MODULE 2 JOB SEARCH
WERKBOEK: STAP 4 1 SMART/SMART slim 2 Innerlijke saboteurs/obstakels
1. SMART/SMART slim “Een droom wordt een doel wanneer actie wordt ondernomen om het te realiseren” Bo Bennett Hoe nu verder? Het helpt om je doelen SMART te maken zodat deze tot resultaat leiden. Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens. Om succesvol richting te geven aan je loopbaan moet je zoveel mogelijk SMART doelen stellen. SMART staat voor: • Specifiek • Meetbaar • Acceptabel • Realistisch • Tijdgebonden Een SMART-doelstelling is richtinggevend: het geeft aan wat je wilt bereiken en of het haalbaar is. Bovendien wordt aangegeven welke resultaten wanneer moeten worden bereikt. Door een doelstelling SMART te formuleren is de kans groter dat er in de praktijk iets van terecht komt. Specifiek Omschrijf het doel duidelijk en concreet. Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief gegeven verbonden is. Een vage doelstelling (“ik wil een leuke baan”) is vaak niet meer dan de wens om de huidige situatie te verlaten (mijn huidige baan is saai). Een echte doelstelling moet dan nog worden bedacht.
Een heldere doelstelling geeft antwoord op de zes W-vragen: • Wat wil ik bereiken? • Wie zijn erbij betrokken? • Waar ga ik dat doen? • Wanneer gebeurt het? • Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? • Waarom wil ik dit doel bereiken? Naarmate de doelstelling preciezer geformuleerd is, wordt het makkelijker er invulling aan te geven. Meetbaar Wat is er af als het af is? Een SMART-doel moet je kunnen zien, horen, proeven, ruiken of voelen. Een SMART-doelstelling is normerend: het is een maat voor de kwaliteit van de te leveren inspanningen. Doe een nulmeting, om de startsituatie te bepalen. Acceptabel Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert. Maar wanneer je als leidinggevende een doel voor een groep mensen stelt, dan is het belangrijk dat er draagvlak voor is. De medewerkers moeten het willen, anders wordt het doel niet gehaald of beklijft de verandering niet. Een andere uitleg voor de ‘A’ is: “Activerend” of “Actiegericht”: de doelstelling moet uitnodigen tot actie en energie losmaken. De doelstelling moet positief geformuleerd zijn. Er moet een actieplan zijn. Maar let erop dat een SMART-doel een bepaald resultaat voorschrijft, niet een inspanning.
Realistisch Is het doel haalbaar? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Dit is belangrijk, want een onbereikbaar doel demotiveert. Een te eenvoudig realiseerbaar doel is ook niet interessant, omdat het mensen niet uitdaagt en geen bevrediging oplevert. Het beste is doelen te stellen die net boven je niveau liggen en die ongeveer 50% kans van slagen hebben. Een SMART-doel moet gezien worden als een project, niet als een taak. Durf een uitdaging aan te gaan! Moeilijk bereikbare doelstellingen kun je opsplitsen in kleinere haalbare subdoelstellingen. De tussentijdse resultaten geven telkens nieuwe energie. Soms wordt de ‘R’ in SMART ook wel uitgelegd als “Relevant”. Een haalbare en zinvolle doelstelling is motiverend en maakt energie los. Tijdgebonden Wanneer beginnen we met de activiteiten? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt? Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum. Vooral korte termijndoelen moeten SMART zijn. Bij lange termijndoelen is dat niet altijd mogelijk. Goede voorbeelden • In september 2016 heb ik een baan binnen het onderwijs als docent Economie. • Over 5 jaar wil ik als project manager verantwoordelijk zijn voor ICT-projecten van 100.000 tot 1.000.000 euro. • De winst moet volgend jaar 30% hoger zijn dan die van vorig jaar.
Slechte voorbeelden • Ik wil een leuke baan (niet specifiek, niet meetbaar, niet tijdgebonden). • We worden de beste in onze markt (niet meetbaar, niet tijdgebonden). • Om de arbeidsparticipatie te bevorderen moeten mensen terugkeren in het arbeidsproces en langer werken (Koningin Beatrix in één van haar troonredes). Is SMART slim? De beroemde toespraak “I have a dream” van Martin Luther King was niet SMART (want niet meetbaar, niet tijdgebonden). Maar het was wel een briljante toespraak, zeer inspirerend en activerend. Wie het onbekende wil verkennen kan niet specifiek zijn. Meetbare resultaten leiden tot calculerend gedrag. Acceptabele doelen zijn niet confronterend. Realistische doelen zijn niet ambitieus. Tijdgebonden doelen hebben een beperkte houdbaarheid. SMART is een nuttige checklist voor alledaagse doelstellingen bij studie en werk. Maar het legt ook beperkingen op die zeer waardevolle doelstellingen uitsluiten. Daarom is alleen SMART niet voldoende, geen doel op zich is, er ontbreekt nog wat aan. Bij het formuleren van je doelen vragen we je ook een antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Wie zal ik worden wanneer ik mijn doel bereik? 2. Leef ik mijn waarden na wanneer ik dit doel heb bereikt (of is mijn doel ingegeven door wat anderen vinden)? 3. Wil ik hier morgen mee beginnen, of zijn er bezwaren?
