OLYMPISCHE HOOFDSTRUCTUUR [planne(n)] met een deadline
DEEL II / projectomschrijvingen
Verantwoording Dit startdocument is onderdeel van een lopend werkproces. Dit kan leiden tot onvolkomenheden. Alle inhoud is onder verantwoording van One Architecture en Zwarts & Jansma architecten.
Dit document is samengesteld door: One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten, Juli 2010 in opdracht van het Ministerie van VROM
Inhoudsopgave 1.
Vraagstelling & Leeswijzer
Integraal 2. Technologie, media, en innovatie 3. Samenleving 4. Water De grote schaal 5. 2010-2016: Quick wins voor duurzaamheid en verkeer 6. Geconcentreerde Spelen versus gedistribueerde Spelen 7. Systeemsprongen 8. As Rotterdam - Amsterdam 9. OHS als middel om concrete vraagstukken vorm te geven 10. Olympisch [planne(n)] Gebieden 11. Metroplitane Parken en Olympisch Park 12. Olympisch Dorp 13. De wijk op Olympisch niveau 14. IPC / MPC Vrije kavels 15. Ontwerpagenda 16. Colofon
3
1.
Leeswijzer La facidui pissequis elit lam do dio et dolortie dipit wisciliquat adit essequat. Acinci ea autpatum ilit adio dip et iriliquatuer ing eugiamet am vel ex eu faccum zzriustrud do consed magnim velendrem ing eraestin hent eugiam, qui et, sectem quat autpat prat, se veliquatet aliquis numsandignis augait vullutat ad erciduis accum in utatis estionse dignim num ing erat. Ecte cor ipit, suscil illa facidui ssequam, quisi. At wis nonummo loreet, commy nulla consend ignissequis deliquat. Dui bla consequatin velent nonsequate dipit ad diam ilismol oborem autate modio consequat enis at. Duismodip eugue do od ex eu feummy nonullandit utat ut et ing erosto cortini sissequ amcommy nostrud duis adiam velenisit alisl incinci liquamet iuscidu isciliq uismod elit nostion sequat. Loreet volortio dolore dolorem venim ipit nonsed magniam zzrit nonullan venibh ero duis ad te faccum in esecte feu feum aut aut lor adit elit lortio od min utpat nostrud dolorem do ea cor aliquip et lore veniscil eugait vendipis adigna consequat ulla feu feugue dionsequat prat alit augiat wis acil iurem dolor am autet prate minisit, quat. Aliquat. Minim iusto odolorperos niat. Tue feu feugue feuguero do delisit, quatet laorper in henim vullaore magna facilit veriure mincilit velit, commod dolore magna feui tat nonsed dipit dio dolorperiure tat nos delit laorerosto dipsum dolum quat velent ad tat. Duismolenim zzriurero dolore tat wis esed te doluptat. Ipsum quisit nulla adit nonum veliqui tis do dolortio odiat veleniam, coreet, venim iriuscidunt laore modit velenit nulput non ulla feugue velisi ex ea consequat lortinibh elit iustie min henim erat incilluptat. Put aliquip et acilit, sim veriusci eratum augueriure delit, volor amconse quisi. Odipisim nis do od tisis nisiscing ex er ipit augiat aciliquissis nostie dit ex erci blaorem ipis at vulla facilis ex eu feugiam vendre magniamet aliquis er il eum nonullaorem zzriusto dolumsan ute magnim exerci tat. Eliquate dolum velessi tie modipsu scipis nonsequamet vero od min ullaore elenim zzrilit augait exerillam, commolo rercillaore magna commy num irilit vullaorem iurero eu faccum volore magniam vullut verit, se vent enim del eraesto consequamet ipismodolute do consequat nonse venis nisim adipsus ciliquissed dolorem zzrit dolorpe rcidunt wisciduis elit ut la faccummy nos ad te tatuer secte magna feum quam venisci eros dolore magnibh eugait nos alismol obortie tionsed doluptatem inim veliqua mcommy nit ulputat lor sequat ad estisisl eugiam ea consequ amcorer autem venibh euguerostie min veliqui ssenisit in exer se dit ad tetuera essecte faccums andiamet at, consendre min volorem zzriliq uismod magna facin henim velestrud ea aci blaore venim dolobor sim dipsum et lore commod exeratisit essis nonsed tionsequi bla conum eu feumsandreet init, quat, quatuer cidunt wisit aliscidunt etum nos amconse quisit at wiscipis exer ad te corem dipsumsandre feummy nim zzriurem dolendre consent utpatio dolore con utpat nullutem autpat iriusto duissi te faci
4
blamet nos er sed enibh exeratet, consend ignit, sum inibh et, quat. Lor si te euis et nim am duipsum zzrit iusto dip er augue verit, venit, consequat, velit am iurer senisl ulputet, commodi amconsequat. Is nis delendio dolobor peraestion hendrem delenim nos ero odolor accum il in hent vent iuscidunt alit inismod olorpero odolor sequatis ex eugiam ing exer ing exerit praesendre et ipsusto consendre te dignibh exeriustinis nonsecte volore moloreet wis acilit lorer summy nos dolor auguercidunt loreet, volor sim alissi. Lut wismodolum zzrilis dolum nonsequisl utpat. Ut ipsusci psustissit lor aliquat. Ut velit ver ilisit, quis del dolor accum incil iustrud minci et laore facidunt praese mod tio odignim nulla adio conulputem eugait praestisim iriusto core tat ut autat init nibh endio con utpatum inibh el ullaore volore enim nonummodio del duis aliquis sequamet loreet ad erillutat volore con hent ulluptat, si et, quisl iuscing endiat dolor accum dolore conse modip et autpatum ipit, qui tem diam dolore modolore feu faccum irit lutpat, sectet utpat. Raesed min ut nos nulput accum velisi. Estis eum quis nos nim dolore ex euguer sum voloboreet ipsummy nonsed eumsan henim autatuero odolore magna faccumsan eugait la faccum vel ullutpa tueriurem ea corero esequat uerilis cidunt adio consendit dui ex eum quip et aliquis augiamcon henit am exer sendit nisit la commod modipsum iure ex euisl enisl eu feum eugiam, verciduisit lortisim doloreros ex estin utpat lore mincipi ssectet, qui ea feuguercip ercip exerci tinciliquis dolore tem nostin utat praesse commy nos nim eu feuissectem del ulla feum venit lortis adigna faccum dit num amcon veliquatis et niam vendre molorem quam nonse magna alit ipit dipisl doloreet alis amet aliquisi etuero dolobore conulputpat. Bore magna feum at, vulla commy nullam at. Vulputat vero conulla feumsandit la consenissi.
