O r g e l c o n c e r t e n 2016 Anloo - Roden - Veenhuizen
CONCERTREEKS 2016 - Anloo - Roden - Veenhuizen 01 juli 20.00 u. Catharinakerk Roden:
Hayo Boerema
09 juli 20.00 u. Magnuskerk Anloo:
Hugo Bakker
11 juli 20.00 u. Koepelkerk Veenhuizen: Gerben Budding, orgel & Marjon van der Linden, sopraan 15 juli 20.00 u. Catharinakerk Roden:
Erwin Wiersinga
23 juli 20.00 u. Magnuskerk Anloo:
‘Inégal Consort’
25 juli 20.00 u. Koepelkerk Veenhuizen:
Sietze de Vries
29 juli 20.00 u. Catharinakerk Roden:
Gerrie Meijers
06 aug. 20.00 u. Magnuskerk Anloo:
Jochem Schuurman
08 aug. 20.00 u. Koepelkerk Veenhuizen: Vincent van Laar 12 aug. 20.00 u. Catharinakerk Roden:
Matthias Havinga
13 aug. 20.00 u. Magnuskerk Anloo:
Misun Kim
22 aug. 20.00 u. Koepelkerk Veenhuizen: Peter van der Zwaag, orgel & Eran Wajsenblum, blokfluit 27 aug. 20.00 u. Magnuskerk Anloo: Leonore Lub, orgel & Margreet Prinsen, klavecimbel
Entree concerten: - Magnuskerk Anloo: - Catharinakerk Roden: - Koepelkerk Veenhuizen: (voorverkoop:
Uitgave programmaboekje: - Culturele Raad Norg - Werkgroep Muziek in Anloo - Stichting tot behoud van het Hinsz-orgel te Roden ©
€ 8,-Vrije gift € 8,-€ 7,50)
Foto’s omslag: voor: Harry Boerema achter: Sietze de Vries Drukwerk: NetDistrict
www.cultureleraadnorg.nl www.magnuskerk.nl www.hinszorgel-roden.nl
2
Voorwoord
V
an harte welkom bij de orgelconcerten in Anloo, Roden en Veenhuizen! De samenwerkende orgelcommissies in deze Noord-Drentse dorpen hebben ook dit jaar weer getracht een mooi en afwisselend programma te presenteren. In dit gezamenlijke programmaboekje treft u de volledige programma’s aan van alle orgelconcerten in de Magnuskerk te Anloo, de Catharinakerk te Roden en de Koepelkerk te Veenhuizen. We hopen dat u na een bezoek aan één van deze concerten zo nieuwsgierig wordt naar de andere concerten, dat we u ook daar mogen begroeten! Er zijn verschillende aspecten die deze concerten aantrekkelijk kunnen maken voor u als publiek. Ten eerste zijn er de orgels en hun verscheidenheid. De orgels in Roden en Veenhuizen en de drie orgels in Anloo hebben elk hun eigen bouwperiode met bijbehorende klank en karakter. U hoort bij elk concert weer andere geluiden. In dit boekje treft u veel informatie over de orgels aan. Ten tweede komen er veel verschillende uitvoerenden aan bod. Er is voor elk concert een andere organist gevraagd om een zo groot mogelijke afwisseling te garanderen. Jonge organisten en gevestigde orde zijn vertegenwoordigd. Ook zijn er concerten waarbij het orgel een ‘plus’ krijgt: een andere instrumentalist die zijn of haar bijdrage aan het orgelconcert levert en dus iets extra’s toevoegt. Ten derde is er het repertoire. Het orgel in het algemeen is een instrument dat beschikt over een zeer breed repertoire. Vanaf de Middeleeuwen tot op de dag van vandaag is en wordt er muziek voor het orgel geschreven. Ook in de concertserie Anloo-Roden-Veenhuizen 2016 komen vrijwel alle periodes uit deze muziekgeschiedenis wel een keer aan bod. Namens de samenwerkende commissies wens ik u veel luisterplezier bij onze concerten! Jochem Schuurman Anloo, mei 2016
3
Anloo - Magnuskerk De hunebedden niet meegerekend, is de kerk van Anloo het oudste monument van Drenthe. De kerk gaat nog terug tot in de elfde eeuw: iets dat met name nog te zien is aan het gebruik van tufsteen en de kleine Romaanse vensters in het schip. Het koor is uit rode baksteen vervaardigd en vertegenwoordigt de Romanogotische stijl. In het interieur zijn met name de resten van muurschilderingen rond de triomfboog en de fraaie herenbanken het bezichtigen waard. Deze banken werden gemaakt voor de plaatselijke landjonkersfamilie Ellents, die tevens het orgel bekostigden. Helaas is de kerk - net als die van Roden - ten prooi gevallen aan de restauratiewoede in de eerste helft van de twintigste eeuw, waarbij de pleisterlaag van de muren is verwijderd. Dit beïnvloedt de akoestiek zeer nadelig, waardoor de orgelklank niet optimaal tot ontplooiing kan komen. Het (hoofd)orgel voor de kerk van Anloo wordt in 1717 aanbesteed. Op dat moment is het orgelmaker duo Rudolph Garrels en Johannes Radeker bezig met de ombouw van het orgel in de Lutherse kerk te Groningen. Garrels en Radeker werkten namens Arp Schnitger in Noord-Nederland: ze waren onder meer betrokken bij de bouw van het orgel te Uithuizen (1701), Sneek (1711), Eelde (1713) en Zuidlaren (1716). Na Schnitger’s dood in 1719 vestigt Garrels zich als zelfstandig orgelmaker in Den Haag, terwijl Radeker naar Friesland trekt. Het is moeilijk vast te stellen in hoeverre zij in Anloo nog namens de firma Schnitger werkten. Omdat de naam Arp Schnitger niet in de archiefstukken voorkomt, wordt het orgel van Anloo meestal als Radeker-/Garrels werkstuk aangeduid. De orgelkast en de dispositie zijn geheel in de trant van Arp Schnitger gemaakt. Het instrument werd opgeleverd met 17 sprekende stemmen, verdeeld over twee manualen: ‘Manuael’ en ‘Borstpositiff’. Het front heeft zeer sterke verwantschappen met dat van de der Aa-kerk te Groningen, dat in 1702 door Schnitger voor de Academiekerk te Groningen gemaakt werd. Opvallend is de grote breedte van het front: hoewel het orgel bij oplevering een aangehangen pedaal bezat, suggereert het uiterlijk de aanwezigheid van pedaaltorens. Op 16 oktober 1718 wordt het orgel voor het eerst bespeeld en een jaar later wordt het orgel door de bekende Groningse organisten vader en zoon Havinga gekeurd en ‘in een goeje oodre gevonden’. In de loop van de achttiende eeuw werken orgelmakers Albertus Anthoni Hinsz, Nicolaus Anthony Lohman en Rudolph Knol aan het orgel, terwijl er in de 19e eeuw nog een vijftal orgelmakers in Anloo actief zijn.
