I nv e nt a r i s a t i e E c o n o m i sc h e D a t a Zorg
dr. J. van der Linden
Zoetermeer, 31 januari 2009
Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Probleemstelling en output
5
3
Aanpak
6
3.1
Inleiding
6
3.2
Aanpak per stap
6
4
Resultaten
9
4.1
Definities
9
4.2
Wat hebben we al?
4.3
Toekomstige informatiebehoefte
12
4.4
Databronnen ten behoeve van genoemde prioriteiten
13
5
Conclusies en aanbevelingen
19
9
Bijlage I
SBI-BIK Indeling Zorg
21
3
1
Inleiding
Hoewel de Zorgsector in economisch functioneren afwijkt van andere sectoren van het bedrijfsleven, zal ook deze sector het komende decennium meer en meer onderhevig zijn aan marktmechanismen, al heeft de invoering van marktwerking in bijvoorbeeld de ziekenhuiszorg niet alleen positieve kanten volgens Asselman en Bos (zie Volkskrant Forum van 30 september 2008). Momenteel zijn er geluiden waarneembaar van de oprichting van private ziekenhuizen in Nederland. Alle ontwikkelingen impliceren dat het ondernemerschapslandschap in Nederland ook meer en meer op de Zorgsector van toepassing zal worden. Aan de Zorgsector wordt binnen het EZ-programma de laatste jaren ook aandacht geschonken, bijvoorbeeld in de publicaties Kleinschalig Ondernemen en Ondernemen in de Zorg. De komende jaren wordt een uitbreiding van de aandacht aan de Zorgsector verwacht en daarom is een inventarisatie naar de (economische) data in de Zorgsector uitgevoerd, die aansluit bij de onderwerpen, sector- en grootteklasse en eventuele andere indelingen die thans binnen de datasets en modellen van belang zijn.
2
Probleemstelling en output
De volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1 Met welke (economische) (bron) data over de Zorgsector kunnen we zoveel mogelijk aansluiten bij de onderwerpen (o.a. MKB en Ondernemerschap) en indelingen (grootteklasse, MKB Europese definitie, bedrijfsgroepen…..), de verkrijgbaarheid van het datamateriaal, de bruikbaarheid in zake de huidige dataverwerkingslijnen en modellen? 2 Zijn er Zorg(sub)sector specifieke data (en zo ja welke) die relevant zijn voor gebruik in het EZ-programma? De output bestaat uit een rapportage met de aanpak en de resultaten van de inventarisatie (met daarin eventuele witte vlekken en mogelijke toekomstige oplossingen daarvoor).
5
3
Aanpak
3.1
Inleiding In de project zijn de volgende stappen uitgevoerd: 1 Omschrijven huidige situatie: wat hebben we al van de zorgsector. 2 Korte inventarisatie onderwerpen in datasets en modellen die relevant zijn voor de Zorgsector. 3 Rondje langs drie onderzoekers om de informatiebehoefte aan de hand van stap 1 en 2 aan te vullen of nader te bepalen. 4 Uitvoeren inventarisatie via diverse kanalen (internet, publicaties, contact met leveranciers, contact met relevante andere partijen in de Zorg) 5 Bruikbaarheid en verkrijgbaarheid data vaststellen evt. aan de hand van criteria.
3.2
Aanpak per stap S ta p 1 en 2 : Wa t h e bb en w e a l? Er is de afgelopen jaren in het programma al enige aandacht besteed aan de Zorgsector, bijvoorbeeld in de publicaties Kleinschalig Ondernemen en Ondernemen in de Zorg. Dit betekent dat er ook een bepaalde kwantitatieve basis is voor de Zorgsector. In deze stap is de datacatalogus van het deelprogramma datasets en modellen doorgenomen om te zien op welke onderwerpen welke informatie beschikbaar is volgens welke indelingen (bedrijfsgroep, grootteklasse e.d.). Ook is informatie verzameld over de zorgsector in de modellen. S ta p 3 : T oek om st i ge inf o rma ti e be ho ef t e? Het is de bedoeling de kwantitatieve basis in het programma van de zorgsector de komende jaren te gaan versterken. Dat betekent dat we met als input de resultaten van de vorige stappen willen inventariseren wat de toekomstige informatiebehoeften voor het programma zou kunnen zijn. Hiervoor zijn interviews gehouden met drie onderzoekers, die zowel voldoende kennis hebben van het programma als van de zorgsector, namelijk Peter van der Hauw, Joris Meijaard en Maarten Overweel. S ta p 4 : I nv ent a r i se r en d a ta b ron ne n? In deze stap is langs verschillende kanalen gezocht naar beschikbaar datamateriaal (internet, publicaties, contact met leveranciers via telefoon, contact met relevante andere partijen in de Zorg, zoals Zorgautoriteit Nederland, CTG, CTZ, Prismant, Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS)) dat past bij de informatiebehoefte voor de komende jaren. In deze stap worden onder meer per bron de volgende aspecten geïnventariseerd:
6
1
wie de bronhouders zijn;
2
wat de basis is van de bron (steekproef, registratie, e.d.);
3
wat de continuïteit is van de bron (jaarlijks, permanent, 1x per x jaar, e.d.);
4
welke variabelen gemeten worden;
5
welke datadimensies en crossings beschikbaar zijn;
6
wat de verkrijgbaarheid is en eventuele daarmee gemoeide kosten.
