bio & de wet Toelichting voor verwerkers, verdelers, exporteurs en importeurs bij de Europese en de Vlaamse wetgeving inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten, levensmiddelen en diervoeders
Inleiding 3 Hoofdstuk I Toepassingsgebied
4 Hoofdstuk II Op welke bedrijven heeft deze wetgeving betrekking?
5 Hoofdstuk III Herkomst van de producten 5 III.1 Producten afkomstig uit de Europese Unie 5 III.2 Producten afkomstig uit derde landen – Importregelingen
6 Hoofdstuk IV 6 8 8 9 10 10 11
Regels waaraan verwerkte producten voor menselijke consumptie moeten voldoen om op de etikettering te kunnen verwijzen naar de biologische productie IV.1 Algemene productieregels IV.2 Wijze van berekenen van het percentage biologische ingrediënten IV.3 Productcategorieën IV.4 Productie- en etiketteringsregels voor verwerkte producten met minstens 95% biologische ingrediënten IV.5 Productie- en etiketteringsregels voor verwerkte producten met minder dan 95% biologische ingrediënten IV.6 Verwerkte producten waarbij het hoofdingrediënt een product van jacht of visserij is en waarbij alle andere ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch zijn IV.7 Regels voor verwerkte producten die “tijdens de periode van omschakeling verkregen producten van plantaardige oorsprong” bevatten
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
11 Hoofdstuk V
Vermelding van het controleorganisme en het communautaire logo op de etikettering
12 Hoofdstuk VI
Regels voor traceerbaarheid
13 Hoofdstuk VII Verpakkingen
14 Hoofdstuk VIII
Regels van toepassing voor de diervoeders 14 VIII.1 Regels voor productie 14 VIII.2 Regels voor etikettering
16 Hoofdstuk IX
Ophaling, verpakking, vervoer en opslag van producten 16 IX.1 Ophaling van producten 16 IX.2 Verpakking en vervoer van producten 17 IX.3 Bijzondere voorschriften voor het vervoer van diervoeders naar andere productie-eenheden/bereidingseenheden of opslagruimten IX.4 Ontvangst van producten 17 17 IX.5 Bijzondere voorschriften voor de ontvangst van producten afkomstig uit een derde land 18 IX.6. Opslag van producten
10 Hoofdstuk X Controle en certificering 20 BIJLAGEN
versie 01 | dec 2008 | pag 2 |
Inleiding Dit document licht de belangrijkste zaken toe die bepaald worden door de Europese en de Vlaamse en Waalse wetgeving betreffende de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen. Het gaat om volgende wetgevingen: • de EG verordening 834/2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten; • de EG verordening 889/2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van EG verordening 834/2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten; • het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten (afgekort BVR);
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
• L’arrêté du Gouvernement wallon concernant le mode de production et l’étiquetage des produits biologiques (afgekort AGW). Toelichting hierbij in ‘Réglementation bio’ op te vragen bij
[email protected]. De EG verordening 834/2007 van 28 juni 2007, die van toepassing is vanaf 1 januari 2009, bepaalt dat bedrijven die biologische producten op de markt willen brengen zich moeten houden aan een aantal technische regels inzake de samenstelling en productiewijze van deze producten en verplicht zijn zich onder controle te stellen van een door de overheid erkend controleorganisme. Ook iemand die biologische producten importeert, exporteert, verhandelt of opslaat moet onder controle staan. Het controleorganisme moet nagaan of het bedrijf zich aan de regels houdt. De EG verordening 889/2008 van 5 september 2008, die eveneens van toepassing is vanaf 1 januari 2009, gaat voor een aantal onderdelen van de EG verordening 834/2007 aanvullende regels vastleggen. De regionale wetgeving legt op haar beurt een aantal concrete regels vast, als aanvulling op de 2 bovenstaande Europese verordeningen.
Hoofdstuk I Toepassingsgebied (EG 834/2007, art. 1) De EG en Vlaamse reglementering is van kracht op de niet-verwerkte plantaardige en dierlijke producten (granen, groenten, fruit, melk, eieren ...) en de verwerkte producten bestemd voor menselijke consumptie (brood, koekjes, suiker, bier, cider, kaas, vlees, ...) (zie hoofdstuk IV) en voor de biodiervoederproductie (zie hoofdstuk VIII). De Europese wetgeving is eveneens van toepassing op aquacultuur en de productie van gist als voedingsmiddel of voedermiddel. Deze wetgeving is niet van toepassing op grootkeukendiensten. Het BVR is van toepassing op voedingssupplementen die ingrediënten bevatten van agrarische oorsprong, maar niet op minerale voedingssupplementen. Producten van jacht en visserij op in het wild levende dieren worden volgens de wetgeving niet als biologische producten beschouwd. Onder bepaalde voorwaarden zijn er echter mogelijkheden om deze producten als ingrediënten van een bioproduct op de markt te brengen met verwijzingen naar “biologisch” (zie hoofdstuk V).
versie 01 | dec 2008 | pag 3 |
Hoofdstuk II. Op welke bedrijven heeft deze wetgeving betrekking? Binnen de verwerkende industrie worden allerlei activiteiten uitgevoerd. Hieronder worden de diverse types activiteiten toegelicht. Deze dienen te voldoen aan de Europese en Vlaamse biowetgeving en dienen onder controle te staan van een erkend controleorganisme. Het gaat steeds over plantaardige of dierlijke producten bestemd voor menselijke of dierlijke consumptie. Onder de noemer bereider catalogeren we volgende types: • de verwerker: deze koopt landbouwingrediënten aan, verwerkt ze en verkoopt de afgewerkte of halfafgewerkte producten • de herverpakker: deze koopt producten aan, wijzigt de verpakking en verkoopt de herverpakte producten. De verwerking is hier beperkt tot een wijziging van de verpakking. • de loonwerker-verwerker: deze koopt zelf geen grondstoffen aan, maar voert op die grondstoffen een bepaalde verwerking uit. De loonwerker factureert alleen loonwerk
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
• de verdeler van producten onder eigen naam of onder een privaat label: deze koopt producten in gesloten verpakking aan en verkoopt diezelfde producten zonder wijziging van het product of van de verpakking onder zijn eigen naam, zonder dat de naam van het bedrijf dat het product geproduceerd heeft op de verpakking voorkomt. Onder de noemer verdeler catalogeren we volgende types: • de verdeler van voorverpakte producten: deze koopt voorverpakte producten aan en verkoopt diezelfde producten zonder wijziging van het product, de verpakking of de etikettering • de verdeler van producten in bulk: deze koopt niet-voorverpakte producten aan en verkoopt diezelfde producten zonder wijziging van het product, de verpakking of de etikettering. De verhandeling van dieren en karkassen valt onder deze categorie. • de loonwerker-verdeler: deze slaat producten tijdelijk op of heeft ze in bewaring zonder dat hij de producten zelf aankoopt • de integrator (in de sector van de dierlijke productie): deze heeft een overeenkomst met een landbouwer die zich er toe verbindt om dierlijke producten voort te brengen of dieren te fokken of te mesten en waarbij regelingen aanvaard worden in verband met aankoop, verkoop, leveringen of afname van dieren, dierlijke producten, grondstoffen en/of diensten. In de praktijk hebben we te maken met integratoren op het vlak van varkensvetmesterij, legkippen en vleeskippen • de trader: deze koopt producten in niet-gesloten verpakking aan en verkoopt ze zonder iets aan het product te wijzigen en zonder ze ooit fysiek in zijn bezit te hebben. Het traden van dieren en karkassen valt onder deze categorie. Opmerking: een ‘voorverpakt product’ is een verkoopseenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en instellingen te worden aangeboden en die bestaat uit een product en het verpakkingsmateriaal waarin het product is verpakt, zodanig
versie 01 | dec 2008 | pag 4 |
dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast. Een importeur koopt producten aan afkomstig uit derde landen, klaart die producten onder eigen naam in de EU in en verkoopt ze zonder het product of zijn verpakking te wijzigen. De etikettering wordt eventueel enkel gewijzigd door het aanbrengen van een bijkomend etiket waarop hij als importeur van het product vermeld staat. Een importeur wordt niet beschouwd als een verwerker. Van zodra hij de verpakking opent wordt hij echter wel beschouwd als een verwerker, namelijk als herverpakker. Een eerste geadresseerde (of eerste ontvanger) ontvangt producten uit een derde land voor eigen rekening of voor rekening van een importeur en zorgt voor de verdere behandeling en/of voor het in de handel brengen ervan. Indien de eerste geadresseerde de producten voor eigen rekening ontvangt is hij tevens importeur. Een exporteur is een marktdeelnemer die goederen uit het douanegebied van de Europese Unie uitvoert. Deze activiteit moet voor goederen die geproduceerd zijn volgens de biologische productieregels, ook onder controle staan van een erkend controleorganisme (artikel 28 van EG 834/2007).
Hoofdstuk III. Herkomst van de producten
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
De Europese Verordening 834/2007 voorziet een aantal veranderingen inzake de regeling van de controle op importen. In afwachting van de publicatie van de lijsten met erkende controle-instanties en erkende derde landen waarnaar in deze verordening verwezen wordt, blijft de ‘oude’ regelgeving van kracht. Er wordt in het BVR (art. 11) bepaald dat een importeur, uiterlijk op het moment dat hij de toelating tot het vrije verkeer in de EU aanvraagt, de invoer van producten moet melden aan de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij. Deze melding dient schriftelijk of elektronisch (via http:// lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=758) te gebeuren. Indien de importeur niet kan aantonen dat de invoer werd gemeld, moeten de termen die verwijzen naar de biologische productie van de producten verwijderd worden.