4
Nadat in de twintigste eeuw de orgelmakers Doornbos en Vegter aan het instrument gewerkt hebben, is er behoorlijk veel aan het instrument gewijzigd. De vulstemmen en de Dulciaan waren verwijderd en de Vox Humana was van het Hoofdwerk naar het Borstwerk verhuisd. Een ingrijpende restauratie vindt van 1944-1948 plaats door Mense Ruiter, onder advies van de Nederlandse Klokkenen Orgelraad. Hoewel het orgel daarna weer een Mixtuur bezit, werd er toch ook weer veel gewijzigd aan het historische bestand. Zo werd de klavieromvang uitgebreid en werd de toonhoogte verlaagd. Ook werd het pijpwerk opnieuw geïntoneerd, o.m. door verlaging van de opsnede. De mechaniek werd deels vernieuwd en ook de windvoorziening was voor een groot deel van Mense Ruiter.
5
Hoewel we daar nu anders tegenaan kijken, heeft Mense Ruiter toch geprobeerd om het orgel piëteitvol te restaureren en deed hij dat met grote waardering voor het oude werk. Vanaf 1983 worden er plannen gemaakt voor een restauratie die meer recht doet aan het oorspronkelijke karakter van het instrument. Klaas Bolt wordt aangesteld als adviseur. Uiteindelijk wordt na veel wikken en wegen in 1990 de opdracht verstrekt aan Henk van Eeken en Gert van Buuren om het orgel te restaureren. Het uitgangspunt is de situatie van 1719: het jaar waarin het orgel werd opgeleverd. In 1991 wordt daar nog een opdracht aan toegevoegd: het orgel zal worden uitgebreid met een zelfstandig pedaal van vier stemmen. Omdat adviseur Klaas Bolt in 1990 komt te overlijden, wordt Harald Vogel benoemd als adviseur. In 1995 vindt er een catastrofe plaats: de orgelmakerij van Van Eeken in Leusden brandt af en daarmee gaat een groot deel van alle historische pijpwerk van het Radeker-/Garrelsorgel verloren. Daar het orgel al verregaand gedocumenteerd was, wordt er besloten tot een zo zorgvuldig mogelijke reconstructie. In 1999 is de eerste fase van deze reconstructie voltooid en wordt het orgel - nog zonder zelfstandig pedaal - in gebruik genomen. Uiteindelijk wordt het orgel in voltooide staat in 2002 door Harald Vogel gekeurd in gebruik genomen. De huidige dispositie luidt: Manuael (I)
Borstpositiff (II)
Pedael
Quintadena 16’ Principael 8’ Roerpijp 8’ Octav 4’ Spitspijp 4’ Quint 3’ Super Octav 2’ Sexquialter II Mixtuir IV-VI Trompet 8’ Vox Humana 8’
Gedackt 8’ Floit 4’ Octav 2’ Sijfloit 1 1/2’ Scherp III Dulciaen 8’
Bardon 16’ Octaaf 8’ Basuyn 16’ Cornet 4’
6
Koppel Borstpositiff / Manuael Koppel Manuael / Pedael Tremulant Speerventiel Manuael Speerventiel Borstpositiff Speerventiel Pedael Manuaalomvang: C-c’’’ Pedaalomvang: C-d’ Toonhoogte: a = ± 470 Hz Stemming: gemodificeerde middentoonstemming naar St. Cosmae, Stade (D)
Samenstelling van de Mixtuir: C: G: c: g: c1: g1: c2: g2:
Samenstelling van de Sexquialter: C: ⅔’ - 2 5’ c: 1 ½’ - 4 5’ c1: 2 ⅔’ - 1 3 5’ Samenstelling van de Scherp: C: c: c1: c2:
½’ - ⅓’ - ¼’ 1’ - ⅔’ - ½’ 1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ 2’ - 1 ⅓’ - 1’
7
⅔’ - ½’ - ⅓’ - ¼’ 1’ - ⅔’ - ½’ - ⅓’ 1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ - ½’ 2’ - 1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ 2’ - 1 ⅓’ - 1’ - 1’ - ⅔’ 2 ⅔’ - 2’ - 1 ⅓’ - 1’ - 1’ 4’ - 2 ⅔’ - 2’ - 1 1/3’ - 1’ - 1’ 4’ - 2 ⅔’- 2’- 2’- 1 ⅓’ - 1 ⅓’
Huisorgel Zijlstra Eind 2003 heeft de stichting Muziek in Anloo het huisorgel van mevrouw Zijlstra-Bloksma uit Wassenaar geschonken gekregen. Het instrument is in 1992 vervaardigd door de Gebr. van Vulpen te Utrecht. Muziek in Anloo heeft het orgel met een Regaal uitgebreid. Dispositie
Manuaal I
Manuaal II
Holpijp 8’ Fluit 4’ Regaal 8’
Holpijp 8’ (tr) Nasard 3’ Woudfluit 2’
Tremulant Manuaalomvang: C – f’’’ Pedaalomvang: C - d' Koppelingen: Manuaal I - Manuaal II (schuifkoppel) Pedaal - Manuaal I / Pedaal - Manuaal II Toonhoogte: a = ± 440 Hz Evenredig zwevende stemming
Freytag Kabinetorgel Het instrument is gebouwd in 1804 door Heinrich Hermann Freytag. Er zijn nog slechts drie orgels van dit type van zijn hand. Dit orgel heeft vanaf 1857 tot 1943 gestaan in de katholieke kerk van Zuidhorn. Toen werd het gekocht door orgelbouwer Mense Ruiter die het in 1943 in Anloo plaatste. In 1974 kocht Romke Venema uit Ten Boer het orgel. Met heel veel zorg en toewijding heeft de heer Venema het orgel gerestaureerd, waarna het in 1989 opnieuw in Anloo werd geplaatst. Dispositie
Holpijp 8’ Prestant 8’ D Prestant 4’ B/D Roerfluit 4’ Quint 3’ Octaaf 2’
Tremulant Manuaalomvang: C-f’’’ Toonhoogte: a = ± 440 Hz Temperatuur: Neidhardt III
8
Freytagorgel Magnuskerk Anloo
9
