Omgaan met mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid syllabus Marita Steegen Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie, Este
In kader van project: ‘Preventie van thuisloosheid van mensen met psychiatrische problemen in regio Mechelen-Lier.’
11 juni 2015
1
Inhoudstafel p Inleiding I. Thuisloosheid en psychische kwetsbaarheid II. Psychische kwetsbaarheid in de samenleving III. Psychiatrische ziekte a. Lichamelijk ziek zijn b. Geestelijk of psychisch ziek zijn c. Verwachtingen van de maatschappij d. Normaal of abnormaal IV. Diagnose V. De basishouding van een zorgverlener a. Respect b. Echtheid en betrokkenheid op de totale mens c. Positieve ingesteldheid d. Doorzettingsvermogen e. Empathie f. Solidariteit g. Verantwoordelijkheid VI. Praktijkgerichte aandachtspunten in het omgaan met personen met een psychiatrisch ziektebeeld a. Psychotische stoornissen, schizofrenie i. Symptomen ii. Behandeling iii. Begeleiding b. Persoonlijkheidsstoornissen i. Symptomen ii. Behandeling iii. Begeleiding c. Stemmingsstoornissen: depressie en bipolaire stoornis i. Symptomen van een bipolaire stoornis ii. Begeleiding van mensen met een bipolaire stoornis iii. Symptomen van depressie iv. Behandeling van depressie v. Begeleiding van mensen met een depressie Nawoord Bronnen
11 juni 2015
2 3 3 5 5 5 5 6 7 8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 11 12 13 14 15 17 17 18 18 18 19 21 21 22 23
2
Inleiding
Met deze syllabus pogen we de kennis rond omgaan met mensen met psychiatrische problemen te delen. Het is een bundeling van wetenschappelijke informatie en kennis opgedaan door ervaring, geschreven voor praktijkmensen. Het is vooral een praktijkgerichte bundel bedoeld voor hulpverleners die geen specifieke achtergrond/opleiding hebben noch kennis hebben van psychiatrische ziektebeelden. Het is niet de bedoeling alles omvattend te zijn. Enkel een selectie van psychiatrische aandoeningen wordt behandeld m.n. de aandoeningen die het meest voorkomend zijn in de context van Psychiatrische thuiszorg. Er worden handvaten aangereikt in het omgaan met mensen met een psychische kwetsbaarheid in het algemeen en met een aantal specifieke psychiatrische ziektebeelden in het bijzonder.
11 juni 2015
3
I.
Thuisloosheid en psychische kwetsbaarheid
Voor psychiatrische patiënten is het extra moeilijk om woongelegenheid te vinden. Hoewel er duidelijke verbanden zijn tussen thuisloosheid en psychisch ziek zijn, is het moeilijk te achterhalen wat precies het oorzakelijk verband is. We kunnen niet zomaar stellen dat thuisloosheid psychiatrische kwetsbaarheid veroorzaakt of omgekeerd. Wel wordt er vastgesteld dat een onstabiele mentale gezondheid gelinkt is met slechte tewerkstellingsperspectieven, een laag inkomen en een vaak problematische zoektocht naar duurzame huisvesting. Daarnaast heeft armoede zelf langdurige effecten op het fysiek, mentaal en sociaal functioneren. Armoede beïnvloedt huisvesting, opleiding, tewerkstelling, sociale steun en toegang tot mentale dienstverlening. Twee derde van de cliënten met psychische kwetsbaarheid heeft een dubbele of meervoudige diagnose. De cluster van ‘psychiatrische problemen, mentale beperking en verslaving als overlevingsstrategie’ komt sterk naar voren als oorzaak van problemen op andere levensdomeinen en kan eindigen in een justitieel traject. Toch is er te weinig gespecialiseerde hulpverlening op die domeinen. Het valt op dat de thuislozenzorg in Nederland veel dichter aansluit bij de geestelijke gezondheidszorg. Bij ons is er jaren met die cliënten gepingpongd tussen opgehokte sectoren: je zit ofwel in de gehandicaptenzorg, ofwel in de verslavingszorg, of nergens, dus in de thuislozenzorg. Sommigen verblijven ook regelmatig in een variëteit van organisaties buiten de dak- en thuislozenzorg: psychiatrie, ziekenhuizen en verslavingszorg, het politiecommissariaat en de gevangenis. De laatste 20 jaar verdubbelt het aantal vrouwen in de thuislozenzorg. Typisch bij vrouwen is de verborgen thuisloosheid. Partnergeweld en economisch zwakkere vrouwen leidt meer vrouwen naar thuisloosheid. II. Psychische kwetsbaarheid in de samenleving Je kent ze wel, die uitspraken: “Het zit niet helemaal juist in haar bovenkamer.” “Hij heeft ze niet allemaal op een rij.” “Het zit tussen de oren.” “Eens gek altijd gek.” Rond psychisch ziek zijn bestaan nogal wat vooroordelen. Vaak scheren mensen alles wat aan psychiatrie doet denken over dezelfde kam. Dit is begrijpelijk want je merkt niet altijd dat iemand psychisch ziek is. Een psychische aandoening of een psychiatrische stoornis toont zich vooral in het gedrag van een persoon en dat gedrag valt als buitenstaander dikwijls moeilijk te verklaren. Door dat gedrag wordt de omgang met iemand met een psychische aandoening vaak bemoeilijkt. Als er in de krant of media iets verschijnt rond psychisch ziek zijn, dan zijn dat meestal sensationele verhalen.
