Oktober 2013 MEE West-Brabant
MEE Monitor Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Inhoud 1. Onderzoeksverantwoording 2. Enkele opvallende resultaten 3. Mensen met een beperking aan het werk 4. Mensen met een beperking op zoek naar werk 5. Scholieren en studenten met een beperking 6. Kans op werk 7. Adviezen van respondenten aan gemeenten 8. Tips van respondenten aan lotgenoten Bijlage I. Kenmerken van respondenten uit de regio West-Brabant II. Ondersteuning door MEE
2
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Woord vooraf Dit rapport is bestemd voor gemeenten. Het bevat de resultaten van de tweede MEE-monitor en gaat over mensen met een beperking en (gewenste) werksituatie. De Monitor is een initiatief van een aantal MEEorganisaties, waaronder MEE West-Brabant. De MEEmonitor is bedoeld om gemeenten inzicht te geven in de situatie van mensen met een beperking. Werk is belangrijk voor mensen, is goed voor mensen. De Participatiewet heeft als doel de arbeidsmarkt toegankelijker te maken voor doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zoals voor mensen met een beperking. Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Werkgevers moeten samen met de overheid zorgen voor 125.000 extra banen in 2026 voor mensen met een arbeidshandicap. Mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten vinden vaak moeilijk werk. Met de Participatiewet wil het kabinet hen helpen weer mee te doen in de samenleving. De Participatiewet moet mensen met een arbeids beperking aan het werk helpen. In eerste instantie bij reguliere werkgevers, maar als dit niet lukt in een beschutte werkomgeving. Bij de inwerkingtreding van de Participatiewet komen er straks 35 regionale
Werkbedrijven die de schakel vormen tussen werk gevers en werknemers met een arbeidsbeperking. Als werkgevers in 2015 en 2016 niet 11.000 banen voor arbeidsgehandicapten hebben gerealiseerd, treedt de quotumregeling in werking. Werkgevers zijn dan verplicht om een bepaald percentage arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Het wetsvoorstel voor de Participatiewet is recentelijk goedgekeurd door de ministerraad. De Wajong wordt per 1 januari 2015 beperkt tot mensen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Mensen die nu een Wajong-uitkering krijgen, worden beoordeeld op hun huidige arbeidsvermogen. Blijkt dat zij wel kunnen werken, dan behoren zij tot de doelgroep van de Participatiewet. MEE heeft onderzocht hoe mensen met een beperking staan ten opzichte van werk. Wat zijn hun wensen, wat zijn hun mogelijkheden? Vergroot scholing hun kansen op de arbeidsmarkt? Hoe schatten zij die kansen in? Hebben zij ondersteuning nodig bij het vinden van werk? De antwoorden op deze vragen vindt u in dit MEE- monitor rapport.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
3
1. Onderzoeksverantwoording Het onderzoek
Geen verbijzondering naar de regio
Cliënten van vijf MEE-organisaties, verspreid over Nederland, zijn bevraagd over hun werk- of school situatie. Het betreft cliënten van vijftien jaar of ouder. Er is gebruik gemaakt van een online enquête. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in september 2013 en werd onder regie van de vijf MEE-organisaties uitgevoerd door het adviesbureau Shift Consultants BV. Ongeveer 50% van de respondenten was in staat zelf, of met enige hulp, de vragen te beantwoorden. Voor de andere helft van de respondenten zijn de vragen beantwoord door iemand uit de directe omgeving, meestal een ouder. In totaal hebben 1.613 mensen met een beperking (respondenten) meegedaan aan het onderzoek. Daarvan wonen 413 respondenten in de regio West-Brabant. Hoe deze MEE-cliënten tegenover werk staan hangt af van hun specifieke situatie. De respondenten van deze MEE-monitor zijn daarom onderverdeeld in drie subgroepen: werkenden, werkzoekenden en scholieren/ studenten. Aan iedere subgroep is een aparte vragenlijst voorgelegd die ingaat op de specifieke situatie van de respondenten die in de betreffende subgroep vallen.
Anders dan bij de vorige MEE-monitor (MEE-monitor Zelfredzaamheid en de behoefte aan begeleiding bij mensen met een beperking; november 2012), is het beeld per respondentengroep (werkenden, werkzoekenden, scholieren/studenten) niet verbijzonderd naar de regio West-Brabant. Dit heeft twee redenen. Allereerst is het aantal respondenten per subgroep te beperkt om verantwoorde uitspraken te doen. Daarnaast blijken er geen significante verschillen te zijn tussen het regionale beeld en de gemiddelde uitkomsten over alle deel nemende regio’s. Verschillen lijken veelal te verklaren uit de samenstelling van de steekproef/het cliënten bestand van de betreffende MEE-organisatie.
De opbouw van dit rapport Het rapport begint met een overzicht van enkele opvallende resultaten van deze MEE-monitor (hoofdstuk 2). Daarna volgen drie hoofdstukken waarin een beschrijving wordt gegeven van de drie subgroepen in dit onderzoek: Werkenden (betaald en onbetaald) Werkzoekenden Scholieren/studenten
De gemeenten in de regio West-Brabant In hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe de drie verschillende subgroepen hun kansen op de arbeidsmarkt ervaren en wat zij vinden van de aansluiting tussen hun opleiding en werk.
Drimmelen
Moerdijk
Steenbergen Halderberge
Breda Etten-Leur Gilze Rijen
Bergen op Zoom
Roosendaal
Rucphen
Alphen Chaam Zundert
Baarle Nassau Woensdrecht
4
MEE Monitor
De laatste twee hoofdstukken bevatten de adviezen die respondenten geven aan gemeenten op het gebied van werk en hun tips aan anderen mensen met een beperking die werken of werk zoeken. In de bijlagen wordt een overzicht gegeven van de algemene kenmerken van de respondenten uit de regio West-Brabant en van de specifieke ondersteuning die de diverse MEE-organisaties aan de respondenten bieden of hebben geboden.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
2. Enkele opvallende resultaten Werk is belangrijk Voor circa 90% van de respondenten is werken erg belangrijk. Kunnen werken en werk hebben zijn van grote invloed op hun gevoel van eigenwaarde en op de kwaliteit van leven. Ervan uitgaande dat de responden ten representatief zijn voor een deel van de groep mensen met een beperking, richt de Participatiewet zich dus op een zeer gemotiveerde doelgroep die heel graag wil werken.
Vrijwilligerswerk als opstap naar betaald werk Het vinden van betaald werk lijkt voor velen best lastig. Het doen van vrijwilligerswerk wordt gezien als nuttige bezigheid maar ook als een goede opstap naar betaald werk. Het geeft werkervaring en een netwerk van waaruit de kans op een betaalde baan groter lijkt.
Een groep met veel werkervaring 74% van de subgroep werkenden werkt meer dan 3 jaar. 67% van hen heeft in meer dan één baan werkervaring opgedaan. Ook de groep werkzoekenden blijkt verrassend veel werkervaring te hebben. 73% heeft meer dan 3 jaar werkervaring, meestal opgedaan in meer dan één baan.
Vaker een flexibele arbeidsrelatie De groep werkenden heeft, in vergelijking met de Nederlandse beroepsbevolking, aanzienlijk minder vaak een vast dienstverband en veel vaker een flexibele arbeidsrelatie.
Sociale contacten en inhoud van werk zijn belangrijkste aspecten De contacten met collega’s, de omgang met de leiding gevende en de inhoud van het werk zijn voor alle subgroepen de meest belangrijke aspecten van werk. Deze aspecten worden veelal belangrijker geacht dan de financiële aspecten (loon/salaris).
(Enige) aanpassing van de werksituatie noodzakelijk Voor zo’n 80% van de respondenten moet de werksituatie (enigszins) aangepast zijn aan hun beperking. Vooral het aanpassen van het werktempo lijkt in veel gevallen noodzakelijk te zijn. Één derde van de respondenten zegt dat voor hen aanpassing van het werktempo nodig is.
Extra ondersteuning nodig om te kunnen werken De meerderheid van de respondenten heeft extra ondersteuning nodig om te kunnen werken. In de praktijk lijkt deze ondersteuning vooral gegeven te worden door de direct leidinggevende.