5
2.
Technologie, media, en innovatie Welke innovaties op het gebied van (media) technologisch staan er op stapel of kunnen worden ontwikkeld. Hoe kan de BV Nederland een rol spelen in ontwikkelingen en wat kunnen innovaties kunnen betekenen voor de Olympische Hoofdstructuur. Een goed functionerend netwerk van verschillende technologische infrastructuren en een adequate onderlinge afstemming van deze structuren maakt immers onderdeel uit van de Olympische Hoofdstructuur. Motivatie Het infrastructurele landschap is continu aan transformatie onderhevig en hoe het er precies uit zal zien in 2028 is moeilijk te voorspellen. Hoogstwaarschijnlijk heeft de televisie plaatsgemaakt voor andere vormen van communicatie. Ook wijzen trends van nu erop dat interactiviteit alsmaar vergroot zal worden. Crowdsourcen, het gebruik van de kennis, knowhow en mening van het publiek zal steeds belangrijker geworden. Sociale netwerken zullen groeien. De verschillende ontwikkelingen zullen van invloed zijn op de inrichting van Nederland. Veranderingen in de media infrastructuur zullen bijvoorbeeld een grote invloed hebben op de transport infrastructuur. Kan technologie een rol spelen bij het optimaliseren van (individueel) openbaar vervoer? En hoe kan een betere afstemming in woon-werk verkeer plaatsvinden? Heeft het principe van ‘jobswaps’, het ruilen van banen door forenzen, de toekomst? Zou een verdichting van sociale netwerken een ontlasting van transport netwerken kunnen bewerkstelligen? Of wordt de opgave de transport infrastructuur te verbeteren enkel bemoeilijkt door ontwikkelingen in media infrastructuur? Sociale technologie brengt namelijk onvoorspelbaar gedrag teweeg. Spreiding van ontmoetingsplaatsen levert onvoorspelbare pieken op ten opzicht van de transport infrastructuur. Met de Olympische Hoofdstructuur kunnen we zoeken naar een manier waarop we de onzekerheden een plek bieden in de planning, zonder dat het proces van ontwikkelen van een hoofdstructuur gestopt wordt. Ook het IOC zal zich de komende jaren geconfronteerd zien met het veranderende media landschap. Het grootste deel van de inkomsten van het IOC komt namelijk van de Olympische televisierechten en van het TOP-sponsorprogramma. TOP Partners zijn de twaalf officiële sponsoren van het IOC.
6
Zij zijn de enigen die de Olympische ringen mogen verwerken in reclame-uitingen. Met het verminderen van de populariteit van de televisie kentert het verdiensysteem van IOC. Op welke wijze kunnen we het IOC betrekken in onze zoektocht naar innovatie? Vragen Hoe zien de technologische infrastructurele netwerken er in 2028 uit? Wat is daarvan de betekenis voor het medialandschap? Welke innovaties op (media) technologisch vlak staan er op stapel of kunnen worden ontwikkeld? Hoe kan de BV Nederland een rol spelen in ontwikkelingen en wat kunnen innovaties betekenen voor de Olympische Hoofdstructuur? Op welke wijze betrekken we het IOC in het nadenken over innovatie? Vorm Presentaties van toekomstvisies + tentoonstelling. Met wie Kennisinstituten, bedrijfsleven, universiteiten, uitvinders, kunstenaars, ministerie van Economische Zaken, Agentschap NL, SenterNovum.
fig. achtergrond. Dirk Kuyt viert de 2-0 met de ‘mensen thuis’ in de wedstrijd Nederland - Denemarken tijdens het WK 2010 in Zuid-Afrika
7
3.
Samenleving Kan de Olympische gedachten dienen als inspiratie voor onze omgang met elkaar in een maatschappij die aan veranderingen onderhevig is? Hoe gebruiken we de eigenschappen van onze (veranderende) manier van samenleven voorts om Olympische Spelen te faciliteren? Motivatie De internationale Olympische Beweging vindt haar grondslag in het moderne olympisme. Het olympisme is een levensfilosofie, die de kwaliteiten van lichaam, wilskracht en geest verheft en met elkaar combineert. Door sport te vermengen met cultuur en educatie, stimuleert olympisme een manier van leven die gebaseerd is op plezier in inspanning, de educatieve waarde van ‘goed voorbeeld doet goed volgen’ en respect voor universele ethische principes. Olympisme stelt sport in dienst van een evenwichtige ontwikkeling van mensen. Op die manier hoopt het bij te dragen aan een vreedzame wereld, waarin menselijke waardigheid voorop staat. De olympische gedachte wordt vaak gevat in het volgende adagium ‘Het belangrijkste bij de Olympische Spelen is niet het winnen maar het deelnemen, zoals het in het leven niet begonnen is om te veroveren, maar om het leveren van goede strijd’. Op welke manier kan de Olympische gedachten als inspiratie dienen voor onze omgang met elkaar in een maatschappij die aan veranderingen onderhevig is en wat betekent dat voor de OHS? Hoe gebruiken we de eigenschappen van onze (veranderende) manier van samenleven om Olympische Spelen te faciliteren? In een event-driven land als Nederland liggen er kansen de gedachte van de Olympische Spelen tot in de haarvaten van de samenleving te brengen. Al in het proces van naar de Spelen toegaan kunnen veel mensen betrokken worden. Het kan het draagvlak voor het internationale sportevenement vergroten en tevens zorgen voor een intenser gevoel van sociale cohesie onder de bewoners van Nederland. Kun je door het expliciteren van een cultuurpolitiek voor het vormgeven van de openbare ruimte de kwaliteit verhogen van zowel de ontmoeting als van de ruimte? En zo ja, op wat voor manier? Misschien biedt de wereldwijd verbindende kracht van sociale technologie kansen. Sociale netwerken maken het mensen mogelijk informatie te delen over persoonlijke ervaringen. Met behulp van sociale technologie kunnen grote groepen mensen op afstand evenementen beleven, bijvoorbeeld een flash-mob of een voetbalwedstrijd op een plein. ‘One game, one crowd, different places’, is hierbij het concept. Het lijkt aansluiting te vinden bij de olympische gedachte die ‘deelnemen’ centraal stelt. In de toekomst kunnen duizenden mensen de Spelen ‘van
8
