Welke kleur heeft jouw parachute? Een praktisch handboek voor werkzoekers en carrièreplanners Editie 2013/2014
Richard N. Bolles
U ITGEVERIJ N I EUW E Z IJDS
Oorspronkelijke titel: What Colour Is Your Parachute? 2013. This translation is published by arrangement with Ten Speed Press, an imprint of The Crown Publishing Group, a division of Random House, Inc. Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam Vertaling: Miebeth van Horn, Jan Willem Reitsma en Carla Prins Omslagontwerp: Bos & co., Amsterdam Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam © 2013, Richard N. Bolles © Nederlandse vertaling 2013, Uitgeverij Nieuwezijds De af beeldingen op bladzijde vi-vii, 77, 78, 138-139, 207 zijn gemaakt door Steven M. Johnson, auteur van What the World Needs Now. Af beelding bladzijde 164: Beverly Anderson. Foto omslag: Elnur (Shutterstock ®) ISBN 978 90 5712 382 5 NUR 809
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council (FSC) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.
Inhoud
Voorwoord Ik ben wanhopig: Hoe kan een boek helpen?
xi
Wat je als werkzoeker en loopbaanveranderaar moet weten 1 Hoe vind je hoop?
3
2 De zeven geheimen van de huidige banenmarkt
13
3 De beste en slechtste manieren om naar werk te zoeken
25
4 Levens-/werkplanning: een aanvalsplan opstellen
41
5 Je hebt meer inzicht nodig in wie je bent
51
6 Netwerken en sociale media
119
7 Vijf manieren om een loopbaan te kiezen of van loopbaan te veranderen 153 8 Heb ik echt een cv nodig?
165
9 Zestien tips voor sollicitatiegesprekken
183
Inhoud
ix
10 Hoe je met handicaps omgaat (echte of denkbeeldige)
207
11 De zes geheimen van het onderhandelen over salaris
219
12 Voor jezelf beginnen
233
De blauwe pagina’s Bijlage A Je levensroeping vinden
247
Bijlage B Hoe ga je met je gevoelens om als je werkloos bent?
267
Bijlage C Hoe kies je een loopbaanbegeleider of -adviseur?
273
Index
285
Over de auteur
289
Hoofdstuk 1
Hoe vind je hoop?
We leven in een vreemde wereld tegenwoordig. Oude regels worden herschreven. Dingen waarvan we dachten dat ze nooit zouden veranderen, doen dat wel. Er gebeuren dingen waarvan we dachten dat we ze nooit zouden meemaken. Dingen die we als vanzelfsprekend beschouwden, zijn nu aan het verdwijnen. Dingen werken niet meer op de manier waarop ze dat altijd hebben gedaan. En daar staan we dan, terwijl we een nieuwe koers voor ons leven proberen uit te zetten, en nog steeds hulp nodig hebben bij de essentiële vraag van ons bestaan: Waar ga ik van hier met mijn leven naartoe? Misschien gaan de dingen in ons leven op dit moment goed. Of misschien gaan ze ook niet goed. Misschien ontwikkelt ons leven zich op de manier die we gehoopt hadden. Of misschien is ons leven veranderd in een nachtmerrie, en hebben we geen idee hoe we aan onze huidige hachelijke situatie moeten ontsnappen. Het doet er niet toe. Zolang we hoop hebben, gaat het goed met ons. Het enige wat we niet moeten zijn, is hopeloos. Dus moeten we op zoek naar hoop, dat komt eerst en gaat voor alles; de enige vraag is, hoe vinden we die? Nu, er zijn vier oplossingen.
De eerste oplossing om hoop te vinden Deskundigen zijn er in de loop van de jaren achter gekomen wat in elk geval een voorwaarde is om hoop te vinden. En het is niet meer dan dit: om hoop te vinden moeten we zorgen dat we ten minste twee alternatieven hebben, in
4
Welke kleur heeft jouw parachute?
