Bijlage 2
Ombuigingsvoorstellen WMO 2010-2014 Maatregelen en de kostenbesparing nader uitgewerkt
Inhoudsopgave Inleiding…………………………………………………………………………………
3
Hoofdstuk 1 Maatregelen………………………………………………………… 1.1 Inkomensgrenzen…………………………………………………….. 1.2 Eigen bijdragen………………………………………………………… 1.3 Voorgestelde maatregelen per voorziening………………….. 1.3.1 Vervoersvoorzieningen…………………………………………… 1.3.2 Rolstoelen……………………………………………………………. 1.3.3 Woonvoorzieningen………………………………………………. 1.3.4 Hulp bij het Huishouden………………………………………… 1.3.5 Overige maatregelen..……………………………………………
3 4 5 5 7 10 11 12 12
Hoofdstuk 2 Wat mag het kosten en wat levert het uiteindelijk op?.. 2.1 Waar liggen mogelijkheden om de toenemende kosten verder terug te dringen en beter te beheersen?....... .............. 2.2 Concept begroting 2011 en 2012…………………………………. 2.3 Rijksmiddelen……………………………………………………………. 2.4 Tot slot …………………………………………………………………….
13 14 15 16 16
2
Inleiding: In deze bijlage zal ingegaan worden op de reeds genomen maatregelen en de nog te nemen maatregelen om de gewenste bezuiniging van € 500.000 te bereiken. In het laatste hoofdstuk zal ingegaan geworden op het financiële plaatje.
Hoofdstuk 1 Maatregelen In dit hoofdstuk zullen de verschillende maatregelen opgesomd worden. De maatregelen die al zijn genomen het afgelopen jaar zullen ook kort genoemd worden. Verder zal er een korte toelichting gegeven worden op de systematiek van inkomensgrenzen en eigen bijdragen. In laatste paragraaf zijn de voorgestelde maatregelen per voorziening met de verwachte bezuiniging opgenomen. Recente maatregelen Het afgelopen jaar is er al een aantal kostenbesparende maatregelen getroffen wat betreft de individuele voorzieningen. Deze maatregelen zijn: 1. Op 23 juli 2009 heeft de Raad maatregelen genomen om de uitgaven voor woonvoorzieningen beheersbaar te houden. • het verhuisprimaat is naar beneden bijgesteld (men komt niet meer automatisch in aanmerking voor een traplift); • er is een inkomensgrens ingevoerd waardoor inkomens boven 1,5x het bijstandsniveau voor kleine woningaanpassingen tot € 400 niet meer financieel worden gecompenseerd; • er is een eigen bijdrage ingevoerd voor eigen woningbezitters. 2. Voor wat betreft de Regiotaxi zijn onderstaande maatregelen al getroffen: • de 65+ regeling is komen te vervallen (65-plussers zonder Wmo-indicatie betalen nu het vrije reizigerstarief) • er is besloten tot een nieuwe aanbesteding per 01-01-2011. • de 6%BTW regeling is komen te vervallen (gerechtelijke uitspraak december 2009). Dit betekent een jaarlijkse besparing van € 60.000. De maatregelen/ontwikkelingen met betrekking tot de Regiotaxi zijn pas recentelijk doorgevoerd. Het effect van de nieuwe aanbesteding zal pas vanaf 2011 zichtbaar zijn (deze aanbesteding zal dan ook als nieuwe maatregel in de notitie meegenomen worden). Maatregelen op korte termijn Om de maatregelen voor individuele Wmo-voorzieningen beheersbaar te houden stelt het college een aantal beperkende maatregelen voor die op korte termijn, dat wil zeggen in 2011, kunnen worden ingevoerd. Het betreft onder andere de volgende maatregelen: • het instellen van inkomensgrenzen voor de Regiotaxi, aanpassingskosten auto en woonvoorzieningen (verhuiskosten); • het invoeren van een eigen bijdrage voor scootmobielen, aangepaste fiets en woonvoorzieningen (voor huurders); • het aanscherpen van verstrekkingen voor individuele voorzieningen (op maat indicatie); • het instellen van plafonds voor woningaanpassingen en auto-aanpassingen; • het aanpassen van de regeling voor drempelbedragen voor woonvoorzieningen (voor inkomens boven 150% van het bijstandsniveau); • het beëindigen van de subsidies voor maaltijdvoorzieningen.
Overige maatregelen • het stimuleren van het openbaar vervoer (om het gebruik van de Regiotaxi tegen te gaan); • het stimuleren van het PGB-gebruik bij het hulp bij het huishouden; • het opzetten van scootmobiel- en rolstoelpoolplaatsen; • het doorzetten van de Kanteling (verschuiving van individuele voorziening naar ondersteuning met oplossingen die passen bij iemands individuele situatie).
3
1.1 Inkomensgrenzen Een belangrijk instrument om het gebruik van individuele Wmo-voorzieningen te beperken is het stellen van inkomensgrenzen. De gemeenteraad is bevoegd om ten aanzien van een aantal voorzieningen inkomensgrenzen in te stellen. Deze bevoegdheid vloeit voort uit artikel 5 Wmo. Het is wettelijk niet toegestaan om inkomensgrenzen toe te passen bij rolstoelen. Hoogte inkomensgrenzen Voorgesteld wordt om een inkomensgrens vast te stellen voor de Regiotaxi, aanpassingskosten auto en woonvoorzieningen (verhuiskosten). De financiële gevolgen van een tweetal scenario’s zijn onderzocht, namelijk een inkomensgrens van 150% en 175% van het van toepassing zijnde bijstandsniveau. Over welke inkomens gaat het? Minimum norminkomen: netto per maand 100-150-175% per 1.1.2010 100% 150% 175% 21 tot 65 jaar Alleenstaande € 863,86 € 1.295,79 € 1.511,76 Alleenstaande ouder € 1.110,68 € 1.666,02 € 1.943.69 Gehuwd/samenwonend € 1.234,09 € 1.851,14 € 2.159,66 65-plus Alleenstaande Alleenstaande ouder Gehuwd/samenwonend Toelichting: Het gaat hier
€ 949,21 € 1.423,82 € 1.661,12 € 1.192,70 € 1.789,05 € 2.087,23 € 1.305,60 € 1.957,50 € 2.284,80 om netto-inkomens, zonder vakantietoeslag
Voor welke voorzieningen geldt reeds een inkomensgrens? In de Verordening voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Waalwijk 2010 wordt voor verschillende voorzieningen al een inkomensgrens gehanteerd van 1,5 maal de bijstandsnorm. Dit zijn: • woonvoorzieningen; inkomens boven 1,5 maal het bijstandsniveau worden voor kleine woningaanpassingen tot € 400 , binnen een kalenderjaar, niet meer financieel gecompenseerd. • Vervoersvoorzieningen: bruikleenvergoeding en vergoeding gebruik eigen auto. Voor welke voorzieningen wordt een inkomensgrens voorgesteld? Voor de volgende voorzieningen wordt voorgesteld om een inkomensgrens vast te stellen: • Regiotaxi • Aanpassingskosten auto • Woonvoorzieningen: verhuiskosten Hoe groot is de verwachte doelgroep? Er zijn geen inkomensgegevens bekend van de huidige gebruikers van bovengenoemde voorzieningen. Op basis van ervaringscijfers in andere gemeenten heeft naar schatting 25% van de Wmo-clienten een inkomen boven 150% van het bijstandsniveau en 10-15% een inkomen boven 175% van dit norminkomen. Wat is de verwachte besparing bij een inkomensgrens van 150% versus 175%? Verwachte besparing op jaarbasis vanaf 2012 (na overgangsperiode) 150% vs 175% 150% Regiotaxi € 120.000 Aanpassingskosten auto € 10.000 Woonvoorzieningen (verhuiskosten) € 8.500 € 138.500 Totaal
175% € 50.000 € 4.000 € 3.400 € 57.400
Welke keuze een inkomensgrens van 150% of 175%? Hieronder staat een aantal argumenten om te kiezen voor een inkomensgrens van 150% of 175%. 1. De 150% grens wordt in de gemeente Waalwijk al voor meerdere voorzieningen gehanteerd. Een zelfde inkomensgrens voor andere voorzieningen betekent duidelijkheid voor de klant. 2. Een aantal omliggende gemeenten (o.a. Heusden en Loon op Zand) hanteert al een inkomensgrens van 150% bij de Regiotaxi. Zij hebben hier goede ervaringen mee. Hierbij aansluiten ligt het meest voor de hand en voorkomt verschillen tussen gemeenten.
