door oma’s naasten in nummers
³´ YHUKDOHQJHGLFKWHQHQSODDWMHV WHUJHOHJHQKHLGYDQGH YLMIHQ]HYHQWLJVWHYHUMDDUGDJ YDQ )HQQ\(XZHPD'LMN
PHWELMGUDJHQYDQGHQDDVWHQ«
Ik ben een gelukkig kind. Want ik heb twee fantastische voorbeelden als ouders. Van de ene weet ik tamelijk precies waarom hij zo’n fantastisch voorbeeld is. Hij doet daar namelijk sinds jaar en dag zelf luidruchtig kond van. Ik hoef daar op deze plek dus niets over te zeggen. Hetgeen opmerkelijk is, omdat ik graag bijna overal en meestal over van alles luidruchtig pleeg te zijn. Net als mijn ene grote voorbeeld. Maar misschien toch minder opmerkelijk dan zo op het eerste gezicht lijkt. Mijn andere fantastische voorbeeld doet haar goede werken immers vooral in stilte. Als ik dat goede voorbeeld volg, dan hoort niemand daar wat van. En dat is niet erg, want het wezenlijke van deze voorbeeldige persoonlijkheid is dat ze geen erkenning van anderen nodig heeft. Ze weet wat haar rol is en ze weet bovenal dat deze familie drijft op haar vermogen om op de achtergrond en in stilte de boel bij elkaar te houden. Ze is een echte moeder en een sterke vrouw. Maar zo eens in de 75 jaar is het toch wel leuk en goed om uit de stilte te treden en het middelpunt te zijn van luidruchtige en openlijke huldebetuigingen. In verder stille bewondering, *DDLNH
«LQQXPPHU
0RHGHUGHYURXZ
Van vroeger tot nu, veel is er veranderd, Maar één ding zal nooit veranderen, dat is deliefdevoor jou. Ik hou van jou!
KusjesEsther
«LQQXPPHU
Voor deliefsteoma
/LHYHRPD
Zoals je weet heb ik nog wel eens heimwee naar ’T HUIS. Veel van deze herinneringen zijn onlosmakelijk verbonden met eten (zoals het een echte Euwema betaamt). En de keuken is, hoeveel kookboeken opa ook schrijft, jouw domein. Het draaien van balletjes en het knippen van peterselie voor omasoep. Nog steeds als ik dit laatste doe, moet ik aan jou denken. Gebakken aardappeltjes, griesmeelpudding, zelfgemaakte appelmoes en stoofpeertjes.
met eten te maken hebben. Het stokjeweven op de bank, wat tot mijn frustratie nooit iets fatsoenlijks opleverde (creativiteit en eigenlijk ook kookkunst zijn duidelijk geen dingen die ik van jou geërfd heb). Voor het naar bed gaan altijd even kriebelen en dan heel strak ingestopt worden. Maar ook zonder het lekkere eten en al de verwennerij was het altijd leuk om bij jullie te logeren. Dit kwam vooral omdat jij altijd zo goed luisterde. Van elk kleinkind weet je nog steeds precies hoe het met hem/haar gaat en waar ze mee bezig zijn. Alle resultaten van tentamens, schaaktoernooien, proefwerkweken, basketbalwedstrijden worden bijgehouden. En dit van dertien kleinkinderen! En daarom is het, ook al is het niet hetzelfde huis, nog altijd heel fijn om bij jullie ¶WKXLV te komen.
Ik hou van je, 6DUDK
«LQQXPPHU
Er zijn natuurlijk ook herinneringen aan mijn logeerpartijen bij jullie die niets
/LHYH2PD
Je bent een mooie oma Je bent een leuke oma
Je bent een probleem oplossende oma Je bent een begripvolle oma Je bent een gevende oma Je bent een talentvolle oma Je bent een warme oma Je bent een altijd opgewekte oma Je bent een creatieve oma Je bent een geïnteresseerde oma Je bent een lieve oma -HEHQWPLMQOLHYHRPD
0LUMDK
«LQQXPPHU
Je bent een zorgzame oma Je bent een goed luisterende oma
7ZHHVRQQHWWHQ
*HQH]LQJ
Een keer, toen ik burn-outje speelde keek mijn moeder mij verwonderd aan Zij dacht die jongen stelt zich aan maar vroeg bezorgd wat eraan scheelde
“Niet alleen dat, het is meer alles bij elkaar”, zei ik (van de hoge koorts was ik gaan zweten) “Ik heb het gewoon wel heel erg zwaar.” Toen zei mijn moeder: “Je moet niet vergeten om aan anderen te denken. Dat helpt, echt waar.” Ik geloofde het direct. Zij kon het weten. (HQEHHWMHODDWH[FXXV YULMQDDU'HPRHGHUGHYURXZ YDQ0DUWLQXV1LMKRII
Ik ging om mijn eigen rommel niet te zien mijn lieve moeder steeds meer mijden Ik had met haar wel medelijden maar meer nog met mijzelf misschien Dat ik bleef liggen op mijn bed terwijl zij mij riep, onderaan de trap Ik lachte zwart als om een grap dook onder in dadenloos verzet Ons huis een schip waarop ik voer of eigenlijk dreef, ik liet mij gaan mijn moeder wankelend aan het roer Haar stemloos huilen bracht mij tot staan Ik wachtte, genageld aan de vloer. Wat ik niet deed, deed ik haar aan.