elke situatie waarin we ons bevinden, en bij elke taak waarvoor we komen te staan. Niet slechts één manier om onszelf te beschrijven, maar ten minste twee manieren. Niet onze zinnen zetten op slechts één loopbaan, maar op ten minste twee loopbanen. Niet slechts voor één soort baan een opleiding of omscholingstraject volgen, maar voor ten minste twee verschillende soorten banen. Niet op slechts één manier naar een baan zoeken, maar op ten minste twee manieren. Niet slechts naar één baan zoeken, maar naar ten minste twee banen. Niet slechts bedrijven van één bepaalde grootte benaderen, maar van ten minste twee soorten grootte, klein of groot. Niet slechts één locatie kiezen waar we graag werk zouden willen vinden, maar ten minste twee locaties. Niet slechts op één manier een locatie benaderen die ons interesseert, maar op ten minste twee verschillende manieren. Niet slechts één aanbod voor een baan zien te krijgen, maar ten minste twee aanbiedingen. Enzovoort. Enzovoort. Door in een situatie maar één plan, één optie te hebben, word je zonder twijfel wanhopig. Ik geef je een eenvoudig voorbeeld. In een onderzoek onder honderd werkzoekenden die maar één methode gebruikten om naar een baan te zoeken, bleken 51 mensen hun zoektocht in de tweede maand op te geven. Dat is meer dan de helft. Zij verloren de hoop. Aan de andere kant bleken van de honderd werkzoekenden die twee of meer verschillende manieren om naar een baan te zoeken, gebruikten, er maar 31 hun zoektocht in de tweede maand op te geven. Dat is minder dan een derde. De laatsten bleven doorgaan omdat ze hoop hadden. En dus moet je altijd aan deze waarheid denken: Om nooit hopeloos te worden, moet je ervoor zorgen dat je in iedere situatie waarin je je bevindt je niet alles op één kaart zet. Je moet ervoor kiezen altijd ten minste twee alternatieven te hebben, bij iedere uitdaging waarvoor je komt te staan, zodat je als overwinnaar uit de strijd komt en leeft wat de oude Grieken en Romeinen ‘een zegevierend leven’ noemden.
1 · Hoe vind je hoop?
5
De tweede oplossing om hoop te vinden In elke situatie, hoezeer we ons ook het doelwit voelen van grote krachten daarbuiten die volledig buiten onze controle vallen, kunnen we altijd iets vinden wat binnen onze controle valt, hoe klein ook, waaraan we kunnen werken. Om mijn punt te illustreren het volgende verhaal: een paar jaar geleden, toen ik een hoop advieswerk deed, en niet alleen over loopbanen, vroeg een vriend mij of ik kennis wilde maken met iemand die hij kende. Ze heette Mary. Ze had te horen gekregen dat ze multiple sclerose (MS) had. Ze had verschillende medische specialisten bezocht: neuroloog, psycholoog, internist, noem maar op. Ze hadden allemaal gezegd dat ze haar niet met de ziekte konden helpen. Mijn vriend zei, ‘Wil je haar zien?’ ‘Zeker, zei ik, ‘maar ik betwijfel of ik iets kan doen.’ De volgende dag nam mijn vriend haar mee. Ze kwam moeizaam over het voetpad voor mijn huis aanlopen, kwam binnen, ging zitten en na het uitwisselen van wat koetjes en kalfjes, kwam ik ter zake. ‘Mary’, zei ik, ‘wat is multiple sclerose?’ ‘Dat weet ik niet’, zei ze, met een toonloze en emotieloze stem. ‘Heel goed’, zei ik, ‘dan staan we quitte; want ik weet het ook niet. Maar ik stel het volgende voor. Ik weet zeker dat een groot deel van wat MS is buiten je controle ligt. Er is niets wat je eraan kunt doen. Maar dat kan nooit 100 procent zijn. Er moet een deel zijn, al is het maar 2 procent, of 5 procent, waar je wel controle over hebt. Daaraan kunnen we werken. Wil je dat?’ Ze zei ja. In de weken die volgden ging ze vooruit, tot ze uiteindelijk helemaal geen symptomen meer had (voor een poosje is dat typisch bij deze ziekte, maar dit duurde erg lang) en werd ze, omdat ze geen last meer had van haar stijfheid, model in 57th Street in New York. Het is dus zo dat er in iedere situatie waarin je je bevindt, hoe overweldigd je je ook kunt voelen, hoezeer je je ook beheerst voelt door dingen die net buiten je controle vallen, ergens een deel is waar je controle over hebt, 2 procent, 5 procent, wie weet? Er is altijd iets waaraan je kunt werken. En vaak kun je door dat kleine beetje te veranderen een heleboel veranderen. Misschien is de verandering niet zo drastisch als bij Mary, maar er is in ieder geval sprake van verandering. Het geeft je vooral hoop. Ik ben niet zo machteloos als ik dacht. Dit geldt zeker wanneer we zonder werk zitten, in het bijzonder als dat maar duurt en duurt. Ik parafraseer wat ik tegen Mary zei, maar nu heb ik het tegen de werkzoekenden en loopbaanveranderaars onder jullie: Ik weet zeker dat je over een groot deel van de situatie waarmee je te maken hebt geen controle hebt. Je kunt er niets aan doen. Maar dat deel kan niet 100 procent zijn. Er moet een deel zijn, al is het maar 2 procent, waarover je wel controle hebt. Zoek uit wat dat is. Steek
6
Welke kleur heeft jouw parachute?