III.1. Producten afkomstig uit de Europese Unie De biologische producten die in het EU-land van herkomst gecontroleerd zijn door een erkend controleorganisme, zijn erkend in alle landen van de EU en kunnen dus in de handel gebracht worden als biologische producten of gebruikt worden als grondstoffen voor de verwerkers in alle landen van de EU. Voor deze producten geldt de meldingsplicht waarvan sprake in het BVR dus niet.
III.2. Producten afkomstig uit derde landen - Importregelingen III.2.1. Lijst van de erkende landen De producten, verwerkt of niet, die geïmporteerd zijn uit derde landen die voorkomen op een lijst van erkende landen, worden erkend als biologisch. De importeur moet wel een origineel controlecertificaat ontvangen, dat afgeleverd is door een controleorganisme dat door de bevoegde overheid van de erkende landen erkend is. De lijst van landen met bijhorende controleorganismen die zijn erkend voor import van biologische producten in de EU, vindt u in bijlage A.
versie 01 | dec 2008 | pag 5 |
III.2.2. Individuele importprojecten De importeurs hebben ook de mogelijkheid om in te voeren uit andere landen dan de erkende landen, als ze aan de bevoegde dienst van het invoerend land voldoende bewijzen leveren dat de ingevoerde producten geproduceerd werden volgens productienormen en inspectiemaatregelen die evenwaardig zijn aan die van de EU.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Elke Belgische invoerder die van deze mogelijkheid wenst gebruik te maken brengt hiervan zijn controleorganisme op de hoogte via een kennisgeving. Daarna wordt in samenwerking met zijn controleorganisme een dossier opgesteld. In dit dossier dienen minstens volgende gegevens aanwezig te zijn: • de lastenboeken en controleprocedures toegepast door het controleorganisme in het derde land • een recent controlerapport van het project in het derde land • een certificaat waaruit blijkt dat de exporteur onder controle staat en voldoet aan de van toepassing zijnde lastenboeken • de gegevens waaruit blijkt dat het controleorganisme in het derde land voldoet aan de norm EN 45011 of ISO 65 Het controleorganisme onderzoekt of het project in het derde land voldoet aan regels die gelijkwaardig zijn met deze van de Europese wetgeving. Indien dit het geval is, wordt het dossier ingediend bij de bevoegde regionale overheid. Indien deze oordeelt dat er equivalentie is van het project met de Europese wetgeving, reikt het aan de importeur een importmachtiging uit voor een bepaalde periode. Pas dan kan de importeur de betreffende producten op de Europese markt brengen met verwijzingen naar de biologische productiemethode.
Hoofdstuk IV. Regels waaraan verwerkte producten voor menselijke consumptie moeten voldoen om op de etikettering te kunnen verwijzen naar de biologische productie IV.1. Algemene productieregels In EG 834/2007 (artikel 9) wordt gesteld dat het gebruik van GGO’s verboden is. GGO’s en met of door GGO’s geproduceerde producten mogen in de biologische productie niet worden gebruikt. De marktdeelnemers mogen ervan uitgaan dat bij de vervaardiging van gekochte levensmiddelen of diervoeders geen GGO’s of met GGO’s geproduceerde producten zijn gebruikt, indien dit niet op de etikettering of in een begeleidend document wordt vermeld (tenzij zij over andere informatie beschikken die erop wijst dat de etikettering van de betrokken producten niet in overeenstemming is met de Verordeningen 1829/2003, 1830/2003 en Richtlijn 2001/18/EG). Voor andere producten dan levensmiddelen of diervoeders en voor de toepassing van door GGO geproduceerde producten, moet de markdeelnemer van de verkoper van de geleverde niet-biologische producten een verklaring vragen dat deze niet met of door GGO’s zijn geproduceerd. Het model voor deze verklaring is vastgelegd in bijlage XIII van EG 889/2008 (zie bijlage F). Algemeen wordt in EG 834/2007 (artikel 10) gesteld dat het gebruik van ioniserende straling bij biologische levensmiddelen of diervoeders, of bij daarin gebruikte grondstoffen, verboden is.
versie 01 | dec 2008 | pag 6 |
Daarnaast worden in EG 834/2007 (art. 19) volgende productieregels bepaald: 1 De bereiding van verwerkte biologische levensmiddelen wordt in tijd of ruimte gescheiden gehouden van niet-biologische levensmiddelen. 2 Het product wordt hoofdzakelijk geproduceerd met ingrediënten van agrarische oorsprong. Om te bepalen of het product hoofdzakelijk met ingrediënten van agrarische oorsprong werd bereid, worden toegevoegd water en keukenzout buiten beschouwing gelaten. Zie ook bij IV.2 3 Additieven, technische hulpstoffen, … moeten voorkomen op de limitatieve lijst van EG 889/2008 (zie bijlage B). 4 Niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong moeten voorkomen op de limitatieve lijst van 889/2008 (zie bijlage C). 5 Een biologisch ingrediënt mag niet samen voorkomen met eenzelfde ingrediënt in niet-biologische vorm of afkomstig uit omschakeling. 6 Levensmiddelen afkomstig van gewassen in omschakeling bevatten ten hoogste 1 gewasingrediënt van agrarische oorsprong.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
7 Er mogen geen stoffen of technieken gebruikt worden die eigenschappen herstellen die bij de verwerking en opslag van biologische levensmiddelen verloren zijn gegaan, die de gevolgen van nalatigheid bij de verwerking ongedaan maken of die misleidend kunnen zijn met betrekking tot de ware aard van deze producten. In de Europese Verordening 889/2008 (artikel 26) worden meer specifieke voorwaarden opgelegd waaraan verwerkte levensmiddelen moeten voldoen: 1 Toevoegingsmiddelen, technische hulpstoffen en andere stoffen en ingrediënten voor de vervaardiging van verwerkte levensmiddelen (en ook verwerkingsmethoden, zoals roken) moeten worden gebruikt in overeenstemming met de goede fabricagemethoden. 2 Marktdeelnemers die verwerkte levensmiddelen produceren, moeten passende procedures vastleggen die gebaseerd zijn op de systematische identificatie van cruciale verwerkingsfasen, en deze procedures bijwerken. 3 De toepassing van deze procedures moet op elke moment garanderen dat de geproduceerde verwerkte producten voldoen aan de voorschriften voor de biologische productie. 4 De marktdeelnemers moeten deze procedures naleven en toepassen. Met name moeten de marktdeelnemers: a voorzorgsmaatregelen nemen om het risico op verontreiniging door niettoegestane stoffen of niet-toegestane producten te voorkomen b adequate reinigingsmaatregelen toepassen, de efficiëntie ervan controleren en deze handelingen registeren c garanderen dat niet-biologische producten niet in de handel worden gebracht met een verwijzing naar de biologische productiemethode. 5 Wanneer in de betrokken bereidingseenheid tevens niet-biologische producten worden bereid of opgeslagen, moeten de marktdeelnemers:
versie 01 | dec 2008 | pag 7 |
a de behandelingen van de volledige partij uitvoeren zonder onderbreking en fysiek of in de tijd gescheiden van de soortgelijke behandeling van niet-biologische producten b de biologische producten vóór en na de behandelingen fysiek of in de tijd gescheiden van de niet-biologische producten opslaan c het controleorgaan daarvan in kennis stellen en een bijgewerkt register van alle behandelingen en alle verwerkte hoeveelheden beschikbaar houden d de nodige maatregelen nemen om de identificatie van de partijen te garanderen en om vermenging of verwisseling met niet-biologische producten te voorkomen e het productiemateriaal naar behoren reinigen voordat de biologische producten ermee worden behandeld.
IV.2. Wijze van berekenen van het percentage biologische ingrediënten
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Om op het etiket van verwerkte producten voor menselijke consumptie te kunnen verwijzen naar de biologische productie is het percentage biologische ingrediënten van cruciaal belang. Het percentage biologische ingrediënten bepaalt op welke manier deze verwijzing kan gebeuren. Hierbij is uiteraard de manier van berekenen van dat percentage belangrijk. Er wordt gerekend met de massa’s van de ingrediënten van agrarische oorsprong. De ingrediënten van niet-agrarische oorsprong zoals additieven, aroma’s, micro-organismen en technische hulpstoffen (bijvoorbeeld zout, gist en toegevoegd water) vallen buiten de berekening. Een beperkt aantal additieven, aangeduid in de bijlage B (dit is bijlage VIII uit EG 889/2008) met een asterisk (*), worden vanaf 1 juli 2010 (cfr art 27.2a en art 97 uit EG 889/2008) echter meegerekend als ingrediënt van agrarische oorsprong. Er wordt gerekend met: • het gewichtspercentage van de ingrediënten; • het percentage op het moment dat de verwerking start (niet bij het einde van de verwerking en dus niet in het eindproduct). Opmerking: als overgangsmaatregel (art. 95 van EG 889/2008) mag bij de etikettering nog tot 1 juli 2010 het systeem van de Europese Verordening 2092/91 voor de berekening van het percentage biologische voedselingrediënten gebruikt worden.
