O.L.V. van Fatimaschool Touwlaan 23 3401CA IJsselstein
GEVOEL EN VERSTAND GAAN HAND IN HAND
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 1
SCHOOLGIDS
2013-2015
O.L.V. van Fatimaschool
INHOUDSOPGAVE Een woordje vooraf 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
De school. Stichting Lek en IJssel. De naam van de school. De ligging van de school. De schoolgrootte. Speciale voorzieningen rond het gebouw.
2 2.1 2.2
Waar de school voor staat. Identiteit. Sfeer en klimaat
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2. 3.4.3. 3.4.4. 3.4.5. 3.5 3.5.1 3.6 3.7
De organisatie van het onderwijs. De organisatie van de school. De samenstelling van het team. Het managementteam. Het onderwijs in de groepen. Het onderwijs in de groepen 1-2. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het onderwijs in de groepen 3-8. ICT. Urenverdeling vak- vormingsgebieden. Actief Burgerschap. Samenwerking met verpleeghuis Isselwaerde. Maatregelen ter voorkoming van lesuitval. Kledingvoorschriften.
4 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7
Zorgverbreding De zorg voor kinderen. Het leerlingvolgsysteem. Onderwijs op maat. Overgang. Aandacht voor de goede presteerder. Dyslexie. Opvoedingsvragen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 2
4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Het samenwerkingsverband. Wat is het Zorg Advies Team? Wat is de PCL? Wat is het OPDC? Wat is schoolmaatschappelijk werk?
4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Met de rugzak naar school. Wat zit er in het rugzakje? Wat doet een ambulant begeleider? Aanname beleid voor kinderen anders dan 4 jarigen. Onderwijs aan zieke leerlingen. De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs. Huiswerk. Resultaten op deze basisschool. Bijzondere activiteiten in, om en buiten school.
4 De leerkrachten. 5.1
Scholing van de leraren.
6
De ouders.
6.1. 6.2
Het belang van betrokkenheid van ouders. Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school.
6.3 6.4 6.5
Ouderactiviteiten. De Medezeggenschapsraad (MR). Verzekeringen.
7
De ontwikkeling van het onderwijs in de school.
7.1 7.2
Schoolgids; Meerjarenbeleidsplan Contacten met externe instanties.
8 9. 10 11
Leerplichtwet-school-vrijstelling. Klachtenregeling primair onderwijs. Toelating, schorsing en verwijdering. Sponsoring.
Slotwoord
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 3
U leest op dit moment de schoolgids van de R.K. basisschool O.L.V. van Fatima. In deze schoolgids leest u hoe het onderwijs in de school is georganiseerd, hoe de kinderen worden begeleid en welke activiteiten we ondernemen om de school voor kinderen en ouders prettig te maken. Deze gids is bedoeld voor ouders/verzorgers van de kinderen die al op onze Fatimaschool zitten en een hulpmiddel voor „nieuwe ouders‟ om een goede schoolkeuze te kunnen maken. We leggen u in deze schoolgids uit wat u kunt verwachten als uw kind een leerling is/wordt van onze school. De schoolgids heeft de instemming van de medezeggenschapsraad en wordt om de twee jaar herzien. We hopen dat u in deze schoolgids de informatie vindt die u nodig heeft. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Ook als u vragen heeft of suggesties, kunt u contact opnemen met de directeur. Namens het team, Selma van Wijk, directeur
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 4
1.
De school
Deze schoolgids gaat over de R.K. basisschool “Onze Lieve Vrouw van Fatima”, Touwlaan 23, 3401 CA IJsselstein Postbus 40, 3400 AA IJsselstein Tel. 030 – 6881898 e-mail :
[email protected] website: www.rkbsfatima.nl Directeur: Selma van Wijk Tel.: 06-22200691 Schooltijden: Groep 1 t/m 4: 08.30-12.00 uur en 13.00-15.00 uur Groep 5 t/m 8: 08.30-12.00 uur en 13.00-15.00 uur
1.1
(Woensdag en vrijdagmiddag vrij) (Woensdagmiddag vrij)
Stichting Lek en IJssel
De Stichting Lek en IJssel is een veelkleurige groep van 17 scholen in IJsselstein, Lopik, Benschop, Cabauw, Vianen, Everdingen en Culemborg. Elke school heeft een eigen herkenbaar profiel op basis van een Katholieke-, Neutraal-Bijzondere-, Protestants-Christelijke- of Openbare signatuur. Naast scholen voor basisonderwijs is er een speciale school voor basisonderwijs met OPDC (Ortho Pedagogisch Didaktisch Centrum) en een school voor Praktijkonderwijs. De stichting heeft een professioneel stafbureau dat het bestuur en het directieberaad ondersteunt. De directeur-bestuurder, de heer R.C. (René) van Harten MME, geeft leiding aan de directeuren van de scholen en aan het stafbureau. Hij legt verantwoording af aan de toezichthouder. Mevrouw A. (Astrid) Bakker is secretaresse van het bestuur. Het adres van de stichting is: Stichting Lek en IJssel Postbus 377 3400 AJ IJsselstein T E W
030-6868444
[email protected] www.lekenijssel.nl
Bezoekadres: Lorentzlaan 4 3401 MX IJsselstein
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 5
1.2. De naam van de school In het jaar 1917 zagen drie Portugese kinderen verschillende keren Maria verschijningen. Zij deed voorspellingen in opdracht van God . Dit gebeurde in het plaatsje Fatima in Portugal. Deze verschijningen werden gezien als een wonder, en zo werd Fatima een bedevaartplaats waar jaarlijks nog steeds vele mensen naartoe gaan.
1.3
De ligging van de school
De school staat in de wijk Kasteelkwartier en dateert uit 1959. De school ligt centraal en maakt deel uit van de historische binnenstad van IJsselstein. De hoofdingang van de school ligt aan de Touwlaan. De achterkant, waar de meeste klaslokalen zijn, grenst aan de tuin van verpleeghuis Isselwaerde. 1.4
De schoolgrootte
Het aantal leerlingen ligt rond de 210 leerlingen. Er zijn 21 personeelsleden werkzaam. De kinderen komen voornamelijk uit de wijken Kasteelkwartier, Binnenstad, Nieuwpoort, Baronije en Panoven. We starten het schooljaar met 8 groepen en streven naar een maximale groepsgrootte van 30 leerlingen. Door de tussentijdse instroom van 4-jarigen hebben we de laatste schooljaren aan het einde van het schooljaar een periode met drie kleutergroepen gedraaid. De verwachting is dat dit de komende jaren zo zal blijven. 1.5
Speciale voorzieningen rond het gebouw.
Onze school heeft 10 ruime lokalen. De kleuterlokalen liggen bij elkaar aan één kant van het gebouw en hebben een eigen ingang. Voor de kleuters is er ook een speelzaal in de school. In deze speelzaal staan regelmatig toestellen opgesteld, waar de kleuters graag gebruik van maken. Bewegingsonderwijs aan de andere groepen wordt gegeven in de gymzaal aan de Touwlaan direct naast de school en in de IJsselhal. We hebben een bibliotheek / documentatieruimte waar een grote collectie boeken aanwezig is. Naast leesboeken zijn er informatieve boeken die worden gebruikt om werkstukken en spreekbeurten voor te bereiden. Hierbij wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van de computer. De gemeenschapsruimte kan uitgebreid worden door de vouwwand te openen. Deze grote ruimte kan gebruikt worden voor gezamenlijke feesten en vieringen zoals afscheid groep 8 , Kinderboekenweek en Carnaval, voor ouderavonden en koffie- en theeochtenden. In de kleuterhal zijn ook werkplekken gecreëerd en in de kleuterhal is veelal te zien aan welk thema er in de kleutergroepen gewerkt wordt. De kleuters hebben een grote speelplaats met een eigen hek er om heen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 6
Er is een aparte speelplaats voor de groepen 3 t/m 8. Op deze speelplaats zijn speeltoestellen, een duikelrek, een basket, schommels, banken, een tafeltennistafel en knikkerpotjes. Ook kunnen de kinderen gebruik maken van hinkel- en kingvakken. Bovendien is er voor de kinderen allerlei buitenspelmateriaal. Er zijn ‟s ochtends twee speeltijden. De groepen 3 t/m 5 en de groepen 6 t/m 8 spelen op afzonderlijke tijden buiten. Zo is er meer speelruimte voor de kinderen. Er is altijd toezicht tijdens het buitenspelen. Naast de school is een fietsenstalling die tijdens de schooltijden op slot zit. Kinderen die ver weg wonen en op de fiets komen, kunnen hun fiets hier dagelijks stallen.
Buitenspelen bovenbouw
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 7
2.
Waar de school voor staat
2.1
Identiteit
U heeft uw kind aangemeld op onze school, een rooms-katholieke school, of u overweegt dat te gaan doen. Wat houdt voor ons de katholieke identiteit in? De Fatimaschool is een katholieke basisschool met een prettig speel-, leer-, en werkklimaat voor de kinderen. In de groepen 3 t/m 8 werken we met de aanpak van “Trefwoord” waarin godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming centraal staan. Een aantal keren per week wordt er verteld, voorgelezen, (soms ook) gebeden en gezongen. Tijdens deze activiteiten komen juist alledaagse dingen uit het leven van kinderen aan de orde. Zo sluiten we aan bij de belevingswereld van de kinderen. Ook verhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament worden met regelmaat verteld en dit kan een inspiratiebron zijn om als goed mens te kunnen functioneren. Voornamelijk het aanvaarden en respecteren van elkaar komt ter sprake, waarbij we ook aandacht besteden aan de andere geloven en culturen. Op deze wijze wordt er zicht geboden op onze multiculturele samenleving. In groep 4 kunnen de kinderen hun Eerste Heilige Communie doen. De voorbereiding en uitvoering geschieden vooral buiten schooltijd, maar in de klas wordt er ook door de leerkracht aandacht aan besteed. Dit gebeurt in samenwerking met de ouders van de deelnemende kinderen, de werkgroep van alle R.K. scholen en de verantwoordelijke pastor. In groep 8 kunnen de kinderen die dat wensen, deelnemen aan het Vormsel. De voorbereiding gebeurt buiten school onder begeleiding van een werkgroep vanuit de parochie. Hiernaast vinden de advents-, kerst- en paasvieringen plaats in de school en/of kerk. Als we met de kinderen naar de kerk gaan, verwachten we dat alle kinderen meegaan. 2.2
Sfeer en klimaat
De Fatimaschool staat voor kwalitatief goed onderwijs. We trachten zo veel mogelijk „onderwijs op maat‟ te geven. Als we de visie van onze school in één zin samen zouden moeten vatten dan kunnen we dat het best omschrijven met:
“OP DE FATIMA GAAN GEVOEL EN VERSTAND HAND IN HAND”. Dit wordt mooi uitgebeeld in het kunstwerk dat op onze speelplaats staat. We besteden namelijk veel aandacht aan het gevoel en het welbevinden van de kinderen. We creëren een kindvriendelijke en veilige sfeer. Dan gaan de kinderen met plezier naar school en dat vinden we heel belangrijk. Als het kind zich veilig voelt, lekker in zijn/haar vel zit én zelfvertrouwen heeft, kan het zich op alle gebieden positief ontwikkelen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 8
Op de Fatimaschool besteden we veel aandacht aan het aanleren van een positieve grondhouding: kijk positief naar jezelf en naar anderen. Een en ander trachten we nog beter en meer structuur te geven met het programma “Leefstijl” in alle groepen. De aanpak van “Leefstijl” wil kinderen zo optimaal mogelijk laten functioneren. Er wordt gewerkt aan vaardigheden als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren. Zo stimuleert Leefstijl de emotionele ontwikkeling. Via de Leefstijlaanpak willen we kinderen o.a.: bewustmaken van hun eigen gedrag; het vermogen laten ontwikkelen zich in te leven in anderen; leren zich begrijpend op te stellen en verschillen tussen mensen te accepteren; leren vaardigheden te ontwikkelen om met elkaar om te gaan, zoals luisteren naar elkaar en samen ruzies oplossen. Zie verder 3.5 Actief Burgerschap
Via onze wekelijkse nieuwsbrief “Infatimatief” worden de ouders regelmatig geïnformeerd met welke thema‟s we aan de slag gaan in de groepen. Zo proberen we tevens een brug te slaan met thuis. Het is belangrijk dat ouders en school zo veel mogelijk op een lijn zitten. Op school proberen we alle kinderen zo positief mogelijk te benaderen. Er worden regelmatig kringgesprekken gehouden met onderwerpen als: omgaan met elkaar, hoe te reageren bij ruzies, elkaar waarderen en respecteren.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 9
We bieden een duidelijke structuur naar de kinderen toe, in de vorm van een consequente aanpak en door het maken van „positieve‟ afspraken waarin we aangeven welk gedrag we van kinderen verwachten. Niet alleen de groepsleerkracht is verantwoordelijk voor zijn/haar groep, maar ook het hele team is medeverantwoordelijk. Door de cognitieve- (kennis), sociale- en emotionele ontwikkeling van de (zorg)kinderen te bespreken houden we oog voor de ontwikkelingen in de groep en van het individuele kind. In iedere groep worden er in het begin van het schooljaar samen met de kinderen regels opgesteld. Als school hanteren we de volgende basisregels: 1. Buiten spelen we fijn, en binnen zullen we rustig zijn; 2. Voor groot en klein zullen we aardig zijn; 3. We zorgen goed voor alle spullen hier, dan hebben we daarvan veel plezier. We willen natuurlijk ook graag dat uw kind veel leert. De leerkrachten doen er alles aan, om uit uw kind te halen wat er in zit. De leerprestaties van de kinderen worden op onze school zorgvuldig geregistreerd in het leerlingvolgsysteem. U kunt hier meer over lezen in de hoofdstukken 3 en 4. Zoals aangegeven vinden we de leefsfeer op onze school van belang. Bij een gezamenlijke opening of afsluiting van een activiteit, treffen alle kinderen van de school elkaar in muziek, dans en drama. Activiteiten en festiviteiten als Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Kinderboekenweek, Schoolproject en de Fatimafamiliedag worden gezamenlijk gevierd. Bij het handvaardigheidcircuit voor de bovenbouw wordt er groepsdoorbrekend gewerkt met de kinderen uit groep 5 t/m 8. Het vieren en werken met groepjes kinderen van verschillende leeftijden bevordert de eensgezindheid en de sfeer op school.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 10
3
De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school Kinderen leren van elkaar en ontdekken samen nieuwe dingen. We vinden het daarom belangrijk dat ze samenwerken in de klas en in kleine groepjes. Om daar op jonge leeftijd mee te kunnen beginnen zijn de groepen één en twee gecombineerd. Dat wil zeggen dat er kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in de groep zitten. De groepen 3 t/m 8 zijn niet gecombineerd. Het onderwijs heeft op het oog een klassikaal karakter. Echter, door middel van convergente differentiatie (zie ook onder 3.4.3) krijgt iedere leerling het onderwijsaanbod dat bij hem/haar past..