+DQV
«LQQXPPHU
Als patiënt was op mij niets aan te merken Dat deed ik goed, de kwaal was fout Mijn moeder vroeg: “Zeg, zo’n burn-out, die krijg je toch van heel hard werken?”
Elk jaar wanneer het Sinterklaasfeest dichterbij komt, dringt de gedachte zich weer op dat het geloof onlosmakelijk verbonden is met het kind zijn. Als je ouder bent weet je wel beter. Ik herinner me dat ik me afvroeg waarom ik twee keer Sinterklaas vierde en dat ik tot de conclusie kwam dat jij en opa wel een soort bijzondere overeenkomst met hem moesten hebben. Jullie ontmoetten hem diep in de nacht op het dak, om wachtwoorden en vervolgens cadeaus uit te wisselen. Ik dacht het niet, ik geloofde het. Kinderen geloven nou eenmaal overal in, zeg ik tegen mezelf nu ik eraan terugdenk. Voor mij waren Grote mensen een soort Goden. Papa was uiteraard de Oppergod, zoals hij zelf zei: "Quod licet Iovi, non licet bovi." Al wist ik bij Papa niet wat het betekende. Maar jij en opa waren de Oergoden, waaruit alles ontstaan was. Voor jullie was niks en uiteraard zouden jullie altijd blijven bestaan. Je bent helemaal niet zo oud hoor oma, maar toen nog wel. De ontgoocheling, het ongeloof, kwam met de jaren, zoals wijsheid met de jaren komt. Het eerste meisje waarop ik verliefd was, was in mijn ogen ook een Godin. Ik aanbad haar en ik was ervan overtuigd dat ze voor altijd onbereikbaar zou zijn. Ze was niet onbereikbaar en verloor daardoor al een beetje van haar goddelijkheid. Toen ze een keer opstond en wegliep, wou ik opspringen en uitroepen: "Nee, niet de wc!" Maar ik kon het niet en ik was er niet meer toen ze terugkwam. Ze was van haar voetstuk gevallen, zoals later iedereen tegen wie ik opkeek van zijn voetstuk zou vallen. Toch bleef ik in jullie, Oergoden, geloven, misschien zoals kinderen aan Sinterklaas vasthouden, misschien omdat jij en opa aan het Goddelijke raken. Nu zijn jullie allebei helaas uit de hemel gevallen en ben ik ongelovig. De dag dat opa mens werd is nog niet zo lang geleden. Hoewel hij op miraculeuze wijze is genezen, besefte ik toch dat hij sterfelijk was. En toen brak die noodlottige dag aan, waarop jij je goddelijkheid verloor. Het was een donkere, regenachtige dag, maar misschien maak ik dat er nu van, want de gedachte aan die dag doet me rillen. Ik liep met Bas, een vriendelijke reus, nietsvermoedend door de stad. We hadden het waarschijnlijk over onze studie, want daar praten we meestal over. We praten ook wel over andere zaken, maar als ik moest gokken, zou ik zeggen dat we het over de geschiedenis hadden. Ik liep dus in een ver verleden toen het heden zich plotseling aan me opdrong. "Hoi oma, dit is Bas", zei ik kinderlijk, maar op hetzelfde moment verloor ik het laatste beetje kind in mij. Ik kwam je tegen in de stad, winkelend met een vriendin en het klopte niet. Dit was niet mijn oma, dit mocht niet mijn oma zijn. Jij winkelde toch niet? "We zijn aan het winkelen", zei je. Het was vreemd, want ik moest toch hebben geweten dat je wel eens winkelde met een vriendin in de stad, maar je beseft het pas wanneer je het met je eigen ogen ziet. Ik liep snel door, voordat je me voorstelde aan je vriendin. De vriendin mocht geen naam hebben, ik wou dat ze er niet was en dat er nooit sprake van winkelen was geweest. Ik was helemaal niet in de stad. Als je eenmaal je geloof kwijt bent, krijg je het niet meer terug. Ik was verloren. Elk jaar na het Sinterklaasfeest zit ik in een luie stoel na te genieten, met de smaak van de Godenspijs (gebakken aardappeltjes) nog in mijn mond en een voor mij heilig boek op schoot. Kerst moet dan nog komen. En uiteindelijk kan het nieuwe jaar toch niet beginnen zonder een telefoontje naar opa en oma. Kus, *DDLNH