4
3. Iemand die meerdere voorzieningen nodig heeft, moet meer betalen. Een lagere inkomensgrens heeft een grotere weerslag op iemands financiële draagvlak. 4. Een lagere inkomensgrens levert voor de gemeente een hogere besparing op. Op jaarbasis is dit bij: - 150% € 138.500 - 175% € 57.400 Voorstel: Naar aanleiding van het bovenstaande wordt voorgesteld om een inkomensgrens van 150% door te voeren. 1.2 Eigen bijdrage Ook met de eigen bijdrage kan invloed uitgeoefend worden op enerzijds de inkomsten en anderzijds de vraag naar voorzieningen, en daarmee de uitgaven. De eigen bijdrage mag voor alle individuele voorzieningen worden toegepast, met uitzondering van een rolstoel. Voor de eigen bijdrage geldt: hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage. Wel heeft het Rijk regels gesteld aan de maximale eigen bijdrage die van een Wmo- en AWBZ-clienten gevraagd mag worden. Het maximumbedrag is weer afhankelijk van iemands persoonlijke situatie en zijn/haar inkomen. Op de eigen bijdrage wordt sinds 1 januari 2009 een wettelijke korting toegepast van 33%. Deze korting houdt verband met de inwerkingtreding van de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten. Voorbeeld berekening eigen bijdrage: Een echtpaar, beide ouder dan 65 jaar, ontvangt huishoudelijke hulp. Zij hebben een inkomen uit Aow en een aanvullend pensioen van in totaal € 24.500 per jaar. De eigen bijdrage bedraagt het wettelijke vaste bedrag van € 24,60 per 4 weken, plus 15% van het verschil tussen het inkomen en de wettelijke inkomensgrens (€ 24.500 - € 20.431 = € 4.069 x 15%=) € 610,35 per jaar. Dit is € 46,95 per 4 weken. De totale eigen bijdrage per 4 weken bedraagt hiermee € 24,60 (vast) en € 46,95 (inkomensafhankelijk) = € 71,55 – 33% = € 47,94.
De gemeente Waalwijk heeft de eigen bijdrage reeds ingevoerd bij het Hulp bij het Huishouden en woonvoorzieningen (woningeigenaren). Voor de Regiotaxi wordt een bijdrage gevraagd per OVzone (deze bijdrage telt niet mee voor het maximumbedrag). Voor de scootmobiel wordt tot op heden geen eigen bijdrage gevraagd. Voor hulpmiddelen en woonvoorzieningen die in eigendom worden verstrekt is de eigen bijdrage periodiek wettelijk gemaximaliseerd op 39 perioden van 4 weken. De wetgever heeft hiermee bedoeld om de persoon die een voorziening in eigendom krijgt niet langer dan 3 jaar te belasten met een eigen bijdrage. Voor voorzieningen in bruikleen geldt de eigen bijdrage over de volledige gebruiksperiode. Het stellen van inkomensgrenzen en eigen bijdragen zijn maatregelen die uitgaan van de financiële draagkracht van de burger. Wanneer we uitgaan dat de maatregelen ingaan per 1 januari 2011, gelden ze op dat moment alleen voor nieuwe cliënten. Voor bestaande cliënten zal er een overgangsrecht/gewenningsperiode moeten komen. In 2011 moeten deze cliënten geïnformeerd worden en zullen de inkomensgegevens verzameld moeten worden. Dit moet gebeuren voor 30 september 2011. De maatregel kan dan doorgevoerd worden per 1 januari 2012. De besparing zal in 2011 nog beperkt zijn. 1.3 Voorgestelde maatregelen per voorziening In deze paragraaf zal ook een aantal andere mogelijke maatregelen aan bod komen. Niet alle voorgestelde maatregelen zijn op korte termijn, d.w.z. binnen één jaar, te realiseren. Deze zullen later worden ingevoerd, of worden voorafgegaan door nader onderzoek of middels een pilot (bijv. scootmobielpool). Ook wordt gaandeweg op steeds meer fronten ‘de kanteling’ doorgevoerd. Of – en zo ja in hoeverre- deze het gebruik van individuele voorzieningen zal beperken is nu nog niet te voorspellen. De kanteling omvat een maatschappelijke verandering welke een langdurig proces van jaren betreft. De Wmo-verordening zal op de kanteling worden bijgesteld. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de modelverordening van de VNG die in het najaar zal worden uitgebracht. Prijsbeleid en volumebeleid In deze paragraaf worden met name de maatregelen voorgesteld die met prijsbeleid hebben te maken. Deze maatregelen zijn op korte termijn in te voeren en zijn ook direct zichtbaar. Indirect zal dit prijsbeleid invloed hebben op het aantal aanvragen, bijvoorbeeld omdat mensen een eigen bijdrage moeten betalen en dan afzien van een voorziening.
5
Een bezuiniging die wat meer tijd gaat kosten heeft te maken met het volumebeleid. Hiermee wordt bedoeld het treffen van alternatieve (collectieve) voorzieningen. Door het stimuleren van gebruik van collectieve voorziening zal het gebruik van individuele voorzieningen naar verwachting aanzienlijk dalen. Dit beleid is niet direct zichtbaar en zal in eerste instantie ook eerst meer geld kosten dan het oplevert. Daarnaast zal het ontwikkelen van dit beleid ook tijd kosten. Maatregelen in het kader van het volumebeleid zijn bijvoorbeeld: * het anders indiceren, niet claimgericht maar het organiseren van voorzieningen rondom de cliënt zoals bedoeld in het speerpunt kantelen in denken en doen. De verwachte besparing zal zeker 10% van de uitgaven zijn. De “nieuwe” Wmo verordening die vanuit het VNG is ontwikkeld, vormt een goede basis voor dit volumebeleid. * ontwikkelen van woonzorgwelzijnsarrangementen. Voorliggende voorzieningen creëren voordat men in aanmerking kan komen voor een individuele voorziening. Indicatiestelling Inwoners kunnen in aanmerking komen voor een individuele voorziening nadat men een verzoek heeft ingediend en na de indicatieprocedure. Het indiceren wordt door de Wmo consulenten van de gemeente zelf gedaan. Bij twijfel volgt een advies van een extern medisch adviseur. 1. Vernieuwde wijze van indicatiestelling Standaard voorzieningen zijn niet altijd de juiste oplossing voor problemen. Het is soms beter om met een goed gesprek werkelijk helder te krijgen wat de problemen zijn waardoor men niet kan meedoen in de samenleving. Soms blijkt, na doorvragen, dat het niet gaat om een aanvraag van een individuele voorziening maar om eenzaamheid en weinig contact met de buurt. Hulp van buren en de directe omgeving kan dan een betere oplossing zijn dan enkel het innemen van de aanvraag en het verstrekken van een individuele voorziening. Het antwoord zit hem dan ook niet in een standaardoplossing maar in het goed luisteren naar de vraag en op creatieve wijze samen met de vrager en zijn of haar directe omgeving zoeken naar mogelijke oplossingen. Een voorwaarde is wel dat er alternatieve voorzieningen kunnen worden aangeboden. De VNG heeft bovenstaand ‘gesprek’ en de wijze waarop deze een plaats moet krijgen binnen de organisatie duidelijk opgenomen in nieuwe model Wmo-verordening. De verwachting is dat deze nieuwe wijze van indiceren, de zgn Kanteling, zorgt dat er minder gebruik zal worden gemaakt worden van de individuele Wmo-voorzieningen en de verwachting is dat dit leidt tot een bezuiniging van minstens 10% op de verstrekking van individuele Wmovoorzieiningen. De indicatie zal komen te liggen bij het zorgloket maar dit betekent wel hogere uitvoeringskosten voor consulenten. 2. Stimuleren oplossingen binnen het eigen netwerk: Wmo-arrangementen De Wmo consulent of medewerker van het startpunt Wmo zal samen met de vraagsteller en eventueel aanwezige mantelzorger(s) inventariseren waar de betrokkene problemen ondervindt en wat zij/hij zelf kan. Geheel volgens de uitgangspunten van de Wmo wordt op de volgende manier met de vraagsteller meegedacht om te komen tot (een)oplossingen - Inzet eigen kracht en mobiliseren/inzet eigen netwerk Conform de opzet van de Wmo zal eerst worden gekeken naar de eigen mogelijkheden en de eigen kracht van de burger. Wat kan hij zelf of wat kan hij zelf regelen? Heeft hij een netwerk, kan dat worden ingezet of worden versterkt voor het oplossen van de problemen? Hierbij moet men ook denken aan mantelzorg of inzet van vrijwilligers. - Wettelijk voorliggende voorzieningen Vervolgens wordt nagegaan welke wettelijke voorliggende voorzieningen zijn voor de klant mogelijk. Hierbij moet men denken aan kinderopvang, zorg uit de AWBZ, huur en zorgtoeslag etc. - Algemeen gebruikelijke voorzieningen Hierbij gaat het om voorzieningen die niet speciaal bedoeld zijn voor mensen met een handicap, die gewoon in een winkel te koop zijn en die qua prijs niet (aanzienlijk) duurder zijn dan vergelijkbare producten. - Collectieve of algemene voorzieningen Voorzieningen waarvan iedereen, of een bepaalde groep burgers, gebruik van kan maken, soms met een lichte toets. Bijvoorbeeld de kortdurende Hulp bij het Huishouden, de was- en strijkservice en/of maaltijdvoorziening.
6
-Individuele voorzieningen Per definitie een maatwerkoplossing, als een algemene of collectieve voorziening niet passend is. Als alle mogelijke oplossingen langsgelopen zijn, kan worden vastgesteld welke combinatie de oplossing biedt aan de burger met problemen: het Wmo-arrangement.
1.3.1 Vervoersvoorzieningen Deze voorziening bestaat uit de Regiotaxi, scootmobielen en overige vervoersvoorzieningen. REGIOTAXI In de gemeente Waalwijk kan eenieder gebruik maken van de Regiotaxi tegen een daarvoor vastgesteld tarief. Wanneer men vanwege aantoonbare beperkingen geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, dan komt men in aanmerking voor een Wmo Regiotaxipas. In dat geval reist men tegen een gereduceerd tarief. Het aantal Regiotaxi-pashouders bedraagt ca. 1500. Het aantal regiotaxiritten ligt op een constant niveau van ca. 68.000 ritten op jaarbasis. De uitgaven voor de Regiotaxi zijn vooral toegenomen a.g.v. een aflopende provinciale subsidie (2008: € 256.000,- , 2009: € 128.000,-, 2010: € 0,-). Thans loopt een aanbesteding met als doel een nieuw én goedkoper vervoerscontract per 1 januari 2011.
Vervoersvoorziening Regiotaxi (uitgaven)
2007 769.000,-
2008 751.000,-
2009 940.000,-
Voorgestelde maatregelen
2010 1.020.000,-
Besparing 2011
1. Stimuleren gebruik OV In samenwerking met provincie wordt gestreefd de kwaliteit van het reguliere OV te verbeteren en het OV toegankelijk te maken, waardoor de verleiding en mogelijkheden voor Wmo-geïndiceerden om met het regulier OV te gaan groter wordt. Dit moet leiden tot minder gemeentelijke kosten (tot 5%) voor de Regiotaxi, vanaf 2012. Thans wordt gewerkt aan het toegankelijk(er) maken van bushaltes. Voorgesteld wordt om in 2011 een OV-campagne op te zetten met als doel het OV te promoten. Dit in combinatie met de aanscherping van de indicatiestelling.
2. Nieuwe aanbesteding 2011 – 2014 (= genomen maatregel) Onlangs is besloten tot het starten van een aanbesteding met als doel een nieuw vervoerscontract per 1 januari 2011. Er is daarbij een analyse verricht naar de kostenopdrijvende eisen van het huidige contract. Door uit te gaan van een langer contract en door het accent te leggen op ‘versobering’ wordt een aanbestedingsvoordeel van ± 10 - 15% mogelijk geacht. Op basis van een jaarrekening van ruim € 1.000.000,- gaat het om een besparing van tenminste € 100.000,- .
3. Stellen van inkomensgrens (150%) Er wordt een inkomensgrens voorgesteld van 150% van het bijstandsniveau. Personen boven deze inkomensgrens kunnen van de Regiotaxi gebruik blijven maken tegen het vrije reizigerstarief. Iemand met een dergelijk inkomen wordt geacht de kosten van het lokaal/regionaal vervoer zelf te kunnen dragen.
2012 € 35.000,-
€ 100.000,-
€ 5.000,-
€ 100.000,-
€ 120.000,-
Naar schatting heeft 25% van de klanten een inkomen van meer dan 1.5 het bijstandsniveau. Op grond van de ervaringen/prognoses elders, kan een inkomensgrens van 1.5 een bezuiniging opleveren tot € 120.000,- vanaf 2012. In die gevallen waarbij het inkomen boven de te stellen grens uitkomt zal een overgangsregeling van 6 maanden worden gehanteerd, dit om klanten en vervoerder op de veranderingen voor te bereiden. Daarnaast zal een voorziening worden getroffen voor diegenen waarvan het inkomen hoger is dan de inkomensgrens, doch waarbij sprake is van een specifieke vervoersindicatie, zoals rolstoelgebonden of individueel vervoer. Deze personen kunnen tegen een Wmo-plus tarief toch gebruik blijven maken van de Regiotaxi.
Implementatieperiode en uitvoeringskosten
7
Wanneer we ervan uitgaan dat de maatregelen ingaan per 1 januari 2011, gelden ze op dat moment alleen voor nieuwe klanten. Voor de bestaande klanten zal er een overgangsrecht / gewenningsperiode moeten komen. De hoogte van het inkomen zal in 2011 van alle klanten worden vastgesteld. Dit gebeurt vóór 30 september 2011. De maatregel wordt voor bestaande klanten doorgevoerd per 1 januari 2012. Dit betekent dat er een gewenningsperiode is van minimaal 3 maanden en maximaal 1 jaar. Inschatting uitvoeringskosten 2011: 40.000,-. 4. Verstrekking van vervoerspasjes Regiotaxi aanscherpen Nadrukkelijker dan voorheen zal worden gekeken of er niet andere compenserende maatregelen aanwezig zijn (OV) en in hoeverre het eigen netwerk kan worden ingezet.
Pm
Totaalbesparing (minus uitvoeringskosten ad € 40.000,-)
€ 65.000,-
€ 255.000,-
SCOOTMOBIELEN Wanneer men moeite heeft met het lopen van korte afstanden (korter dan 100 meter) dan kan men bij de gemeente een scootmobiel aanvragen. Tot op heden vergoedt de gemeente de huurkosten voor de scootmobiel volledig. Het invoeren van een eigen bijdrage was (juridisch) niet mogelijk omdat de scootmobielen door de gemeente in bruikleen werden gegeven. De afgelopen jaren zijn de uitgaven voor scootmobielen sterk toegenomen, dit als gevolg van het toegenomen aantal aanvragen. In 2009 is het aantal scootmobielen in de gemeente Waalwijk met 158 toegenomen. Afhankelijk van het verstrekte model wordt een huurprijs berekend van €60 tot € 140,- per maand. Voor het overgrote deel van de scootmobielen wordt een huurprijs van ca. € 110,- per maand betaald.
Verstrekking Scootmobielen
Uitgaven 2007 € 470.865
Uitgaven 2008 482.861
Uitgaven 2009 581.162
Bij een ongewijzigd beleid zal het aantal scootmobielen fors blijven groeien, en daarmee ook de uitgaven voor scootmobielen. Voorgestelde maatregel Besparing 2011 2012 1. Onderzoeken in hoeverre een scootmobiel als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd De B5 gemeenten (Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg) gaan uitzoeken in hoeverre een scootmobiel algemeen gebruikelijk is, bij een bepaald inkomen boven het bijstandsniveau. Voorgesteld wordt om de uitkomst van dit onderzoek te volgen en deze maatregel alsnog voor te stellen als de uitkomst positief is. 2. Invoeren eigen bijdrage Er wordt voorgesteld een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. Er 30.000 60.000 geldt een maximum voor eigen bijdragen waarbij rekening wordt gehouden met eigen bijdragen voor andere voorzieningen. De veronderstelling is wel dat er minder snel tot aanvraag van het scootmobiel zal worden overgegaan wanneer een eigen bijdrage moet worden betaald. Dit omdat men zich dan meer bewust is van de kosten die hiermee gemoeid zijn. Verwachte besparing: 2011: € 30.000,- en in 2012 € 60.000,3. Meer verstrekkingen van goedkopere versies (opvouwbaar) Voorgesteld wordt om de indicatie dusdanig bij te stellen dat vaker de goedkope versie wordt verstrekt. Dit scheelt € 600,- per scootmobiel op jaarbasis.
€ 7.500,-
37.500,-
Verder staat het nieuwe contract van de Regiotaxi (vanaf 1 januari 2011) niet meer toe dat scootmobielen worden vervoerd. Wel mogen kleinere, opvouwbare versies worden meegenomen. De huidige scootmobielgebruikers zullen hierover worden geinformeerd en gestimuleerd om de grote scootmobiel in te ruilen voor een opvouwbaar exemplaar. Uitgaande van een bestand van 500 scootmobielen en het resultaat dat 10% van de duurdere versie (110,-/maand) wordt vervangen voor een goedkopere versie (60,-/maand), dan is de besparing op jaarbasis: € 30.000,-. Samen met de resultaten van de indicatie voor nieuwe scootmobielen (10%), kan de besparing oplopen in 2012 tot € 37.500,-.
8
4. Tegengaan niet/weinig gebruik Voor scootmobielgebruikers die slechts in beperkte mate van het scootmobiel gebruik (zullen) maken, worden scootmobielpoolplaatsen opgezet; lokaties waar men kosteloos of tegen statiegeld gebruik kan maken van een scootmobiel. Deze regeling (pool) kan worden ingevoerd voor niet/weinig gebruikers, bijv. in Balade en in verzorgingscentra. Bijkomend voordeel is dat men geen problemen (meer) heeft met de stalling. Daarnaast zullen de mogelijkheden worden onderzocht voor een breng- en haaldienst voor scootmobielen. Ook zal nagegaan worden of voorwaarden aan rijvaardigheid kunnen worden gesteld. Indien de persoon niet slaagt dan geldt dat een scootmobiel geen adequate voorziening is.
PM
Uit ervaringen elders is gebleken dat het opzetten van scootmobielpoolplaatsen e.d. niet eenvoudig is te realiseren. Een onderzoek vooraf naar haalbaarheid en resultaten wordt nodig geacht. Totaalbesparing
€ 37.500
€ 97.500
OVERIGE VERVOERSVOORZIENINGEN De gemeente kent ook nog een aantal andere individuele vervoersvoorzieningen, zoals aangepaste fietsen, vergoedingen voor autoaanpassingen en gebruik eigen auto (voor mensen die om medische redenen geen gebruik kunnen maken van de Regiotaxi). Voorgestelde maatregel 1. Aangepaste fiets: eigen bijdrage invoeren Wanneer men wegens beperking door ziekte, handicap of ouderdom moeite heeft met het fietsen op een reguliere fiets (eventueel met trapondersteuning), kan men bij de gemeente een aangepaste fiets aanvragen. De uitgaven voor fietsvoorzieningen bedroegen in 2009 ca. €
Besparing 2011
2012
€ 1.750,-
€ 3.500,-
€ 10.000,-
€ 20.000,-
Nihil
Nihil
40.000,-
Gesteld wordt dat mensen die geen beperking hebben bij het fietsen zelf ook een fiets moeten kopen. Voorgesteld wordt om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te stellen. Deze regeling loopt via het CAK, opdat iemand niet meer betaald dan het wettelijk ingesteld maximum. Jaarlijks worden er 10-15 aangepaste fietsen verstrekt. Besparing op basis van 10 fietsen: € 3500,- per jaar (vanaf medio 2011).
2. Aanpassingskosten auto: inkomensgrens (150%) invoeren plus maximale vergoeding (plafond van € 2500,-) Mensen die om medische redenen geen gebruik kunnen maken van de Regiotaxi kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding van aanpassingskosten van de (eigen) auto. Voorgesteld om een inkomensgrens van 150% van het bijstandsniveau in te voeren voor het verkrijgen van een vergoeding voor kosten voor autoaanpassingen Gemiddeld gaat het om een relatief beperkt bedrag (< 1000 euro per auto). Omdat er geen plafond was gesteld zijn in het verleden ook de duurdere aanvragen gehonoreerd. Voorgesteld wordt om een plafond in te stellen van maximaal € 2500,-. Hierbij wordt er van uitgegaan dat het mogelijk is dat het benodigde restantbedrag middels fondsenwerving is te verkrijgen. 3. Bruikleen vergoeding auto afschaffen De huidige Wmo verordening kent een auto bruikleenvergoeding. Men kan hiervoor in aanmerking komen, terwijl men een auto in bruikleen heeft die men zelf niet hoeft te bekostigen. Een extra vergoeding is overbodig. Voorgesteld wordt deze regeling af te schaffen. Omdat de vergoeding de afgelopen periode niet meer is toegekend, is de besparing nihil. Wel voorkomt het dat de voorziening in de toekomst wordt geclaimd.
9
4. Vergoeding gebruik eigen auto € 4.000,-
€ 8.000,-
b. echtparennorm invoeren Volgens het huidige Besluit Maatschappelijke Ondersteuning kunnen gehuwden/ samenwonenden beiden afzonderlijk in aanmerking komen voor een vergoeding gebruik eigen auto (nu 2x € 850,-/jaar, m.i.v. 2011: 650,/jaar), ook indien men slechts van één auto gebruik maakt (en zich samen verplaatst). Voorgesteld wordt om een echtparennorm in te voeren waarbij niet meer wordt uitgegaan van 2x de gestelde vergoeding, maar voortaan 1,5x, dus: vergoeding wordt € 975,- i.p.v. € 1700,- .
€ 1.450
€ 2.900
c. vergoeding gebruik auto: afschaffen vergoeding voor vervoer door derden Mensen die om medische redenen geen gebruik kunnen maken van de Regiotaxi kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding voor het gebruik van een auto door derden. Voorgesteld wordt om deze af te schaffen. De hardheidsclausule zal echter in bijzondere gevallen worden toegepast Besparing
€ 3.400
€ 6.800
€ 20.600,-
€ 41.200,-
a. verlagen Mensen die om medische redenen geen gebruik kunnen maken van de Regiotaxi kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding voor het gebruik van de eigen auto. Het gaat hier om een sterfhuisconstructie waarbij de vergoeding wordt stopgezet nadat er een andere auto wordt aangeschaft. In de gemeente Waalwijk gaat het om ca. 40 auto’s. Voorgesteld wordt om de vergoeding te verlagen van € 850,- naar € 650,- per jaar. Dit levert –na een overgangsperiode- per jaar een besparing op van € 8.000,-.
1.3.2 Rolstoelen Iemand komt in aanmerking voor een rolstoel wanneer men zich niet meer lopend in en om het huis kan verplaatsen. ROLSTOELEN Er zijn verschillende soorten rolstoelen. Dit varieert van handbewogen rolstoelen tot elektrische rolstoelen en sportrolstoelen. In 2009 verstrekte de gemeente Waalwijk 16 elektrische rolstoelen, 128 handmatig bewogen, 2 kinderrolstoelen en 3 sportrolstoelen. De uitgaven voor rolstoelen zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. 2007 2008 2009 Rolstoelvoorziening 448.882 504.675 556.279 Omdat het voeren van een eigen bijdrage-regeling en stellen van inkomensgrens bij de rolstoelvoorziening wettelijk niet is toegestaan, zijn er op dit terrein niet veel besparende maatregelen mogelijk. Enkele mogelijke maatregelen blijven over. Mogelijke maatregelen 2011 2012 1. Verstrekking transportrolstoel (rolstoel kortdurend gebruik) aanscherpen € 2.000,€ 5000,Nu worden deze veel en gemakkelijk verstrekt. De verstrekking van transportrolstoelen zal meer op maat gaan gebeuren. Verder zal worden onderzocht of er collectieve voorzieningen kunnen worden opgezet (rolstoelpools, rolstoel uitleen op druk bezochte plaatsen e.d.). 2. Verstrekking twee elektrische voorzieningen tegengaan De huidige verordening maakt het nog mogelijk dat meerdere elektrische voorzieningen (bijv. elektrische rolstoel en scootmobiel) kunnen worden aangevraagd en toegekend. Eén elektrische voorziening wordt gezien als een voldoende adequate compensatie. Hierop zal de verordening worden bijgesteld.