11 juni 2015
4
Ook een bezoek aan de psychiater wordt vaak anders bekeken dan een bezoek aan de huisarts. Op basis van verkeerde informatie, gebrek aan inzicht en onbegrip van de omgeving krijgen mensen met een psychiatrisch ziektebeeld een negatief etiket opgeplakt, ze zijn raar, ze krijgen een stigma. Velen van hen dreigen daardoor in een sociaal isolement te geraken. Steeds meer mensen in onze samenleving kampen met psychische problemen. Mensen met een psychische aandoening vormen geen marginale minderheid. Wist je dat: - één persoon op negen op een bepaald ogenblik van zijn leven psychisch ziek is? - bij één persoon op drie die bij zijn huisarts langs gaat de klacht ook een psychische dimensie heeft? - er meer arbeidstijd verloren gaat door psychische klachten dan door staking? - in ons land psychische ziekte de eerste oorzaak is van permanente arbeidsongeschiktheid? - door de vermaatschappelijking van de zorg de rol van mantelzorgers en sociale omgeving van mensen met een psychische kwetsbaarheid steeds belangrijker wordt? In onze maatschappij worden we steeds meer met mensen met psychiatrische problemen geconfronteerd. Verschillende factoren spelen een rol: - maatschappelijk verval, prestatiegerichte maatschappij, familiale verbrokkeling, minder solidariteit, minder verdraagzaamheid - de afbouw van het aantal bedden in psychiatrische ziekenhuizen en de kortere opnames waardoor cliënten meer en sneller georiënteerd worden naar de samenleving - psychologisering: bepaalde gedragingen en fenomenen zullen vandaag vlugger als een psychisch probleem ervaren worden. - psychiatrische patiënten zoals ze voorkomen: patiënten die behandeld worden, patiënten die stabiel zijn, de draaideurpatiënten, zorgwekkende zorgmijders, patiënten die uitbehandeld zijn, multi problem situaties
11 juni 2015
5
III. Psychiatrische ziekte Er zijn grofweg twee vormen van ziek zijn: er is lichamelijke ziekte en geestelijke ziekte. Tussen deze twee is er een groot verschil. Lichamelijk ziek zijn, is duidelijk uit te leggen en vaak zichtbaar. Geestelijk ziek zijn, is veelal minder zichtbaar en moeilijker uit te leggen. Ziek zijn in je hoofd kan je leven bepalen terwijl je er niets van ziet. a. Lichamelijk ziek zijn Wie tot deze groep behoort, krijgt vaak sneller begrip vanuit de maatschappij. Het is logisch dat mensen met een lichamelijk aandoening minder aankunnen dan wanneer ze gezond zijn. Het wordt ook makkelijker geaccepteerd door de maatschappij. Bijvoorbeeld als iemand zijn been breekt, zie je dat die persoon tijdelijk minder kan. Het is zichtbaar en logisch dat er tijd nodig is om te genezen. Bij iemand die kanker heeft is het soms minder zichtbaar, maar wanneer diegene dit bekend maakt, weet men dat die persoon een zware tijd met eventueel operaties en chemotherapie tegemoet gaat en zal deze persoon dus enige tijd rustiger aan doen. De ziekte komt voorop te staan en de omgeving zal dat accepteren en zijn familielid ondersteunen. b. Geestelijk of psychisch ziek zijn Bij deze mensen is het meestal veel minder zichtbaar dat ze ziek zijn. Daarom botst dit meer op onbegrip. Terwijl mensen die psychisch ziek zijn vaak ook minder aankunnen dan wanneer ze gezond zijn. Bijvoorbeeld mensen met smetvrees kunnen hun hele dag vullen met dingen ‘moeten’ schoonmaken. Het kan zelfs zo erg zijn dat ze de deur niet uit durven. Een vrouw kan er heel verzorgd uitzien (haar, nagels gelakt, kledij…) maar minder zichtbaar een stoornis hebben zoals een depressie, persoonlijkheidsstoornis….. c. Verwachtingen van de maatschappij Wanneer iemand lichamelijk ziek is, gaat iedereen ervan uit dat deze persoon minder kan doen. Als diegene dan toch stapjes vooruit zet, zal dit geprezen worden. De verwachtingen zijn laag en kunnen naar boven worden bijgesteld. De persoon kan bewijzen dat hij meer kan en dat levert succeservaringen op. Anders is het bij iemand die psychisch ziek is. De verwachtingen die mensen van deze persoon hebben, zullen even hoog zijn als bij een gezond mens. Het is echter mogelijk dat degene die psychisch ziek is door zijn ziekte veel minder aankan. Deze persoon zal dan telkens uit moeten leggen waarom hij of zij dingen niet kan en men zal de hoge verwachtingen die mensen hebben naar beneden moeten bijstellen. Het keer op keer moeten uitleggen dat iets niet kan, levert veel spanning op en vaak ook een gevoel van falen. Mensen beoordelen, interpreteren vaak op basis van wat ze zien, de buitenkant of wat ze makkelijk begrijpen.
11 juni 2015
6
d. Normaal of abnormaal Abnormaal wil zeggen dat iemand afwijkt van een bepaalde norm. De normen die bepalen of iets abnormaal is of niet, zijn erg persoons-, tijd- en cultuurgebonden. Abnormaal gedrag vertonen of afwijken van de norm op één of ander vlak, wil echter niet zeggen dat je een psychiatrisch ziektebeeld hebt. Bijvoorbeeld: iemand met een hoog IQ is abnormaal omdat hij afwijkt van de norm. Iemand met een laag IQ is in dat opzicht ook abnormaal. Vreemd genoeg wordt iemand in die laatste situatie dan ook vaak als gestoord gezien, terwijl iemand met een te hoog IQ niet als gestoord wordt omschreven. Afwijkend gedrag wordt pas als een stoornis gezien als de betrokken persoon en/of de omgeving hinder ondervindt. Als anderen iets als storend zien maar de persoon in kwestie niet, dan zal deze persoon zich noodgedwongen moeten aanpassen omdat hij of zij anders uit de gemeenschap wordt gestoten. Bijvoorbeeld een dakloze die anderen stoort met zijn zwervend gedrag en bedelen of een bouwvakker die constant fluit en obscene gebaren maakt naar elke vrouw die passeert. In onze maatschappij krijgt iemand die ‘raar’ gedrag vertoont, of iemand die misschien ‘vreemde’ uitspraken doet al snel het etiket ‘psychisch ziek’ opgeplakt. Iedereen wordt op een bepaald moment geconfronteerd met ervaringen zoals angst, depressie… je bent vast al eens bang geweest voor iets waarvan je wist dat het eigenlijk niet nodig is. Bijvoorbeeld als je het uitgilt bij het zien van een muis of ’s nachts niet kunt slapen omwille van geluiden die je hoort of als je ’s avonds over straat loopt…ben je dan psychisch ziek? Niet noodzakelijk maar het kan wel! Als je nachten en nachten na elkaar niet meer slaapt omdat je zo bang bent van inbrekers en je omwille van dit slaapgebrek niet meer goed kan functioneren op je werk en je sociale leven. Dat betekent dat je op verschillende levensdomeinen niet meer adequaat kan functioneren. Wanneer je dit patroon alleen niet kan doorbreken dan spreken we over een psychische ziekte. Psychisch ziek zijn heeft ermee te maken dat psychologische ervaringen, die iedereen meemaakt, sterker aanwezig zijn. Ze zijn zo sterk dat ze de rest van het leven van de betrokkene bepalen en deze er op eigen kracht niet uit raakt en/of iets kan aan veranderen. Je kan het onderscheid tussen psychisch ziek en psychisch gezond zijn begrijpen aan de hand van een metafoor van een glas (waaruit je drinkt). Iedere mens kan je vergelijken met een glas. Iemand die psychisch gezond is kan je vergelijken met een glas dat nog gaaf is. Kleine stootjes hebben geen of weinig effect op het glas. Iemand met een psychische ziekte is als een glas waar al barstjes inzitten. Dit glas is veel kwetsbaarder en zal bij tegenslag/vallen makkelijker breken. Maar in principe gaat het over hetzelfde glas. Iemand die psychisch gezond is, kan omwille van bepaalde omstandigheden en factoren toch een psychische ziekte ontwikkelen.