dichtbij’ meemaken, zonder plaats te nemen in het stadion. De ‘pulse of the planet’ wordt zichtbaar op die plekken waar de meeste mensen over berichten. Hierdoor ontstaat een in publiek domein gedistribueerde legacy. Het zou het begin kunnen zijn van het tijdperk van de Post National Games. Een andere resultante van deze ontwikkeling zou kunnen zijn dat de vraag naar grote stadions kleiner wordt. Hiermee voorkom je de bouw van White Elephants die vaak moeilijk een invulling kunnen krijgen nadat de Spelen zijn afgelopen. Kan Nederland, sterk in het organiseren van events, de drijvende kracht worden van ‘global connectedness’? Het zou er misschien voor kunnen zorgen dat de voor het IOC meest ongrijpbare groep mensen – de jongeren – beter aansluiting krijgen tot de wereld van de Olympische Spelen. Voor de jongste generatie is sociale technologie geen noviteit, maar een realiteit. Met het betrekken van jongeren bij de Olympische Spelen middels slimme ingrepen op het gebied van sociale technologie heeft de Olympische aanhang niet alleen de potentie groter te worden, maar gezien de aard van de technologie ook hechter. Nu het IOC zich geconfronteerd ziet met veranderingen in haar doelgroep en op sociaal technologisch vlak zou Nederland in samenspraak met het IOC met innovaties op gebied van publieksbeleving een stap kunnen zetten in de modernisering van de Spelen. Door in een vroeg stadium van het doen van een bid met het IOC in gesprek te gaan kan gedurende het proces kan afgetast worden hoe het IOC tegen innovaties op gebied van sociale technologie aankijkt. Tevens kan Nederland met deze overlegaanpak goodwill kweken binnen de Olympische organisatie. Dit kan het winnen van een bid ten goede komen. Vragen Hoe gaan we in Nederland met elkaar om? Kan de Olympische gedachten dienen als inspiratie voor onze omgang met elkaar in een maatschappij die aan veranderingen onderhevig is? Hoe gebruiken we de eigenschappen van onze (veranderende) manier van samenleven om Olympische Spelen te faciliteren? Vorm Essayopdracht gericht aan een selectie van schrijvers / onderzoekers / denkers. Essay competitie voor jongeren. De essays worden gepubliceerd in media met een breed publiek Met wie Ontwerpers, experts op gebied van sociale technologie, sociologen en jongeren, de afdeling
fig. achtergrond. Olympisch warm welkom Grote Markt Haarlem. Haarlem stroomde massaal toe op de huldiging van de Olympische sporters, direct na aankomst op Schiphol onder politie-begeleiding naar Haarlem getransporteerd.
9
4.
Water Waterland Nederland kent van oudsher een veelomvattende wateropgave en heeft veel kennis opgebouwd op het gebied van waterveiligheid. Op welke wijze kan water het embleem worden voor de Spelen van 2028? Welke bestaande wateropgaven zouden op welke wijze gekoppeld kunnen worden aan het ontwerp van de Olympische Hoofdstructuur? Motivatie Vanwege de eeuwenoude Nederlandse strijd die Nederland voert tegen het water heeft water in Nederland een historische en iconische waarde gekregen. Hoewel het waarborgen van waterveiligheid altijd bij het watervraagstuk centraal staat, is de opgave geenszins statisch van aard. Elk tijdperk kent haar eigen problemen en oplossingen. Trachtte de Nederlander in de voorgaande eeuwen het water vooral weg te maken met behulp van het polderen en droogmaken van het landschap, tegenwoordig wordt aan water meer de ruimte gegeven. In 2009 bracht de Deltacommissie advies uit aan de regering over het garanderen van de waterveiligheid op langere termijn. De commissie wijst op een snelle verandering van het klimaat en stijgende zeespiegel en verwacht een (extreme) variatie in rivierafvoeren. In haar advies ‘Samen werken met water’ stelt de commissie vervolgens dat Nederland een achterstand heeft in te lopen omdat niet wordt voldaan aan de huidige geldende normen wat waterveiligheid betreft. Bovendien zegt ze dat de normen zijn achterhaald. Deze moeten naar boven worden bijgesteld. Zou de aanpak van de ruimtelijke vraagstukken op het gebied van waterveiligheid gekoppeld kunnen worden aan een betere economische uitbenutting van de Nederlandse expertise wat watermanagement betreft? De positie van water op de wereldmarkt is stijgende en globale investeringen in waterprojecten groeien elk jaar. De verwachting voor de nabije toekomst is dat de economische waarde van water zelfs die van olie voorbijstreeft. De OHS kan meeliften op het potentieel dat de Deltacommissie reeds biedt. De integrale werkwijze van de Deltacommissie, het zoeken naar de samenhang tussen waterveiligheid en, landbouw, natuur, wonen en werken, recreatie, landschap, infrastructuur en energie, biedt kansen bij het realiseren van een robuuste hoofdstructuur. Biedt het plannen van watergerelateerde sporten op plaatsen waar legacy op gebied van recreatief vlak gewenst is kansen het sportklimaat te verhogen en de Nederlandse internationale recreatiepositie te versterken? Door de
10
wateropgave mee te nemen in de OHS kan de urgentie ervan worden onderstreept. Bij het managen van een bid kan de wateropgave een belangrijke zijn. Nederland zou zich kunnen profileren als internationaal leidend wat complexe wateropgaven betreft. Ons landschap leent zich er natuurlijkerwijs voor het water als een showcase te gebruiken. Door de expertise te delen ontstaat een generositeit ten opzicht van de wereld. De legacy van de Spelen komt dan niet enkel Nederland toe, maar ook de rest van de wereld. Het kan tevens helpen de angst die bij sommige internationale ondernemers bestaat om te investeren in een land dat deels onder zeeniveau ligt weg te nemen. Hierdoor kan de Nederlandse investeringscapaciteit worden gemaximaliseerd. Ten slotte kan water ook een extra dimensie geven in het duurzaamheidsdenken. Duurzaamheid is een knockout criterium bij het doen van een bid. Heeft bijvoorbeeld de opgave het verlagen van de waterfootprint (het totale watervolume dat wordt gebruikt bij de productie van goederen en diensten die door de bewoners van een land geconsumeerd worden) van alle opgaven die het realiseren van de Olympische Hoofdstructuur met zich meebrengt potentie? Vragen Hoe kan het ontwerp van de OHS gekoppeld worden aan bestaande wateropgaven? Welke locaties lenen zich hiervoor en hoe kan deze koppeling operationeel worden gemaakt? Kan Nederlands water een embleem vormen voor de Spelen? Welke geldstromen zijn gekoppeld aan de wateropgave? Vorm Werkatelier onder leiding van een landschapsarchitect. Met wie Waterbeheerders (kwantiteit en kwaliteit), projectontwikkelaars, recreatieschappen, Deltacommissie.
fig. achtergrond. Een gezicht op een van de oudste (toren) molens in Nederland door Jacob Isaacksz. van Ruisdael - Le Moulin de Wijk-bij-Duurstede.