Als we bij de inventarisatie databronnen tegenkomen die tegen de gewenste informatiebehoefte aanliggen, worden die ook meegenomen. Stap 5: Bruikbaarheid gevonden datamateriaal De tijdens de inventarisatie gevonden databronnen zullen worden bekeken op hun bruikbaarheid voor toepassing binnen het programma. Er wordt o.a. gekeken of: 1
indelingen passen bij bestaande indeling (of dat wellicht nieuwe indelingen
2
bronnen wellicht door een tussenbewerking geschikt te maken zijn;
3
de verkrijgbaarheid een voldoende frequentie heeft.
juist een verbetering vormen)
Daarnaast wordt een vergelijking gemaakt van de uitkomsten van de inventarisatie met de informatiebehoefte zodat duidelijk gemaakt moet wordt welk deel van de informatiebehoefte gedekt wordt, welk deel niet en welke eventuele oplossingen mogelijk zijn op de witte vlekken (in de toekomst) toch te kunnen vullen.
7
4
Resultaten
4.1
Definities Het uitgangspunt van dit project is aansluiting zoeken bij de indelingen die we binnen het EZ-programma kennen. Het gaat hierbij met name om de indeling naar bedrijfsgroepen op basis van SBI en de grootteklasse-indeling. De bedrijfsgroepenindeling wordt voor alle andere sectoren in het bedrijfsleven gehanteerd. De SBI-indeling van de Zorg is in bijlage I opgenomen.
4.2
Wat hebben we al? In een aantal datasets c.q. modellen komt de Zorgsector voor. In de meeste gevallen gaat het daarbij om een vrije hoog aggregatieniveau, namelijk het 2 e/3 e digit. Het 2 e digit is de gehele Zorgsector (Rubiek N is equivalent met code 85), bij het 3 e digit gaat het om de Gezondheidszorg (851), de Veterinaire diensten (852) en de Welzijnszorg (853). Op dit niveau wordt de data over de Zorg ontsloten op www.ondernemerschap.nl. Het uitgangspunt binnen het EZ-programma is dat data niet op een laag tot zeer laag aggregatieniveau verzameld, verwerkt en ontsloten wordt. De datasets waarin de Zorgsector herkenbaar op 2 e /3 e digit voorkomt zijn: 1
Reeksen kerngegevens MKB (incl. prognoses) (2e digit naar grootteklasse)
2
Kerncijfers Europese definitie MKB (2 e digit naar grootteklasse)
3
Regionale Kerncijfers MKB (2e digit naar grootteklasse)
4
Resultatenrekeningen MKB-sectoren (3 e digit naar grootteklasse)
5
Actieve Ondernemingen en Vestigingen (3 e digit naar grootteklasse)
6
Werkgelegenheid (2 e digit naar grootteklasse)1
7
Kenmerken van Arbeid (2e digit naar grootteklasse) 1
8
Fusies en overnamens (2 e digit, geen grootteklasse).
Om deze datasets te maken gebruikt EIM vooral de volgende externe bronnen: 1
Bedrijven in Nederland (CBS)
2
Productiestatistieken (CBS)
3
Nationale Rekeningen (CBS)
4
ERBO (KVK)
5
NewCronos (Eurostat/OECD?)
6
EWL (CBS).
Datasets waarin de Zorgsector niet (herkenbaar) voorkomt zijn:
1
1
Bedrijvendynamiek
2
Investeringen MKB
3
Financiering MKB (incl. prognoses)
4
Exportthermometer
5
Regionale bedrijvendynamiek
6
Inkomens van ondernemers (incl. prognoses)
7
Technologische bedrijven
Deze dataset wordt niet meer gecontinueerd.