«LQQXPPHU
/LHYHRPD
6WRNMHZHYHQ
Oma had wel iets wat makkelijker en kleiner was. Stokje weven; je hebt 3 stokjes en daar wind je een touwtje heel strak omheen. Ik bedacht dat als ik dit heel goed kon, ik op een dag ook achter het weefgetouw zou kunnen zitten. Stokje weven was, naast lezen en computeren, een van de standaard bezigheden, wanneer ik bij opa en oma logeerde. Ik zat meestal op de bank met de stokjes in mijn hand. Opa zat dan een boek te lezen of achter zijn laptop en met oma kletste ik dan meestal gezellig over van alles en nog wat. Ik herinner me nog een keer, dat ik met Judith bij opa en oma logeerde. ’s Avonds, toen we al in bed lagen, fantaseerden we over een circus. We zouden de volgende dag aan de acts beginnen, met hoepels en zelfgemaakte dansen. Een tentdoek zouden we maken door te gaan stokje weven. [;[)HQQLH
«LQQXPPHU
Oma heeft een groot weefgetouw. Vroeger, toen ik nog heel klein was, zag het er enorm uit. Met al die wielen aan de zijkanten en de draden die om al het hout zaten gespannen. Het zag er uitdagend uit om mee te gaan spelen, maar toch durfde ik het niet goed, omdat ik bang was dat ik iets kapot zou maken, waardoor oma niet zulke mooie kleden meer kon maken. Ooit, hoopte ik, zou ik net zulke mooie kleden en matten kunnen maken op dat grote ingewikkelde weefgetouw.
YDQ3LHWHU
«LQQXPPHU
9RRURPD
Jij bent er al heel mijn leven lang, mijn oma. Mijn oma verwende mij vroeger verschrikkelijk. Met kerst en met de verjaardagen maakte oma gebakken aardappeltjes, speciaal voor mij, dat weet ik zeker. Ik at vroeger zoveel dat mijn maag vol zat en ik met krampen in mijn buik op de grond lag. Die gebakken aardappeltjes waren bijzonder, allemaal bruin gebakken en allemaal even verrukkelijk. Ieder jaar keek ik uit naar de feestdagen. Het ging zelfs zover dat ik de dagen voor de feestdagen een hongerstaking begon zodat ik maar meer en meer aardappeltjes kon eten. Pappa en mamma zeggen dat ik de rest van het eten thuis niet lustte en daarom weinig at en dat inhaalde met de aardappeltjes, maar dat is niet waar! Ik liet de rest van het eten staan om zoveel mogelijk gebakken aardappeltjes te kunnen proeven. Die aardappeltjes waren de honger waard. En er was meer: mijn oma maakt altijd groentesoep, omasoep. Vroeger lustte ik die niet, want er zaten “dingetjes” in. Als ik dat zei, bedoelde ik die slijmerige aalvormige slangetjes van een vermicelli. Ze glibberen je mond naar binnen, ik wilde ze uit de soep! Voor iedere andere kok een belediging, maar oma had het zeefje al gepakt voordat pappa en mamma konden zeggen dat ik de soep toch moest opeten en ik kreeg mijn kommetje bouillon met gehaktballetjes. Je bakte speciaal gebakken aardappeltjes als ik de spaghetti niet lustte, je kocht meloen voor mij, en veel meer. Stiekem verwen je mij nog steeds, ik krijg nog steeds meloenen en die heerlijke nougat als ik langskom. Dankjewel lieve oma. -DDS
«LQQXPPHU
/LHYH2PD
/LHYH0DPD
Wij hadden laatst een gesprek over jouw geloof en dat van onze dappere dominee van Eenrum. Jouw geloof in een God is zo groot, of de door jou gedachte God is zo groot dat hij niet eens zou hoeven te bestaan. Misschien is God wel zo groot dat hij niets liever wil dan dat wij ernstig twijfelen aan zijn bestaan. Een weldenkend wezen kan niet anders dan een twijfelend wezen zijn. Toch?