Roden - Catharinakerk Deze sfeervolle dorpskerk op de Brink te Roden dateert in eerste aanleg uit de 13e eeuw en werd als éénbeukige Romano-gotische kerk gebouwd. Het gotische koor stamt uit de 15e eeuw. Ook de zijbeuken dateren vrijwel zeker uit die tijd; een aanwijzing daarvoor kan zijn dat zowel de muren van het koor als die van de zijbeuken op een fundament van veldkeien staan. De kerk werd zwaar beschadigd tijdens het beleg van Groningen door Willem Lodewijk van Nassau in de 80-jarige oorlog. In de periode 1643-1663 kreeg het schip een rond tongewelf en werden de zijbeuken voorzien van een halfrond tongewelf. De gedeeltelijk binnen de kerk opgetrokken toren is gebouwd rond 1500. De kerk heeft een fraai interieur. Er is onder meer de kansel uit 1717 en de achttiende-eeuwse ‘Kymmellbank’ in het koor. De kerk heeft haar naam ontleend aan de heilige Catharina van Alexandrië. Op 5 maart 1776 legateert Maria Catharina Hoppinck een bedrag van tienduizend Caroligulden aan de Nederduits Gereformeerde Gemeente te Roden. De gulle geefster was een nazaat van één van de eerste predikanten te Roden: dominee Gajus Hoppinck, die er predikant was van 1608 tot 1638. In het testament werd bedongen dat het bedrag gebruikt zou worden voor een nieuw te bouwen orgel, alsmede voor het onderhoud van het instrument en het traktement van de te benoemen organist. Er werd contact gezocht met de inmiddels bejaarde organist van de Martinikerk te Groningen, Johann Wilhelm Lustig, die goed bevriend was met de orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz. Deze orgelmaker krijgt dan ook de opdracht en in april 1780 vindt de eindkeuring plaats door Lustig. Het instrument werd op 4 juni van dat jaar plechtig in gebruik genomen met een predicatie over Psalm 144 vers 9 door ds. Regnerus Tjaarda de Cock, predikant te Nieuwe Pekela, die een bloedverwant was van Maria Catharina Hoppinck, de donatrice. Het orgel bezit een ruime dispositie met 17 sprekende stemmen, verdeeld over Hoofdwerk en Rugpositief. Het pedaal is aangehangen.
10
Het snijwerk aan de fraaie orgelkas werd gemaakt door Anthony Derkzoon Smit en laat een combinatie van rococovormen en classicistische thema’s zien. Na de dood van orgelmaker Hinsz in 1785 kregen diens opvolgers F.C. Schnitger jr. en zijn compagnon H.H. Freytag het instrument in onderhoud. Dezen werden op hun beurt door H.E. Freytag opgevolgd. Dankzij deze lijn van orgelbouwers in dezelfde traditie is het orgel decennia lang ongeschonden bewaard gebleven. In 1869 gaat het onderhoud over naar de firma P. van Oeckelen en Zonen. In 1931-1932 vinden er voor het eerst grote wijzigingen plaats, met als gevolg wezenlijke klankveranderingen. Allereerst werd in 1931 de pleisterlaag van de kerk verwijderd, zoals dat in die tijd wel vaker onder het mom van ‘restauratie’ werd gedaan. Bovendien krijgt Firma M. Spiering (Dordrecht) de opdracht om het orgel te restaureren, waarbij de beide vulstemmen en twee van de drie tongwerken verdwijnen. Ook de beide tremulanten en de afsluitingen worden weggenomen. In de periode 1950-1955 was de orgelmaker Mense Ruiter verantwoordelijk voor de restauratie van het instrument. Als adviseur namens de orgelcommissie der Nederlandse Hervormde kerk werd Lambert Erné aangetrokken. Hij maakt in 1951 een rapport op over de situatie van het instrument en de benodigde ingrepen. Ten aanzien van de dispositie uit 1780 werden de volgende veranderingen aangebracht: Uitbreiding van de Prestant 8’ met 25 ladepijpen, waardoor deze twee sterk werd vanaf g klein. Uitbreiding van de Mixtuur met in de discant 51/3 en 31/5 voets pijpen; deze koren konden uitgeschakeld worden. Zodoende was het register te gebruiken als lage tertsmixtuur, maar ook als meer briljante mixtuur bij polyfoon spel. Vernieuwing van de frontpijpen Prestant 8’ en Prestant 4’ In plaats van de oude balgen een regulateur met windmotor. In de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw werd de bespeelbaarheid van het instrument steeds slechter. In 1998 werd de 1e fase van een hernieuwde restauratie door orgelmaker Bakker & Timmenga (Leeuwarden) afgesloten. De adviseur was Stef Tuinstra. De voornaamste werkzaamheden betroffen het restaureren van de windlade van het hoofdwerk. In een volgende fase zijn de andere onderdelen van het orgel gerestaureerd. Daarbij is een groot deel van het pijpwerk uit 1955 (Mense Ruiter) gehandhaafd, aangezien dit goed functioneert in de huidige akoestiek van de ongepleisterde kerk. De Dulciaan en de Vox Humana zijn deels nieuw, naar voorbeeld van het Hinsz-orgel in Midwolda. Ook werd er in de zuidelijke zijbeuk een zolder gemaakt met daarop drie nieuwe spaanbalgen. Het orgel is op 27 januari 2006 weer in gebruik genomen.