daar dan al je energie in en werk eraan. Wie weet wat een verschil dat kan maken! [O, tussen haakjes, enkele voorbeelden van zaken waarover jij controle hebt: meer slapen; meer water drinken (we hebben meestal meer water nodig dan we denken); meer wandelen; het boek 14,000 Things to Be Happy About1 lezen; het bloemschema invullen (hoofdstuk 5 van dit boek); leren de wereld om je heen met meer aandacht te bekijken; meer moeite doen om naar andere mensen te luisteren; je aansluiten bij een steungroep met andere werkzoekenden; dit boek tweemaal lezen; je zoektocht naar een baan opnieuw onder ogen zien; meer met succesvolle werkzoekenden praten, hun vragen wat ze precies deden om werk te vinden. En, dat leuk vinden.]
De derde oplossing om hoop te vinden Neem aan dat niets wat ons overkomt alleen maar zin- en betekenisloos is, ook langdurige werkloosheid niet. In de context van ons hele leven zal het uiteindelijk betekenis blijken te hebben. Ik herinner me een voordracht die ik vele jaren geleden had gehoord, die een diepe en blijvende indruk op me maakte. Het was een praatje van een arts; een arts die toevallig onderzoeker was geworden. Hij bracht verslag uit over een onderzoek dat een aantal collega’s had gedaan naar genezing, in het ziekenhuis in New York waar hij werkte. Ze wisten al heel lang dat sommige mensen sneller genazen dan anderen, maar nu wilden ze erachter komen waarom dat zo was. Ik kan het onderzoek niet citeren; ik ben het in de loop van de jaren kwijtgeraakt. Maar ik kan je vertellen wat ik me herinner. Naar ik me herinner, doorzochten ze de dossiers van ontslagen patiënten om tweetallen te vormen: steeds twee mensen van dezelfde leeftijd, met dezelfde achtergrond, in principe dezelfde gezondheidstoestand, die dezelfde behandeling hadden ondergaan. Ze kozen tweetallen waarvan de een sneller genas dan de ander, vaak met groot verschil. De artsen zochten vervolgens contact met elk tweetal en ondervroegen ieder van hen uitgebreid om erachter te komen waarin de persoon die sneller genas verschilde van de ander. De voor de hand liggende verklaringen die bij ieder weldenkend mens opkomen bleken niet op te gaan bij de snelheid van genezing. Was degene die sneller genas fysiek fitter dan de ander? Nee. Optimistischer dan de ander? Nee. Welnu, waren het dan hun leefgewoonten: eten, slapen, lichaamsbeweging? Nee. Was het hun familiegeschiedenis? Nee. Was het de ongehuwde of gehuwde status? Nee. Was het omdat ze wel of niet in God geloofden? Nee. Nu, wat was het dan? 1
Door Barbara Ann Kipfer, Workman Publishing, 2007, herzien en bijgewerkt.
1 · Hoe vind je hoop?