11 juni 2015
7
Iemand is psychisch ziek wanneer - heel specifieke symptomen opduiken: angsten, depressieve buien, hallucinaties, obsessies…. - deze ervaringen zo ernstig zijn dat ze de betrokkene helemaal uit evenwicht brengen, normaal functioneren niet meer kan en de betrokkene daar erg onder lijdt - hij of zij zit in een dal, heeft het contact met de omgeving verloren en is niet meer in staat om spanningen te verwerken, zich te ontspannen of te communiceren - hij of zij niet meer in staat is om op eigen kracht uit dat dal te komen, hij of zij nood heeft aan zowel behandeling als ondersteuning door de directe omgeving IV. Diagnose De meeste diagnoses zijn niet vast te stellen via het bloed of een CT-scan. Een diagnose kan een werkhypothese zijn. De aanpak rond het omgaan met iemand met bijvoorbeeld een psychose verschilt van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Eenzelfde diagnose toont zich bij elke patiënt verschillend. Een aantal symptomen zullen hetzelfde zijn, andere niet. Eenzelfde verschijnsel kan voorkomen bij verschillende ziektebeelden bijvoorbeeld angst, depressie… In het werkveld ontmoet je een persoon met mogelijkheden en beperkingen en niet een diagnose. Het gaat tenslotte over een mens als een uniek persoon en niet over een ziekte. Soms vertonen mensen psychische klachten maar ligt een lichamelijke oorzaak aan de grondslag. Bijvoorbeeld angst kan wijzen op verschillende psychiatrische problemen maar ook op hartproblemen. Depressie kan ook te maken hebben met een slecht werkende schildklier, agressief gedrag kan ook te wijten zijn aan een ontregelde suikerspiegel…. Om een diagnose te stellen, is het belangrijk dat eerst de lichamelijke component wordt uitgeschakeld, dat er goed geobserveerd wordt en contact opgenomen wordt met een psychiater. Hij maakt dan gebruik van de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) om een diagnose te stellen. Dit is een gekend classificatiesysteem van psychiatrische stoornissen. Naast de DSM V is er ook psychologisch testonderzoek mogelijk om diagnoses te stellen.
11 juni 2015
8
V. De basishouding van een zorgverlener Een hulpverlener is geen rechter die sancties moet opleggen. Een hulpverlener is geen ouder, broer, zus, partner of vriend. Het is geen vriendschappelijke relatie. De relatie is beperkt in duur. Het is een professionele relatie met een afgebakend doel. De belangrijkste doestelling van de relatie is om de levenskwaliteit van de cliënt te verhogen. Daarom is goed kunnen samenwerken belangrijk. ‘Samen-werken’ bestaat uit 2 delen: - samen: wil zeggen dat je steeds met twee of meer bent, met de cliënt zijn professioneel en niet professioneel netwerk. - werken: verwijst naar het handelen. Bepaalde taken moeten al dan niet dagdagelijks worden uitgevoerd zodat de cliënt zelfstandig thuis kan blijven wonen. De cliënt blijft steeds de eigen regie behouden. Hij kan eigen wensen, verlangens, ideeën inbrengen en de hulpverlener houdt hier maximaal rekening mee. Zowel de expertise van de hulpverlener als de eigen ervaringen en kennis van de cliënt zijn van belang. De meeste mensen met psychiatrische problemen hebben problemen met het aangaan en onderhouden van persoonlijke relaties. Ze hebben immers omwille van hun problemen in het verleden heel wat meegemaakt wat hun zelfvertrouwen kan ondermijnd hebben. Een hulpverlener die met psychisch kwetsbare mensen samenwerkt, moet over bepaalde competenties beschikken. Het belangrijkste is om met mensen op de één of andere manier in contact te kunnen komen. Van belang is dat de hulpverlener zich bewust is van zijn eigen goede kwaliteiten en zijn zogenaamde valkuilen. Bijvoorbeeld een hulpverlener die als positieve eigenschap heeft ‘zorgend zijn’, kan als valkuil hebben dat hij/zij makkelijker over de eigen grenzen gaat. Intuïtie dient verbonden te worden met rationele en relationele kwaliteiten. a. Respect Respect werkt langs twee kanten. Jij hebt respect voor de cliënt maar de cliënt ook voor jou. Bij respect hoort rekening houden met de grenzen van de cliënten maar ook met je eigen grenzen, mogelijkheden en beperkingen. b. Echtheid en betrokkenheid op de totale mens Echtheid omvat openheid, betrouwbaarheid en transparantie. De meeste cliënten voelen het aan als een hulpverlener niet echt is, een rol speelt. Dit staat een vertrouwensband in de weg. Ga er niet van uit dat je de cliënt jou als hulpverlener automatisch vertrouwt. Je kan jezelf wel betrouwbaar maken door open en eerlijk te communiceren.
11 juni 2015
9
De betrokkenheid op de totale mens uit zich in de bezorgdheid, geraaktheid en nabijheid van de hulpverlener. c. Positieve ingesteldheid Een positieve ingesteldheid naar de cliënt toe is essentieel. Dit uit zich in optimisme, geduld, geloof in positieve krachten, kansen en groeimogelijkheden van de cliënt en de context, naast realisme en acceptatie van beperkingen, humor, creativiteit in denken en aanpak. d. Doorzettingsvermogen Volharding, weerbaarheid, aanklampend dynamisme e. Empathie Empathie betekent het op zoek gaan naar de persoonlijke betekenis die iemand geeft aan feiten, gebeurtenissen en situaties. Oog hebben voor het levensverhaal van de cliënt, medemenselijkheid, vertrouwen, bezieling, warmte, erkenning, rechtvaardigheid. Als hulpverlener schuif je je eigen waarden en normen opzij en vertrek je vanuit het verhaal van de cliënt. f.
Solidariteit
Solidariteit in een begeleiding omvat gelijkwaardigheid, dialoog en volwaardig partnerschap, participatie en inspraak en aandacht voor de meest kwetsbare. g. Verantwoordelijkheid Als hulpverlener heb je ook een zekere verantwoordelijkheid ten aanzien van je cliënt. We verstaan hieronder dat je daadkracht aan de dag legt, verantwoord beslissingen neemt, loyaliteit toont, dat je streeft naar deskundigheid en kwaliteit en dat je in staat bent tot zelfreflectie.
