Route K - Volière en fazanterie ►
Start bij de volière; de vragen 1 t/m 6 gaan over een aantal grote Europese vogels. De vragen over de andere dieren van deze route hoeven niet in de juiste volgorde te staan. Dat komt omdat je de vogels buiten in hun kooi kunt aantreffen of binnen in de fazanterie. Bij slecht weer kunnen ze binnen zitten.
■ 1 a
Kwakken De kwak is een vogel die in Nederland erg zeldzaam is. Dat hij zelden wordt gezien, heeft nog een andere reden. Kun je, lettend op z’n Duitse naam, deze reden geven? ___________________________________________________________________________
kwak
b
De kop van een kwak is in de broedtijd versierd met een verenkuif. Kun je zien uit hoeveel veren zo'n kuifje bestaat? Zo ja, uit hoeveel? ___________________________________________________________________________
c
Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen? ___________________________________________________________________________
d
Tegen de broedtijd verandert bij kwakken de kleur van de poten in felgeel of rozerood. Onder invloed van welke regulerend orgaanstelsel gebeurt dit? ___________________________________________________________________________
■ 2
a
Lepelaars De snavel van een lepelaar is een uiterst gevoelig tastorgaan. De geringste beweging in het water wordt waargenomen. Met snelle rukkende hoofdbewegingen wordt de oeverbodem afgetast. Het voedsel kan uit van alles bestaan want de lepelaar zoekt zijn voedsel in zoet, zout en brak water. Stekelbaarsjes en andere kleine vissen, libellenlarven, kreeftjes, garnalen, krabben en mosselen en wat plantaardig voedsel staan op zijn menu. Het water mag niet dieper dan ongeveer 30 cm zijn. Moet het water helder van kwaliteit zijn? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________
b
Staat de lepelaar hoog of laag in de voedselketen? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________
c
In Nederland is het aantal lepelaars weer aan het toenemen. Omdat er geen vossen op de Waddeneilanden leven, heeft een lepelaar daar niet veel te vrezen. Daarom zijn ze er massaal naartoe getrokken. Stel, er leven wel vossen, hoe ziet een mogelijke voedselketen er dan uit? ___________________________________________________________________________
■ 3
a
Zilverreigers De sierveren van de zilverreiger werden vroeger veel gebruikt om dameskapsels te versieren of gebruikt bij de vervaardiging van dameshoeden en militaire hoofddeksels. Daarmee was de zilverreiger bijna uitgestorven. Omdat het dier toen wettelijk beschermd ging worden, werden deze veren, ‘aigrettes’ genaamd (Frans voor ‘pluimen’ of ‘reigerveren’) niet meer gebruikt. Het verenkleed van zilverreigermannetjes en vrouwtjes is hetzelfde. In een dierentuin is het vaak belangrijk om te weten welke dieren de mannetjes zijn en welke de vrouwtjes. Waar zouden dierverzorgers goed op moeten letten om de mannetjes van de vrouwtjes onderscheiden? Ken je een andere manier hoe zij daar achter zouden kunnen komen? ___________________________________________________________________________
zilverreiger b
De hals van alle reigers hebben de vorm van een S. Waarom is dat zo, denk je? ___________________________________________________________________________
■ 4
Scholeksters Scholeksters eten geen vis hoewel de naam dat wel doet vermoeden. Wel eet hij ander voedsel waarvoor zijn stevige snavel goed aangepast is. De scholekster komt ook in Nederland voor: langs de kust maar vooral in het Waddengebied is dit een zeer algemene vogel. De laatste jaren zie je hem ook steeds meer in het binnenland. Wat eten scholeksters? ___________________________________________________________________________
■ 5 a
Kieviten De kievit is een algemene broedvogel in Nederland. Je komt hem voornamelijk tegen in weilanden, bouwlanden, heide en duinen. Het liefst met een beetje lage begroeiing. Waaraan kun je een kievit het beste herkennen? ___________________________________________________________________________
b
De kievit is een klein beetje uit het Nederlandse landschap aan het verdwijnen. Welke twee oorzaken waar de mens zelf debet aan is, kun je daarvoor noemen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
■ 6
Kraanvogels Kraanvogels zijn onder andere bekend om hun echtelijke trouw. Eenmaal een partner gevonden, blijven ze bij elkaar voor het leven. Mannetje en vrouwtje wisselen elkaar af bij het broeden. Kraanvogels houden van rust, van droge én natte plekken en van bomen. Sinds 2001 broeden er weer kraanvogels in het Fochteloërveen, in de provincie Drenthe. Omdat het kwetsbare hoogveen door de mens weer nat gehouden wordt, zijn kraanvogels er gebleven en brengen hier met succes hun jongen groot. In de grote vrije-vlucht volière kom je jufferkraanvogels tegen.
jufferkraanvogel
a
Welk gedrag is typisch voor alle kraanvogels? ___________________________________________________________________________
b
De tekening geeft een poetsende kraanvogel weer. De meeste vogels hebben onderaan hun rug een klier zitten, de stuitklier, die poetswas produceert. Deze was wordt met de snavel in de veren gewreven. Wat zou de functie van deze was zijn? Omcirkel het juiste antwoord. A B C
De was maakt de veren waterafstotend. De was zorgt voor de warmte-isolatie. De was zorgt ervoor dat de veren mooi glimmen.
