BESPARING ERFBELASTING DOOR “IK“IK-OPA/OMAOPA/OMA-CLAUSULE” (vanaf 2010) 2010)
In navolgende is een toelichting van “ik-opa/oma-testamenten” opgenomen, hetgeen met name relevant is voor mensen met kleinkinderen en behoorlijke vermogens. Tevens treft u – aan de hand van een casus - een cijfermatige uitwerking aan. Eventueel reeds bestaande“ik-opa/omatestamenten”, waarbij geen rekening is gehouden met de wetswijziging per 1 januari 2010, dienen te worden aangepast. 1.
“Ik“Ik-opa/omaopa/oma-testament
Door een “ik-opa/oma-clausule” vererft aldus een deel van het vermogen rechtstreeks van grootouders naar kleinkinderen. Langs deze weg wordt dubbele vererving met dito successierecht voorkomen (“generation skipping”). Anders zou dit vermogen immers eerst naar het kind gaan en na zijn/haar overlijden bij de kleinkinderen terecht komen, waardoor over hetzelfde vermogen tweemaal erfbelasting is verschuldigd. De besparing erfbelasting komt dus pas tot uitdrukking bij het overlijden van het kind. Echter, ook bij overlijden van opa en/of oma wordt een besparing erfbelasting bereikt omdat het tarief voor de kleinkinderen in de eerste tariefschijf 18% is, hetgeen 2% lager is dan het 20%-“toptarief” voor kinderen bij een belastbare verkrijging boven € 115.708 (2012). Bij een belastbare verkrijging hoger dan € 115.708 (2012) geldt voor de kleinkinderen het 36%-tarief, zodat dit fiscaal niet wenselijk is. Langs deze weg worden de kleinkinderen - op een fiscaalvriendelijke manier - financieel door de grootouders bedacht. Omdat de kleinkinderen hun vordering veelal pas kunnen opeisen bij overlijden van de (langstlevende) ouder, zal deze “papieren” schuld aan de (klein)kinderen door het kind vermoedelijk niet als bezwaarlijk worden ervaren. Wel dient bedacht te worden dat door een “ikopa/oma-clausule” de vrijheid voor de kinderen om eventueel anders over dit door hun ouders nagelaten vermogen te beschikken wordt uitgesloten, hetgeen ook juist de bedoeling kan zijn. Gezien de behoorlijke omvang van de verkrijging door de kleinkinderen is het wel raadzaam deze testamentair onder bewind te stellen, bijvoorbeeld tot hun 27-jarige leeftijd. Dit is van belang als beide ouders reeds voor de 27-jarige leeftijd van hun kind(eren) komen te overlijden. 2. Herziening oude “ik “ikik-opa/oma opa/oma/oma-testamenten” In de “ik-opa/oma-testamenten” vóór 1 januari 2010 werd een last aan de kinderen opgelegd om aan hun kinderen, dus de kleinkinderen, een bedrag schuldig te blijven om aldus erfbelasting te besparen. Vanwege wijziging van de Successiewet ingaande 1 januari 2010 werken dergelijke TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 1 van 6
testamentaire bepalingen niet langer en wordt de vordering van het kleinkind bij overlijden van zijn/haar ouder(s) als fictieve erfrechtelijke verkrijging van de ouder(s) belast. Aldus wordt dus tweemaal erfbelasting bij de kleinkinderen geheven, eenmaal over de contante waarde van de vordering bij overlijden van opa/oma, en eenmaal over de gehele (nominale) waarde van de vordering bij het overlijden van het kind. Aanpassing van de redactie van oude “ik-opa/omatestamenten” is dan ook noodzakelijk. 3. “IkIk-opa/oma opa/oma/oma-testament” nieuwe stijl (vanaf 2010) In het (herziene) testament kan vanaf 2010 met een geldlegaat ten behoeve van de kleinkinderen worden gewerkt. De kleinkinderen krijgen dan een renteloze vordering, welke pas opeisbaar is bij overlijden van de (langstlevende) ouder. Hoewel het resultaat (nagenoeg) hetzelfde is als bij de oude lastbepaling in “ik-opa/oma-testamenten”, kan langs deze weg voorkomen worden dat bij het overlijden van het kind wederom erfbelasting door het kleinkind is verschuldigd, waardoor de beoogde besparing van erfbelasting wel kan worden bereikt. Indien de schuld aan de kleinkinderen groter is dan hetgeen de zoon/dochter van opa c.q. oma heeft verkregen wordt ook de eigen nalatenschap van hun vader/moeder verkleind, waardoor nog minder erfbelasting zou zijn verschuldigd. De wetgever vond dit echter te ver gaan en heeft dit meerdere als fictieve erfrechtelijke verkrijging benoemd, waardoor hierover bij overlijden van vader/moeder erfbelasting is verschuldigd. Bij de bepaling van de omvang van het legaat aan de kleinkinderen dient dit aspect dan ook meegenomen te worden.