9
8
Determinanten bedrijfsprestaties
9
Starters en jonge bedrijven
10 MKB-beleidspanel In geen van de vier internationale datasets (International benchmark ondernemerschap, Compendia, GEM en OESO) komt de zorgsector voor. Welke variabelen hebben we van de Zorgsector? Per dataset waarin de Zorg herkenbaar op 2 e /3 e digit voorkomt wordt hieronder aangegeven over welke variabelen gegevens beschikbaar zijn. A c t ie ve O n d er ne m in ge n en Ve st i g ing e n 1 2
aantal actieve ondernemingen per 1 januari aantal vestigingen van actieve ondernemingen per 1 januari R e su l ta t en re k e ni ng en M KB -s ect o re n
1
totale opbrengst
2
inkoopwaarde handelsomzet
3
afzet
4
voorraadvorming productie
5
bruto productie
6
inkoopwaarde grond- en hulpstoffen
7
energiekosten
8
overige verbruikskosten
9
verbruik
10 saldo belasting minus subsidies 11 afschrijvingen 12 loonsom 13 saldo betaalde interest 14 overig inkomen netto 15 overige lasten en baten 16 nettowinst voor belastingen 17 bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen 18 bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten 19 netto toegevoegde waarde tegen marktprijzen 20 netto toegevoegde waarde tegen factorkosten 21 aantal betaalde krachten 22 totaal aantal fte 23 totaal aantal betaalde fte R e ek se n k e rng e ge ve ns M KB ( in c l. p ro gno s es ) 1
afzet totaal
2
afzet binnenland
3
afzet buitenland
4
bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen
5
verbruik
6
loonkosten
7
winst voor belasting
8
arbeidsproductiviteit
9
ondernemingen
10 totaal arbeidsvolume 11 arbeidsvolume zelfstandigen 12 aantal werknemers
10
13 arbeidsvolume werknemers 14 totaal aantal werkenden 15 aantal zelfstandigen 16 investeringen naar bestemming K e rn c i jf er s E u ro pe se def i n it i e M KB 1
afzet totaal
2
afzet binnenland
3
afzet buitenland
4
loonkosten
5
ondernemingen
6
toegevoegde waarde
7
totaal aantal werkenden
8
investeringen
9
winst R e g io na le K e rn c ij f er s M K B
1
afzet binnenland
2
afzet buitenland
3
afzet totaal
4
voorraadvorming
5
bruto productie
6
verbruik
7
bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen
8
productgebonden belastingen
9
productgebonden subsidies
10 netto productgebonden indirecte belastingen 11 bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen 12 niet-productgebonden belastingen 13 niet-productgebonden subsidies 14 netto niet-productgebonden indirecte belastingen 15 bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten 16 afschrijvingen 17 netto toegevoegde waarde tegen factorkosten 18 loonkosten 19 netto exploitatie-overschot 20 arbeidsvolume werknemers 21 arbeidsvolume zelfstandigen 22 arbeidsvolume totaal 23 aantal werknemers 24 aantal zelfstandigen 25 totaal aantal werkenden 26 investeringen naar bestemming W e rk ge l e ge nh e id 1
aandeel ondernemingen
2
aandeel werkzame personen
3
gemiddelde jaarlijkse mutatie werkzame personen over een periode van 5 jaar K e nm er k e n va n A rb e i d
1
Banen naar dienstverband, leeftijd, geslacht en anciënniteit
2
FTE naar dienstverband, leeftijd, geslacht en anciënniteit
11
F us i es en O v e rna me s 1
aantal ondernemingen met gerealiseerde fusie(s)
2
aantal ondernemingen met overeengekomen fusie(s)
3
aantal ondernemingen met gerealiseerde overname(s)
4
aantal ondernemingen met overeengekomen overname(s)
aantal ondernemingen met fusie(s)
5
aantal ondernemingen met overname(s)
6
aantal overnames met bedrijfsinformatie
7
aantal medewerkers betrokken bij overnames met bedrijfsinformatie
8
opbrengsten van ondernemingen betrokken bij overnames met bedrijfsinformatie
De datasets wisselen (logischerwijs) met betrekking tot de actualiteit.
4.3
Toekomstige informatiebehoefte Binnen EIM is een interne peiling gehouden van de toekomstige informatie behoefte met betrekking tot de zorg. Het vertrekpunt daarbij dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de huidige informatie in het EZ-programma, waarbij de onderwerpen MKB, ondernemschap en bedrijfsprestaties centraal staan. De resultaten van de interne peiling worden hieronder weergegeven en ingedeeld naar prioriteit 1, 2 en 3. P r io r it e i t 1 De hoogste prioriteit wordt gegeven aan: 1
de normale posten van een exploitatierekening (inclusief prijs-, volume- en
2
actieve ondernemingen en vestigingen;
waarde(mutaties); 3
bedrijvendynamiek;
4
werkgelegenheid/kenmerken van arbeid (wordt in programma bijna geen aandacht meer aan besteed). P r io r it e i t 2
Investeringen vindt men ook van belang. Redenen hiervoor hebben te maken de productiviteitsverhogingen die een rol zullen spelen in deze sector, die mede op basis van investeringen, zoals in ICT en opleiding, tot stand zullen moeten gaan komen. De zorg zit niet in onze panels: Starterspanel, Jonge bedrijvenpanel, MKB-panel. Sommigen zien wel toegevoegde waarde in uitbreiding van de panels met de zorg of een apart Zorgpanel. Zorg is de laatste jaren een hot item. Door een Zorgpanel te starten of toe te voegen aan het MKB-beleidspanel kun je het panel ondervragen over actuele onderwerpen en daarmee heel mooi persberichten het licht doen zien. P r io r it e i t 3 Groeitypen worden uiteindelijk wel spannend. In eerste instantie is dat niet het geval aangezien zorg als ‘kostenpost’ wordt gezien (hoort eigenlijk een negatieve groei te geven) en dat zich niet direct zal uiten in groeitypen zoals in het bedrijfsleven. Bovendien loopt financiering nog veel langs collectieve lijnen. Bij meer dynamiek, zoals meer private klinieken e.d., wordt dit ook interessanter.