11
De huidige dispositie luidt: Manuaal (I)
Rugpositief (II)
Bordon 16’ Praestant 8’ (Discant dubbel) Holpyp 8’ Octaaf 4’ Speelfluit 4’ Nassat 3’ Waldfluyt 2’ Mixtuir V-VII (B/D) Trompet 8’ (B/D) Voxhumana 8’ (B/D)
Fluit Does 8’ Praestant 4’ Gedaktfluit 4’ Octaaf 2’ Spitsfluit 2’ Sexquialter II-IV Dulciaan 8’ Aangehangen pedaal
Tremulant does (opliggend, hele werk) Tremulant (inliggend, Rugwerk) Windafsluiting Windlosser Schuifkoppel
Manuaalomvang: C-f’’’ Aangehangen pedaal, omvang: C-d’ Toonhoogte: a = ± 415 Hz Stemming: gemodificeerde 1/6 komma Winddruk: 68 mm waterkolom
Samenstelling van de Mixtuur: C: c: c1: c2: c3:
2’ 2’ 4’ 4’ 4’
-
1 3 5’ - 1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ 1 3 5’ - 1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ 3 1 5’ - 2 ⅔’ - 2’ - 1 ⅓’ - 1’ 3 1 5’ - 2 ⅔’ - 2’ - 2’ - 1 ⅓’ - 1 ⅓ 4’ - 3 1 5’ - 2 ⅔’ - 2’ - 2’ - 1 ⅓’
Samenstelling van de Sexquialter: C: 1 ⅓’ - 1 3 5’ c1: 2 ⅔’ - 2’ - 1 3 5’ f♯2: 2 ⅔’ - 2’ - 2’ - 1 3 5’
12
13
Veenhuizen - Koepelkerk Midden in het bosrijke Drentse landschap ligt het dorp Veenhuizen, een voormalige kolonie van de ‘Maatschappij van Weldadigheid’. Het complex, dat in 1818 door generaal Johannes van den Bosch werd gerealiseerd, bestaat uit een strak lijnenspel van wegen, lanen, grachten en gebouwen. De oorspronkelijke opzet was een zelfonderhoudend dorp dat bewoond werd door aan lager wal geraakte mensen als zwervers, landlopers en wezen. Samen met het verzorgend personeel vormden ze een kleurrijke bevolking, wonend en werkend in de gebouwen die we heden ten dage nog zien. Veel huizen hebben fraaie moralistische opschriften als ‘Werk en Bid’ of ‘Leering door Voorbeeld’. In het hart van het dorp vinden we twee kerken: een forse neogotische roomskatholieke kerk en op steenworp afstand de achtkantige Koepelkerk. Deze koepelkerk werd in 1825-1826 vervaardigd en heeft door zijn bijzondere bouwwijze met koepelgewelf en Toscaanse zuilen een zeer fraaie akoestiek. Hoewel het orgel op het eerste gezicht voor deze kerk gemaakt lijkt te zijn, is dit toch niet het geval: het is zelfs ouder dan het kerkgebouw. Het instrument werd in 1821 door Johan Adolf Hillebrand voor de Hervormde kerk te Akkrum (Friesland) gebouwd. Hillebrand was een leerling van orgelmaker Albertus van Gruisen, die op zijn beurt uit de Hinsz-school kwam. Dit is aan het frontontwerp ook duidelijk te zien: de werkindeling met hoofd- en rugwerk en de verdeling van de pijpen over torens en velden doet nog erg ‘barok’ aan. Hillebrand was daarmee zeer traditioneel, vooral omdat de meeste orgelmakers in de negentiende eeuw de voorkeur gaven aan orgels met bovenwerken i.p.v. rugpositieven. Het rugpositief in Akkrum werd overigens vooralsnog loos; wel kwamen er frontpijpen met kernen in en werden er stemluiken in de achterwand aangebracht. Daardoor kunnen we aannemen dat een klinkend rugwerk in een later stadium misschien wel gepland was. Het orgel werd opgeleverd met een Hoofdwerk van 9 stemmen en een aangehangen pedaal. Qua klankgeving was de Mixtuur met zijn hoge samenstelling (zonder tertsen) ook nog zeer traditioneel, terwijl de Viola di Gamba 8’ (discant) en de Fluit d’amour 4’ wel weer typisch zijn voor de bouwtijd. In 1852 ontvingen de kerkvoogden in Akkrum de beschikking over een legaat ‘ter verbetering van het orgel’ van een (in leven) welgesteld inwoner van Akkrum. Een kans om het rugwerk alsnog te vullen met pijpwerk? Nee, omdat het bedrag aanzienlijk was, besloot men voor dat geld gelijk maar een nieuw instrument aan te schaffen, dat veel groter moest worden en meer in overeenstemming met de smaak van die tijd. Orgelbouwer Petrus van Oeckelen & zonen leverde het nieuwe instrument, dat overigens ook van een loos rugpositief werd voorzien!