11 juni 2015
10
VI. Praktijkgerichte aandachtspunten in het omgaan met personen met een psychiatrisch ziektebeeld a. Psychotische stoornissen, schizofrenie Vandaag geloven de meeste mensen niet meer dat je” door de duivel bezeten” kan zijn, maar er zijn wel nog andere misvattingen over psychotische aandoeningen. Zo spreekt men bij schizofrenie over een ‘gespleten persoonlijkheid’ en associeert men het vaak met gewelddadigheid. Mensen met schizofrenie kunnen agressief zijn, maar slechts 3% van de agressieve incidenten in de maatschappij gebeuren door patiënten met schizofrenie. Mensen met een psychose zijn zeker niet noodzakelijk een gevaar voor zichzelf of de samenleving. Wanneer iemand psychotisch is, dan is hij het normale contact met de werkelijkheid tijdelijk kwijt. Dit heeft te maken met een verstoorde functie van de hersenen, voornamelijk bij het verwerken van informatie. De ziekte treft vooral jongvolwassenen, meer mannen dan vrouwen in iets minder dan 1% van de bevolking. Ze brengt aanzienlijk psychisch lijden met zich mee voor de patiënt zelf en zijn omgeving, naast veelal een grote terugslag in het functioneren op alle belangrijke levensdomeinen. Een persoon met een psychose is psychisch ziek. Het contact met de werkelijkheid is verbroken en de interpretatie van de buitenwereld is zo individueel geworden dat een buitenstaander ze moeilijk begrijpt. Het optreden van schizofrenie is gedeeltelijk erfelijk bepaald. Vroeger werd gezegd dat het aan de opvoeding lag. Dit is niet zo! Er wordt dikwijls wel vastgesteld dat jongeren die schizofrenie ontwikkelen, reeds als kind wat meer teruggetrokken waren, minder vriendjes hadden, soms wat vreemd gedrag vertoonden, ook zich soms slechter motorisch ontwikkelden, of taalarmer waren. Een verhoogde kwetsbaarheid voor stress speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van een psychose. Er kunnen ook biologische invloeden zijn, bijvoorbeeld als gevolg van een hersentumor kan iemand psychotisch reageren of als gevolg van middelenmisbruik. Vroege signalen of voortekenen van een psychose - moeite om de aandacht erbij te houden - moe zijn - lusteloosheid, nergens zin in hebben - slaapproblemen: slaap-waakritme veranderen of omkeren - achterdochtig zijn, minder vertrouwen hebben in anderen, onlogische gedachtegang - geïrriteerde reacties op de omgeving, problemen in sociale contacten, minder reageren op dingen die gebeuren in de omgeving
11 juni 2015
11
- verandering in gedrag - vermindering van persoonlijke verzorging en hygiëne Deze symptomen kunnen enkele dagen tot enkele maanden duren. Niet elke persoon die één of meerdere van deze signalen heeft zal echter een psychose ontwikkelen. Psychose: positieve en negatieve symptomen Bij een psychose wordt het waarnemingsproces verstoord. Dit kan zich uiten op verschillende manieren. Positieve symptomen: Hallucinaties: zijn zintuigelijke waarnemingen die als werkelijkheid aanvoelen, maar niet stroken met de werkelijkheid. Enkele voorbeelden: dingen zien die anderen niet zien zo bijvoorbeeld iemand ziet in iemands gezicht een aap in plaats van een aangezicht, stemmen horen die opdrachten geven….. Hallucinaties kunnen ook veroorzaakt worden door koorts, drugs als LSD en cannabis, bepaalde giftige paddenstoelen… Wanneer mensen zich (deels) bewust zijn dat wat ze ervaren denkbeeldig is spreken we niet van hallucinaties maar van pseudohallucinaties. Wanen: zijn veronderstellingen die niet volledig stroken met de realiteit, dit is een stoornis in het denken. Het is een vaste, niet te veranderen, niet voorbijgaande, verkeerde overtuiging. Het bizarre is dat hij/zij de enige is die die overtuiging heeft. Anderen spreken de persoon vaak tegen en gaan niet akkoord met de soms bizarre verhalen. Bijvoorbeeld een vrouw is ervan overtuigd dat ze blind wordt. Onderzoek wijst uit dat er niets aan de hand is. Zij spreekt dit steeds uit en dit idee kan niet gecorrigeerd worden. Een ander voorbeeld is achtervolgingswaan: het idee voortdurend bedrogen, gevolgd of afgeluisterd te worden. Hij/zij gelooft in grote complotten tegen de eigen persoon. Boodschappen komen via radio, krant of tv. Incoherentie in spreken en denken: er duiken problemen op met het filteren van informatie en impulsen. De communicatie lijkt fragmentarisch en onlogisch te verlopen omdat hij/zij moeite heeft met het leggen van verbanden en zich coherent te uiten. De persoon komt zeer bizar over. Chaotisch en ongewoon gedrag: gedrag kan onvoorspelbaar worden, kleding kan slordig of zeer ongewoon zijn, patiënten kunnen ongepast reageren, opgewonden of angstig raken of roepen en vloeken zonder duidelijke aanleiding.
11 juni 2015
12
Negatieve symptomen: Wanneer de positieve symptomen verdwenen zijn, volgt vaak een periode waarin vooral de negatieve symptomen op de voorgrond staan. Deze kenmerken worden als ‘negatief’ omschreven ’ omdat het normale functioneren verzwakt of afwezig is. Gebrek aan energie en motivatie (leegte): mensen met psychotische kwetsbaarheid worden vaak als lui omschreven. Dit gebrek aan interesse in het leven en het gebrek aan energie kan behoren tot hun ziekte. Afgevlakte emoties: doordat hun gelaatsuitdrukking en hun gebaren vaak erg onduidelijk zijn lijkt het alsof deze mensen geen emoties en gevoelens hebben. Het niet kunnen uitdrukken van emoties wil niet zeggen dat er geen gevoelens en emoties zijn. Naargelang de ziekte evolueert, komt dit symptoom meer op de voorgrond. Sociale isolatie: door gebrek aan energie en interesse in de wereld rondom zich komt men er moeilijk toe om dingen uit zichzelf te ondernemen. Zelfs het contact met familie en vrienden dreigt op termijn volledig te verdwijnen hierdoor. Verarmde gedachtewereld: velen denken trager in deze fase van hun ziekte. Daar waar ze tijdens de “acute” periode sneller denken en vele gedachten door hun hoofd zweven, lijkt het nu of hun hoofd eerder leeg is. Als je aan hen vraagt waar ze aan denken, komt er vaak een lange stilte of het antwoord dat ze aan “niets” denken. Depressieve stemming, zelfmoordgedachten: een psychose kan het leven en de toekomstplanning volledig veranderen. Mensen beseffen dat hun leven er anders kan gaan uit zien dan ze ooit gedroomd hadden. Velen voelen zich schuldig, denken dat ze zich misdragen hebben, mensen gekwetst hebben en dat ze niet geliefd zijn. Het risico op zelfmoord is groot bij mensen met schizofrenie en de zelfmoordgedachten moeten steeds zeer ernstig genomen worden. Het is niet voldoende dat iemand één van bovenstaande kenmerken van psychose vertoont om te spreken over schizofrenie. Pas wanneer meerdere van deze kenmerken zich gedurende lange periode (meer dan 6 maanden) voordoen, kan er sprake zijn van schizofrenie. Schizofrenie is er niet van de ene op andere dag, meestal beginnen de eerste tekenen al op vroege leeftijd. Vaak ziet de omgeving van de patiënt niet meteen wat er aan de hand is omdat de patiënt er alles aan doet het zolang mogelijk voor zijn omgeving verborgen te houden. Behandeling voor psychose De behandeling van een psychotische stoornis is complex en langdurig. De kern van een succesvolle behandeling is het innemen van medicatie, antipsychotica genoemd. De medicatie beperkt het risico op herval. Medicatie wordt in regel in pilvorm toegediend, maar kan ook met behulp van een ‘depotpreparaat’ eenmaal per twee a vier weken door inspuiting worden gegeven.
