Bijlage 6: Bouwstenen WMO 2015 en Jeugdzorg

Bijlage 6: Bouwstenen | Offerteaanvraag Kleine Aanbieders WMO en Jeugd 2016

Bijlage 6: Bouwstenen WMO 2015 en Jeugdzorg Aanbestedende dienst stelt de volgende eisen aan de uitvoering van de gevraagde diensten conform het beschrevene in de Aanbestedingsstukken. Indien niet onvoorwaardelijk wordt voldaan aan deze eisen, zal Aanbestedende dienst de Inschrijving terzijde leggen en de betreffende Ondernemer uitsluiten van verdere deelname. 1

(specialistische) Ontwikkelingsgerichte dagbesteding jeugd, kortdurend verblijf, en

vervoer

1.1

Doelgroep

Doelgroep is de groep kinderen van 0 tot 18 jaar, met een verstandelijke, lichamelijke of ontwikkelingsbeperking.

Tot deze doelgroep behoort niet dat deel van de gehandicapte kinderen dat veelal vanaf de geboorte meervoudig gehandicapt is. Deze groep blijft vallen onder de Wet langdurige Zorg

1.2

Specificatie van de opdracht

Doel: Kinderen/jeugdigen een zo maximaal mogelijke ontwikkeling door te laten maken, hierbij is differentiatie een belangrijk gegeven. Opzet is om het lerend vermogen van kinderen/jeugdigen zoveel mogelijk te versterken en in te zetten. Er zal binnen een bepaalde mate van redelijkheid en mogelijkheid toch ook en misschien wel vooral maatwerk geleverd moeten worden. Het versterken van het lerend vermogen van kinderen is belangrijk. Mocht het zo zijn dat maatwerk als voorwaarde geldt om dit lerend vermogen te verbeteren kan dit een optie zijn. De afweging hiervoor wordt gedaan in overleg met de lokale toegangspoort , bij voorkeur in de vorm van collegiale consultatie. Er zal binnen de interessevelden en mogelijkheden van kind en vormen van dagbesteding worden gezocht naar een zo optimaal mogelijke inzet waarbij dit in overleg tussen het kind en de ouders/wettelijke vertegenwoordigers gaat. Dagbesteding en kortdurende verblijf wordt zoveel mogelijk in relatie met (passend) onderwijs voor Jeugdigen georganiseerd.

Visie De visie op de transitie van de AWBZ en Jeugdzorg zoals omschreven in paragraaf 3.1.2 is voor de specialistische ontwikkelingsgerichte dagbesteding jeugd, dagbehandeling, kortdurend verblijf, en vervoer als volgt uitgewerkt 

Ondersteuning via welzijnsvoorzieningen gaat vóór ondersteuning via zorg.



Uitgaan van de mogelijkheden van de individuele jeugdige en het persoonlijke netwerk en eventueel en indien mogelijk het zoveel mogelijk versterken van de steunstructuur. We willen zo preventief mogelijk handelen en daarmee is het versterken van de steunstructuur om gezinnen erg belangrijk. Evenals het inzetten van gezinscoaches zoveel mogelijk ter


voorkoming van opvoedings- en gezinsproblematieken. Zoveel mogelijk eigen regie bij de jeugdigen, dan wel de wettelijke vertegenwoordigers/ouder(s ) 

Lichtere vormen van educatieve en recreatieve dagbesteding worden waar mogelijk geïntegreerd in bestaande structuren in de wijk georganiseerd met inzet van vrijwilli gers bijvoorbeeld. (blok A)



Ontkokering (o.a. mix van doelgroepen welke doelgroepen, benoemen).



Zoveel mogelijk in samenhang met wijkvoorzieningen organiseren.



Verder is van belang dat gezinssystematisch gewerkt wordt. Ook wanneer een ander lid van het gezin in behandeling is wordt er contact gezocht met het onderwijs/opvangveld om evt. te informeren hoe om te gaan met de situatie daar waar kinderen mogelijk een vorm “hinder” ondervinden.



Aandachtspunt is de multiculturele samenleving en daarmee de aansluiting met de vrijwilligers en de ondersteuning en zorg



De cliëntparticipatie met en voor jeugdigen moet zoveel mogelijk versterkt worden.

Omschrijving Dagbesteding kan uiteenlopende activiteiten omvatten zoals vorming, educatie en toewerken naar vaardigheden nodig voor een vorm van arbeid. Dagbesteding draagt bij aan het opdoen van nieuwe ervaringen, maar ook het krijgen van aandacht en het ontwikkelen/versterken van kinderen in hun vermogens en talenten. Dagbesteding is afgestemd op de individuele behoeften en eventuele ontwikkelingsmogelijkheden en soms ook heeft het te maken met een opvoedingsproblematiek van een kind. Dit houdt onder meer in dat er een flexibel dagbesteding-aanbod is met verschillende activiteiten die aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van kinderen. Gedacht wordt aan activiteiten die bijvoorbeeld iemand prikkelen, stimuleren, activeren, rust geven en uitdagen. In de begeleiding wordt rekening gehouden met de beperkingen en de behoeften, zoals extra verzorging, veiligheid en structuur. Het kan ook zijn dat een kind wordt geleerd om te gaan met zijn beperkingen en er wordt ook dan vooral gekeken naar de ontwikkelingsmogelijkheden

Net als ieder kind uniek is, zo heeft ieder kind zijn/haar unieke en individuele voorkeur en mogelijkheden. Wat voor de één een creatieve dagbesteding moet zijn, zal voor de ander een laagdrempelige opstap naar een vorm van betaald werk moeten zijn. Plezier en creativiteit zijn de sleutelwoorden. Maar aandacht voor de wensen van de kinderen en ouders/familie is net zo belangrijk. Dagbesteding is een plek om te ontplooien. Een plek waar iemand zich veilig moet voelen en waar iemand tegelijkertijd het beste uit zichzelf kan halen.

Individueel of groepsgerichte activiteiten De Ondernemers zijn vrij om de gestelde doelen vorm te geven op individuele wijze of om hieraan te werken in groepsverband. Vernieuwende ondersteuning in groepsverband kan hiermee vormgegeven worden (bijvoorbeeld ondersteuning op financiën, omgaan met een stoornis, agressietrainingen etc.)


Dagprogramma Iedere groep heeft een dagprogramma, waarin verschillende activiteiten zijn opgenomen. Bijvoorbeeld werken met spelen ontwikkelingsmateriaal, bewegingsactiviteiten, zwemmen en samen eten. Het dagprogramma wordt zo goed mogelijk afgestemd op de behoeften van het individuele kind. Het kind krijgt, ontspannende activiteiten, zoals snoezelen, muziektherapie, knutselen en buitenspelen. Maar het kind krijgt ook oefeningen in zelfstandiger worden, zoals aan- en uitkleden, zelf eten en naar de wc gaan.

Voor jongeren met een verstandelijke of meervoudige beperking zijn er aparte tienergroepen. In kleine groepen werken deze jongeren aan zelfredzaamheid en aan hun toekomst. Zo wordt de weerbaarheid vergroot en de communicatiemogelijkheden versterkt. Jeugdigen wordt voorbereid op de overstap naar de dagbesteding voor volwassenen. Dagbehandeling, ook wel deeltijd verblijf overdag, is er op gericht dat kind en gezin in staat zijn zich verder te ontwikkelen en sociaal te functioneren zonder ondersteuning of met een minder intensieve ondersteuning dan door de dagbehandeling geboden wordt. Consultatie en advies Bij deze zorg behoort ook het geven van consultatie en advies. Partijen die inschrijven voor het bestek zijn ook beschikbaar voor het geven van consultatie en advies. Hieronder verstaan we het op afroep beschikbaar zijn om aan te schuiven bij het keukent afelgesprek om te adviseren over de in te zetten hulp en ondersteuning. Daarnaast moeten partijen beschikbaar zijn voor kortdurende vragen van andere partijen als het onderwijs, andere zorgpartijen etc. Over het algemeen gaan we ervan uit dat dit gaat om telefonisch consultatie. In sommige gevallen kan het echter ook gaan om mee kijken op locatie. Consultatie en advies wordt niet apart gefinancierd, maar is integraal onderdeel van de hulpverlening.

Kwaliteit Medewerkers zijn professionals met een brede oriëntatie. Zij begrijpen hoe problemen op meerdere levensdomeinen met elkaar samenhangen en zijn in staat de klant daarin te begeleiden. Kennis, kwaliteit en opleiding van het personeel is afgestemd op de aard en de ernst van de beperkingen van de deelnemers van de dagbesteding, dagbehandeling en kortdurend verblijf.

Minimum eisen van kwaliteit -

Instellingen verlenen verantwoorde hulp conform de kwaliteitseisen van de Jeugdwet. Er is een hulpverleningsplan conform de eisen van de Jeugdwet afgestemd op het gezinsplan van de lokale toegangspoort.

-

De instelling verleent medewerking aan toezicht conform de Jeugdwet, verleent inzicht in inspectierapporten en adviezen en maakt melding van calamiteiten aan de opdrachtgever.


-

De medewerkers van de instellingen voldoen aan de eisen conform de Jeugdwet (VOG, geregistreerd).

-

De zorg wordt zo licht, zo gezinsgericht, zo kort en (indien mogelijk) zo dichtbij mogelijk geleverd

-

Instellingen waarborgen de rechtspositie van de cliënt conform de Jeugdwet: onder meer toegang tot een cliëntvertrouwenspersoon.

-

Er is medezeggenschap voor cliënten geregeld. Cliënten zijn betrokken bij het opstellen en evalueren van het kwaliteitsbeleid ten aanzien van de zorg-en dienstverlening. Hoe is de medezeggenschap binnen uw organisatie gerealiseerd qua bevoegdheden, positionering binnen de organisatie en qua samenstelling ? Geef ten minste twee voorbeelden van gerealiseerde verbetertrajecten of zaken die het afgelopen jaar in uw organisatie zijn veranderd op verzoek van cliënten.

-

Een klachtenregeling is geborgd conform de Jeugdwet, waarin is aangegeven hoe deze klachtenregeling eruit ziet, het aantal en de aard van de klachten, of ze gegrond of ongegrond zijn, en vervolgacties.

1.3

Relatie met andere (zorg)producten

Relatie met dagbesteding voor volwassenen Met name voor kinderen vanuit de LVG is het belangrijk dat de doorstroming naar de volwassenen geleidelijk aan verloopt Het is van belang dat dit tussen de partners en in overleg met de betrokken kind en evt. ouders wordt besproken en evt. gerealiseerd.

Relatie met arbeidsmatige dagbesteding voor jeugd Ook hierbij zal dit in nadrukkelijk overleg met het kind en de ouders moeten worden besproken. Waarbij het zo zelfstandig kunnen leven een belangrijk uitgangspunt is en daarbij helpt arbeidsmatige dagbesteding zeker ook wanneer dit een meer financiële onafhankelijkheid oplevert.

Bij het bepalen van de gewenste beschikbaarheid van de voorzieningen wordt afstemming gezocht met de arbeid gerelateerde dagbesteding die bij een aantal iets oudere jeugdigen wellicht ook al aan de orde is

Relatie met onderwijs Het is van belang om een goede afstemming te organiseren met de onderwijspartners, vanwege de inzet van het Passend Onderwijs en Passende Kinderopvang. Deze afstemming heeft onder meer te maken met de ondersteuning in en bij kinderen tijdens een onderwijssituatie.

Belangrijk is de verbinding en het maken van zo concreet mogelijke afspraken met het onderwijsveld/ Passend Onderwijs, zowel met het Primair onderwijs als het Voortgezet Onderwijs. De verbinding zit op een aantal onderdelen maar zeker ook op het goed aansluiten van het VO op het ROC waardoor jeugdigen een goede aansluiting en daarmee mogelijkheid tot het behalen van een startkwalificatie en


met als doel zoveel mogelijk aan het werk te komen. Maar ook op het terrein van vervoer, van en naar school en van en naar dagbesteding.

Relatie met Gedwongen kader De partijen die voor de regio de gedwongen jeugdhulp uitvoeren hebben een subsidiecontract ikv bestek C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Het is van belang om een gedegen samenwerking te realiseren met deze partijen. In bepaalde gevallen hebben deze partijen een door de kinderrechter gemandateerd recht om zorg toe te wijzen.

Relatie met residentiële zorg Het is van belang de verbinding te leggen met de productgroep residentieel. Opzet is om zware residentiële zorg te beperken en in plaats daarvan zoveel mogelijk in te zetten kortdurend verblijf de plek te bieden. Namelijk wanneer een kind/jeugdige residentieel woont/leeft zou het kortdurend verblijf een mooie manier kunnen zijn om af te schalen en het kind/jeugdige weer zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving/gezin kunnen gaan leven/wonen.

Relatie met bovenregionale zorg Een aantal vormen van zorg zijn zo gespecialiseerd dan wel komen in zulke kleine aantallen voor dat bovenregionale afspraken en organisatie het meest voor de hand liggend zijn. We zullen verder inzetten op het organiseren van zo dichtbij en zo licht mogelijk . Naar verwachting blijft dit in de komende periode onderwerp van gesprek tussen gemeenten en zorgleveranciers.

1.4

Beschrijving oorspronkelijke producten

Dagbesteding, dagbehandeling, kortdurend verblijf en vervoer zijn afkomstig uit de voormalige provinciale jeugdzorg, de Zvw

(jeugd-GGZ: voor wat betreft dagbehandeling) en de voormalige

AWBZ (kortdurende verblijf, dagbesteding)

1.5

Gewenst resultaat

Uitgangspunt is het persoonlijk ontwikkelingsplan(POP) per jeugdige. In het plan zal zo concreet mogelijk worden beschreven wat het doel is/ wat de doelen zijn die voor het desbetreffende kind als mogelijk worden ingeschat (inclusief mogelijke afschaling en ook tijdige opschaling). Per individuele cliënt worden aan deze doelen de onderstaande resultaten worden gekoppeld:

1.6

o

bieden van een dagstructuur,

o

verzorgen van zinvolle dagbesteding,

o

verlichten van sociaal isolement:

o

ontlasten van mantelzorg.

Beschrijving van de bouwstenen


Ontwikkelingsgerichte dagbesteding jeugd, kortdurend verblijf, en vervoer is onderverdeeld in de volgende bouwstenen: -

Medisch kleuterdagverblijf (MDC) jeugdzorg-voorziening

-

Kinderdagcentrum (KDC)

-

Kinderopvangintegratie

-

Dagbehandeling

-

Kortdurend verblijf

-

Vervoer

Aanbestedende dienst streeft ernaar om per werkgebied alle genoemde bouwstenen aanwezig te hebben. Dit vooral omdat we kinderen zo dichtbij mogelijk bij het woonadres willen ondersteunen en versterken.

Medisch kleuterdagverblijf (MDC) Onderzoek en behandeling van kinderen van 2 tot 7 jaar binnen de jeugdzorg (soms vanaf 0 jaar) die zich om psychische, lichamelijke of sociale reden onvoldoende kunnen ontwikkelen. Zoveel mogelijk preventief inzetten.

Kinderdagcentrum (KDC) Een gespecialiseerd kinderdagverblijf voor kinderen en jongeren van 2 tot 18 jaar met een verstandelijke of meervoudige beperking. Andere benamingen: kinderdagverblijven verstandelijk gehandicapten (KDV) of orthopedagogische dagcentra. Versterken van de ontwikkelingsmogelijkheden.

Geïntegreerde kinderopvang De opvang van gehandicapte kinderen in de reguliere opvang. Zoveel als mogelijk binnen het reguliere opvangen, passende opvang. Dat betekent dat ondersteuning geboden kan worden binnen de reguliere kinderopvang. Belangrijk is ook om de Buitenschoolse Opvang op te nemen in dit verband. Zeker ook omdat het veruit de voorkeur heeft om zoveel mogelijk de kinderen in een thuisnabije situatie en ook zoveel mogelijk in een reguliere setting een goede dagbesteding een goede plek te bieden. Dagbehandeling Dagbehandeling, ook wel deeltijd verblijf overdag, is er op gericht dat kind en gezin in staat zijn zich verder te ontwikkelen en sociaal te functioneren zonder ondersteuning of met een minder intensieve ondersteuning dan door de dagbehandeling geboden wordt. Binnen de setting wordt de dagelijkse zorg, die gedurende het verblijf in de groep wordt overgenomen van de ouders, geboden. Het betreft hier de algehele verzorging en (persoonlijke) aandacht. Iedere groep heeft een eigen dagritme en weekstructuur. Activiteiten vinden over het algemeen volgens een vaste structuur en op vaste momenten plaats.


Deelproducten: -

Dagbehandeling op locatie

-

Geïntegreerd aanbod van dagbehandeling en onderwijs / opvang

-

Naschoolse dagbehandeling

Kortdurend verblijf jeugd Voor een kind kan het heel fijn en leerzaam zijn om een gedurende een korte periode in een logeerhuis te verblijven. Bovendien ontlast het de mantelzorgers. Het kind is in een andere omgeving, ontmoet nieuwe mensen en doet andere dingen dan thuis. De logeerlocaties kunnen heel divers zijn, bijvoorbeeld een locatie op een boerderij, maar ook juist in de stad met een speeltuin. Goede afspraken over de zorg en begeleiding is belangrijk. Tijdens het kortdurend verblijf is vooral ook ontspanning en vrije tijd het uitgangspunt. Het kortdurende verblijf kan variëren van een paar dagen tot een paar weken. Daarbij kan het ook zijn dat het logeren/wonen gedurende een deel van een week is. Een woontraining om daarna zo zelfstandig mogelijk te wonen kan ook onder kortdurend verblijf worden verstaan. Het kortdurend verblijf is geplaatst bij dit product omdat we het beeld hebben dat wanneer we zo preventief mogelijk inzetten en gezinnen ondersteunen, wellicht door een vorm van kortdurend verblijft, een kind zo lang mogelijk en zo goed mogelijk in de eigen gezinssituatie kan leven. Daarnaast is van belang dat vakantieopvang en weekend opvang georganiseerd is en blijft.(Is neem ik aan één van de vormen van kortdurend verblijf. Nog verder specificeren.

Vervoer jeugd Startpunt is het eigen netwerk en de lokale mogelijkheden van inzet van vrijwilligers. Daar waar dit niet mogelijk is zijn Ondernemers verantwoordelijk voor het bieden van passend vervoer van en naar dagbesteding, dagbehandeling en kortdurend verblijf voor zowel Jeugd als V olwassenen. De plaatsing van cliënten is een verantwoordelijkheid van de Ondernemer. De aanbestedende dienst (lokale toegangspoort) geeft wél de indicatie voor vervoer af maar doet dit in overleg met de Ondernemer. Hierbij wordt rekening gehouden met het sociale netwerk, en de lokale mogelijkheden van inzet van vrijwilligers. Bij de uitvoering van het vervoer vragen wij u om aandacht voor locatiekeuze, gerichte OV educatie en training, OV maatjes/ambassadeurs, bevorderen van mentale toegankelijkheid, samenwerking met andere (zorg)instellingen. Let op de verbinding met Passend Onderwijs daar waar het gaat om thuisnabij onderwijs en de verantwoording van de ondersteuningsplatforms in het primair onderwijs en het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. voor locatiekeuze, gerichte OV educatie en training, OV maatjes/ambassadeurs, bevorderen van mentale toegankelijkheid, samenwerking met andere (zorg)instellingen. Let op de verbinding met Passend Onderwijs daar waar het gaat om thuisnabij onderwijs en de verantwoording


van de ondersteuningsplatforms in het primair onderwijs en het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs.