Inschatting kansen op de arbeidsmarkt weinig positief Gemiddeld vindt slechts 16% van de respondenten dat er voldoende kansen zijn op betaald werk. De subgroep werkzoekenden is het meest negatief. Slechts 9% van de werkzoekenden vindt dat er voldoende kansen zijn op betaald werk. Van de scholieren/studenten denkt 19% dat er voldoende kansen zijn op betaald werk.
Aansluiting opleiding – werk kan beter Minder dan de helft van de werkenden en de werkzoekenden vindt dat hun opleiding goed aansluit op de werkzaamheden die zij momenteel verrichten of zouden willen verrichten. Zo’n 40% van de werkenden en werkzoekenden vindt dat hetgeen ze op school geleerd hebben goed van pas komt of zal komen in het werk. De scholieren/studenten zijn daarmee vergeleken opvallend optimistisch.
Ondersteuning bij het zoeken naar werk gewenst De grote meerderheid van de respondenten zegt ondersteuning nodig te hebben bij het zoeken naar voor hen geschikte werkzaamheden. Deze ondersteuning is vooral gewenst omdat de arbeidsmarkt voor hen erg onoverzichtelijk is.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
5
3. Mensen met een beperking aan het werk Algemene kenmerken In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten beschreven die betrekking hebben op de respondenten die aan hebben gegeven te werken. Zij zijn werkzaam in een betaalde baan bij een bedrijf/ instelling of werkzaam in een betaalde functie bij de sociale werkvoor ziening (=SWV). De respondenten die in dit rapport tot de subgroep werkenden gerekend worden kunnen echter ook werkzaam zijn in een onbetaalde baan als vrijwilliger of onbetaalde werkzaamheden verrichten op een dagbestedingcentrum. De subgroep werkenden bestaat uit 949 respondenten. Dit is circa 60% van het totaal aantal respondenten aan deze MEE-monitor. Van de 949 werkenden heeft 61% betaald werk en 39% onbetaald werk.
Werken bij dagbestedingscentrum (onbetaald) 23%
Werken bij bedrijf of instelling (betaald) 37%
Vrijwilliger (onbetaald) 16%
Werken bij sociale werkvoorziening (betaald) 24%
Figuur 3.1 Verdeling subgroep werkenden
Leeftijd, beperking en hoogst genoten opleiding De onderstaande tabellen laten de leeftijdsverdeling zien, geven een beeld van de beperkingen die de werkende respondenten hebben (soms meerdere beperkingen per respondent) en tonen de hoogst genoten opleiding.
6
Leeftijd (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
15-22 jaar 23-25 jaar 30-49 jaar 50-64 jaar Totaal
26% 22% 34% 18% 100%
MEE Monitor
SWV
Onbetaald werkend Vrijwilliger
Dagbesteding
16% 16% 47% 21% 100%
14% 18% 39% 29% 100%
47% 20% 22% 10% 100%
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Beperking (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Onbetaald werkend Dagbesteding Vrijwilliger
Lichamelijke beperking Moeilijk lerend Licht verstandelijke beperking Verstandelijke beperking Zintuiglijke beperking Chronisch ziek Psychiatrische stoornis Niet aangeboren hersenletsel ADHD Autisme
20% 18% 16% 6% 3% 13% 10% 6% 7% 38%
22% 21% 36% 15% 6% 14% 10% 11% 4% 22%
34% 9% 9% 4% 3% 28% 10% 18% 7% 33%
Hoogst genoten opleiding (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Onbetaald werkend Dagbesteding Vrijwilliger
Geen opleiding Basis onderwijs Praktijkschool Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO of MBO 1 of 2 Specifieke opleiding MBO 3 of 4 HAVO of VWO HBO of WO Totaal
0% 4% 8% 15% 32% 3% 21% 4% 14% 100%
20% 8% 21% 23% 26% 7% 10% 1% 3% 100%
1% 4% 6% 12% 22% 1% 18% 13% 23% 100%
MEE Monitor
23% 13% 17% 40% 5% 8% 8% 10% 8% 38%
4% 10% 9% 34% 17% 15% 1% 2% 7% 100%
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
7
De werkervaring Iemands werkervaring bestaat uit het aantal jaren dat hij/zij gewerkt heeft en het aantal verschillende banen in die jaren. Over het algemeen kunnen we stellen dat de groep werkenden een ruime werkervaring heeft: 74% werkt al meer dan 3 jaar, 67% heeft in meer dan 1 baan werkervaring opgedaan.
8
Aantal jaren werkervaring (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Onbetaald werkend Dagbesteding Vrijwilliger
Minder dan ½ jaar ½ t/m 2 jaar 3 t/m 5 jaar 6 t/m 10 jaar Meer dan 10 jaar Totaal
4% 16% 19% 15% 47% 100%
1% 14% 9% 16% 60% 100%
7% 11% 15% 13% 53% 100%
Aantal banen waarin werkervaring is opgedaan (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Vrijwilliger
Dagbesteding
1 baan 2 tot 5 banen 6 tot 10 banen Meer dan 10 banen Totaal
26% 54% 14% 6% 100%
40% 40% 12% 8% 100%
14% 57% 15% 15% 100%
52% 44% 5% 1% 100%
MEE Monitor
31% 22% 20% 7% 20% 100%
Onbetaald werkend
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De huidige baan Aan de 949 werkenden is gevraagd in wat voor functie zij werkzaam zijn. Mensen met een beperking blijken in uiteenlopende functies aan het werk te zijn. De meest voorkomende functies zijn logistieke functies. Deze worden vooral verricht binnen de sociale werkvoorziening. De meest voorkomende betaalde functies bij reguliere bedrijven en instellingen zijn functies bij winkels en supermarkten, logistieke functies, administratieve functies en technische functies. Vrijwilligers lijken vooral werkzaam te zijn als activiteitenbegeleider, in de verzorging/verpleging en/of administratie. De ruime meerderheid (85%) van de werkenden is werkzaam in 1 functie, 12% heeft 2 functies en 3% heeft 3 of 4 functies. Vooral degenen die vrijwilligerswerk doen hebben meerdere functies.
Magazijn, productie of inpak Algemeen/ondersteunend Agrarisch (tuin, kwekerij, dier) Horeca, catering, keuken, bediening Administratie of receptionist Technisch Winkel/supermarkt Schoonmaak Verpleging/verzorging Organiseren en begeleiden van ICT Onderwijs Chauffeur/transport Post Commercieel Bedrijf/instelling SWV Vrijwilliger Dagbesteding
Financieel Bouw Beveiliging Callcenter 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
Figuur 3.2 Huidige functie
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
9
De omvang van de huidige baan In totaal werkt 12% van de Nederlandse beroeps bevolking in een kleine baan. Volgens de definitie van het CBS wordt iemand met een baan van minder dan 12 uur per week niet gerekend tot de werkende beroepsbevolking. Wil deze persoon wel meer dan 12 uur per week werken, dan rekent het CBS hem of haar tot de werkloze beroepsbevolking, wil deze persoon minder dan 12 uur werken, dan wordt hij of zij niet gerekend tot de beroepsbevolking. De onderstaande tabel laat zien hoeveel uren per week de werkenden in de MEE-monitor aan het werk zijn. Aantal uren per week (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Onbetaald werkend Vrijwilliger Dagbesteding
minder dan 12 uur 13 tot 20 uur 21 tot 36 uur meer dan 36 uur Totaal
10% 21% 39% 30% 100%
3% 22% 55% 20% 100%
77% 15% 6% 3% 100%
Ruim een kwart van de werkenden werkt minder dan 12 uur per week. Vooral de groep vrijwilligers is minder dan 12 uur per week werkzaam. Het percentage werkenden dat een betaalde baan van minder dan 12 uur per week heeft bij een bedrijf of instelling is vergelijkbaar met de 12% van de Nederlandse beroepsbevolking. Niet iedereen is tevreden over het aantal uren dat hij/zij werkzaam is. Vooral degenen die nu minder dan 12 uur per week werken zouden liever meer willen werken. Degenen die werkzaamheden verrichten op een dagbestedingcentrum zijn over het algemeen tevreden over het aantal uren dat zij per week werken.