2. Innerlijke saboteurs/obstakels
Als we onze waarden consistent naleven, onze kwaliteiten en talenten optimaal inzetten en doen waar we onze passie in terugvinden, zou je denken dat we het recept hebben gevonden om de rest van ons leven gelukkig te zijn. Waarom blijkt dat in de praktijk dan toch vaak zo lastig? Het antwoord is dat onze saboteur regelmatig een andere strategie heeft. Wanneer we namelijk iets willen veranderen in ons leven (bijvoorbeeld een andere baan vinden), kun je erop rekenen dat deze saboteur langskomt. De saboteur houdt namelijk niet van verandering, het is zijn grootste vijand. Wat is een saboteur eigenlijk? Een saboteur is dat stemmetje van binnen dat gruwt van verandering en eist dat alles bij het oude blijft. De saboteur zal alle tegenwerpingen opgooien en obstakels zien om verandering de kop in te drukken. De saboteur is een onderdeel van ons, we zullen hem daarom altijd tegenkomen. Hij is er om ons op zijn manier te behoeden of te beschermen, door angst gedreven. Het is daarom belangrijk om jouw saboteur op te merken, te herkennen en te benoemen. De saboteur blijft altijd bij je. Hij is niet goed of slecht; hij is er gewoon. Hij raakt zijn macht over je kwijt als we hem identificeren en als we vervolgens bewust kiezen wat we op dat moment echt willen. De saboteur herken je aan gedachten als: • • • • • •
Ik zou sterker moeten zijn. Het lukt me niet in mijn eentje. Ze zullen het niet leuk vinden als ik... Ik heb niet genoeg talent. Ik ben niet goed genoeg. Dit is veel te hoog gegrepen! Wat zullen ze wel niet van me denken?
• • • • • • • • • •
Daar zitten te veel risico’s aan vast! Ik verander toch nooit. Ik heb het nu toch ook al goed Ik heb niet genoeg tijd/geld om... Het zou toch niets uitmaken. Ik ben niet belangrijk. Ik heb geen keuze. Ik kan niet/ik zou niet. Het is nu eenmaal zo. Wie zit er nu op mij te wachten.
Herken je dit? Wat zijn dan de (ineffectieve) gedachten van jouw saboteur? Je hebt nu een aantal belemmerende gedachten genoteerd. We noemen ze belemmerend omdat ze niet erg productief of helpend zijn om verder te komen. Noteer bij elke gedachte hoe vaak je die gedachte hebt gehad in de afgelopen week/weken. Gedachten, of ze nu belemmerend of niet belemmerend zijn, zijn niet wie we zijn. We hebben gedachten maar we zijn ze niet. Download ook het gratis e-book “Wie ben je echt?”, over gedachten, emoties en innerlijke wijsheid. Je kunt dit boek vinden op mijn website: www.massopcoaching.nl. Denken we positieve, liefdevolle, hoopvolle en dankbare gedachten, dan voelen wij ons ook positief, liefdevol, hoopvol en dankbaar. Vanuit dat gevoel gaan we op een positieve, liefdevolle, hoopvolle en dankbare manier om met onszelf, anderen en situaties die op ons pad komen. We zijn ontspannen en lossen problemen soepel en creatief op. Dit soort gedachten maken het leven licht en luchtig en hebben een positief effect op onze gezondheid.
Denken we echter het grootste gedeelte van de dag pessimistische, alarmerende, boze en ontevreden gedachten, dan voelen we ons ook voornamelijk pessimistisch, angstig, kwaad en ontevreden. We stoten anderen van ons af en worstelen ons door het ene na het andere probleem. Het leven lijkt zwaar en ons op alle mogelijke manieren tegen te werken. Dit soort gedachten werkt stress in de hand. De conclusie die we hieruit trekken is dat we zelf vaak het grootste obstakel zijn! Totdat je beslist wie je wilt zijn (een bewuste keuze), ben je vooral een beeld over wat je door omstandigheden geworden bent en heb je ook de gevoelens die daarbij horen. De voornaamste visie is de visie over jezelf; je zelfbeeld. Ons zelfbeeld bepaalt hoe wij in het leven staan en hoe anderen op ons reageren. Afhankelijk van je zelfbeeld straal je een andere energie uit. De wereld is hoe ik haar waarneem. Ik zie en hoor alles door de filters van mijn eigen verhaal (overtuigingen, normen en waarden, eerdere ervaringen etc.). Wat voor jou de waarheid is hoeft dat voor mij niet te zijn. Jij kunt jezelf te dik/lelijk/niet goed genoeg etc. vinden, terwijl ik door een hele andere bril naar jou kijk. Mogelijk vind ik jou een prima figuur hebben, een zeer vriendelijk en open gezicht en heel zorgzaam en lief. Is jouw glas half vol of half leeg? Waar leg jij de focus op? Op wat niet goed is of op wat wel goed is? Ben jij iemand die heel gevoelig is voor de reacties en opmerkingen uit je omgeving? Zijn er dingen die jou tegen houden? Bijgaand een lijstje met situaties/ervaringen die jou kunnen belemmeren je doelen te bereiken: 1. Ik voel me persoonlijk afgewezen wanneer iemand ‘nee’ tegen me zegt. 2. Ik wil het wel maar durf het niet. 3. Ik praat teveel, want ik ben bang voor een stilte in een gesprek. 4. Ik klap vaak dicht. 5. Ik vermijd liever problemen en hoop dat ze vanzelf verdwijnen.
