Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind
1
1. Wijkenindeling Onderstaande kaart toont de wijkenindeling van Beernem.
2
2. Situering doelgroep (Bron: Rijksregister, 01/01/2014) A. Bevolking naar leeftijd De eerste tabel toont de absolute aantallen van de verschillende leeftijdsgroepen. De som van de deelgemeenten is niet gelijk aan het totaal voor de gemeente Beernem. Dit komt doordat er een restcategorie ‘niet gekend’ is. Hierin zitten adrespunten die niet aan een bepaalde deelgemeente kunnen toegekend worden. # Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
0-2 jaar
3-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
0-24 jaar
214 152 33 63
233 178 36 74
477 325 70 132
428 352 62 102
573 460 90 156
1.925 1.467 291 527
463
524
1.006
945
1.282
4.220
714 374 646 284 7.348 34.714
771 418 799 293 7.959 36.690
1.540 850 1.459 652 15.466 69.788
1.495 1.008 1.467 684 16.766 73.384
1.881 1.184 1.983 959 22.616 98.212
6.401 3.834 6.354 2.872 70.155 312.788
In onderstaande tabel worden de percentages getoond van de verschillende leeftijdsgroepen, berekend ten opzichte van het totaal aantal inwoners in de betreffende deelgemeente. % Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
0-2 jaar
3-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
0-24 jaar
2,89 3,00 3,30 3,23
3,15 3,51 3,60 3,80
6,45 6,41 7,00 6,77
5,79 6,95 6,20 5,23
7,75 9,08 9,00 8,00
26,02 28,95 29,10 27,04
3,00
3,39
6,51
6,12
8,30
27,32
3,10 2,70 2,89 2,62 2,63 2,94
3,35 3,02 3,57 2,70 2,84 3,11
6,69 6,13 6,52 6,02 5,53 5,92
6,49 7,27 6,56 6,31 5,99 6,23
8,17 8,54 8,87 8,85 8,08 8,33
27,80 27,66 28,41 26,50 25,07 26,53
De cijfers tonen ons dat de gemeente Beernem (27,3%) een hoger percentage 0-24-jarigen huisvest in vergelijking met het arrondissement Brugge (25,1%) en de provincie (26,5%). De aandelen in Oostkamp, Jabbeke en Zedelgem liggen (lichtjes) hoger dan in Beernem. Damme scoort daarentegen 3
iets lager. Van de deelgemeenten heeft Oostveld het hoogste aandeel 0-24-jarigen (29,1%) en deelgemeente Beernem het laagste aandeel (26%). Wat betreft de verdeling in kleinere leeftijdsgroepen, liggen de percentages erg dicht bij elkaar. Voor de gemeente Beernem geldt het volgende: 3% van alle inwoners is tussen 0 en 2 jaar, 3,4% is tussen 3 en 5 jaar, 6,5% is tussen 6 en 11 jaar, 6,1% is tussen 12 en 17 jaar en tenslotte 8,3% is tussen 18 en 24 jaar. Om wat meer duidelijkheid te krijgen tussen de verschillende deelgemeenten, onderstaande grafiek.
Enkele bevindingen: Deelgemeente Beernem heeft voor de categorieën 0-2 jaar, 3-5 jaar en 18-24 jaar de laagste aandelen; voor de andere 2 categorieën (6-11 jaar en 12-17 jaar) het tweede laagste. Oedelem scoort voor de drie jongste leeftijdsgroepen eerder laag, maar voor de twee oudste leeftijdsgroepen het hoogst. De wijk Oostveld scoort telkens hoog; voor de leeftijdsgroepen 0-2 jaar en 6-11 jaar zelfs het hoogst. Sint-Joris huisvest eerder jonge kinderen (hoge aandelen 0-2 jaar, 3-5 jaar en 6-11 jaar) dan tieners en jongvolwassenen (12-17 jaar en 18-24 jaar).