12
Determinanten van bedrijfsprestaties, zoals innovatie e.a. is het op dit moment nog te vroeg voor. Onderzoek ernaar heeft op enig moment wel toegevoegde waarde. Er zitten wel aanknopingspunten voor in de kwalitatieve informatie van het jaardocument. Datzelfde geldt voor effecten van allerlei ontwikkelingen, zoals private financiering van specialisten op de inkomens van ondernemers. Onderwerpen zoals administratieve lasten zijn wel een issue voor de zorg, maar niet voor het programma. Ook internationale en regionale aspecten hebben geen hoge prioriteit. Internationaal vanwege de geringe vergelijkbaarheid tussen landen, aangezien er allerlei systeemverschillen tussen landen bestaan. Regionalisering wordt interessanter wanneer de regionale gebondenheid van de zorg afneemt, bijv. door vestiging in specifieke regio’s van meer gespecialiseerde zorgaanbieders, of wanneer onderzoek naar knelpunten met een regionaal karakter spelen, bijvoorbeeld wachtlijsten.
4.4
Databronnen ten behoeve van genoemde prioriteiten Er wordt over de Zorg zeer veel gepubliceerd, bijvoorbeeld door de agentschappen van het Ministerie van VWS: Trimbos Instituut, NIZW, RIVM en Prismant. Ook wordt veel gepubliceerd door CBS, Vektis, CVZ, CTG e.a. De ‘bedrijfsgroepen’indeling, die daarbij wordt gehanteerd volgt een andere indeling (meer gebaseerd op beroepsgroepen), namelijk naar Cure, Preventie, Care, Geesetlijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Zorg, Welzijn en Sport. Deels is een 1 op 1 relatie te leggen tussen deze indeling en de SBI-BIK indeling die in het onderzoeksprogramma MKB en Ondernemerschap wordt gehanteerd. Zo komen onder meer beroepsgroepen/bedrijfsgroepen huisartspraktijken, tandartspraktijken, verloskundige praktijken, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, thuiszorg, sociaal cultureel werk, welzijn ouderen, kinderopvang qua benaming in ieder geval redelijk overeen. Anderzijds komen er in de indeling van VWS ook groepen voor die geen economische activiteit voorstellen, zoals aantal ziekenhuisbedden, aantal revalidatiebedden, bedden GGZ-instellingen. In deze paragraaf worden alleen die bronnen behandeld die relevant zijn met betrekking tot de prioriteiten. Het gaat om de volgende databronnen: 1
Jaardocument
2
Handelsregister
3
Productie- en investeringsstatistiek H e t ja a r doc um en t 1
In het Jaardocument zijn de diverse wettelijk verplichte elementen van de jaarlijkse verantwoording geïntegreerd. Voor verslagjaar 2003 is een eerste versie van het Jaardocument beschikbaar gekomen die in pilot-verband door een beperkt aantal zorginstellingen uit de VVT hebben gebruikt. Aan de hand van de bevindingen met het Jaar document 2003 is het document verbeterd. Voor verslagjaar 2004 is daarnaast ook een Jaardocument voor ziekenhuizen ontwikkeld. Ook de gehandicaptenzorg heeft zich in 2004 bij het project aangesloten. Voor het verslagjaar 2005 zijn de diverse sectorspecifieke Jaardocumenten omgezet in
1
Zie ook Stroomlijnen van informatiestromen. Evaluatie van het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg 2006, najaar 2007, Research voor Beleid
13
één zorgbreed Jaardocument 2005. Met de ondertekening van het convenant door GGZ Nederland kunnen ook instellingen uit de GGZ aan het Jaardocument 2005 deelnemen. Het totaal aantal zorginstellingen dat zich inschreef voor deelname aan het Jaardocument is afgelopen jaar praktisch verdubbeld en steeg van 359 in 2005 naar 644 in 2006. Voor de verslagjaren 2005 en 2006 was er nog sprake van vrijwillige deelname. Per 1 januari 2006 is het gebruik van het jaardocument wettelijk verankerd in de Regeling verslaglegging WTZi. Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording is met ingang van 2008 (verslagjaar 2007) wettelijk verplicht voor alle zorginstellingen in Nederland: ziekenhuizen, gehandicapteninstellingen, verpleeg- en verzorgingshuizen, geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg (zie website Ministerie van VWS en CIBG en www.jaarverslagenzorg.nl). Hieruit blijkt dat het jaardocument voor een deel van de Zorgsector een verplichting is. De opbouw van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg 2006 Hoofdstuk
Titel
Hoofdstuk 1
Uitgangspunten van de verslaggeving
Inhoud
Hoofdstuk 2
Profiel van de organisatie
Algemene identificatiegegevens, Structuur van het concern, Kerngegevens, Belanghebbenden
Hoofdstuk 3
Governance
Bestuur en toezicht, Bedrijfsvoering, Cliëntenraad
Hoofdstuk 4
Beleid, inspanningen en prestaties
Hoofdstuk 5
Prestaties
Meerjarenbeleid, Algemeen beleid, Algemeen kwaliteitsbeleid, Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten, Kwaliteit ten aanzien van medewerkers, Samenleving, Financieel beleid Patiënten/Cliënten, Medewerkers, Samenleving, Financiële prestaties
Hoofdstuk 6
Jaarrekening
Financiële gegevens
Bijlage A
Personeel
Kerngegevens personeel
Bijlage B
Productie
Kerngegevens productie
Bijlage C
Indicatoren
Kwaliteitsindicatoren
Jaarrekening Voor de aansluiting bij de prioriteiten is hoofdstuk 6 van belang. Het Financieel Jaardocument gaat in op een kwantitatieve analyse van het resultaat en de vermogenspositie van de instelling of het concern. Daarnaast is de Jaarrekening overeenkomstig RJZ en RL 655 vereist, waaronder: − een geconsolideerde balans en resultatenrekening, kasstroomoverzicht − waarderingsgrondslagen en toelichtingen − niet uit balans blijkende verplichtingen − gesegmenteerde resultatenrekening − enkelvoudige balans en resultatenrekening De gegevens van het jaardocument worden gedeponeerd bij het CIBG. Gegevens van 2007 dienen op 1 juni gedeponeerd te zijn. Vermoedelijk, maar het CIBG wist dit niet zeker, vindt ook deponering bij de Kamer van Koophandel plaats. Bij voldoende deponering moet het mogelijk zijn hiervan gebruik te maken voor de genoemde zorgbranches. Voor de resultatenrekening (prioriteit 1) heeft dit niet veel meerwaarde aangezien daar de hoofdbron de productiestatistiek is, voor groeitypen (prioriteit 3) heeft het wel meerwaarde. Wel is het zo dat het materiaal niet voor de hele zorgsector beschikbaar is.
