Ontruimingsplan o.b.s. “Het Tweespan”, Dr. Van Linden Tolstraat 1, 4209 AL , Schelluinen Richtlijnen m.b.t. de ontruiming van het gebouw als gevolg van brand of andere calamiteiten. Het ontruimingsplan moet jaarlijks in de eerste schoolweek na de zomervakantie aangepast worden i.v.m. verandering groepsverdeling.
01. Welk alarmsignaal wordt gebruikt? Als alarmsignaal wordt de “slow whoop “” ( handbrandmelder bij het lokaal groep 1 / 2, 7 / 8, of ingang) gebruikt. 02. Wie geeft het alarmsignaal Als regel wordt het alarm gegeven door de directeur. Als dit door omstandigheden niet mogelijk is door een der BHV’ers of een leerkracht. 03. Wie alarmeert politie en brandweer? De directeur c.q. hoofd BHV’er alarmeert onmiddellijk politie en brandweer (112). Is dit door omstandigheden niet mogelijk, dan zal één van de leerkrachten dit doen. Het resultaat van een eigen bluspoging dient niet te worden afgewacht. Bij aankomst van de brandweer zal de directeur c.q. hoofd BHV’er de brandhaard aanwijzen. 04. Wie leidt de groepen naar buiten? Bij alarm moet het personeel de groepen naar buiten leiden. Het optreden van de leerkrachten kan bepalend zijn voor het voorkomen van paniek. Het schoolgebouw moet groepsgewijs, onder toezicht van de leerkracht verlaten worden. De leerlingen van de jongste groepen moeten bij het verlaten van de school zo veel mogelijk voorrang hebben. De kinderen die moeilijk kunnen lopen moeten worden geleid, dan wel worden gedragen. Als snel ontruimd dient te worden, mogen kledingstukken en leermiddelen niet worden meegenomen. Indien mogelijk worden de ramen gesloten, de computers afgesloten en de lichten uit gedaan. De leerkracht ziet er op toe dat iedereen het betreffende lokaal verlaat. De leerkracht van groep 1/2 controleert het speellokaal. De leerkracht van groep 6/7 controleert alle ruimtes boven. De leerkracht van groep 5 controleert alle ruimtes beneden behalve het speellokaal. Bij controle worden stickers geplakt om aan te geven dat de ruimte leeg is. De leerkracht van groep 1 / 2 controleert buiten of alle leerlingen van groep 5 aanwezig zijn. De leerkracht van groep 3 / 4 controleert buiten of de leerlingen van groep 6 / 7 allen aanwezig zijn.
Indien ruimten in gebruik zijn door niet leerkrachten, controleert de directeur cq hoofd ADV’’ er die de eindverantwoordelijkheid heeft indien mogelijk deze ruimten. Alle ramen en deuren moeten worden gesloten. Gas (luik buitenzijde school, sleutel bij nooddeur groep 3 / 4) en ook de Dorpshuissleutel meenemen. Elektriciteit (meterkast bij de vooringang van de school, te openen met alarmsleutel) dienen te worden afgesloten door de leerkracht van groep 6/7 . Als leerkracht van groep 6 / 7 buiten is, controleert deze of alle groepen compleet zijn. Dit wordt dan doorgegeven aan hoofd-bhv-er via de walkie talkie.
05. Vluchtwegen. Een overzicht van de vluchtwegen is in de bijlage vastgelegd. Vluchtwegen mogen tijdens de lessen niet op slot zijn. Ze mogen hoogstens met een van binnen uit gemakkelijk te openen slot gesloten zijn. a. Vluchtwegen groep 1 en 2. 1. Via de gang en de nooddeur in de computerruimte. Appèl links achter op het schoolplein. 2. Is vluchtweg 1 niet te gebruiken, dan gaan de kinderen via de hal en de voordeur naar buiten. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 6 (familie Visser) 3. Zijn 1 en 2 niet te gebruiken, dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten. Ze worden daarbij geholpen door leerlingen uit groep 8. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 6 (familie Visser)
b. Vluchtwegen groep 5 . 4. Via de gang en de achterdeur. Appèl links naast de fietsenberging 5. Is vluchtweg 4 niet te gebruiken, dan gaan de kinderen via de hal en de voordeur naar buiten. Appèl op het pad bij van Dr Linden Tolstraat 4 (familie Peters) 6. Zijn 4 en 5 niet te gebruiken, dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten. Ze worden daarbij geholpen door leerlingen uit groep 8. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 4 (familie Peters)
c. Vluchtwegen groep 3 en 4. 7. Het lokaal uit en onmiddellijk rechts de nooduitgang. Appèl rechts voor de fietsenberging op het schoolplein.
8. Is de vluchtweg niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de gang en de voordeur naar buiten. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 1A. (familie Zwaan) Zijn 7 en 8 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten Appèl bij op het pad van Dr Linden Tolstraat 1A (familie Zwaan).
d. Vluchtwegen groep 6 en 7. 9. Het lokaal uit naar rechts en onmiddellijk links de nooduitgang. Appel naast het toegangshek op het schoolplein. 10. Is vluchtweg 10 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de gang en de voordeur naar buiten. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 10 (het huis van de dominee). 11. Zijn 10 en 11 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten. Appèl op het pad van Dr Linden Tolstraat 10 (het huis van de dominee). e. Vluchtwegen groep 6 en 8. 12. Via de gang en de achterdeur. Appèl rechts naast de kastanjeboom. 13. Is de vluchtweg 13 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de gang en de voordeur naar buiten. Appèl bij parkeerterrein dr. van Linden Tolstraat. 14. Zijn 13 en 14 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten. Appèl bij parkeerterrein dr. van Linden Tolstraat. f.