10
MEE Monitor
39% 17% 42% 3% 100%
De arbeidsrelatie Het aantal mensen met een vast dienstverband loopt terug in Nederland. Op dit moment werkt volgens het CBS circa 80% van de werknemers in een vast dienstverband en 20% van de Nederlandse werknemers heeft een flexibele arbeidsrelatie. In vergelijking met de totale werkzame beroepsbevolking in Nederland, wijkt de aard van het dienstverband van de werkenden in deze MEE-monitor sterk af. Het aandeel vaste dienstverbanden is aanzienlijk lager en het aandeel flexibele arbeidsrelaties veel hoger. Werknemers met een flexibele arbeidsrelatie zijn personen met een arbeidsovereenkomst van beperkte duur en personen die niet voor een vast overeengekomen aantal uren in dienst zijn.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
70%
69%
67%
49%
34% 24%
5% 5%
2%
0%
2% 2%
Werkend bij bedrijf/instelling
24%
1% 0% 1% 1% 0% 0%
3% 2%
Werkend bij SWV
0% 1%
3%
Vrijwilliger
22%
5% 1%
0% 1% 0% 1%
0%
Werkend bij dagbesteding
Vaste diens/heb een contract voor onbepaalde tijd Uitzendkracht Vrijwillegersovereenkomst Zelfstandig ondernemer Tijdelijke dienst/heb een contract voor bepaalde tijd Oproepkracht/invalkracht/heb een nulurencontract Dagbestedingsplaats Geen contract Figuur 3.3 Arbeidsrelatie
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
11
Het vinden van werk Bij het vinden van werk lijkt ondersteuning essentieel. Het merendeel van de werkenden heeft werk gevonden met hulp van anderen. Eigen netwerken zijn een belangrijk kanaal om aan werk te komen. 1 op de 5 werkenden heeft werk gevonden dankzij de ondersteuning van het eigen netwerk. Vindkanalen (n = 949, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Vrijwilliger
Dagbesteding
Via begeleiding Via specifieke organisatie Via social media zoals Facebook, LinkedIn Via de gemeente Via MEE Via eerder werk Via UWV Werkbedrijf/Werkplein/Werk.nl Via een uitzendbureau of werving&selectiebureau Via een vacaturesite of websites van bedrijven Via een advertentie in de krant of huis-aan-huis blad Via een re-integratiebureau of jobcoachbureau Via school of via een stageplaats Door zelf het bedrijf te benaderen (open sollicitatie) Via familie, vrienden of bekenden
0% 1% 2% 2% 2% 2% 7% 8% 9% 9% 13% 15% 20% 23%
4% 9% 0% 11% 11% 0% 25% 1% 0% 1% 7% 28% 5% 13%
5% 9% 1% 4% 4% 2% 1% 1% 4% 4% 8% 5% 22% 27%
4% 14% 0% 16% 17% 2% 2% 0% 0% 1% 4% 29% 7% 18%
12
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Onbetaald werkend
Belangrijke aspecten in werk “Werk is belangrijk voor me” zegt 89% van de 949 werkenden. Aan alle werkenden is gevraagd hoe belangrijk ze de diverse aspecten van werk vinden. Vervolgens is gevraagd hoe tevreden zij zijn over deze specifieke aspecten in hun huidige werk. De onderstaande figuuren geven daarvan de resultaten weer.
93%
Een vaste baan/contract voor onbepaalde tijd
72% 93%
De omgang met de leidinggevende
77% 92%
De inhoud van het werk
68% 92%
De contacten met collega’s/de werksfeer
76% 91%
Het aantal werkuren per week
77% 90%
De balans tussen werk en privéleven
76% 88%
De werkdruk/het werktempo
66% 87% 86%
Werktijden
86%
De werkomgeving (hoe ziet de werkplek eruit)
73% 86%
De beloning/het salaris
58% 82% 82%
De reisafstand
82%
De mogelijkheden om ervaring op te doen/iets te leren
59% Belangrijk Tevreden
Figuur 3.4 Belang en tevredenheid werkaspecten van werkenden met een betaalde baan
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
13
Degenen die betaald werk verrichten bij een bedrijf/instelling of bij de sociale werkvoorziening, vinden vooral een vaste baan, de omgang met de leidinggevende, de inhoud van het werk en de contacten met de collega’s belangrijk. Het meest tevreden zijn deze betaald werkenden over de werktijden, de reisafstand, het aantal uren per week en de omgang met de leidinggevende. Relatief het minst tevreden is men over de beloning/het salaris en de mogelijkheden om ervaring op te doen/iets te leren. Opvallend is de relatief lage tevredenheid over de relatief belangrijkste aspecten inhoud van het werk en werkdruk.
De werkenden die onbetaalde werkzaamheden verrichten, vinden de contacten met collega’s, de inhoud van hun werk en de omgang met de leidinggevende het meest belangrijk. Opvallend laag scoren de aspecten beloning/salaris en een vaste baan. Het meest tevreden zijn de onbetaald werkenden over de werktijden, de contacten met de collega’s en de omgang met de leidinggevende. Opvallend is de lage tevredenheid op de aspecten beloning/salaris en vaste baan. Dit komt deels omdat een relatief groot aantal onbetaald werkenden deze aspecten niet zo belangrijk vindt en er daarom noch tevreden noch ontevreden over is.
87%
De contacten met collega’s/de werksfeer
78% 87%
De inhoud van het werk
73% 85%
De omgang met de leidinggevende
77% 83%
De werkdruk/het werktempo
73% 82%
Het aantal werkuren per week
71% 81% 80%
Werktijden
80% 76%
De reisafstand
77%
De balans tussen werk en privéleven
70% 76% 77%
De werkomgeving (hoe ziet de werkplek eruit)
76%
De mogelijkheden om ervaring op te doen/iets te leren
69% 47% 46%
Een vaste baan/contract voor onbepaalde tijd 38% 35%
De beloning/het salaris
Belangrijk
Tevreden
Figuur 3.5 Belang en tevredenheid van werkaspecten van werkenden met een onbetaalde baan 14
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De noodzakelijke aanpassingen Het is niet vanzelfsprekend dat mensen met een beperking passen in een reguliere werksituatie. Daarom is aan de werkenden gevraagd of het werk dat zij doen is aangepast aan hun mogelijkheden en of zij ondersteuning nodig hebben om te kunnen werken.
Werktijden zijn aangepast 60%
40%
Het vervoer naar en van het werk is voor mij geregeld
20%
De inhoud van het werk is aangepast
0%
Werkplek is aangepast
Het werktempo is aangepast
Figuur 3.6 Noodzakelijke aanpassingen voor werkenden
Zeker gezien het doel van de Participatiewet om mensen met een beperking aan werk te helpen, is het opvallend dat 80% van de werkenden zegt aanpassingen nodig te hebben. Het werktempo blijkt voor bijna één derde van de respondenten een probleem. Ze hebben naar eigen zeggen “gewoon meer tijd nodig om iets te doen”. Dit geldt met name voor mensen werkzaam bij dagbesteding en sociale werkvoorziening.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
15
De benodigde ondersteuning Mensen met een beperking hebben soms extra ondersteuning nodig om te kunnen werken. De onderstaande tabel geeft een beeld van de ondersteuning die de werkenden zeggen nodig te hebben. Benodigde ondersteuning (n = 949, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Vrijwilliger
Dagbesteding
Doorlopend gedetailleerde werkinstructies Ondersteuning bij het nakomen van werkafspraken zoals op tijd komen, ziekmelden, verlof vragen Ondersteuning in de samenwerken met collega’s Hulp bij het omgaan met werkdruk Anders Geen ondersteuning nodig
20% 6%
43% 18%
18% 4%
65% 35%
11% 13% 15% 46%
25% 20% 7% 26%
11% 15% 8% 51%
42% 38% 14% 6%
Circa twee derde van de werkenden heeft naar eigen zeggen extra ondersteuning nodig om te kunnen werken met hun beperking. Dit is een belangrijk signaal aan de Werkbedrijven die straks in het kader van de Participatiewet mensen met een beperking aan het werk moeten helpen. Zoals verwacht hebben vooral de mensen bij de sociale werkvoorziening en bij de dagbestedingcentra extra ondersteuning nodig. Maar ook de helft van degenen die betaald werk verrichten bij een bedrijf/instelling en de helft van de vrijwilligers zegt extra ondersteuning nodig te hebben om te kunnen werken. De werkenden in een betaalde baan bij een bedrijf of instelling noemen veelal een jobcoach als benodigde ondersteuning. Bij ruim 50% van de werkenden geeft de leidinggevende de benodigde extra ondersteuning. 15% zegt extra ondersteuning te krijgen van collega’s. Bij een kwart van de respondenten spelen ouders, familieleden of vrienden (ook nog) een ondersteunende rol. 80% van de respondenten is tevreden over de extra ondersteuning die zij krijgen. Slechts 7% is helemaal niet tevreden.