3.2 De samenstelling van het team Het team bestaat uit: de directeur; is integraal verantwoordelijk voor het management en de volledige schoolorganisatie. Zij legt verantwoording af aan de directeur-bestuurder en de inspecteur van onderwijs. de groepsleerkrachten; zij dragen de verantwoording voor de leerontwikkeling van de kinderen in hun groep. Verder worden zij belast met typisch schoolse taken, zoals een goede lesvoorbereiding en –evaluatie. In de ontwikkeling en uitvoering van onderwijsvernieuwing spelen zij een grote rol. Ook dragen ze bij aan inhoud en organisatie van de vieringen van de school. De onderwijsassistenten; zij bieden met name hulp in de onderbouwgroepen en verlichten op deze wijze het werk van de groepsleerkracht. Zo is er in de groep meer tijd voor het bieden van „onderwijs op maat‟. De interne begeleider / remedial teacher; wat zij doen kunt u lezen in hoofdstuk 4.2 De vakleerkracht bewegingsonderwijs geeft 1 bewegingsles per week aan de kinderen van de groepen 4 t/m 8. De conciërge en administratieve kracht ondersteunen de directeur en het team in vele taken. 3.3
Het managementteam
Op school is er een managementteam (MT). Dit team bespreekt met regelmaat het te voeren beleid, de meerjarenplanning, de onderwijskundige veranderingen enz. Het MT bestaat uit de directeur en twee teamleden. Op school zijn er teamvergaderingen van huishoudelijke aard (bijv. de kerstviering) en onderwijskundige aard (onderwijsontwikkelingsplannen nav beleidsvoornemens). Tevens bestaan er bouwvergaderingen. Dat zijn vergaderingen van de leerkrachten van verschillende groepen bij elkaar. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 11
In deze vergaderingen worden zaken besproken die te maken hebben met de dagelijkse pedagogische en onderwijskundige praktijk in de betreffende groepen. Het MT bereidt deze vergaderingen voor en geeft hier ook leiding aan. 3.4
Het onderwijs in de groepen
3.4.1
Het onderwijs in de groepen 1-2
Eén van de uitgangspunten van ons kleuteronderwijs is ervoor te zorgen dat de kinderen zich betrokken voelen bij de activiteiten in de klas. Daarom stimuleren we kinderen om zelf initiatieven te nemen, keuzes te maken en met hun ideeën naar voren te komen. Door spelenderwijs in aanraking te komen met elkaar en met ontwikkelingsmaterialen doen de kinderen allerlei leerervaringen op en leren zij verschillende vaardigheden. Bij de vierjarigen ligt de nadruk vooral op het wennen aan regels, het omgaan met die regels en het omgaan met elkaar. Daarnaast leren ze te werken met ontwikkelingsmaterialen. Ook voor de vijf- en zesjarigen is dit nog steeds van belang, maar dan gaat de nadruk steeds meer liggen op taakgericht werken. In de groepen ½ werken wij met dagritmekaarten. Kinderen vinden het prettig als hun dagelijkse bezigheden overzichtelijk aangeboden worden. Met de dagritmekaarten wordt het rooster van de dag zichtbaar gemaakt . Het biedt de kinderen structuur en ze kunnen voorzien wat er gaat gebeuren. Het zorgt er mede voor dat de overgang van de kleuterbouw naar groep 3 soepeler verloopt. In de kleuterbouw werken we thematisch. Dit betekent dat we steeds praten, werken en spelen rondom een belangstellingsonderwerp. Dit onderwerp wordt het uitgangspunt voor de activiteiten. De schooldag begint veelal in de kring. Er worden dan activiteiten gedaan die te maken hebben met o.a. taal, rekenen, muziek en drama. Tijdens het „werken‟ kiezen de kinderen zelf een activiteit (werkje) of krijgen zij een werkje van de leerkracht. Er wordt gewerkt met concreet en ruimtelijk materiaal. Als het kind ouder wordt, wordt er een overgang gemaakt naar abstractere werkvormen, bv. het werken op het platte vlak. Om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op het latere lees- en taalonderwijs is er in groep ½ een gericht aanbod op het gebied van de beginnende geletterdheid en de beginnende gecijferdheid. Voorlezen, vertellen, taalspelletjes en het bekijken van prentenboeken zijn dagelijks terugkerende activiteiten. Ook wordt er gewerkt met verteltafels en worden er letters aangeboden. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 12
In de kringgesprekken wordt de woordenschat van de kleuters vergroot, leren ze goede zinnen maken en wordt er een beroep gedaan op een actieve luisterhouding. Door ondersteuning van de onderwijsassistentes en stagiaires werken we regelmatig met een „kleine kring‟. Kinderen krijgen zo meer individuele aandacht en er kan gerichter gewerkt worden met een groep kleuters. Naast de taal- en denkontwikkeling komt de verstandelijke ontwikkeling ook dagelijks aan bod, d.m.v. tel- en rekenspelen, mozaïek, bouw- en constructiematerialen, materialen gericht op kleurkennis en educatieve computerspelletjes. De visuele ontwikkeling wordt gestimuleerd door o.a. het leren waarnemen. De kinderen maken puzzels èn ze knippen, plakken, schilderen en tekenen. Deze activiteiten doen ook vaak een beroep op de motorische ontwikkeling. Daarnaast ontwikkelen kinderen hun motoriek door te gymmen en het vrij spelen, zowel binnen als buiten. Dit neemt in groep 1/2 een belangrijke plaats in. Voor de gymles van de kleuters is er binnen de school een eigen speelzaal. Tevens is er een apart kleuterplein, dat zeer veel ruimte biedt. Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is er gedurende de hele dag: tijdens het werken, het buiten spelen, de kringactiviteiten en de poppenhoek. Deze poppenhoek wordt regelmatig anders ingericht, afhankelijk van het thema waar over gewerkt wordt. Ook gebruiken de groepen 1-2, net als alle groepen, de methode Leefstijl (zie 2.2 en 3.5). Bij de kleuters gaat het leren vooral spelenderwijs. Er is veel ruimte voor de creatieve ontwikkeling, zoals muziek, dans, toneel, tekenen, knutselen en de zand/watertafel. De leerlingen worden geobserveerd op alle ontwikkelingsgebieden. Hierbij wordt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling nauwlettend in de gaten gehouden. De totale ontwikkeling wordt vastgelegd in het leerlingvolgsysteem (zie 4.1.2). Naar aanleiding van de ontwikkeling van het kind wordt bekeken wanneer het kind naar groep 3 kan gaan. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders (zie ook 4.1.4). De ouders worden op de hoogte gehouden over de ontwikkelingen van hun kind via gesprekken en door middel van het verslag. Een goed contact en wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de ouders en de leerkracht vinden wij erg belangrijk. „Nieuwe‟ ouders mogen na zes weken in de klas komen kijken hoe hun kind in de groep meedraait. Ook rond de vijfde verjaardag mag u nog een stukje meedraaien in de groep. Ook wordt er een spelinloop met aansluitend koffiedrinken georganiseerd. 3.4.2
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Er wordt voor kinderen die een taalachterstand hebben al vanaf de peuterspeelzaal een taalprogramma aangeboden dat bij ons op school wordt voortgezet. Wij gebruiken daarvoor de taalmethode “Ik & Ko”. Deze methode is zo opgezet dat alle kinderen uit de groepen 1-2 via thema‟s in hun belevingswereld hun taalvaardigheid kunnen vergroten. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 13
Ook de kinderen die niet aan het VVE programma op de peuterspeelzaal hebben meegedaan, maar moeite met de taal hebben, vergroten zo hun taalvaardigheid. De methode biedt veel manieren om te differentiëren, van heel eenvoudige taalvormen naar beginnende geletterdheid. Ieder werkt op zijn niveau aan het ontwikkelen van de taalvaardigheid. Taal wordt aangeboden in belangstellingsthema‟s en in verschillende werkvormen: Zo wordt er gebruik gemaakt van kringgesprekken, rollenspelen, werken in themahoeken, knutselen, spel luisteren naar voorleesverhalen en kinderen zelf laten ontdekken. Bij al deze onderdelen gaat het erom kinderen uit te lokken tot praten, mee te denken, oplossingen te zoeken, enz. Ouders die vanaf de peuterspeelzaal het VVE-programma volgen en een contract hebben ondertekend zijn verplicht om ook op school het ouderprogramma te volgen. De ouders van deze kinderen draaien een keer mee in de klas waarbij de leerkracht laat zien hoe je met een prentenboek kunt omgaan. Vervolgens krijgen deze kinderen 6 keer per jaar een prentenboek mee naar huis om samen met hun ouders te lezen en werkboekjes waarin allerlei activiteiten staan die de ouders samen met hun kind kunnen doen.
Werken en spelen in de groepen 1-2
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 14
3.4.3
Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8:
In de groepen 3 t/m 8 kan de dag beginnen met een (kring)gesprek. Dit kan een „vrij‟ gesprek zijn, of een gesprek over de actualiteit (bijv. krant, jeugdjournaal). Ook kan het een gesprek zijn naar aanleiding van een thema bijv. uit Trefwoord of Leefstijl. Het onderwijsaanbod van de basisvakken, taal, lezen en rekenen in groep 3 t/m 8 wordt volgens het model van de convergente differentiatie aangeboden, waarbij de klas grofweg in drie groepen ingedeeld wordt. Alle kinderen van de groep krijgen dezelfde basisstof en basisinstructie volgens de gebruikte methodes aangeboden. Leerlingen die moeite hebben met de basisstof krijgen daarnaast verlengde instructie en/of intensievere oefening aangeboden door de leerkracht. Indien nodig geeft de leerkracht ook extra begeleide inoefening of preteaching. Leerlingen die de leerstof snel begrijpen mogen de les zelfstandig verwerken en krijgen verdiepend of verbredend aanbod. Daarnaast wordt de lestijd gevuld met gymnastiek, zwemmen (groepen 4 en 5), creatieve vakken en de wereldoriënterende vakken, zoals aardrijkskunde, geschiedenis en biologie. Rekenen en wiskunde: Voor het rekenonderwijs gebruiken we de methode „Pluspunt‟. Dit is een methode waarbij de kinderen leren rekenen door het oplossen van allerlei praktische problemen, die ze in het dagelijkse leven tegenkomen. Het is de bedoeling dat de leerlingen „zien‟ waarmee ze bezig zijn. We vinden het belangrijk dat de kinderen betrokken worden bij het bedenken/ontdekken van manieren om rekenproblemen op te lossen. Soms zijn er diverse oplossingsstrategieën mogelijk en de kinderen kunnen een manier kiezen, die ze zelf het makkelijkst vinden. Ze krijgen geen „trucjes‟ aangeboden. Kinderen die heel veel moeite hebben met het rekenen, krijgen soms toch bepaalde oplossingsmethoden aangereikt. Aan het automatiseren van rekenvaardigheden wordt veel aandacht besteed. Hier wordt de computer vaak voor ingezet. Op dit moment zijn we ons aan het oriënteren op een nieuwe rekenmethode. Nederlandse taal: Voor het taalonderwijs gebruiken we de methode „Taal in Beeld en Spelling in Beeld‟. Taal in Beeld besteedt elk jaar , van groep 4 t/m 8, ruime aandacht aan vier taaldomeinen: woordenschat, spreken/luisteren, schrijven (stellen) en taalbeschouwing. Kinderen leren niet alleen hoe ze taal moeten gebruiken, maar ook welke taalvaardigheden ze op welk moment moeten toepassen. Spelling in beeld is een methode met een complete spellingleergang die uitgaat van drie strategieën (aanpakken): klankstrategie,regelstrategie en onthoudstrategie. Vanaf groep 6 krijgen de leerlingen instructie in werkwoordspelling. Engels In de groepen 7 en 8 krijgen de leerlingen Engels. De lessen zijn ingericht op het spreken, schrijven en verstaan van de taal in de dagelijkse omgeving. Zo leren de kinderen de weg vragen en wijzen, boodschappen doen, klokkijken etc. Wij gebruiken de methode: „Hello World‟. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 15
Lezen (technisch): Reeds in de groepen 1 en 2 wordt de belangstelling geprikkeld voor het lezen. Er is in de kleutergroepen voldoende materiaal beschikbaar om aan die zg. beginnende geletterdheid tegemoet te komen. Voor het leren lezen (aanvankelijk lezen) wordt in groep 3 de nieuwste methode Veilig Leren Lezen gebruikt. Aansluitend wordt in groep 4 de methode Estafette gebruikt. Dit gaat door tot en met groep 8. Zowel Veilig Leren Lezen als Estafette werkt met een heldere aanpak. Er wordt onderscheid gemaakt tussen risicolezers, methodevolgers en snelle lezers. De drie groepen krijgen elk een verschillende begeleiding (convergente differentiatie) als het gaat om leesinstructie en leestijd. Op deze manier ontstaat een doorgaande leerlijn voor technisch lezen tot en met groep 8. Onze school heeft een uitgebreide bibliotheek zodat de kinderen wat betreft “vrij” lezen ook aan hun trekken komen.
