbe-001
datum
pagina
I
resultaten van de proef aan mij worden gerapporteerd. De proefnemingen moeten plaatsvinden binnen de milieuhygiënische randvoorwaarden van deze vergunning en mogen pas aanvangen na toestemming van mij. Ten overvloede merk ik nog op dat indien een proef succesvol is verlopen en men wil de resultaten daarvan implementeren, daartoe eerst steeds zal moeten worden bezien in hoeverre daartoe een procedure op grond van de Wabo zal moeten worden doorlopen.
2
M.e.r. (beoordeling)-plicht
Er is getoetst of er sprake is van een M.e.r. (beoordeling)-plicht. De in de aanvraag beschreven voorgenomen verandering is niet vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit mi lieueffectrapportage (besluit m.e. r. ). Er hoeft bij deze aanvraag derhalve geen milieueffectrapport (MER) als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer te worden ingediend. Ook is de verandering niet mer-beoordelingsplichtig. Er ontstaat door de verandering ook geen andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend.
3
Conclusie
Ik heb vastgesteld dat de voorgenomen verandering niet leidt tot andere of grotere gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning(en) is toegestaan. Tevens bestaat er in casu geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Vanwege de hiervoor genoemde redenen is naar mijn oordeel sprake van een situatie als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de Wabo zodat de gevraagde vergunning met gebruikmaking van de reguliere procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wabo kan worden verleend.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
D
datum
pagrna 9
ONDERTEKENING EN BEZWAARCLAUSULÊ
Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder; Namens deze de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Vergunningen en Expertise. Namens deze het
Bezwaar en voorlopige voorziening Volgens de Algemene wet bestuursrecht kunnen al diegenen van wie het belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken daartegen bezwaar aantekenen. Dat kan door binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende vermeld worden: . de naam en het adres van de indiener; . de datum van het bezwaarschrift (dagtekening); . een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt; . de reden(en) waarom bezwaar wordt gemaakt;
.
een handtekening.
Wanneer iemand een bezwaarschrift heeft ingediend, kan hij daarnaast de Voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector bestuursrecht (Postbus tO067,8000 GB Zwolle) vragen een voorlopige voorziening te treffen, indien de onmiddellijke uitvoering van het besluit onherstelbare gevolgen met zich meebrengt. Het indienen van een bezwaarschrift schorst namelijk niet automatisch de geldigheid van het besluit. Aan de indiening van een verzoek om voorlopige voorziening zijn kosten verbonden. Nadere informatie over de behandeling van bezwaarschriften kan worden verkregen bij het cluster Advies, telefoon (0527) 63 35 12 / 63 33 66.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
Beschikking in werking De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na de verzending of uitreiking aan de aanvrager. Het indienen van een bezwaarschrift of het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening schort de werking van de beschikking niet op.
Afschrift Een exemplaar van deze beschikking zullen wij zenden aan: o Directie Waterschap Zuiderzeeland . Burgemeester en Wethouders van Noordoostpolder e Royal HaskoningDHV Nederland B.V.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
pa9rna 11
BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN 1.
Vergunninghoudster mag - bij wijze van proef - alternatieve (proces)technieken, processen of grond-, hulp-, of brandstoffen toepassen welke niet in de aanvraag zijn beschreven, teneinde de processen, installaties en producten te optimaliseren, mits hiervoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college van Burgemeester en wethouders. 2.
Uiterlijk zes weken voor de voorgenomen aanvangsdatum van een proefneming, moet een proefbeschrijving aan het college van Burgemeester en wethouders ter goedkeuring zijn voorgelegd. De proefbeschrijving moet, naast een omschrijving van de proefneming, ten minste het volgende bevatten: - de doelstelling van de proefneming; - de periode, de capaciteit en de locatie van de proefneming; - de verwachte milieueffecten van de proefneming en een overzicht van de maatregelen en voorzieningen ter voorkoming c.q. beperking van die effecten; - op welke wijze de door de proefneming veroorzaakte milieueffecten gemeten en geregistreerd gaan worden; - de ontstane producten, rest- en afualstoffen en hun milieurelevante eigenschappen en/of de beproevingsresultaten van de nieuwe/veranderde werkwijze. 3.
Toestemming voor het vorige voorschrift wordt slechts verleend indien: a) de proefneming noodzakelijk is om informatie te vergaren omtrent de technische haalbaarheid van de andere toepassing en deze informatie niet langs andere weg kan worden verkregen; b) de proefneming ten hoogste 6 maanden duurt; c) bij de proefneming niet meer alternatieve stoffen zullen worden ingezet dan noodzakelijk is om de onder -a- bedoelde informatie te vergaren; is dat de proefneming binnen de ingevolge deze vergunning aangetoond d) geldende milieuhygiënische randvoorwaarden plaats kan vinden. 4. Binnen vier weken na indiening van de proefbeschrijving als bedoeld in voorschrift 2 neemt het college van Burgemeester en wethouders een besluit inzake de goedkeuring van de door vergunninghoud(st)er voorgenomen proef.
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
pagina 72
5,
De proefneming moet overeenkomstig de goedgekeurde oroefbeschriiving worden uitgevoerd. 6.
De goedkeuring kan ingetrokken worden indien de in deze vergunning vastgelegde normen naar het oordeel van het college van Burgemeester en wethouders op ontoelaatbare wijze worden overschreden. 7.
Een rapport betreffende de resultaten van de proefneming moet twee maanden na beëindiging van de proefneming schriftelijk bij het college van Burgemeester en wethouders zijn ingediend. Het rapport moet ten minste het volgende bevatten: - een evaluatie van de doelstelling van de proefneming; - de milieueffecten van de proefneming. 8.
Het college van Burgemeester en wethouders kan aan het rapport binnen vier weken na indiening ervan nadere eisen stellen, waaraan vergunninghoud(st)er vervolgens moet voldoen, 9.
Het bevoegd gezag kan naar aanleiding van de onderzoeksopzet goedkeuring onthouden dan wel nadere eisen stellen aan de proefneming. Deze nadere eisen kunnen een beperking van duur of een beperking van de bij de proefnemingen te verwerken hoeveelheid materiaal betekenen. Tevens kunnen nadere eisen gesteld worden aan de milieuhygiënische randvoorwaarden van de proefnemingen
kenmerk 140305/DFR/kbe-001
datum
pagrna 13
BIJLAGE 2: BEGRIPPEN PROEFNEMING:
tijdelijke activiteit die betrekking heeft op of voortvloeit uit de binnen de inrichting uitgevoerde hoofdactiviteiten met als doel de ontwikkeling, verbetering en/of beproeving van nieuwe producten en/of bewerkings-, verwerkings- of Een
productiemethoden. Toelichtingr proefactiviteiten moeten uit de hoofdactiviteit voortvloeien, omdat anders de grondslag van de aanvraag wordt verlaten. RECYCLING:
Nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met inbegrip van het opnieuw bewerken van organische afvalstoffen, en met uitsluiting van energieterugwinning en het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal.