Professionele cliëntondersteuning van MEE voor mensen met een beperking Stand van zaken augustus 2011
Inleiding In Nederland leeft een groot aantal mensen met een beperking. Veel van deze mensen kunnen zichzelf prima redden of kunnen voor informatie, advies en ondersteuning terecht bij algemene voorzieningen of loketten (Wmo-loketten, welzijnswerk, UWV, scholen, CJG’s, etc.). Echter een belangrijk deel van deze mensen ervaart zodanige problemen dat kortdurende professionele ondersteuning nodig is. Ondersteuning die gericht is op het bevorderen van de zelfredzaamheid, zodat meedoen in de samenleving (weer) mogelijk wordt. Vaak gaat het om complexe problematiek op meerdere levensgebieden (opvoeding & ontwikkeling, leren & werken, wonen & samenleven en regelgeving & geldzaken). Voor de ondersteuning van deze mensen is specifieke expertise nodig. Het gaat om kennis van beperkingen, bejegening, acceptatie en communicatie, kennis van de cliëntgroepen en de mogelijkheden die ze hebben om mee te doen in de samenleving. Hiervoor kunnen ze terecht bij MEE.
Mission statement van MEE MEE ondersteunt mensen met een beperking en hun netwerk op alle levensgebieden en in alle levensfasen. Daardoor kunnen zij naar vermogen meedoen in de samenleving. MEE is onafhankelijk en staat naast de cliënt en helpt zijn eigen kracht te versterken en de mogelijkheden van zijn netwerk te benutten. Dit vergroot de zelfredzaamheid en kwaliteit van bestaan. De kennis en ervaring van MEE wordt eveneens ingezet om de samenleving beter in te richten voor mensen met een beperking. Zo maakt MEE meedoen ook echt mogelijk.
Professionele cliëntondersteuning van MEE De mensen voor wie we het doen MEE ondersteunt mensen met een beperking die door hun beperking vragen hebben of problemen ondervinden met hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. De beperking kan verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk zijn. De beperking kan aangeboren zijn, het gevolg zijn van een chronische ziekte, ongeval of een andere oorzaak hebben. We ondersteunen ook het netwerk van deze mensen. Het netwerk bestaat uit ouders en andere gezinsleden, familieleden, vrienden, buren die , op grond van hun relatie met de betrokkene, mantelzorg en andere vormen van hulp bieden. MEE ondersteunt hen desgevraagd, zodat zij de juiste hulp kunnen bieden en dat ook kunnen volhouden. MEE ondersteunt op alle levensgebieden en in alle levensfasen. Dat doen we vraaggericht, integraal, laagdrempelig, onafhankelijk, professioneel en deskundig. Laagdrempelig betekent zonder kosten voor de cliënt en zonder indicatie. Onafhankelijk betekent dat we naast de cliënt staan en niet afhankelijk zijn van bijvoorbeeld zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
Als de eigen mogelijkheden of het netwerk van de cliënt tekortschieten , ondersteunen we de cliënt ook bij het aanvragen van indicaties, voorzieningen, begeleiding en zorg. En bij klachten en bezwaar- en beroepsprocedures. De levensgebieden De hulpvragen van mensen met een beperking zijn divers en kunnen betrekking hebben op opvoeding & ontwikkeling, leren & werken, wonen & samenleven en regelgeving & geldzaken en vaak op meerdere levensgebieden tegelijkertijd. Bij opvoeding & ontwikkeling ondersteunt MEE ouders en het kind bij de opvoeding, ontwikkeling en zelfstandigheid. Bij leren & werken helpt MEE mensen met een beperking om passend onderwijs of een passende werkplek te vinden en te houden. Bij samenleven & wonen ondersteunt MEE bij wonen, samenleven en vrijetijdsbesteding. Tot slot is de ondersteuning van MEE bij regelgeving & geldzaken erop gericht mensen met een beperking te helpen op een juiste manier om te gaan met regelgeving en geld 1. MEE is de samenwerkingspartner voor alle organisaties die mensen met een beperking van dienst willen zijn. We adviseren overheden, maatschappelijke organ isaties en bedrijfsleven over hoe zij hun dienstverlening beter toegankelijk kunnen maken voor mensen met een beperking. Daarbij werken we samen met cliëntenorganisaties. De doelen die we willen bereiken De dienstverlening van MEE is gericht op het versterken van de eigen kracht van mensen met een beperking en hun netwerk. Zo helpen we hen om naar vermogen zelf de regie te voeren, zelfredzaam te zijn en zelfstandig mee te doen in de maatschappij. MEE biedt hierbij kortdurende ondersteuning. Het gemiddelde aantal uren individuele ondersteuning per cliënt is 17 uur 2. Als cliënten langdurige en intensieve begeleiding of zorg nodig hebben, wijzen we hen de weg naar algemene of speciale voorzieningen . Het werk van MEE heeft een preventieve functie. Door versterking van de eigen kracht en het netwerk kunnen we een (onnodig) beroep op andere (vaak zwaardere of duurdere) begeleiding en zorg voorkomen, uitstellen of verminderen.