2

(specialistische)

Ontwikkelingsgerichte

dagbesteding

volwassenen,

kortdurend

verblijf, en vervoer

2.1

Doelgroep -

1

Extramurale dagbesteding voor volwassenen met een beperking die thuis wonen (met uitzondering van extramurale dagbesteding voor ouderen).

-

Specialistische dagbesteding voor ouderen met complexe problematiek (bijv. matige tot ernstige dementie in combinatie met somatische aandoeningen) die niet op lokaal niveau/per gemeente georganiseerd kan worden, omdat de aantallen te klein zijn.

Dit bestek is dus niet bedoeld voor het grootste deel van het dagbestedingsaanbod voor ouderen, de reguliere dagbesteding voor ouderen. Daarnaast is dit bestek niet bedoeld voor arbeidsmatige dagbesteding, die vanaf 2015 gecontracteerd wordt onder de regie van het nieuwe Werkbedrijf. De preventieve activiteiten in de 0e en 1e lijn vallen eveneens buiten dit bestek. Deze worden lokaal per gemeente geregeld.

2.2


Doel Dagbesteding (ook wel dagactiviteit genoemd) is een structurele tijdsbesteding voor volwassenen die nog thuis wonen, waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving verleend, met als doel het bevorderen, behouden of vergroten van de zelfredzaamheid van mensen.

Visie dagbesteding nieuwe stijl 

De dagbesteding wordt zo lokaal mogelijk georganiseerd, zoveel mogelijk aansluitend op lokaal aanwezige voorzieningen en met gebruikmaking van lok aal aanwezige (gemeentelijke) accommodaties; daar waar economisch geen toegevoegde waarde is (te weinig cliënten) wordt de dagbesteding (sub-)regionaal georganiseerd door samenwerkende Ondernemers.



Doelgroepen met verschillende beperkingen worden waar mogelijk gemixt in dagbestedingsvoorzieningen; er wordt zo min mogelijk onderscheid gemaakt tussen doelgroepen; er is daarbij wel aandacht voor de specifieke behoeften van bijzondere doelgroepen.



Samenwerking met bewoners- en vrijwilligersorganisaties, met lokale voorzieningen (welzijn, cultuur, sport, etc.) en Ondernemers in lokale setting om zo te komen tot arrangementen, waarbij geldt dat algemene voorzieningen voorliggend zijn op maatwerkvoorzieningen.



Flexibele trajecten arrangementen waarbij groeps- en individueel aanbod gecombineerd worden (combinatie met blok B2) en waarbij geldt dat collectief aanbod voorliggend is op

1

Zonder een doelgroep uit te willen sluiten, gaat het grotendeels om mensen met een psychiatrische, psychogeriatrische verstandelijke, lichamelijke, somatische en/of zintuiglijke beperking.


individueel aanbod. Er moet dus oog zijn voor afschaling van individueel naar collectief aanbod. 

Als ook ondersteuning thuis, op andere leefgebieden nodig is, wordt in overleg met het lokale sociale (wijk)team één afgestemd plan gemaakt voor de dagactiviteiten en woonbegeleiding.



Als een inwoner participeert in zowel dagbesteding als arbeidsmatige dagbesteding of werk zorgen de gecontracteerde partijen voor de afstemming tussen de verschillende vormen van dagbesteding op cliëntniveau en afstemming met het werkbedrijf.



We stappen af van afrekenen per dagdeel en gaan werken met trajecten waaraan resultaten (zelfredzaamheidsmatrix/ZRM) worden gekoppeld. We willen van financiering per dagdeel naar financiering per traject. Dit is een ontwikkeltraject, hetgeen betekent dat we in 2015 samen met Ondernemers willen komen tot een goede indeling in trajecten die recht doet aan de werkelijkheid en die inhoud gaat geven aan de trajecten (omvang, beschrijving, resultaten). In 2015 rekenen we nog af per dagdeel, maar vragen we Ondernemers wel te registreren op trajectniveau per cliënt.

Omschrijving activiteiten Het gaat om activiteiten in groepsverband, met begeleiding voor cliënten met een sterk verminderde zelfregie als gevolg van psychiatrische, psychogeriatrische verstandelijke, lichamelijke, somatische en/of zintuiglijke beperking beperkingen. Het aanbod van (dag)activiteit is gericht op: 

ondersteuning bij de dagbesteding;



aanleren van dagstructuur en -ritme;



handhaven en bevorderen van zo zelfstandig mogelijk functioneren;



voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden;



ontwikkelingsgerichte activiteiten gericht op een toeleiding naar werk;



gezondheid bevorderende activiteiten;



ontlasting van mantelzorgers.

Kwaliteit Medewerkers zijn professionals met een brede oriëntatie. Zij begrijpen hoe problemen op meerdere levensdomeinen met elkaar samenhangen en zijn in staat de klant daarin te begeleiden. Kennis, kwaliteit en opleiding van het personeel is afgestemd op de aard en de ernst van de beperkingen van de deelnemers van de dagbesteding. De beperkingen kunnen zijn: psychiatrisch, psychogeriatrisch, verstandelijk, lichamelijk, zintuigelijk, of een combinatie hiervan.

2.3


Relatie met reguliere dagbesteding voor volwassenen


We hebben er voor gekozen om de reguliere dagbesteding voor ouderen lokaal per gemeente te contracteren en te organiseren. De dagbesteding voor volwassenen met een beperking en de specialistische dagbesteding voor ouderen met complexe problematiek zoals omschreven in het huidige bestek, contracteren we regionaal, maar we laten hierbij het streven om deze dagbesteding zoveel mogelijk lokaal te organiseren niet los. Op deze manier scheppen we ruimte voor de transformatie van regionale naar lokale dagbesteding en gaan we zorgvuldig om met cliënten. Bovendien is op dit moment nog niet te bepalen welke cliënten naar lokale georganiseerde dagopvang kunnen en voor welke cliënten specialistische dagbesteding behouden moet blijven. Tot slot maakt het volledig opnemen van dagbesteding voor mensen met een beperking in ‘blok B’ één afgestemd traject mogelijk waarin dagbesteding en ambulante ondersteuning gecombineerd wordt. Dit bestek is dus niet bedoeld voor het grootste deel van het dagbestedingsaanbod voor ouderen. Ouderen gaan nu al hoofdzakelijk naar dagbestedingsvoorzieningen in de eigen gemeente. Dagbesteding voor ouderen gaat iedere gemeente dan ook zelf contracteren met de bedoeling dat de scheidslijn tussen welzijnsactiviteiten en dagbesteding voor ouderen vervaagd, dat Ondernemers van ouderenopvang gaan samenwerken, dat er andere vormen van dagbesteding ontstaan en dat ouderen nog dichterbij huis naar een dagbestedingsactiviteit kunnen. Het doel is om ook de extramurale dagbesteding voor volwassenen met een beperking zoveel mogelijk aan deze lokale vormen van dagbesteding te koppelen. e

e

De preventieve activiteiten in de 0 en 1 lijn vallen eveneens buiten dit bestek. Deze worden lokaal per gemeente geregeld.