4
Tot slot bekijken we de evolutie van de leeftijdsgroep 0-24 jaar. De tabel toont de groei-indexen 2004-2014. Ligt de index boven de 100, dan is er sprake van een stijging van het aantal. Ligt de index onder de 100, dan is er sprake van een daling van het aantal. 2004-2014 Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
0-2 jaar
3-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
0-24 jaar
110,88 104,83 137,50 121,15
120,73 107,88 120,00 113,85
107,67 91,29 100,00 120,00
93,45 98,05 65,96 87,18
97,12 101,77 112,50 120,93
102,56 99,32 97,65 111,42
111,84
115,67
102,76
91,93
102,48
102,30
111,91 99,47 106,60 98,61 100,93 107,45
110,94 85,66 109,45 90,15 100,40 105,76
99,10 77,06 86,90 86,36 86,79 89,75
97,33 93,33 84,36 74,51 89,53 89,82
107,55 104,32 112,99 96,19 101,58 102,45
103,71 91,68 97,62 87,48 94,78 97,04
Voor de gemeente Beernem zien we dat alle leeftijdsgroepen tussen 0 en 24 jaar een stijging (index boven de 100) van het aantal kenden de voorbije 10 jaar, uitgezonderd het aantal 12-17-jarigen (8,1%). De stijging is het grootst bij de 3-5-jarigen (+15,7%). In het arrondissement Brugge en de provincie is er naast de daling van de 12-17-jarigen ook een daling te zien van de 6-11-jarigen. De afnames zijn daar bovendien veel groter, terwijl de toenames van de andere leeftijdsgroepen minder uitgesproken zijn. Dat heeft tot gevolg dat de evolutie van de totale groep 0-24-jarigen in het arrondissement Brugge en de provincie een groei-index kent onder de 100: het aantal 0-24-jarigen is gedaald met respectievelijk 5,2% en 3%. Wat betreft de deelgemeenten zijn er verschillen. De deelgemeenten Beernem en Sint-Joris kennen een toename van het aantal 0-24-jarigen tussen 2004 en 2014, met respectievelijk 2,6% en 11,4%. Voor de deelgemeente Beernem is deze toename te danken aan de toename in de jongste leeftijdsgroepen, want het aantal 12-17-jarigen en het aantal 18-24-jarigen is er wel gedaald de laatste 10 jaar. Voor de deelgemeente Sint-Joris zien we dat alle leeftijdsgroepen toegenomen zijn, uitgezonderd de 12-17-jarigen die een grote afname gekend hebben (-12,8%). De deelgemeenten Oedelem en Oostveld kennen daarentegen een daling van het aantal 0-24-jarigen tussen 2004 en 2014, met respectievelijk 0,7% en 2,4%. Voor Oedelem zien we wel een stijging van de jongste leeftijdsgroepen (0-2 jaar en 3-5 jaar), alsook voor de oudste groep (18-24 jaar), maar een daling van de 6-11-jarigen en de 12-17-jarigen. Voor Oostveld wordt de negatieve groei volledig veroorzaakt door de sterke daling van het aantal 12-17-jarigen (-34%). De andere leeftijdsgroepen binnen deze wijk kennen wel een stijging van het aantal. Bij deze wijk moeten we wel oppassen met te grote conclusies omdat het over relatief kleine aantallen gaat en daardoor de groei-indexen ook wat extremer worden. Een extra hulp om de evolutie te bekijken zijn de onderstaande grafieken: die geven de ganse evolutie weer tussen 2004 en 2014 voor de 5 leeftijdsgroepen.
5
6
7
B. Kenmerken van huishoudens In dit luikje omtrent huishoudens bekijken we de gezinsgrootte van de huishoudens, alsook het aantal gezinnen met kinderen en eenoudergezinnen. # Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
Totaal HH
alleenstaand
2-pers HH
3-4 pers HH
5+ persHH
2.786 2.067 395 820
662 527 92 206
1.051 736 134 315
891 666 139 266
182 138 30 33
6.080
1.489
2.240
1.968
383
9.284 5.491 8.965 4.366 123.548 510.520
2.273 1.232 2.009 1.024 40.110 160.663
3.430 2.065 3.376 1.682 45.108 182.978
2.991 1.846 3.019 1.389 32.100 138.529
590 348 561 271 6.230 28.350
8
% Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
alleenstaand
2-pers HH
3-4 pers HH
5+ pers HH
23,76 25,50 23,29 25,12
37,72 35,61 33,92 38,41
31,98 32,22 35,19 32,44
6,53 6,68 7,59 4,02
Gemiddelde gezinsgrootte 2,45 2,44 2,53 2,37
24,49
36,84
32,37
6,30
2,44
24,48 22,44 22,41 23,45
36,95 37,61 37,66 38,52
32,22 33,62 33,68 31,81
6,36 6,34 6,26 6,21
2,44 2,49 2,47 2,44
32,47 31,47
36,51 35,84
25,98 27,13
5,04 5,55
2,22 2,26
De laatste kolom toont de gemiddelde gezinsgrootte. Gemiddeld in Beernem bestaat een huishouden uit 2,44 personen. Dit is een stuk hoger dan het arrondissementeel (2,22) en provinciaal (2,26) aandeel. Oedelem heeft net dezelfde gemiddelde gezinsgrootte. Beernem en vooral Oostveld hebben een grotere gemiddelde gezinsgrootte (respectievelijk 2,45 en 2,53 personen per gezin). SintJoris daarentegen scoort lager met gemiddeld 2,37 personen per gezin. Deze resultaten worden weerspiegeld in de aandelen gezinnen naar grootte, waarbij Sint-Joris hoger scoort bij de alleenstaanden en de 2-persoonshuishoudens. Oostveld daarentegen scoort dan weer net omgekeerd: hoogste aandelen 3-4-persoonshuishoudens en 5+persoonshuishoudens. De volgende tabel toont de gezinnen met kinderen en de eenoudergezinnen, waarbij de kinderen jonger dan 20 jaar zijn.
Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
# Gezin met kinderen
% gezin met kinderen
# eenoudergezin
% eenoudergezin
844 641 120 247
30,29 31,01 30,38 30,12
74 72 12 31
8,77 11,23 10,00 12,55
1.857
30,54
189
10,18
2.826 1.730 2.818 1.231 30.969 136.093
30,44 31,51 31,43 28,20 25,07 26,66
265 182 269 127 4.326 18.255
9,38 10,52 9,55 10,32 13,97 13,41
Alle onderzochte gemeenten hebben een beduidend hoger aandeel gezinnen met kinderen in vergelijking met het arrondissement Brugge en de provincie. Voor Beernem bedraagt dit aandeel 9
30,5%. De verschillen binnen de gemeente zijn eerder klein: Sint-Joris scoort het laagst met 30,1% en Oedelem scoort het hoogst met 31%. Ook wat betreft de eenoudergezinnen liggen de percentages van de onderzochte gemeenten lager dan voor het arrondissement Brugge en de provincie. Gemiddeld in Beernem is 10,2% van de gezinnen met kinderen een eenoudergezin. Nu zijn er wel verschillen te zien tussen de deelgemeenten: Sint-Joris scoort het hoogst met 12,6% terwijl deelgemeente Beernem slechts 8,8% eenoudergezinnen huisvest.
C. Onderwijsgegevens (Departement Onderwijs, schooljaar 2011-2012) In de volgende tabel wordt het aantal leerlingen bekeken in het kleuter-, lager en secundair onderwijs. Het betreft de leerlingen met woonplaats in Beernem. Dit betekent dat de leerlingen ook buiten Beernem naar school kunnen gaan. Gewoon onderwijs KleuterLager Secundair onderwijs onderwijs onderwijs Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
Buitengewoon onderwijs KleuterLager Secundair onderwijs onderwijs onderwijs
295 190 43 88
448 296 51 106
457 385 67 113
4 1 1 0
28 16 5 8
26 14 0 7
619
906
1.034
6
57
48
951 522 921 348 9.363 42.879
1.460 826 1.327 631 14.523 64.510
1.610 1.140 1.709 756 18.185 77.869
4 2 9 3 70 388
77 32 97 48 1.003 5.336
55 29 63 26 760 3.806
De volgende kaartjes tonen de scholen in Beernem, naargelang het aantal leerlingen van de school en opgesplitst in kleuter-, lager en secundair onderwijs.
10
Het kleinste bolletje in Oedelem is een school voor buitengewoon onderwijs.