Vluchtwegen handenarbeidlokaal. 15. Via de gang en de achterdeur. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en). 16. Is vluchtweg 16 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de gang en de voordeur naar buiten. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en). 17. Zijn 16 en 17 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de ramen aan weerszijden van het lokaal naar buiten. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en).
g. Vluchtwegen speellokaal. 18. Via de gang en de achterdeur. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en). 19. Is vluchtweg 19 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de gang en de voordeur naar buiten. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en). 20. Zijn 19 en 20 niet te gebruiken dan gaan de kinderen via de ramen aan de voorzijde van de school naar buiten. Appèl op de plaats voor de desbetreffende groep(en). h. Vluchtwegen computerlokaal. 21. Via de nooddeur naar buiten. Appel op de plaats voor de desbetreffende groep(en) 22. Via de ramen aan de achterzijde. Appel op de plaats voor de desbetreffende groep(en) 06. Appèl. Het meest overzichtelijk is de opstelling van kinderen in rijen. Hierdoor is er ook een extra controle door de kinderen. Na de controle op de plaatsen van appèl gaan alle kinderen onder begeleiding van de leerkrachten naar het Dorpshuis. Hier vindt opnieuw controle plaats. Bij het gaan naar het Dorpshuis moeten de voertuigen van politie en brandweer zo weinig mogelijk gehinderd worden. Een leerkracht die een leerling van een andere groep heeft meegenomen (bijv. de koffiedienst) dient er voor te zorgen dat deze zich z.s.m. bij zijn of haar groep kan voegen. Bij het Dorpshuis worden de kinderen bij elkaar gehouden tot de directie vindt dat alle kinderen naar huis/school mogen gaan. Leerkrachten zorgen er voor dat zij alleen kinderen aan ouders of bekenden meegeven. Zij weten dan met wie een kind is meegegaan. Er worden tussentijds geen kinderen aan ouders meegegeven. 07. Alarm tijdens de pauze. Degene die pleinwacht heeft verzamelt de kinderen op het schoolplein bij de fietsenstallingen. Hij of zij wordt geassisteerd door 1 leerkracht. Andere leerkrachten controleren lokalen en toiletgroepen. Voor groep 1 en 2 gelden tijdens de pauze eerder genoemde vluchtwegen.
08. Blusmateriaal. Bij brand wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van het blusmateriaal dat op diverse plaatsen is aangebracht. (voor een overzicht, zie bijlage) De leiding berust als regel bij de directie. Het gebruik en de plaatsing van de blusmaterialen moet bij het personeel bekend zijn. Dit kan bijv. door één keer per jaar onder leiding van de brandweer te oefenen.
09. Bewaking, verbetering en vernieuwing van de voorzieningen. Alle alarm- en brandblusinstallaties moeten op overzichtelijke wijze en op gemakkelijk toegankelijke plaatsen zijn aangebracht. Zij moeten zich steeds in een zodanige conditie bevinden dat zij voor direct gebruik gereed zijn. De brandblusmiddelen mogen voor geen ander doel gebruikt worden en niet van hun plaats worden verwijderd, anders dan voor brandbestrijding. Zij moeten voor bevriezing worden gevrijwaard. De aanwezige blusmiddelen moeten tenminste 1 maal in de 2 jaar door een daarvoor opgeleid persoon op hun deugdelijkheid gecontroleerd worden.
10. Proefalarm en ontruimingsplan. Het eerste proefalarm dient te worden gegeven in de maand september. Dit alarm wordt tevoren bekend gemaakt. Voorafgaand aan deze oefening wordt in alle groepen en aan alle betrokkenen instructie gegeven over de procedure bij een eventuele ontruiming. Het tweede proefalarm vindt onaangekondigd plaats. Dit tweede alarm vindt plaats in de maanden maart, april, mei, of juni. Het is gewenst, dat bij minstens één proefalarm een vertegenwoordiger van de brandweer aanwezig is. Over het verloop van het proefalarm dient de directie met de leerkrachten en eventueel een vertegenwoordiger van de brandweer een nabespreking te houden. Bij vernieuwing of verbouwing zal over de brandveiligheid advies dienen te worden ingewonnen bij de brandweer. Van het ontruimingsplan is in ieder lokaal in een plastic map duidelijk zichtbaar een exemplaar aanwezig, alsmede in de personeelskamer en de hal bovenbouw en benedenbouw. Naast het ontruimingsplan bevinden zich in de plastic map: een lijst met opvangadressen, een plattegrond met vluchtwegen en een klassenlijst. Deze map moet elk jaar geactualiseerd worden en indien nodig eerder. De BHV-ers zien hier op toe. In juni van het lopende schooljaar worden nieuwe gegevens verzameld i.v.m. de lijst voor opvangadressen. Deze lijst is aan het begin van het nieuwe cursusjaar beschikbaar. De directie draagt er zorg voor dat personen die niet vast aan de school verbonden zijn (stagiairs, logopedist, dominee, schoolarts, ouders e.a.) van het ontruimingsplan op de hoogte zijn. Ieder jaar zal het gehele plan dienen te worden gecontroleerd. Ontruimingsoefening: Alarmcentrale bellen en doorgeven dat er een oefening plaatsvindt ( 0344678900) Met zwart sleuteltje slow- whoop in werking stellen door sleutel er onder in te drukken. Slow-whoop afzetten door eigen code in te drukken. Daarna met 0 resetten. Wanneer de rookmelders afgaan , afzetten met code 1234. September 2013