Onze werkwijze MEE helpt mensen met een beperking bij het organiseren van hun leven en het maken van keuzen. Bijvoorbeeld de keuze uit verschillende ondersteuningsmogelijkheden , zodat zij zo zelfstandig en onafhankelijk mogelijk kunnen functioneren. Zo ondersteunen we bij het verkrijgen van regie over hun leven en hun gevoel van eigenwaarde, welzijn en welbevinden. Daarvoor richt MEE zich in de eerste plaats op de eigen mogelijkheden van mensen met een beperking. Als dat nodig en mogelijk is, helpen we ook om hun netwerk te versterken , zodat dit netwerk hen zo goed mogelijk kan helpen. Samen met de cliënt en zijn netwerk wordt gekeken welke ondersteuning nodig is om vervolgens met of zonder hulp van hun netwerk, MEE, algemene voorzieningen of geïndiceerde zorg, zelf weer verder te kunnen. De werkwijze van MEE sluit daarmee uitstekend aan bij de filosofie en werkwijze in het project ‘De Kanteling’ en Welzijn Nieuwe Stijl.
1 2
Zie bijlage 2 voor een weergave van type vragen, resultaten en voorbeelden per levensgebied. Over het jaar 2009 .
MEE vervult hierin zelfs een voortrekkersrol. Onze diensten zijn toegankelijk voor mensen met een allochtone achtergrond. We zorgen dat onze diensten aansluiten bij hun v raag en situatie. MEE is een netwerkorganisatie. Dat betekent dat de resultaten ook afhankelijk zijn van de inspanningen van onze samenwerkingspartners. Die kunnen ons aanspreken op onze verantwoordelijkheid en manier van werken. Andersom spreken wij hen ook aan op hun verantwoordelijkheid, als dat in het belang van cliënten nodig is. MEE maakt een onderscheid tussen individuele ondersteuning en maatschappelijke taken. Beide hangen nauw met elkaar samen. Via onze maatschappelijke taken verminderen we belemmeringen die de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking in de weg staan. Dat doen we samen met gemeenten, cliëntenorganisaties, uitvoerende organisaties en bedrijfsleven. Zo wordt bijgedragen aan een inclusieve samenleving. De regionale en lokale situatie bepaalt hoe we met elkaar samenwerken. Zo werken we preventief en scheppen we de voorwaarden voor een effectieve en efficiënte individuele ondersteuning. MEE is expert in het zoeken naar oplossingen voor complexe problemen van zelfredzaamheid en participatie door een beperking. Dat betekent ook dat we geen taken uitvoeren, waarvoor andere organisaties verantwoordelijk zijn. De cliënten bepalen zelf welke ondersteuning van MEE ze nodig vinden en willen krijgen. Als zij dat naar onze professionele mening door hun beperking niet goed kunnen, betrekken we hun netwerk bij die afweging. Enige tijd na afsluiting van de dienstverlening gaan we na of het resultaat volgens de cliënt is bereikt. We gaan dan ook na of een vervolgaanbod of traject, waarnaar is verwezen, aansluit bij de vraag en behoefte van de cliënt en zijn netwerk. Financiering van MEE MEE wordt gefinancierd vanuit de Regeling subsidies AWBZ, die uitgevoerd wordt door het College voor Zorgverzekeringen. De subsidie wordt per kalenderjaar per MEEorganisatie bij de zorgkantoren aangevraagd en is bedoeld voor ‘laagdrempelige, onafhankelijke en betrouwbare cliëntondersteuning aan verzekerden met een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke beperking al dan niet veroorzaakt do or een chronische ziekte of een beperking uit het autistisch spectrum ’. Deze subsidie voor MEE bestaat uit drie delen: - een subsidiedeel voor individuele diensten aan cliënten; - een subsidiedeel voor collectieve taken; - een subsidiedeel voor de coördinatie van projecten Integrale Vroeghulp. In 2011 is voor de MEE-dienstverlening een totaalbedrag van € 183 miljoen beschikbaar. Door een aanpassing in de normtijden in de subsidieregeling en door een verhoging van de productiviteit hebben de MEE-organisaties in de afgelopen vijf jaar een efficiencyverbetering doorgevoerd van 19%. Het kabinet Rutte heeft een jaarlijkse efficiencykorting van 1,5% opgelegd, die cumulatief leidt tot een korting van 6% in 2015.