Relatie met arbeidsmatige dagbesteding voor volwassenen 2

Zoals beschreven is dit bestek niet bedoeld voor arbeidsmatige dagbesteding , die vanaf 2015 gecontracteerd wordt onder de regie van het nieuwe Werkbedrijf. In de dagbesteding die we via dit bestek inkopen zit wel de ontwikkelingsgerichte dagbesteding die voor een aansluiting op de toeleiding naar (beschut) werk moet leiden. De organisaties zijn op cliëntniveau wel verantwoordelijk voor de afstemming tussen de dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding als een cliënt participeert in beide vormen van dagbesteding.

2.4

Gewenst resultaat

Uitgangspunt is het persoonlijk begeleidingsplan per cliënt. In het plan zal zo concreet mogelijk worden beschreven wat het doel is/ wat de doelen zijn voor de desbetreffende cliënt. De doelen hebben betrekking op:

2

o

bieden van een dagstructuur,

o

verzorgen van zinvolle dagbesteding,

o

verlichten van sociaal isolement:

o

ontlasten van mantelzorg.

Arbeidsmatige dagbesteding hebben we als volgt gedefinieerd: “projecten of voorzieningen met een zelfstandig karakter voor mensen met een beperking die (loonvormende) arbeid verrichten, in een niet vrijblijvende sfeer, waarbij zowel kwaliteits - en kwantiteitseisen aan de productie of diensten worden gesteld”. Bron: Uitwerkingsnotitie verbinding transitie AWBZ - Participatiewet


2.5


Het product (specialistische) ontwikkelingsgerichte dagbesteding volwassenen, kortdurend verblijf, en vervoer is onderverdeeld in een aantal bouwstenen.

Dagbesteding -

Dagbesteding basis voor volwassenen met een beperking (excl.ouderen)

-

Dagbesteding met extra ondersteuning

-

Gespecialiseerde dagbesteding

Kortdurend verblijf voor volwassenen Een logeersituatie in verschillende varianten om de thuissituatie te ontlasten kan als deelproduct worden ingezet. We vragen van Ondernemers om zo lokaal mogelijk nieuwe initiatieven te ontwikkelen voor kortdurend verblijf voor de diverse doelgroepen (incl ouderen), rekening houdende met de wensen en behoefte van de inwoner en zijn omgeving en in aansluiting op bestaande voorzieningen. In 2015 zal het aantal initiatieven dat we kunnen financieren beperkt zijn. Wellicht dat een andere vorm van dagverblijf/opvang voor deze groep gecombineerd kan worden met alternatieve vormen van zorg en ondersteuning. Wellicht biedt een combinatie van dagbesteding en kortdurend verblijf een ander perspectief. Wij geven de Ondernemers graag de ruimte om nieuwe(re) vormen te onderzoeken. De Ondernemer levert tevens spoedzorg/kortdurende opname voor extramurale volwassen cliënten met een verstandelijke beperking (voorheen ZZP crisisopvang VG met/zonder behandeling Z490P/Z491P) die vanwege een plotselinge crisissituatie van tijdelijke aard in een intramurale setting opgenomen dienen te worden. Tijdelijke opname van volwassenen met een psychiatrische aandoening is mogelijk via Ondernemer of middels opname op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Daarnaast is er de subsidieregeling kortdurend eerstelijnsverblijf (in 2015 Wlz, vanaf 2016 vermoedelijk Zvw) voor tijdelijke opnames in verband met geneeskundige zorg, waarvan met name ouderen gebruik maken.

Vervoer volwassenen Startpunt is het eigen netwerk en de lokale mogelijkheden van inzet van vrijwilligers. Daar waar dit niet mogelijk is zijn Ondernemers verantwoordelijk voor het bieden van passend vervoer van en naar dagbesteding en kortdurend verblijf voor zowel Jeugd als Volwassenen. De plaatsing van cliënten is een verantwoordelijkheid van de Ondernemer. De aanbestedende dienst (lokale toegangspoort) geeft wél de indicatie voor vervoer af maar doet dit in overleg met de Ondernemer. Hierbij wordt rekening gehouden met het sociale netwerk, en de lokale mogelijkheden van inzet van vrijwilligers.


Ondernemers zijn verantwoordelijk voor vervoer van en naar de dagbesteding als de inwoner en zijn omgeving zelf niet in een oplossing kunnen voorzien. We vragen van Ondernemers om nieuwe initiatieven te ontwikkelen voor vervoer die passen bij het kantelingsprincipe. Het vervoer naar bovenlokale bestemmingen wordt zoveel mogelijk gecombineerd. Hierbij gelden de uitgangspunten: aandacht blijven houden voor locatiekeuze (zo lokaal mogelijk), gerichte OV educatie en training, OV maatjes/ambassadeurs, bevorderen van mentale toegankelijkheid, samenwerking met andere (zorg)instellingen. Tarief: indien vervoer met indicatie noodzakelijk is, wordt dit vergoed aan de Ondernemers.

Bijlage 6: Bouwstenen | Offerteaanvraag Kleine Aanbieders WMO en Jeugd 2016 Trajecten Blok

Inhoudelijke beschrijving

Monitoring

Doelgroep

Lokaal organiseren;

ZRM

Mensen met een

B2 Basis

Combineren met lokale voorzieningen in

beperking (exclusief

aansluiting op inloop en ontmoeten dat

ouderen)

vormgegeven wordt door lokale welzijnsorganisaties en maatschappelijke organisaties. In dit blok zit ook de preventie en de link met welzijn. NB: In blok A zit de extramurale dagbesteding voor ouderen met de huidige NZA-code H531. Dagbesteding

Lokaal organiseren

ZRM

Mensen met een

met extra

Extra ondersteuning door het inbrengen van

ondersteuning

extra expertise inde lokale dagbesteding

Gespeciali-

Lokaal/(sub-)regionaal organiseren

seerde

Expertise en behandeling van de doelgroep

sterk verminderde

dagbesteding

is essentieel. De vraag is dermate specifiek

zelfregie – ouderen en

en de aantallen zijn dusdanig klein dat dit

mensen met beperking

beperking

ZRM

Alle doelgroepen met

(sub-)regionaal georganiseerd moet worden. Wat betreft ouderen gaat het om de huidige NZA-codes: H533 en H800 Kortdurend

Lokaal/(sub-)regionaal organiseren.

verblijf

We vragen van Ondernemers om nieuwe

ZRM

Alle doelgroepen.