11 juni 2015
13
Dit laatste gebeurt vooral bij patiënten met weinig ziekte-inzicht of gebrekkige therapietrouw. Het medicatie trouw zijn is voor veel patiënten een zeer groot probleem omdat deze medicatie heel wat nevenwerkingen heeft zoals o.a. een afgevlakt gevoel, gewichtstoename, libido verlies…. Bij een eerste episode wordt in de regel twee jaar, bij meer dan één episode vier à vijf jaar tot levenslang behandeld. Een medicamenteuze behandeling moet gecombineerd worden met psychotherapie en begeleiding op alle levensdomeinen. Om de gevolgen van de negatieve symptomen te beperken zijn psychosociale begeleiding en hulp bij wonen, werken of dagactiviteit, sociale relaties, financiën en vrijetijdsbesteding aangewezen. Begeleiding van mensen met psychose - schizofrenie Een vertrouwensrelatie is de basis voor goede zorgverlening. Vertrouwen is er niet automatisch, maar moet je verdienen, ook als hulpverlener. Geleidelijk aan kan dit groeien. Doe wat je zegt en kom na wat je belooft, dit zal de vertrouwensband vergroten. Afstand houden: respecteer het persoonlijk territorium van de cliënt, houd ook emotioneel afstand. Weet dat agressie voort komt uit angst en niet gericht is op de persoon van de hulpverlener. Aansluiten bij de mogelijkheden van dat moment, niet overvragen. Ga na wat haalbaar is. Structuur bieden: dagstructuur, weekstructuur is belangrijk. Probeer je afspraken zoveel mogelijk op hetzelfde moment te zetten bijvoorbeeld elke dinsdagnamiddag om 15 uur. Hou zoveel mogelijk rekening met het dag- nachtritme van de cliënt. Voor sommige mensen is het bijvoorbeeld echt niet mogelijk om 9u op de afspraak te zijn. Dit heeft dikwijls te maken met medicatie die ’s morgens nog een verdwaasd gevoel geeft en het ochtendritueel dat veel tijd in beslag neemt. Probeer daar in de mate van het mogelijke rekening mee te houden. Ga nooit mee in de psychose, erken deze en zeg dat jij deze waarneming niet ervaart. Ontken de waan niet en ga niet in discussie, hierdoor gaan de wanen niet weg en de vertrouwensrelatie wordt bemoeilijkt. Maak hier gebruik van technieken als: “ ik kan me dat moeilijk voorstellen”… Ga niet interpreteren, dit vergroot de chaos en verwarring. Blijf eerlijk. Als je de cliënt niet begrijpt zeg het dan. Ga niet eindeloos doorvragen om hem precies te kunnen begrijpen. Dit verhoogt stress en verwarring neemt toe. Vertel je mening als je iets vreemd of niet reëel vindt, zo blijft de grens tussen hulpverlener en de cliënt duidelijk. Veel cliënten kunnen een gesprek van een uur niet aan, hou hier rekening mee. Geef eigen grenzen aan. Respecteer de grenzen van de cliënt, raak niet zomaar iemand aan, wees hier voorzichtig mee. Cliënten met achterdocht of angst kunnen dit als zeer bedreigend ervaren en er agressief op reageren.
11 juni 2015
14
Vooroordelen vormen een barrière tussen jou en de cliënt. Zet je vooroordelen aan de kant en bespreek ze met collega’s. Zoek regelmatig contact door een telefoontje of door langs te gaan, zeker als je cliënt niet komt opdagen. Geef positieve aandacht en laat merken dat je de cliënt accepteert. Dit vergroot de eigenwaarde van de cliënt. Ondersteun de cliënt bij activiteiten die hij moeilijk vindt. Vertrouwen helpt om angst te overwinnen. Kijk uit met grapjes. Cliënten kunnen dit anders interpreteren en het gevoel hebben dat ze uitgelachen worden, het kan hun achterdocht vergroten. Ook geheimzinnig doen of zomaar lachen kan dit als gevolg hebben. Wees alert op tekenen van hallucinaties, zoals in zichzelf lachen en praten of midden in een zin stoppen en ergens naar staren. Voorkom een competitie element in activiteiten, dit kan de achterdocht en stress vergroten. Als de cliënt boos op je is, ga dan niet in verdediging. Verdedigen heeft geen positief effect en komt vlug over als gelijk willen halen. Laat de patiënt uitspreken en geef jouw standpunt maar verdedig het niet. Laat iedereen zijn waarheid hebben. Stel doelen die op korte termijn te realiseren zijn. Hiermee voorkom je frustraties als gevolg van het niet kunnen halen van te hoog gegrepen doelen en geef je tegelijkertijd een positieve stimulans om verder te gaan.
b. Persoonlijkheidsstoornissen Een persoonlijkheid is een verzameling eigenschappen, denkpatronen en handelingen die een mens uniek maken. Er zijn 3 kenmerken die maken dat we onze persoonlijkheid stress en verandering het hoofd kunnen bieden: - de mogelijkheid van veranderingen en gebeurtenissen te genieten - in staat zijn iets te ondernemen of dingen te veranderen - de mate waarin men het bestaan van ‘de ander’ erkent en het belang dat men er aan hecht Een persoonlijkheidsstoornis is een aanhoudend denk- en gedragspatroon dat opvallend afwijkt van de sociale en morele verwachtingen in een bepaalde situatie. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis kunnen hun denk- en gedragspatronen niet aanpassen aan de omstandigheden. Hun gewoonten en handelingen zijn diep geworteld en zorgen vaak voor steeds terugkerende conflicten in de rationele en professionele sfeer. Vaak hebben deze mensen problemen met het opbouwen van een vertrouwensrelatie met hulpverleners, het innemen van medicatie, het
11 juni 2015
15
volgen van therapie… Het is vooral de omgeving van de persoon met persoonlijkheidsstoornissen die hiermee geconfronteerd zal worden. Eigenschappen die bij mensen met persoonlijkheidsstoornissen voorkomen zien we ook bij andere mensen. Bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn deze eigenschappen in extremere vorm aanwezig. Er zijn wel 10 verschillende persoonlijkheidsstoornissen in de DSM V die in 3 clusters worden onder verdeeld. Hier worden er slechts enkele besproken. - Antisociale persoonlijkheidsstoornis: kenmerkt zich door een patroon van gebrek aan respect voor en schending van de rechten van anderen. Dit gaat vaak samen met een gebrek aan empathie en geweten. Deze mensen hebben het moeilijk om impulsen en manipulatief gedrag binnen de perken te houden. De naam psychopathie of sociopathie wordt hier vaak verkeerdelijk gebruikt. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis worden vaak ten onrechte geassocieerd met criminaliteit. - Narcistische persoonlijkheidsstoornis: kenmerkt zich door een patroon van grandiositeit, behoefte aan bewondering en een gebrek een empathie. Dit gaat vaak gepaard met een gebrek aan gevoelens voor de omgeving. Mensen kunnen egocentrisch zijn en vooral met de eigen noden begaan. Ze schatten hun positie binnen de sociale omgeving meestal fout in. - Borderline persoonlijkheidsstoornis: kenmerkt zich door een patroon van instabiliteit in de interpersoonlijke relaties, van het zelfbeeld en van het affect, en duidelijke impulsiviteit. Mensen slagen er moeilijk in op duurzame wijze hun emoties te regelen. Ze kennen abrupte en dramatische stemmingsschommelingen, grote impulsiviteit gecombineerd met een slecht zelfbeeld en turbulente interpersoonlijke relaties. Deze mensen hebben frequent zelfdestructief en zelfbeschadigend gedrag. Ze kunnen moeilijk alleen zijn, zonder erg angstig te worden. Symptomen van een borderline persoonlijkheidsstoornis Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben als ‘grootste’ gemeenschappelijke deler dat ze erg INSTABIEL zijn, instabiel in emoties, gedragingen, relaties, zelfbeeld en stemmingen. Het is ook zo dat veel mensen zonder borderline stoornis zich in de volgende symptomen zullen herkennen, zij het in mindere mate. Stemmingswisselingen: de stemming kan soms omslaan zonder reden, de omgeving heeft geen idee van de oorzaak. De periodes van intens geluk die zich van tijd tot tijd voordoen, zijn niet meer dan verstrooide eilandjes in een zee van verdriet, verbittering, agitatie, woede en rancune. Dit resulteert in impulsiviteit. Impulsiviteit: mensen nemen vaak beslissingen in een impuls, zonder over de gevolgen na te denken. Hierdoor zijn er vaak wisselende carrière doelen, vrienden, waarden….. ze saboteren de kans op succes wanneer ze op het punt staan een belangrijk doel te bereiken. Ook op andere vlakken zijn ze impulsief bijvoorbeeld roekeloos rijden, middelenmisbruik, vreetpartijen….