14
H e t Ha n d e ls re g is te r Op 1 juli 2008 treedt de nieuwe Handelsregisterwet in werking. De inschrijfplicht geldt met een overgangstermijn tot en met 31 december 2009 om alle nieuwe inschrijvingen gefaseerd en gemakkelijk te laten verlopen. Op 1 januari 2010 is het Handelsregister compleet. Daarmee zijn alle ondernemingen en rechtspersonen in Nederland wettelijk verplicht zich in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Van straatventer tot notaris, van maatschap tot ministerie en van kerkgenootschap tot vereniging van eigenaars. Het Handelsregister wordt de basisregistratie van ondernemingen en rechtspersonen in Nederland. De Kamer van Koophandel voert de wet uit in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. De groep nieuwe inschrijvers beslaat een breed spectrum: eenmanszaken en maatschappen in de land- en tuinbouw en visserij, eenmanszaken en maatschappen in de vrije beroepsgroepen (bijvoorbeeld notarissen en artsen), publiekrechtelijke rechtspersonen zoals ministeries, gemeenten en andere overheidsorganisaties, kerkgenootschappen, straatventers, vestigingen van verenigingen en stichtingen en verenigingen van eigenaars. In totaal wordt het Handelsregister uitgebreid met zo’n 15 procent aan inschrijvingen. In het vierde kwartaal van 2008 zijn er in het Handelsregister reeds enkele tienduizenden ondernemingen en rechtspersonen uit de Zorgsector ingeschreven. Van enkele duizenden zijn gegevens van de jaarrekening beschikbaar. Echter de deponeringsplicht loopt niet synchroon met de inschrijvingsplicht. De volgende ondernemingen hoeven geen jaarrekeningen te deponeren: 1
eenmanszaak, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap;
2
vereniging en stichting zonder ondernemingsactiviteiten of met ondernemingsactiviteiten die minder dan €4,4 miljoen netto-omzet voortbrengen (€3,65 miljoen voor boekjaren tot en met 2005);
3
maatschap en overheidslichamen;
4
dochtermaatschappij, waarbij de moedermaatschappij consolideert. Er moeten een instemmingsverklaring en een aansprakelijkheidsverklaring aanwezig zijn bij de dochtermaatschappij in plaats van een jaarrekening. De groepsjaarrekening moet gedeponeerd worden door de moedermaatschappij;
5
buitenlandse vennootschap (geen formele buitenlandse vennootschap), die niet in het land van oprichting hoeft te deponeren.