14
Van Oeckelen verkocht het Hillebrandorgel door naar Veenhuizen, waar het in 1856 op een daarvoor aangepaste galerij een plaats vond. De rugwerkkas werd in diepte gereduceerd en ook de ruimte tussen hoofd- en rugwerk is sindsdien minimaal. Orgelmaker N.A.G. Lohman uit Assen werkte in 1912 aan het orgel, terwijl firma Bakker & Timmenga (Leeuwarden) in 1964 het orgel restaureerde. Daarbij werd het manuaalklavier vernieuwd en een groot deel van de mechanieken uit moderne materialen vervaardigd. De door Van Oeckelen geplaatste adelaars op de hoofdwerkkas verdwenen toen ook, aangezien die totaal verwormd waren.
In 2004 / 2005 werd het orgel opnieuw gerestaureerd, nu door Orgelmaker Bernhardt Edskes (Wohlen, Zwitserland). Hij tekende niet alleen voor de restauratie, maar maakte ook het loze rugpositief voor het eerst klinkend en voegde een Bourdon 16’ toe aan het aangehangen pedaal. Verder werd de niet originele magazijnbalg vervangen door een tweetal keilbalgen, die samen met de horizontaal geplaatste Bourdon 16’ in de balgenkast achter het orgel zijn ondergebracht. De balgen zijn nu ook weer te treden, waarbij de aanwezige orgelbank vermaakt is tot ‘calcantenbank’.
15
Omdat de Rijksdienst voor Monumentenzorg niet toestond dat de rugwerkkas verdiept werd, zag orgelmaker Edskes zich genoodzaakt in de slechts 22 cm. diepe kas het nieuwe binnenwerk onder te brengen! De nieuwe klaviatuur werd naar het voorbeeld van het Hillebrandorgel te Drachten gemodelleerd. Daarbij is een al aanwezige registerknop gebruikt als afsluiter voor de Bourdon 16’ van het pedaal. De registers van het rugwerk worden bediend door kleine schuifjes op het dak van de rugwerkkas. Het pijpwerk van het Hoofdwerk is nog oud, op een deel van de Mixtuur en de gereconstrueerde Trompet na. De rugwerkprestant is van C tot bes (front) oud. De orgelkas is door Helmer Hut (Beerta) in de oude kleurstelling teruggebracht: mahonie-imitatie en het snijwerk in ivoorwit met gouden accenten. De huidige dispositie luidt: Hoofdwerk (I)
Rugpositief (II)
Prestant 8’ (DIS-bes front) Holpijp 8’ Viola di Gamba 8’ (D) Octaaf 4’ Fluit d’amour 4’ Quint 3’ Octaaf 2’ Mixtuur III-IV Trompet 8’ (B/D)
Fluit does 8’ (hout) Prestant 4’ (C-bes front) Woudfluit 2’ Sexquialter quint 3’ Sexquialter terts 1 3/5’ Pedaal:
Bourdon 16’ (hout) (aangehangen aan HW)
Opliggende tremulant (hele werk) Afsluiting Manuaalomvang: C-f’’’ Pedaalomvang: C-g (groot C onder groot C van de manualen) Evenredig zwevende temperatuur Toonhoogte a = ± 440 Hz. Samenstelling Mixtuur: C: C: c1: f♯2:
1 ⅓’ - 1’ - ⅔’ 2’ - 1 ⅓’ - 1’ 4’ - 2 ⅔’ - 2’ - 1 ⅓’ 4’ - 2 ⅔’ - 2’ - 2’
Van de Sexquialter zijn het quint- en het tertskoor apart registreerbaar, om zo de gebruiksmogelijkheden te vergroten.
16
17
Vrijdag 1 juli 20.00 uur - Catharinakerk Roden
Hayo Boerema Johann Sebastian Bach (1685-1750) Praeludium in a (BWV 561) Sonate III d-moll (BWV 527) - Andante - Largo - Vivace Johann Gottfried Walther (1684-1748) Concerto del Sigr. Taglietti - Adagio - Allegro - Adagio - Allegro Pauze Jean Langlais (1907-1992) Uit ‘Organ Book’: - Prélude - Pastoral song - Flûtes - Scherzando - Musette - Pasticcio Hayo Boerema (*1972) - Improvisatie
18
Hayo Boerema werd geboren in 1972 in Groningen. Aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag studeerde hij orgel bij Johann Th. Lemckert en kerkmuziek bij Marijke van Klaveren. Tevens behaalde hij er zijn Aantekening Improvisatie bij Jos van der Kooy. Aan het Rotterdams Conservatorium studeerde hij koordirectie bij Barend Schuurman. Verdere improvisatielessen volgde hij bij Jos van der Kooy en in Parijs bij Naji Hakim. Bij Ben van Oosten specialiseerde hij zich in het frans-symfonische repertoire. Hij won prijzen tijdens diverse concoursen en festivals: o.a. in Wenen (1998), Neurenberg (1999), Parijs (1999), St. Albans (2001), Nijmegen (2004) en Kotka (2005). Hij heeft een uitgebreide concertpraktijk met recitals zowel in binnen- als buitenland. Tevens werkt hij regelmatig mee aan radio-opnamen, zowel in samenwerking met diverse koren, zoals de Laurenscantorij, als wel als solist. Sinds december 2005 is hij organist van de Grote of St. Laurenskerk te Rotterdam. In 2009 ontving hij van de Société Académique d’Education et d’Encouragement ‘Arts, Sciences, Lettres’ in Parijs de zilveren medaille vanwege zijn verdiensten voor de Franse orgelkunst. Sinds 2010 is hij verbonden aan Codarts Hogeschool voor muziek in Rotterdam als docent improvisatie. Van zijn spel zijn diverse cd’s verschenen - waaronder het integrale werk van Jehan Alain - die door de pers zeer positief zijn ontvangen. www.hayoboerema.com
19
Zaterdag 9 juli 20.00 uur - Magnuskerk Anloo
Hugo Bakker Van Vulpenorgel Dietrich Buxtehude (1637-1707) Canzona in G Johann Adam Reincken (1643-1722) Fuge in g