Let op: Indien de langstlevende ouder het schoonkind blijkt te zijn wordt – gezien de huidige wettekst (art. 10 lid 9 SW 1956) - de schuld aan de kleinkinderen mogelijk niet in mindering gebracht, zodat alsdan meer erfbelasting is verschuldigd. 4. Cijfermatige uitwerking Als bijlage treft u aan de hand van een fictieve casus een cijfermatige uitwerking aan. Het “ikopa/oma-testament” levert in dit voorbeeld op een totaal door opa en oma na te laten vermogen van € 2,5 mio - na overlijden van opa en oma (€ 9.256) en hun kind ( € 431.664) – een (maximaal) erfbelastingvoordeel op van € 440.920!
TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 2 van 6
Casus met uitwerking uitwerking vererving en erfbelasting bij “ikik-opa/oma opa/oma/oma-clausule” clausule” In onderstaande casus wordt uitgegaan van in gemeenschap van goederen gehuwde opa en oma, welke één kind en twee kleinkinderen hebben. Beide grootouders hebben een testament opgesteld, waarin een dusdanig legaat c.q. erfdeel voor de langstlevende is opgenomen dat hij/zij de langstlevende-vrijstelling (max. € 603.600; 2012) precies volmaakt. Tevens is er een “ik-opa/omaclausule” uitgewerkt waarbij de kleinkinderen een renteloze vordering op hun ouder krijgen, dus het eigen kind van opa/oma, welke pas opeisbaar is bij overlijden van betreffende ouder. In de uitwerking wordt uitgegaan van navolgende samenstelling van de huwelijksgoederengemeenschap van opa en oma: Eigen woning (WOZ-waarde)
800.000
Overige bezittingen
500.000
Bank- en effectentegoeden
1.200.000 __________
Totaal
2.500.000 =========
Vererving en erfbelasting bij overlijden opa/oma en (later) het enig kind 1.
Vererving en erfbelasting bij bij eerste overlijden opa/oma
Vererving bij eerste overlijden Omvang nalatenschap bij overlijden man of vrouw = 50% van € 2.500.000 = € 1.250.000. € Omvang nalatenschap
1.250.000
Af: (Opeisbaar) Geldlegaat beide kleinkinderen
-38.228
Contante waarde vordering beide kleinkinderen
-237.416
Waarde vruchtgebruik (gedeeltelijke renteloosheid overbedelingsschuld) c.q.
-600.000
contant afvullegaat ten behoeve van langstlevende* __________ Resteert voor erfgenamen
374.356 =========
1%-erfdeel langstlevende 99%-erfdeel kind
3.743 370.612 TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 3 van 6
* = De omvang van dit “afvullegaat” is afhankelijk van een eventuele keuze door de langstlevende voor goederen in vruchtgebruik. De vruchtgebruikwaarde wordt immers aangevuld met het “afvullegaat” om de langstlevende-vrijstelling vol te maken. De vrijstelling voor de langstlevende is € 603.600 (2012), waarop de pensioenimputatie (= helft van de waarde van de nabestaandenpensioenaanspraken) in mindering komt, waarna echter minimaal een successievrijstelling van € 155.930 resteert. In casu is er vanuit gegaan dat er geen nabestaandenpensioen is opgebouwd, zodat de vrijstelling erfbelasting voor de langstlevende € 603.600 is (= € 3.743 als erfdeel en restant ad (afgerond) € 600.000 als vruchtgebruik aangevuld met contant “afvullegaat”).
Erfbelasting bij eerste overlijden Onderstaand een berekening van de globaal verschuldigde erfbelasting bij het eerste overlijden van de man in 2012 (tarieven 2012): € Langstlevende
nihil
Kind (€ 115.708 x 10%) + {(€ 370.612 – € 115.708) x 20%}=
62.550
Kleinkinderen 2 x € 115.708 = € 231.416 x 18% =
41.654 __________
Totaal erfbelasting bij eerste overlijden
104.204 =========
2.