7
Tot grote verrassing van de onderzoekers bleek dat degenen die sneller genazen geloofden dat alles wat hun was overkomen betekenis had, zelfs als ze op dat moment niet wisten wat die betekenis was. Degenen die langzaam genazen geloofden hier niet in. En dus leerden we: wat je denkt, kan van invloed zijn op je lichaam. En het kan dus ook je vermogen om te genezen beïnvloeden als je een crisis doormaakt. Ik werd vooral getroffen door de zinsnede in het rapport waarin stond ‘… zelfs als ze niet wisten wat de betekenis was.’ Blijkbaar is gewoon geloven dat niets in ons leven zinloos is voldoende. Natuurlijk geeft geloven je altijd hoop. Dus als we bijvoorbeeld werkloos zijn, kunnen we hopeloosheid vermijden door te geloven dat niets wat ons overkomt zin- en betekenisloos is. Misschien zien we die betekenis nu niet. Maar in de context van ons totale leven zal deze ervaring uiteindelijk betekenis blijken te hebben. Maar wat bedoelen we als iemand zegt, ‘Deze periode in mijn leven heeft betekenis, zelfs als ik niet weet wat die betekenis nu op dit moment is.’ Waarom weten we het op dit moment niet? Wel, wie zal het zeggen? Als we daarover willen speculeren, denk ik dat één reden kan zijn dat de tijd waarin we leven lijkt op een bedrijf in een toneelstuk dat uit twee bedrijven bestaat. Ik kwam tot dit inzicht in mijn eigen leven. Toen ik op een bepaald moment totaal onverwacht werd ontslagen, had ik diezelfde middag een afspraak bij mijn tandarts. Hij was een oude man en toen hij het nieuws hoorde, wees hij met zijn vinger naar mij en zei, ‘Je zult geen woord geloven van wat ik nu zeg, maar dit zal het beste blijken te zijn wat je ooit is overkomen. Ik heb het al te vaak zien gebeuren om daaraan te twijfelen.’ Nu, hij had gelijk; het was slechts het eind van het eerste bedrijf. Het tweede bedrijf bewoog me ertoe om uiteindelijk deze tweejaarlijkse ‘periodiek’ (want dat is hoe ik over dit boek denk) te schrijven, die gedurende de afgelopen veertig jaar bij de gratie Gods het leven van miljoenen mensen heeft helpen veranderen. Het eerste bedrijf, ontslagen worden, leek voor mij geen enkele betekenis te hebben, totdat het tweede bedrijf, het schrijven van dit boek, zich aandiende om het eerste bedrijf betekenis te geven. Dus als je bijvoorbeeld een sombere periode van werkloosheid doormaakt, en alles zin- en betekenisloos lijkt, bedenk dan dat het misschien alleen maar het eerste bedrijf is. Als het betekenisloos lijkt, doe je er goed aan uit te kijken naar het tweede bedrijf dat erop volgt. Misschien kom je er dan achter dat alles wat jou overkomt toch betekenis heeft.
8
Welke kleur heeft jouw parachute?
De vierde oplossing om hoop te vinden Besteed geen aandacht aan statistieken als ze je ontmoedigen. Alternatieven geven je hoop, maar statistieken kunnen die hoop wegnemen, als je ze meer gewicht toekent dan ze toekomt. Veel is afhankelijk van de statistieken waaraan je aandacht schenkt. De media, internet, blogs, tweets, nieuwsuitzendingen op tv, kranten, tijdschriften, allemaal zijn ze dol op statistieken. Maar over het algemeen zijn ze dol op een zeer bepaald soort statistieken, namelijk die statistieken die slecht nieuws brengen. Ontmoedigend nieuws. Kommer en kwel. Waarom is dit zo? Ik weet het niet. Maar het is zo. Voorbeeld? Aan het eind van elk kwartaal worden de nieuwe werkloosheidscijfers bekendgemaakt. Midden in de recente crisis, aan het eind van het derde kwartaal van 2009 was het totaal aantal werklozen in Nederland met 15.000 gestegen. Dat was nieuws. Maar uit cijfers van het CBS blijkt ook dat in dezelfde periode 176.000 vacatures zijn vervuld. En in dat laatste kwartaal van 2009 zijn 171.000 nieuwe vacatures ontstaan. Die getallen kregen echter veel minder aandacht. De stijging van het aantal werklozen is slechts de netto verandering aan het eind van het kwartaal. Maar het is niet zo dat er alleen maar werklozen bijkomen en afgaan: werknemers gaan dood, ze gaan met pensioen, verhuizen, worden