Lezen (begrijpend en studerend): Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met de methode „Tekstverwerken‟. Dit is een methode voor begrijpend en studerend lezen. In deze methode leren de leerlingen hoe ze een verhaal het beste kunnen lezen en wat de belangrijkste informatie is in een tekst. Ook leren ze hoe ze informatie uit teksten in hun eigen woorden kunnen opschrijven. Daarnaast wordt er ook met Nieuwsbegrip gewerkt. Schrijven: Het methodisch schrijfonderwijs begint in groep 3. Voor het schrijfonderwijs gebruiken we de methode „Pennenstreken‟. Deze methode sluit aan op de leesmethode. De kinderen leren de woorden die aangeboden worden ook schrijven. “Pennenstreken”wordt gebruikt tot en met groep 6. In de hogere groepen krijgen de leerlingen wat meer een eigen handschrift. Toch willen we dat de kinderen ook dan nog methodisch blijven schrijven. Ze schrijven in hun schriften aan elkaar, zoals ze dat hebben geleerd. Wereldoriëntatie: Er wordt aandacht besteed aan de „zaak‟ vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en techniek. In de groepen 1 t/m 4 worden deze vakken niet afzonderlijk gegeven. Er worden in die groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn in de vorm van projecten. Bijvoorbeeld herfst, vakantie, winter, enz. Aan de hand hiervan kan kennis en inzicht worden aangebracht op het gebied van de wereldoriënterende vakken. Gebruikte methodes voor deze vakken in de groepen 5 t/m 8 zijn: Aardrijkskunde: ‟Wijzer door de Wereld‟ Geschiedenis: ‟Wijzer door de Tijd‟ Natuuronderwijs: ‟Leefwereld‟.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 16
In de groepen 5 t/m 8 wordt ook aandacht besteed aan techniek. Deze groepen draaien mee met het project: Techniekcoach in de klas. Daarnaast is techniek een onderdeel van het handvaardigheidcircuit voor groep 5 t/m 8. Catechese Als katholieke school geven we natuurlijk ook catechese. U heeft hier ook al iets over kunnen lezen in hoofdstuk 2.1 „Identiteit‟. De catecheseaanpak „Trefwoord‟ sluit goed aan op onze ideeën over het godsdienstonderwijs. Het gaat uit van de belevingswereld van het kind. „Trefwoord‟ geeft veel suggesties voor vieringen, die we jaarlijks houden rond Kerst en Pasen. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan onze multiculturele samenleving en andere geloven, zoals de Islam en het Jodendom. De voorbereiding op onze multiculturele samenleving vindt, naast de suggesties uit Trefwoord, verder ook plaats met behulp van de methoden „Wijzer door de wereld‟, „Wijzer door de tijd‟ en verschillende schooltelevisieseries (bijv. het school TV-weekjournaal). Sociale redzaamheid, waaronder Verkeer en Bevordering gezond gedrag Onze school heeft op 20 november 2012 het Utrechts Verkeersveiligheidlabel (UVL) behaald. Het UVL is een kwaliteitskeurmerk voor scholen die verkeersveiligheid in school een vaste plaats geven in hun schoolbeleid.. Het label zal elke 2 jaar, na toetsing, verlengd worden voor weer 2 jaar. Waarom doen we mee? Met onze deelname willen we het volgende bereiken: Alle kinderen in alle groepen oefenen meer met verkeerssituaties in de praktijk. Kinderen en ouders vertonen veiliger gedrag in het verkeer. Samen met de gemeente werken aan een veilige schoolomgeving en veiliger schoolhuisroutes. We gebruiken de verkeersmethode van Veilig Verkeer Nederland. Deze wordt elk schooljaar geactualiseerd en nieuw uitgegeven.
Buitenles Verkeer najaar 2013
Meer informatie op de website van onze school onder: Typisch Fatima – Utrechts Verkeers Label
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 17
Sociale redzaamheid Binnen onze school hebben we in alle groepen extra aandacht voor de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. Hierbij gebruiken wij o.a. de methode Leefstijl. Voor meer informatie: zie verder onder 2.2 en 3.5 Actief Burgerschap Bewegingsonderwijs De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer in de week bewegingsonderwijs. De kinderen van groep 4 t/m 8 krijgen één gymles van een vakdocent lichamelijke vorming en één gymles van de eigen leerkracht. De groepen 4 en 5 hebben een half jaar lang één keer in de week zwemles in zwembad “De Hooghe Waerd”. Groep 5 start het eerste half jaar met 20 zwemlessen van ¾ uur en groep 4 het tweede half jaar. Voor een veilige gang van zaken rondom het schoolzwemmen is in samenwerking met bestuur, directies basisscholen en het zwembad het „protocol schoolzwemmen‟ aangepast aan de veiligheidseisen die tegenwoordig bij het schoolzwemmen gesteld dienen te worden.
3.4.4
ICT
In het basisonderwijs speelt de computer een belangrijke rol. De PC stimuleert het leerproces en kan het (leren) leren verder ondersteunen. De Fatimaschool bezit een geavanceerd computernetwerk. In elke kleutergroep vinden we één computer. Deze computer maakt deel van het geïntegreerde geheel van „spelend leren‟ en de gebruikte software is voor alle kleuters zeer toegankelijk. Vanaf groep 3 zijn er in elk lokaal twee PC‟s permanent beschikbaar voor de kinderen van de betreffende groep. Buiten het lokaal zijn er 15 werkplekken bij elkaar zodat er de mogelijkheid is om met een grote groep kinderen aan een PC te werken. De kinderen verlaten regelmatig hun klaslokaal om met behulp van de PC opdrachten uit te voeren op velerlei gebied. Inmiddels beschikken we op onze school over een gevarieerde verzameling van educatieve software, die het leren ondersteunen. Deze software krijgt een steeds duidelijker plek in het leren van de kinderen. Vanaf de middenbouw krijgen de kinderen gericht les in het gebruik van een tekstverwerker en leren ze ook hoe ze een powerpointpresentatie moeten maken. Ook het gebruik van de zg. social media brengen we onder de aandacht van de kinderen. Het integreren van de computer in het onderwjisleerproces is een voortdurend punt van aandacht voor onze ICT-coördinatoren en de leerkrachten. Verder wordt in de groepen 3 t/m 8 het digitale schoolbord gebruikt en hebben de kleutergroepen gezamenlijk de beschikking over een verrijdbaar touchscreen. De onuitputtelijke mogelijkheden van deze didactische hulpmiddelen dragen bij aan de verhoging van de motivatie en oplettendheid van de kinderen tijdens bijv. een instructie. Naast het gevarieerde softwareaanbod voor de kinderen bezitten we ook een gedigitaliseerde schoolbibliotheek en wordt ons leerlingvolgsysteem uitgewerkt op de computer. 3.4.5
Urenverdeling vak-vormingsgebieden
In het onderstaande overzicht valt globaal af te lezen hoeveel tijd er gemiddeld aan de verschillende vakken wordt besteed. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 18
groepen 1/2
groep 3/4
Bewegingsonderwijs
Vakken
6.30 u.
Beginnende geletterdheid en gecijferdheid en werken met ontwikkelingsmateriaal Lezen, schrijven en taal
8.30 u.
2.30 u. (groep 4 en 1.30 u. 5 zwemmen) -
Rekenen en Wiskunde Wereldoriëntatie Aardrijkskunde, Geschiedenis, Natuur, waaronder Biologie, Geestelijke Stromingen en Maatschappelijke Verhoudingen, waaronder Staatsinrichting Sociale redzaamheid, waaronder Verkeer en Bevordering van gezond gedrag/ Leefstijl Expressievakken Catechese Pauze Totaal aantal uren
3.5
Groep 5/6/7/8
7.45 u.(groep 7 en 8 ook Engels) 5.00 u. -
-
8.15 u.
-
5.00 u. 2.00 u.
-
-
6.00 u.
1.00 u.
1.00 u.
1.00 u.
5.00 u. 0.30 u.
2.30 u. 1.00 u. 1.15 u. 23.30 uur
2.00 u. 1.00 u. 1.15 u. 25.30 uur
2.00 u.
23.30 uur
Actief Burgerschap
In de definitie brengt burgerschapsvorming jonge burgers (kinderen, leerlingen) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wat doen wij als school aan actief burgerschap? Wij hebben op leerling-niveau doelen geformuleerd die voortkomen uit onze visie op burgerschapsvorming. Deze doelen vallen uiteen in vier categorieën: Omgaan met conflicten Ziet eigen aandeel in conflicten; Kan zich verplaatsen in gezichtspunt van ander; Kan impulsen en boosheid beheersen; Demonstreert probleemoplossingvaardigheden; Kan anderen helpen conflicten te vermijden; Kan bemiddelen bij een conflict. Omgang met anderen Is beleefd en respectvol; Toont empathie/verplaatsen in gezichtspunt ander; Werkt goed samen met anderen; Is bereid aan oplossingen te werken; Is bereid anderen te helpen bij problemen; Denkt na over effect eigen gedrag op anderen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 19
Verantwoordelijkheid voor groep en gemeenschap Toont respect voor klas, school en omgeving; Is in staat belangen in de groep of gemeenschap te herkennen; Toont initiatief in zorgen voor de schoolomgeving; Stelt vragen over problemen in gemeenschap en wil helpen; Levert bijdrage aan onderhouden van de gemeenschap. Open staan voor verschillen Een open oor hebben voor andere meningen; Zich inleven in een ander, in de cultuur van een ander, in zijn of haar opvattingen; Respect tonen voor andere godsdiensten, levensopvattingen of –stijlen; Aanpassen aan andere gewoonten of regels; Geen vooroordelen over anderen; Tolerant zijn. Onze school werkt met de aanpak van de methode “Leefstijl”. We zijn een school met veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Dit komt tot uiting in onze missie “Gevoel en verstand gaan hand in hand”, die wordt uitgebeeld in ons kunstwerk dat op de speelplaats staat. Leefstijl sluit goed aan bij onze manier van denken, onze visie en onze missie. Met de aanpak van Leefstijl willen we: Probleemgedrag bestrijden en ongewenst gedrag (zoals pesten) voorkomen; Het zelfvertrouwen van kinderen vergroten; Kinderen leren om naar elkaar te luisteren en rekening te houden met andere meningen; Kinderen leren om zelf ruzies op te lossen; Kinderen gevoelens te leren uiten; Kinderen te leren van hun fouten te leren; Kinderen leren doordachte beslissingen te nemen Bovendien worden er voor de oudere kinderen gezondheidsvaardigheden aangeboden. Preventie speelt dan een belangrijke rol en dan moet gedacht worden aan roken, alcohol en drugs. Deze zaken zijn niet alleen nu belangrijk, maar ook voor het latere functioneren in de maatschappij. Normen en waarden komen regelmatig aan bod, de weerbaarheid en de sociale vaardigheden van kinderen zullen op den duur vergroot worden. Ook binnen de catechese -, aardrijkskunde- en geschiedenislessen komen regelmatig elementen uit het actief burgerschap aan de orde, waarbij we er van uit gaan dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, waarin sprake is van het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. De kinderen maken kennis met verschillende culturele achtergronden. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 20
3.5.1 Samenwerking met verpleeghuis Isselwaerde. Sinds het voorjaar van 2013 hebben we een samenwerking met onze buren: bewoners en begeleiders van verpleeghuis Isselwaerde. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren dat iedereen een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Je kunt iets betekenen voor een ander! Gedurende het schooljaar zijn er ingeplande activiteiten en ontmoetingen met en voor de bewoners van Isselwaerde. Ondernomen activiteiten zijn o.a. : kinderen van groep 3 of 4 doen 1 keer in de maand samen met de bewoners gezelschap- en/of bewegingsspelletjes, er wordt voorgelezen door leerlingen, de leerlingen van groep 7 en 8 gaan zingen. Sinds kort gaan de leerlingen van groep 6 samen met de bewoners de moestuin onderhouden. De bewoners komen ook op bezoek in onze school om activiteiten bij te wonen.
Samenwerking met onze buren: Verpleeghuis Isselwaerde
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 21
3.6
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval
Indien wegens ziekte of andere omstandigheden een groepsleerkracht plotseling uitvalt, wordt er alles aan gedaan om deze te vervangen. Er is een procedure opgesteld waarin vastgelegd is welke stappen er ondernomen moeten worden om lesuitval te voorkomen. We proberen in een dergelijk geval natuurlijk allereerst vervanging te vinden maar ook andere oplossingen (groepen combineren of de directeur, interne begeleider, onderwijsassistent voor de groep) zijn hierbij niet uitgesloten als er geen vervanging voorhanden is. In het uiterste geval kan een groep naar huis worden gestuurd. Mocht dit voorkomen, dan zorgen we voor een goede communicatie met de ouders/verzorgers. Bij het ontbreken van opvangmogelijkheden door ouders zal de school voor opvang zorg dragen. 3.7
Kledingvoorschriften
De volgende kleding is op de Fatimaschool niet toegestaan: kleding die de onderlinge communicatie belemmert of onmogelijk maakt; kleding die het voor de school onmogelijk maakt de identiteit van personen vast te stellen; kleding waarvan onderdelen de veiligheid van anderen in gevaar kunnen brengen. Verder: kinderen mogen in de klas geen petten dragen en tijdens de gymlessen moeten de kinderen de sieraden afdoen. Als er problemen zijn bij het handhaven van de kledingvoorschriften, wordt eerst getracht de problemen in onderling overleg op te lossen. Lukt dat niet, dan kan de school een maatregel treffen vanwege het niet naleven van de kledingvoorschriften.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 22