Vererving en erfbelasting bij bij overlijden langstlevende opa/oma
Vererving bij overlijden langstlevende Bij het kort daarop (> 30 dagen) overlijden van de langstlevende kan de nalatenschap als volgt worden becijferd: € Omvang nalatenschap*
1.250.000 + 603.743
Af: Geldlegaat beide kleinkinderen Contante waarde vordering beide kleinkinderen
-38.228 -237.416 __________
Resteert voor kind
1.578.099 ========= TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 4 van 6
* = is gelijk aan de nalatenschap van de eerststervende (€ 1.250.000), verhoogd met het door de langstlevende geërfde vermogen (€ 603.743).
Erfbelasting bij overlijden langstlevende Bij het kort daarop overlijden van de vrouw is de globaal verschuldigde erfbelasting: € Kind (€ 115.708 x 10%) + {(€ 1.578.099 – € 115.708) x 20%}=
304.048
Kleinkinderen 2x € 115.708 = € 231.416 x 18% =
41.654 __________
Totaal erfbelasting bij overlijden langstlevende
345.702 =========
De totale besparing erfbelasting ten opzichte van de variant zonder “ik-opa/oma-clausule” is € 9.256, hetgeen wordt veroorzaakt door het 2% (18% in plaats van 20%) lagere erfbelastingtarief over de verkrijging door de kleinkinderen (= 2x € 115.706 x 2= € 462.824 x 2%). 3.
Vererving en erfbelasting bij overlijden kind
Ervan uitgaande dat opa of oma in 2012 overlijdt en het kind/ouder dan tussen 40 en 50 jaar is, bedraagt de (nominale) waarde van de vordering per kleinkind € 539.581 (conform tabel art. 5 Uitv. Besl. SW 1956). Op de nalatenschap van het kind komt deze nominale waarde van de schuld aan zijn kinderen ad € 539.581 per kind in mindering. Bij kort na elkaar overlijden van opa en oma is de schuld in dit voorbeeld € 1.079.162 per kleinkind ofwel € 2.158.324 in totaliteit, hetgeen echter pas na overlijden van het kind/ouder door de kleinkinderen opeisbaar is. Op de totale erfrechtelijke verkrijging door het kind ad € 2,5 mio komt € 449.906 (= € 104.204 bij eerste overlijden + € 345.702 bij overlijden langstlevende ouder) erfbelasting in mindering. Er resteert dan (bijna) voldoende geërfd vermogen om de schuld aan de (klein)kinderen - bij overlijden van de langstlevende ouder - daadwerkelijk te kunnen voldoen. Door de “ik-opa/oma-clausule” komt bij overlijden van het kind voornoemde schuld aan de (klein)kinderen op zijn/haar nalatenschap in mindering. Hierdoor zijn de kleinkinderen aanzienlijk minder erfbelasting verschuldigd. De besparing erfbelasting bij overlijden van het kind is als volgt te becijferen: 20% x € 539.581 x 2 (klein)kinderen x 2 (vererving opa én oma) = € 431.664.
TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 5 van 6
Omdat in casu het kind van de ouders ruim € 2,5 mio erft, hetgeen meer is dan de schuld aan zijn/haar kinderen ad € 2.158.324, is de onder 1 genoemde fictieve erfrechtelijke verkrijging niet van toepassing. Indien gezien het door opa en oma naar verwachting na te laten vermogen een dergelijke schuld aan de kleinkinderen te hoog wordt geacht, is het raadzaam dat een lager bedrag (met een contante waarde < € 115.708) aan de kleinkinderen wordt gelegateerd. 4. Samenvatting Het “ik-opa/oma-testament” levert in dit voorbeeld op een totaal door opa en oma na te laten vermogen van € 2,5 mio - na overlijden van opa en oma (€ 9.256) en hun kind ( € 431.664) – een (maximaal) erfbelastingvoordeel op van € 440.920! ESJ Accountants & Belastingadviseurs Theo van Vugt Tax-Belastingadviseur/NMI Mediator Hoevenstein 16 4903 SC Oosterhout www.esj.nl
[email protected]
TV/sw/120102400/20110701093847/Pagina 6 van 6