ziek, worden rusteloos, zijn het zat en switchen naar een ander beroep; dus er moeten wel vacatures vrijkomen, voortdurend, en dat is ook zo. We moeten dus altijd in de gaten houden aan welke statistieken we de meeste aandacht schenken. Want echt, statistieken kunnen ons soms ook helpen, ze hoeven ons niet alleen maar depressief te maken. Hier volgens een aantal richtlijnen over de manier waarop statistieken je kunnen helpen: 1. Statistieken kunnen ervoor zorgen dat je geen energie verspilt. Bijvoorbeeld als je nadenkt over methoden om een baan te zoeken, kan het nuttig zijn om te weten dat de kans groot is dat het lonend is om tijd te steken in een bepaalde methode, of hoe groot de kans is dat je met een bepaalde methode waarschijnlijk alleen maar tijd zult verspillen. We zullen dit zien bij de bespreking van de vijf beste en de vijf slechtste manieren (relatief gesproken) om werk te zoeken. 2. Statistieken kunnen je naar bepaalde doelen leiden. Ze kunnen je vertellen wanneer een bepaald bedrijf het soort uitdagingen biedt dat je graag zou helpen oplossen, en wanneer een bedrijf meer problemen heeft dan je ooit hoopt mee te maken, omdat er zo veel op ze af komt. 3. Statistieken kunnen je aanmoedigen, als je weet hoe je ze moet lezen. Ken hun beperkingen. Statistieken over werk zoeken vatten bijvoorbeeld ge-
1 · Hoe vind je hoop?
9
woonlijk de ervaring van werkzoekenden samen die slechts één methode van werk zoeken hanteren. Jij weet echter dat er een alternatief is: als je werkloos wordt, grijp je naar twee of meer methoden, om zo de kans te vergroten dat je ook echt zinvol werk zult vinden. Dus deze statistieken zijn niet op jou van toepassing. En bedenk dat je maar één baan nodig hebt. Het doet er niet toe hoeveel andere mensen werkloos zijn, of hoe weinig vacatures er zijn. Je hebt er maar een nodig. Dat is voor jou het belangrijkste gegeven.
Conclusie De ondertitel van dit boek is Een praktische handleiding voor werkzoekers en loopbaanveranderaars. Veel lezers nemen daarom aan dat ik in het eerste hoofdstuk gelijk begin met het bespreken van strategieën en technieken voor het zoeken van een baan. Vroeger deed ik dat. Maar uiteindelijk ben ik erachter gekomen dat ik de meest intelligente, onorthodoxe en effectieve technieken ter wereld kan onderwijzen, maar dat een werkzoekende die allemaal teniet kan doen als hij of zij de verkeerde houding heeft. Neem twee werkzoekenden. Stel, het zijn alle twee mannen. Ze zijn in principe even oud. Ze hebben dezelfde achtergrond. Ze zijn even intelligent en hebben dezelfde geschiedenis. Ze zijn even lang werkloos. Dat zijn ze nu al maandenlang. Ze moeten moeite doen om financieel het hoofd boven water te houden. Ze overleven met het weinige dat ze hebben gespaard, met wat ze zo nu en dan kunnen verkopen, af en toe een klusje of een tijdelijk baantje, plus hulp van familie en vrienden, dat soort dingen. Maar hier eindigen de overeenkomsten. De een kookt vanbinnen van nauwelijks onderdrukte woede. Hij is woedend op de hele wereld, en in willekeurige volgorde: op zijn vorige werkgever, zijn oud-collega’s, de regering, politici, zijn beroep, zijn onderwijsinstelling, vrienden en God. Hij is erg rustig, praat niet veel en als hij praat, is het om te klagen hoe zijn leven uitgepakt heeft. Hij is nors, somber over zijn toekomst, voelt zich overbodig, en vindt dat het leven zoals hij het kende voorbij is. De ander is net zo somber over hoe zijn leven tot nu toe uitgepakt heeft, maar hij wordt iedere ochtend vrolijk wakker als hij de zon ziet, zet mooie muziek op, wandelt veel, telt zijn zegeningen, zit in een steungroep voor werkzoekenden, richt zich op problemen van andere mensen en niet alleen die van hemzelf, luistert geweldig goed, probeert iedere dag een beter iemand te zijn dan de dag ervoor, blijft actief in zijn zoektocht naar een baan, probeert iedere dag iets nieuws te leren of te bestuderen, ziet het leven in principe als
10
Welke kleur heeft jouw parachute?