16
MEE Monitor
Onbetaald werkend
Het bovenstaande laat zien hoe belangrijk de leidinggevende en in mindere mate de collega’s zijn voor mensen met een beperking die werken. Om hen effectief te kunnen ondersteunen, zal vooral de leidinggevende extra tijd moeten hebben en goed op de hoogte moeten zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de betreffende personen. Dit vergt aanvullende competenties van leidinggevenden. Wat gaan de werkenden uit de MEE-monitor doen als zij door bezuinigingen geen extra ondersteuning meer kunnen krijgen? Bijna de helft van respondenten die nu extra ondersteuning ontvangen weet dan niet wat te doen. Één op de vijf respondenten die extra ondersteuning nodig hebben, zal dan extra hulp vragen aan ouders familieleden of vrienden. Ongeveer één op de tien respondenten hoopt dan ondersteuning te krijgen van vrijwilligers.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De verwachtingen over de eigen werksituatie Hoe zien de werkenden hun situatie in de nabije toekomst? De onderstaande tabel geeft een beeld. Verwachting werksituatie over een half jaar (n = 949)
Betaald werkend Bedrijf/instelling
SWV
Onbetaald werkend Vrijwilliger Dagbesteding
Werkt dan nog bij hetzelfde bedrijf Werkt dan ergens anders Werkt dan niet meer Gaat dan weer naar school/volgt een opleiding Anders Weet niet Totaal
62% 3% 6% 1% 10% 17% 100%
74% 4% 0% 1% 4% 17% 100%
40% 11% 1% 0% 18% 31% 100%
53% 5% 2% 2% 17% 21% 100%
De meest werkenden verwachten over een half jaar nog bij hetzelfde bedrijf te werken. Ondanks de zorgelijke berichten over de toekomst van de sociale werkvoorziening, denkt drie kwart van de respondenten die werken bij de SWV daar over een half jaar nog steeds te werken. Toch is er ook veel onzekerheid onder de werkenden. Bijna één op de vijf weet niet wat de nabije toekomst brengen zal. De groep vrijwilligers is het meest onzeker.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
17
4. Mensen met een beperking op zoek naar werk Algemene kenmerken Dit hoofdstuk beschrijft de subgroep respondenten die op dit moment geen werk hebben, maar daar wel naar op zoek zijn. Wij noemen hen de werkzoekenden. Deze groep werkzoekenden bestaat uit 247 respondenten Dit is 15% van het totale aantal respondenten van deze MEE-monitor.
18
MEE Monitor
Leeftijd (n = 247)
% werkzoekenden
15 – 22 jaar 23 – 29 jaar 30 – 49 jaar 50 – 64 jaar
34% 20% 29% 17%
Beperking (n = 247)
% werkzoekenden
Lichamelijke beperking Moeilijk lerend Licht verstandelijke beperking Verstandelijke beperking Zintuiglijke beperking Chronisch ziek Psychiatrische stoornis Niet aangeboren hersenletsel ADHD Autisme
19% 20% 19% 7% 3% 17% 16% 6% 10% 43%
Hoogst genoten opleiding (n = 247)
% werkzoekenden
Basis onderwijs Praktijkschool Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO of MBO 1 of 2 MBO 3 of 4 HAVO of VWO HBO of WO
6% 8% 11% 35% 15% 5% 14%
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De werkervaring
Het werk dat men zoekt
De werkzoekenden blijken al verrassend veel werkervaring te hebben. Slechts 5% van de 247 werkzoekenden zegt nog nooit gewerkt te hebben. 23% heeft maximaal 2 jaar werkervaring. 43% heeft 3 tot 10 jaar werkervaring en bijna 30% zegt al meer dan 10 jaar werkervaring te hebben. De ervaring is in 62% opgedaan in 2 tot 5 banen. Bijna 20% van de werkzoekenden met werkervaring zegt meer dan 6 banen gehad te hebben.
De werkzoekenden zijn geïnteresseerd in een breed spectrum aan functies, zo blijkt uit de figuur 4.1. Meest gezochte functies zijn logistieke- en administratieve functies. Daarnaast worden door de werkzoekenden ook hele specifieke functies genoemd zoals matroos, podiumbouwer en acteur. Meerdere respondenten geven aan dat ze met name werk zoeken dat gedaan kan worden in combinatie met hun beperking. 35% van de werkzoekenden wil tussen de 5 en 20 uur per week werken. 60% zoekt een baan van meer dan 20 uur per week.
Anders*
34%
Magazijn, productie of inpak
23%
Administratie of receptionist/telefonist
20%
Winkel/supermarkt
17%
Organiseren en begeleiden van activiteiten
15%
Horeca, catering, keuken, bediening Technisch
14% 13%
Schoonmaak
11%
Chaffeur
11%
Verpleging/verzorging
11%
Commerciëel Bouw ICT
11% 9% 8%
Onderwijs
4%
Beveiliging
4%
Callcenter
4%
Financiëel
4%
Figuur 4.1 Gezochte functie * specifieke functie of weet niet precies of is afhankelijk van mogelijkheden die er zijn op de arbeidsmarkt in combinatie met beperking
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
19
Hoe zoekt men naar een baan? Aan de werkzoekenden is gevraagd welke kanalen zij gebruiken bij hun zoektocht naar een baan.
49%
UWV Werkbedrijf/Werkplein/Werk.nl Familie, vrienden of bekenden
45%
Vacaturesite of websites van bedrijven
40%
Open sollicitatie
36%
Re-integratiebureau of jobcoachbureau
31%
Advertentie
26%
Uitzendbureau of werving&selectiebureau
25%
MEE Gemeente/stadsdeel Social media zoals Facebook, Linkedin School of stage
23% 11% 10% 6%
Figuur 4.2 Zoekkanalen werkzoekenden
Gemiddeld gebruiken de werkzoekenden meer dan 3 kanalen bij hun zoektocht. Opvallend is dat het UWV voor werkzoekenden een belangrijk kanaal is voor het vinden van werk. Bijna 50% probeert via het UWV werk te vinden. Kijken we naar de kanalen waarlangs werkenden hun baan gevonden hebben (hoofdstuk werkenden), dan zien we dat slechts een beperkt aantal werkenden (9%) daadwerkelijk via het UWV aan een baan is gekomen. Net als bij de werkenden, speelt ook voor werkzoekenden het eigen netwerk een belangrijke rol. 45% van de werkzoekenden zegt bij het zoeken naar werk gebruik te maken van familie, vrienden of bekenden. Meer dan de helft van de werkzoekenden zegt te weinig ondersteuning te krijgen bij het zoekproces. Het andere deel ervaart voldoende ondersteuning of heeft, naar eigen zeggen, geen ondersteuning nodig bij het zoeken naar werk.
20
MEE Monitor
Als vanwege de bezuinigingen de ondersteuning bij het zoeken naar werk stopt, weet de helft van de werkzoekenden, die nu ondersteuning krijgt, niet wat te doen. 17% gaat in dat geval extra hulp vragen aan het sociale netwerk. 16% vraagt ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties.