beperkt
Beperkt
3. Onderzoek in hoeverre een rolstoel algemeen gebruikelijk is € 2.000,-
€ 5.000,-
Besparing
10
1.3.3 Woonvoorzieningen Iemand komt voor een woonvoorziening in aanmerking wanneer men beperkingen ondervindt die het normale gebruik van de woning belemmeren. Deze belemmeringen komen voort uit een ziekte, handicap, psychische en/of psychosociale problemen. In alle gevallen geldt dat dit medisch vastgesteld moet zijn. WOONVOORZIENINGEN De uitgaven voor woonvoorzieningen fluctueren sterk. Belangrijke oorzaak hiervan is gelegen in de dure woonaanpassingen die in het ene jaar wel en in het andere jaar niet worden uitgevoerd. Lag het aantal dure woningaanpassingen (boven € 20.000,-) in 2007 op nul, in 2008 werden 6 dure woningaanpassingen doorgevoerd voor een totaalbedrag van € 395.491,-. 2007 2008 2009 Uitgaven woonvoorziening 423.992 995.998 541.627 Voorgestelde maatregelen 1. Verhuiskostenvergoeding: stellen van inkomensgrens (150%) Wanneer de kosten van een woningaanpassing hoger zijn dan € 5.000,-, vergoedt de gemeente dit niet. De gemeente geeft er dan de voorkeur aan dat men naar een aangepaste woning verhuist. In dat geval kan men in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding. Men komt niet in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding wanneer iemands beperkingen voortkomen uit het ouder worden. Wanneer iemand bijvoorbeeld een traplift aanvraagt, omdat men door ouderdom niet meer zo goed de trap op komt, compenseert de gemeente niet. Verhuizing hoort dan bij zijn/haar levensfase
2011
2012
€ 4.250,-
€ 8.500,-
€ 30.000
€ 60.000
De uitgaven voor verhuis- en inrichtingskosten lagen in 2009 op € 34.000,Voorgesteld wordt om bij inkomens hoger dan 1,5 x het bijstandsniveau geen tegemoetkoming in de verhuiskosten meer te verstrekken. De hogere inkomensgroepen worden geacht de kosten van een verhuizing en inrichting zelf te kunnen dragen. Verwachte besparing bij een inkomensgrens 150% vanaf 2012: € 8.500,2. Invoeren eigen bijdrage Voorgesteld wordt om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage door te voeren voor huurders (tot nog toe beperkte de regeling zich tot woningeigenaren). Ook hier geldt een wettelijk maximum waarbij rekening wordt gehouden met iemands financiële draagvlak. Om stapelingseffecten en extra uitvoeringskosten te voorkomen wordt voorgesteld de drempelregeling van € 400 voor bewoners met een inkomen boven 150% van de bijstandsnorm te laten vervallen. De drempelregeling van € 400 wordt dan feitelijk geïnd via de eigen bijdrageregeling. 3. Plafond inbouwen voor maximale kosten/vergoeding (om hoge kosten, grote aanpassingen te voorkomen) De grote woningaanpassingen worden tot nu toe volledig vergoed. Voorgesteld wordt om een plafond in te stellen voor de maximale vergoeding van de woningaanpassing. Dit om de kosten van dure woningaanpassingen beter te beheersen. Meerdere gemeenten hanteren hierbij nog de oude Wvg grens van € 45.000,-. Voorgesteld wordt om het plafondbedrag te bepalen op € 45.000,-. Omdat het stringent toepassen van een dergelijke maatregel een ongewenst gevolg kan hebben, zal de mogelijkheid van toepassing van een hardheidsclausule worden meegenomen.
€ 50.000,-
Op basis van de rekeningen 2007, 2008 en 2009 en vanwege de te verwachten fluctuaties wordt uitgegaan van een gemiddelde besparing van ca. € 50.000 m.i.v. 2012. 4. Vermogenstoets invoeren bij eigen woning Onderzocht zal worden om het eigen vermogen in de woning voortaan mee te nemen bij het toekennen van woonvoorzieningen/-aanpassingen. Voorgesteld wordt om alsnog deze maatregel in te voeren als de uitkomst positief is; d.w.z. indien er sprake is van voldoende financiële draagkracht
11
5. Nieuwe afspraken met woningbouwverenigingen Er zullen nieuwe afspraken worden gemaakt met de woningbouwcorporaties over materiaalkosten, administratiekosten, toezichtskosten e.d. Hierbij zal worden onderzocht of een koppeling met reïntegratie (o.a. voor klussen/aanbrengen woonvoorzieningen) mogelijk is, bijv. inzet van WML.
Besparing
€ 10.000
€ 34.250
€ 128.500
1.3.4. Hulp bij het huishouden Hulp bij het Huishouden omvat al het huishoudelijk werk wat men wegens beperkingen niet (meer) kan doen. We onderscheiden twee soorten hulp; Hulp bij het Huishouden 1 (HbH 1) en Hulp bij het Huishouden 2 (HbH 2). Bij HbH 1 wordt uitsluitend hulp geboden bij het eenvoudige huishoudelijk werk (schoonmaak). Bij HbH 2 vindt extra ondersteuning plaats bij het organiseren van het huishouden. HULP BIJ HET HUISHOUDEN De uitgaven voor Hulp bij het Huishouden zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen, dit a.g.v. een contractverlenging per 2009 (hoger tarief), veranderde Wmo-wetgeving per 2010 en toegenomen hulpvraag Waalwijk telt ca. 1385 HbH-klanten, waarvan ca. 100 PGB-gebruikers (uitsluitend HbH1). Uitgaven 2007 2008 2009 Hulp bij het Huishouden 3.633.000 3.790.000 4.089.000 Voorgestelde maatregelen 1. Onderzoek naar HbH1 als algemeen gebruikelijk Momenteel zijn er onderzoeken gaande met betrekking tot het beschouwen van enkele uren Hulp bij het Huishouden 1 (eenvoudig schoonmaakwerk) als algemeen gebruikelijk. Voorgesteld wordt om de uitkomst van deze onderzoeken te volgen en alsnog deze maatregel in te voeren als de uitkomst positief is. 2. Mogelijke besparingen meenemen in de nieuwe aanbesteding I.v.m. afloop contracten met de zorgaanbieders zal per 1 januari 2012 de Hulp bij het Huishouden opnieuw worden aanbesteed. Mogelijke collectieve of andere besparende voorzieningen zullen hierin worden meegenomen.