11
fig. achtergrond. photomontage zwemmen langs de afsluitdijk, gebruikmakend van de historische en iconische waarde van Nederland.
12
13
5.
2010 - 2016: Quick wins voor duurzaamheid en verkeer Een goed werkende infrastructuur is een knock out criterium van het IOC voor het organiserende land van de Olympische Spelen. Tegelijk roept het infra-vraagstuk ook veel verdeeldheid op: de file staat hoog in de top vijf van ergernissen in Nederland. Wat moet er gebeuren om Nederland op het gebied van infrastructuur op het IOC niveau te krijgen? Wat zijn de ‘linten’ van Olympisch Niveau die de komende jaren zullen worden doorgeknipt bij ingebruikname van (ver)nieuw(d)e infrastructuur? Motivatie Ontwikkelingen op gebied van de infrastructuur voor transport houden geen gelijke tred met stedelijke groei en patronen van hergebruik. Het infra-vraagstuk is naast een ruimtelijke ook een sociale kwestie. Door de ambitie van het Olympisch Plan, Nederland op Olympisch Niveau in 2016 wat bereikbaarheid en leefbaarheid betreft, als uitgangspunt te nemen van een Olympische Hoofdstructuur zou Nederland niet alleen winst kunnen boeken bij het doen van een bid. Door de legacy van de aanloop tot de Spelen, inclusief de Spelen en de periode na het toernooi te formuleren als ‘een Nederland dat een goede en duurzame bereikbaarheid kent’ kan bovendien onder een brede bevolking draagvlak worden gecreëerd voor een Olympische Spelen. Duurzaamheid is tevens een knock-out criterium bij het hebben van een succesvol bid. Denken over een meer duurzame manier van vervoersoplossingen maakt derhalve integraal onderdeel uit van het infrastructuur vraagstuk. Een duurzaam transport netwerk levert bovendien een grensoverschrijdende legacy op, die al vroeg in het proces naar het bid toe effect sorteert. Op internationaal niveau kan het realiseren van een goede en duurzame bereikbaarheid de economische positie van Nederland verstevigen. Hoe kun je met behulp van de de OHS quick wins genereren op gebied van duurzaamheid en bereikbaarheid? Vragen Wat moet er gebeuren om Nederland op het gebied van infrastructuur op het IOC niveau te krijgen? Wat zijn de ‘linten’ van Olympisch Niveau die de komende jaren zullen worden doorgeknipt bij ingebruikname van (ver)nieuw(d)e infrastructuur?
14
Vorm Twee brainstormsessies met als resultaat een routekaart 2011-2028. Met wie Ministeries van V enW, EZ en VROM, lokale overheden, vervoersbedrijven (NS, Schiphol etc.), projectontwikkelaars, verkeerskundigen, ruimtelijk ontwerpers
fig. achtergrond. 53 jaar geleden stond in Nederland de eerste file. Op een zonnige eerste Pinksterdag in 1955 trokken zoveel zondagsrijders eropuit dat Oudenrijn vastliep.
15
6.
Geconcentreerde Spelen versus gedistribueerde Spelen Zowel spreiding als concentratie van de Spelen lijken ieder hun eigen, grote problemen op te leveren. Het lijkt zoeken naar een balans tussen reistijden, kosten en baten van nieuwe accommodaties en infrastructuur. Wat is de capaciteit van de bestaande en nieuw aan te leggen infrastructuur in 2028? Wanneer we op basis hiervan scenario’s maken van zowel maximale gebruikmaking van bestaande (over-)capaciteit als een scenario waarin te verwachten knelpunten en nieuwe verstedelijking aan de Spelen gekoppeld worden, wat zijn dan de logische plekken voor een zwaartepunt van de spelen en de mogelijkheden voor spreiding? Motivatie Om ‘legacy’ en draagvlak te maximaliseren kan gezocht worden naar een zo groot mogelijke spreiding van de Spelen. Ruimtelijke ingrepen vinden dan op veel verschillende plekken plaats. Een aantal gemeenten en provincies kan bijdragen aan de investeringskosten voor accommodaties; de exploitatie ervan heeft een bredere basis. De reistijd tussen accommodaties en het Olympisch Dorp kan echter niet te groot zijn. Logistiek heeft concentratie veel voordelen: er zullen naar alle waarschijnlijkheid minder ingrepen in de infrastructuur nodig zijn. Tegelijkertijd kan de schaal van de Spelen zich bij teveel concentratie slecht verhouden tot de schaal van de Randstad, die immers opgebouwd is uit relatief kleine agglomeraties langs ‘dunne’ infrastructuur. De Spelen kunnen ‘in de weg’ komen te zitten. Bij het vinden van een balans tussen spreiding en concentratie zijn een aantal factoren specifiek van belang: de richtlijnen van IOC met betrekking tot bijvoorbeeld reistijd, en de kosten versus de baten van aan te leggen accommodaties en infrastructuur. Om het thema van spreiding vs. concentratie verder te onderzoeken kan een capaciteitsanalyse van bestaande en nieuw aan te leggen infrastructuur in 2028 gemaakt worden. Vanuit deze capaciteitsanalyse kunnen twee scenario’s ontwikkeld worden: een scenario met maximale gebruikmaking van bestaande (over-) capaciteit, en een scenario waarin te verwachten knelpunten en nieuwe verstedelijking aan de Spelen gekoppeld wordt.