ZRM

Alle doelgroepen.

initiatieven te ontwikkelen in aansluiting op de reguliere dagbesteding. Deze mogelijkheden zullen in aanvang beperkt inzetbaar zijn. Vervoer

Lokaal/(sub-)regionaal organiseren Vervoer van en naar de dagbesteding en kortdurend verblijf Ondernemers zijn verantwoordelijk voor het vervoer als de cliënt en zijn omgeving zelf niet in een oplossing kunnen voorzien. We vragen van Ondernemers om nieuwe initiatieven te ontwikkelen die passen bij het kantelingsprincipe. Vervoer wordt zoveel mogelijk gecombineerd.


3

Ambulante trajecten en observatie en diagnostiek

3.1

Doelgroep

Ambulante hulp, behandeling en ondersteuning is er voor alle mensen -van 0 tot 100 jaar- met een langdurige (langer dan 3 maanden) en/of specialistische hulpvraag die niet (alleen) opgelost kan worden in het eigen netwerk. In dit bestek gaan we uit van ambulante trajecten en observatie en diagnostiek voor jeugdigen tot 18 jaar.

3.2


Ambulante trajecten Jeugd omvat: 1.

Jeugd en opvoedhulp in het kader van de provinciale jeugdzorg.

2.

Begeleiding: het geven van ondersteuning bij structuur/dagritme, activering, praktische hulp, begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), administratie en emotionele ondersteuning gericht op het bevorderen, behouden of vergroten van de zelfredzaamheid van jeugdige en hun gezinnen in de leeftijd van 0-18 jaar. Ook opvoed- en gezinsondersteuning valt hieronder. Het uitgangspunt is dat begeleiding integraal geboden kan worden voor mensen van 0-10 jaar. Dit wordt georganiseerd via de combinatie van bestek B2jeugd en B2volwasenen via een coordinatieovereenkomst.

3.

Behandeling in het kader van Kinder en Jeugd-GGz, licht verstandelijk gehandicaptenzorg (LVG) voor jeugd tot 18 jaar.

4.

Diagnostiek en observatie voor jeugd tot 18 jaar.

5.

Verzorging en begeleiding: Het ondersteunen of overnemen van de zelfzorg bij jeugd tot 18 jaar met een aandoening of beperking. Ook het stimuleren om deze activiteiten zelf te doen en het aanleren ervan behoren tot de verzorging en begeleiding.Het ondersteunen van ouders/verzorgers in het aanleren van vaardigheden rondom persoonlijke verzorging van het kind.

6.

Persoonlijke Verzorging: Doelgroep: volwassenen met een verstandelijke, psychiatrische of zintuiglijke beperking. Het gaat hier om het overnemen van de zelfzorg bij volwassenen met een beperking waarbij geen sprake is van een ondersteuningsbehoefte vanuit geneeskundige zorg of een verhoogd risico daarop.

We gaan hierbij zo min mogelijk uit van het ‘doelgroep’ denken. De combinatie van Ondernemers moet álle doelgroepen kunnen bedienen. Hiermee willen we ontschotting en het werken vanuit ‘één huishouden, één plan’ krachtig ondersteunen.

Doel Doelstelling is om de ambulante trajecten zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en om te werken vanuit één huishouden, één plan.


Visie Gebiedsgebonden inzet waar mogelijk : De trajecten worden zo dichtbij mogelijk geleverd, in het gebied of bij de mensen thuis. In die gevallen waarin er redenen zijn waarom de hulp niet in het gebied of bij de mensen thuis geleverd kan worden, moet de Ondernemer aangeven welke zwaarwegende redenen er zijn om de hulp en ondersteuning niet dichtbij huis te bieden. Mogelijke redenen zouden kunnen zijn dat voor de behandeling of diagnostiek specifieke behandelmogelijkheden aanwezig moeten zijn, die niet lokaal beschikbaar zijn. De Ondernemers zijn echter verplicht zich zoveel mogelijk in te spannen om deze mogelijkheden ook in het gebied te gaan organiseren.

Gericht op eigen k racht en (opbouw) eigen netwerk : Bij ambulante hulp wordt gewerkt met methodieken die gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en op (opbouw van) het eigen netwerk. De hulp is omgevings - en wijkgericht. We noemen bijvoorbeeld de inzet van sociale netwerk strategie (SNS) als methodiek. Medewerkers moeten geschoold zijn in het uitvoeren van methodieken van de Kanteling.

Omschrijving Ambulant gebiedsteam Gebiedsgericht werken Doel Doelstelling is om de ambulante trajecten zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en om te werken vanuit één huishouden, één plan. Omschrijving gebiedsgericht werken Per gebied in de regio Nijmegen wordt de uitvoering van zorg intersectoraal en voor 0-100 opgezet. De aanbieders in de Combinatie vormen samen het aanbod voor ambulante hulp en ondersteuning in dat gebied. De deelnemende partijen zorgen gezamenlijk voor efficiënte samenwerking. Uiteraard zoeken de hulpverleners waar nodig ook de samenwerking met hulpverleners van andere aanbieders (bijv aanbieders die via Zvw of Wlz gefinancierd worden) en met bijvoorbeeld welzijnsorganisaties en onderwijs. De partijen moeten dus gezamenlijk in staat zijn om alle ambulante hulp en ondersteuning uit dit bestek en het bestek ‘ambulante ondersteuning volwassenen’ in het betreffende gebied te kunnen leveren. Partijen zoeken zelf de wenselijke en noodzakelijke afstemming om de visie “één huishouden, één plan” vorm te geven. Kern van het gebiedsgericht werken is dat de werkers elkaar, de wijk en het sociale (wijk/kern) team goed kennen en nauw met elkaar samen werken. Hierdoor wordt optimaal gebruik gemaakt van de infrastructuur in de wijk (algemene voorzieningen, vrijwilligers etc.) en van samenwerking met verschillende disciplines. Partijen zorgen zoveel mogelijk voor de inzet van vaste medewerkers per gebied, zodat het gebiedsgericht werken goed kan worden geïmplementeerd en cliënten geen schotten ervaren. De zorg en ondersteuning wordt in samenhang en zo dichtbij mogelijk georganiseerd met oog voor de couleur locale per gemeente en indien gewenst wijk of dorp. Er worden geen extra schakels gecreëerd tussen vindplaatsen (scholen, huisartsen, etc.), sociale (wijk/kern)teams, regieteams/lokale zorgnetwerken en begeleiders/hulpverleners/behandelaren in de tweede lijn. Professionals hebben onderling korte lijnen met zo min mogelijk (casus)overleg. Gezamenlijke huisvesting kan behulpzaam zijn bij een soepel verloop van de (dagelijkse) samenwerking. Functies gebiedsgericht werken 1. Het leveren van ambulante trajecten; 2. Consultatie en advies (beschikbaarheidsfuncties); 3. Het voeren van casemanagement in voorkomende gevallen.