2011
2012
PM
3. Stimuleren PGB-gebruik De toegekende PGB-bedragen zijn 70% van de gemiddelde uurtarieven van de reguliere zorgaanbieders (zorg in natura). De tarieven zorgaanbieders: HbH1: € 20,75 HbH2: € 25,50 PGB-bedragen HbH1: € 14,58 HbH2: € 17,85. Meer PGB-gebruik betekent minder gemeentelijke uitgaven. Het PGB-gebruik zal worden gestimuleerd door voorlichting en informatie over PGB. Ook zal de mogelijkheid van het introduceren van een voucher-systeem worden onderzocht.
€ 12.000,-
Gestreefd wordt een toename van PGB-gebruikers met jaarlijks 5% vanaf 2012. De uitgekeerde PGB-bedragen: 2007
2008
2009
388.412
389.778
341.490
4. Vrij besteedbaar bedrag bij PGB afschaffen Voor de verantwoording van de PGB voor Hulp bij het Huishouden geldt dat men 10% van het toegekende bedrag niet hoeft te verantwoorden. Voorgesteld wordt om deze regeling bij te stellen waardoor men voortaan het gehele bedrag dient te verantwoorden.
€ 10.000,-
€ 20.000,-
€ 10.000,-
€ 32.000,-
5. Pensions en vakantiewoningen uitsluiten van voorziening Thans is het nog mogelijk dat pensions en vakantiewoningen in aanmerking komen voor hulp bij het huishouden. Voorgesteld wordt om deze categorie van deze voorziening uit te sluiten,als beperkende maatregel bij toekomstige aanvragen.
Besparing
12
1.3.5. Overige maatregelen Overige maatregelen Voorgestelde maatregel 1. Stopzetting subsidies warme maaltijdvoorziening Diverse organisaties waaronder Stichting Maasduinen en SWO ontvangen jaarlijks een gemeentelijke subsidie voor de exploitatie van de maaltijdenvoorziening. De warme maaltijdvoorziening wordt beschouwd als algemeen gebruikelijk. Eventueel voorziet de bijzondere bijstand.
2011
2012
€ 15.250,-
€ 30.500,-
Voorgesteld wordt de subsidieverstrekking te beëindigen per 2011.
Besparing
€ 15.250,-
€ 30.500,-
Hoofdstuk 2 Wat mag het kosten en wat levert het uiteindelijk op? Bij een ongewijzigd beleid maar ook wanneer de voorgestelde maatregelen worden doorgevoerd, zullen de uitgaven voor de individuele Wmo-voorzieningen de komende jaren sterk toenemen. Dit heeft niet alleen te maken met de toenemende vergrijzing maar ook met de bezuinigingen op het terrein van de AWBZ. De voorgestelde maatregelen zijn hieronder schematisch opgenomen met de bijbehorende bezuinigingen. 2011 Vervoersvoorzieningen • Regiotaxi o Aanscherpen indicatie o Stimuleren gebruik OV o Inkomensgrens 150% o Reeds genomen maatregelen: • Aanbesteding 2011-2014 •
•
Scootmobiel o Onderzoek algemeen gebruikelijk o Eigen bijdrage o Tegengaan weinig/niet-gebruik o Meer verstrekking goedkoper model Overige vervoersvoorzieningen o Aangepaste fiets: eigen bijdrage o Aanpassingskosten auto: inkomensgrens (150%) + plafond van 2500,o Bruikleen vergoeding auto afschaffen o
Vergoeding gebruik eigen auto: verlagen echtparennorm invoeren afschaffen vergoeden vervoer door derden
Subtotaal Rolstoelvoorziening • Verstrekking transportrolstoel (rolstoel kortdurend gebruik) aanscherpen • Verstrekking twee elektrische voorzieningen tegengaan Subtotaal
2012
2013
2014
5.000
35.000 120.000
35.000 130.000
35.000 140.000
100.000
100.000
100.000
100.000
30.000
60.000
70.000
80.000
7.500
37.500
1.750 10.000 Nihil
3.500 20.000
45.000
52.500
3.500 20.000
3.500 20.000
Nihil
Nihil
4.000 1.450
8.000 2.900
8.000 2.900
8.000 2.900
3.400
6.800
6.800
6.800
163.100
393.700
421.200
448.700
2.000
5.000
2.000
5.000
Nihil
10.000
10.000
10.000
10.000
13
Woonvoorzieningen • Verhuiskostenvergoeding: stellen van inkomensgrens (150%) • Invoeren eigen bijdrage • Plafond voor maximale kosten/vergoeding • Afspraken met woningbouwverenigingen over kosten, materiaalkosten, administratiekosten, toezichtskosten e.d., inzet WML, combinatie zoeken met reïntegratie/participatie. • Vermogenstoets invoeren bij eigen woning (eerst onderzoek) Subtotaal Hulp bij het Huishouden • Onderzoek naar haalbaarheid alg. gebruikelijk • Nieuwe aanbesteding (vanaf 2012) • PGB stimuleren • Vrij besteedbaar bedrag bij PGB afschaffen • Pensions en vakantiewoningen uitsluiten van voorzieningen Subtotaal Overig • Subsidies maaltijdenvoorzieningen afschaffen per 2011 Subtotaal Extra uitvoeringskosten
4.250
8.500
8.500
8.500
30.000
60.000 50.000
66.000 50.000
72.000 50.000
10.000
10.000
10.000
135.500
141.500
147.500
10.000
PM 12.000 20.000
PM 24.000 21.000
PM 36.000 22.000
10.000
32.000
45.000
58.000
37.750
15.250
224.600 40.000
30.500
589.700 20.000
30.500
30.500
641.200 687.700 20.000
20.000
Totaal 184.600
569.700
621.200 667.700
Uitvoeringsaspecten en uitvoeringskosten Het invoeren van inkomensgrenzen en eigen bijdragen voor alle Wmo-voorzieningen leidt tot meer administratieve belasting. Zowel bij de aanvraag (uitleg, opvragen van stukken betreffende inkomen) als bij de administratieve verwerking (aanmelding klantgegevens bij CAK, monitoren ontvangsten) is sprake van een toename van werkzaamheden. Hoeveel deze toename precies bedraagt is moeilijk te becijferen. Uitgegaan wordt van een extra kostenpost van € 40.000,- in 2011 en € 20.000,- vanaf 2012. 2.1 Waar liggen mogelijkheden om de toenemende kosten verder terug te dringen en beter te beheersen? Er dient een verschuiving plaats te vinden van het gebruik van (dure) individuele voorzieningen naar ondersteuning met oplossingen die passen bij iemands individuele situatie We moeten afstappen van het denken in voorzieningen, zoals in de Wvg gebruikelijk was en in de AWBZ nog altijd is. Voorop staat het resultaat, dat ter compensatie van de problemen die iemand ondervindt bereikt moet worden, zodat de burger zichzelf kan redden en kan participeren. Hier liggen de beste kansen om de kosten voor Wmo-voorzieningen beheersbaar te houden én om verbindingen te maken tussen Wmo en andere beleidsterreinen zoals vrijwilligers, reïntegratie/participatie e.d.