IV.3. Productcategorieën Op basis van de berekening van het percentage biologische ingrediënten zijn er 2 categorieën van verwerkte producten met elk welbepaalde productie- en etiketteringsregels: • producten met minstens 95 % biologische ingrediënten; • producten met minder dan 95 % biologische ingrediënten. Daarnaast wordt er nog een derde productcategorie onderscheiden, namelijk deze waarbij het hoofdingrediënt een product van jacht of visserij is en waarbij alle andere ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch zijn. Ook voor deze productcategorie zijn er productie- en etiketteringsregels bepaald. De regels voor elke productcategorie worden hieronder weergegeven.
versie 01 | dec 2008 | pag 8 |
IV.4. Productie- en etiketteringsregels voor verwerkte producten met minstens 95% biologische ingrediënten (EG 834/2007, art. 23 en 24) a) Productieregels Deze verwerkte producten moeten aan volgende specifieke voorwaarden voldoen om als ‘biologische’ producten, d.w.z. als producten die in zijn geheel biologisch kunnen genoemd worden, beschouwd te worden: • tenminste 95% van de ingrediënten van agrarische oorsprong zijn biologisch • de maximum 5% ingrediënten van agrarische oorsprong die niet biologisch zijn, zijn opgenomen in de limitatieve lijst (zie bijlage C). Op deze lijst staan landbouwingrediënten die niet of in niet voldoende mate in biologische versie voorradig zijn op de EU-markt. Aanvullend hierop is voorzien dat elke lidstaat van de EG een vergunning kan geven voor het gebruik van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong die niet op deze limitatieve lijst staan (EG 889/2008 art.29). Het verlenen van deze vergunning is echter gebonden aan strikte regels met betrekking tot de informatiedoorstroming en steeds beperkt in de tijd (een vergunning van maximaal 12 maanden kan maximaal 3 keer verlengd worden met 12 maanden).
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
b) Etiketteringsregels Het gebruik van ‘biologisch’ in de etikettering is bij deze producten niet aan beperkingen onderworpen. Het is niet meer verplicht expliciet te verwijzen naar de biologische productiemethode. Het is toegelaten te verwijzen naar de biologische productiemethode indien alle ingrediënten van dat product geproduceerd zijn in overeenstemming met de voorschriften van de verordening 834/2007 (art 23.1 §2). Het gebruik van het Europese logo zal voor deze producten verplicht worden indien ze voorverpakt zijn. Het verplicht gebruik van het logo is echter al uitgesteld tot 1 juli 2010. Bovendien mag verpakkingsmateriaal dat conform is met de vorige Europese wetgeving (EEG 2092/91) gebruikt worden tot 1 januari 2012, op voorwaarde dat de producten voor het overige voldoen aan de huidige Europese wetgeving. Zodra het gebruik van het Europese logo verplicht zal zijn, zal het eveneens verplicht zijn in hetzelfde gezichtsveld als het logo de plaats te vermelden waar de agrarische grondstoffen waaruit het product is samengesteld, geteeld zijn. Deze plaatsaanduiding zal, naargelang het geval, dienen te gebeuren als: • ‘EU Landbouw’: wanneer de agrarische grondstoffen in de Europese Unie geteeld zijn • ‘niet-EU Landbouw’: wanneer de agrarische grondstoffen in derde landen geteeld zijn • ‘EU/niet-EU Landbouw’: wanneer een deel van de agrarische grondstoffen in de Europese Unie en een ander deel in een derde land geteeld is. Hierbij kunnen’ EU’ of ‘niet-EU’ vervangen of aangevuld worden met een landsnaam wanneer alle agrarische grondstoffen waaruit het product is samengesteld, in dat land geteeld zijn. Voor deze aanduidingen mogen kleine gewichtsprocenten ingrediënten buiten beschouwing worden gelaten voor zover deze minder dan 2 % uitmaken van de totale hoeveelheid grondstoffen van agrarische oorsprong. Voor de verplichte verwijzing naar het controleorganisme van de marktdeelnemer: zie hoofdstuk V.
versie 01 | dec 2008 | pag 9 |
IV.5. Productie- en etiketteringsregels voor verwerkte producten met minder dan 95% biologische ingrediënten (EG 834/2007, art. 23) a) Productieregels Deze producten bevatten meer dan 5 % agrarische ingrediënten afkomstig van nietbiologische landbouw. Het is zeer belangrijk op te merken dat voor deze productcategorie de limitatieve lijst met agrarische producten van niet-biologische landbouw (zie bijlage C) NIET van toepassing is. b) Etiketteringsregels Termen die verwijzen naar ‘biologisch’ mogen voor deze producten uitsluitend in de lijst met ingrediënten gebruikt worden. Tevens moet het totale percentage biologische ingrediënten ten opzichte van de totale hoeveelheid ingrediënten van agrarische oorsprong in de ingrediëntenlijst vermeld worden. De verwijzingen naar ‘biologisch’ en de percentages moeten in dezelfde kleur en lettergrootte worden aangebracht als de andere aanduidingen in de ingrediëntenlijst. Het gebruik van het communautaire logo is voor deze producten uitgesloten.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Voor de verplichte verwijzing naar het controleorganisme van de marktdeelnemer: zie hoofdstuk V.
IV.6. Verwerkte producten waarbij het hoofdingrediënt een product van jacht of visserij is en waarbij alle andere ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch zijn (EG 834/2007, art. 23) a) Productieregels Het hoofdingrediënt moet een product van jacht of visserij zijn. Alle andere ingrediënten van agrarische oorsprong moeten biologisch zijn. b) Etiketteringsregels Termen die verwijzen naar ‘biologisch’ mogen voor deze producten in de lijst met ingrediënten en in hetzelfde gezichtsveld als de verkoopbenaming gebruikt worden. Tevens moet het totale percentage biologische ingrediënten ten opzichte van de totale hoeveelheid ingrediënten van agrarische oorsprong in de ingrediëntenlijst vermeld worden. Dit is echter steeds 100 % aangezien bepaald is dat alle ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch moeten zijn. De verwijzingen naar ‘biologisch’ en de percentages moeten in dezelfde kleur en lettergrootte worden aangebracht als de aanduidingen in de ingrediëntenlijst. Dit geldt dus ook voor de termen die verwijzen naar ‘biologisch’ en die in hetzelfde gezichtsveld als de verkoopbenaming gebruikt worden. Het gebruik van het communautaire logo is voor deze producten uitgesloten. Voor de verplichte verwijzing naar het controleorganisme van de marktdeelnemer: zie hoofdstuk V.
versie 01 | dec 2008 | pag 10 |
IV.7. Regels voor verwerkte producten die ‘tijdens de periode van omschakeling verkregen producten van plantaardige oorsprong’ bevatten (EG 889/2008, art. 62) Tijdens de periode van omschakeling verkregen producten van plantaardige oorsprong mogen worden voorzien van de aanduiding ‘in de periode van omschakeling naar de biologische landbouw verkregen product’, op voorwaarde dat: a een omschakelingsperiode van ten minste twaalf maanden vóór de oogst in acht is genomen b de aanduiding wordt weergegeven in kleuren, lettergroottes en lettertypes die niet opvallender zijn dan de verkoopbenaming van het product, waarbij de volledige aanduiding in dezelfde lettergrootte moet worden weergegeven c het product slechts één plantaardig ingrediënt van agrarische oorsprong bevat d de aanduiding is verbonden met het codenummer van het controleorganisme waarbij de marktdeelnemer is aangesloten. Zie model in bijlage E.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Hoofdstuk V. Vermelding van het controleorganisme en het communautaire logo op de etikettering (artikels 57 en 58 van EG verordening 889/2008) Alle producten die met verwijzingen naar de biologische productiemethode op de markt gebracht worden, moeten op het etiket het codenummer dragen van het controleorganisme die het laatste stadium van de productie of verwerking heeft gecontroleerd. Dit controlenummer zal in de toekomst bestaan uit (voor België) ‘BE’, gevolgd door een verwijzing naar de biologische productiemethode, gevolgd door het referentienummer van het controleorganisme. Indien het communautaire logo wordt gebruikt, zal dit controlenummer verplicht onder het logo moeten worden geplaatst. Een nieuw communautaire logo dient echter nog bepaald te worden en het verplicht gebruik van het logo is aldus ook al uitgesteld tot 1 juli 2010. Bovendien mag verpakkingsmateriaal dat conform is met de vorige Europese wetgeving (EEG 2092/91) gebruikt worden tot 1 januari 2012, op voorwaarde dat de producten voor het overige voldoen aan de huidige Europese wetgeving. Tot 1 januari 2012 mag men dus voor de verwijzing naar het controleorganisme nog steeds het huidige officiële referentienummer en/of de naam van het controleorganisme gebruiken.