Te zijner tijd, over vele, vele jaren, zullen we onder aanvoering van Elly contact zoeken via Char die, nadat ze het hele alfabet bij langs is geweest, eindelijk de letter “F” zal opperen. Waarna wij met tranen in de ogen, dankbaar zullen roepen: “Ja, ze heette Fennie!!” en Char zal antwoorden: “Ja het zal wel, maar ik krijg luid en duidelijk “Fuck you all en laat mij nu eindelijk eens met rust!!” door". “Jullie moeder, oma en schoonmoeder gaat zich in het hiernamaals volledig te buiten aan alle mogelijke vormen van onbehoorlijk en asociaal gedrag. En ze vindt het heerlijk.” Mijn geloof in Char zou enorm toenemen en enige opluchting zou zich zelfs van mij meester maken. Maar ja, dat is het hiernamaals. Laatst reed ik op weg naar mijn werk voor jullie huis langs. Je was bezig met het herschikken van de bloemen en het glaswerk op het ronde tafeltje voor het raam. Jij zag mij niet. De pijl van de tijd duwde mij in de richting van de dagelijkse dingen terwijl jij in een parallel universum zachtjes duwde tegen de tijd. Alles wat was geweest en wat nog komen zou, leek gevangen in het verstilde tafereel achter glas. Het melkmeisje van Vermeer, maar dan iets ouder. Jouw niets ontziende twijfel, beschaving en vriendelijkheid. Ik zat te huilen achter het stuur. Het was geen verdriet of vreugde, maar meer dat het zo meedogenloos was wat het was. Ik hier, gehaast in de auto, en jij daar, rustig achter glas. En dat mijn kinderen straks ook ongemerkt aan mij voorbij zullen gaan. Mocht God toch iets minder groot zijn en wel stiekem de behoefte hebben om te bestaan dan weet ik haar adres. Nou ja, dat is misschien ook weer wat overdreven….. 'DWR
«LQQXPPHU
Maar hoe ouder je wordt, hoe aantrekkelijker het -of de- idee van een iets concretere God misschien wel wordt, met alle bestaansverlengende consequenties van dien. Mits deze natuurlijk wel voorzien zijn van een gezamenlijkheidsclausule aangaande de afvalligen en goddelozen binnen het gezin. Of juist niet?
«LQQXPPHU
«LQQXPPHU
Van hart gefeliciteerd met je verjaardag. Ik hoop dat ik dat op je honderdste weer schrijven mag. Dan doe ik dat met een lach. Het enige dat ik wil zeggen is dat ik van je hou. Die uitspraak blijf ik altijd trouw.
9DQ)UDQN
«LQQXPPHU
OLHYHRPD
2S]RHNQDDUHHQYHUORUHQWLMG
Misschien was ik toen wel heel dichtbij mijn moeders ‘inner world’. Ze zegt zelf vaak dat ze eigenlijk nogal melancholisch is. Zelf vind ik dat je daar niet veel van merkt. Al geloof ik het wel. Ik weet dat het waar is. Gek is dat toch hoe je weet dat iets waar is, al zijn er verder geen zichtbare tekens van. Maar verder dan die keer op Terschelling is het tussen mij en Proust niet gekomen. Of dat nu is omdat ik het idee had gekregen dat je zwaar verkouden moest zijn voor het lezen van Proust. Of omdat ik daar op Terschelling begrepen heb dat Proust een toegewijd lezen vraagt, en me dat tot nu heeft afgeschrikt. Ik weet het niet. Maar misschien is Proust ook gewoon niet zoveel mensen gegeven. Misschien is het wel een schrijver die zijn lezers uitkiest door hoe hij schrijft. Mogelijk hoor ik niet bij die ‘happy few’. Hoe dan ook, mijn moeder hoort daar wel bij. Zij kon (en kan naar ik aanneem nog steeds) Proust lezen. Zij voelt hem aan. Omdat ze zelf ook melancholische trekken heeft? Of omdat ze lijkt op haar oma Aukje Couperus? Deze oma was een verre nakomelinge van Franse hugenoten en verwant met Louis Couperus, wiens boeken ook een decadente, melancholische sfeer ademen. Het blijft speculeren. Bij mij lijkt het bloed in ieder geval te dun geworden, maar je weet het niet, misschien komt het nog. Proust heeft een onvergetelijke cyclus geschreven. Al was het alleen door die onvergetelijke titel: ‘op zoek naar de verloren tijd.’ Die titel brengt
«LQQXPPHU
Toen ik op de middelbare school zat, las mijn moeder alle boeken uit de Proust-cyclus. Het leek of ze de boeken van Proust niet las, maar proefde. Heet dat niet ‘savoueren’? En is dat by the way niet ook alweer Frans? Zelf heb ik Proust een keer geprobeerd. Ik had het eerste boek van de cyclus, de titel is me ontschoten, uit de bieb gehaald. Ik denk omdat ik nieuwsgierig was naar mijn moeders’ fascinatie voor deze auteur. Het was in mijn studietijd en als ik het goed heb rond oud en nieuw. Ik had bedacht dat ik wel een paar dagen naar de jeugdherberg van Terschelling wilde. Het scheelde niet veel of mijn vader kreeg een plaatsvervangende depressie toen hij van het plan hoorde. Maar ik ging natuurlijk wel. Eerlijk gezegd keek ik er achteraf ook mismoedig op terug. Al denk ik dat dat meer te maken had met een verkoudheid die opzette, en waar ik langzaam maar zeker ziek van werd. Wel gaf deze zware verkoudheid mijn eerste leeservaring met Proust iets speciaals mee. Door de verkoudheid was het alsof er watten om mijn hoofd waren gelegd. Ik had het gevoel alsof ik in een soort vacuüm binnenwereld belandde. Door het lezen van Proust kreeg die binnenwereld kleur. Het was een melancholische kleur, nogal zwaarmoedig, maar ook mooi, en diep. Meer kan ik me niet herinneren.