4. Zorgverbreding.
4.1.1
De zorg voor kinderen
De Fatimaschool staat voor kwalitatief goed onderwijs. We trachten zo veel mogelijk „onderwijs op maat‟ te geven. Kinderen ontwikkelen zich op verschillende manieren. De resultaten die leerlingen behalen kunnen dan ook heel divers zijn. Wij vinden het belangrijk om op deze verschillen zo goed mogelijk in te spelen. De zorg voor kinderen speelt in ons onderwijs een belangrijke rol. In ons onderwijsaanbod houden wij rekening met de individuele mogelijkheden van ieder kind. Het onderwijsaanbod van de basisvaardigheden (lezen, taal, en rekenen) in groep 3 t/m 8 wordt volgens het model van de convergente differentiatie aangeboden, waarbij de klas grofweg in drie groepen ingedeeld wordt. Alle kinderen van de groep krijgen dezelfde basisstof en basisinstructie volgens de gebruikte methodes aangeboden. Leerlingen die moeite hebben met de basisstof krijgen daarnaast verlengde instructie en/of intensievere oefening aangeboden door de leerkracht. Indien nodig geeft de leerkracht ook extra begeleide inoefening of preteaching. Leerlingen die de leerstof snel begrijpen mogen de les zelfstandig verwerken en krijgen verdiepend of verbredend aanbod. Daarnaast is er een aantal uren Remedial teaching voor leerlingen met een specifieke hulpvraag. Ook bieden wij, zo veel als mogelijk is, de meer begaafde leerlingen nog een extra onderwijsaanbod buiten de reguliere leerstof. De Intern Begeleider zorgt voor: Regelmatige groeps- leerling- en toetsbesprekingen. Collegiale consultatie over de zorgleerlingen. Doen van onderzoek (pedagogisch/didactisch) en observaties. Indien nodig opstellen van een (groeps)handelingsplan of ondersteuningsprofiel. Gesprekken met ouders/verzorgers van zorgleerlingen. Contacten met externe instanties. Bewaken van procedures en afspraken. Verslaglegging en administratie van zorgleerlingen. Op school is een orthotheek aanwezig, die voor alle leerkrachten toegankelijk is. Daar zijn naslagwerken, onderzoeksmiddelen en remediërende materialen voor kinderen met leer- en gedragsproblemen te vinden. Ook voor de „plus‟leerlingen is er materiaal aanwezig. Op school is een leerkrachten voor Remedial Teaching (RT) aanwezig. Zij zorgt voor: Extra ondersteuning (binnen of buiten de groep) bieden aan individuele leerlingen die op een of meerdere vakgebieden problemen ondervinden. Extra ondersteuning (binnen of buiten de groep) bieden aan groepjes leerlingen die op een of meerdere vakgebieden problemen ondervinden. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 23
Hulp bieden bij het opstellen van handelingsplannen. Overleg met de groepsleerkrachten over de zorgleerlingen. Overleg met de Intern Begeleider over de zorgleerlingen. Verslaglegging van de ontwikkelde activiteiten. Op school zijn twee onderwijsassistenten aanwezig. Zij ondersteunen met name de leerkrachten in de onderbouw op de volgende wijze: Helpen bij voorbereidende activiteiten ter ondersteuning van de lessen. Helpen bij verzorgen en opruimen van de leeromgeving van de kinderen. Ondersteunen van kinderen bij het uitvoeren van hun taken en werkjes. Werken met (kleine) groepjes kinderen. De beschikbare tijd voor RT en onderwijsassistentie voor de hele school is beperkt. Wij kiezen ervoor om deze tijd voor een groot deel ten goede te laten komen aan de groepen 1 t/m 5 en aan leerlingen met een Leerling Gebonden Financiering (LGF); de zogeheten rugzakleerling. Wanneer een kind voor een bepaalde periode extra begeleiding krijgt wordt u hiervan door de leerkracht op de hoogte gesteld. 4.1.2
Het leerlingvolgsysteem.
De ontwikkeling van ieder kind wordt gevolgd en vastgelegd van groep 1 t/m groep 8 in het leerlingvolgsysteem. Vanaf schooljaar 2013-2014 gebruiken we hier het leerlingvolgsysteem Parnassys voor. Om ieder kind in zijn ontwikkeling te volgen en te begeleiden op een manier die bij dat kind past nemen we o.a. een aantal toetsen van Cito af. Cito is de afkorting van Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling. Bekend is natuurlijk de Cito-eindtoets voor het basisonderwijs. Het Cito heeft ook voor de basisvaardigheden lezen, taal, spelling en rekenen toetsen ontwikkeld. De Cito toetsen zijn landelijk genormeerd. Dat betekent dat er een vaste score is die is gebaseerd op hoe alle kinderen in Nederland scoren op deze toetsen. Door deze toetsen jaarlijks af te nemen,kunnen we zien hoe het kind scoort ten opzichte van het landelijk gemiddelde, maar ook of het kind zijn eigen ontwikkelingslijn blijft volgen of dat het daar ineens boven of onder scoort. Als dat laatste gebeurt, is dat een signaal om te kijken wat de oorzaak van die verandering kan zijn. Op sociaal emotioneel gebied gebruiken wij in groep 2 t/m 8 de OPSEO, die in kaart brengt hoe een leerling zich op de volgende gebieden ontwikkelt: persoonskenmerken, relatie met leerkrachten, omgaan met andere leerlingen en werkhouding. In groep 1 (en 2) komen een aantal van deze zaken terug in het BOSOS leerlingvolgsysteem. In groep 3 t/m 8 wordt eens per jaar het sociogram afgenomen. Dit brengt in kaart hoe de relaties tussen de kinderen onderling in de groep liggen. Bij de kleuters gebruiken wij het BOSOS leerlingvolgsysteem aangevuld met Cito onderdelen voor de kinderen in groep 2.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 24
BOSOS richt zich op de continue ontwikkeling van de kleuters van groep 1 en 2 op het gebied van lichamelijke ontwikkeling, zintuiglijke-, spraak/taal ontwikkeling, muzikale vorming en expressie, sociaal-emotionele ontwikkeling en voorbereidend taal- en rekenen. Van gesprekken en afspraken die we met ouders en/of hulpverleners hebben, worden verslagen gemaakt.
4.1.3
Onderwijs op maat.
Op onze school bieden we zoveel mogelijk hulp binnen de groep,met ondersteuning van Intern Begeleider, Remedial Teacher, onderwijsassistenten. Hiertoe worden leerlingen systematisch besproken in een groepsgesprek. De Intern Begeleider heeft 3x per jaar met iedere groepsleerkracht zo‟n gesprek. In dit gesprek worden afspraken gemaakt met de groepsleerkracht over de aanpak en begeleiding van de kinderen. Na een aantal weken volgt een gesprek om de voortgang van de afspraken te waarborgen. Er wordt gewerkt met een groepshandelingsplan, dat door de leerkracht alleen of met hulp van de remedial teacher wordt uitgevoerd. De leerling werkt een periode aan de doelen van het handelingsplan om daarna weer bij het niveau van de groep aan te sluiten. Het is ook mogelijk dat een leerling voor een deel op een eigen niveau werkt. Dit zal steeds met de ouders worden besproken. Met de ouders wordt eveneens, voordat er hulp start, besproken dat er gestart wordt met extra hulp. Als dan blijkt dat deze hulp niet voldoende is, roepen we, na overleg met de ouders, externe hulp in van bv. het OPDC (Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum), een schoolbegeleidingsdienst of hulp van de ambulante begeleiding van de Speciale school voor Basisonderwijs (SBO), een orthopedagoog, Centrum voor Jeugd en Gezin. Als de speciale begeleiding die hieruit voortvloeit dan nog geen oplossing biedt, is een aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) mogelijk. Daarover meer onder 4.2.2 en 4.2.3.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 25
4.1.4
Overgang naar de volgende groep.
In onze houding naar de leerlingen toe vinden wij het belangrijk tegemoet te komen aan de drie basisbehoeften voor het leren van leerlingen; -
Competentie; het gevoel en plezier in eigen kunnen. Relatie; het gevoel dat anderen je waarderen en met je om willen gaan Autonomie; het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij helpen.
Aan de hand van deze drie basisbehoeften wordt bekeken wat kinderen in hun ontwikkeling nodig hebben. Soms is het ondanks alle inspanningen van de leerling, leerkracht en ouders voor de ontwikkeling van het kind beter als het een jaar verlenging krijgt. Dit wordt tijdig besproken met de ouders door de interne begeleider en/of de betreffende leerkracht(en). In gesprekken met ouders zullen de leerkrachten duidelijk aangeven hoe het is gesteld met de ontwikkeling van het kind. De ouders worden in deze procedure tijdig op de hoogte gebracht van de twijfels. Ook bij de overgang van groep 2 naar groep 3 zijn deze facetten in de ontwikkeling belangrijk (relatie, autonomie en competentie) om te beoordelen of een kind er aan toe is om naar groep 3 te gaan. Uiteindelijk neemt de school de beslissing of een kind naar groep 3 kan gaan. Ook kan het voorkomen dat een kind vanwege een snelle ontwikkeling vervroegd doorgaat naar groep 3. Ook hierover zullen we tijdig met de ouders in gesprek gaan. 4.1.5
De aandacht voor de goede presteerders.
We hebben op de Fatimaschool ook aandacht voor de betere presteerders. Als we merken dat een leerling een ontwikkelingsvoorsprong heeft en/of consequent hoog scoort (A niveau) op de CITO toetsen en goed presteert binnen de methodetoetsen en meer aankan dan het gemiddelde aanbod van de groep, houdt de leerkracht daar rekening mee met de aanpak en verwerking. Vaak kan een leerling al aan het werk zonder instructie of met een verkorte instructie en kan de verwerking worden aangepast in hoeveelheid oefenstof. In de extra tijd is er een aanbod in verschillende activiteiten en een mogelijkheid voor het maken van uitdagend werk. In de groepen 3 t/m 8 hebben we kasten met zelfstandig te verwerken opdrachten en materialen. Dit varieert in aanbod van herhalende tot verdiepende stof en verbredende oefenstof, bv. spellen die een beroep doen op creatief denkvermogen. Tijdens het zelfstandig werken heeft de leerkracht de tijd om deze kinderen te begeleiden. Daarnaast is er een stukje begeleiding buiten de groep door remedial teacher/intern begeleider. Wij vinden het belangrijk om ook deze kinderen uit te dagen, te prikkelen en vooral werk te bieden waarmee zij met veel plezier aan de slag kunnen gaan. 4.1.6
Dyslexie.
In school handelen wij naar de diagnose en voorwaarden zoals die in het protocol “Leesproblemen en Dyslexie” gesteld worden.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 26
In groep 2 wordt voor alle leerlingen een signaleringslijst ingevuld. Zo krijgen wij een beeld van de sterke en zwakke kanten van de leerlingen. In groep 3 en 4 worden de leesvorderingen nauwkeurig gevolgd. Wanneer er leesproblemen gesignaleerd worden, wordt er hulp in- en soms ook buiten de klas geregeld in de vorm van Remedial Teaching (RT). Een dyslexieonderzoek wordt aangevraagd nadat minstens een half jaar RT gegeven is op lees- en spellingsgebied, waarbij onvoldoende resultaat is geboekt. Op basis van de didactisch en psychologisch onderzoek wordt bepaald of de leesen spellingproblemen voldoende hardnekkig zijn en of de leerling in aanmerking komt voor de behandeling die vergoed wordt. Om de aanmelding compleet te maken moeten zowel de ouders als de school vragenlijsten invullen. Dit houdt in dat ouders zonder ondersteuning door de school niet zelfstandig zo‟n traject in kunnen gaan. Indien uw kind in aanmerking komt voor vergoede diagnostiek zal het onderzoek in overleg met de zorgverzekeraar van de ouders plaatsvinden. Indien u nadere informatie wenst over deze regeling en over de wijze waarop de school u in dit proces kan ondersteunen kunt u het beste contact opnemen met de Intern Begeleider van de school. Als een kind een dyslexieverklaring heeft mag het bijv. langer over een toets doen, of kunnen de toetsen vergroot worden aangeboden. De Cito-entree en eindtoets kunnen op de computer gemaakt worden, toetsen kunnen op deze manier auditief worden ondersteund. Ook kunnen de toetsen worden voorgelezen. De leerkracht biedt indien nodig extra hulp in de klas en soms is er extra hulp buiten de klas. 4.1.7
Opvoedingsvragen.
Wij proberen de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden op school. Als zich problemen voordoen proberen wij die in de eerste plaats op school, in overleg met u, op te lossen. Het kan echter ook gebeuren dat zich problemen voordoen waarbij andere hulp nodig is. Er is op school een lijst met allerlei hulpverleningsinstellingen (bijv. logopedist, speltherapeut, fysiotherapeut, pedagoog, psycholoog, opvoedingsspreekuur, Centrum voor Jeugd en Gezin enz.). In overleg met u kunnen we in dat geval de meeste geschikte hulpverlening kiezen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 27
4.2
Het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School.
Alle basisscholen zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (SWV WSNS). Dat is in de wet geregeld. In de wet staat ook wat het doel is van de samenwerking: Een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te realiseren en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken.
Er zijn ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs. Zie voor meer informatie onder het kopje: Passend Onderwijs. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften worden zoveel mogelijk begeleid in de eigen basisschool. De school kan daarbij rekenen op steun van de speciale school voor basisonderwijs en van de andere scholen in het samenwerkingsverband. Als het in het belang van de leerling is, kan ook gevraagd worden om onderwijs te mogen volgen op de speciale school voor basisonderwijs. Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht, met 7 basisscholen in de gemeente Lopik, 14 scholen in de gemeente IJsselstein en de speciale school voor basisonderwijs SBO De Wenteltrap in IJsselstein. De belangrijkste afspraken over zorg in het SWV gaan over het Zorgadviesteam, de Permanente Commissie Leerlingenzorg, het OPDC van SBO De Wenteltrap, en het schoolmaatschappelijk werk. 4.2.1
Wat is het Zorgadviesteam?