11
12
13
3. Kinderopvang: aanbod (Bron: Kind en Gezin, toestand 01/02/2014) De onderstaande tabel toont per voorzieningstype het aantal vestigingsplaatsen in Beernem alsook de totale capaciteit per type. Aantal Voorzieningstype Capaciteit vestigingsplaatsen Voorschools 266 DVO Dienst voor Onthaalouders 12 69 ZKDV Zelfstandig Kinderdagverblijf 8 179 ZOO Zelfstandig Onthaalouder 3 18 Buitenschools 201 IBO Initiatief voor Buitenschoolse Opvang 6 201 TOTAAL 29 467 Wat betreft de dienst voor onthaalouders zijn de 12 onthaalouders aangesloten bij eenzelfde dienst. In de onderstaande tabellen worden deze cijfers opgesplitst naar de deelgemeenten. Van de onthaalouders aangesloten bij een dienst voor onthaalouders zijn er 2 ongekende adressen, die dus ook niet aan een deelgemeente toegekend kunnen worden. Voor de capaciteit van de onthaalouders aangesloten bij een dienst, gaan we uit van een gemiddelde capaciteit van 5,75 kindjes per onthaalouder (69/12). DVO
6 3 0 1
Capaciteit 35 17 0 6
10
58
Locaties Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM
Beernem Oedelem Oostveld Sint-Joris GEMEENTE BEERNEM
Locaties 2 2 1 1 6
ZKDV CapaLocaties citeit 3 84 3 58 1 16 1 21 8
179
ZOO
2 1 0 0
Capaciteit 11 7 0 0
3
18
Locaties
Voorschools CapaLocaties citeit 11 130 7 82 1 16 2 27 21
255
IBO Capaciteit 75 81 15 30 201
14
Oplijsting: ZKDV: Beertje Bink, Dadaa, De creche, De Elfjes, Mijn Enkelke Fijn, Pitou, ’t Pamperke, ’t Vliegend Paard ZOO: Cocquyt Marie-Jose, Declercq Noëlla en Simoens Hilde IBO: Beukendreef, D. Boterweg, Oedelem – J. Creytensstraat, Oedelem – Knesselarestraat, Oostveld, Sint-Joris
Voor de verschillende voorzieningstypes worden kaartjes met de spreiding weergegeven. Voorschools:
15
Op dit kaartje ontbreken 2 adressen die niet gekend zijn.
16
17
18
19
Buitenschools:
20
4. Nood aan opvang Op basis van een onderzoek van het WES, kunnen we een berekening maken van de behoefte aan voorschoolse kinderopvang. Hierbij zijn er 2 uitgangspunten: 65% van de kinderen heeft nood aan opvang Per voltijdse opvangplaats kunnen 1,086 kinderen opgevangen worden, want niet elke kind gaat voltijds naar de opvang. Het oorspronkelijke cijfer was 1,153. Dit werd aangepast specifiek voor Beernem, op basis van een enquête uitgevoerd bij Kind&Gezin, waarbij gevraagd werd hoeveel kindjes effectief opgevangen worden (teldatum eerste week van februari). Dit werd dan vergeleken met de capaciteitsgegevens. Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van bevolkingscijfers op 01/01/2014 en van capaciteitsgegevens van Kind & Gezin op 01/02/2014. Op 01.01.2014 zijn er in Beernem 463 0-2 jarigen.
Er is op 01/02/2014 in Beernem voor deze leeftijdsgroep een aanbod van 266 voorschoolse opvangplaatsen. Rekening houdend met het feit dat er per opvangplaats 1,086 kinderen kunnen opgevangen worden, biedt het huidige aanbod een antwoord op de vraag naar opvang van 289 kinderen.
Ervan uitgaande dat 65% van die groep kinderen nood heeft aan opvang: 463*65% = 301 kinderen. Conclusie: 301 kinderen met behoefte aan opvang in Beernem Beschikbare plaatsen voor 289 kinderen = tekort aan opvang voor 12 kinderen Om die 12 kinderen op te vangen, heb je 11 opvangplaatsen nodig (12/1,086 = 11) Er zitten een aantal veronderstellingen in de redenering: Nood aan opvang (65%) blijft constant Bezettingsgraad van de opvang (per plaats kan je 1,086 kinderen opvangen) Aanbod blijft constant (266 opvangplaatsen) Prognosecijfers blijven ook hypothetisch
21
5. Van waar komen de kindjes in de opvang? Op basis van enquêtes die Kind & Gezin rondstuurde in februari 2014 kunnen we een beeld krijgen van de woonplaats van de kinderen die opgevangen worden in de Beernemse voorschoolse kinderopvang. De tabel hieronder toont de woonplaats van de kindjes. Aantal kinderen
% kinderen
Beernem Oedelem Sint-Joris
154 61 16
53,29 21,11 5,54
GEMEENTE BEERNEM Aalter Brugge De Haan Knokke-Heist Oostkamp Knesselare Lendelede Ruiselede Torhout Veurne Damme Zedelgem Wingene TOTAAL
231 3 14 1 2 12 6 1 4 1 1 3 1 9 289
79,93 1,04 4,84 0,35 0,69 4,15 2,08 0,35 1,38 0,35 0,35 1,04 0,35 3,11 100,00
De volgende tabel toont de omgekeerde beweging: waar gaan kindjes met woonplaats in Beernem naar de opvang?