versie 01 | dec 2008 | pag 11 |
Hoofdstuk VI. Regels voor de traceerbaarheid De EG verordening 834/2007 bepaalt dat de traceerbaarheid van elk product in alle stadia van productie, verwerking en distributie mogelijk moet zijn (art. 27, 13). Dit is noodzakelijk om consumenten garanties te geven dat de biologische producten zijn geproduceerd met inachtneming van de eisen van deze verordening. Onderstaande regels moeten toegepast worden om de traceerbaarheid te garanderen. 1) Handels- en verwerkingskanaal van vlees a De dieren die in de handel gebracht worden met verwijzing naar de biologische productiemethode zijn vergezeld van een genummerde verhandelingsbon, afgeleverd door het controleorganisme. b De verhandelingsbon vergezelt achtereenvolgens het dier en het karkas, tot de eerste koper van het karkas. Deze laatste stuurt de originele verhandelingsbon naar het controleorganisme terug.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
c Elke opeenvolgende marktdeelnemer tot de eerste koper van het karkas formaliseert zijn verbintenis om een dier of een product af te leveren dat conform de biologische productiemethode verkregen is, door het voor hem bestemde deel van de verhandelingsbon in te vullen. d Vanaf de eerste koper van het karkas moet elke opeenvolgende marktdeelnemer een betrouwbaar administratief systeem voorhanden hebben, dat een onbetwistbare link legt tussen de hoeveelheden in- en uitgaande producten, welke behoorlijk zijn geïdentificeerd. e Op elke stap van het verhandelen, vervoeren, slachten en versnijden, dienen de karkassen, de karkasstukken en de vleesstukken een verwijzing te dragen naar de biologische productiemethode, en op een permanente en ondubbelzinnige wijze geïdentificeerd te worden, zodat de herkomst van het product traceerbaar is door terug te gaan in de verwerkingsketen tot de betrokken producent. 2) Handels- en verwerkingskanaal van melk en zuivelproducten a Op voorwaarde dat de producent in het bezit is van een door het controleorganisme opgemaakt certificaat dat verklaart dat zijn productie-eenheid conform is met de biologische productiemethode voor de melkproductie, kan de koper twee verschillende identificaties aan de producent toekennen, de ene voor de levering van biologische melk en de andere voor de levering van melk die niet conform is met de biologische productiewijze. Deze identificaties zijn geïmplementeerd in een etiketteringsysteem, dat de identificatie van de producent en een verwijzing naar de biologische productiemethode en naar het controleorganisme bevat. b Voor elke melklevering kan de producent zijn verbintenis om biologische melk te leveren formaliseren door gebruik te maken van de etikettering bestemd voor de levering van biologische melk. In geval van levering van niet-biologisch gecertificeerde melk (therapeutische behandelingen, dieren in omschakeling,…) gebruikt de producent de etikettering bestemd voor de levering van gangbare melk. c De koper organiseert liefst ophalingen die exclusief bestemd zijn voor biologische melk. Als dat niet het geval is, zijn één of meerdere compartimenten exclu-
versie 01 | dec 2008 | pag 12 |
sief bestemd voor biologische melk, voorzien van een gescheiden pompsysteem. De marktdeelnemer houdt de gegevens over de dagen en uren waarop en de route waarlangs is opgehaald en de datum en het tijdstip van ontvangst van de producten, ter beschikking van het controleorganisme. d In elke stap van productie, opslag, vervoer en verwerking van biologische melk, dienen de opslagtanks, compartimenten, tankwagens, en andere tanks die biologische melk bevatten, geïdentificeerd te worden met een verwijzing naar de biologische productiemethode. 3) Handels- en verwerkingskanaal van eieren en eiproducten a Als de producent zijn eigen productie verpakt en in de handel brengt, mag de etikettering van de eieren op de verpakking gebeuren. b Als de producent zijn eieren via een verpakkingscentrum in de handel brengt, moeten de eieren, vóór elke menging, sortering of verpakking, individueel gemerkt worden met het identificatienummer dat aan de producent door het verpakkingscentrum toegekend werd. Het merken gebeurt ofwel bij de producent, ofwel bij het verpakkingscentrum, juist na ontvangst van de loten.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
c Als de eieren als eiproducten in de handel gebracht worden, dienen de fabrikanten van eiproducten de nodige maatregelen te nemen voor de identificatie en de registratie van de producten, zodat, per lot van eiproducten, de bedrijven waarvan de gebruikte eieren afkomstig zijn, kunnen worden getraceerd. d Biologische eieren en eiproducten moeten apart van niet-biologische eieren en eiproducten worden opgehaald. In afwijking hiervan kan, na voorafgaande goedkeuring door het controleorganisme, gelijktijdige ophaling plaatsvinden wanneer passende maatregelen worden genomen om elke mogelijke vermenging of verwisseling te voorkomen en om de identificatie te garanderen. De marktdeelnemer houdt de leveringsbons ter beschikking van het controleorganisme.
Hoofdstuk VII. Verpakkingen Er zijn geen specifieke regels voor de verpakkingsmaterialen van biologische producten. Het spreekt voor zich dat verpakkingsmaterialen dienen geschikt te zijn voor contact met levensmiddelen. Verpakkingsmateriaal dat conform is met de vorige Europese wetgeving (EEG 2092/91) mag nog gebruikt worden tot 1 januari 2012, op voorwaarde dat de producten voor het overige voldoen aan de huidige Europese wetgeving (EG 889/2008, art. 95.10). Bovendien is bepaald in EG 889/2008 (art. 95.9) dat voorraden die vóór 1 januari 2009 in overeenstemming met EEG 2092/91 zijn geproduceerd, verpakt en geëtiketteerd, verder in de handel mogen worden gebracht met naar de biologische productie verwijzende aanduidingen tot deze voorraden zijn uitgeput.
versie 01 | dec 2008 | pag 13 |
Hoofdstuk VIII. Regels van toepassing voor de diervoeders VIII.1. Regels voor productie Verwerkte diervoeders mogen enkel een verwijzing dragen naar de biologische productiemethode als aan volgende algemene voorwaarden is voldaan (EG 834/2007, art. 18): 1. De productie van verwerkt biologisch diervoeder wordt in tijd of ruimte gescheiden gehouden van de productie van verwerkt niet-biologisch diervoeder. 2. Biologische voedermiddelen, of voedermiddelen die zijn geproduceerd tijdens de omschakelingsperiode, mogen niet samen met gelijksoortige op niet-biologische wijze geproduceerde voedermiddelen in biologische diervoeders worden verwerkt. 3. Voedermiddelen die worden gebruikt voor of verwerkt in de biologische productie, zijn niet verwerkt met behulp van door chemische synthese verkregen oplosmiddelen.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
4. Er worden geen stoffen of technieken gebruikt die eigenschappen herstellen die bij de verwerking en opslag van biologische levensmiddelen verloren zijn gegaan, die de gevolgen van nalatigheid bij de verwerking van deze producten ongedaan maken, of die misleidend kunnen zijn met betrekking tot de ware aard van deze producten. In de Europese Verordening 889/2008 (artikel 26) worden meer specifieke voorwaarden opgelegd waaraan verwerkte diervoeders met een verwijzing naar de biologische productiemethode moeten voldoen. Dit zijn dezelfde voorschriften als voor verwerkte levensmiddelen beschreven in 4.1, maar dan voor ‘verwerkte veevoeders’ in plaats van ‘verwerkte levensmiddelen’. In de Europese Verordening 889/2008 wordt eveneens bepaald dat toevoegingsmiddelen voor diervoeders, bepaalde in diervoeding gebruikte producten en technische hulpstoffen slechts in de biologische productie mogen worden gebruikt wanneer deze worden vermeld in de limitatieve lijst van deze verordening en voldoen aan de in die bijlage vastgestelde voorwaarden (zie hiervoor bijlage D). Voor de bepalingen betreffende vervoer en opslag van diervoeders verwijzen we naar hoofdstuk IX. In afwachting van de opmaak van de opmaak van de productievoorschriften voor diervoeders voor gezelschapsdieren zijn de private normen van toepassing. (Artikel 95.5)
VIII.2. Regels voor etikettering (artikels 59, 60 en 61 van EG 889/2008) Diervoeders voor pelsdieren en aquacultuurdieren vallen hier niet onder. Deze regels gelden ook voor gezelschapsdieren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 categorieën: 1. als ten minste 95 % van de droge stof van het product bestaat uit voedermiddelen die van de biologische landbouw afkomstig zijn, mag naar de biologische productiemethode verwezen worden in de handelsmerken en verkoopbenamingen 2. als minder dan 95 % van de droge stof van het product bestaat uit voedermidde-
versie 01 | dec 2008 | pag 14 |
len die van de biologische landbouw afkomstig zijn, mag de volgende aanduiding worden vermeld op producten bestaande uit: • variabele hoeveelheden volgens de biologische productiemethode geteelde voedermiddelen • en/of voedermiddelen op basis van in de periode van omschakeling naar de biologische landbouw verkregen producten • en/of niet-biologische middelen: ‘mag in de biologische productie worden gebruikt overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 834/2007 en (EG) nr. 889/2008. Bijkomende voorwaarden voor het gebruik van deze aanduiding zijn: a deze aanduiding moet worden gescheiden van de andere, verplichte vermeldingen op de verpakking van diervoeders (voor zowel biologische als niet-biologische diervoerders) b ze mag niet worden weergegeven in kleuren, lettergroottes of lettertypes die opvallender zijn dan de omschrijving of de naam van het diervoeder c ze moet in hetzelfde gezichtsveld worden gecombineerd met de opgave, uitgedrukt in droge stof, van: i) het percentage voedermiddelen die van de biologische landbouw afkomstig zijn
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
ii) het percentage voedermiddelen die afkomstig zijn van in de periode van omschakeling naar de biologische landbouw verkregen producten iii) het percentage voedermiddelen die niet onder i) of ii) vallen iv) het totale percentage diervoeders van agrarische oorsprong d ze moet vergezeld gaan van een opsomming van de namen van de voedermiddelen die van de biologische landbouw afkomstig zijn e ze moet vergezeld gaan van een opsomming van de namen van de voedermiddelen die afkomstig zijn van in de periode van omschakeling naar de biologische landbouw verkregen producten. Deze aanduiding mag tevens vergezeld gaan van een verwijzing naar de eis om de diervoeders te gebruiken overeenkomstig de artikelen 21 (met betrekking tot de nutritionele behoeften van de dieren) en 22 (met betrekking tot omschakelingsdiervoeders) van EG 889/2008.
versie 01 | dec 2008 | pag 15 |
Hoofdstuk IX. Ophaling, verpakking, vervoer en opslag van producten IX.1 Ophaling van producten (EG 889/2008, art. 30) De gelijktijdige ophaling van biologische en niet-biologische producten is slechts toegestaan indien passende maatregelen worden getroffen om vermenging of verwisseling met niet-biologische producten te voorkomen en de identificatie van de biologische producten te waarborgen. De gegevens over de ophaaldagen, de ophaaluren, de ophaalroute en het tijdstip van ontvangst van de producten moeten bijgehouden worden en ter beschikking zijn voor controle.