Het Zorgadviesteam van het samenwerkingsverband bestaat uit verschillende deskundigen, zodat vragen over leerlingen vanuit alle invalshoeken bekeken kunnen worden. In het Zorgadviesteam zitten een orthopedagoog, een jeugdarts van de GGD, een maatschappelijk deskundige, een ambulant begeleider en de adjunct directeur van SBO De Wenteltrap. Als het nodig is kan ook overleg gepleegd worden met deskundigen van andere instellingen, zoals speciaal onderwijs voor leerlingen met bepaalde handicaps of Bureau Jeugdzorg. De basisscholen van het SWV kunnen het Zorgadviesteam om advies en hulp vragen. Ook ouders die vragen of zorgen hebben over de ontwikkeling van hun kind kunnen bij het Zorgadviesteam terecht. Wat doet het zorgadviesteam? Het Zorgadviesteam kan: RAAD GEVEN: het Zorgloket geeft antwoord op concrete vragen over bijvoorbeeld het gebruik van specifieke leer- en hulpmiddelen, of mogelijkheden om te verwijzen naar andere instanties. Het zorgloket denkt mee over hoe de basisschool een leerling het beste kan helpen, of nodigt de intern begeleider uit om te overleggen over een leerling met het Zorgadviesteam.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 28
ONDERZOEKEN: het Zorgadviesteam verzamelt informatie in aanvulling op gegevens waarover de basisschool al beschikt. Bijvoorbeeld onderzoek naar factoren in de leefomgeving van de leerling door de maatschappelijk deskundige en naar medische aspecten door de schoolarts. DIAGNOSE STELLEN: op basis van zo volledig mogelijke informatie stellen de deskundigen van het Zorgadviesteam vast wat de (speciale) onderwijsbehoeften zijn van de leerling. ADVISEREN: over de manier waarop het beste tegemoet gekomen kan worden aan de vastgestelde onderwijsbehoeften van de leerling. Het kan daarbij gaan om: Aanwijzingen waarmee de basisschool zelf weer verder kan met de leerling; Ondersteuning van de leerkracht van de leerling door een deskundige van SBO De Wenteltrap; Advies om aan de PCL een beschikking te vragen waarmee de leerling onderwijs mag volgen op SBO De Wenteltrap; Advies om hulp te zoeken bij een externe instantie, bijvoorbeeld een Regionaal Expertisecentrum, of jeugdhulpverlening. BEGELEIDEN: het Zorgadviesteam begeleidt scholen en ouders van de eerste aanmelding totdat voor de leerling passend onderwijs is gerealiseerd. Ook begeleidt het Zorgadviesteam ouders en scholen bij het zoeken naar andere vormen van hulp en ondersteuning. Contact met het zorgadviesteam Het Zorgadviesteam is bereikbaar via het ZORGLOKET Het Zorgloket bestaat uit dhr. L.J.M. (Leo) Verleun en mw. E. (Ellen) Peekstok. Het adres is: SBO De Wenteltrap, Baden Powellweg 3, 3401 RR IJsselstein Telefoon 030-6884656. Fax 030-6885239. E-mail:
[email protected] 4.2.2
Wat is de PCL?
In de wet staat dat elk samenwerkingsverband een PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) moet hebben. Dat is een commissie die een onafhankelijk oordeel geeft, of een leerling mag worden toegelaten tot een school voor SBO. Het Samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht heeft daarvoor drie deskundigen van buitenaf aangesteld. De voorzitter is een GZ-psycholoog van de onderwijsbegeleidingsdienst Eduniek. De andere leden zijn een jeugdarts en een directeur van een SBO-school van een ander samenwerkingsverband. Wat doet de PCL? Als de ouders en de school van een leerling van mening zijn dat het in het belang van het kind is dat het onderwijs gaat volgen op een school voor SBO en als het Zorgadviesteam daarover positief heeft geadviseerd, dan kunnen de ouders aan de PCL een beschikking vragen waarmee de leerling mag worden toegelaten tot SBO De Wenteltrap. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 29
De PCL bekijkt of SBO inderdaad de beste vorm van onderwijs is voor de leerling aan de hand van een dossier met alle belangrijke informatie over het kind. Met de ouders vindt daarover altijd een gesprek plaats. Zij krijgen een kopie van het onderwijskundig rapport. De basisschool moet zorgen voor: ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT over de ontwikkeling van het kind op school en de hulp die het daarbij gekregen heeft. INTELLIGENTIEONDERZOEK door een bevoegde psycholoog of orthopedagoog. Dat mag niet ouder zijn dan 1 jaar. Het Zorgadviesteam zorgt voor aanvullende informatie: MILIEUONDERZOEK is het verslag van een gesprek van de maatschappelijk deskundige van het Zorgadviesteam met de ouders van de leerling over zaken die thuis en in de leefomgeving van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. MEDISCH RAPPORT van de schoolarts van de GGD. Ouders mogen ook zelf informatie aan het dossier toevoegen die zij belangrijk vinden en waarover de basisschool niet beschikt. De PCL geeft een beschikking af aan de ouders. De ouders hebben de mogelijkheid beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de PCL. Meer uitgebreide informatie over de PCL is opgenomen in een folder. Op school kunt u een kopie van deze folder opvragen. De folder wordt in ieder geval gegeven aan de ouders die een kind op school hebben dat mogelijk wordt verwezen. 4.2.3
Wat is het OPDC?
SBO De Wenteltrap beschikt als speciale school over verschillende speciale deskundigen, zoals orthopedagogen, logopedisten, intern begeleiders, remedial teachers en maatschappelijk deskundigen. Die zijn er natuurlijk voor de eigen leerlingen, maar via het OPDC (Ortho Pedagogisch en Didactisch Centrum) kunnen nu ook andere scholen gebruik maken van die speciale deskundigheid. Wat doet het OPDC? Het samenwerkingsverband heeft een overeenkomst met De Wenteltrap voor beschikbaar stellen van deskundigheid aan de basisscholen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van AMBULANTE BEGELEIDING: adviezen aan Intern Begeleiders en leerkrachten op het gebied van de aanpak van pedagogische en didactische vraagstukken; ORTHOTHEEK: basisscholen kunnen materialen lenen uit de uitgebreide gespecialiseerde orthotheek van De Wenteltrap; ZORGOVERLEG: deelname aan leerlingbesprekingen op de basisscholen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 30
Scholen en ouders kunnen tegen betaling ook gebruik maken van andere diensten van het OPDC, onder andere logopedie, orthopedagogiek (o.a. dyslexieverklaring), kinderoefentherapie. 4.2.4
Wat is schoolmaatschappelijk werk?
Ouders en leerkrachten van de basisscholen van het samenwerkingsverband kunnen hulp of advies krijgen van een maatschappelijk deskundige van het OPDC. Zonder wachtlijst en laagdrempelig. In de regel komt de maatschappelijk deskundige naar de school of naar de ouders toe. Wat doet schoolmaatschappelijk werk? De maatschappelijk deskundige kan door de intern begeleider van de school ingeschakeld worden, wanneer er zich vragen of problemen voordoen in de thuissituatie van een leerling. Dit kan betrekking hebben op de ouder(s), op het kind, of op beiden. De maatschappelijk deskundige kan ouders ondersteunen bij bijvoorbeeld zaken als de opvoeding, gezinsproblemen, financiële problemen, echtscheiding, migratiegeschiedenis, problemen in de woonsituatie, e.d. Soms gaat het niet goed met een kind op school en lijkt de thuissituatie daarin een rol te spelen. Het komt ook voor dat het wel goed gaat met een kind, maar dat de ouders vragen hebben met betrekking tot hun privé-situatie of dat ze met problemen te maken hebben. In beide gevallen is het mogelijk de maatschappelijk deskundige te raadplegen, zowel op verzoek van school als van ouders. Contact met het schoolmaatschappelijk werk Als ouders vragen willen bespreken met de maatschappelijk deskundige, kunnen zij hun verzoek voorleggen aan het Zorgloket, zodat dit hen in contact kan brengen met de maatschappelijk deskundige. De intern begeleider van school kan ook via het Zorgloket de hulp inroepen van de maatschappelijk deskundige. De ouder dient daarvoor dan toestemming te geven. 4.3
Met de rugzak (Leerling Gebonden Financiering) naar school.
Niet alle kinderen leren makkelijk en probleemloos. Dat zou geen probleem hoeven zijn. De scholen zijn er op ingericht om met verschillen tussen leerlingen om te gaan en geven zo veel mogelijk onderwijs op maat. Toch zijn er kinderen met specifieke problemen waar de school niet altijd raad mee weet. Er zijn bijvoorbeeld kinderen die moeite hebben met horen, spreken, aanleren en begrijpen van de taal en deze kinderen vereisen een wat andere aanpak. Op 1 augustus 2003 is de wettelijke regeling Leerling Gebonden Financiering (LGF) in werking getreden. Ouders die een zorgleerling hebben en een beschikking van de regionale Commissie voor Indicatiestelling (CVI), kunnen hun kind aanmelden bij een reguliere basisschool of een speciale school voor basisonderwijs (SBO). Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 31
Deze kinderen krijgen een zogenaamd “rugzakje” met geld mee, waaruit de ontvangende basisschool extra voorzieningen kan bekostigen. Rugzakleerlingen zijn welkom op de Fatimaschool. We vinden dat we vanuit onze visie en onze maatschappelijke verantwoordelijkheid bij ieder kind serieus moeten kijken of we het kind die hulp kunnen bieden die het nodig heeft. We zijn echter niet in staat om iedere zorgleerling op te nemen. Allereerst dient de plaatsing in het belang van de zorgleerling zelf te zijn, maar ook het belang van de groep waarin de betreffende leerling geplaatst zal worden dient meegenomen te worden in de afweging om een zorgleerling wel of niet aan te nemen. Ieder verzoek tot plaatsing zal dan ook van geval tot geval bekeken worden. Bij ons op school hebben wij een procedure afgesproken, die we doorlopen als we een aanmelding krijgen van een kind met een dergelijke beschikking. Deze procedure geldt ook als er kinderen aangemeld worden met een negatieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS), of als ouders verzoeken om een leerling van een speciale school voor basisonderwijs terug te plaatsen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum (REC) en/of de mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Bij het besluit tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit We gaan er immers vanuit dat, bij definitieve toelating, de leerling de gehele basisschoolperiode zal doorlopen. 4.3.1
Wat zit er in het rugzakje? Geld voor extra begeleidingsuren voor het kind; dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor extra inzet van de leerkracht, de remedial teacher, een klassenassistent, mentor of een andere gekwalificeerde medewerker. Een combinatie is ook mogeilijk. Geld voor materiaal en onkosten; dit is een vrij besteedbaar bedrag en hiermee kunnen bijv. de leermiddelen worden aangepast. Ook kan het worden gebruikt om nader onderzoek te (laten) doen om meer duidelijkheid te krijgen over hoe op school de leerling het beste kan worden geholpen. Geld om een (extern) ambulant begeleider (AB-er), die gespecialiseerd is in bepaalde problematiek, te kunnen bekostigen.
4.3.2 Wat doet een ambulant begeleider? Een ambulant begeleider brengt de mogelijkheden en verwachtingen van de leerling, de ouders en school in beeld; Geeft uitleg over het probleem; Informeert op het gebied van hulpmiddelen; Adviseert bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan;
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 32
Coacht leerkrachten bij het realiseren van aanpassingen in de leeromgeving en bij de aanpak; Coördineert de zorg rond de leerling. Kortom een ambulant begeleider gaat in op hulpvragen van school, leerling en ouders! Het doel van ambulante begeleiding is om een goede onderwijssituatie te realiseren in het gewone basis- en voortgezet onderwijs. Cursussen en voorlichting zijn ook een mogelijkheid om dit te bereiken. Hiernaast zijn er mogelijkheden voor ondersteuning (eventueel binnen het gezin) bij de opvoeding en begeleiding van het kind of de jongere. Voor ambulante begeleiding moeten ouders hun zoon of dochter zelf aanmelden. Informatie hierover is op school te verkrijgen bij de Intern Begeleider. Ook kunt u informatie vinden op de volgende websites: www.auris3bergen.nl, www.recmzw.nl, www.oudersenrugzak.nl
4.3.3 Passend Onderwijs; zorgplicht per 1 augustus 2014 Passend Onderwijs verbindt de ondersteuning voor alle leerlingen binnen het swv van de ondersteuning binnen de eigen basisschool, zelfstandig of met externe ondersteuning en de ondersteuning binnen het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Voor iedere aangemelde leerling op één van de scholen van het swv, biedt het swv een passend onderwijsaanbod. De samenwerking tussen de scholen in het swv is verplicht volgens de wet Primair Onderwijs (WPO). Deze scholen maken onderling afspraken over hoe alle leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. Houten, IJsselstein, Nieuwegein en Vianen beschikken over een school voor speciaal basisonderwijs: De Wissel, De Wenteltrap, De Evenaar en De Brug. Binnen het swv is er één school voor speciaal onderwijs: De Berg en Boschschool (cluster 4). Met de schoolbesturen van de resterende scholen voor speciaal onderwijs van cluster 3 (zml, lg/mg, lz) en 4 (zmok) moet het swv bindende afspraken maken over de ondersteuning en/of plaatsing van leerlingen. Op deze wijze is een passend onderwijsaanbod voor iedere leerling gegarandeerd. Zorgplicht Besturen voor primair onderwijs en speciaal onderwijs hebben per 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit houdt in dat het schoolbestuur een aangemelde leerling een passend onderwijsaanbod moet bieden. Als de school een leerling zelf geen passende plek (meer) kan bieden, dan heeft het schoolbestuur de plicht om een passend onderwijs aanbod elders aan te bieden. Waar mogelijk in het swv. Dan heeft de school geen zorgplicht. Binnen het swv of een ander swv dient dan een oplossing te worden gezocht.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 33
Visie ondersteuning Samenwerkingsverband (SWV) Profi Pendi
De gezamenlijke schoolbesturen van het swv Profi Pendi hebben de visie op ondersteuning vastgesteld. De visie luidt: “De basisondersteuning die basisscholen bieden is op alle basisscholen binnen het samenwerkingsverband van gelijk niveau. Hierbij wordt uitgegaan van de criteria van de inspectie van het onderwijs. Ondersteuningsprofielen van de basisscholen kennen naast kwalitatief inhoudelijke kenmerken ook kwantitatieve kenmerken, zoals het aantal leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen in een groep. In verband met de kwaliteitseisen waaraan leerkrachten moeten voldoen om binnen het onderwijzen ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen, investeert zowel het bestuur als het bestuur van het samenwerkingsverband in de professionaliteit van leerkrachten.