E
Ook dit jaar overweeg ik mijn moeder een stripboek te geven. Het is niet zomaar een stripboek. Het beroemde ‘a la recherche du temps perdu’ is in strip uitgebracht. Dat was vorig jaar ook al zo en misschien al wel veel langer. Maar ik aarzel nog of ik het wel of niet zal doen. Toch heb ik er een goede reden voor. Mijn moeder hield van Marcel Proust. Al hoor ik haar er de laatste jaren nooit meer over. Het kan natuurlijk zijn dat ze hem uit heeft (;)).
0DUMLWV
«LQQXPPHU
Al met al weet ik nog niet of ik mijn moeder ‘Proust in strip’ ga geven. Er zijn bezwaren. Ik weet dat mijn moeder van Proust houdt. Maar ik weet ook dat ze niet van stripboeken houdt. Misschien als Proust zo toegankelijker wordt voor haar geliefde kleinkinderen, dan wel misschien. Maar ja, dat weet ik ook niet zeker. Ik hoop dat ik eruit kom voor ze 75 is.
E
Weltschmerz of ‘spleen’onder woorden. De tijd glipt ons door de vingers, of we nu in het heden of in het verleden leven. En ze is ongrijpbaar in de wendingen van het lot. Een scepticus als de bijbelse Prediker wil dit onder ogen zien. Die vindt enkel vrede in het genieten van de goede dingen. Een melancholische romanticus als Proust gaat op zoek naar een verloren tijd. Niet omdat hij het zo heel anders ziet dan Prediker. Maar omdat een romanticus dat zoeken niet kan laten. Dat zoeken moet om zichzelf. Ook als het niet tot vinden leidt. Ik denk dat mijn vader lijkt op de sceptische Prediker. Ik denk dat mijn moeder meer weg heeft van de romantische Proust. Van beide levensvisies is een levenskunst te maken. Ik vind dat mijn moeder en vader daar allebei in zijn geslaagd. Dat mag wel eens gezegd, dacht ik, na 75 jaar.
=RPRHGHU]RGRFKWHU
«LQQXPPHU
Mijn moeders moeder was een grote struise vrouw. Een grote vrouw die altijd zichzelf opdrukte uit de stoel, zodat ze zich als het ware lanceerde. Mijn oma was altijd wat kortademig maar liet zich daardoor niet afremmen. Ze had iets krachtigs. Ik dacht vroeger dat die kortademigheid kwam doordat ze te dik was en haar korset te strak had aantrokken. Later had ik door dat ze hartpatiënt was en altijd wat gedecompenseerd was. Oma Zuidhorn, zoals we haar noemden, was een echte oma. Als we bij haar kwamen, was ze er voor ons. Ze had de dag voordat we kwamen al gekookt, zodat ze daar niet veel aandacht meer aan hoefde te schenken, en ze maakte chocolademelk aangelengd met water, wat niet te drinken was, maar wat natuurlijk wel weer tijd scheelde. Zo kon ze de hele dag ons de volledige aandacht geven en samen met ons spelletjes spelen. Scrabble was haar favoriete spel en ze won dan ook altijd met woorden zoals barg. Als wij dan vroegen: “Maar oma, wat is nu een barg?”, zei ze: “Een barg hooi.” Wij moesten dan vreselijk lachen maar later bleek het woord toch in het woordenboek te staan. Het bleek “gecastreerd mannetjesvarken” te betekenen, een betekenis die je niet weer vergeet, maar waar je niet echt wat aan hebt. Toen ik wat ouder was, ging ik ook wel eens zelf met de bus naar haar toe. Dan leerde ze me breien met vier pennen en sokken te stoppen, iets wat ik later goed zou kunnen gebruiken. Ook kwam ze ongeveer één keer in de maand een dag bij mijn moeder om sokken te stoppen en boerenjongens of een advocaatje met slagroom te eten. Oma zat dan gezellig op de bank, met de groene sokkendoos van mijn vader naast zich, te praten en sokken te stoppen. Aan het eind van de middag bracht ik mijn oma meestal naar de bus. Stevig gearmd liepen we dan naar de bushalte. Gelijk nadat haar kaartje was afgestempeld, trok de bus al op en schoot oma van voor naar achter door de bus. Met een grote zwaai wist ze zich dan nog net op een stoel te werpen waarop ze vrolijk naar me zwaaide. Ik had hier als kind altijd moeite mee omdat mijn zo krachtige oma hier ineens zo kwetsbaar leek. Ook vond ik het voor haar vervelend dat ze in een leeg huis zou komen en had ik het gevoel dat achter haar vrolijke zwaaien