Expertise van MEE De op HBO-niveau geschoolde consulenten van MEE zijn dé deskundigen op het gebied van de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van beperkingen en levensvragen die daaruit voortkomen. Die bieden zij aan mensen met een beperking zelf, hun netwerk en organisaties in hun omgeving. Zij hebben kennis van de ondersteuningsmogelijkheden en de manier waarop we die zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Zij kennen de relevante wet- en regelgeving, kunnen die uitleggen en toelichten en weten hoe ze die moeten toepassen. De MEE-organisaties bieden een uniform, transparant en resultaatgericht aanbod van diensten. De kwaliteit van de dienstverlening en de opgebouwde expertise van MEE is landelijk gebundeld in de vereniging MEE Nederland. Door een gezamenlijk opleidingenbeleid, kwaliteitsbeleid, productontwikkeling en valideren van methoden wordt de expertise van MEE landelijk geborgd. Door de landelijke dekking is het bereik van de dienstverlening van MEE groot.
Ontwikkelingen cliëntondersteuning MEE De vraag naar de individuele cliëntondersteuning van MEE is de afgelopen jaren toegenomen 3. Een deel van de toename in 2010 is het gevolg van de pakketmaatre gel AWBZ die tot een blijvende stijging van de vraag naar MEE-dienstverlening heeft geleid. Daarnaast doen steeds meer mensen met een psychische beperking een beroep op MEE. Onze cliëntondersteuning blijkt nauw aan te sluiten bij de vraag van deze cliëntgroep, vooral degenen met een langdurige complexe problematiek. De MEE-organisaties worden dan ook graag in de gelegenheid gesteld om, in samenwerking met de GGZ-steunpunten, deze cliëntgroep ook te ondersteunen. MEE verwacht dat nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen, zoals de overheveling van begeleiding en dagbesteding, de IQ-maatregel, de PGB-maatregel, de invoering van passend onderwijs, de stelselherziening jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen de vraag naar cliëntondersteuning nog verder zal doen toenemen. Dat geldt ook voor andere maatregelen zoals de wijziging in subsidietaakstelling van Handicap en Studie, de bezuiniging op de cliëntenorganisaties, etc. Door deze veranderingen en daarmee samenhangende onzekerheid nemen vragen van cliënten en ook die van gemeenten en ketenpartners toe. Ook uit tal van onderzoeken 4 blijkt een toenemende behoefte aan preventieve en levensbrede ondersteuning. Dit alles zal naar verwachting leiden tot een toenemend en zwaarder beroep op ondersteuning van MEE, in ieder geval tijdens de transitie van AWBZ-taken naar gemeenten, maar wellicht ook daarna. Traject Toekomst MEE MEE heeft in 2009 afspraken gemaakt met staatssecretaris Bussemaker over de randvoorwaarden en over kwaliteit en uniformiteit van de dienstverlening van MEE in de toekomst. MEE heeft toen onder de titel ‘Toekomst MEE’ een nieuwe strategische en inhoudelijke koers uitgezet, waarbij de nadruk ligt op resultaatgerichte cliëntondersteuning aan mensen met een beperking. 3
Zie bijlage: figuur 1: groei tabel cliënten, figuur 2: cliënten MEE naar doelgroepen en figuur 3: cliënten per levensgebied MEE. 4 Autisme spectrumstoornissen, een leven lang ande rs (Gezondheidsraad, juni 2009); De winst van maatwerk: je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn (SER, december 2009).