Het bestuur waaronder de Sbao school valt besluit tot het voortbestaan van de bestaande speciale scholen voor basisonderwijs. Speciale scholen voor basisonderwijs zijn eerste aanspreekpunt voor leerlingen waar specifieke ondersteuningsvragen voor gelden die niet binnen de basisscholen tijdelijk of geheel kunnen worden geboden. Sbao ontwikkelt hiertoe als expertisecentrum een specifiek onderwijsaanbod. Hierbij wordt allereerst uitgegaan van de voorzieningen die Sbao biedt binnen de bestaande ondersteuningsstructuur. Speciale scholen voor basisonderwijs vormen gezamenlijk het expertisecentrum van het samenwerkingsverband. Dit vergt nog verdere uitwerking c.q. besluitvorming. Uitgangspunt hierbij is „lokaal waar het lokaal kan, regionaal wanneer dit kwalitatief effectiever is‟. Het speciaal onderwijs wordt gezien als partner in het realiseren van passend onderwijs waarbij het uitgangspunt is, dat expertise en onderwijs thuisnabij gerealiseerd worden. Ten aanzien van de verwijzing van leerlingen geldt voor het samenwerkingsverband het principe van solidariteit. Het oordeel van de basisscholen bij verwijzing is leidend. Het proces van ondersteuning van leerlingen, van ondersteuning leerling/leerkracht tot aan plaatsing sbao/so is transparant voor ouders en zij zijn vanaf de start betrokken. De inrichting van het samenwerkingsverband kenmerkt zich door een flexibele, overzichtelijke en toegankelijke organisatie met als doel kindnabije en schoolnabije ondersteuning van leerlingen en leerkrachten in het primaire proces”. Van indiceren naar arrangeren De huidige systematiek van indiceren voor sbao en so of lgf (de zgn. rugzak) verdwijnt. Hiermee verdwijnen voor ons nieuwe swv de PCL en de CVI.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 34
Hiervoor in de plaats gaat de indicatie voor externe ondersteuning die binnen of buiten de basisschool plaatsvindt worden vastgesteld binnen het Multi Disciplinair Overleg (MDO) dat plaatsvindt op de reguliere basisschool. MDO bestaat uit de ouders van de leerling, IB „er, groepsleerkracht, orthopedagoog/psycholoog en een tweede deskundige wanneer sprake is van ondersteuning vanuit of binnen speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Denk hierbij ook aan schoolmaatschappelijk werk of opvoedingsdeskundige vanuit CJG. Van belang is dat de ouders vanaf het begin deel uitmaken van dit overleg. De school formuleert de ondersteuningsvraag binnen het MDO. Het MDO besluit welke vorm van begeleiding of verwijzing gewenst is. Welk ondersteuningsarrangement binnen welke setting is passend voor de leerling? Het swv beschikt over een dekkend netwerk voor de ondersteuningsarrangementen, van ondersteuning binnen de basisschool tot aan plaatsing op so, als ook ten aanzien van de ondersteuningsvoorzieningen vanuit jeugdzorg. Het swv ontvangt van het ministerie het ondersteuningsbudget voor het swv (gebaseerd op bedragen per leerling). Het swv bekostigt daarvan in elk geval de ondersteuningsarrangementen waarbij leerlingen voor kortere of langere tijd onderwijs volgen op een school voor sbao of so. Bij verwijzing naar een andere school controleert het swv of alle partijen zich in het besluit kunnen vinden en de procedures dus goed zijn verlopen. Bij geschillen biedt het swv allereerst mediation aan. Wanneer dit niet slaagt, is er de weg naar de bezwarencommissie. Het swv legt de verantwoordelijkheid voor de keuze van het juiste ondersteuningsarrangement voor een leerling bij het MDO op het niveau van de basisschool en heeft hier vertrouwen in. Op weg naar samenwerkingsverband (swv). Profi Pendi per 1 augustus 2014 Vanaf september 2011 vinden reeds voorbereidende activiteiten plaats voor de realisatie en inrichting van ons nieuw swv Passend Onderwijs Profi Pendi. Deze activiteiten vinden plaats vanuit de stuurgroep, waarin bestuurders en de coördinatoren van de huidige drie swv‟en zitting hebben. Vanuit de stuurgroep worden de werkgroepen aangestuurd. De werkgroepen leveren aan de stuurgroep hun opbrengsten aan, en de stuurgroep legt deze na beoordeling voor aan het bestuur van het swv. Tot de vorming van het definitieve bestuur wordt het bestuur gevormd door de ledenvergadering, de bijeenkomsten van de gezamenlijke deelnemende schoolbesturen. Er zijn vijf werkgroepen gevormd; werkgroep bestuurlijke inrichting, werkgroep onderwijsondersteuning, werkgroep onderwijs, jeugdzorg en gemeenten, werkgroep personeel en werkgroep financiën. Op voorstel van de werkgroep bestuurlijke inrichting is gekozen voor het model van een coöperatieve vereniging, met de ledenvergadering, een bestuur van 5 tot 7 personen en een directeur swv.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 35
Momenteel vindt de procedure plaats voor de samenstelling van het bestuur en voor het werven en selecteren van een directeur swv. Tevens worden de voorbereidingen getroffen voor het samenstellen van de ondersteuningsplanraad. De werkgroep onderwijsondersteuning heeft het basisondersteuningsprofiel voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs samengesteld en voorgelegd aan de stuurgroep. Het profiel is vastgesteld door de gezamenlijke besturen. De andere drie werkgroepen zijn ook opgestart. Binnen de werkgroep personeel is men momenteel actief met het inventariseren welke voorzieningen het swv reeds biedt en welke personele consequenties hieraan zijn verbonden. Resultaten hiervan zullen qua inkomsten en uitgaven worden verwerkt door de werkgroep financiën. Via nieuwsbrieven zult u worden geïnformeerd over de voortgang van deze werkgroepen. Meer informatie kunt u vinden op de site www.passendonderwijs.nl
Natuurles: Aan de waterkant
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 36
4.4
Aannamebeleid voor kinderen, anders dan vierjarigen.
Voor kinderen die van een andere basisschool komen is een onderwijskundig rapport en een bewijs van uitschrijving verplicht. Dat wordt op verzoek (aan de basisschool die het kind thans bezoekt) naar de Fatimaschool opgestuurd. Tevens legt de intern begeleider contact met de leerkracht en/of intern begeleider van de school om informatie over de betreffende leerling te verkrijgen. Op basis van dit gesprek en op basis van de inhoud van het onderwijskundig rapport bepalen wij of wij het kind definitief kunnen toelaten. Het kind kan ook een dag in de nieuwe klas meedraaien. Ook is het mogelijk dat de intern begeleider een aantal aanvullende toetsen afneemt om het niveau van het kind te kunnen bepalen. Deze procedure heeft tot doel om zorgvuldig te kunnen vaststellen, of wij de zorg die het kind behoeft op adequate wijze kunnen bieden. Het kind kan worden geweigerd, indien aantoonbaar kan worden gemaakt dat de school niet bij machte is die adequate hulp te verlenen die het kind op basis van het gedrag dan wel leerproblemen nodig heeft. Een kind kan ook worden geweigerd, indien de groep waarin het kind geplaatst zou moeten worden “vol” zit. Het kind kan vervolgens op een wachtlijst worden geplaatst, in afwachting van een vrijkomende plaats. Zijn er in deze zin geen belemmeringen, dan wordt het kind definitief ingeschreven. 4.5
Onderwijs aan zieke leerlingen
Sinds de wetswijziging van 1 augustus 1999, waarin is vastgelegd dat de school verantwoordelijk is voor (langdurig) zieke leerlingen, zijn er bij de schoolbegeleidingsdienst Eduniek gespecialiseerde consulenten in dienst. Zij hebben als taak om zowel de leerkracht als de leerling te begeleiden in het veranderde leerproces. Aanmelding voor begeleiding van uw kind gaat via de leerkracht. Speciale aanmeldingsformulieren zijn op school aanwezig. 4.6
De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs
In groep 8 maken de kinderen met hun ouders de keuze voor een school in het voortgezet onderwijs. Op de Fatimaschool wordt op een overzichtelijke manier naar de keuzebepaling toe gewerkt. De kinderen worden door middel van leergesprekken geïnformeerd over de structuur van het V.O. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beeld- en schriftelijk materiaal. Tevens bezoekt de gehele groep enkele scholen in het Voortgezet Onderwijs. Hiernaast vullen ze een zg. Schoolvragenlijst in, die informatie verschaft over de verschillende leerling-kenmerken. Verder is er de CITO-eindtoets die een indicatie (een voorspelling) geeft over de kans van slagen in het Voortgezet Onderwijs. Voorafgaand aan de officiële eindtoets, “oefenen” we met een oudere versie. Tijdens een ouderavond (meestal in november) worden ouders geïnformeerd over de mogelijkheden na de basisschool. Er is altijd een voorlichter aanwezig van een school voor Voortgezet Onderwijs uit de regio om informatie te geven over de inrichting van het voortgezet onderwijs, de toelating, de inschrijving enzovoort.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 37
Een belangrijk moment in het vervolgtraject is het adviesgesprek (meestal in januari), waarbij de groepsleerkrachten adviseren welke vorm van voortgezet onderwijs voor het kind het meest geschikt is. De leerkrachten proberen dit advies zo goed mogelijk te onderbouwen. Hierbij worden o.a. ook de verzamelde gegevens uit het leerlingvolgsysteem gebruikt. Voor dit gesprek wordt het kind met beide ouders uitgenodigd. De ouders melden het kind aan en hebben daarvoor de tijd tot medio maart. Dan vindt er gegevensuitwisseling plaats tussen onze school en de scholen van voortgezet onderwijs. De definitieve aanname volgt dan meestal in de maand april. De afgelopen jaren zijn onze leerlingen als volgt naar de diverse vormen voor Voortgezet Onderwijs gegaan: VWO
HAVO/VWO
HAVO-
VMBO-T
VMBO
totaal
1
6
25
VMBO-T 2009
10
3
5
2010
3
15
6
1
25
2011
6
18
5
1
30
2012
7
6
3
6
2
24
2013
3
9
4
10
3
29
4.7
Huiswerk
In groep 6, 7 en 8 krijgen de kinderen huiswerk mee, als extra oefenstof en als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs. In groep 6 krijgen de kinderen wekelijks een huiswerkopdracht. In groep 7 gemiddeld tweemaal per week en in groep 8 meerdere keren per week. Soms wordt kinderen ook gevraagd bepaalde stof te leren als voorbereiding voor een toets op school. Op school geven we de kinderen adviezen hoe ze de stof het beste kunnen leren. In uitzonderingsgevallen is het nodig dat kinderen uit andere groepen thuis iets oefenen. Ook als het kind Remedial Teaching krijgt, kan het nodig zijn om huiswerk mee te geven. Dit wordt altijd door de groepsleerkracht met de ouders besproken. Wanneer uw kind problemen heeft met het huiswerk, mag u natuurlijk altijd helpen. Indien u echter geen kans ziet hulp te bieden, adviseren wij contact op te nemen met de leerkracht. Huiswerk geven heeft alleen maar zin, wanneer het huiswerk ook wordt gemaakt en ter bespreking op school wordt ingeleverd. 4.8
Resultaten op deze basisschool
De resultaten op de basisschool kunnen worden bekeken door de Cito-eindtoets basisonderwijs te analyseren. Ook de inspectie beoordeelt de onderwijsresultaten van de basisscholen en concludeerde in februari 2012 dat de kwaliteit van het onderwijs op de O.L.V. van Fatimaschool op de onderzochte onderdelen op orde is. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 38
Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. Op onze website kunt u meer lezen over de bevindingen van de onderwijsinspectie. Ouders willen de kwaliteit van de school graag in cijfers vertaald zien, om verschillende scholen met elkaar te kunnen vergelijken. Bij het vergelijken van resultaten willen we graag enige kritische kanttekeningen maken. Het is niet eenvoudig om tot een eerlijke en totale vergelijking te komen door uitsluitend cijfers met elkaar te vergelijken, want er spelen verschillende factoren een rol. Het is zelfs “gevaarlijk” om alleen naar de cijfers aan het eind van groep 8 te kijken. Je doet een school die hard werkt aan bijv. een kind met weinig mogelijkheden en desondanks heel veel bereikt, nogal tekort. Een school met een lagere score op de Cito-eindtoets hoeft namelijk niet minder goed te zijn dan die school met hogere scores. Integendeel! Er zijn zelfs scholen die lager scoren en toch veel meer met kinderen bereiken. We willen vooral bereiken dat het met het kind sociaal-emotioneel goed gaat en dat het kind goede resultaten behaalt. Als wij het voor elkaar krijgen om een kind dat niet lekker in zijn vel zit, toch met plezier naar school te laten gaan en vervolgens op zijn/haar eigen niveau goed te laten presteren, hebben we voor dat kind veel bereikt! Wat we dan hebben bereikt is niet in cijfers uit te drukken. Het team van de Fatimaschool beschouwt dit als een uitdaging en werkt er hard aan om kinderen gelukkig te laten zijn, met een positief zelfbeeld. Tenslotte willen we een aantal factoren noemen die het moeilijk maken om scholen goed en eerlijk met elkaar te kunnen vergelijken: het niveau van de instroom; met welke aanleg en met welke mogelijkheden komt een vierjarig kind op school? de bevolking van de school; de achtergrond van het kind, de thuissituatie en zijn/haar opvoeding zijn van invloed op de schoolprestaties Er zijn ook zaken die we wél kunnen beïnvloeden, zoals: de kwaliteit van het onderwijs op school; de kwaliteit van de leerkrachten en het management zijn eveneens van invloed op de prestaties van het kind het pedagogisch klimaat op een school; de sfeer op school, de manier waarop iedereen op school met elkaar omgaat, de tijd die wordt besteed aan sociale vaardigheden en de aandacht voor het welbevinden van het kind spelen een belangrijke rol bij de prestaties van het kind. De scores van de landelijke Cito-eindtoetsen geven aan, dat het niveau van onze groepen rond dan wel boven het landelijk gemiddelde ligt. Jaar van afname
Fatimaschool
Landelijk gemiddelde
2013
536
534,7
2012
540,7
535,1
2011
543,1
535,1
2010
540
534,9
2009
539
535,5
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 39
4.9 Bijzondere activiteiten in, om en buiten de school. De volgende (feest)dagen worden in de loop van het schooljaar “gevierd”: Kinderboekenweek Sinterklaas Advent en Kerstmis Carnaval Pasen Groot kunstproject (om het jaar) Fatimafamiliedag (om het jaar); Schoolreisje (om het jaar); Diverse excursies.In de onderbouw sluit een excursie meestal aan op een thema dat behandeld is. In de midden- en bovenbouw zijn de excursies vaak gekoppeld aan een wereldoriëntatie- en/of cultureel onderwerp. Schoolkamp: Groep 8 gaat jaarlijks drie dagen op kamp. Sportactiviteiten: Onder schooltijd worden binnen- en buitensportdagen georganiseerd, waaraan de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 meedoen. Eens per jaar wordt door de sportcommissie IJsselstein een schoolvoetbaltoernooi georganiseerd op de woensdagmiddag (dus buiten schooltijd). Hieraan kunnen de kinderen van groep 4 t/m 8 deelnemen. Avondvierdaagse:De school doet ook jaarlijks mee aan de avondvierdaagse. Kinderen van de groepen 3 t/m 5 lopen dan in principe 5 km. en de kinderen van groep 6 t/m 8 lopen 10 km. per avond, onder begeleiding en onder verantwoording van hun eigen ouders. De ouderraad organiseert de avondvierdaagse. Overblijven; Tussenschoolse Opvang (TSO) Op onze school is er voor de leerlingen de mogelijkheid om tussen de middag over te blijven in verschillende lokalen, zodat zij in alle rust hun lunch kunnen gebruiken. Dit gebeurt onder toezicht van overblijfouders van „TSO Tussendoortje. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het informatieboekje dat elk schooljaar uitgegeven wordt met praktische informatie. Verkeersbrigadiers: Bij onze school is een oversteekplaats waar vóór en ná schooltijd verkeersbrigadiers staan, zodat de kinderen (en ouders) veilig kunnen oversteken. Wilt u als nieuwe ouder verkeersbrigadier worden, dan kunt u zich daarvoor opgeven bij de directeur. Kabouterpad; herfstles voor de kleuters
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 40
5. De leerkrachten Veel leerkrachten bij ons op school werken parttime, maar er zijn ook fulltimers. De laatste groep kan gebruik maken van de regeling Bevordering Arbeids Participatie Ouderen (BAPO). Hiervan maken enkele leerkrachten gebruik. Al met al betekent dit dat de groepen vaak twee groepsleerkrachten hebben. We proberen het zo te organiseren dat de leerkrachten van een groep elkaar vervangen bij bijv. ziekte of verlof. Zo voorkomen we teveel gezichten voor een groep. Dit lukt echter niet altijd. 5.1
Scholing van leraren
De ontwikkelingen in het onderwijs gaan zo snel dat we, net als in elk ander beroep, onszelf moeten bijscholen. Daarom hebben de leerkrachten elk jaar een aantal studiedagen en volgen ze regelmatig nascholingscursussen. 6.