16
Vanuit elk van de scenario’s kunnen logische plekken voor een zwaartepunt van de spelen, en de mogelijkheden tot spreiding zichtbaar worden. Daarnaast is het voor de Randstad belangrijk om de robuustheid van het infrastructuurnetwerk onder de loep te nemen. De Spelen eisen een garantie op reistijd voor atleten, officials en media; in praktijk komt dit vaak neer op Olympic Lanes. Deze zullen de druk op het systeem verhogen, waardoor het eens te meer noodzakelijk is zogenaamde ‘redundantie’ te ontwerpen. Naast deze twee studies kunnen er ook twee ‘systeemsprongen’ ontworpen worden. De eerste geldt een systeemsprong in mobiliteit, op basis van technologische ontwikkelingen of een ander vervoersmanagement. De tweede geldt een systeemsprong in de schaal van accommodaties onder invloed van mediatechnologie en verspreidde participatie. In een ‘denktank’ met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en wetenschappers kunnen de mogelijkheden van systeemsprongen in beeld gebracht worden en de effecten daarvan op het vraagstuk van concentratie vs. spreiding geformuleerd worden. Het in beeld brengen van de mogelijkheden van systeemsprongen en de effecten ervan op het vraagstuk van concentratie versus spreiding kunnen geformuleerd worden aan de hand van interviews met stakeholders uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de wetenschap. Vragen Wat is de capaciteit van de bestaande en nieuw aan te leggen infrastructuur in 2028? Wanneer we op basis hiervan scenario’s maken van zowel maximale gebruikmaking van bestaande (over-)capaciteit als een scenario waarin te verwachten knelpunten en nieuwe verstedelijking aan de Spelen gekoppeld worden, wat zijn dan de logische plekken voor een zwaartepunt van de spelen en de mogelijkheden voor spreiding? Vorm Capaciteitsanalyse en scenariostudies. Met wie Ministerie van VenW, eventueel aangevuld met externe verkeerskundigen.
fig. achtergrond. Het Holland House Beijing; 2 countries - 1 dream.
17
2000
1928
2008
2004
2012
fig. schaalvergelijk en relatie tot afstanden Olympische venues tussen de organiseerende landen van de Spelen tussen 2000 - 2016.
18
2016
Fonte Nova stadion 795km Voetbal Venue
Voetbal Venue
Voetbal Venue
Qinhuangdao 273km
Voetbal Venue
Voetbal Venue Voetbal Venue
Qingdoa 555km
OS2012 Londen OS2008 Beijing OS2004 Athene OS2000 Sydney OS1928 Amsterdam OIympisch dorp
versie 26 Maart 2009 10km
Zeil Venue
fig. de eigenlijke onderlingen afstanden van Olympische venues tussen 2000 - 2016 met het Olympisch stadion als willekeurig centraal referentiepunt geprojecteerd op de schaal van Nederland. Met uitzonderling van de veneus zeilen en een enkele voetbal stadions zijn de Spelen historisch relatief geconcentreerd.
OS2016 Rio de Janeiro
50km
versie 26 April 2010
Ruiter Venue
Voetbal Venue
Hong Kong 1963km
Shanghai 1065km
19
Shenyang 627km
Glascow city 560km
New Castle upon Tyne 398km Voetbal Venue
Voetbal Venue
Mineirao stadion 335km Morumbi stadion 3675km
Mane Garrincha 620km
Manchester 266km Voetbal Venue
7.
Systeemsprongen Twee systeemsprongen lijken zich aan te dienen die een fundamentele invloed zullen hebben op de organisatie van de Spelen. De eerste is een systeemsprong in mobiliteit, op basis van technologische ontwikkelingen of een ander vervoersmanagement. De tweede is een systeemsprong in de schaal van accommodaties onder invloed van mediatechnologie en verspreide participatie. Vragen Wat zijn de mogelijkheden en mogelijke effecten op het vraagstuk van concentratie vs. spreiding? Vorm Denktank Met wie Stakeholders uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en wetenschappers.
20
21
8.
As Rotterdam - Amsterdam De IOC richtlijn van maximaal 45 minuten reistijd tussen de belangrijkste accommodaties onderling en het Olympisch Dorp (waarbij aangetekend dient te worden dat deze in de winnende bids feitelijk een kwartiertje was) is aanleiding om nog eens goed te kijken naar de interne verbindingen in de Randstad, en met name de as Amsterdam- Rotterdam. Het beter verbinden en dichter bij elkaar brengen van Amsterdam en Rotterdam zou de ultieme legacy van de Spelen kunnen zijn. Wat zou een eenduidige focus op deze as kunnen betekenen voor Nederland? Motivatie De Spelen worden georganiseerd in een stad. Dat lijkt al snel te leiden tot een keuze tussen Amsterdam en Rotterdam. De definitie van ‘wat is een stad?’ lijkt te verschuiven. We spreken in Nederland van ‘vleugels’, ‘Randstad’, ‘Nederland’, of van de ‘ABC-regiostad’. Ruimtelijk beleid is er de afgelopen decennia in ieder geval op gericht om de ‘Randstad’ als een stedelijke agglomeratie te concipiëren. Dat blijkt niet eenvoudig. Hoewel de reistijd per spoor tussen Amsterdam en Rotterdam sterk gereduceerd is, is er nog geen sprake van één stedelijk systeem. Integendeel, de kloof tussen de twee wordt groter, in demografische- en economische ontwikkeling, en daarmee ook cultureel gezien. Stemgedrag en recente uitingen als het ‘hooliganisme’ zijn daarvan de uiterlijke verschijningsvorm. Er is wel eens geopperd om de Spelen toch vooral te zien als ‘Randstadspelen’. En hoewel het evident is dat ‘Randstad’ officieel geen stad is en het bovendien niet lekker bekt, lijkt de IOC richtlijn van maximale reistijd tussen de belangrijkste accommodaties onderling en het Olympisch Dorp aanleiding om nog eens goed naar de interne verbindingen in de Randstad, en met name de as Amsterdam- Rotterdam, te kijken. Nu wordt die reistijd alleen gehaald tussen de HST stations, maar zijn grote delen aanmerkelijke minder goed verbonden. Vragen Is er een versnelling is reistijd mogelijk? Kan het vervoerssysteem robuuster? Kunnen de bijzondere plekken beter op de stad betrokken worden worden? Kan de economische, en daarmee demografische en culturele, kloof gedicht worden? Kunnen de Spelen daarvan de katalysator zijn? Is het bij elkaar brengen van Amsterdam en Rotterdam de ultieme ‘legacy’ van de Spelen? Vorm Ontwerpateliers Met wie Gemeente Rotterdam en Amsterdam.