een avontuur, en is bereid om geduldig te wachten totdat het volgende bedrijf begint. Wie van deze twee vindt volgens jou eerder een baan? Je weet het antwoord. De zoektocht naar een baan draait bijna altijd om concurrentie met anderen om die baan, jammer maar waar, en onze houding kan in ons voordeel zijn. Als je werkloos bent en daardoor een moeilijke tijd beleeft, voel ik helemaal met je mee. Maar kijk niet alleen naar betere technieken om een baan te vinden. Werk bovenal aan je houding. Dan is de kans veel groter dat de technieken werken. Dus hier is de samenvatting van dit alles. Voor je kunt besluiten hoe je van hier verder gaat met je leven, moet je hoop hebben. Je moet geloven dat wat je doet verschil zal maken, dat je niet tegenover enorm onverzettelijke krachten staat waar je niets tegen kunt doen. We kunnen de uitdagingen van het leven nooit aangaan, als we aan het eind van de tunnel geen licht en hoop zien. Hoop is de voorwaarde voor ons overleven. Verlies de hoop en het hele spel is verloren. Vind hoop, houd vast aan de hoop en alles is mogelijk.
Discussie Loopbaanadviseur: Hoe zou je jezelf verder omschrijven behalve als ‘bouwvakker’? Werkzoekende: Ik ben altijd bouwvakker geweest. Loopbaanadviseur: Ja, daarmee noem je je baan. Naast je baan zijn er ook andere manieren om jezelf te beschrijven. Werkzoekende: Welke dan, bijvoorbeeld? Loopbaanadviseur: Zoals: ‘Ik ben iemand … die …’ Werkzoekende: Die wat? Loopbaanadviseur: ‘Ik ben iemand … die deze vaardigheden heeft, en die kennisgebieden en deze ervaring.’ Gebruik de naam van je baan niet langer; vind voor jezelf een meer fundamentele manier om jezelf te beschrijven. En ook voor anderen. Als je eenmaal ten minste twee alternatieve manieren hebt om jezelf te beschrijven, vergroot je het aantal banen waarop je kunt solliciteren, en zo zorg je dat je hoop houdt.
Hoofdstuk 2
De zeven geheimen van de huidige banenmarkt
Het begrip ‘banenmarkt’ is een mythe. Zoiets is er helemaal niet. Het begrip impliceert dat er één plaats is waar iedere werkgever met een vacature en iedereen die een baan zoekt, naartoe komt. En daar vinden ze elkaar dan. Zou dat niet geweldig zijn? Maar die plek bestaat niet. In plaats daarvan hebben we miljoenen markten, en een werkzoekende of loopbaanveranderaar moet beslissen welk van deze markten hij wil benaderen. Maar laten we het begrip ‘banenmarkt’ toch maar gebruiken, in ieder geval als metafoor om de hele toestand te beschrijven. De banenmarkt blijft veranderen, evolueren, met ieder jaar nieuwe kenmerken. (Maak daar maar ‘iedere maand’ van.) Als je op zoek bent naar een baan, is een van de eerste dingen die je moet doen je kennis van de hele banenmarkt opvijzelen. Die is zeker niet wat die vroeger was. Als je je daarop begeeft, om op zoek te gaan naar een baan of om van loopbaan te veranderen, moet je zeven geheimen over de banenmarkt weten. Ik gebruik hier het woord geheimen vanwege de traditionele betekenis ervan als ‘informatie die niet aan sommige mensen bekend is, maar wel aan anderen.’ Sommige mensen kennen een of twee van de zogenaamde geheimen die volgen, maar de meesten kennen ze niet alle zeven. Dat geldt voor het grote publiek, de volksvertegenwoordiging. de media, blogs, websites en degenen onder ons die op zoek zijn naar een baan of van loopbaan willen veranderen. En toch is het met name voor ons belangrijk om te weten. Anders begrijpen we gewoon niet in wat voor spel we meespelen. Dus hier gaan we.