Freytagorgel Bernardo Pasquini (1637-1710) Variazioni d’invenzione (selectie)
Radeker-/Garrelsorgel Anthonie van Noordt (1619-1675) Psalm 24 Pauze Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) Psalm 116 Hugo Bakker (*1985) Drie motetintavolaties - Fors Seulement (Ockeghem) - Ancor che col partire (De Rore) - Mille regretz (Josquin des Prez) Johann Jakob Froberger (1616-1667) Toccata in d Canzona in g Dietrich Buxtehude ‘Ich ruf zu Dir’ Georg Muffat (1653-1704) Toccata prima
20
Georg Friedrich Händel (1685-1759) Samuel de Lange jr. (1840-1911) Organ concerto Op. 4 Nr. 5 in F - Larghetto - Allegro - Alla siciliano - Presto
Hugo Bakker (1985) studeerde geschiedenis, orgel, kerkmuziek en klavecimbel aan de Universiteit Leiden, het Rotterdams Conservatorium en het Lemmensinstituut te Leuven. Zijn docenten orgel waren Bernard Winsemius, Reitze Smits en Luc Ponet. Klavecimbel en continuo studeerde hij bij Kris Verhelst. Hij volgde masterclasses bij o.a. Olivier Latry, Zsigmond Szathmáry, Lorenzo Ghielmi, Thomas Trotter en Harald Vogel. Prijzen won hij op concoursen in o.a. Maassluis en Pistoia (Italië). Daarnaast werd hem de prestigieuze Sweelinck-Müllerprijs 2014 toegekend. Hugo is als organist verbonden aan de St. Maartenskerk te Zaltbommel en is daarmee de vaste bespeler van het monumentale Wolfferts-/ Heyneman-orgel uit 1783. Hiernaast geeft hij concerten, geeft hij les en schrijft hij (muziekwetenschappelijke) artikelen. www.hugobakker.org
21
Maandag 11 juli 20.00 uur - Koepelkerk Veenhuizen
Gerben Budding, orgel - Marjon van der Linden, sopraan Johann Sebastian Bach (1685-1750) Toccata in d-moll (BWV 913) - Ohne Bezeichnung - Presto - Adagio - Allegro *Uit: Cantate ‘Ich bin vergnügt mit meinem Glücke’ (BWV 84) - Aria ‘Ich bin vergnügt mit meinem Glücke’ - Recitativo ‘Gott is mir ja nichts schuldig’ - Aria ‘Ich esse mit Freuden’ - Recitativo ‘Im Schweiße meines Angesichts’ - Choral ‘Ich leb’ indes in dir vergnüget’ ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’ (BWV 642, 690 en 691) Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) Uit: Choralkantate ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’ - Aria ‘Er kennt die rechten Freudenstunden’ Samuel de Lange junior (1840-1911) Uit: Zwölf Leichtere Orgelstücke (Opus 56) - Intermezzo Max Reger (1873-1916) N.B. Reger-gedenkjaar Uit: Zwei geistliche Gesänge für mittlere Stimme und Orgel (Opus 19) - ‘Doch du liessest ihn im Grabe nicht’ Sigfrid Karg-Elert (1877-1933) ‘Völlige Hingabe’ (Geistliches Lied - Opus 66 nr. 1) Max Reger (1873-1916) Uit: Zwölf Stücke für die Orgel (Opus 59). - Fuge in D-dur
22
Gerben Budding is hoofdorganist van de Grote Kerk te Gorinchem, waar hij het monumentale Bätz-Witte orgel (1853, met ouder pijpwerk) bespeelt. Ook is hij een van de vaste organisten tijdens de Vesperdiensten in de Domkerk te Utrecht. Hij geeft orgelconcerten in binnen- en buitenland, en is actief als continuospeler en begeleider. Hij won de eerste prijs op het Second International Organ Competition 'Agati-Tronci' in San Marcello Pistoiese (Pistoia, Italië; 16e-/17eeeuws repertoire), de tweede prijs op het Internationaal Schnitger Concours in Alkmaar (Bach), de Litaize-prijs op het Internationale César Franck Concours te Haarlem en de Publieksprijs op het improvisatieconcours 'Organ without borders' in Luxemburg. Aan het Utrechts Conservatorium studeerde hij de hoofdvakken orgel met kerkmuziek en improvisatie bij Reitze Smits en koordirectie bij Rob Vermeulen. Klavecimbellessen kreeg hij van Siebe Henstra. In 2009 rondde hij cum laude zijn Bacheloropleidingen af en in 2011 eveneens cum laude zijn Masteropleidingen. Hij volgde privélessen bij de Franse organist Louis Robilliard en bij Petra Veenswijk (beide Franck), masterclasses improvisatie bij de befaamde improvisator Thierry Escaich en bij Prof. Rudolf Lutz en een masterclass literatuur (Bach) bij Martin Haselböck. Driemaal nam hij deel aan de Kurt Thomas Cursus voor orkestdirectie bij onder onder meer Daan Admiraal, Edmond Saveniers en Georg Grün. Als dirigent is hij verbonden aan orkest Intermezzo te Gouda, verschillende oratoriumkoren en het koor van de Grote Kerk Gorinchem. Van zijn orgelspel verschenen meerdere CD’s met o.a. werk van Bastiaans en Litaize. Meest recent verscheen de dubbel-CD ‘Het Geneefse Psalter gespeeld en gezongen’ en een CD-box (9 CD’s) met het complete orgelwerk van Samuel de Lange Jr. Sopraan Marjon van der Linden studeert zang bij Johannette Zomer en Annelies Lamm aan de Academia Musica. Daarvoor studeerde ze zang bij Dobrinka Yankova aan het Utrechts Conservatorium. Eerdere zanglessen ontving ze van José Lieshout, Leonore Engelbrecht en Desirée Verlaan. Marjon treedt als solist regelmatig op bij diverse koren en gelegenheden. Zo was ze te horen in cantates van Bach en Buxtehude, passies van Bach, de Paulus en andere muziek van Mendelssohn, het Requiem van Mozart, diverse