6. Ik vind het moeilijk een compliment in ontvangst te nemen en zwak het altijd af. 7. Ik vlucht soms in dagdromen, illusies, humeurigheid. 8. Ik vergelijk mezelf met anderen. 9. Hoe ik me voel hangt vaak af van anderen of de omstandigheden. 10. Ik kan niet tegen kritiek. 11. Ik wil altijd gelijk hebben of geef anderen ongelijk. 12. Ik heb aandacht nodig om gelukkig te zijn. 13. Ik durf geen verantwoordelijkheid te nemen. 14. Ik lieg of verdraai de feiten wel eens 15. Ik ben niet assertief. 16. Ik ben bang voor wat anderen zullen denken. 17. Ik maak vaak excuses en rechtvaardigingen. 18. Ik kom niet voor mezelf op. 19. Ik wil altijd leuk of aardig gevonden worden. 20. Ik ben een klager en probeer medelijden te krijgen. 21. Soms zeg ik iets wat ik niet meen om beter over te komen. 22. In vergaderingen laat ik me intimideren, over mee heen walsen. 23. Ik schep op en overdrijf. 24. Ik heb behoefte aan bewondering. 25. Ik ben bang om buitengesloten te worden. 26. Ik kan niet goed luisteren. 27. Ik ben bang voor contact met onbekenden of onbekende situaties. 28. In onderhandelingen ben ik bang voor tegenwerpingen. 29. Ik kan niet helder denken onder druk. Het zou een absolute verrassing zijn als je je niet in enkele van de bovenstaande uitspraken herkent. Iedereen heeft wel ergens last van (in meerdere of mindere mate). Het is niet iets om je voor te schamen, weet dat we er allemaal last van hebben (uitzonderingen daar gelaten). Het beste is om dat gewoon onder ogen te zien en jezelf niet te veroordelen. Dat is proactief gedrag en brengt je verder in je Boost je Loopbaantraject.
Een belangrijk “weetje” hierbij is dat de beste manier om een negatief patroon te versterken juist is om er weerstand tegen te bieden. Door weerstand tegen iets te bieden geef je er veel aandacht en dus energie aan en dus wordt het sterker (what you resist, persists). Doe dat dus niet!
Oefening 1 Omcirkel in de lijst van de vorige pagina voorbeelden welke je herkent bij jezelf. Vervolgens maak je hier een top 5 van. Mijn 5 beperkende overtuigingen zijn: 1) 2) 3) 4) 5) Oefening 2 Ik zie deze overtuigingen onder meer terugkomen in de volgende werksituaties:
Wees vergevingsgezind en begrijpend (empathisch) voor jezelf en je opvoeders. Onze ouders, leraren en andere opvoeders hebben vaak vanuit een goed hart gehandeld. Iets wat vroeger voor je werkte toen je klein was hoeft dat nu niet meer te doen. Het zijn onze beperkende patronen en overtuigingen die ons belemmeren tot actie over te gaan. Jij kunt dit veranderen en oude beperkende overtuigingen loslaten en er positieve voor in de plaats zetten. Deze bewustwording is het begin van de heling en weer in je kracht komen te staan.
Dit gedrag kost me:
Wil ik ze loslaten? NU?
Welke van deze overtuigingen maken me vooral kwetsbaar?
Wat heb ik daarvoor nodig?
Wat levert het me op om deze overtuigingen los te laten?
Wat ga ik NU anders doen:
Oefening 3 – in relatie tot werk • Welke stappen moet je nemen om naar jouw ideale baan toe te werken?
•
•
•
Wat heb je hier voor nodig?
Welke obstakels kom je tegen?
Hoe ga je deze obstakels uit de weg? Hoe laat je je niet weerhouden door jouw obstakels?
MA RK TO RIE NT AT IE FOCUS P ER S O N A L B R A N D IN G S M A R T /S M A R T S LI M OBSTAKELS ACTIE