14
Welke kleur heeft jouw parachute?
Eerste geheim: Zelfs in de beste tijden zijn er altijd honderdduizenden werkloze mensen die geen baan kunnen vinden – iedere maand. Zo waren er in 2007, toen het aantal werklozen laag was nog altijd 458.000 werklozen in Nederland en 532.000 in België. Moraal: zelfs in de beste tijden is onze zogenaamde ‘Europese methode van werk zoeken’ beroerd. (Niet alleen in Nederland en België; zie Spanje, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, enzovoort.) Tweede geheim: Zelfs in de slechtste tijden zijn er altijd tienduizenden werklozen die een baan vinden – iedere maand. Alleen omdat je geen vacatures kunt vinden, betekent niet dat ze niet bestaan. Omdat meer dan tien miljoen werknemers momenteel een baan hebben (in Nederland en België) zijn er altijd banen die vrijkomen als gevolg van, noem maar op, ziekte, pensionering, verhuizing, fusies, loopbaanverandering, nieuwe technologieën, de komst van nieuwe bedrijven of organisaties, enzovoort. Er zijn altijd vacatures op de markt. In Nederland waren er in het derde kwartaal van 2012 164.000 nieuwe vacatures (CBS) en 175.000 vervulde en/of vervallen vacatures. Moraal: als ik op dit moment op zoek ben naar een baan of een nieuwe loopbaan, zijn de vragen waar het om draait: Waarom krijg ik niet een van die vacatures die elke maand vervuld worden? En wat moet ik doen om dat te veranderen? Derde geheim: De media maken geen onderscheid tussen maatschappelijke problemen en problemen van werkzoekenden als ze het hebben over de banenmarkt. Je ziet dat de media statistieken publiceren zoals: momenteel zijn over de hele wereld 75 miljoen mensen in de leeftijdscategorie 15-24 jaar werkloos.1 Dat is een maatschappelijk probleem. Een ernstig maatschappelijk probleem. Met zoveel jonge mensen die geen baan kunnen vinden, krijg je onvermijdelijk rellen en demonstraties zoals we in 2012 hebben gezien in Spanje, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk, en zelfs nog dramatischer, het omverwerpen of wegstemmen van regeringen, zoals in Frankrijk, Griekenland, het Midden-Oosten en Afrika. Gigantische aantallen werklozen, met name jonge werklozen, vormen een bedreiging voor de stabiliteit van iedere maatschappij. Ons bewustzijn daarvan verhogen is een kerntaak van de media. Maar het maatschappelijke probleem, het aantal mensen dat werkloos is, zegt niets over het probleem van de individuele werkzoekende, namelijk hoe vind ik een baan? Als je werkloos bent, hebben de uitdagingen waarvoor je staat niets te maken met hoeveel anderen ook op zoek zijn naar werk. Omdat er immers altijd tienduizenden vacatures zijn, hangt het feit of wij werk vinden veel meer af van drie andere factoren, die niet vaak besproken worden. 1
Lisa Abend et al., ‘Quotes of the Day’, Time, 16 april 2012, p. 46.
2 · De zeven geheimen van de huidige banenmarkt
15
De eerste is dat degenen van ons die werkloos zijn vaak alleen maar beschikken over de meeste elementaire vaardigheden om naar een baan te zoeken; met de nadruk op elementair. We weten van cv’s en sollicitatiegesprekken, maar niet veel meer dan dat. We zijn totaal niet voorbereid op de 21ste-eeuwse zoektocht naar een baan.
Versobering De overheidssteun voor veel zaken waar werkzoekenden op konden rekenen – werkloosheidsverzekering, arbeidsbemiddeling, enzovoort – wordt vrijwel zeker minder. Niet alleen bij ons. Overal. In steeds meer landen stellen politici dat de begrotingstekorten nu moeten worden aangepakt, ook al krabbelen we langzaam weer op na de recente crisis: uitgaven worden teruggeschroefd, op sociale voorzieningen wordt bezuinigd en ingrijpende versoberingsmaatregelen worden getroffen. Helaas zijn ‘versoberingsmaatregelen’ doorgaans een ander woord voor ‘ontslagen’. Wat wordt er gekort als budgetten worden gekort? Niet alleen geld, maar vooral banen. Zo moesten door versoberingsmaatregelen tijdens de voorgaande kabinetsperiode bij de Nederlandse rijksoverheid tientot vijftienduizend banen verdwijnen.