Als de gehele Zorgsector zich heeft ingeschreven (de 0-situatie) gaan daarna ook mutaties plaatsvinden, nieuwe oprichtingen, nieuwe dochters, uitschrijvingen enzovoort. Op basis van die informatie kan dat met een aantal jaren ook meer worden gezegd over de dynamiek (prioriteit 1) en over groeitypen (prioriteit 3) in de Zorgsector. Bij groeitypen moet rekening worden gehouden met de deponeringsplicht, maar dat gebeurt bij de niet zorgsectoren ook. P ro du ct i es ta t is t i ek De productiestatistieken geven een beeld van de werkgelegenheid in en het financiële reilen en zeilen van een bedrijfstak. Voor de hele zorgsector1
1
Er is wel een systeem van zorgrekeningen beschikbaar (vanaf 1998 jaarlijks, exclusief 852, voorlopige cijfers t-1 te publiceren in t). In dit systeem staat in eerste instantie de beantwoording van de volgende vragen centraal:
15
zijn in kwartaal 4 van 2008 noch productiestatistieken noch investeringsstatistieken beschikbaar. Voor een aantal branches in de zorgsector zijn wel hoofdposten van een exploitatierekening beschikbaar soms van 2001 t/m 2004/2005, soms van 20061. Het gaat om de volgende posten: − totaal bedrijfsopbrengsten opgesplitst in; − netto-omzet; − overige bedrijfsopbrengsten; − totaal bedrijfslasten opgesplitst in: − arbeidskosten; − afschrijvingen op vaste activa; − overige bedrijfslasten. Soms is er een uitgebreidere verlies en winstrekening aanwezig. Het gaat dan om de posten in de volgende tabel: Bedrijfsresultaat
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten Netto omzet
Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten
Totaal bedrijfslasten Arbeidskosten
Afschrijvingen op vaste activa Overige bedrijfslasten
Totaal bedrijfsopbrengsten Totaal netto omzet Opbrengsten ter dekking wett. budget Opbrengsten uit zittend vervoer Overige netto omzet Totaal overige bedrijfsopbrengsten Subsidies en bijdragen Bedrijfsopbrengsten niet eerder genoemd Totaal bedrijfslasten Totaal arbeidskosten Lonen en salarissen Pensioenlasten Sociale lasten Afschrijvingen op vaste activa Totaal overige bedrijfslasten Andere personeelskosten Andere personeelskosten Andere personeelskosten
Totaal bedrijfsopbrengsten Totaal netto omzet Opbrengsten ter dekking wett. budget Opbrengsten uit zittend vervoer Overige netto omzet Totaal overige bedrijfsopbrengsten Subsidies en bijdragen Bedrijfsopbrengsten niet eerder genoemd Totaal bedrijfslasten Totaal arbeidskosten Lonen en salarissen Pensioenlasten Sociale lasten Afschrijvingen op vaste activa Totaal overige bedrijfslasten Totaal andere personeelskosten Kosten uitzendkrachten en overige inleen Overige personeelskosten
Door wie (rechtstreeks en uiteindelijk betalende instantie) wordt er voor de geleverde zorg betaald? Aan wie (producent van diensten/actor) wordt welk bedrag voor de geleverde zorg betaald? Voor welke activiteiten/functies wordt er betaald? Bij de beantwoording gaat het om uitgaven onderscheiden naar financieringsbron en zorgfunctie. Dit materiaal is niet bruikbaar voor de doeleinden in het onderzoeksprogramma MKB- en Ondernemerschap. 1
16
Zie publicatie Gezondheid en Zorg in cijfers (2008) en Statline voor enkele extra gegevens.
Financieel resultaat
Saldo voorzieningen
Buitengewoon resultaat
Resultaat voor belastingen
Bedrijfsresultaat Financiële baten
Bedrijfsresultaat Financiële baten
Bedrijfslasten niet eerder genoemd Bedrijfsresultaat Financiële baten
Bedrijfslasten niet eerder genoemd1 Bedrijfsresultaat Financiële baten
Financiële lasten Financieel resultaat Onttrekking en vrijval voorzieningen Toevoeging aan voorzieningen Saldo voorzieningen Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat Resultaat voor belastingen
Financiële lasten Financieel resultaat Onttrekking en vrijval voorzieningen Toevoeging aan voorzieningen Saldo voorzieningen Buitengewone baten
Financiële lasten Financieel resultaat Onttrekking en vrijval voorzieningen Toevoeging aan voorzieningen Saldo voorzieningen Buitengewone baten
Financiële lasten Financieel resultaat Onttrekking en vrijval voorzieningen Toevoeging aan voorzieningen Saldo voorzieningen Buitengewone baten
Buitengewone lasten
Buitengewone lasten
Buitengewone lasten
Buitengewoon resultaat Resultaat voor belastingen
Buitengewoon resultaat
Buitengewoon resultaat
Resultaat voor belastingen
Resultaat voor belastingen
Voor de volgende branches/deelsectoren binnen de zorg en welzijn is cijfermateriaal van het korte en/of uitgebreidere rekenschema beschikbaar bij het CBS. Het CBS noemt daarbij wel de branches/deelsectoren maar niet de bijbehorende SBIcodes. Hieronder wordt een eerste overzicht gegeven: − uit 8511 (ziekenhuizen en overige instellingen voor curatieve gezondheidszorg met overnachting): de academische ziekenhuizen (85111) en de algemene ziekenhuizen (85112), categorale ziekenhuizen (85114), instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (85115, alleen AWBZ- en ZVW gefinancierde instellingen); − uit 8513 (tandheelkundige praktijken): praktijken van tandartsen (85131) − uit 8514 (praktijken van verloskundigen, paramedici, psychologen en alternatieve genezers): praktijken van verloskundigen (85141), praktijken van fysiotherapeuten (85142) − uit 8516 (instellingen voor preventieve gezondheidszorg): instellingen voor begeleiding inzake arbeidsomstandigheden (85161) en gemeentelijke gezondheidsdiensten (valt mogelijk onder: instellingen voor openbare preventieve gezondheidszorg, 85162); − uit 8517 (gezondheidszorgondersteunende diensten): medische laboratoria, bloedbanken en overige instellingen voor behandelingsondersteunend onderzoek (85171) en ambulancediensten inclusief centrale posten (85172); − uit 8531 (Welzijnszorg waarbij huisvesting geboden wordt): verpleeghuizen (85311) en 85313 (verzorgingshuizen), gehandicaptenzorg: vermoedelijk 85312 (Huizen voor gehandicapten (geen verpleeghuizen), mogelijk ook 85321 Dagverblijven voor gehandicapten − uit 8532 (Niet-medische dagbehandeling, jeugdzorg (geen huisvesting biedend) en thuiszorg: thuiszorg (85324) − uit 8533 (kinderopvang, maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en overig welzijnswerk): kinderopvang (85331), algemeen maatschappelijk werk