IX.2 Verpakking en vervoer van producten (EG 889/2008, art. 31) Biologische producten mogen slechts worden vervoerd in daarvoor geschikte verpakkingen, recipiënten/containers of voertuigen die zodanig zijn afgesloten dat vervanging van de inhoud niet mogelijk is zonder met de verzegeling te knoeien of deze te beschadigen. Deze verpakkingen, recipiënten … moeten voorzien zijn van een etiket waarop (naast alle andere wettelijk voorgeschreven aanduidingen) de volgende gegevens zijn vermeld:
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
a de naam en het adres van de marktdeelnemer en, wanneer dat iemand anders is, de eigenaar of verkoper van het product b de benaming van het product of een omschrijving van het mengvoeder, vergezeld van een verwijzing naar de biologische productiemethode c de naam en/of het codenummer van het controleorgaan waaronder de marktdeelnemer valt d in voorkomend geval, het identificatiemerk van de partij dat in overeenstemming is met een op nationaal n4eau goedgekeurd of met de controlerende autoriteit of het controleorgaan overeengekomen merkingssysteem en dat het mogelijk maakt de partij te koppelen aan de voorraad- en financiële boekhouding. Alle bovenstaande gegevens kunnen ook in een begeleidend document worden verstrekt indien dat document onbetwistbaar in verband kan worden gebracht met de verpakking, de recipiënt/container of het voertuig waarin het product zich bevindt. Dit begeleidende document moet informatie over de leverancier en/of de vervoerder bevatten. Afsluiting van de verpakkingen, de recipiënten/containers of de voertuigen is evenwel niet vereist wanneer: a het gaat om rechtstreeks vervoer tussen een marktdeelnemer en een andere marktdeelnemer die beiden onder het biologische controlesysteem vallen b de producten vergezeld gaan van een document waarin alle (bovenstaande) vereiste gegevens zijn vermeld c zowel de verzendende als de ontvangende marktdeelnemer bewijsstukken van dit vervoer ter beschikking houdt ter controle.
versie 01 | dec 2008 | pag 16 |
IX. 3 Bijzondere voorschriften voor het vervoer van diervoeders naar andere productie-eenheden/bereidingseenheden of opslagruimten (EG 889/2008, art. 32) In aanvulling op de bepalingen van IX.2 moeten de marktdeelnemers erop toezien dat bij het vervoer van diervoeders naar andere productie-eenheden, bereidingseenheden of opslageenheden de volgende voorwaarden worden vervuld: a tijdens het vervoer moeten de biologisch geproduceerde diervoeders, de omschakelingsvoeders en de niet-biologische diervoeders op efficiënte wijze fysiek van elkaar worden gescheiden b de vervoermiddelen en/of recipiënten/containers waarin niet-biologische producten zijn vervoerd, mogen slechts voor het vervoer van biologische producten worden gebruikt mits • deze adequaat zijn gereinigd en de efficiëntie van die reiniging is gecontroleerd voordat de biologische producten ermee worden vervoerd; de marktdeelnemer moet deze handelingen met bewijsstukken staven • alle passende maatregelen worden genomen, opdat niet-biologische producten niet in de handel kunnen worden gebracht met een aanduiding die naar de biologische landbouw verwijst • de marktdeelnemer bewijsstukken betreffende dergelijk vervoer ter beschikking van de controlerende autoriteit of het controleorgaan houdt
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
c de verwerkte biologische diervoeders fysiek of in de tijd gescheiden van andere eindproducten worden vervoerd d tijdens het vervoer de hoeveelheid producten bij het begin van het vervoer en elke individuele hoeveelheid die tijdens de leveringsronde wordt geleverd, worden geregistreerd.
IX.4 Ontvangst van producten (EG 889/2008, art. 33) Bij ontvangst van een biologisch product verifieert de marktdeelnemer de sluiting van de verpakking of recipiënt/container wanneer deze is vereist, en de aanwezigheid van de aanduidingen op de verpakking, het recipiënt … (zie IX.2). De gegevens op het etiket moeten overeenstemmen met de gegevens in de begeleidende documenten. De uitkomst van deze verificatie wordt expliciet genoteerd en ter controle bijgehouden. De marktdeelnemer verifieert tevens het certificaat van zijn leverancier (EG 834/2007, art. 29.2).
IX. 5 Bijzondere voorschriften voor de ontvangst van producten afkomstig uit een derde land (EG 889/2008, art. 34) Biologische producten worden uit een derde land geïmporteerd in daarvoor geschikte verpakkingen of recipiënten/containers die: a zodanig zijn afgesloten dat de inhoud ervan niet kan worden vervangen b die zijn voorzien van de identificatie van de exporteur en van alle andere merken en nummers die het mogelijk maken de partij te identificeren
versie 01 | dec 2008 | pag 17 |
c in voorkomend geval, vergezeld gaan van het controlecertificaat voor invoer uit derde landen. Bij ontvangst van een uit een derde land geïmporteerd biologisch product verifieert de eerste geadresseerde de sluiting van de verpakking of recipiënt/container.
IX.6 Opslag van producten (EG 889/2008, art. 35) De ruimten voor de opslag van de producten moeten zo worden beheerd dat identificatie van de partijen wordt gegarandeerd en dat vermenging met of verontreiniging door niet-biologische producten en/of stoffen wordt voorkomen. Biologische producten moeten te allen tijde identificeerbaar zijn. Wanneer marktdeelnemers in zowel niet-biologische als biologische producten handelen, en de biologische producten samen met andere landbouwproducten of levensmiddelen worden opgeslagen: a moeten de biologische producten gescheiden blijven van de andere landbouwproducten en/of levensmiddelen b moeten alle nodige maatregelen worden genomen om de identificatie van de zendingen te garanderen en om vermenging of verwisseling met niet-biologische producten te voorkomen
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
c moeten, voordat de biologische producten worden opgeslagen, adequate reinigingsmaatregelen worden toegepast waarvan de efficiëntie wordt gecontroleerd; de marktdeelnemers moeten deze handelingen registreren.
Hoofdstuk X. Controle en certificering (EG verordening 889/2008, BVR) Na ontvangst van de kennisgeving van de marktdeelnemer en de verbintenis om zijn bedrijf aan het controlesysteem te onderwerpen (= contract met het controleorganisme), zal een eerste controle uitgevoerd worden. Hierbij kunnen (afhankelijk van de act4iteit van de marktdeelnemer) o.a. volgende elementen gecontroleerd worden: • de productie- en stockage-eenheid en de productie-installaties die door het bedrijf volledig beschreven dienen te worden (bedrijfsplan), evenals de methoden voor het vervoer van de producten • de administratie waarin oorsprong, aard en hoeveelheden van de ontvangen grondstoffen/producten (aankoop) en de geleverde eindproducten (verkoop) dienen geregistreerd te zijn (balansgegevens). Hierbij moet het mogelijk zijn na te gaan of de verkochte biologische hoeveelheden overeenkomen met de aangekochte biologische hoeveelheden • de etikettering van de biologische grondstoffen/producten en de daarop voorkomende verwijzingen naar de biologische productiemethode • de recepturen, percentages biologische ingrediënten, gebruikte additieven, technische hulpstoffen en niet-biologische ingrediënten van de producten waarvoor een certificaat wordt aangevraagd • de productieprocédé’s van de producten waarvoor een certificaat wordt aangevraagd • de maatregelen die het bedrijf zal nemen voor een doeltreffende herkomstcon-
versie 01 | dec 2008 | pag 18 |
trole bij de levering van biologische ingrediënten en de manier waarop het bedrijf de resultaten van deze herkomstcontrole zal registreren • de maatregelen die het bedrijf zal nemen voor de scheiding van de biologische en de niet-biologische productie/verhandeling vanaf de receptie van de grondstoffen/producten tot de etikettering en het vervoer van de eindproducten: verwerking van biologische producten die fysiek of in de tijd gescheiden is van de verwerking van niet-biologische producten; het vermijden van vermenging met niet-biologische producten; permanente identificatie van biologische producten indien het bedrijf ook gangbare producten verwerkt; scheiding van opslag; de registratie van de controle op de efficiëntie van uitgevoerde reinigingsmaatregelen; specifiek bij gelijktijdige ophaling van biologische en niet-biologische producten: het registreren van ophaaldagen, ophaaluren, de ophaalroute en het tijdstip van ontvangst van de producten • de maatregelen die het bedrijf zal nemen voor het verhinderen van contaminatie door o.a. reinigingsmiddelen, ontsmettings- en bestrijdingsmiddelen
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
• de ontwerpen van etikettering waarop minstens dienen vermeld te zijn: naam en adres van het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de verwerking (indien een bedrijf onder privaat label produceert, is dit de naam van de privaat labelhouder); de naam van het product; een verwijzing naar de biologische productiemethode en een verwijzing naar het controleorganisme (indien een bedrijf onder privaat label produceert, is dit de verwijzing naar het controleorganisme van de privaat labelhouder). Uiteraard zijn de zaken die betrekking hebben op de bereiding of verpakking van een product (zoals recepturen en productieproces) niet van toepassing voor de verdeling, de opslag, de export en de import van producten. Deze aspecten worden dan ook niet gecontroleerd voor deze activiteiten. De bovenstaande opsomming van punten die gecontroleerd (kunnen) worden, is niet limitatief. De bedoeling van een eerste controlebezoek is om samen met de marktdeelnemer vast te stellen aan welke normen al voldaan is, en welke tekortkomingen er nog zijn om zich volledig in regel te stellen met de wetgeving. De marktdeelnemer dient dan de nodige maatregelen te nemen om de resterende tekortkomingen weg te werken. Pas als aan alle normen voldaan is, zal het bedrijf een certificaat ontvangen en mag het de producten die vermeld zijn op het certificaat met de aanduiding ‘biologisch’ op de markt brengen.