22
Verloedering en afbraak Stelling van Amsterdam (bron www.meerhistorie.nl)
Doorkruising met regulier OV en wegennet
Versterken natuur- en recreatie kwaliteit (bron mirt2010)
Probleemwijken Rotterdam (bron NRC handelsblad 220307)
Oude West, Oude Noord, Bergpolder, Overschie, Oud-Zuid, Vreewijk, Zuidelijke Tuinsteden
fig. verkenning naar de mogelijkheid om de HSL als organiseerd principe voor de Spelen te gebruiken.
5km
10km
23
50km
Olympische lokatie Westelijk havengebied Auto 2008
Olympische lokatie Westelijk havengebied Auto 2020
50km
Olympische lokatie Zuidas Auto 2008
Olympische lokatie Zuidas Auto 2020
50km
Olympische lokatie Varkenoord Auto 2008
24
Olympische lokatie Varkenoord Auto 2020
Olympische lokatie Westelijk havengebied OV 2008
Olympische lokatie Westelijk havengebied OV 2020
Olympische lokatie Zuidas OV 2008
Olympische lokatie Zuidas OV 2020
Olympische lokatie Varkenoord OV 2008
Olympische lokatie Varkenoord OV 2020
25
9.
OHS als middel om concrete vraagstukken vorm te geven De OHS kan focus geven aan ambities die spelen in de Nederlandse ruimtelijke ordening en richting geven aan het concretiseren ervan. Met de Olympische Spelen in het vizier krijgt de politiek focus voor een tijdsspanne van 18 jaar. Opgaven in de ruimtelijke ordening kunnen ingezet worden om gecombineerd met de aanleg van de Olympische Hoofdstructuur opgepakt te worden. Motivatie Wat gebeurt er bijvoorbeeld als het RAAM project (Rijksbesluit AmsterdamAlmere-Markermeer) een centrale rol krijgt toebedeeld in het ontwerp van de OHS? Wat is de uitkomst van het centraal stellen van de ontwikkeling van Rotterdam Stadshavens of het bereikbaarheidsvraagstuk? Ook zal gekeken worden naar projecten uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), alsmede naar de ‘Ontwerpende Verkenning Sleutelprojecten’ opgebouwde database en software. De OHS kan als katalysator dienen om een aantal van deze opgaven in een versnel tempo aan te pakken. Door bestaande problemen mee te nemen in de aanloop tot het bid en de Spelen kan de legacy van de Spelen geoptimaliseerd worden. Deze deelopgave zal antwoord genereren op de vraag welke opgaven het beste aangepakt kunnen worden in combinatie met ontwerp van de OHS. Er wordt gekeken naar de urgentie, het tijdspad en de kwaliteitsnormen van de verschillende ontwikkelingen. Vragen Wat gebeurt er als een bestaande opgave een centrale rol krijgt binnen het ontwerp van de OHS? Welke opgaven kunnen het beste aangepakt kunnen worden in combinatie met het ontwerp van de OHS? Wat gebeurt er wanneer we alle pijlen zetten op het RAAM project (Rijksbesluit Amsterdam-Almere-Markermeer)? Of wat is er mogelijk wanneer we alleen het bereikbaarheidsvraagstuk rond Rotterdam zouden willen oplossen? Vorm Open vraag aan bij project betrokken partijen, uitmondend in een aantal presentaties. Met wie Regio’s, gemeenten, projectbureaus, overige bij project betrokken partijen.
26
fig. achtergrond. verkenning om de Spelen in te zetten ten behoeve van de ruimtelijke opgave RAAM.
27
10.. Olympisch [planne(n)] Wat betekent ‘plannen met een deadline’, en met ‘Olympische ambities’? In brainstormsessies worden partijen die weten van plannen en wetgeving uitgedaagd na te denken over de vraag wat en op welke wijze er (tijdelijk) aangepast kan worden aan de Nederlandse wetgeving willen we een goed functionerende Olympische Hoofdstructuur met maximale legacy voor elkaar krijgen. Uitkomst is een routekaart die het proces naar ‘plannen met een deadline’ beschrijft. Bij ‘plannen met een deadline’ is van belang dat de ambitie waarmee wordt aangevangen aan het einde van het project nog steeds hoog is. Vragen Wat betekent ‘plannen met een deadline’, en met ‘Olympische ambities’? Waar en op welke wijze kan de Nederlandse wet- en regelgeving (tijdelijk) te worden aangepast, willen we een goed functionerende Olympische Hoofdstructuur met maximale legacy voor elkaar krijgen? Vorm Brainstormsessie. Met wie Juristen ruimtelijke ordening en wet- en regelgeving van ministeries, provincies, gemeenten, kennisinstellingen en bedrijfsleven (ontwikkelaars, corporaties, beleggers).
28
fig. achtergrond. Leden van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer stemmen bij handopsteking, op 6 oktober 2009.
29
11. Metropolitane parken en Olympisch park De opgave van het metropolitane park kan gecombineerd worden met die van het Olympische park. Welke potentiële grote parken in Nederland lenen zich ervoor een Olympisch Park te faciliteren? Kan er een aantrekkelijke legacy ontstaan door de opgave te combineren? De achterkant van de stad zou met het een Olympisch Park bijvoorbeeld een Olympische invulling krijgen. Motivatie Metropolitane parken spelen een belangrijke rol in de huidige Nederlandse ruimtelijke ordening. Het ontwerp en de programmering van deze parken op regionaal schaalniveau vragen om een schaalsprong in het denken. Het metropolitane park sluit aan bij de doelstelling de kwaliteit van het leven te verhogen, het vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren en internationale toeristen te trekken. Het geeft mogelijkheden tot samenwerking tussen partijen zoals agrariërs, natuurverenigingen en particulieren. Wat het juiste programma kan zijn voor het metropolitane park is nog niet gedefinieerd. Wensen op gebied van leefbaarheid, gezondheid, recreatie, sport, veiligheid en veranderende landbouw kunnen een invulling krijgen in deze grote parken. Het metropolitane park kan ook de ideale plek zijn voor het faciliteren van een breedte sport programma. Vragen Kan de opgave van het metropolitane park worden gecombineerd met die van het Olympische park? Welke potentiële grote parken in Nederland lenen zich ervoor een Olympisch Park te faciliteren? Kan er een aantrekkelijke legacy ontstaan door de opgaven te combineren? Krijgen de achterkanten van de steden met een Olympisch Park de gewenste Olympische invulling? Vorm Ontwerpatelier met een landschapsarchitect in de leidende rol. Met wie? Alliantie Metropolitane Parken, Ministerie van LNV, Zuidvleugel, NV Utrecht, Metropoolregio, landschapsarchitecten, federaties.