■ 7
a
Roodkuiftoerako’s Door de kleurenpracht van hun veren zijn deze vogels zeer geliefd om hun veren alleen of als volièredieren. De kleuren worden veroorzaakt door verschillende pigmenten turacine (rood) en turacoverdine (groen). De namen van deze pigmenten hebben natuurlijk te maken met de soortnaam ‘toerako’. Je komt toerako’s voornamelijk in de bomen tegen. Op welke manier zijn toerako’s aangepast als het gaat om klimmen en lopen over de takken? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
b
Omdat een toerako vaker loopt dan vliegt, moet hij voortdurend zijn evenwicht bewaren als hij over de takken van een boom loopt. Dat gebeurt door telkens spieren te spannen terwijl andere spieren dan juist ontspannen. Hoe worden spieren die in tegengestelde richting werken, genoemd? ___________________________________________________________________________
■ 8
Dubbelneushoornvogels De broedwijze van neushoornvogels is zeer apart. Het vrouwtje broedt in een dichtgemetseld hol met een kleine opening voor het aannemen van voedsel en om de ontlasting kwijt te raken. Dat voedsel moet door het mannetje gehaald worden. Meestal zijn het vruchten maar ook jonge vogels, kleine zoogdieren en hagedissen worden naar het nest gebracht. Het vrouwtje, dat de snavel door de opening steekt, neemt het allemaal aan. De hoorn op de kop doet robuust aan maar is feitelijk hol van binnen. Wetenschappers vermoeden dat het eenzelfde functie heeft als sommige hoorns op de kop van uitgestorven dinosaurussoorten.
kop van een dubbelneushoornvogel a
Wat zou de functie van deze holle hoorn kunnen zijn? ___________________________________________________________________________
b
De veren van dubbelneushoornvogel hebben hun geelachtige tint gekregen door de helder gele olie uit de stuitklier. Welke twee (algemene) functies kan olie in het verenkleed van een vogel hebben? ___________________________________________________________________________
c
Het verenkleed van mannetjes en vrouwtjes ziet er hetzelfde uit. Ze zijn monomorf (‘mono’ betekent ‘één’ ; ‘morf’ komt van ‘vorm’). Hoe kun je de mannetjes onderscheiden van de vrouwtjes? ___________________________________________________________________________
■ 9
Hyacinthara’s Met bijna 95 cm is de hyacinthara de grootste papegaai te wereld. Om diefstal en handel tegen te gaan, worden vogels vaak in een register gezet. Op welke manieren worden deze ara’s geregistreerd? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Kea’s ■ 10 In de kooi van kea’s tref je nogal wat speeltuig aan. Dat hangt samen met het feit dat kea’s speelse en intelligente papegaaien zijn. Voor afleiding kunnen ze namelijk goed zelf zorgen. a Wat zie je in de kooi (buiten / binnen) zoal aan speelgoed? ___________________________________________________________________________
kea
b
Kea’s hebben ruime keuze uit het voedselaanbod in de bergen van Nieuw Zeeland. Zo zouden ze zich in het ergste geval vergrijpen aan lammetjes. Wat eten kea’s ‘normaal’ zoal? ___________________________________________________________________________
Boskalkoenen ■ 11 Bekend om hun speciale manier van broeden. Omschrijf kort hoe deze vogels broeden. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
►
De laatste drie soorten van deze route (vragen 12 t/m 14) zijn alleen binnen (fazanterie) aan te treffen.
Baardagamen (binnen) ■ 12 Reptielen kunnen over het algemeen goed horen. Het trommelvlies van een baardagame ligt vrijwel helemaal bloot. Een ander kenmerk van deze hagedisachtige is het voortdurend laten rusten van de buik op een tak of steen. Maar niet omdat ie moe is. a Waarom laten agamen hun buik op stenen of takken rusten? ___________________________________________________________________________ b
Wat is de functie van het trommelvlies? ___________________________________________________________________________
baardagame c
Welk deel of welke delen van het oor bevindt of bevinden zich direct achter het trommelvlies? Omcirkel de juiste letter. A B C D
De gehoorbeentjes. De gehoorzenuw. Het slakkenhuis. Het evenwichtszintuig.
Uilnachtzwaluwen (binnen) ■ 13 Deze op uilen lijkende nachtzwaluwen zijn nachtjagers. Ze eten muizen en kleine buideldieren. Overdag zitten ze doodstil en vallen ze nauwelijks op. Hoe zijn deze dieren nog meer aangepast om niet op te vallen? ___________________________________________________________________________
Mangroveslangen (binnen) ■ 14 Kenmerkend voor deze slang zijn z’n kleuren, zwart en geel. Bij veel andere diersoorten kom je deze kleurcombinatie tegen. Denk maar eens aan wespen, bijen, rupsen, kikkers, vissen, vliegen, etc.) a Welke reden kun je hiervoor noemen? ___________________________________________________________________________
b
Ook mensen gebruiken vaak de combinatie zwart en geel. Vaak om hetzelfde effect als de dieren te bereiken. Denk met je groepje eens na over welke producten of voorwerpen er zoal gebruikt worden met deze kleurcombinatie. Noem er zoveel mogelijk op! ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
mangroveslang
einde Route K - Volière en fazanterie