14
10000 9000 8000
Totaal met maatregelen Totaal zonder maatregelen
7000 6000 5000
14 20
13 20
12 20
11 20
10 20
09 20
08 20
20
07
4000
Groei/prognose uitgaven indiv. Wmo-voorzieningen met en zonder maatregelen (bedragen in euro’s x 1000)
2.2 Concept begroting 2011 en 2012 Concept-begroting en Kadernota 2011 Raming 2011 en 2012 Regiotaxi Vervoersvoorzieningen excl. Regiotaxi Rolstoelen Woonvoorzieningen Hulp bij het Huishouden Maaltijdenvoorzieningen Bezuiniging Wmo/gehandicaptenzorg (kadernota) Huishoudelijke hulp(kadernota) Raming 2011 Bezuiniging Regiotaxi (kadernota) Raming 2012
(excl. eigen bijdrage)
969.149 704.692 484.212 587.106 3.957.849
-500.000 600.000 6.803.008 -200.000 6.603.008
Voor de individuele voorzieningen Wmo geldt een open-eind financiering. In 2011 zal het Wmo budget voor Hulp bij het Huishouden met € 600.000,- worden verhoogd. Naar verwachting ontvangt Waalwijk als compensatie hiervoor € 500.000,- vanuit het Gemeentefonds (nieuwe verdeelsleutel Wmo, septembercirculaire 2010). Het restant van de dekking van € 100.000,- bestaat uit de geoormerkte toevoeging voor Wmo aan het Gemeentefonds op basis van de septembercirculaire 2009. Ondanks de toevoeging is de verwachting dat –gegeven de autonome toename van de uitgaven voor Wmo-voorzieningen, het geraamde Wmo-budget in 2011 (€ 6.803.008) ontoereikend zal zijn. Daarbij komt dat in de Meerjarenbegroting vanaf 2012 een structurele besparing van € 200.000,is opgenomen op de kosten van de Regiotaxi. Deze maatregel zal het Wmo-budget verder onder druk zetten. Overigens wordt er vanuit gegaan dat de besparing door de beperkende maatregelen
15
vooral vanaf 2012 zal toenemen. Dit ondermeer als gevolg van beëindiging van overgangsperiodes van bestaande klanten. 2.3 Rijksmiddelen Nieuw verdeelmodel Wmo Eerder – bij de vaststelling van de Wmo kadernota op 2 april 2009- heeft de raad besloten dat de rijksgelden die de gemeente Waalwijk in het kader van de Wmo ontvangt ook daadwerkelijk voor Wmo worden bestemd. Vanaf 2011 geldt een nieuw verdeelmodel voor Wmo waarbij voortaan ook het gemiddelde inkomenspeil en de gezondheid van de inwoners van een gemeente worden meegewogen. De verwachting was dat de gemeente Waalwijk m.i.v. 2011 een extra rijksbijdrage van ca. € 500.000,- tegemoet zou zien. Dit bedrag zou worden ingezet om de extra uitgaven voor Wmovoorzieningen op te vangen. Echter, op maandag 31 mei jl. vond een Bestuurlijk overleg plaats tussen VWS en de VNG over het budget huishoudelijke hulp 2011 voor de Wmo en een bijbehorend nieuw financieel arrangement. In dat overleg is nog geen overeenstemming bereikt over het budget dat gemeenten voor 2011 krijgen voor huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo. Financieel arrangement Ook over een herziening van het financieel arrangement is geen overeenstemming bereikt. Het Rijk heeft het voornemen vanaf 2011 een nieuw financieel arrangement met de gemeenten af te spreken, onder voorbehoud van de uitkomst van de behandeling in de Eerste Kamer van de Initiatiefwet Kant die de middelen voor huishoudelijke hulp via een specifieke uitkering beschikbaar wil stellen. Het Rijk wil meer vrijheid geven aan gemeenten bij de inzet van de middelen voor huishoudelijke hulp en welzijn door de middelen voor huishoudelijk hulp toe te voegen aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. In dit kader heeft het Rijk in het bedrag van € 1,1 miljard een neerwaartse bijstelling verwerkt van € 200 miljoen. Deze bestaat ten eerste uit een bijstelling van € 150 miljoen omdat het Rijk rekening houdt met een structureel lager niveau voor uitgaven huishoudelijke hulp PGB dan het SCP heeft berekend. Voorts vindt neerwaartse bijstelling van € 50 miljoen plaats in verband met de verwachting van het Rijk dat gemeenten doelmatigheidswinst kunnen bereiken door bijvoorbeeld meer voorzieningen algemeen en collectief aan te bieden in plaats van individueel. De VNG heeft in het Bestuurlijk overleg laten weten dat zij het bedrag voor 2011 te laag vindt. Er bestaat voor de VNG geen grond voor een neerwaartse bijstelling van € 200 miljoen en zij vindt de vergoeding voor de wetswijziging en de uitvoeringskosten te laag. Wanneer het Rijk haar plannen doorzet betekent dit een afname van het Wmo-budget voor Waalwijk van €500.000,- op jaarbasis. In ieder geval blijft tot de aankomende septembercirculaire 2010 onzekerheid bestaan over welke bedragen de gemeenten voor Wmo zullen worden toegekend. De kadernota houdt rekening met een afname van de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds met een bedrag op jaarbasis van 6,8 miljoen euro in 2014 ten opzichte van 2010. Een belangrijke taakstelling is de uitgaven voor de individuele voorzieningen te beperken. In de kadernota staat een te realiseren ombuiging opgenomen van € 500.000 voor individuele voorzieningen. Ondanks het invoeren van beperkende maatregelen en het herijken van uitgaven voor activiteiten en voorzieningen is de verwachting dat de vraag naar Wmo-voorzieningen door de demografische ontwikkeling en verdere bezuinigingen op de AWBZ de komende jaren zal blijven toenemen. 2.4. Tot slot Tot slot merken we op dat de vraag door de demografische ontwikkeling en de daarmee gepaard gaande kosten blijven toenemen ondanks het invoeren van beperkende maatregelen en het herijken van uitgaven voor activiteiten en voorzieningen. Met het vaststellen van de kadernota Wmo ‘Met de Wet Maatschappelijke ondersteuning op weg naar 2010’ heeft de raad besloten de Rijksmiddelen die voor uitvoering van de Wmo thema’s beschikbaar komen daadwerkelijk te bestemmen voor de Wmo. Ons nadrukkelijk streven blijft de Wmo budgettair neutraal (via de gemeentebegroting beschikbare middelen) uit te voeren.
16