In het kader van de nieuwe strategische en inhoudelijke koers heeft MEE in samenwerking met VWS, cliëntenorganisaties, gemeenten en andere samenwerkingspartners in 2010 een visie op cliëntondersteuning MEE vastgesteld. Op basis daarvan is in afstemming met dezelfde partijen in 2011 de missie, een resultaatgericht dienstenboek en een opzet voor een resultaatgerichte verantwoording en bekostiging geformuleerd. Aan een nieuw resultaatgericht bekostigingsmodel wordt op dit moment hard gewerkt. In het nieuwe dienstenboek wordt uitgegaan van de resultaten die mensen met een beperking willen bereiken. Door de werkwijze van MEE, die gericht is op het vergroten van de zelfredzaamheid, werkt de cliëntondersteuning preventief. Maatschappelijke waarde van cliëntondersteuning Om deze preventieve kracht zichtbaar te maken heeft MEE in 2010 door Ernst & Young een maatschappelijke businesscase (mBC) laten uitvoeren. Uit het rapport ‘MEE als Publieke Waarde’, blijkt dat iedere geïnvesteerde euro in professionele cliëntondersteuning minimaal vier euro voor de maatschappij oplevert. Dit komt doordat in veel gevallen een groter beroep op voorzieningen wordt voorkomen of uitgesteld. Met als resultaat: minder Wajong-uitkeringen, afname van schuldhulpverlening, terugloop van huisuitzettingen, lagere zorgkosten en een kleiner beroep op speciaal onderwijs. Bovendien zijn veel effecten van de ondersteuning van MEE niet uit te drukken in euro’s, maar zijn deze vooral zichtbaar in het welbevinden en de kwaliteit van leven van mensen met een beperking.
Lokale samenwerking voor cliëntondersteuning In veel gevallen is voor cliënten van MEE een integrale benadering en een samenhangend ondersteuningsaanbod op meerdere levensgebieden nodig. Het is van groot belang voor mensen met een beperking dat ketenpartners, zowel binnen een levensgebied als tussen levensgebieden optimaal samenwerken. Goede afspraken met gemeenten dragen hieraan bij. De MEE-organisaties hebben, conform de subsidievoorwaarde, met alle gemeenten afspraken gemaakt over samenwerking. In deze samenwerking levert MEE met name haar specifieke kennis over beperkingen en cliëntgroepen; mensen met een beperking. Er is dan ook geen sprake van overlap met bijvoorbeeld gemeentelijke Wmo-loketten, er is eerder sprake van aanvullende, elkaar versterkende rollen. Dat dit goed werkt blijkt wel uit de participatie van MEE in bijvoorbeeld de door gemeenten georganiseerde samenwerkingsverbanden op het gebied van onder andere veiligheid(huizen), arbeid, onderwijs, schuldhulpverlening, huiselijk geweld en aanpak van multiprobleemhuishoudens. Ook participeert MEE in diverse loketten, zoals bijvoorbeeld het Wmo-loket en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarnaast coördineert MEE de regionale netwerken voor integrale vroeghulp, niet-aangeboren hersenletsel en autisme. In al deze samenwerkingsverbanden en loketten is er daardoor geen sprake van een dubbeling in taken, maar profiteren de professionals en vooral ook onze cliënten van de specifieke expertise van MEE. Dat de samenwerking met gemeenten goed kan werken is ook gebleken bij de AWBZ pakketmaatregel. MEE ondersteunde mensen met een beperking die hun recht op begeleiding deels of volledig hebben verloren. Een deel van de mensen kon na korte ondersteuning op eigen kracht verder.
Sommige mensen bleken genoeg te hebben aan wat extra steun van gemeentelijke voorzieningen. Een ander deel had geen sluitend netwerk om zich heen. Voor hen is in de sfeer van vrijwilligerswerk ondersteuning geregeld. In de periode van maart 2009 tot augustus 2010 heeft MEE in het kader van de pakketmaatregel AWBZ ruim 6.650 mensen ondersteund. Vooral mensen die hun begeleiding volledig verloren deden een beroep op MEE. Naast de individuele ondersteuning heeft MEE bovendien gemeenten geadviseerd over de wijze waarop zij konden inspelen op de gevolgen van de pakketmaatregel. O ok het coördineren of participeren in netwerken, het signaleren van onbedoelde effecten en het initiëren van samenwerkingsverbanden was een taak van MEE.
Belang van cliëntondersteuning In het huidige kabinetsbeleid wordt gestuurd op participatie, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Mensen met beperking worden op alle levensgebieden geconfronteerd met beleidsmaatregelen. Zij worden meer teruggeworpen op zichzelf en op hun omgeving. Bovendien hebben veel mensen te maken met een opeenstapeling van maatregelen. Juist nu is voor deze kwetsbare groep mensen professionele cliëntondersteuning van belang. Zij hebben specifieke behoeften en vaak complexe problematiek. Velen hebben nu al te maken met problemen zoals eenzaamheid, werkloosheid, voortijdig schooluitval of veroorzaken zelf problemen. Vanuit haar missie ziet MEE het als haar verantwoordelijkheid om mensen me t een beperking te ondersteunen in alle veranderingen. Juist om te voorkomen dat zij tussen wal en schip vallen en niet meer kunnen participeren. Meedoen, zelfredzaamheid en het versterken van de eigen kracht zijn niet voor niets ook kernbegrippen in onze missie.
© MEE Nederland, augustus 2011
Bijlagen: 2
Bijlage 1:
Cijfers bij stand van zaken cliëntondersteuning
Cijfers MEE MEE heeft een landelijke dekking. Er zijn 22 regionale MEE-organisaties die samen circa 70 locaties hebben. Bij de MEE-organisaties werken ongeveer 3.500 medewerkers. In 2010 heeft MEE ruim 100.000 cliënten geholpen. De vraag naar de individuele cliëntondersteuning van MEE is de afgelopen jaren toegenomen van circa 80.000 in 2005 tot ruim boven de 100.000 in 2009. Dit zijn cliënten die één of meerdere diensten bij MEE hebben afgenomen dat jaar. Een deel van de toename in 2010 is het gevolg van de pakketmaatregel AWBZ die tot een blijvende, forse stijging van de vraag naar MEE-dienstverlening heeft geleid (toename van ruim 8.000 cliënten). Dat is een groei van 12% ten opzichte van de eerste helft van 2009. Dit is exclusief de cliënten die MEE tijdelijk heeft ondersteund in het kader van de pakketmaatregel. Figuur 1: Groei aantal cliënten van MEE
Actieve cliënten zijn cliënten die dat jaar één of meerdere diensten van MEE hebben afgenomen. MEE biedt namelijk kortdurende ondersteuning. Bron: MEE Nederland (Voorjaarsmonitoren en benchmark doelmatigheid).
Figuur 2: Aantal cliënten van MEE naar doelgroep
Bron: MEE Nederland (Voorjaarsmonitor 2011).
Figuur 3: Hulpvragen MEE per levensgebied
De verdeling van deze hulpvragen over de cliënten met verschillende soorten beperkingen is redelijk consistent voor de vraaggebieden ‘samenleven & wonen’ en ‘regelgeving & geldzaken’. Van de ondersteuning bij de vraaggebieden ‘opvoeding & ontwikkeling en ‘leren & werken’ wordt met name gebruik gemaakt door cliënten met een verstandelijke beperking. Bron: Deze inschatting van de verdeling van hulpvragen over d e verschillende levensgebieden is gebaseerd op een steekproef onder zes MEE-organisaties, samen goed voor 22% van de cliënten van MEE. Dat maakt deze inschatting redelijk representatief voor de hulpvragen van de cliënten van MEE. De cijfers betreffen de hulpvragen in het jaar 2010.
Bijlage 2:
Resultaten per levensgebied bij stand van zaken cliëntondersteuning
Resultaten cliëntondersteuning MEE De resultaatgerichte dienstverlening van MEE wordt ingedeeld in vier levensgebieden. Hieronder wordt per levensgebied weergegeven met welk type vragen mensen bij MEE terecht komen. Vanwege de grote diversiteit reikt het te ver om alle mogelijke vragen uitputtend weer te geven. Daarom worden enkele voorbeelden gegeven. Vervolgens worden de mogelijke resultaten weergegeven. Tot slot wordt, ter illustratie, per levensgebied een korte casus gegeven.