versie 01 | dec 2008 | pag 19 |
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
21
BIJLAGE A Lijst van erkende derde landen (EG 345/2008)
26
BIJLAGE B bepaalde producten en stoffen voor gebruik bij de vervaardiging van verwerkte biologische levensmiddelen (Bijlage VIII bij verordening EG 889/2008)
31
BIJLAGE C niet-biologisch geproduceerde ingrediënten van agrarische oorsprong (Bijlage IX bij verordening EG 889/2008)
33
BIJLAGE D Toevoegingsmiddelen voor diervoeders en bepaalde in diervoeding gebruikte stoffen (Bijlage VI bij verordening EG 889/2008)
36
BIJLAGE E model voor omschakelingsproducten (Bijlage XII bij verordening EG 889/2008)
37
BIJLAGE F model voor GGO-vrije verkopersverklaring (Bijlage XIII bij verordening EG 889/2008)
versie 01 | dec 2008 | pag 20 |
Bijlage A: Lijst van erkende derde landen (EG 345/2008) ARGENTINIË 1. Productcategorieën: a) onverwerkte plantaardige landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening 2092/91, met uitzondering van: - dieren en dierlijke producten die zijn voorzien of bestemd zijn om te worden voorzien van aanduidingen aangaande omschakeling; b) verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van de EG verordening nr. 2092/91, met uitzondering van: - dierlijke producten die zijn voorzien of bestemd zijn om te worden voorzien van aanduidingen aangaande omschakeling. 2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in Argentinië. bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
3. Controleorganismen: • Instituto Argentino para la Certificación y Promoción de Productos Agropecuarios Orgánicos SRL (Argencert) • Organización Internacional Agropecuaria (OIA) • Letis SA • Food Safety SA. 4. Organismen die het certificaat afgeven: zie punt 3. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
AUSTRALIË 1. Productcategorieën: a) onverwerkte plantaardige producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening nr. 2092/91; b) producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening. 2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Australië. 3. Controleorganismen: • Australian Quarantine and Inspection Service (AQIS) (Department of Agriculture,
versie 01 | dec 2008 | pag 21 |
Fisheries and Forestry) • Bio-dynamic Research Institute (BDRI) • Organic Food Chain Pty Ltd (OFC) • National Association of Sustainable Agriculture, Australia (NASAA) • Australian Certified Organic Pty. Ltd 18.4.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 108/11 4. Organismen die het certificaat afgeven: idem als in punt 3. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
COSTA RICA 1. Productcategorieën: a) Onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening nr.2092/91. b) Verwerkte plantaardige landbouwproducten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van van de EG verordening nr. 2092/91.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
2. Oorsprong: De producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Costa Rica. 3. Controleorganisme: Eco-LOGICA en BCS Oko-Garantie. 4. Organisatie die het certificaat afgeeft: Ministerio de Agricultura y Ganadería. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.
INDIA 1. Productcategorieën: a) onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van van de EG verordening nr.2092/91; b) producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van de EG verordening nr. 2092/91. 2. Oorsprong: De producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in India. 3. Controleorganismen: • Bureau Veritas Certification India Pvt. Ltd • Ecocert SA (India Branch Office) • IMO Control Private Limited
versie 01 | dec 2008 | pag 22 |
• Indian Organic Certification Agency (INDOCERT) • Lacon Quality Certification Pvt. Ltd • Natural Organic Certification Association • OneCert Asia Agri Certification private Limited • SGS India Pvt. Ltd • Control Union Certifications • Uttaranchal State Organic Certification Agency (USOCA) • 108/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.4.2008 • APOF Organic Certification Agency (AOCA) • Rajasthan Organic Certification Agency (ROCA). 4. Organismen die het certificaat afgeven: zie punt 3. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2009.
ISRAËL 1. Productcategorieën:
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
a verwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening nr.2092/91; b producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening. 2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1 onder b) genoemde categorie, die in Israël zijn geproduceerd of in Israël zijn ingevoerd: • hetzij uit de Gemeenschap, • hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de EG verordening 2092/91 als gelijkwaardig is erkend. 3. Controleorganisties: • Skal Israel Inspection & Certification • AGRIOR Ltd-Organic Inspection & Certification • IQC Institute of Quality & Control • Plant Protection and Inspection Services (PPIS) (Ministry of Agriculture and Rural Development). 4. Organisatie die het certificaat afgeeft: idem als in punt 3. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: 30 juni 2013.
versie 01 | dec 2008 | pag 23 |
ZWITSERLAND 1. Productcategorieën: a) onverwerkte plantaardig landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten, in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening nr. 2092/91, met uitzondering van: • gedurende de omschakelingsperiode geproduceerde producten als bedoeld in artikel 5, lid 5, van die verordening; b) verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van de EG verordening nr. 2092/91, met uitzondering van: • producten als bedoeld in artikel 5, lid 5, van die verordening die een gedurende de omschakelingsperiode geproduceerd ingrediënt van agrarische oorsprong bevatten. 18.4.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 108/13 2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Zwitserland zijn geproduceerd of in Zwitserland zijn ingevoerd: • hetzij uit de Gemeenschap,
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
• hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de EG verordening 2092/91 als gelijkwaardig is erkend, • hetzij uit een derde land waarvoor een lidstaat overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de EG verordening 2092/91 heeft erkend dat het betrokken product in dat land is geproduceerd en gecontroleerd volgens dezelfde voorschriften als die welke door de lidstaat zijn aanvaard, • hetzij uit een derde land waarvoor Zwitserland heeft erkend dat de productievoorschriften en de controleregeling gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld op grond van de Zwitserse wetgeving. 3. Controleorganismen: • Institut für Marktökologie (IMO) • bio.inspecta AG • Schweizerische Vereinigung für Qualitäts- und Management-Systeme (SQS) • Bio Test Agro (BTA) • ProCert Safety AG. 4. Organismen die het certificaat afgeven: zie punt 3. 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
NIEUW-ZEELAND 1. Productcategorieën: a) Onverwerkte plantaardige landbouwproducten, dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van de EG verordening 2092/91, met uitzondering van: • dieren en dierlijke producten waarop aanduidingen betreffende overschakeling
versie 01 | dec 2008 | pag 24 |
op de biologische landbouw voorkomen of waarop het de bedoeling is dergelijke aanduidingen aan te brengen; • aquacultuurproducten. b) Verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van de EG verordening 2092/91, met uitzondering van: • dierlijke producten waarop aanduidingen betreffende overschakeling op de biologische landbouw voorkomen of waarop het de bedoeling is dergelijke aanduidingen aan te brengen; • producten die aquacultuurproducten bevatten. 2. Oorsprong: Producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en biologisch geproduceerde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Nieuw-Zeeland zijn geproduceerd of in Nieuw-Zeeland zijn ingevoerd: • uit de Gemeenschap; L 108/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 18.4.2008
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
• uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de EG verordening 2092/91 als gelijkwaardig is erkend, of • uit een derde land waarvan de voorschriften voor de productie en de controle van landbouwproducten, op basis van de garanties en informatie die door de bevoegde autoriteit van dit land overeenkomstig de bepalingen van het MAF zijn verstrekt, gelijkwaardig worden geacht aan het Food Official Organic Assurance Programme; uitsluitend biologisch geproduceerde ingrediënten, bestemd voor verwerking in Nieuw-Zeeland in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, met een maximum van 5 % voor landbouwproducten, mogen worden ingevoerd. 3. Controleorganismen: • AsureQuality Ltd • BIO-GRO New-Zealand. 4. Organisme die het certificaat afgeeft: Ministry of Agriculture and Forestry (MAF) — New Zealand Food Safety Authority (NZFSA). 5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.