De ouders.
6.1
Het belang van betrokkenheid van ouders.
Wij vinden het erg belangrijk om goede contacten met alle ouders te hebben in het belang van het kind. Als het kind jong is, is dit contact vanzelfsprekender, omdat u meestal uw kind zelf naar school brengt. Ook als uw kind groter is, bestaat er altijd de mogelijkheid om na schooltijd met de leerkracht te praten. Wij hechten hier erg veel waarde aan, omdat wij het belangrijk vinden dat school- en thuissituatie zoveel als mogelijk op elkaar aansluiten.
6.2.
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school.
We willen u op de volgende manieren over het onderwijs op onze school informeren: Eén keer per jaar, aan het begin van het schooljaar, ontvangen de ouders het informatieboekje van onze school. Dit is een bewaarboekje, waarin allerlei praktische informatie staat voor het betreffende schooljaar. Tevens wordt een keer per jaar een ouderkalender uitgegeven, met daarin alle belangrijke zaken die u niet mag vergeten. De „Infatimatief‟ is een nieuwsbrief die wekelijks verschijnt. Hierin staan allerlei praktische rubrieken, met veel wetenswaardigheden, nieuws uit de groepen en andere zaken, die u goed op de hoogte houden van de gebeurtenissen op school; In het begin van het schooljaar is er een groepsinformatieavond en soms halverwege het jaar een thema-avond, een algemene ouderavond voor alle ouders. De kinderen van de groepen 1-2 krijgen 2 keer per jaar (in november en maart) een kleuterverslag. U krijgt dan ook een uitnodiging voor een 10-minutengesprek. Daarnaast is het altijd mogelijk om vaker met elkaar in gesprek te gaan.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 41
Twee keer per jaar krijgen de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 een verslag (rapport) mee naar huis. Dit is eind januari/begin februari en einde schooljaar. Dit verslag bestaat uit twee delen: een deel over de sociaal-emotionele ontwikkeling en een deel over de vorderingen van uw kind. In november worden 10-minutengesprekken gehouden waarbij de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen centraal wordt gesteld. Wij verwachten alle ouders op de 10-minuten-gesprekken in november en n.a.v. het eerste verslag. Bij het tweede verslag aan het einde van het schooljaar kunt u hier ook gebruik van maken. Ook de leerkracht kan, indien hij het nodig vindt, de ouders uitnodigen voor een laatste gesprek. Daarnaast is het altijd mogelijk om vaker in gesprek te gaan met elkaar. In de groepen 1 t/m 4 kunt wordt u in kleine groepjes uitgenodigd om in de loop van het schooljaar een kijkje te nemen in de klas terwijl de leerkracht les geeft. In de groepen 5 t/m 8 bespreekt de leerkracht tijdens de informatieavond of de ouders nog een koffieochtend wensen in de loop van het schooljaar. En tot slot is er deze schoolgids, die op de website staat. Het contact tussen leerkracht en ouders kan op verzoek van elk van beiden ook tussentijds plaatsvinden. 6.3. Ouderactiviteiten. De Fatimaschool is een school, waar het soms bruist van de activiteiten. Zo worden Sinterklaas, Kerst, Pasen en Carnaval uitgebreid gevierd, maar ook groep 8 neemt in stijl afscheid en de klassen hebben het ene jaar de schoolreis en het andere jaren de grootse FatimaFamiliedag. Al deze activiteiten zijn mede mogelijk door de inzet van ouders en verzorgers. De school heeft sinds jaar en dag een ouderraad, waar zo'n 10 ouders lid van zijn. De Ouderraad vergadert één maal per maand samen met een lid van het managementteam en indien wenselijk met een lid van de Medezeggenschapsraad. De vergaderingen zijn openbaar, dus u kunt gerust eens komen kijken. Door zich op te splitsen in commissies en door gebruik te maken van draaiboeken worden onder andere de hierboven genoemde festiviteiten gecoördineerd. Om de acties te bekostigen vraagt de ouderraad jaarlijks om een (vrijwillige) ouderbijdrage. Voor meer informatie verwijzen wij naar het informatieboekje dat per schooljaar wordt uitgegeven. Naast de ouderraad zijn er ook ouders o.a. actief in de luizencommissie, de hand- en spandienst, biebouders, kluscommissie en fotoclub. In elke klas werkt een docent graag samen met een klassenouder/ klassenouders. Zo bestaat ook TSO Tussendoortje voor een deel uit betrokken ouders.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 42
Ook als u als ouder/verzorger niet op vaste tijdstippen uw hulp kunt aanbieden, kunt u meehelpen bij incidentele activiteiten. Via de Infatimatief worden regelmatig oproepen geplaatst voor hulp. Denk bijvoorbeeld aan het assisteren bij een spelletjesmiddag, het meegaan naar voorstellingen van Kunst Centraal, assisteren bij buitenlessen van Natuur en Milie- educatie of het bijstaan van de ouderraad. Ook in de klas van uw kind kunt u af en toe iets betekenen. Om het bijzondere bruisende karakter van de school in stand te houden, zijn we afhankelijk van de deelname van voldoende ouders aan genoemde activiteiten. Als u ervoor kiest om uw kind naar de Fatimaschool te laten gaan dan is het goed om u zich daarvan bewust te zijn. Ieder jaar vraagt de groepsleerkracht één of twee ouders om klassenouder worden. De klassenouder(s) overleggen regelmatig met de groepsleerkracht. Klassenouders zorgen o.a. voor voldoende hulp bij activiteiten, bieden een helpende hand bij een ouderavond, een koffieochtend e.d. Ouders worden zo meer betrokken bij het schoolgebeuren. De afstand tussen ouders en school wordt kleiner en ideeën van ouders kunnen leiden tot goede veranderingen. 6.4 Medezeggenschapsraad (MR) Iedere ouder heeft recht op medezeggenschap binnen de school. U kunt van dit recht gebruik maken als u wilt dat de school rekening houdt met uw wensen en ideeën. De Medezeggenschapsraad (MR) is hiervoor bedoeld. Via de MR heeft u invloed op de organisatie van de school en de inrichting van het onderwijs. De MR kan het schoolbestuur gevraagd en ongevraagd advies geven over alles wat met de school te maken heeft en ook voorstellen doen. Het bestuur heeft bij beslissingen en veranderingen vaak het advies en soms ook de instemming van de MR nodig. De MR is een wettelijk orgaan dat bestaat uit gekozen vertegenwoordiging. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. Elke drie jaar is er een verkiezing en kan U zich verkiesbaar stellen voor de MR. De MR van een basisschool bestaat uit twee geledingen: vertegenwoordigers van de ouders vertegenwoordigers van het (onderwijzend) personeel De MR overlegt met directie en schoolbestuur over zaken als bijvoorbeeld: - de besteding van geld en gebouwen - het vaststellen van vakanties en studiedagen - de manier waarop ouders kunnen meehelpen in het onderwijs en bij andere activiteiten - de inzet van gelden voor de formatie - de groepsbezetting - verbetering in het onderwijs Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 43
De MR heeft twee soorten rechten: - Instemmingsrecht: elke geleding heeft instemmingrecht over zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. Vooral de betrokkenheid van ouders bij het opstellen van het schoolplan en de schoolgids maar ook bv. de organisatie rondom het overblijven tussen de middag, is belangrijk. Via de Medezeggenschapsraad kunt u uw stem laten horen en rechtstreeks invloed uitoefenen. - Adviesrecht: het schoolbestuur en de directie moeten in een aantal gevallen advies vragen over hun plannen met de school. Denk hierbij aan bijvoorbeeld fusieplannen, het aanstellings- en ontslagbeleid van het personeel. Van de Medezeggenschapsraad heeft 1 lid zitting in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), waarin alle scholen van de Stichting Onderwijs Lek en IJssel zijn vertegenwoordigd. De vergaderingen van de MR zijn openbaar; elke drie jaar vinden er verkiezingen plaats. Voor de samenstelling van de MR verwijzen wij u naar het informatieboekje dat jaarlijks wordt uitgegeven. Uitgebreidere informatie over ouderraad en medezeggenschapsraad is te vinden in de gids “De Basisschool, gids voor ouders en verzorgers” (uitgave van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen). Deze gids krijgen nieuwe ouders met kinderen van ongeveer drie jaar oud automatisch toegezonden. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Van de medezeggenschapsraad heeft 1 lid eveneens zitting in de overkoepelende GMR, waarin alle scholen van de Stichting Lek en IJssel zijn vertegenwoordigd. De GMR heeft instemmings- en adviesrecht over die aangelegenheden die voor alle scholen gelden, zoals het bestuursformatieplan. 6.5
Verzekeringen
Het schoolbestuur heeft voor alle leerlingen een schoolongevallenverzekering afgesloten. De verzekering is van kracht tijdens de schooluren (tussen 8.30 - 15.00 uur) en evenementen in schoolverband. Tevens is er een doorlopende reis- en evenementenverzekering afgesloten voor onvoorziene omstandigheden tijdens schoolreisje, kamp of excursie.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 44
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
7.1 Schoolplan; Meerjarenbeleidsplan Met behulp van enquêtes onder ouders, leerlingen en leerkrachten, cito resultaten, onze eigen bevindingen en de aanbevelingen uit het laatste inspectierapport wordt er een nieuw schoolplan opgesteld. De komende twee schooljaren worden gebruikt om de bouwstenen te verzamelen om het schoolplan van 2015-2019 op te stellen. De resultaten van de inspectiebezoeken kunt u lezen op de site van de onderwijsinspectie (www.onderwijsinspectie.nl). Op onze website vindt u het schoolplan 2011-2015 en de uitgewerkte beleidsvoornemens per schooljaar.