11 juni 2015
16
Identiteitsproblemen: velen hebben weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Ze weten niet welke weg ze op willen met hun leven, weten niet goed wat of wie ze zijn. Ze ervaren verwarring rond hun seksuele geaardheid, rond wie of wat ze zijn en waar ze in geloven bijvoorbeeld zijn ze hetero, homo of bi ? Veel mensen begeven zich in het alternatieve milieu en gaan kaartleggen, pendelen… Wit-zwart denken: voor deze mensen is iemand ofwel geweldig ofwel helemaal waardeloos. Het is het ene uiterste of het andere. Er zit weinig of geen grijs tussen het zwart en wit. Soms hebben ze het gevoel dat de nieuwe liefde volstrekt volmaakt is en de partner de geweldigste mens ooit is maar de volgende week kan het de grootste ellendeling zijn die er rondloopt. Angst voor verlating: mensen met een borderline stoornis hebben een grote behoefte aan intieme relaties maar zijn daar tegelijkertijd bang voor. Ze zijn extreem bang om in de steek gelaten te worden. Ze stellen mensen daarom voortdurend op de proef. Ze testen als het ware of en wanneer iemand hen in de steek laat. Neutrale uitspraken of acties interpreteren ze al snel als een persoonlijke afwijzing. Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis leggen vaak makkelijk contacten. Maar hun verwachtingen zijn zo hooggespannen dat niemand eraan kan beantwoorden. Alleen zijn vinden ze vaak erg moeilijk en kan hen in grote paniek brengen. Ze eisen daarom iemands aandacht en liefde volledig op. Hun relaties zijn vaak heftig maar kort. Opzettelijke zelfverwonding (automutilatie): is een aanpassingsmechanisme, het kan in de hersenen een stof in werking stellen (bèta-endorfinen) die leidt tot een algemeen gevoel van welzijn. Het kan verschillende oorzaken hebben en gebeurt niet altijd bewust, het kan ook in een soort roes gebeuren. Het gevaar is dat het kan uitgroeien tot een vaste gewoonte bij stress bijvoorbeeld zichzelf snijden, haar uittrekken… Het zichzelf verwonden kan dienen om innerlijke spanning te ontladen maar kan ook een manier zijn om gevoelens te uiten, dikwijls woede of verzet naar zichzelf i.p.v. kwaadheid richten naar anderen. Het verwonden kan ook een manier zijn om met intense psychische of emotionele pijn om te gaan, de lichamelijke pijn wordt dan als minder pijnlijk ervaren dan de psychische. Het willen ontsnappen aan gevoelens van vervreemding en afwezigheid of het willen invullen van een innerlijke leegte kan ook een reden zijn tot zelfverwonding. Dissociatieve verschijnselen: mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis kunnen momenten van vervreemding hebben, het gevoel er niet echt te zijn of een sterk beangstigend gevoel van innerlijke leegte. Soms weten ze even niet wat ze gedaan hebben of hoe ze ergens zijn gekomen. Psychotische verschijnselen: soms krijgen mensen met een borderline stoornis last van psychotische verschijnselen, zoals in de war of achterdochtig zijn en stemmen horen. Deze verschijnselen kunnen enkele uren tot dagen duren.