30
Transformatie OS 2028
e
np ro gr
eO nu ve
02 8 S2
m am
Tijd eli jk
Bu ite
aO
S
n Fa
st fee 02 8 OS 2
p ym Ol
pa isch
rk 20
28
Metropolitane parken 2016
fig. achtergrond. kaart van de toekomstige metropolitane parken met mogelijke inzetbaarheid voor Olympisch programma, bijv. het Olympisch park
10km
50km
31
12. Olympisch dorp De vraag naar een model voor een Olympisch dorp dat past bij Nederland en de specifieke Nederlandse conditie verplaatst zich op dat moment van een primair ruimtelijke of infrastructurele, naar een institutionele. Op welke manier wordt het gefinancierd? Welke partijen zijn hierbij betrokken? Bestaan projectontwikkelaars, beleggers of woningcorporaties dan nog wel in de vorm zoals we ze nu kennen? Dat is allerminst vanzelfsprekend. Wellicht zijn het dus juist deze overwegingen – in plaats van primair ruimtelijke – die de keuze voor een mogelijke plek van het Olympisch Dorp sterk beïnvloeden. Motivatie Het Olympische dorp is een van de belangrijkste elementen in de Hoofdstructuur voor de Olympische Spelen. De Olympische droom, het samenbrengen van de jeugd van de wereld, krijgt op deze plek zijn fysieke gestalte. Voor de atleten is het Olympische Dorp heilige grond. Sommige adviseurs zeggen: als je een goed Dorp hebt, komt de rest van je bid wel in orde. Voor Nederland is de 100 hectare grond die nodig is om de woningen en voorzieningen te bouwen niet eens het grootste probleem. Zelfs de omvang van ca. 3000 woningen is nog te overzien. We hebben de afgelopen jaren grotere woonwijken gebouwd. De echte uitdaging ligt in het feit dat deze 3000 woningen in oktober 2028 tegelijkertijd op de markt komen. De opnamecapaciteit van de – zeker nu nog – sterk regionaal functionerende huizenmarkt is hiervoor veel te klein. Hieraan gerelateerd is vervolgens de vraag naar woningdifferentiatie. Naar welke woningen is tegen die tijd marktvraag en welke mate van woningdifferentiatie laat een Olympisch dorp toe? Het bouwen van woningen van meer dan tien verdiepingen is bijvoorbeeld niet mogelijk door de logistiek ten tijde van de Spelen. Tegelijkertijd vragen sommige plekken – de Zuidas wordt door sommigen genoemd als een potentiële locatie – eigenlijk om een hogere dichtheid door de waarde van de grond. En dit nog los van de overige voorzieningen: de grootste eetzaal van de wereld, een shopping mall, een busstation, et cetera. Vragen Wat is het ontwikkelingsmodel (zowel ruimtelijk/typologisch als bv. financieel) voor een Olympisch Dorp binnen de specifieke Nederlandse conditie? Op welke manier kan financiering plaatsvinden? Wat zijn mogelijke consequenties voor woningdifferentiatie? Is dit gekoppeld aan specifieke plekken in Nederland? Welke partijen dien je te betrekken en bestaan projectontwikkelaars, beleggers of woningcorporaties in 2028 nog wel in de vorm zoals we ze nu kennen? Vorm Rondetafelgesprekken, uitmondend in een ontwerpstudie. Met wie Stedenbouwkundigen, architecten, woningcorporaties, projectontwikkelaars, gemeenten. 32
Olympisch dorp gem. OS 2000 - OS 2016
max.
objecten:
+/-
hoogte: gebied:
860
mx
2.70
0m
legacy:
860
oplevering:
m
17.700 atleten & officials 9.000 kamers 6 -7 laags 74 Ha 2.600 woningen/ appartementen 2.600 woningen/ jaar
gebruikers:
Olympisch Kustvisie Almere Leiderdorp - Roelofarendsveen
x 68
0m
2 - 9 laags 150 Ha 2.500 woningen/ appartementen opgave: bouwproductie: 315 woningen/ jaar
hoogte: gebied:
opgave t.o.v. IOC
100%
Rijnenburg
1 - 3 laags 1245 Ha 7.000 woningen/ appartementen legacy: bouwproductie: 450 woningen/ jaar hoogte: gebied:
0m
m
0 40
x
0 4.0
2
opgave t.o.v. IOC
280%
A12 - Olympische camping Zoetermeer - Gouda
1 laags 39 Ha (alleen huisvesting 2pp/camper) 0 woningen/ appartementen legacy: bouwproductie: 0 woningen/ jaar
hoogte: gebied:
00m
30m
.0 x 13
opgave t.o.v. IOC
100%
33
Lokatie Olympisch dorp
Almere 2.0
Nieuwe stad Westelijk Havengebied
Industrie stad Westflank Haarlemmermeer
Nieuwe stad IJburg 2.0
Nieuwe stad Stadshavens
Industrie stad Zuidas
Bestaande stad
34
Nabijheid tot primaire cluster
Aanwezigheid OV
Diversiteit woonprogramma
0
+
0
+
0
0
+
+
0
0
+
+
+
0
++
++
0
+
++
++
+
++
++
++
Legacy waarde
fig. achtergrond. verkenning mogelijke lokaties van het Olympisch dorp
35
Verstedelijking NL
Verstedelijking IOC
36
fig. Verstedelijkingsvraagstuk in Nederlandse context in relatie tot historische verstedelijkings modellen Olympisch dorp.