versie 01 | dec 2008 | pag 25 |
BIJLAGE B bepaalde producten en stoffen voor gebruik bij de vervaardiging van verwerkte biologische levensmiddelen (Bijlage VIII bij verordening EG 889/2008) NOTEN: A: toegestaan krachtens Verordening (EEG) nr. 2092/91 en overgedragen krachtens artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 B: toegestaan op grond van Verordening (EG) nr. 834/2007
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Deel A — levensmiddelenadditieven, inclusief dragers Met het oog op de in artikel23, lid 4, onder a)ii), van Verordening (EG) nr. 834/2007 bedoelde berekening worden voor levensmiddelen bestemde toevoegingsmiddelen die in de kolom met het codenummer met een asterisk zijn aangemerkt, meegerekend als ingrediënten van agrarische oorpsprong. V E R G U N N I N G
Code
Benaming
Bereiding van levensmiddelen van plantaardige oorsprong
Bijzondere voorwaarden
dierlijke oorsprong
A
E 153
Carbo medicinalis vegetabilis
X
Met een laagje gemalen houtskool bedekte geitenkaas „Morbier”-kaas
A
E 160b*
Annatto, bixine, norbixine
X
„Red Leicester”-kaas „Double Gloucester”-kaas Cheddar „Mimolette”-kaas
A
E 170
Calciumcarbonaat
X
X
Mag niet als kleurstof worden gebruikt en mag niet worden gebruikt om producten met calcium te verrijken
A
E 220 of E 224
Zwaveldioxide Kaliumdisulf iet
XX
XX
In vruchtenwijnen (*) zonder toegevoegde suiker (met inbegrip van appel-en perenwijn) of in honingwijn: 50 mg (**) In appelen perenwijn waaraan na de gisting suiker of sapconcentraat is toegevoegd: 100 mg (**) (*) In dit verband wordt onder „vruchtenwijn” verstaan wijn die is bereid uit andere vruchten dan druiven. (**) Maximumgehalte aan de stof uit alle bronnen, uitgedrukt als SO2 in mg/l.
versie 01 | dec 2008 | pag 26 |
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
A
E 250 of E 252
Natriumnitriet Kaliumnitraat
XX
A
E 270
Melkzuur
X
X
A
E 290
Koolstofdioxide
X
X
A
E 296
Appelzuur
X
A
E 300
Ascorbinezuur
X
A
E 301
Natriumascorbaat
A
E 306*
Sterk tocoferolhoudend extract
A
E 322*
Lecithinen
A
E 325
Natriumlactaat
A
E 330
Citroenzuur
A
E 331
Natriumcitraten
A
E 333
Calciumcitraten
X
A
E 334
Wijnsteenzuur (L(+)–)
X
A
E 335
Natriumtartraten
X
A
E 336
Kaliumtar traten
X
A
E 341(i)
Monocalciumfosfaat
X
A
E 400
Alginezuur
X
X
Producten op basis van melk (2)
A
E 401
Natriumalginaat
X
X
Producten op basis van melk (2)
A
E 402
Kaliumalginaat
X
X
Producten op basis van melk (2)
A
E 406
Agar-agar
X
X
Producten op basis van melk en vleesproducten (2)
A
E 407
Carrageen
X
X
Producten op basis van melk (2)
Voor vleesproducten (1): Voor E 250: indicatie inzake de toegevoegde hoeveelheid, uitgedrukt als NaNO2: 80 mg/kg Voor E 252: indicatie inzake de toegevoegde hoeveelheid, uitgedrukt als NaNO3: 80 mg/kg Voor E 250: maximaal toegestaan residu, uitgedrukt als NaNO2: 50 mg/kg Voor E 252: maximaal toegestaan residu, uitgedrukt als NaNO3: 50 mg/kg
X
Vleesproducten (2)
X
Vleesproducten (2)in verband met nitrieten of nitraten
X
X
Antioxidant in oliën en vetten
X
X
Zuivelproducten (2)
X
Producten op basis van melk en vleesproducten
X X
Rijsmiddel voor zelfrijzend bakmeel
versie 01 | dec 2008 | pag 27 |
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
A
E 410*
Johannesbroodpitmeel
X
X
A
E 412*
Guarpitmeel
X
X
A
E 414*
Arabische gom
X
X
A
E 415
Xanthaangom
X
X
A
E 422
Glycerol
X
A
E 440* (i)
Pectine
X
X
Producten op basis van melk (2)
A
E 464
Hydroxypropylmethylcellulose
X
X
Materiaal voor het omhulsel van capsules
A
E 500
Natriumcarbonaten
X
X
„Dulce de leche” (3), zureroomboter en zuremelkkaas (2)
A
E 501
Kaliumcarbonaten
X
A
E 503
Ammoniumcarbonaten
X
A
E 504
Magnesiumcarbonaten
X
A
E 509
Calciumchloride
X
Doen coaguleren van melk
A
E 516
Calciumsulfaat
X
Drager
A
E 524
Natriumhydroxide
X
Oppervlaktebehandeling van „Laugengebäck”
A
E 551
Siliciumdioxide
X
Antiklontermiddel voor kruiden en specerijen
Voor plantenextracten
plantaardige oorsprong
dierlijke oorsprong
A
E 553b
Talk
X
X
A
E 938
Argon
X
X
A
E 939
Helium
X
X
A
E 941
Stikstof
X
X
A
E 948
Zuurstof
X
X
Deklaag op vleesproducten
(1) Dit additief mag uitsluitend worden gebruikt wanneer tengenoegen van de bevoegde autoriteit is aangetoond dat er geen technologisch alternatief is dat dezelfde garanties biedt en/of de specifiekekenmerken van het product handhaaft. (2) De beperking betreft alleen dierlijke producten. (3) „Dulce de leche” of „Confiture de lait” is is een zachte, rijke bruine crème die wordt bereid door het inkoken van gezoete melk.
versie 01 | dec 2008 | pag 28 |
Deel B — technische hulpstoffen en andere producten die mogen worden gebruikt voor de Verwerking van biologisch geproduceerde ingrediënten van agrarische oorsprong. NOTEN: A: toegestaan krachtens Verordening (EG) nr.2092/91 en overgedragen krachtens artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 B: toegestaan op grond van Verordening (EG) nr. 834/2007 V E R G U N N I N G A
Bereiding Bereiding van levan levensmid- vensmiddelen van delen van plantdierlijke aardige oorsprong oorsprong
Water
X X
A
Calciumchloride Calciumcarbonaat Calciumhydroxide Calciumsulfaat Magnesiumchloride (of nigari) Kaliumcarbonaat Natriumcarbonaat Melkzuur
A
Citroenzuur
X
A
Natriumhydroxide Zwavelzuur Zoutzuur
X
A A bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Benaming
A A A
A A
A A
A
Ammoniumhydroxide
X
Bijzondere voorwaarden
Drinkwater in de zin van Richtlijn 98/83/ EG van de Raad Coagulatiemiddel
X X X X
Coagulatiemiddel
X
Drogen van druiven
X
Suikerproductie
X
Coagulatiemiddel
X
Voor de regeling van de pH van het pekelbad bijde kaasbereiding (1)
X
Voor de regeling van de pH van het pekelbad bijde kaasbereiding (1) Olieproductie en hydrolyse van zetmeel (2) Suikerproductie Olieproductie uit koolzaad/raapzaad (Brassica spp.)
X X
Gelatineproductie (1) Suikerproductie (2)
X
Gelatineproductie
Gelatineproductie Voor de regeling van de pH van het pekelbad bijde bereiding van Gouda, Edam, Maasdammer kaas, Boerenkaas, Friese en Leidse Nagelkaas
versie 01 | dec 2008 | pag 29 |
A
A A
Waterstofperoxide Koolstofdioxide Stikstof Ethanol Looizuur Eiwitalbumine Caseïne Gelatine Isinglass Plantaardige oliën Siliciumdioxydegel of colloïdale oplossing Actieve kool Talk
A
Bentoniet
X
X
Klaringsmiddel voor honingwijn (1) In overeenstemming met de bijzondere zuiverheidseisen voor het levensmiddelenadditief E 558
A
Kaolien
X
X
Propolis (1) In overeenstemming met de bijzondere zuiverheidseisen voor het levensmiddelenadditief E 559
A A
Cellulose Diatomeeënaarde Perliet Hazelnootdoppen Rijstmeel Bijenwas Carnaubawas
X X
X X
Gelatineproductie (1)
X X
X
Gelatineproductie (1)
A A A A A A A A A
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
A
A A A A A
X X
X
X X X X X X X X
X X
Gelatineproductie
Oplosmiddel Hulpstof bijfiltreren
X
Plaatsmeermiddel, losmiddel of antischuimmiddel
X
X X
X X X
In overeenstemming met de bijzondere zuiverheidseisen voor het levensmiddelenadditief E 553b
Gelatineproductie (1)
Losmiddel Losmiddel
(1) De beperking betreft alleen dierlijke producten. (2) De beperking betreft alleen dierlijke producten.