1
Voor bepaalde branches wordt deze post nog verder uitgesplitst naar voeding- en hotelmatige kosten, algemene kosten, client- en bewonersgebonden kosetn, onderhoud- en energiekosten, huur/operationele leasing kap. goederen, andere bedrijfslasten
17
(85332), welzijn ouderen (85335), sociaal-cultureel werk (85336), brede welzijnsinstellingen (85337); − branches uit 8531 (welzijnszorg waarbij huisvesting wordt geboden) die niet rechtstreeks terug te vinden zijn in de sbi-codering: instellingen voor gehandicaptenzorg (lijkt het meest op 85312, alleen AWBZ- en ZVW gefinancierde instellingen) en instellingen voor ouderzorg; Het is de bedoeling van het CBS om deze productiestatistieken in de komende jaren verder uit te breiden, waardoor de gehele sector zorg en welzijn (SBI 1993= code 85) wordt gedekt. De uitbreiding op korte termijn betreft o.a. jeugdzorg, maatschappelijke opvang, huisartsenpraktijken en praktijken medisch specialisten.
I nv es te r in gs sta t i st i ek Voor de Zorgsector is bij CBS nauwelijks iets bekend over investeringen. Voor een aantal branches zijn de investeringen in materiele vaste activa bekend. Het gaat om de academische ziekenhuizen (85111), algemene ziekenhuizen (85112), categorale ziekenhuizen (85114) en voor een groep ZVW/AWBZ gefinancierde instellingen, zoals GGZ (in 85115), gehandicaptenzorg (in 85312), ouderenzorg (8531?), overige instellingen. Deze tabel wordt in feb. 2009 aangevuld met cijfers over 2007. De belangrijkste bron voor deze tabel is de VWS-databank met jaarrekeningen van zorginstellingen. Er zijn geen plannen om investeringsstatistieken voor meer sectoren binnen de zorg te publiceren.
18
5
Conclusies en aanbevelingen
Er worden binnen het deelprogramma Datasets en Modellen 20 datasets geproduceerd en ontsloten. Bij 6 daarvan vinden we de zorgsector terug op het 2e /3 e digit niveau, bij 14 niet. Aangezien Kenmerken van Arbeid en Werkgelegenheid geen prioriteit hebben binnen het programma worden die niet mee geteld. Uit de interviews kwamen drie prioriteiten naar voren die logisch zijn in samenhang met de hoofdonderwerpen ondernemerschap en bedrijfsprestaties uit het programma MKB en Ondernemerschap. De prioriteiten zijn exploitatierekenening, bedrijvendynamiek gecombineerd met (op een later moment) groeitypen en investeringen. Daarnaast kwamen ook nog prioriteiten naar voren zoals werkgelegenheid en administratieve lasten waaraan in het programma geen aandacht meer aan wordt besteed. Een lage prioriteit hebben internationaal en regionaal, vanwege de systeemverschillen die tussen landen bestaan en de regionale gebondenheid van zorg(afnemers). Daarnaast werd nog de suggesties gedaan om aan de zorg meer aandacht te besteden in het MKB-beleidspanel of via een apart zorgpanel. Er zijn drie ontwikkelingen gaande waardoor het programma de komende jaren een betere kwantitatieve basis zou kunnen maken voor de zorgsector met betrekking tot de gestelde prioriteiten. Ten eerste gaat het om de ontwikkeling en verdere opschaling van het jaardocument binnen de zorgsector. Hierin bevindt zich o.a. de jaarrekening van de instellingen waarvoor dat verplicht is. Voorlopig lijkt deze verplichting voor een deel van de zorgsector. Het is waarschijnlijk, vanwege het arbeidsintensieve karakter, niet te prefereren dat EIM zelf met de verwerking van deze jaarrekeningen zou beginnen, hoewel zij daar zonder meer de kennis voor heeft. Het ligt meer voor de hand dat dit gebeurt door het CBS, waardoor EIM de statistieken van het CBS kan verkrijgen. Indirect kan deze ontwikkeling bijdragen aan betere data over de zorgsector in het programma. Hiermee in verband staat de tweede ontwikkeling namelijk de productiestatistiek voor de zorgsector. Op dit moment is voor een aantaldeelsectoren/branches binnen de zorg een beknopte en/of meer uitgebreide exploitatierekening beschikbaar bij het CBS. Het CBS heeft te kennen gegeven de komende jaren de gehele zorgsector dekkend te willen krijgen. Deze ontwikkeling kan het beste goed in de gaten worden gehouden, want het resultaat kan een betere kwantitatieve basis opleveren voor de zorgsector in het programma. Wel zal gekeken moeten worden in hoeverre een uniform rekeningschema wordt gehanteerd over de verschillende deelsectoren heen, dat past bij het rekeningschema van de overige sectoren. Ten derde gaat het om het doorvoeren van wettelijke veranderingen in het Handelsregister waardoor per 1 januari 2010 ook de hele zorgsector in het Handelsregister aanwezig is. Hoewel het daarna nog enkele jaren zal duren betekent dit dat met betrekking tot bedrijvendynamiek: nieuwe oprichtingen, uitschrijvingen, mutaties dan ook gegevens beschikbaar zijn. Hierdoor ontstaat ook meer zicht op de dynamiek in de zorgsector. Hoewel investeringen ook als prioriteit naar voren kwam is van een aantal deelsectoren alleen informatie van één post namelijk investeringen in materiële vaste
19
activa bekend bij het CBS. Het CBS heeft te kennen gegeven hier de komende jaren geen verandering in aan te brengen.