Functie 1: Het leveren van ambulante trajecten Met het oog op vermindering van het aantal hulpverleners per huishouden is het uitgangspunt: generalistisch waar mogelijk, specialistisch waar nodig. We beogen de ontwikkeling van nieuwe functies, waarin bestaande functies worden gecombineerd, zoals een combinatie van thuisbegeleiding of van jeugdhulpverlening en woonbegeleiding. Hiermee willen we toewerken naar vermindering van het aantal hulpverleners in één huishouden. Bouwstenen Een eerste stap is de indeling van ambulante hulp en ondersteuning in de vorm van trajecten en bouwstenen. De hulp aan een gezin of huishouden kan uit verschillende ‘bouwstenen/trajecten bestaan, waarbij de samenhang altijd wordt vormgegeven. Deze zijn beschreven in de bijlage. De verschillende bouwstenen/trajecten moeten op een flexibele manier ingezet worden, passend bij de hulpvraag van een gezin of huishouden. Op- en afschalen tussen de verschillende bouwstenen moet flexibel mogelijk zijn, waarbij het totaal beschikbare budget een financiële prikkel is om hulp zo snel als mogelijk af te schalen. We kiezen ervoor om te werken met een beperkt aantal bouwstenen. We laten het doelgroep denken hierin los. Specifieke behandelmethoden worden in de bouwstenen niet apart omschreven, maar kunnen vallen onder de verschillende behandeltrajecten (bijvoorbeeld behandeling, psycho-educatie etc.) In bijlage 9 “Productcodes en Bouwstenen/Trajecten ambulante hulp en ondersteuning” zijn deze bouwstenen voor zowel volwassenen als jeugd beschreven. In de toekomst willen we op basis van de bouwstenen/trajecten toewerken naar meer resultaat gerichte financiering. Lopende 2015 - 2016 wordt onderzocht op welke wijze de bouwstenen kanteling en transformatie zo optimaal mogelijk kan faciliteren, zowel in financieel als in inhoudelijk opzicht. Voor wat betreft Jeugd-GGz zijn wij afhankelijk van het Rijksbesluit dat de DBC-systematiek nog drie jaar lang leidend blijft in de inkoop, facturering en verantwoording van Jeugd-GGz. GGzOndernemers kunnen dus hun minutenregistratie in de basis GGz of de bestaande DBCs in de specialistische GGz blijven uitvoeren. In de bijlage is een vertaling gemaakt naar de indeling van de regio Nijmegen. Individueel of groepsgerichte activiteiten De Ondernemers zijn vrij om de gestelde doelen vorm te geven op individuele wijze of om hieraan te werken in groepsverband. Vernieuwende ondersteuning in groepsverband kan hiermee vormgegeven worden (bijvoorbeeld ondersteuning op financiën, omgaan met een stoornis, agressietrainingen etc.) Ambulante hulp in het week end en buiten k antoortijden In sommige gevallen is het wenselijk dat ook buiten kantoortijden en in het weekend iemand beschikbaar is voor dringende problemen. Hiermee willen we voorkomen dat problemen buiten kantoortijd of in het weekend zich ontwikkelen tot een crisissituatie. In de regio Nijmegen kennen we een crisisdienst. Deze is echter alleen beschikbaar in geval van crisis in het kader van GGZ en Jeugd/ J+O. Daarbij is inzet van de crisisdienst ook duur. Voorkomen is in dit geval beter dan genezen. We vragen daarom aan de inschrijver om de beschikbaarheid buiten kantoortijden en het weekend te organiseren in geval van dringende problematiek. Gebiedsoverstijgende specialistische ambulante trajecten We willen graag specialistische ambulante hulp, begeleiding en behandeling behouden voor onze regio. Dit kan van groot belang zijn om opschaling naar zwaardere vormen van zorg te voorkomen. Deze trajecten kunnen dan voor meerdere percelen tegelijk of wellicht alle percelen tegelijk (de hele regio) aangeboden worden. Deze mogelijkheid bestaat via de gehanteerde systematiek. Functie 2: Consultatie en advies Bij ambulante hulp en ondersteuning behoort ook het geven van consultatie en advies. Partijen die inschrijven voor het bestek ambulante hulp en ondersteuning zijn ook beschikbaar voor het geven van consultatie en advies. Hieronder verstaan we het beschikbaar zijn om aan te schuiven bij het keukentafelgesprek waarbij al duidelijk is dat maatwerk ingezet kan worden, om te adviseren over de in te zetten hulp en ondersteuning. Daarnaast moeten partijen beschikbaar zijn voor kortdurende vragen van andere partijen als het onderwijs, andere zorgpartijen etc. Over het algemeen gaan we ervan uit dat dit gaat om telefonisch consultatie. In sommige gevallen kan het echter ook gaan om mee kijken op locatie. Consultatie en advies wordt niet apart gefinancierd, maar is integraal onderdeel van de hulpverlening.


Functie 3: Casemanagement Casemanagement is een integraal onderdeel van de hulpverlening waar geen extra financiering voor beschikbaar is. De cliënt neemt zoveel mogelijk zelf de regie, al dan niet samen met familieleden, buren of vrienden uit het eigen netwerk. Wanneer er meer ondersteuning nodig is op de regie, is er sprake van een casemanager die het uitgangspunt 1 huishouden, 1 plan borgt. In de meeste gevallen is dat degene die het meest direct betrokken is bij het gezin. Kwaliteit Medewerkers zijn professionals met een brede oriëntatie. Zij begrijpen hoe problemen op meerdere levensdomeinen met elkaar samenhangen en zijn in staat de klant daarin te begeleiden. Kennis, kwaliteit en opleiding van het personeel is afgestemd op de aard en de ernst van de beperkingen van de clienten.

Minimum eisen van k waliteit -

Instellingen verlenen verantwoorde hulp conform de kwaliteitseisen van de Jeugdwet. Er is een hulpverleningsplan conform de eisen van de Jeugdwet afgestemd op het gezinsplan van de lokale toegangspoort.