ook iets verdrietigs zat. Mijn zus en ik hebben haar één keer zien huilen. Dat was toen we bij haar logeerden en mijn opa nog niet zo lang daarvoor overleden was. Er kwam familie van mijn oma op bezoek en die ging zeer empathisch over het verdriet van mijn oma praten. Heel goed natuurlijk, maar wij begrepen er niks van waarom oma aan opa herinnerd moest worden. Daardoor werd het toch alleen maar erger? Wij beseften toen nog niet dat opa nooit uit oma’s gedachten was. Als ik naar mijn moeder kijk, zie ik overeenkomsten met haar moeder, maar ook weer niet. Zo is mijn moeder op een heel andere manier betrokken bij haar kleinkinderen Ze weet altijd wat er bij iedereen speelt of leeft en vraagt er ook altijd naar. Mijn dochter belt haar dan ook regelmatig op om haar van van alles en nog wat op de hoogte te stellen. Ik belde mijn oma vroeger nooit om haar dingen te vertellen die ik die dag had meegemaakt. Maar als ik haar wel aan de telefoon had en haar iets wilde vertellen, had mijn oma soms zomaar de hoorn er weer opgelegd omdat zij vond dat het gesprek wel was afgelopen. Die betrokkenheid gaat in ons gezin zelfs zover dat onze jongens hun oedipale gevoelens niet alleen op mij richtten maar ook op hun oma.
Ik wilde op mijn vierde jaar nog met mijn vader trouwen en dan mijn moeder zijn. Onze jongens gaven rond hun vierde aan dat ze opa en papa dood wilden maken zodat ze met oma en mama konden trouwen, in de buik van oma wilden wonen en oma en mama de liefste van de wereld vonden. Dit wijst toch wel op heel veel liefde voor hun oma. Mijn dochter zei deze week nog: “Je lijkt in één opzicht niet op je moeder.” Ik dacht: nu krijg ik te horen dat oma veel liever is, maar het bleek om mijn twijfelzucht te gaan. Hier kan ik mee leven. Als ik voor de rest dan maar op mijn allerliefste moeder lijk!
«LQQXPPHU
0DUMDQNH
Zuidhorn, november 2007
Dikke kus van je kleindochter, +DQQDK
«LQQXPPHU
Het is altijd een feest als ik een dagje en/of nachtje bij jullie ben. Even alle aandacht voor mij. Als ik terugkom van jullie, ben ik even weer helemaal opgeladen en kan er weer tegenaan. Daarom wil ik tegen je zeggen: “Ik had me geen betere oma kunnen wensen’’. Je bent tot alles in staat en niets is gek genoeg. Alles mag en nee zeggen doe je liever niet. Dit alles maakt je een geweldige oma. Daarom vertel ik altijd vol trots over mijn oma. Iedereen weet hoe een geweldige oma ik wel niet heb. Daarom hoop ik dat mijn kinderen later net zo’n goede oma krijgen. Alles heb je al wel meegemaakt en nergens kijk je meer van op. Met de meeste dingen ga je heel modern om, terwijl niet alle mensen van jouw leeftijd dat zo doen. Aan jou kunnen ze nog eens een voorbeeld nemen. Ook ben je altijd positief. Die positieve instelling ben je nooit meer kwijtgeraakt en dat helpt je overal doorheen. Bijvoorbeeld bij opa toen die acuut ziek werd. Dit alles heb jij gewoon genomen zoals het kwam en je hebt veel moeten inleveren. Maar toch blijf je actief en je onderneemt nog van alles. Dit alles met veel plezier en ook al kan opa niet altijd mee, toch ga je. Dit moet je altijd blijven doen en anders nemen we jou wel dagjes mee. Ik hoop dan ook van harte dat er veel van die leuke uitjes blijven komen. Alles wat je voor me hebt gedaan en hebt betekend, is niet te omschrijven. Zelf heb je dat niet altijd door maar soms zijn het maar kleine gebaren. Ik geniet er veel van. Zoals dat je even een goed woordje doet voor me bij pappa en mamma. Het zijn van die kleine dingen, maar toch. Als ze dan ook vragen wie mijn grote voorbeeld is, antwoord ik trots: “Mijn oma’’. Terwijl iedereen met sporters aan komt zetten, ben ik de enige met als grote voorbeeld mijn oma. Ook hoor ik soms dat vriendinnen hun oma’s met een beetje geluk eens per maand zien. Dan denk ik wel dat ik heel gelukkig mag zijn dat ik jou wekelijks zie of spreek. Daarom wil ik ook afsluiten met de woorden: Oma, je bent een schat!