Belangrijke werkaspecten
“Werk is belangrijk voor me”
zegt 86% van de 247 werkzoekenden. Aan de werkzoekenden is gevraagd hoe belangrijk ze de diverse aspecten van werk vinden. De belangrijkste aspecten die ze noemen zijn: de omgang met de leidinggevende, de contacten met collega’s en de inhoud van het werk. De werkzoekenden noemen dezelfde belangrijke aspecten als de werkenden. Salaris scoort relatief het laagst, 65% van de werkzoekenden vindt dit belangrijk. Het lijkt erop dat het kunnen werken voor mensen met een beperking en het sociale aspect van werken belangrijker zijn dan het financiële aspect.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De benodigde aanpassingen
De benodigde ondersteuning
Ook voor de werkzoekenden is het niet vanzelfsprekend dat zij passen in een reguliere werksituatie. Hen is gevraagd aan te geven of het werk dat zij zoeken, aangepast moet worden aan hun mogelijkheden.
Ook de werkzoekenden hebben vaak extra onder steuning nodig als zij gaan werken.
Benodigde aanpassing (n = 247, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Noodzakelijk voor
Benodigde aanpassing (n = 247, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Noodzakelijk voor
Werkplek aangepast Werktijden aangepast Vervoer geregeld Werkinhoud aangepast Werktempo aangepast Geen aanpassingen nodig
22% 27% 19% 35% 53% 12%
Doorlopend gedetailleerde werkinstructies Begeleiding bij het nakomen van werkafspraken zoals op tijd komen, ziekmelden, verlof vragen Begeleiding in de samenwerking met collega’s Hulp bij het omgaan met werkdruk Geen begeleiding nodig
32%
Bijna 80% van de werkzoekenden heeft een aangepaste werksituatie nodig. Vooral het werktempo moet worden aangepast zeggen de werkzoekenden.
21%
27% 48% 23%
Circa driekwart van de werkzoekenden denkt bij het werken extra ondersteuning nodig te hebben. Hulp bij het omgaan met de werkdruk wordt het meest genoemd. Dit sluit aan bij de verwachting van veel respondenten dat het werktempo moet worden aangepast aan hun mogelijkheden.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
21
5. Over scholieren en studenten Algemene kenmerken
Huidige opleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we de subgroep scholieren en studenten. Dat zijn respondenten van 15 jaar en ouder die op dit moment een opleiding volgen. Hun belangrijkste dagelijkse activiteit is hun studie. Daarnaast kunnen zij nog wel een bijbaantje hebben. De groep scholieren/studenten in deze MEE-monitor bestaat uit 417 respondenten. Dit is 26% van het totaal aantal respondenten van de MEE-monitor.
Er is een grote diversiteit aan opleidingen die door de scholieren en studenten in dit onderzoek gevolgd wordt.
Leeftijd (n = 247)
% scholieren/ studenten
Huidige opleiding (n = 247)
% scholieren/ studenten
15 – 22 jaar 23 – 29 jaar 30 – 49 jaar 50 – 64 jaar
92% 6% 2% 0%
Beperking (n = 247)
% scholieren/ studenten
Basis onderwijs Praktijkschool Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO of MBO 1 of 2 MBO 3 of 4 HAVO of VWO HBO of WO Anders
3% 13% 26% 26% 12% 9% 7% 4%
Lichamelijke beperking Moeilijk lerend Licht verstandelijke beperking Verstandelijke beperking Zintuiglijke beperking Chronisch ziek Psychiatrische stoornis Niet aangeboren hersenletsel ADHD Autisme
19% 20% 19% 7% 3% 17% 16% 6% 10% 43%
22
MEE Monitor
De helft van de scholieren/studenten is tevreden over de school/opleiding en de ondersteuning die zij daarvan ontvangen. Slechts 5% is ontevreden. 18% wil graag extra hulp bij hun voorbereiding op hun werkzame leven en zegt die niet te ontvangen.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Gewenste functie Op de vraag naar welke functie de scholieren/studenten straks op zoek gaan, komen uiteenlopende antwoorden. Dit is uiteraard inherent aan de diversiteit aan opleidingen die gevolgd wordt door de scholieren en studenten. Een aantal respondenten noemt een specifieke functie. Een groot aantal scholieren en studenten zegt dat zij het moeilijk vinden op deze vraag antwoord te geven omdat dit afhankelijk is van hun mogelijkheden. Daarvan hebben zij nog niet altijd een goed beeld.
Anders*
45%
Horeca, catering
16%
ICT
12%
Technisch werk
11%
Verpleging, verzorging
8%
Werk in een winkel
7%
Magazijnwerk, productiewerk, inpakwerk
7%
Administratief medewerker, receptionist, telefonist
7%
Organiseren en begeleiden van activiteiten
5%
Commerciëel werk
4%
Financiële dienstverlening
3%
Werk in de bouw
3%
Schoonmaak
1%
Beveiliging
1%
Figuur 5.1 Gewenste functie * specifieke functie in richting van studie of nog geen goed beeld van mogelijkheden op de arbeidsmarkt
Bijna de helft van de scholieren/studenten weet nog niet hoeveel uren ze straks willen gaan werken. Het merendeel (47%) denkt wel aan een baan van meer dan 20 uur per week. 7% wil tussen de 5 en 20 uur per week werken.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
23
Hoe gaan scholieren/studenten straks naar een baan zoeken? De meeste scholieren/studenten hebben al nagedacht over de kanalen die zij gaan gebruiken om op zoek te gaan naar werk (figuur 5.2).
72%
School of stage Familie, vrienden of bekenden
37%
Vacaturesite of websites van bedrijven
35%
Open sollicitatie
35%
UWV Werkbedrijf/Werkplein/Werk.nl
32%
MEE
26%
Advertentie
23%
Uitzendbureau of werving&selectiebureau
18%
Re-integratiebureau of jobcoachbureau Nog onbekend Social media zoals Facebook, Linkedin Gemeente/stadsdeel
14% 13% 12% 8%
Figuur 5.2 Zoekkanalen voor werk
Gemiddeld denken de scholieren/studenten meer dan 3 kanalen te gaan gebruiken bij hun zoektocht naar een baan. Opvallend is dat 72% de school of stageplaats noemt als mogelijkheid om aan een baan te komen. Daarmee hebben de scholieren/studenten hoge verwachtingen van hun school/stage adres. Het is de vraag of scholen en organisaties die stageplaatsen bieden over voldoende mogelijkheden beschikken om hun scholieren/studenten zo uitgebreid te ondersteunen bij het vinden van een baan. Kijken we naar de kanalen waarmee werkenden een baan hebben gevonden, dan lijkt de effectiviteit van dit kanaal in de praktijk beperkt. Voor werk via de sociale werkvoorziening en vrijwilligerswerk lijken school en stage wel goede vindkanalen.
24
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De belangrijke aspecten van het werk
De benodigde ondersteuning
“Werk is belangrijk voor me” zegt 88% van de scholieren/studenten. Aan de scholieren/studenten is gevraagd hoe belangrijk ze de diverse aspecten van werk vinden. Het belang dat zij hechten aan de diverse aspecten wijkt niet af van hetgeen de werkenden en werkzoekenden belangrijk vinden. De omgang met de leidinggevende, de contacten met collega’s, de inhoud van het werk en de mogelijkheden om ervaring op te doen vinden ook scholieren en studenten de belangrijkste aspecten in werk. Het aspect salaris scoort ook bij deze doelgroep relatief het laagst, 69% van de scholieren/studenten vindt dit belangrijk.
Benodigde aanpassing (n = 417, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Noodzakelijk voor
Doorlopend gedetailleerde werkinstructies Begeleiding bij het nakomen van werkafspraken zoals op tijd komen, ziekmelden, verlof vragen Begeleiding in de samenwerking met collega’s Hulp bij het omgaan met werkdruk Geen begeleiding nodig Weet niet
43% 30%
37% 53% 14% 14%
De benodigde aanpassingen Ook aan de scholieren/studenten is gevraagd of het werk dat zij gaan zoeken aangepast moet worden aan hun mogelijkheden. Benodigde aanpassing (n = 417, meerdere antwoorden per respondent mogelijk)
Noodzakelijk voor
Werkplek aangepast Werktijden aangepast Vervoer geregeld Werkinhoud aangepast Werktempo aangepast Geen aanpassingen nodig Weet niet
15% 19% 23% 28% 48% 16% 22%
14% van de scholieren/studenten weet nog niet of ze straks extra ondersteuning nodig hebben om te kunnen werken. Net als bij de werkzoekenden denkt ongeveer de helft van de scholieren/studenten moeite te zullen hebben met de werkdruk/het werktempo en op dat aspect extra begeleiding nodig te hebben.