GEMEENTE BEERNEM Brugge Damme Izegem Oostkamp Roeselare Wingene Zedelgem TOTAAL
Aantal kinderen
% kinderen
231 13 3 1 7 2 1 1 259
89,19 5,02 1,16 0,39 2,70 0,77 0,39 0,39 100,0
22
6. Kansarmoede-indicatoren omtrent kinderen en jongeren In dit laatste hoofdstuk focussen we op enkele indicatoren omtrent kansarmoede bij kinderen en jongeren. In de eerste tabel wordt ten eerste het aantal en aandeel 0-19-jarigen weergegeven die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Voor Beernem is dit het geval voor 4,3%. Dit iets lager dan het arrondissementeel (6,4%) en provinciaal (8,6%) aandeel. De tweede indicator in de tabel is het aandeel kansarme geboortes. Hier gebruiken we gemiddeldes omdat de kleine absolute aantallen erg fluctueren per jaar. Voor Beernem geldt dat gemiddeld 3,4% van alle geboortes in 2010-2012 als kansarm kunnen bestempeld worden. Dit percentage ligt heel wat lager dan voor het arrondissement Brugge (8,3%) en de provincie (10,1%).
Beernem Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
0-19 jaar met verhoogde tegemoetkoming id ziekteverzekering # % 142 4,3 226 4,4 118 3,8 276 5,4 82 3,6 3.486 6,4 20.803 8,6
Kansarme geboorten (gemid 2010-2012) # 6 8 5 11 2 210 1.186
% 3,4 3,2 4,2 4,8 2,2 8,3 10,1
De volgende tabellen hebben betrekking op het onderwijs. We bekijken ten eerste het aandeel leerlingen, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, dat een schooltoelage ontvangt. Voor Beernem is dit in het basisonderwijs het geval voor 11% van de leerlingen en in het secundair onderwijs voor 18,7% van de leerlingen. Beide aandelen liggen lager in vergelijking met het arrondissement Brugge en de provincie.
Beernem Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
Leerlingen basisonderwijs met schooltoelage (01/02/2012) # % 176 11,03 279 11,06 129 9,30 319 13,18 144 13,74 3.475 13,82 20.579 18,10
Leerlingen sec onderwijs met schooltoelage (01/02/2012) # % 196 18,67 313 19,14 174 15,34 314 18,12 178 23,18 3.951 21,24 20.347 25,19
23
Bij de volgende indicator gaan we kijken naar het aandeel leerlingen waarvan de moeder slechts een lage opleiding genoot. In het basisonderwijs is dit in Beernem het geval voor 8,2% van de leerlingen en in het secundair onderwijs voor 14,7% van de leerlingen. Ook hier liggen de percentages opnieuw lager dan algemeen in het arrondissement en de provincie.
Beernem Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
Leerlingen basisonderwijs met moeder lage opleiding (01/02/2012) # % 130 8,15 209 8,29 97 6,99 264 10,91 93 8,87 3.246 12,91 18.705 16,45
Leerlingen sec onderwijs met moeder lage opleiding (01/02/2012) # % 154 14,67 245 14,98 128 11,29 288 16,62 117 15,21 3.377 18,15 17.612 21,80
Tot slot bekijken we nog de schoolse vertraging in het gewoon onderwijs. Voor het lager onderwijs heeft een leerling schoolse vertraging vanaf 1 jaar achterstand; voor het secundair onderwijs heeft een leerling schoolse vertraging vanaf 2 jaar achterstand. Iets meer dan 1 op de 10 leerlingen in het lager onderwijs in Beernem heeft minstens 1 jaar schoolse vertraging. Dit is iets lager dan in het arrondissement Brugge (13,8%) en de provincie (14,1%). In het secundair onderwijs heeft 2,4% van de leerlingen in Beernem minstens 2 jaar schoolse vertraging. Ook dit aandeel ligt lager dan algemeen in het arrondissement Brugge (4,2%) en de provincie (4,1%).
Beernem Oostkamp Jabbeke Zedelgem Damme Arro Brugge Prov W-VL
Schoolse vertraging lager onderwijs (min 1 jaar) (01/02/2012) # % 94 10,73 142 10,02 69 8,47 153 11,43 89 13,97 1.934 13,76 8.916 14,10
Schoolse vertraging sec onderwijs (min 2 jaar) (01/02/2012) # % 22 2,36 55 3,73 19 1,83 41 2,68 23 3,33 697 4,24 2.881 4,10
24