37
13. De wijk op Olympisch niveau ‘Nederland op Olympisch niveau’ betekent dat de kwaliteitsimpuls tot op wijkniveau voelbaar en zichtbaar moet zijn. Hoe kan de Olympische Hoofdstructuur een kwaliteitsimpuls geven aan leefbare steden en sociale integratie? Motivatie Met de Olympische Spelen in het vooruitzicht bestaat de potentie een sportcultuur te scheppen in Nederland door te verbeteren op het vlak van educatie en wijksportfaciliteiten. Als kinderen opgroeien in een sportieve cultuur leg je immers de fundamenten voor een gezonde samenleving. Bovendien creëer je met deze benadering van spreiden van de ambitie draagvlak voor het organiseren van de Olympische Spelen onder de gehele Nederlandse bevolking. De Olympische Wijk biedt perspectief voor een typisch Nederlandse benadering van de Olympische Spelen. Een compact land als Nederland is namelijk als geen ander land in staat de Spelen voelbaar te maken voor al haar bewoners. Het aspect van ‘inclusiveness’ kan ruimtelijk en sociaal worden uitbenut. Deze unieke insteek vergroot de kansen tot een succesvol bid. Immers, de beginselen van de Olympische Beweging reiken wijder dan het organiseren van de Olympische en Paralympische Spelen. Pierre de Coubertin stelde in 1919: ‘All sports for all people. This is surely a phrase that people will consider foolishly utopian. That prospect troubles me not at all. I have pondered and studied it at length, and know that it is correct and possible.’ Vragen Op welke manier kan het aspect van ‘inclusiveness’ ruimtelijk en sociaal worden benut? Hoe kan de Olympische Hoofdstructuur een kwaliteitsimpuls geven aan leefbare steden en sociale integratie? Vorm Werkconferentie, uitmondend in bijvoorbeeld een intentieverklaring. Met wie G32, VNG, Ministerie van VWS, IPO.
38
39
14. IPC / MPC Voor verschillende Olympische accommodaties, zoals het Internationaal Pers Centrum (IPC) en het Media Pers Centrum (MPC) is de ruimtebehoefte enorm: ca. 150.000 m2 waarvan een flink deel met 9 meter vrije hoogte. Welke bestaande structuren kunnen worden gebruikt om deze centra te faciliteren en kunnen tijdelijke structuren een oplossing zijn? Door veranderingen op mediagebied zullen de eisen voor deze ruimtes ook aan veranderingen onderhevig zijn. Wanneer tijdelijke structuren aangewezen worden voor huisvesting van deze centra kunnen veranderingen in het weg te zetten programma gemakkelijk ondervangen worden. Hoe plan je tijdelijkheid ten opzichte van financiering? Onderzocht kan worden of gebouwen als de Rai en de Jaarbeurs dienst kunnen doen als IPC of MPC. Naast een Rai of Jaarbeursterrein kan ook gedacht worden aan loodsen in havengebieden, distributiecentra of film/televisiestudio’s. Vragen Welke bestaande structuren kunnen worden gebruikt om deze centra te faciliteren? Kunnen tijdelijke structuren een oplossing zijn en zo ja, op welke locaties zijn ze wenselijk en aan welke voorwaarden moeten ze voldoen? Welke vraagstukken spelen op dit moment omtrent bestaande beurzen, havengebouwen en andere grote gebouwen? Vorm Inventariserende gesprekken, uitmondend in een technische analyse en serie scenario’s. Met wie? Bedrijfsleven en projectontwikkelaars, mediabedrijven.
40
Amsterdam RAI
87.000m2
1.7x Jaarbeurs Utrecht
100.000m2 IPC/MPC - IOC richtlijn
150.000m2
1.5x
CCTV Beijing
413.000m2
0.4x fig.schaalvergelijking tot Nederlandse context en int. media context.
41
42
fig. verkennende strategie voor maximaliseren legacy IPC/MPC. Beurs- en congrescentrum Randstad?
43
15. Ontwerpagenda Iconic values van bepaalde delen van de Olympische Spelen zijn belangrijk in het bidproces. Nederland is wereldberoemd om zijn cultuur van ontwerpen. Hoe kan onze ontwerpcultuur een bijdrage leveren aan de iconische waarde en legacy van de OS? Nederlandse architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten staan internationaal hoog aangeschreven. Het ontwerp is een exportproduct. Met werk over de hele wereld vertegenwoordigen ontwerpers een toenemend economisch belang. Tegelijk groeit de onvrede over hoe Nederland er zelf uitziet. Er leeft een breed gedeeld gevoel dat Nederland verrommelt, zowel onder het publiek als onder vakmatig of politiek betrokkenen. Het huidige ongenoegen wordt sterk bepaald door de snelle ruimtelijke veranderingen en het gebrek aan samenhang waarmee deze gestalte krijgen. Blijkbaar lukt het niet om het ontwerptalent zo in te zetten dat dit leidt tot een bevredigend ruimtelijk resultaat. Het ontwerp wordt onvoldoende in positie gebracht om effect te sorteren. Dat is een probleem, omdat juist ontwerpers in staat zijn bij te dragen aan een mooie en herkenbare leefomgeving, waar veel te beleven is. Zij kunnen vanuit een culturele benadering de ruimte zo vormgeven dat deze duurzaam, functioneel en aantrekkelijk is. Het kabinet ziet de structurele versterking van de rol van het ontwerp als voorwaarde voor een mooi en cultureel rijk Nederland. Dat is de focus van het architectuurbeleid ‘Een Cultuur van Ontwerpen’. Hoe kun je met deze cultuur als leidend principe ontwerpend de OHS versterken? Vragen Op welke wijze kan een cultuur van ontwerpen een rol spelen bij het ontwerp van de OHS? Welke plekken identificeren we als waardevol? Welke locaties missen juist kwaliteit en kunnen een boost gebruiken? Vorm Conferentie in Shanghai in oktober 2010. Met wie Topontwerpers
44
fig. achtergrond. Nederlands architectuur icoon; de Kunsthal Rotterdam, ontworpen door het Rotterdamse bureau OMA/ Rem Koolhaas.
45
16. Colofon In opdracht van:
Begeleidingsteam: Willemieke Hornis (projectleider OHS, VROM) , Eline Hordijk (VROM), Frans Timmerman (VROM), Erik van den Eijnden (VROM), Henk Ovink (directeur NRO, VROM), Niek van der Heijden (VROM)
Dit document is samengesteld door: One Architecture B.V en Zwarts & Jansma Architecten
One Architecture Projectteam: Matthijs Bouw (One Architecture) Rein Jansma (Zwarts & Jansma) Rob Torsing (Zwarts & Jansma) Jan Willem Petersen Reinald Top (Zwarts & Jansma) Jelte Boeijenga Marieke Berkers Karst Blijham Karin Laglas Craig McLatchey (EKS) Michel Heesen John Baker (EKS) One Architecture B.V. Vliegtuigstraat 26 1059 CL Amsterdam (t) +31 20 470 0040 (f) +31 20 676 4019 (e)
[email protected]
46
Zwarts & Jansma Architecten Vijzelstraat 72 Postbus 2129 1000 CC Amsterdam (t) +31 (0)20 535 22 00 (f) +31 (0)20 535 22 11
Dit document is samengesteld door: One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten, July 2010 in opdracht van het Ministerie van VROM