Ongeveer één op de vijf scholieren/studenten weet nog niet of het toekomstig werk moet worden aangepast aan hun beperkingen. Net als bij de werkzoekenden denkt bijna de helft een aangepast werktempo nodig te hebben.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
25
6. Kans op werk De kansen op werk volgens de werkenden, werkzoekenden, scholieren/studenten Aan alle respondenten van deze MEE-monitor is gevraagd hoe zij hun kansen op de arbeidsmarkt inschatten. Het algemene beeld dat hieruit komt, is niet erg optimistisch. De kansen op de arbeidsmarkt worden over het algemeen beperkt ingeschat.
19% Er zijn voor mij voldoende kansen op betaald werk
9% 16%
Er zijn voor mij voldoende kansen op werk bij een sociale werkvoorziening
9% 11% 19% 24% 29% 27%
Er zijn voor mij voldoende kansen op vrijwilligerswerk 14% Er zijn voor mij voldoende kansen op een dagbestedingsplaats
15% 24%
Scholier/student Werkzoekend Werkend Figuur 6.1 Inschatting arbeidsmarktkansen
Figuur 6.1 geeft het aandeel respondenten aan dat het eens is met de stelling dat er voldoende kans op werk is. Het merendeel van de respondenten is het niet eens met deze stelling en ziet de kansen op de arbeidsmarkt dus somber in of is onzeker over hun arbeidsmarktperspectief. De groep werkzoekenden is het meest pessimistisch is over de kans op een betaalde baan. De meeste kans om te kunnen werken wordt gezien in vrijwilligerswerk. Scholieren en studenten lijken iets meer vertrouwen te hebben in de kansen op betaald werk in vergelijking met de subgroepen werkenden en werkzoekenden. 26
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Er zijn voor mij voldoende kansen op betaald werk
5% 6% 13% 28%
Er zijn voor mij voldoende kansen op werk bij een sociale werkvoorziening
10% 11% 41% 12% 12%
Er zijn voor mij voldoende kansen op vrijwilligerswerk
48% 20% 32% 53%
Er zijn voor mij voldoende kansen op een dagbestedingsplaats
15% 15% 11%
Werkend bij dagbesteding Vrijwilliger Werkend bij SWV Werkend bij bedrijf/instelling Figuur 6.2 Inschatting arbeidsmarktkansen door werkenden
Zoomen we in op de subgroep werkenden, dan valt op dat zij nog het meest positief gestemd zijn over hun kansen binnen het segment waarin zij werkzaam zijn. Zo vindt meer dan de helft van de medewerkers op een dagbestedingcentrum dat er voor hen voldoende kansen zijn op dit soort werk. Kansen op een betaalde baan lijken voor de meeste werkenden beperkt. Ook degenen die nu werkzaam zijn in een betaalde baan geven aan dat er voor hen beperkte kansen zijn.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
27
Arbeidsmarktpositie over een half jaar De respondenten is gevraagd aan te geven wat zij verwachten van hun eigen arbeidsmarktpositie over een half jaar.
82% Ik ga (weer) naar school/volg een opleiding
5% 2% 3%
Ik ben werkzoekend
34% 3% 3%
Ik werk dan (nog)
24% 60%
Anders Scholier/student Werkzoekend
7% 10% 13% 4%
Weet niet
Werkend Figuur 6.3 Inschatting arbeidsmarktpositie over half jaar
Opvallend is dat het merendeel van de werkenden (60%) verwacht binnen een half jaar nog steeds werkzaam te zijn. Slechts 3% verwacht dan geen werk te hebben. Van de werkzoekenden verwacht circa een kwart binnen een half jaar werk gevonden te hebben. Het merendeel van hen verwacht nog werkzoekend te zijn of geeft aan het niet te weten. Opvallend is het aantal werkenden (22%) en werkzoekenden (27%) dat onzeker is over hun werksituatie is over een half jaar. Dit bevestigt het beeld dat de arbeidsmarkt ondoorzichtig is voor veel respondenten.
28
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
27% 22%
De aansluiting tussen opleiding en werk In hoeverre sluiten opleiding en werk goed aan op elkaar? Aan alle respondenten is gevraagd hoe zij denken over de aansluiting van hun opleiding op hun (toekomstige) werkzaamheden en of zij hetgeen ze geleerd hebben goed kunnen gebruiken in de werksituatie.
76% 42% 44%
Mijn toekomstige werk sluit aan op mijn opleiding
67% Wat ik op school heb geleerd kan ik goed gebruiken in mijn werk
42% 37% 77% 80%
Werkgevers stellen steeds meer eisen aan werknemers 65% 51% Ik moet blijven leren om te kunnen blijven werken
40% 39%
Scholier/student Werkzoekend Werkend Figuur 6.4 Aansluiting werk en opleiding
Figuur 6.4 geeft het aandeel respondenten weer dat het eens is met de stellingen over werk en opleiding. Wat daarbij opvalt is dat de subgroep scholieren/studenten relatief positief gestemd is over de aansluiting van hun opleiding op hun toekomstige werk. De subgroep werkenden en de subgroep werkzoekenden zijn daarover minder positief. Van hen zijn respectievelijk 44% en 42% het eens met de stelling dat hun werk aansluit op hun opleiding. Ook lijkt hetgeen de werkenden en werkzoekenden geleerd hebben op school minder goed aan te sluiten bij het werk dat zij verrichten of zoeken. Scholieren en studenten verwachten over het algemeen een betere aansluiting. 67% van de scholieren en studenten verwacht dat hetgeen zij op school leren goed te gebruiken is in het toekomstige werk.
Het merendeel van de respondenten vindt dat werkgevers steeds meer eisen stellen aan werknemers. Ondanks de niet optimale match tussen opleiding en werk en de toenemende eisen van werkgevers, leeft bij lang niet alle respondenten het besef dat hij/zij moet blijven leren om te kunnen blijven werken. Daar waar duurzame inzetbaarheid op dit moment een belangrijk thema is op de arbeidsmarkt, lijkt dit vooral voor de werkenden een weinig zeggend thema. 39% van de werkenden en 40% van de werkzoekenden geeft aan het eens te zijn met de stelling “ik moet blijven leren om te kunnen blijven werken”. De werkzoekenden en scholieren en studenten lijken zich daar meer van bewust. Van de scholieren/studenten geeft 51% aan het met de stelling eens te zijn.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
29
36% Mijn werk sluit aan op mijn opleiding
26% 36% 47%
Wat ik op school heb geleerd kan ik goed gebruiken in mijn werk
32% 31% 30% 37% 44% 55%
Werkgevers stellen steeds meer eisen aan werknemers
Ik moet blijven leren om te kunnen blijven werken
62% 65% 24% 28% 34% 41%
Werkend bij dagbesteding Vrijwilliger Werkend bij SWV Werkend bij bedrijf/instelling Figuur 6.5 Aansluiting werk en opleiding volgens werkenden
Zoomen we in op de doelgroep werkenden, dan valt op dat degenen die betaald werk verrichten in een bedrijf of instelling relatief het meest positief (47%) zijn over de aansluiting tussen werk en opleiding. Vrijwilligers lijken het minst positief (26%). Met name de mensen die betaald werk verrichten in een bedrijf of instelling vinden dat het blijven leren belangrijk is om te kunnen blijven werken (41%).
30
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
De gewenste ondersteuning bij het zoeken en vinden van werk Aan alle respondenten is gevraagd of zij goed in staat zijn om zelf werk te vinden. De overgrote meerderheid zegt daarop ondersteuning nodig te hebben bij het zoeken naar geschikte werkzaamheden. Dit geldt voor zowel de werkenden, de werkzoekenden als de scholieren/studenten. In Figuur 6.6 staat het aandeel respondenten dat aangeeft het eens te zijn met de stelling “ik ben zelf goed in staat om werk te vinden”. Slechts een klein deel van alle drie de subgroepen geeft aan het daarmee eens te zijn.