11 juni 2015
17
Behandeling van mensen met een persoonlijkheidsstoornis Medicatie heeft maar een beperkte plaats in de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. Medicatie kan symptomen verlichten. De klemtoon ligt vooral op gespecialiseerde psychologische en psychiatrische behandeling. Gesprekstherapie, psychotherapie is vaak langdurig en intensief. De resultaten van een psychotherapeutische behandeling bij persoonlijkheidsstoornissen zijn goed: ongeveer drie kwart van de patiënten heeft minder symptomen en functioneert beter op vlak van werk en relaties. Begeleiding van mensen met een persoonlijkheidsstoornis Sommige hulpverleners weten zich geen raad met deze cliënten. Er ontstaat irritatie en het gevoel dat het nooit goed is. Bovendien, hoe meer je probeert iets te veranderen aan de cliënt, hoe erger het wordt. Dikwijls ontaardt het in een machtsspel waarin hulpverleners reageren met moedeloosheid of boosheid. Het is niet makkelijk hier gepast op te reageren. Wat zou kunnen helpen, is proberen de vicieuze cirkel te doorbreken, door te leren omgaan met die vervelende gedragingen en niet proberen ze te veranderen. Manipulatie is voor veel mensen met een persoonlijkheidsstoornis niet vreemd. Soms spelen ze verschillende mensen tegen elkaar uit door hen in te delen in “ aardige en niet aardige”. Zorg voor een goede en open teamsfeer waar dit kan besproken worden. Kijk verder dan het uiterlijk gedrag bijvoorbeeld bij het gooien met een stoel bij boosheid, ga niet mee door zelf te beginnen roepen, gooien… stel wel een grens en probeer te achterhalen waar de boosheid, machteloosheid van komt en hoe dit een volgende keer anders aan te pakken. Maak heldere afspraken over grenzen, het kan helpen ze neer te schrijven dan kan er steeds naar verwezen worden. Probeer negatief gedrag ook los te zien van de persoon. Laat je waardering blijken voor dingen die goed gaan. Geef je cliënt de kans na hevige emoties rust terug te vinden zonder zelf mee te gaan in de emoties. Houd je aan gemaakte afspraken en grenzen. Vind een evenwicht tussen professioneel grenzen trekken en kameraadschappelijk met elkaar omgaan. Maak geen beloftes die je niet kan waarmaken. Dat maakt je als persoon betrouwbaar. Geef geen adviezen, tips goede raad…. Begrip, sympathie en steun zijn het belangrijkst. Bewaak je grenzen. Het is zeer verleidelijk om over grenzen te gaan bijvoorbeeld door een privé telefoonnummer te geven; doe dit niet. Korte contacten werken soms beter dan langdurige gesprekken of samen iets doen vb. wandelen, afwassen…
11 juni 2015
18
c. Stemmingsstoornissen: depressie en bipolaire stoornis Een stemmingsstoornis is een verzamelnaam van psychische aandoeningen waarbij de stemming of gemoedstoestand ernstig is verstoord. Iemand met een depressie heeft last van een ernstige neerslachtigheid. Wanneer iemand ook abnormaal opgewekt en ontremd is, spreken we van een manie. Depressie of manie moet niet verward worden met ‘gewone’ neerslachtigheid of uitgelatenheid die iedereen wel eens heeft. Bij een stemmingsstoornis is de gemoedstoestand veel ernstiger en tast ze het dagelijks functioneren aan. Ze verdwijnt ook niet spontaan na enkele dagen maar duurt minstens enkele weken. Symptomen van een bipolaire stoornis Mensen met een bipolaire stoornis of manisch depressieve stoornis kampen met wisselende stemmingen. De persoon kan het ene moment erg uitgelaten en ontremd zijn (manisch), het andere moment erg neerslachtig (depressief). Iemand met een bipolaire stoornis heeft uiteraard ook periodes waarin de stemming normaal is. De bipolaire stoornis is een ernstige en vaak terugkerende of chronische aandoening. Het is belangrijk dat de ziekte goed behandeld wordt om herval te voorkomen. Deze vorm van depressie is meestal erfelijk bepaald . Begeleiden van mensen met een bipolaire stoornis Probeer structuur aan te bieden, de stressgevoeligheid is groot. Opletten met drugs en alcohol, dit zijn uitlokkende factoren. Je cliënt stimuleren om de voorgeschreven medicatie te blijven gebruiken. Je cliënt eraan herinneren dat je beschikbaar bent om te luisteren, om mee te praten en te helpen als hij/zij dat vraagt. Uitspraken over zelfmoord steeds serieus nemen. Emotionele steun bieden (begrip, geduld, aanmoediging) Accuraat handelen als een patiënt in een ernstige manie of met sterke zelfmoordgedachten kampt door contact op te nemen met behandelend geneesheer en het netwerk. Symptomen van depressie Een depressie treft meer vrouwen dan mannen en treft vooral jonge volwassenen. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal depressie in het jaar 2020 de ziekte zijn die het meest voorkomt in de geïndustrialiseerde landen.
11 juni 2015
19
Mensen met depressie doen vaak volgende uitspraken: “Ik heb geen fut, heb geen energie, ik raak niet uit mijn bed, ik voel me schuldig, ik ben moe, ik ben het moe, ik heb geen zin in seks, ik wil niemand zien, ik kan niet slapen en ben doodmoe, ik kan geen boek meer lezen of een film volgen, alles kost me verschrikkelijk veel moeite…..” Dit zijn allemaal uitingen van de typische symptomen van depressie. Deze symptomen tasten de hele persoon aan: het gedrag, de gevoelens, het lichamelijke en de gedachten. Iedereen is anders en iedereen heeft dan ook een andere unieke combinatie van symptomen. Veranderingen in gedrag: tot niets meer komen, trager reageren, zich onrustig gevoel, doelloos rondlopen, sociaal geïsoleerd raken, meer afzonderen, trager spreken, meer geremd zijn. Veranderingen in gevoel: zich somber, zwaarmoedig, verdrietig voelen, het gevoel hebben van niets meer te voelen, het leven niet meer de moeite waard vinden om geleefd te worden, zich schuldig of waardeloos voelen, geen interesse of plezier in dingen voelen, niet meer genieten van activiteiten die ze vroeger fantastisch vonden, onverschillig worden, de wereld laat hun koud, prikkelbaar zijn, niets spreekt nog aan, niet meer kunnen wenen, zich angstig voelen, angst om te mislukken, angst voor ziekte, angst voor de wereld. Veranderingen in het lichaam: moeilijk slapen of vroeg wakker worden, anders slapen dan vroeger, minder of meer eten, voortdurend zin hebben in zoet, zich uitgeput voelen, geen of minder zin hebben in seks. Veranderingen van gedachten: zich moeilijk kunnen concentreren, problemen ervaren met het geheugen, piekeren, moeilijk tot beslissingen kunnen komen, sombere gedachten hebben die kunnen uitmonden in gedachten aan dood of zelfdoding, alles negatief zien, zich hopeloos voelen en de toekomst somber inzien. Oorzaken van een depressie: Wetenschappelijk wordt verwezen naar het bio-psycho- sociaal model. Meestal ontstaat een depressie door een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Daardoor reageert iedereen anders. De éne persoon krijgt herhaaldelijke zware depressies zonder ogenschijnlijke oorzaak van buitenaf. Terwijl de ander in het leven rake klappen krijgt en wel rouwt, maar nooit depressief wordt. Risicovolle momenten: - overgangsmomenten: een geboorte, verhuizing, huwelijk - momenten van verlies, van loslaten: een scheiding, een overlijden, faillissement - stresserende momenten: ernstig ongeval, ziekte, promotie...
11 juni 2015
20
- problemen met de kinderen, op het werk, gezondheid… Diagnose van een depressie: Iedereen kan zich eens wat slechter voelen, zeker als er een aanwijsbare reden voor is, maar als de gevoelens van depressiviteit langer dan 2 weken aanhouden en de klachten steeds erger worden, is het tijd om naar een dokter te stappen, net zoals je zou doen bij aanhoudende koorts. Een goede diagnose gebeurt tijdens een gesprek met de patiënt, de partner eventueel kinderen of goede vriend. Daarnaast is een doorgedreven lichamelijk onderzoek, diagnostische test en een psychosociale evaluatie nodig. Vormen van depressie: Het is belangrijk om een depressie duidelijk te onderscheiden van een stemmingswisseling. Periodes die iedereen wel eens heeft, ook ‘mood swings’ genoemd, hebben dikwijls ook te maken met een verandering in de hormoonwerking. Een stemmingswisseling kan ook een duidelijke externe oorzaak hebben bijvoorbeeld je hond wordt doodgereden, je verliest je job… gebeurtenissen die een invloed hebben op ons. Bij een depressie spreken we niet meer van een normale verandering van het gemoed. De grens tussen normaal en abnormaal is echter onduidelijk. Niet alle depressies zijn hetzelfde. Ze kunnen variëren van mild tot zwaar. Hoeveel last iemand van een depressie heeft, hangt af van de mate waarin de verschijnselen op de voorgrond treden en het dagelijks functioneren verstoren. Er zijn meerdere soorten depressies te onderscheiden: -
'Gewone' depressie: er is sprake van een lange periode waarin de stemming voortdurend somber en neerslachtig is. Een aantal symptomen staan op de voorgrond: gebrek aan levensdrang, doorslaapproblemen, gewichtsverlies en schommelingen in het humeur tijdens het verloop van de dag. Vaak ligt de oorsprong op biologisch gebied. Een depressie kan ook te maken hebben met de psychologische ontwikkeling sedert de kindertijd, de persoonlijkheid en de omgeving spelen een grote rol.