versie 01 | dec 2008 | pag 30 |
BIJLAGE C Niet-biologisch geproduceerde ingrediënten van agrarische oorsprong als bedoeld in artikel 28 (BIJLAGE IX) 1. ONVERWERKTE PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN VIA PROCESSEN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN 1.1. Eetbare vruchten, noten en zaden: eikels colanoten kruisbessen maracuja’s (passievruchten) frambozen (gedroogd) rode aalbessen (gedroogd)
Quercus spp. Cola acuminata Ribes uva-crispa Passiflora edulis Rubus idaeus Ribes rubrum
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
1.2. Eetbare specerijen en kruiden: Peruaanse peper mierikswortelzaad Kleine galanga saffloerbloemen waterkerskruid
Schinus molleL. Armoracia rusticana Alpinia officinarum Carthamus tinctorius Nasturtium officinale
1.3 Varia: algen, inclusief zeewier, die in de bereiding van niet-biologische levensmiddelen mogen worden gebruikt 2. PLANTAARDIGE PRODUCTEN 2.1. Oliën en vetten, al dan niet geraffineerd, doch niet chemisch gemodificeerd, afgeleid van andere planten dan: cacao kokosnoot olijven zonnebloem palm kool-en raapzaad saffloer sesam soja
Theobroma cacao Cocos nucifera Olea europaea Helianthus annuus Elaeis guineensis Brassica napus, rapa Carthamus tinctorius Sesamum indicum Glycine max
versie 01 | dec 2008 | pag 31 |
2.2. De volgende suikers, zetmeel en andere producten op basis van granen en knollen: fructose rijstpapier ouwel zetmeel van rijst en kleefmaïs, niet chemisch gemodificeerd 2.3. Varia eiwit uit erwten Pisum spp. rum, uitsluitend bereid uit suikerrietsap kirsch bereid op basis van vruchten en smaakstoffen als bedoeld in artikel 27, lid 1, onder c) 3. DIERLIJKE PRODUCTEN aquatische organismen, niet afkomstig van de aquacultuur, die in de bereiding van niet-biologische levensmiddelen mogen worden gebruikt
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
gelatine weipoeder „herasuola” darmen
versie 01 | dec 2008 | pag 32 |
BIJLAGE D Toevoegingsmiddelen voor diervoeders en bepaalde in diervoeding gebruikte stoffen als bedoeld inartikel 22, lid 4 1. TOEVOEGINGSMIDDELEN IN DIERVOEDERS De opgesomde toevoegingsmiddelen moeten zijn goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (1) betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding. 1.1. Nutritionele toevoegingsmiddelen a) Vitaminen
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Vitaminen die zijn afgeleid van grondstoffen die van nature in diervoeders voorkomen; Voor dieren met één maag: synthetische vitaminen die identiek zijn aan de natuurlijke vitaminen; Voor herkauwers en na goedkeuring door de lidstaten op basis van een beoordeling van de capaciteit van biologisch gehouden herkauwers om de nodige vitaminen A, D en E uit hun voederrantsoen te halen: synthetische vormen van de vitaminen A,D enE die identiek zijn aan de natuurlijke vitaminen
[ tabel gaat verder op bladzijde hierna ]
versie 01 | dec 2008 | pag 33 |
b) Spoorelementen E1
E2
E3
E4
E5
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
E6
E7 E8
IJzer: ijzer(II)carbonaat ijzer(II)sulfaat, monohydraat en/of heptahydraat ijzer(III)oxide Jodium: calciumjodaat, watervrij calciumjodaat, hexahydraat natriumjodide Kobalt: kobalt(II)sulfaat, monohydraat en/of heptahydraat basisch kobalt(II)carbonaat, monohydraat Koper: koper(II)oxide basischkoper(II)carbonaat, monohydraat koper(II)sulfaat, pentahydraat Mangaan: mangaan(II)carbonaat mangaan(II) en mangaan(III)oxide mangaan(II)sulfaat, mono-en/of tetrahydraat Zink: zinkcarbonaat zinkoxide zinksulfaat, monohydraat en/of heptahydraat Molybdeen: ammoniummolybdaat, natriummolybdaat Selenium: natriumselenaat natriumseleniet
1.2. Zoötechnische toevoegingsmiddelen Enzymen en micro-organismen 1.3. Technologische toevoegingsmiddelen a) Conserveermiddelen E 200 Sorbinezuur E 236 Mierenzuur (*) E 260 Azijnzuur (*) E 270 Melkzuur (*) E 280 Propionzuur (*) E 330 Citroenzuur (*) Voor ensilage: alleen wanneer de weersomstandigheden een adequate fermentatie belemmeren.
versie 01 | dec 2008 | pag 34 |
b) Antioxidantia E 306 — Tocoferolrijke extracten van natuurlijke oorsprong, gebruikt als antioxidant c) Bindmiddelen en verdunningsmiddelen E 470 Calciumstearaat van natuurlijke oorsprong E 551b Coloïdale siliciumdioxide E 551c Diatomeeënaarde E 558 Bentoniet E 559 Kaoliniethoudende klei E 560 Natuurlijke mengsels van stearaten en chloriet E 561 Vermiculiet E 562 Sepioliet E 599 Perliet d) Toevoegingsmiddelen voor kuilvoer Enzymen, gisten en bacteria kunnen als toevoegingsmiddel voor kuilvoer worden gebruikt.
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Melkzuur, mierenzuur, propionzuur en azijnzuur mogenbij de productie van kuilvoer alleen worden gebruikt indien de weersomstandigheden belemmeren dat de juistefermentatie optreedt. 2. BEPAALDE IN DIERVOEDING GEBRUIKTE STOFFEN De opgesomde stoffen moeten zijn goedgekeurd op grond van Richtlijn 82/471/EEG van de Raad betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte produkten(1) Gisten: Saccharomyces cerevisiae Saccharomyces carlsbergiensis 3. STOFFEN VOOR DE KUILVOERPRODUCTIE zeezout ruw steenzout uit mijnen wei suiker suikerbietenpulp meel van granen melasse
versie 01 | dec 2008 | pag 35 |
BIJLAGE E model voor opmaak Bewijsstuk (‘Certificatie’) (Bijlage XII bij verordening EG 889/2008)
L 250/78
NL
Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE XII
Model voor de krachtens artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 834/2007 aan de marktdeelnemer te verstrekken bewijsstukken als bedoeld in artikel 68 van de onderhavige verordening
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Krachtens artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad aan de marktdeelnemer te verstrekken bewijsstukken Documentnummer: Naam en adres van de marktdeelnemer: Voornaamste activiteit (producent, verwerker, importeur, enz.):
Naam, adres en codenummer van de controlerende autoriteit/het controleorgaan
Productcategorieën/Activiteit: — Planten en plantaardige producten: — Dierhouderij en dierlijke producten: — Verwerkte producten:
omschreven als: biologische productie, omschakelingsproducten; ook nietbiologische productie in geval van gelijktijdige productie/ verwerking op grond van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 834/2007
Geldigheidsperiode: Plantaardige producten van... tot ... Dierlijke producten van... tot ... Verwerkte producten van... tot ...
Datum van de controle(s):
Dit document is afgegeven op basis van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 834/2007 en Verordening (EG) nr. 889/2008. De marktdeelnemer onderwerpt zich aan controles en voldoet aan de in die verordeningen vastgestelde voorschriften. Datum, plaats: Handtekening namens de controlerende autoriteit die/het controleorgaan dat het bewijsstuk afgeeft:
versie 01 | dec 2008 | pag 36 |
18.9.2008
BIJLAGE F model voor GGO-vrije verkopersverklaring (Bijlage XIII bij verordening EG 889/2008)
18.9.2008
Publicatieblad van de Europese Unie
NL
BIJLAGE XIII Model van de verkopersverklaring als bedoeld in artikel 69
Verkopersverklaring als bedoeld in artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad Naam en adres van de verkoper: Identificatienummer (bijv. partij- of voorraadnummer)
Productbenaming:
bio & de wet | toelichting bij de Europese en Vlaamse wetgeving bio
Componenten (Vermeld alle componenten die het product bevat/die het laatst in het productieproces zijn gebruikt.) ……………… ……………… ……………… ……………… ……………… Ik verklaar dat dit product noch „met”, noch „door” GGO’s is vervaardigd in de betekenis van deze termen zoals die worden gebruikt in de artikelen 2 en 9 van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad. In beschik niet over informatie waaruit zou blijken dat deze verklaring onjuist is. Bijgevolg verklaar ik dat het hierboven genoemde product voldoet aan artikel 9 van Verordening (EG) nr. 834/2007, wat betreft het verbod op het gebruik van GGO's. Ik verbind mij ertoe onze klant en zijn controleorgaan/controlerende autoriteit onmiddellijk te verwittigen indien deze verklaring wordt ingetrokken of gewijzigd, of indien informatie aan het licht komt die de juistheid van deze verklaring ondermijnt. Ik geef toestemming aan het controleorgaan of de controlerende autoriteit, als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 834/2007, dat/die toezicht houdt op onze klant, om de juistheid van deze verklaring te verifiëren en zo nodig monsters voor een analysetest te nemen. Ik stem tevens in met de eventuele overdracht van deze taak aan een onafhankelijke instantie die schriftelijk door het controleorgaan is aangewezen. Ondergetekende aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van deze verklaring. Land, plaats, datum, handtekening van de verkoper:
Bedrijfsstempel van de verkoper (in voorkomend geval):
versie 01 | dec 2008 | pag 37 |
L 250/79