17% Ik ben zelf goed in staat om werk te vinden
11% 18%
Scholier/student Werkzoekend Werkend Figuur 6.6 Ondersteuning bij werk en werk vinden
7. Adviezen van respondenten aan gemeenten Aan alle respondenten, werkend, werkzoekend of scholier/student, is gevraagd of zij een advies hebben aan hun gemeente over de ondersteuning van mensen met een beperking die werken of op zoek zijn naar werk. Circa 60% van de 1.613 respondenten heeft één of meerdere adviezen gegeven. Deze adviezen zijn in vier thema’s in te delen: Kennis en kunde van ondersteuners Inzichtelijk maken van de (lokale) arbeidsmarkt Investeren in plaats van bezuinigen Houding en gedrag van ondersteuners
Adviezen van respondenten m.b.t. de kennis en kunde van ondersteuners Om iemand met een beperking goed te kunnen advise ren en te begeleiden is het essentieel goed te wetenwat de beperkingen inhouden en wat dat voor consequenties heeft voor het te verrichten werk. Dit geven veel respon denten aan. Naast goede kennis van de beperkingen is een goede kennis nodig van de mogelijkheden die de lokale arbeidsmarkt te bieden heeft. Dit is noodzakelijk om een goede match te kunnen maken tussen werk zoekende en werkgever. Een veelgehoorde opmerking op dit gebied is dat hierbij de focus moet liggen op de mogelijkheden die iemand heeft in plaats van op zijn/haar beperkingen: Uitgaan van iemands kracht. Een goede match vergt maatwerk en volgens de respondenten ontbreekt het daar nog vaak aan.
Adviezen van respondenten m.b.t. het inzichtelijk maken van de (lokale) arbeidsmarkt Voor veel respondenten is de arbeidsmarkt een ondoorzichtig gebied. Het is onduidelijk waar ze moeten zoeken naar vacatures, tot wie ze zich kunnen richten voor advies en vooral waar ze moeten beginnen met hun zoektocht. Respondenten geven ook aan dat de ondersteuning bij het werken beter afgestemd zou kunnen worden op de dagelijkse praktijk.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
31
Daarvoor is o.a. een betere samenwerking tussen gemeente, werkgevers en werkondersteuners nodig.
Adviezen van respondenten m.b.t. investeren in plaats van bezuinigen Er is ook een groep respondenten die de financiële kant benadrukt. Volgens hen is het beter om te investeren in werk en werkbegeleiding dan om daarin te bezuinigen. Volgens hen levert investeren op de langere termijn meer op omdat mensen zich hierdoor ontwikkelen en duurzaam inzetbaar worden. Daar heeft ook de maatschappij meer aan bijvoorbeeld omdat dit kosten zal besparen op gebied van uitkeringen en zorg. Men adviseert investeringen in leerwerktrajecten, scholing, zinvolle dagbesteding en werkbegeleiding.
Adviezen van respondenten m.b.t. de houding en gedrag van ondersteuners Volgens veel respondenten moeten ondersteuners beter luisteren naar de mensen met een beperking die werk zoeken en zich beter inleven in hun situatie. Veel adviezen van respondenten worden geformuleerd in woorden als: “goed luisteren”, “ondersteunen”, “helpen”, “aandacht hebben voor”, “meedenken”, “nakomen van afspraken” en “inleven”. Velen ervaren nog onbegrip voor hun situatie en een “kastje-naarde-muur-situatie”. In dit kader wordt door de meeste respondenten benadrukt dat het prettig is om een vaste ondersteuner te hebben bij het zoeken naar werk en het werken zelf. Een vaste ondersteuner zoals een jobcoach, geeft inzicht in de mogelijkheden, structuur en vertrouwen.
32
MEE Monitor
Hieronder een bloemlezing van de adviezen van respondenten uit de regio West-Brabant aan hun gemeenten. Bedrijven beter informeren over de mogelijkheden en voordelen van het aannemen van arbeids gehandicapten Begeleid de mensen met een vast persoon. Alles is beter dan een uitkering. Thuis zitten is het laatste wat je met deze mensen moet doen. Ambulante begeleiders inzetten om iedereen met een beperking te adviseren op weg naar passende stage en werk. Ben trots op dit kapitaal, investeer in dit kapitaal. maak gebruik van hun bijdrage aan onze maat schappij waarin ieder recht heeft op volwaardig participeren. Concentreren op het behouden van werk voor mensen die al een baan hebben. Geef steun en huur mensen in die hebben specifieke kennis over een specifieke aandoening. Gebruik ervaringsmedewerkers om inzichten aan gemeente medewerkers die niet gespecialiseerd zijn in werken met mensen met een handicap maar moeten dat toch ineens gaan doen. Focus op mensen onafhankelijk te maken van hun omgeving. Door mijn autisme coach hoef ik juist niet intense hulp te vragen van mijn familie en voel ik meer professioneel bezig. Ook de relaties met je familie worden niet onder druk gezet en krijg je niet een constante schuld gevoel dat je teveel aan ze gaat vragen. Duidelijk naar het individu kijken en er geen momentopname van maken. Beperkingen uitten zich niet in één oogopslag. Financieel ondersteunen van bedrijven die mensen met een beperking aannemen. Bedrijven kunnen dan ook wat extra tijd en energie stoppen in het begeleiden en opleiden van deze mensen, die vaak meer kunnen als men denkt.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Goed naar de mensen te luisteren, naar de persoon zelf of familie. Misschien meer tijd besteden bij het zoeken en het begeleiden naar een baan. Goede contacten met het bedrijfsleven zijn heel belangrijk. De contacten die er zijn warm houden. Leidinggevende die binnen het bedrijf ondersteuning geeft niet voortdurend lastig vallen met allerlei gesprekken en vragen. Voor een ondernemer geldt vaak tijd is geld. In het geval van onze zoon kwamen er soms 3 verschillende mensen over de vloer. Iemand van school, iemand die over het geld gaat en ook nog iemand die verantwoordelijk is voor de detachering. Mensen met een beperking zijn afhankelijk van anderen bij het zoeken en vinden van werk. Willen we dat deze mensen aan de slag gaan/kunnen of zijn dan zullen zij hoe dan ook ondersteund moeten worden. Thuiszitten met een uitkering kost de gemeenschap handen vol geld dus JA, begeleidt deze mensen naar betaald werk. Naast de beperkingen laat bedrijven de pluspunten van mensen zien. Ben misschien niet de beste voor callcenter maar kan behoorlijk goeie filmpjes maken. Neem de mensen met een beperking hun dagbesteding niet af, ze moeten een doel hebben om iedere dag heen te gaan. Dit is voor hun heel belangrijk en bespaar ook niet op het busvervoer naar de dagbesteding. Ze moeten de kans hebben om in ieder geval bij 2 dagbestedingsplaatsen per week terecht te kunnen. Pas op dat je de mensen met een beperking die goed kunnen praten niet overschat. Zelf met het openbaar vervoer naar de dagbesteding gaan is echt niet mogelijk. Stel een team aan, die individuen begeleiden in het zoeken naar werk ( een job coach..maar dan een die actief is als er naar werk gezocht wordt).
Kijk niet alleen naar beperkingen maar ook naar mogelijkheden en zorg voor maatwerktrajecten. Inventariseer eerst en ga daarna pas aan de slag met plaatsen rekening houdend met o.a. de beperkingen. Biedt ondersteuning / coaching aan bij deze doelgroep als zij in regulier werk geplaatst wordt en laat ze niet ‘zwemmen’. Ondersteuning aan werkgever en collega’s hoe hier mee om te gaan. Laat mensen met een beperking zien dat ze gewaardeerd worden ook al werken ze tegen een lagere loonwaarde en geef ze vooral een kans!