De tweede factor waarmee we te maken hebben als we werkloos zijn is dat het steeds moeilijker wordt om een opleiding te volgen of omgeschoold te worden. Met name in Nederland wordt studeren steeds duurder en bovendien mag je er als je een werkloosheidsuitkering ontvangt niet studeren omdat je beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt. De derde factor waarmee we te maken hebben als we werkloos zijn, is dat hoe langer je werkloos bent, des te minder bereid sommige werkgevers zijn om je aan te nemen. Ze zijn overdreven voorzichtig en denken dat je stram geworden bent, geen werkethos hebt, en ouderwets bent. Daarom geven we de hoop op. Onze houding wordt het probleem. En daar heb je het probleem. Minderheden hebben natuurlijk al decennia lang ervaring met deze drie factoren, in vele landen over de hele wereld. Nu is het de beurt aan iedereen. Geconfronteerd met dergelijke maatschappelijke onrust, is het motto van deze 21ste eeuw voor degenen onder ons die werkloos zijn: als je werkloos bent, dan is het aan jou; je kunt er niet langer op rekenen dat je door iemand anders wordt gered. Je moet jezelf redden: je moet vasthouden aan de hoop. Je
16
Welke kleur heeft jouw parachute?
moet goed uitzoeken welke omscholing je precies wilt, en nodig hebt, en dan hoe je die krijgt, zelfs al er geen sprake is van overheidssubsidie. En je moet beter worden, veel beter, heel veel beter, in het zoeken naar een baan, dat is waar dit boek helemaal om draait. Zoeken naar een baan wordt steeds meer een essentiële vaardigheid om te overleven. Vierde geheim: Over het algemeen zoeken werkgevers en werkzoekenden op totaal verschillende manieren naar elkaar. In feite is het nog erger dan dat. Werkgevers en werkzoekenden zoeken meestal naar elkaar op vrijwel exact tegengestelde manieren. Een schema van voorkeuren van werkgevers en werkzoekenden zou er ongeveer uit komen te zien zoals op de volgende bladzijde (begin met lezen linksboven voor werkgevers; begin met lezen rechtsonder voor werkzoekenden of loopbaanveranderaars). Waarom zo tegengesteld? Vanwege de uiteenlopende doelen van werkgever en werkzoekende. Het voornaamste doel van de werkzoekende of loopbaanveranderaar is energiebesparing, wat een wijd bereik betekent. Gewoonlijk willen we een zo groot mogelijk gebied beslaan, en zoveel mogelijk werkgevers bereiken met zo min mogelijk inzet van energie en tijd aan onze kant. Daarom houden we van cv’s, en vacatures op internet en vacaturesites zoals monsterboard, nationalevacaturebank.nl en intermediair.nl. Die maken dat mogelijk. Het voornaamste doel van de typische werkgever is behoorlijk anders: laag risico bij het aannemen van mensen. We hebben het hier over tijd en geld. Om te zien wat ik bedoel, voer je in je favoriete zoekmachine, als je over internet beschikt, de zinsnede ‘kosten van het aannemen van de verkeerde’ in. Je zult zien dat de antwoorden uiteenlopen van een tot vijf keer het jaarlijkse salaris van de verkeerde persoon. Ja, iemand aannemen die niet blijkt te voldoen, en dan die persoon moeten ontslaan en de zoektocht helemaal opnieuw moeten beginnen, kost een werkgever veel geld. Dus geeft die er de voorkeur aan dat hij of iemand die hij kent en respecteert de toekomstige werknemer (in dit geval Jij) daadwerkelijk aan het werk gezien heeft en zijn werkgewoontes heeft gezien. Promotie binnen de eigen organisatie geniet de absolute voorkeur van werkgevers. Maar referenties, in het bijzonder aanbevelingen van andere betrouwbare werknemers, zijn een gouden standaard. Datzelfde geldt voor een aanbeveling van een collega-werkgever of een andere relatie met opvattingen die zij vertrouwen.