/LHYHRPD
«LQQXPPHU
+HWJHKHLPYDQGHUXwQH
:RUGWYHUYROJG
«LQQXPPHU
Hoofdstuk 1 Triiiing. De bel ging. Robin rende snel de klas in. Hij was nog net op tijd, meester Tom wou net beginnen. Eerst gingen ze in de kring, terwijl ze hun stoelen neerzetten vertelde de meester de cijfers van de taaltoets van gisteren. ‘Tim een acht, Robin een vier, Natasha een negen…’. Die middag na school liep Robin naar huis, hij baalde ervan, dit was al zijn derde vier. Wat zal zijn moeder er van zeggen, zal ze weer boos worden? Toen hij thuis kwam was zijn moeder aan het opruimen, na de verhuizing was het nog steeds wat rommelig. Overal stonden dozen. Zijn moeder vroeg hoe het op school ging, Robin antwoordde: “goed hoor, we zijn begonnen met breuken.” Hij vertelde nog niet over zijn cijfer. Die avond in bed lag Robin nog lang te piekeren. De volgende morgen vertelde meester dat ze die middag een plastic zak mee moesten nemen voor het rapport. Toen Robin dat hoorde, schrok hij. Zijn moeder zal nu al zijn vieren zien. Onderweg naar huis bedacht hij een plannetje. Als hij vanmiddag nou eens geen plastic zak meenam, dan mocht hij zijn rapport waarschijnlijk ook niet mee. Die middag had iedereen een plastic tas bij zich behalve Robin. Dus, zoals gepland, mocht Robin zijn rapport niet mee naar huis. Toen hij thuiskwam vroeg zijn moeder naar zijn rapport. Robin zei dat hij zijn plastic tas was vergeten. Toen pakte zijn moeder een plastic tas uit de la. Ze zei dat Robin even weer naar school moest rennen om zijn rapport op te halen. Onderweg naar school dacht Robin even na. Als hij zonder rapport thuiskwam, zou zijn moeder boos worden, en als hij zei dat de meester zijn rapport kwijt was geraakt, dan zou zijn moeder dat navragen. De enige optie was dat hij zijn rapport meenam naar huis. Eenmaal op school zag hij meester Tom achter zijn bureau zitten. Hij liep de klas in en vroeg: “Ik heb thuis nog even een tas gepakt, dus mag ik nu mijn rapport?” Meester Tom gaf Robins rapport aan hem, en zei: “In het vervolg wel een tas meenemen.” Robin rende snel terug naar huis. Toen hij binnen kwam, was zijn moeder eten aan het koken. Ze vroeg: “Heb je je rapport meegenomen?” Robin antwoordde ja. Hij gaf zijn moeder zijn rapport. Hij rende snel naar boven. Toen hij op zijn kamer was, hoorde hij zijn moeder roepen. Hij liep de trap af naar beneden. Daar stond zijn moeder met een boos gezicht naar hem te kijken……
'RRU:LVVH
«LQQXPPHU
Ik bedenk me nu dat het gebrek aan initieel enthousiasme voor het schrijven van een stukje onder de familieleden misschien ook deels verklaard kan worden doordat we altijd dit soort stukjes schrijven voor dit soort gelegenheden. Misschien moeten we de volgende keer weer eens wat anders verzinnen. Maar dit terzijde. Goed, zoals ik al zei: er is voor ons kinderen in feite geen belangrijkere dag dan jouw geboortedag (ja pap, die van jou is minstens zo belangrijk, maar daar hebben we het nu even niet over). Dus ik dacht: laat ik eens checken wat er eigenlijk op die gedenkwaardige dag, 75 jaar geleden, is gebeurd. Dat doe je dan tegenwoordig via Google (een bibliotheek of archief kom ik niet meer in, ben ik ook te lui voor). Op 29 november 1932 blijkt Maria te zijn verschenen aan vijf Belgische kinderen (die had je toen nog). Ook is de voormalige Franse president Jacques Chirac op die dag geboren. Dat is het dan ook wel qua spektakel voor jouw geboortedag. Vandaar dat ik vervolgens dacht: laat ik eens kijken naar een nog veel belangrijkere dag voor ons allen (en zeker ook voor jou): de geboortedag van je zoon Mathijs. 20 april 1968 lijkt zo op het oog wat spannender, met vredesonderhandelingen tussen Hanoi en Amerika, demonstraties in Griekenland en overleg tussen West- en Oost-Duitsland. Ook werden er 140 mensen ontslagen bij de ringverwarming in Leeuwarden. Vooral dit laatste lijkt me in verband met ons latere verblijf in die stad significant (en indicatief voor iets, wat weet ik niet). Nou ja mam, het komt er dus eigenlijk op neer dat bovenstaande data maar op één manier echt van belang waren, namelijk dat jij en ik toen geboren werden (vooruit: dat geldt waarschijnlijk voor alle geboortedagen van leden van deze familie en dan bedoel ik ook de aangetrouwde). Zulke dagen verdienen aandacht, moeten speciaal blijven.