Opvoeding & ontwikkeling Enkele voorbeelden van type vragen: Hoe kan ik mijn vaardigheden vergroten (sociale vaardigheden, weerbaarheid, etc.)? Hoe leer ik (of mijn omgeving) de beperking van mijn kind accepteren? Hoe stimuleer ik mijn kind in zijn ontwikkeling? Mijn kind ontwikkelt zich anders, wat is er aan de hand? Resultaten: Jeugdigen met een beperking beschikken over de vaardigheden waarmee zij zo goed mogelijk kunnen participeren in de maatschappij. Het gezin en de andere leden van het netwerk kunnen omgaan met de beperking van de jeugdige en met reacties daarop uit de omgeving. De opvoeding is afgestemd op de mogelijkheden van de jeugdige en bevordert zij n ontwikkeling. Het gezin beschikt over een ondersteunend netwerk van familie, vrienden, buren, vrijwilligers en anderen. Het gezin beschikt indien nodig over (aanvullende) professionele ondersteuning of zorg. De ontwikkelingskansen van de jeugdige zijn groter geworden door vroegsignalering en vroeghulp. Angelique en haar man hebben een dochter met ontwikkelingsproblemen. Angelique: ‘Rianne is te vroeg geboren, was een huilbaby en maakte geen contact. Ze had driftbuien en op de peuterspeelzaal ging het gewoon niet. Op het consultatiebureau vroegen ze of ze Rianne in het vroeghulpteam mochten bespreken, die door MEE wordt gecoördineerd. En dat heeft van alles opgeleverd. Inmiddels zit ze op het speciaal onderwijs en daar komt ze helemaal tot haar recht.’ Het netwerk Integrale Vroeghulp is er voor kinderen met complexe problemen. In het team zit een kinderarts, medewerkers van GGZ Jeugd, Bureau Jeugdzorg en MEE, een gedragswetenschapper en iemand vanuit het onderwijs. MEE coördineert het netwerk Integrale Vroeghulp. Angelique: ‘De casemanager van MEE is echt mijn steun en toeverlaat. Als ik het even niet zie zitten of als ik vastloop, kan ik altijd bij haar terecht.’
Leren & werken Enkele voorbeelden van type vragen: Wat is de beste school voor mijn kind? Welke vervolgopleiding is geschikt voor mij? Hoe kan ik ouders met een beperking betrekken bij het onderwijs aan hun kind op mijn school? Ik ben van school gegaan zonder diploma, wat nu? Kan mijn kind een betaalde baan aan, of is een beschermde werkplek of dagbesteding het hoogst haalbare? Hoe help ik een werkgever over zijn twijfels heen? Hoe vind ik werk dat beter bij mij past? Resultaten: Ouders van een kind met een beperking hebben een keuze gemaakt voor een school of plek in de opvang. Zij hebben, indien nodig met ondersteuning van MEE, een plek gevonden voor hun kind op de school of opvang van hun keuze. En als zich problemen voordoen zijn de ouders, al dan niet met ondersteuning van MEE, in staat die problemen op te lossen of om een andere plek te vinden. Mensen met een beperking hebben een beeld van hun ambities en mogelijkheden op het terrein van arbeid. Zij kunnen de keuze voor een werkplek maken. Ook zijn zij in staat, al dan niet met ondersteuning van MEE, om een werkplek te vinden en te behouden. Bij Abdul (23) ging het steeds mis op het werk. Zijn baas vond dat hij niet goed werkte. Abdul wist niet hoe dat kwam. Hij kwam terecht bij MEE en had een paar gesprekken. Toen werd duidelijk dat Abduls problemen met zijn beperking te maken hebben. ‘Mijn kortetermijngeheugen is niet goed ontwikkeld. Daardoor raak ik op mijn werk steeds het overzicht kwijt.’ MEE hielp Abdul op weg. Nu heeft hij een ‘jobcoach’ via een re -integratiebureau. Hij hielp Abdul eerst met het vinden van passend werk. En nu h ij werkt, heeft Abdul nog steeds gesprekken met hem. ‘Ik ben heel blij,’ zegt Abdul. ‘Nu leer ik met mijn beperking om te gaan. Over een tijdje lukt het me zelfs wel zonder mijn coach.’