23
werken van Vivaldi, Mozart en Händel, de bekende sopraansolo uit het Miserere Mei van Allegri en vele andere werken. Als ensemblezanger zingt Marjon in verschillende samenstellingen, waaronder het professionele Ars Musica Kamerkoor, o.l.v. Patrick van der Linden. Ook geeft ze stemvorming bij koren en geeft ze privé zangles. Naast zangeres is Marjon dirigent. Ze behaalde op het Utrechts Conservatorium haar Bachelor- en Masterdiploma cum laude, bij docent Rob Vermeulen. Ze is dirigent van het Sweelinck Kamerkoor uit Apeldoorn en Cantatekoor Wageningen. Daarnaast is ze artistiek leider van de Koorschool en het Meisjeskoor van Stichting Ars Musica. Marjon geeft tevens dwarsfluitles en koordirectieles. www.gerbenbudding.nl
www.marjonvanderlinden.nl
24
Het Radeker- / Garrelsorgel Magnuskerk Anloo 25
Vrijdag 15 juli 20.00 uur - Catharinakerk Roden
Erwin Wiersinga Michael Praetorius (1571-1621) Uit ‘Terpsichore’ (1612) - Passameze - Pavane de Spaigne - Gaillarde - Ballet des coqs Girolamo Frescobaldi (1583-1643) Capriccio sopra la bassa Fiamenga Georg Muffat (1653-1704) Ciacona in e Matthias Weckmann (1616-1674) Canzona in d Georg Böhm (1661-1733) Partita: ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’ Johann Christian Kittel (1732-1809) Praeludium in a Pauze Johannes Brahms (1833-1897) Praeludium en Fuga in a ‘Schmücke dich, o liebe Seele’ Johann Sebastian Bach (1685-1750) Uit de ‘Schübler Choräle’ - ‘Wachet auf ruft uns die Stimme’ (BWV 645) - ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’ (BWV 647) Praeludium en Fuga in G-Dur (BWV 541)
26
Erwin Wiersinga (*1962) studeerde aan het Stedelijk Conservatorium te Groningen bij Wim van Beek en behaalde het Diploma UM orgel met onderscheiding. Ook behaalde hij het UM-diploma piano bij Gerben Makkes van der Deijl. Verdere studie volgde hij bij o.a. Harald Vogel, Marie Claire Alain en Guy Bovet. Samen met Leo van Doeselaar is hij in 2014 benoemd tot titulair organist op het fameuze Arp Schnitger-orgel in de Martinikerk te Groningen. Erwin Wiersinga is orgeldocent aan de Universität der Künste te Berlijn en aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Hij concerteerde in vele Europese landen alsmede in Korea China en Japan. In 2007 was hij solist in de Berliner Staatsoper, waar hij de orgelsolo uit de opera Doktor Faust van Busoni o.l.v Daniel Barenboim vertolkte. In 2012 was hij gastdocent aan het State Conservatory van Beijing. Hij is te beluisteren op verschillende cd’s, waarvan de cd ‘Orgelcultuur in Groningen’, opgenomen met enkele Groningse collega’s, werd bekroond met een Edison. In 2004 nam hij samen met het vocaal ensemble The Gents het Requiem en de Messe Cum Jubilo van Maurice Duruflé op. Deze cd werd in de internationale pers zeer lovend ontvangen en in het Franse Classic Today opgenomen in de top 10 van beste cd’s in 2005. In de USA werd de cd onderscheiden met de Classic Internet Award. Ook verscheen het complete orgelwerk van Jehan Alain, opgenomen met collega Leonore Lub voor de NCRV radio op cd. In 2008 verscheen een cd met Yfynke Hoogeveen waarop eigen bewerkingen van o.a. de Tombeau de Couperin van Ravel (waarvan de bladmuziek ook bij de firma Boeijenga is verschenen) voor solo orgel en de klarinetsonate van Poulenc zijn te horen. Erwin Wiersinga is regelmatig actief in verschillende orkesten, waaronder het Concertgebouworkest. In die hoedanigheid werkte hij met dirigenten als Mariss Jansons, Ricardo Chailly, Ivan Fischer, Philippe Herreweghe, Sir Colin Davis en Leonard Slatkin. Hij is organist op het Hinsz-orgel in de Catharinakerk te Roden. www.erwinwiersinga.nl
27
Zaterdag 23 juli 20.00 uur - Magnuskerk Anloo
Ensemble ‘Inégal Consort’ - Robert Koolstra, orgel - Carles Vallès i Castelló, blokfluit Andrea Falconieri (1586-1656) La suave melodia y su corrente Biaggio Marini (1594-1633) La Bemba Giovanni Antonio Leoni (ca. 1600-ca. 1651) Sonata XV Girolamo Frescobaldi (1583-1643) Toccata Quinta – orgelsolo Canzona prima detta la Bonuisia Canzona seconda detta la Bernardinia Giovanni Battista Fontana (ca. 1580/89-ca. 1630) Sonata Terza Georg Muffat (1653-1704) Toccata Septima - orgelsolo Dario Castello (ca. 1590-ca. 1658) Sonata Seconda Pauze Dietrich Buxtehude (1637-1707) Toccata d-moll (BuxWV 155) - orgelsolo Passacaglia (BuxWV 161) – orgelsolo Georg Philipp Telemann (1681-1767) Canonic Sonata B flat Major
28
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Sonata E flat Major (BWV 1035) - Adagio ma non tanto - Allegro - Siciliano - Allegro Assai