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
33
8. Tips van respondenten aan lotgenoten Aan de respondenten is gevraagd of zij tips hebben aan andere mensen met een beperking die werken of op zoek zijn naar werk. Ruim de helft van alle 1.613 respondenten heeft één of meer tips voor lotgenoten. Samengevat komen de tips op het volgende neer: Houd vol, geef vooral niet op Investeer opleiding en ervaring Kijk goed naar wat je leuk vindt Focus op eigen kwaliteiten Sta open voor hulp, laat je ondersteunen door professionals Wees eerlijk over je beperkingen Hieronder een bloemlezing van de tips gegeven door respondenten uit de regio West-Brabant. Alles is mogelijk, zolang je maar de wilskracht hebt! Bij afwijzingen de moed niet opgeven en gewoon doorzoeken. Iedere sollicitatie is een leermoment. Bij zoveel mogelijk instanties aan te kloppen Blijf geloven in wat je kan en kunt en probeer een werkplek te vinden die daarbij past. Kan niet bestaat niet! Blijf jezelf en zoek passende mogelijkheden, waarvan jij gelukkig wordt. Blijf jezelf. Je bent mens en niet een beperking. Ook jij hebt rechten. De lat niet te hoog te leggen, en eerst aan een werkmilieu te wennen voor dat je iets gaat doen waar je voorop je tenen moet lopen. daarna zou ik ze motiveren in hun groei naar moeilijker werk. (mits ze dat willen) hebben ze geen werk, dan zou ik ze adviseren om een vrijwilligers baantje te zoeken. goed voor hun cv en hun dagelijks ritme. (maar dat zou ik ook doen bij jongelui die geen beperking hebben hoor) zeker in deze tijd met al de werkelozen Geloof in je eigen kunnen. Kijk naar je mogelijkheden en interesses. Maak gebruik van je netwerk. Probeer duidelijk te krijgen wat je zelf wil. Luister vooral ook naar andere mensen, daar kun je ook veel van leren. En als mensen weleens onbegrijpelijk doen wil niet zeggen dat ze je niet mogen. Dus maak altijd duidelijk wat je wil of niet wil. 34
MEE Monitor
Maak gebruik van de bestaande coachings mogelijkheden. Probeer goed uit te zoeken wat het beste bij je past, wat je graag doet en waar je goed in bent, en volg als het nodig is een bij/nascholingscursus. Probeer positief te blijven denken en blijf werk zoeken komt tijd komt raad Volhouden, de aanhouder wint. Vraag hulp aan iedereen die je maar een beetje kunnen helpen. Wees eerlijk over je beperking, zo nodig met begeleiding. Dat voorkomt problemen in de toekomst door te hoge verwachtingen van de werkgever. Blijf met een open mind ook al heb je misschien slechte ervaringen in het verleden gehad. Positiviteit trekt positieve dingen. Als je onder begeleiding bent van iemand bij de UWV of re-integratie en het klikt niet, ben niet bang om voor iemand anders te vragen. Jij wil de optimum halen uit alle hulp die je krijgt, dus neem het serieus.
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Bijlage I: De kenmerken van de respondenten uit de regio West-Brabant De leeftijdsverdeling
De beperkingen
De verdeling van de respondenten over leeftijds categorieën ziet er als volgt uit:
MEE is er voor mensen met een beperking. De respondenten van deze MEE-monitor hebben naar eigen zeggen de volgende beperkingen (vaak ook combinaties van):
Leeftijd (n = 247) 15 – 22 jaar 23 – 29 jaar 30 – 49 jaar
Regio WestBrabant (n = 413)
Landelijk beeld (n = 1.613)
Beperking
Regio WestBrabant (n = 413)
Landelijk beeld (n = 1.613)
43% 13% 31% 13%
45% 16% 25% 13%
Lichamelijke beperking Moeilijk lerend Licht verstandelijke beperking Verstandelijke beperking Zintuiglijke beperking Chronisch ziek Psychiatrische stoornis Niet aangeboren hersenletsel ADHD Autisme
20% 18% 23%
20% 16% 20%
15% 4% 12% 12% 8%
14% 4% 12% 10% 7%
10% 39%
9% 42%
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
35
De opleiding
De situatie
Aan alle respondenten is gevraagd wat hun hoogst genoten opleiding is. Dit kan een afgeronde opleiding zijn of een opleiding waar zij nog mee bezig zijn. De onderstaande tabel laat zien dat MEE-cliënten zeer divers zijn opgeleid. Degenen die de MEE-populatie onvoldoende kennen, zijn mogelijk verrast over het behoorlijke niveau van de genoten opleidingen.
De volgende tabel laat zien in welke situatie de respondenten verkeren. Degenen die betaald werk verrichten bij een bedrijf of bij de sociale werkvoorziening en degenen die vrijwilligerswerk doen of werken op een dagbestedingcentrum vormen de categorie ‘werkenden’ (zie hoofdstuk 3 van dit rapport).
Hoogst genoten opleiding
Regio WestBrabant (n = 413)
Landelijk beeld (n = 1.613)
Situatie
Regio WestBrabant (n = 413)
Landelijk beeld (n = 1.613)
Basis onderwijs Praktijkschool Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO of MBO 1 of 2 MBO 3 of 4 HAVO of VWO HBO of WO
5% 12% 18%
5% 11% 20%
18%
20%
14%
13%
26% 14% 3% 11%
26% 13% 5% 10%
Betaald werk bij een bedrijf Betaald werk bij de sociale werkvoorziening Vrijwilligerswerk Dagbesteding Werkzoekend Schoolgaand Schoolgaand en bijbaan
8% 12% 17% 23% 3%
11% 13% 15% 21% 5%
36
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
Bijlage II: De ondersteuning ontvangen van MEE Alle 1.613 respondenten van de MEE-monitor zijn cliënten van een MEE-organisatie. MEE ondersteunt hen op één of meerdere levensgebieden. De onder staande tabel laat zien op welke levensgebieden de diverse categorieën respondenten ondersteuning hebben gekregen of nog krijgen. Levensgebied
Werkenden ondersteund door MEE
Werkzoekenden ondersteund door MEE
Scholieren/ studenten ondersteund door MEE
Gemiddeld
Opvoeden Wonen Leren Werken Zorg Inkomen Vrije tijd, sport Vrienden, relaties Informatie, regelgeving Bezwaar-, beroepszaken
9% 26% 8% 25% 19% 14% 12% 15% 24% 11%
11% 24% 7% 26% 17% 17% 6% 10% 23% 12%
20% 17% 20% 8% 23% 12% 13% 15% 30% 7%
12% 24% 11% 21% 20% 14% 6% 10% 23% 12%
21% van alle respondenten (een kwart van de respondenten die momenteel werken of werk zoeken) heeft ondersteuning gehad op gebied van werken. Gemiddeld heeft 11% van alle respondenten ondersteuning (gehad) van MEE op het gebied van leren. In de onderstaande tabel is weergegeven welke specifieke ondersteuning MEE op gebied van leren en werken heeft geboden.
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
37
Ondersteuning bij
% respondenten met hulpvraag op gebied van leren en/of werken waaraan deze specifieke ondersteuning is geboden
Het vinden van een school/studie Het vinden van werk of dagbesteding Het vinden van een re-integratiebedrijf of jobcoach Begeleiding op school Begeleiding bij werken Begeleiden van het sociale netwerk Het aanvragen van een uitkering
44% 43% 22% 22% 27% 32% 38%
38
MEE Monitor
Mensen met een beperking aan het werk in de regio West-Brabant
39
Colofon In opdracht van 5 MEE organisaties, uitgevoerd door Joost Koemans, Shift Consultants, Prinsenbeek Onderzoek en tekst: Marjoleine van den Broek, Shift Consultant, Prinsenbeek In samenwerking met: MEE West-Brabant, Monique Hogenbosch (Marketing en Communicatie) Fotografie: Hans Oostrum Fotografie en Inge Hondebrink Dit is een uitgave van:
MEE West-Brabant Ondersteuning bij leven met een beperking Postbus 3207 I 4800 DE Breda Hoofdvestiging Breda Heerbaan 100 I 4817 NL Breda T 076 522 30 90 Locatie Bergen op Zoom Louis Porquinlaan 1 I 4611 AM Bergen op Zoom T 0165 24 88 88 Locatie Roosendaal Langdonk 1 I 4707 TG Roosendaal T 0165 59 32 60 E
[email protected] I www.meewestbrabant.nl © April 2014, MEE West- Brabant Het gebruik van (delen van) deze publicatie mag enkel onder bronvermelding: logo en/of naam MEE West-Brabant.