«LQQXPPHU
Marjanke kreeg in eerste instantie weinig respons toen ze voorstelde dat we allemaal een stukje zouden schrijven ter ere van jouw verjaardag. Terecht reageerde Marjan hier wat geïrriteerd op. Het gaf mij ook echt een beetje te denken: wat is er toch met ons allemaal gebeurd dat we zoveel andere dingen belangrijker vinden en geen tijd hebben om wat aandacht te besteden aan het heuglijke - en voor ons toch redelijk essentiële - feit dat onze moeder ooit geboren is (en natuurlijk vooral dat ze nog steeds onder ons is)? Ik heb hier geen antwoord op, wil hier ook geen antwoord op hebben. Wat het ook is, we moeten het vooral niet meer doen. Ik moet het niet meer doen. Je hebt mij het leven gegeven mam en nog veel meer dan dat, namelijk een leven vol liefde en genegenheid (er zijn werkelijk niet genoeg woorden voor). Dat is belangrijker dan wat dan ook en daarom verdien je te allen tijde mijn aandacht. Maar dat is misschien ook een beetje waar pap wel eens aan refereert: zo'n perfecte moeder, met zo'n onbaatzuchtige liefde, dat is soms wel eens wat te veel. In elk geval leidt het bijna automatisch tot een zeker schuldgevoel, omdat je natuurlijk nooit hetzelfde terug kan geven (niet dat jij dat zou verwachten overigens, dat is het 'm juist!). Maar dat is geen excuus voor mij om dan toch maar vaak wat afstandelijk, nukkig of nors richting jou te zijn, ma. Ik zou het niet moeten doen, weet eigenlijk ook niet waarom ik het doe. Hierbij en voor altijd: sorry. Oké, genoeg met de krokodillentranen en het verkapte zelfmedelijden.
E
$OOHUOLHIVWHPDPD
Ik hou van je mama. Een dikke, knuffel (heb ik je ook veel te weinig gegeven in de loop der jaren), 0DWKLMV
«LQQXPPHU
Je ziet mam, zelfs dit stukje, wat toch een liefdesbetuiging en eerbetoon aan jou had moeten worden, verandert al weer snel in een egodocument. Het lot van de onbaatzuchtige moeder is dat haar kinderen haar te makkelijk voor lief nemen (“Hest die pien doan, mien jong?”, uit dat sprookje over die jongen die z'n moeder vermoord heeft, waarna haar hart toch nog tot 'm spreekt als hij is gevallen). Maar toch niet helemaal. Ik hoop dat je gemerkt hebt dat toen je ons nodig had, toen het niet goed ging met papa, dat je kinderen er toen ook voor jou waren. Zoals jij er altijd voor ons bent als we jou nodig hebben (dit geldt ook voor papa hoor). Misschien is dat wel het belangrijkste waar we op jouw verjaardag bij stil moeten staan: dat we een familie zijn dankzij jou. Dat is veel waard.
E
Misschien is het tijd dat ik dat ook ten aanzien van m’n eigen verjaardag weer eens ga doen (Marjan, ik wil graag dat je regelt dat iedereen een stukje schrijft voor mijn 40ste verjaardag; dat is wel het minste, nadat niemand van jullie, al was het maar als tweede naam, een van jullie kinderen naar mij vernoemd heeft; Gaaike en Marjits verwijt ik in dezen overigens niets).