-

De instelling verleent medewerking aan toezicht conform de Jeugdwet, verleent inzicht in inspectierapporten en adviezen en maakt melding van calamiteiten aan de opdrachtgever.

-

De medewerkers van de instellingen voldoen aan de eisen conform de Jeugdwet (VOG, geregistreerd).

-

De zorg wordt zo licht, zo gezinsgericht, zo kort en (indien mogelijk) zo dichtbij mogelijk geleverd

-

Instellingen waarborgen de rechtspositie van de cliënt conform de Jeugdwet: onder meer toegang tot een cliëntvertrouwenspersoon.

-

Er is Medezeggenschap voor cliënten geregeld. Cliënten zijn betrokken bij het opstellen en evalueren van het kwaliteitsbeleid ten aanzien van de zorg-en dienstverlening. Hoe is de medezeggenschap binnen uw organisatie gerealiseerd qua bevoegdheden, positionering binnen de organisatie en qua samenstelling ? Geef ten minste twee voorbeelden van gerealiseerde verbetertrajecten of zaken die het afgelopen jaar in uw organisatie zijn veranderd op verzoek van cliënten.

-

Een klachtenregeling is geborgd conform de Jeugdwet, waarin is aangegeven hoe deze klachtenregeling eruit ziet, het aantal en de aard van de klachten, of ze gegrond of ongegrond zijn, en vervolgacties.

3.3


Relatie met C-producten We willen via de bestekken een goede samenhang op inhoud creëren tussen het lokaal uit te voeren bestek (B) en het regionale uit te voeren bestek van zware zorg (C). Tussen beide bestekken dient zonder barrières op- en afschaling mogelijk gemaakt te worden. We hebben een stevig B-aanbod nodig om het aanbod in C gefaseerd te kunnen afbouwen. De lokale toegangspoorten en de hulplijnen (consultatie en advies) zullen hier een belangrijke rol in spelen, alsmede de instellingen zelf


die zowel aanbod binnen B en C aanbieden.

Relatie met (arbeidsmatige) dagbesteding voor volwassenen De ambulante hulp en ondersteuning wordt zoveel mogelijk in samenhang vormgegeven met (arbeidsmatige) dagbesteding. Wanneer sprake is van ondersteuning bij werk of arbeidsmatige dagbesteding valt dit onder het regionale Werkbedrijf. Indien een cliënt (woon)begeleiding in de thuissituatie ontvangt én begeleiding op het gebied van werk of dagbesteding, dient afstemming plaats te vinden tussen de woonbegeleider en werkbegeleider.

Relatie met werk en onderwijs Scholen zijn in het kader van passend onderwijs primair verantwoordelijk voor het didactische en pedagogische deel van de ondersteuning van kinderen voor zover onderwijs gerelateerd. Hier dient afstemming plaats te vinden tussen eventuele ondersteuning in de thuissituatie en ondersteuning op school. Waar mogelijk wordt de ondersteuning in de thuissituatie en op school door dezelfde professional geboden. Informatie wordt uitgewisseld met toestemming van de cliënt en bij die situaties waarbij het relevant is voor de betrokken professionals om op de juiste wijze te kunnen handelen.

Relatie met ink omensondersteuning Voor begeleiding bij het omgaan met financiën en schulden vragen we voor cliënten uit gemeente Nijmegen medewerking aan een ontwikkeltraject om te komen tot een gezamenlijke en gecoördineerde ketenaanpak. Instellingen verwijzen cliënten niet direct (via de rechter) naar bewindvoerders, maar leiden deze cliënten met een advies door naar gemeentelijke schuldhulpverlening, waar beoordeeld wordt of bewindvoering wenselijk is of dat een cliënt op een effectievere of efficiëntere wijze geholpen kunnen worden binnen de keten schuldhulpverlening. Daarnaast willen we met het ontwikkeltraject bereiken dat er meer samenhang en efficiëncy ontstaat in het aanbod op het gebied van schuldhulpverlening, budgetbeheer en -coaching en begeleiding bij de administratie.

Relatie met beschermd wonen GGZ In het wetsvoorstel Wmo 2015 is ook het plan opgenomen voor decentralisatie van het beschermd wonen GGZ naar de centrumgemeenten maatschappelijke opvang. In verband met deze decentralisatie streven wij naar een goede aansluiting tussen beschermd wonen en zelfstandig wonen met ambulante ondersteuning voor mensen met psychiatrische problematiek. Organisaties die inschrijven op dit bestek en die zowel ambulante ondersteuning als beschermd wonen GGZ aanbieden, vragen wij aan te geven hoe zij deze aansluiting vormgeven en invulling geven aan de kerndoelstellingen uit paragraaf 1.2.3.

Relatie met Gedwongen k ader De partijen die voor de regio de gedwongen jeugdhulp uitvoeren hebben een subsidiecontract ikv bestek C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Het is van belang om een gedegen


samenwerking te realiseren met deze partijen. In bepaalde gevallen hebben deze partijen een door de kinderrechter gemandateerd recht om zorg toe te wijzen.

3.4

Beschrijving oorspronkelijke producten

Deze productgroep jeugd is een samenvoeging van de oude producten: * individuele begeleiding voor jeugd en volwassenen (AWBZ) * individuele (thuis)begeleiding (Wmo) * persoonlijke verzorging jeugd tot 18 jaar (AWBZ) * ambulante jeugdhulpverlening, opvoedhulp en ondersteuning (huidige provinciale jeugdzorg) * jeugd-GGZ (Zvw)

In het kader van de decentralisatie gaat zorg voor jeugdigen van provinciale jeugd en opvoedhulp (Wet Jeugdzorg) en Jeugd GGZ en onderdelen van de AWBZ naar de gemeenten (Jeugdwet).

3.5

Gewenst resultaat

Door de inzet van ambulante ondersteuning verhogen of stabiliseren de cliënten hun zelfredzaamheid en participatiegraad. Cliënten hebben een zo zelfstandig mogelijke plek in de maatschappij. Leerlingen verlaten zoveel mogelijk met een startkwalificatie het onderwijs. Bij ouderen met beperkingen is het doel om de kwaliteit van leven zoveel mogelijk te behouden, de teruggang in zelfredzaamheid te vertragen en het netwerk rondom de cliënt zoveel mogelijk te versterken. We meten dit zoveel als mogelijk aan de hand van de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM).

3.6


Het product ambulante trajecten, observatie en diagnostiek is onderverdeeld in een aantal traject en, ook wel bouwstenen genoemd. In bijlage 9 Overzicht Productcodes en Bouwstenen/Trajecten ambulante hulp en ondersteuning staan deze trajecten omschreven.

Bijlage 6: Bouwstenen WMO 2015 en Jeugdzorg

Recommend Documents