20
BIJLAGE I
SBI-BIK Indeling Zorg
85
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
851
Gezondheidszorg 8511 Ziekenhuizen en overige instellingen voor curatieve gezondheidszorg met overnachting 85111 Academische ziekenhuizen 85112 Algemene ziekenhuizen 85113 Revalidatie-instellingen met overnachting 85114 Categorale ziekenhuizen (geen revalidatie-instellingen) 85115 Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg met overnachting 8512 Medische praktijken 85121 Praktijken van huisartsen 85122 Praktijken van psychiaters 85123
Praktijken van medische specialisten (geen psychiaters en tandheelkundig specialisten)
8513 Tandheelkundige praktijken 85131 Praktijken van tandartsen 85132 Praktijken van kaakchirurgen 85133 Praktijken van orthodontisten 8514 Praktijken van verloskundigen, paramedici, psychologen en alternatieve genezers 85141 Parktijken van verloskundigen 85142 Praktijken van fysiotherapeuten 85143 Praktijken van oefentherapeuten Cesar en Mensendieck 85144 Praktijken van psychotherapeuten en psychologen 85145 Praktijken van paramedici (geen fysio- en oefentherapeuten Cesar en Mensendieck), alternatieve genezers en overige praktijken in de gezondheidszorg 851451 Praktijken van logopedisten 851452 Praktijken van alternatieve genezers 851453 Praktijken van diëtisten 851454 Overige paramedische en andere praktijken in de gezondheidszorg 8515 Instellingen voor curatieve gezondheidszorg zonder overnachting 85151 Abortusklinieken 85152 Oncologische en radiotherapeutische instituten 85153 Privé-klinieken en zelfstandige behandelcentra zonder overnachting 85154 Gezondheidscentra 85155 Overige instellingen voor curatieve somatische gezondheidszorg zonder overnachting 85156 Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg zonder overnachting 8516 Instellingen voor preventieve gezondheidszorg 85161 Instellingen voor begeleiding inzake arbeidsomstandigheden 85162 Instellingen voor openbare preventieve gezondheidszorg 8517 Gezondheidszorgondersteunende diensten 85171 Medische laboratoria, bloedbanken en overige instellingen voor behandelingondersteunend onderzoek
21
85172 Ambulancediensten (centrale posten inbegrepen) 85173 Overkoepelende organen, samenwerkings- en adviesorganen op het gebied van gezondheidszorg 85174 Overige gezondheidszorgondersteunende diensten 852
Veterinaire diensten 8520 Veterinaire diensten
853
Welzijnszorg 8531 Welzijnszorg waarbij huisvesting wordt geboden 85311 Verpleeghuizen 85312 Huizen voor gehandicapten (geen verpleeghuizen) 85313 Verzorgingshuizen 85314 Jeugdzorg waarbij huisvesting wordt geboden 85315 Maatschappelijke opvang voor volwassenen waarbij huisvesting wordt geboden (geen asielzoekerscentra) 85316 Internaten, herstellingsoorden en asielzoekerscentra 8532 Niet-medische dagbehandeling, jeugdzorg (geen huisvesting biedend) en thuiszorg 85321 Dagverblijven voor gehandicapten 85322 Dagverblijven voor jeugdzorg 85323 Jeugdzorg waarbij geen huisvesting wordt geboden 85324 Thuiszorg 8533 Kinderopvang, maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en overig welzijnswerk 85331 Kinderopvang 85332 Algemeen maatschappelijk werk 85333 Specifiek maatschappelijk werk 85334 Sociaal-pedagogische diensten 85335 Welzijn ouderen 85336 Sociaal-cultureel werk 85337 Brede welzijnsinstellingen 85338 Overige instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, advies en informatie 8534 Overige welzijnszorg 85341 Zelfhulpgroepen en onderlinge begeleiding 85342 Exploitatie van gemeenschaps- en dorpshuizen, wijkcentra, jeugdgebouwen e.d. 85343 Overkoepelende organen, samenwerkings- en adviesorganen en fondsen op het gebied van welzijnszorg 85344 Verstrekking van adviezen op het gebied van school- en beroepskeuze
22