-
Winterdepressie: het is een milde vorm van depressie, alsof mensen hun winterslaap willen beginnen. De persoon eet veel zoetigheid, er is gewichtstoename, moeheid. De persoon is heel gevoelig voor kritiek en afwijzing. Het komt meer voor bij vrouwen dan mannen. Waarschijnlijk spelen de hormonen een rol. Een lichte variant is de winterbleus.
-
Postnatale depressie: bij een aantal vrouwen ontwikkelt zich enkele weken tot maanden na de bevalling een depressie. Deze kan evolueren tot een postnatale psychose. Erfelijkheid kan een rol spelen, de hormoonbalans, de fysieke en psychische uitputting kan ook een oorzaak zijn.
-
Burn-out: het gevoel opgebrand te zijn overheerst, het leven lijkt leeg (meestal op werkgebied), men ziet geen uitdagingen meer en heeft geen zicht op verandering.
11 juni 2015
21
Behandeling van depressie Screening op depressie is van groot belang bij vage klachten (slaapproblemen, moeheid, vermagering, pijn), na ingrijpende levensgebeurtenissen of bij een ernstige lichamelijke ziekte. Het effect van medicatie voor depressie komt traag op gang zodat het 2 tot 3 weken duurt voor de patiënt enige verandering voelt. Antidepressiva hebben soms bijwerkingen, vooral in het begin van de behandeling. Meestal verdwijnen die na enige tijd. Antidepressiva zijn niet verslavend en veranderen de persoonlijkheid niet. Als de patiënt zich beter voelt kan hij best niet plots stoppen met de medicatie. Dit moet steeds in overleg met de behandelend geneesheer gebeuren. Veel patiënten blijven lange tijd, soms zelfs hun hele leven de medicatie nemen omdat medicatie na een depressie ook preventief kan werken om niet opnieuw depressief te worden. Bij een therapeut kan de patiënt proberen te achterhalen waarom hij/zij depressief geworden is, waar het ontstaan is en/of mee te maken heeft. Ook wordt hier veel tijd besteed aan psychoeducatie. Patiënten leren in de psychotherapie ook om te gaan met pijn, verlies en op een constructieve manier om te gaan met het leven en zijn tegenslagen. Begeleiden van mensen met een depressie Vooral niet proberen de depressie weg te praten of een depressief iemand op te beuren. Toon begrip, besef dat niet kunnen, niet gelijk is aan niet willen. Geef geen adviezen of tips. Deze hebben een tegenovergesteld effect, cliënt ervaart dit als betuttelend en niet begripvol. Sympathie en een luisterend oor zijn het belangrijkst. Hou regelmatig contact, ga op bezoek als dit kan binnen je takenpakket. Het helpt ook al zal de persoon niet dadelijk positief reageren. Ga samen iets eenvoudig doen, niet voorstellen of vragen maar doen. Wees eerlijk als je niet weet wat zeggen of doen zeg het gewoon. Familie voelt zich vaak schuldig , voelt zich vaak ook erg verantwoordelijk. Vaak begrijpen kinderen, partner niet wat er aan de hand is. Laat personen geen impulsieve beslissingen nemen tijdens de depressieve periode zoals bijvoorbeeld echtscheiden. Probeer dit uit te stellen tot na de depressie zodat ze er doordacht over beslissen.
11 juni 2015
22
Nawoord Deze syllabus kwam tot stand met steun van de provincie Antwerpen in kader van het project: ‘Preventie van thuisloosheid van mensen met psychiatrische problemen in regio Mechelen-Lier.’ Door de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg komen steeds meer mensen met psychiatrische problemen in de samenleving terecht. Omwille van de vaak beperkte financiële draagkracht komen deze mensen dikwijls terecht in sociale huisvestingmaatschappijen. Deze woningmaatschappijen worden geconfronteerd met mensen met een psychiatrische aandoening en hebben hiervoor niet de opleiding of voldoende kennis om hier adequaat mee om te gaan. Dit kan leiden tot problematische situaties en in het slechtste geval tot uithuiszettingen. De doelstelling van het project omvatte: - Voorkomen van thuisloosheid van mensen met psychiatrische problematiek - Betere doorstroming vanuit GGZ naar maatschappij op vlak van wonen - Netwerking en betere communicatie tussen verschillende partners - Kennis en vaardigheden verhogen in omgaan met mensen met psychiatrische problemen bij de betrokken partners in de maatschappij Concreet betekende dit het aanbieden van vorming, coaching en supervisie aan sociale huisvestingmaatschappijen en hun samenwerkingspartners (SVK, OCMW, CAW, WGC,…).
11 juni 2015
23
Bronnen Psychiatrie. Van diagnose tot behandeling. W. Vandereycken, R. van Deth Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum ISBN 90 3132261 Handboek psychopathologie. Deel 1 Basisbegrippen. Prof. Dr. W. vandereycken, Prof. Dr. C.A.L. Hoogduin, Prof. Dr. P.M.G. Emmelkamp Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum ISBN 90 313 16687 Eerste hulp bij Cliënten met psychiatrische problemen. Jef De Bie Hans van den Ameele Uitgeverij: Van Den Broele Brugge ISBN 978 90 4996 4752 Een thuis voor meer dan een dag. Danny Lescrouwaert Bob Cools Uitgeverij: Lannoo Campus ISBN 978 9401421553 NUR 752 Psychiatrie wat je moet weten. Raf De Rycke, Bernard Sabbe Uitgeverij: Lannoo Campus ISBN 978 9401421454 NUR 895 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (DSM-5). American Psychiatric Association's (APA) United States ISBN 978-0-89042-554-1 Borderline. Als het evenwicht zoek is. Manisch-depressieve stoornis. Als stemmingen uit de hand lopen. Depressie. Meer dan zomaar een dip. Brochures uitgegeven door NFGV (Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid). Deze brochures maken deel uit van een reeks brochures over psychische aandoeningen. De voor Vlaanderen aangepaste versie wordt verspreid door de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheidszorg (VVGG). Voor informatie 09-221 44 34
11 juni 2015