Wonen & samenleven Enkele voorbeelden van type vragen: Wie kan mij helpen zodat ik zelfstandig kan wonen? Hoe kan ik meedoen aan de activiteiten in mijn woonomgeving? Hoe kunnen wij mensen met een beperking opvangen in ons buurthuis? Welke woonvorm past het beste bij mij? Hoe kunnen wij onze huurwoningen geschikt maken voor mensen met een beperking? Hoe los ik mijn problemen op en voorkom ik dat ik uit mijn huis wordt gezet? Hoe kan ik gezond leven?
Hoe kan ik sportactiviteiten en andere vrijetijdsbesteding vinden? Hoe kan ik vrienden of een relatie krijgen?
Resultaten: Mensen met een beperking beschikken over een ondersteunend netwerk van familie, vrienden, buren, vrijwilligers enzovoort, zodat zo zelfstandig mogelijk wonen daardoor mogelijk wordt. Mensen met een beperking zijn op de hoogte van de voorzieningen in de leefomgeving. Zij maken daar gebruik van en hebben contacten in de leefomgeving. Mensen met een beperking vinden een vorm van wonen die past bij hun wensen en mogelijkheden en bijdraagt aan hun zelfstandigheid. Mensen met een beperking kunnen - wel of niet zelfstandig - wonen. Als dat nodig is, krijgen zij daarbij ondersteuning en zorg. Mensen met een beperking weten wat zij moeten doen om gezond te leven. Mensen met een beperking hebben een sport- of vrijetijdsvoorziening, die past bij hun wensen en mogelijkheden en bijdraagt aan een positief zelfbeeld. Mensen met een beperking zijn in staat een relatie aan te gaan als vriend, partner of ouder. Zij kunnen omgaan met seksualiteit en zijn weerbaar.
Maarten (19) is eenzijdig verlamd. ‘Ook heeft hij het denkniveau van een kind van acht,’ vertelt zijn vader. Maartens vader zette met andere ouders een woonvoorziening op voor jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. MEE ondersteunde hierbij. ‘Het kost veel energie om zo’n initiatief op te starten,’ ze gt Maartens vader. ‘Maar het is de moeite waard. Straks woont Maarten op een plek die helemaal naar zijn zin is. Het is ook lekker in de buurt, dus we kunnen regelmatig bij hem langs. De kennis en ervaring van MEE was onmisbaar bij het realiseren van deze woonvoorziening.’
Regelgeving & geldzaken Enkele voorbeelden van type vragen: Hoe kan ik mijn geldzaken regelen en rondkomen van mijn inkomen? Heb ik recht op een Wajong-uitkering of de AWBZ? Hoe voorkom ik dat ik (nieuwe) schulden maak? Hoe kunnen wij mensen met een beperking helpen bij hun schuldsanering? Wie zorgt er voor mijn kind na mijn dood? Hoe regel ik de erfenis voor mijn kind met een beperking? Resultaten: Mensen met een beperking maken op de juiste manier gebruik van regelingen en uitkeringen, waarvoor zij in aanmerking komen. Daardoor kunnen zij naar vermogen zichzelf redden en participeren. Mensen met een beperking kunnen met of zonder hulp budgetteren, administreren en plannen. Zij zijn en blijven vrij van problematische schulden.
Mensen met een beperking en/of hun netwerk hebben de juiste juridische maatregelen getroffen. Mensen met een beperking gebruiken de mogelijkheden om hun recht te krijgen op de juiste manier.