7.2
Contacten met externe instanties
De Natuur- en Milieu Educatie (N.M.E.) Regelmatig maken wij gebruik van de Natuur- en Milieu Educatieve dienst van de gemeente IJsselstein. De NME biedt de gelegenheid aan kinderen om nader kennis te maken met allerlei aspecten van de natuur. De kinderen gaan de natuur in en er komen kisten in de school met onderwerpen als vlinders, zintuigen, enzovoort. Ook is er soms een cultureel aanbod van bijv. het stadsmuseum en de kerken) Kunst Centraal Onze school doet mee aan het kunst- en cultuurmenu van Kunst Centraal. Kunst Centraal werkt samen met de contactpersoon voor kunstzinnige vorming, een leerkracht van het team. Het programma dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld, zal zich vooral richten op het bijwonen van voorstellingen, waarbij o.a. aandacht gevraagd wordt voor dans, toneel, muziek, film en poëzie en het cultureel erfgoed. Pedagogische Academie Basis Onderwijs (P.A.B.O). De Pedagogische Academie vraagt jaarlijks stageplaatsen voor studenten. Een aantal leerkrachten voldoet aan deze vraag door een stagiaire voor een bepaalde tijd te begeleiden. Stichting Lek en IJssel is een partnerschap aangegaan met Hogeschool Utrecht. Cals College Er bestaat de mogelijkheid voor 3e jaars leerlingen van het Cals College om een snuffelstage op onze school te hebben. De bibliotheek Diverse groepen gaan naar de bibliotheek om daar kennis te maken met het n lidopzoeksysteem en met verschillende soorten boeken. De Speciale school voor Basis Onderwijs (S.B.O.) De samenwerking met de speciale school voor basisonderwijs bestaat uit het om advies vragen voor kinderen met problemen. Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 45
Samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Zuidwest Utrecht. Het doel van dit verband is om de leerlingen op het basisonderwijs onderwijs op maat te bieden in het kader van Weer Samen Naar School. (zie ook hoofdstuk 4.) Jeugdgezondheidszorg: zie ook het jaarlijkse informatieboekje In groep 2 van de basisschool wordt u samen met uw kind uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) en in groep 7 door de jeugdverpleegkundige. Tijdens het onderzoek bekijken zij de groei van uw kind, bespreken met u de psychosociale aspecten van de ontwikkeling en testen zo nodig het gezichtsvermogen en het gehoor. Meer informatie vindt u in ons jaarlijkse informatieboekje. Ook als uw kind niet in groep 2 of groep 7 zit, kunt u contact opnemen met de GGD. Bijvoorbeeld als u vragen heeft over inentingen, de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind. U kunt de GGD bereiken op: GGD Midden-Nederland ; 033 – 4600046. De GGD biedt ook opvoedingsondersteuning via de e-mail:
[email protected] en de mogelijkheid om te twitteren met de jeugdarts via @deschoolarts Inspectie van het onderwijs Gegevens: Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 Meldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).
Samenwerken
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 46
8.
Leerplichtwet - school - vrijstelling
Kinderen die de leeftijd van vier jaar hebben bereikt, mogen worden ingeschreven als leerling. Omdat kinderen pas op hun vijfde jaar leerplichtig zijn, is het niet verplicht dat zij de school regelmatig bezoeken. Uiteraard dient de school van het niet aanwezig zijn van een leerling op de hoogte te worden gesteld. Kinderen vanaf vijf jaar zijn leerplichtig. De ouders/verzorgers hebben de verplichting hun kind op een school in te laten schrijven (als dat al niet eerder gebeurd is) op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand, waarin een kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Voor kinderen die vijf jaar zijn geldt dat zij gedurende ten hoogste vijf uur per week zijn vrijgesteld van het verplichte schoolbezoek, totdat zij de leeftijd van zes jaar hebben bereikt. De ouders moeten van dit schoolverzuim de directeur op de hoogte stellen. De directeur kan de leerlingen die vijf jaar zijn, nog eens vijf uur extra vrijstelling verlenen op verzoek van de ouders. In totaal kunnen leerlingen van vijf jaar dus maximaal tien uur per week vrijstelling van schoolbezoek krijgen. De mogelijkheid voor vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van het kind te voorkomen. In de leerplichtwet is verder een aantal situaties genoemd op grond waarvan de mogelijkheid tot vrijstelling van de verplichting tot regelmatig schoolbezoek bestaat. Dat kan wanneer: de school is gesloten of de leerling is geschorst; een leerling bij wijze van tuchtmaatregel voor een bepaalde periode de toegang tot de school is ontzegd; de leerling wegens ziekte is verhinderd de school te bezoeken; de leerling wegens het vervullen van religieuze verplichtingen, waarvan de directeur uiterlijk twee dagen van te voren in kennis is gesteld, is verhinderd de school te bezoeken; de leerlingen door andere "gewichtige" omstandigheden is verhinderd de school te bezoeken, mits de directeur toestemming verleent. Daarbij kan gedacht worden aan huwelijk of overlijden van aan- en bloedverwanten, verhuizing, jubilea. Probeert U de vakanties zo te plannen dat deze gelijk vallen met de schoolvakanties. Slechts in zeer "gewichtige" gevallen en verdere onmogelijkheden mag de directeur vrijstelling verlenen. De directeur mag in gewichtige omstandigheden slechts één keer per schooljaar verlof verlenen voor een vakantie buiten de schoolvakanties om en voor ten hoogste tien schooldagen. Dit geldt uitsluitend voor één vakantie per jaar. Dus als u in de zomervakantie nog een keer op vakantie gaat, worden de overige vakanties als luxe vakanties bestempeld en komen daarom niet in aanmerking voor extra vrije dagen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 47
Deze regeling is uitsluitend bestemd voor kinderen van ouders met een beroep dat het onmogelijk maakt binnen de vastgestelde schoolvakanties met vakantie te gaan. De ouder moet dit met een werkgeversverklaring kunnen aantonen. Voor het verlenen van verlof in geval van gewichtige omstandigheden is een aantal richtlijnen opgesteld. Verlof kan worden verleend: Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting of het nakomen van een medische afspraak, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden, voor de duur van de verplichting; Voor verhuizing, ten hoogste één dag; Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste tot en met de derde graad voor een of ten hoogste twee dagen, afhankelijk van het feit of het huwelijk in of buiten de woonplaats van de leerling wordt gesloten; Bij ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad; duur in overleg met de directeur van de school; Bij het overlijden van bloed- of aanverwanten: In de eerste graad: ten hoogste vier dagen; In de tweede graad: ten hoogste twee dagen; In de derde graad: ten hoogste één dag; Bij het 25- en 40-jarig ambtsjubileum en bij het 12 ½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk van het feit of het jubileum in of buiten de woonplaats wordt gehouden; Gezinsuitbreiding: ten hoogste één dag; Overige gewichtige omstandigheden: geldt alleen in zeer bijzondere gevallen, dus niet voor carnaval, wintersport of dergelijke. Dit wordt beoordeeld door de directeur van de school. In voorkomende gevallen dient hierbij een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker te worden overlegd waaruit blijkt dat het verlof noodzakelijk is. Tenslotte zijn er echte uitzonderlijke en aan het individu gebonden omstandigheden. De regering heeft daarbij wel aangegeven dat het in beginsel moet gaan om omstandigheden die buiten de wil en de invloed van de ouders of het kind liggen. Geen redenen voor verlof: familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkopere periode of in verband met een speciale aanbieding het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden een uitnodiging van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte deelname aan sportieve of culturele evenenementen buiten schoolverband als kinderen uit het gezin op een andere school zitten en al vrij hebben.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 48
Religieuze feest en gedenkdagen De leerplichtwet staat toe dat een leerling zijn godsdienstige verplichtingen vervult, maar de ouders moeten dit ruim van tevoren aan de school laten weten. Voorbeelden: Voor Hindoes: het Divali- en het Holifeest Voor Moslims: het Offer- en Suikerfeest Voor Joden: het Joods Nieuwjaar; de Grote Verzoendag; Loofhutten-, Slot-, Paas- en het Wekenfeest. Een verzoek om extra verlof voor meer dan tien schooldagen per schooljaar dient ruim van tevoren, via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de gemeente te worden voorgelegd. Het verlof mag niet meer plaatsvinden in de eerste twee weken van een schooljaar. Verlof dient vooraf schriftelijk bij de directeur te worden aangevraagd. Bij alle leerkrachten zijn hiervoor formulieren beschikbaar. De directeur dient zich hierbij aan de richtlijnen die leerplichtwet stelt te houden. Wij zijn verplicht ongeoorloofd verzuim door te geven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente IJsselstein. Deze leerplichtambtenaar kan aan de ouders een boete opleggen.
Carnaval
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 49
9.
Klachtenregeling primair onderwijs
Voor alle scholen van de Stichting Kath. Onderwijs Lek en IJssel is een klachtenregeling van kracht voor iedereen die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap ( niet alleen leerkrachten, directie en ander personeel, maar ook ouders, leerlingen, vrijwilligers etc. ). De bedoeling van de regeling is te zorgen dat klachten op een zorgvuldige wijze worden behandeld. Dat is in het belang van de rechtstreeks betrokken personen, maar werkt ook door in de schoolgemeenschap als geheel. Een klacht kan gaan over een gedraging, een beslissing of het juist niet nemen van een beslissing door een ander, die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Als er een probleem of geschil is ontstaan, moet natuurlijk in beginsel worden geprobeerd dat op te lossen door rechtstreeks overleg tussen betrokkenen. Soms lukt dit niet of is het probleem/geschil zodanig dat de hulp van een ander daarbij nodig is. De schoolleiding is dan de eerst aangewezene om te bemiddelen. Het kan echter zijn dat de bemiddeling geen oplossing biedt of dat degene die met het probleem zit, de schoolleiding er niet bij wil of durft te betrekken. In zo‟n geval kan hij of zij zich wenden tot de contactpersonen die de school heeft aangesteld: Ingrid Huijten ( teamlid );
[email protected] Marleen Brekelmans;
[email protected] De contactpersoon kan zo nodig verwijzen naar de vertrouwenspersoon, die onder meer zal nagaan of hij door bemiddeling het probleem of geschil kan oplossen. De vertrouwenspersoon van stichting Lek en IJssel is dhr. P. de Groot tel. 06-53820974 of
[email protected] . De vertrouwenspersoon kan zo nodig ook de weg wijzen naar hulpverleners of ( voor aangifte ) naar de politie. De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht ( behalve tegenover politie, bestuur en klachtencommissie ). De vertrouwenspersoon kan ook helpen bij het indienen van een klacht bij de onafhankelijke klachtencommissie. Een klager kan een klacht echter ook zelfstandig indienen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend bij de klachtencommissie. De klachtencommissie hoort de klager en aangeklaagde en kan evt. nadere inlichtingen inwinnen. Zij brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur waarin zij aangeeft of de klacht al of niet gegrond is en welke maatregelen er genomen moeten worden. Het bestuur beslist daarop binnen 4 weken of zij het advies volgt en/of er maatregelen worden genomen
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 50
De Stichting Lek en IJssel is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie van de KBO. Een klacht moet altijd schriftelijk worden ingediend bij de klachtencommissie: Landelijke Klachtencommissie VBS (Vereniging Bijzondere Scholen) Postbus 95572 2509 CN Den Haag
10.
Toelating, schorsing en verwijdering
Voor kinderen die van een andere basisschool komen is er een aparte toelatingsprocedure afgesproken. Allereerst vindt er een intake gesprek plaats met de ouders. Tijdens dit gesprek worden de ouders ook op de hoogte gebracht van de toelatingsprocedure. Vervolgens wordt het onderwijskundig rapport van de school afgewacht. Als dit binnen is wordt er, indien nodig, contact opgenomen met de vorige leerkracht en/of directeur. De dan verkregen informatie kan aanleiding geven om een observatie te houden. Pas dan zal met al de verkregen informatie een beslissing genomen worden ten aanzien van de toelating van het kind op onze school. Het is moeilijk voor te stellen, maar ook in het basisonderwijs kan het voorkomen dat een leerling geschorst, dan wel verwijderd moet worden. Daarvoor is een speciale regeling opgesteld. Er zal sprake zijn van schorsing als het schoolbestuur of de directie onmiddellijk moet optreden bij ernstig wangedrag en tijd nodig heeft om naar een oplossing te zoeken. De schoolleiding kan een leerling schorsen na overleg met de betrokkenen voor een periode van maximaal een week. Het besluit wordt allereerst mondeling meegedeeld en binnen 24 uur schriftelijk bevestigd. De ouders worden, behalve in zeer spoedeisende gevallen, in de gelegenheid gesteld over de voorgenomen schorsing te worden gehoord door de schoolleiding. Tussen het voornemen tot schorsing en de daadwerkelijke schorsing heeft de leerling geen toegang tot de les, maar wel tot de school. De schoolleiding stelt de leerling in staat om te voorkomen dat deze achterstand oploopt, bijv. door het geven van huiswerk. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag, dat het Bestuur concludeert dat de relatie school-leerling (ouders) onherstelbaar is verstoord. Voordat het besluit tot verwijdering wordt genomen, dient het Bestuur de betrokken leerkrachten en de ouders te horen. Het bestuur heeft acht weken tijd om ervoor te zorgen dat in overleg met de ouders een andere school bereid is de leerling op te nemen. Als dat niet lukt, kan het bestuur de leerling verwijderen zonder vervolgonderwijs te garanderen.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 51
Het besluit wordt schriftelijk met opgave van redenen bekend gemaakt aan de ouders, de leerplichtambtenaar en de Inspecteur van het onderwijs. De ouders kunnen binnen zes weken schriftelijk bezwaar indienen bij het bestuur. Dan hoort het bestuur de ouders en neemt binnen vier weken een beslissing die schriftelijk wordt medegedeeld aan de ouders, schoolleiding, Inspecteur en leerplichtambtenaar. Tegen deze laatste beslissing kunnen ouders in beroep gaan bij de Bestuursrechter van de Rechtbank te Utrecht.
11.
Sponsoring
Het beleid met betrekking tot de werving van sponsorgelden is vastgelegd in de nota “Sponsorbeleid”. De beleidsuitgangspunten van deze nota vinden hun basis in het Convenant voor Sponsoring, dat door het Ministerie van Onderwijs en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen is ondertekend. Het bestuur heeft op het gebied van de sponsoring een aantal beleidsuitgangspunten vastgesteld. De randvoorwaarden van het sponsorbeleid zijn: sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt; speciale aandacht is vereist voor sponsoruitingen in lesmateriaal. Uitvoeringsvoorstellen worden getoetst aan de hand van de beleidsuitgangspunten.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 52
We hopen dat u door het lezen van deze schoolgids een goed beeld heeft gekregen van de O.L.V. van Fatimaschool. Natuurlijk zijn we altijd bereid een en ander nader toe te lichten. Als u als nieuwe ouder na het lezen van deze schoolgids geïnteresseerd bent in de school en nog geen intakegesprek en rondleiding heeft gehad, nodigen we u uit om een afspraak te maken met de directeur. Voorts staan we open voor suggesties of opmerkingen die de inhoud van de schoolgids kunnen verbeteren. Ook als u denkt dat de praktijk niet overeenstemt met de inhoud van deze gids, kunt u met uw op- en aanmerkingen altijd terecht bij de directeur.
Schoolgids 2013-2015; O.L.V. van Fatimaschool
Pagina 53