Mevrouw Verheul heeft een herseninfarct gehad. De reguliere hulpver lening meldt dat het niet goed gaat bij mevrouw Verheul en haar man. Een MEE -consulent gaat op bezoek. Zij treft een enorme puinhoop aan. MEE brengt in kaart wat voor problemen het echtpaar heeft. Verschillende zaken worden in onderlinge samenhang bekeken. Vooral het huishouden en de financiën vormen een probleem. MEE brengt het echtpaar in contact met organisaties die onderste unen bij het invullen van belastingformulieren. Nu blijkt dat ze voor allerlei fiscale voordelen in aanmerking komen. Hierdoor komt geld beschikbaar. Dat geeft de familie Verheul ruimte om hun financiële problemen aan te pakken. Meneer Verheul: ‘We zijn nu een jaar verder. Onze financiën hebben we weer helemaal op orde. En met mijn vrouw gaat het ook erg goed.’
Maatschappelijke taken Enkele voorbeelden van vragen: Hoe herkennen medewerkers van het Wmo-loket, het CJG, etc. mensen met een beperking? Hoe moeten zij met hen omgaan? Hoe kan ik als school, sportvereniging, welzijnsinstelling, etc. mijn dienstverlening geschikt maken voor mensen met een beperking? Wat betekenen wijzigingen in stelsels en regelgeving (AWBZ, jeugdzorg, Wajong, etc.) voor het beleid van mijn gemeente? Hoe kan ik hier op inspelen voor mensen met een beperking? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat mensen met een beperking de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om mee te kunnen doen? Hoe kunnen we voorkomen dat jongeren met een licht verstandelijke beperking niet kunnen meedoen en daardoor uitvallen en overlast gaan veroorzaken? Resultaten: Rijk, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers kennen de knelpunten waar mensen met een beperking tegenaan lopen als zij willen meedoen in de samenleving. Ze weten hoe ze die kunnen aanpakken. Voorbeelden: de signaleringsrapportages en rapportages die MEE heeft uitgebracht in het kader van de AWBZ pakketmaatregel. Hierin wordt aangegeven tegen welke belemmeringen mensen met een beperking aanlopen en hoe die kunnen worden opgelost. Medewerkers van algemene voorzieningen herkennen mensen met een b eperking. Ze weten hoe zij met hen moeten omgaan. Ze kunnen hen ondersteunen, met of zonder doorverwijzing. Voorbeeld: MEE geeft bijvoorbeeld trainingen die gericht zijn op het leren herkennen van en omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Ook houdt MEE een sociale kaart bij met daarin alle voor mensen met een beperking relevante voorzieningen. Deze kaart wordt gebruikt door Wmo-loketten, CJG’s en andere organisaties.
Algemene instellingen en bedrijven zijn toegankelijk voor mensen met ee n beperking en verzorgen een passend aanbod. Een voorbeeld is een project waarin MEE-organisaties samen met instellingen voor maatschappelijke opvang een aanpak ontwikkelen die ertoe moet leiden dat mensen met een licht verstandelijke beperking in de opvang de juiste ondersteuning krijgen, zodat zij op termijn kunnen uitstromen maar een geschikte woonvorm. Instellingen werken samen in ketens en netwerken voor een aanbod dat mensen met een beperking in staat stelt mee te doen. Een deel van deze netwerken worden door MEE gecoördineerd (bijvoorbeeld de netwerken integrale vroeghulp en autisme). In andere netwerken neemt MEE deel vanwege haar expertise met betrekking tot beperkingen (aanpak multiprobleemhuishoudens, zorgadviesteams, netwerken onderwijs-arbeid enz.).
Voetbalclub AZ uit Alkmaar werkt intensief samen met MEE in de projecten Supporters voor Supporters en Scoren met Wajongers. MEE brengt haar expertise in en brengt AZ in contact met jongeren met een licht verstandelijke beperking. AZ biedt werkervaringsplaatsen aan deze jongeren. Het project maakt zichtbaar hoe voetbal het voertuig is naar betaald werk voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt en Wajongers. Supporters voor Supporters richt zich op jongeren in de wijk Overdie in Alkmaar. Het project biedt scholing en betaald werk in de eigen omgeving via het zakelijk netwerk van AZ met 800 aangesloten ondernemers. In Scoren met Wajongers bieden amateur-voetbalverenigingen werkervaringsplaatsen. Hierna worden de deelnemers doorgeplaatst naar ee n betaalde baan. In de projecten wordt vooral het doorzettingsvermogen aangesproken van de jongeren door een parallel te trekken met het doorzettingsvermogen van voetballers. Dit blijkt erg goed te werken.