Het Inégal Consort dankt haar naam aan de vrije, ‘swingende’ manier van spelen vanaf de 16e eeuw in Frankrijk: ‘Jeu inégale’. De musici uit dit ensemble zijn experts op het gebied van historische uitvoeringspraktijk. De ‘kern’ van het Inégal Consort wordt gevormd door de virtuoze Catalaanse blokfluitist en fagottist Carles Vallès i Castelló en de veelzijdige organist en klavecinist Robert Koolstra. Het ensemble wordt, afhankelijk van de wensen van de concertlocatie, aangevuld met o.a. cello, viola da gamba, luit en/of viool. Inégal Consort werkte met diverse gastspelers waaronder Juan de la Rubia, Jordi Armengol en Michel Behringer. Carles Vallès i Castelló: “My teacher is nature itself; my teacher is music itself”. Toen hij nog maar enkele maanden oud was, hoorde zijn moeder gefluit vanuit wieg. Het was Carles, zijn eerste taal bleek de taal van de muziek. De virtuoze musicus Carles Vallès i Castelló is geboren en getogen in Esplugues de LLobregat, een Katalaans plaatsje in de provincie Barcelona. Al op zijn vijftiende soleerde hij met diverse professionele orkesten. Als zestienjarige startte hij zijn blokfluitstudie bij Pedro Memelsdorff in Bologna en later in Milaan. Carles vervolgde zijn studies in Freiburg waar hij de ‘Alexander von Humboldt Scholarship’ ontving. In 2001 sloot Carles zijn ‘Diplom’ studie af met de hoogste onderscheiding. In 2003 ontving hij tevens zijn ‘Solisten Diplom’ aan de Musikhochschule te Freiburg, wederom met de hoogste onderscheiding. Carles was prijswinnaar in onder meer de ‘Early Music Competition Brugge’, 1999.
29
Sindsdien werkt hij op met internationale solisten waaronder organist Juan de la Rubia, Michael Behringer. Op blokfluit en fagot werkt Carles met orkesten en ensembles door heel Europa waaronder Les Talents Lyriques, Das Freiburger Barockorchester, B’rock and Collegium Vocale Ghent, Vespres d’Arnadí en Capella Cracoviensis. Carles’ spel wordt gekenmerkt door haar intensiteit, virtuositeit en rijkheid in kleur en dynamiek.
Robert Koolstra studeerde orgel en klavecimbel aan het Noord-Nederlands Conservatorium en kreeg daarna een studiebeurs voor zijn ‘Postgraduate Degree’ aan de ‘Guildhall School of Music and Drama in London’ (GB)en Amerika. Als solist is hij regelmatig te horen op orgel en klavecimbel. Medewerking verleende hij aan verschillende tv en radio opnames. Als artistiek adviseur en continuo speler is hij verbonden aan het koor en barokorkest van het Luthers Bach Ensemble waarmee hij onlangs soleerde onder de leiding van Ton Koopman in het klavecimbelconcert F-dur van J.S. Bach. In 2008 / 2009 was Robert hoofdvakdocent en hoofd van de afdeling klassiek aan het conservatorium in Chennai (India) op uitnodiging van dubbele Oscarwinnaar A.R.Rahman. Daarna werkte hij als kamermusicus en docent in Montreal (Canada). Robert organiseerde klavecimbelfestivals in Groningen waar hij de afgelopen jaren integraal alle Partita's en Engelse Suites en het Wohltemperiertes Klavier van J.S. Bach uitvoerde. Tot heden is hij als organist verbonden aan de Remonstrantse gemeente in Groningen. www.robertkoolstra.com
30
Van Vulpenorgel Magnuskerk Anloo
31
Maandag 25 juli 20.00 uur - Koepelkerk Veenhuizen
Sietze de Vries Sietze de Vries (*1973) Improvisatie
Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) ‘Vater unser im Himmelreich’ (4 versus) Sietze de Vries Improvisatie Georg Friedrich Händel (1685-1759) Ouvertüre (uit Klavecimbelsuite VII g-moll) Air with variations (‘The harmonious blacksmith’) Sietze de Vries Improvisatie
Sietze de Vries (*1973) is internationaal concertorganist en kerkmusicus. Aan het conservatorium van Groningen studeerde hij bij Johan Beeftink, Jan Jongepier (improvisatie) en Wim van Beek. Het Uitvoerend Musicus diploma behaalde hij in 1996 aan het Koninklijk Conservatorium te 's Gravenhage bij Jos van der Kooy. Bij hem studeerde hij ook improvisatie en kerkmuziek. Dit resulteerde in de Aantekening Improvisatie en de Bevoegdheidsverklaring I voor kerkmuziek. Verdere nascholing in de vorm van masterclasses volgde hij o.m. bij Theo Jellema, Bert Matter, Wolfgang Zerer, Olivier Latry, Michel Bouvard en Ludger Lohmann. Tijdens en na zijn studie aan de conservatoria van Groningen en Den Haag, maakte hij naam door niet minder dan vijftien prijzen te winnen bij diverse orgelconcoursen.
32
Hoogtepunt en tevens afsluiting van zijn concoursdeelname was het winnen van het internationale improvisatieconcours te Haarlem in 2002, waarvan hij in 1998 en 2000 ook al finalist was. In het nieuwe millennium nam de carrière van Sietze de Vries ook internationaal een hoge vlucht: hij concerteert in vele Europese landen, maar ook in de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Afrika, Rusland en Australië. Als improvisatiedocent wordt hij internationaal veel gevraagd en is hij ‘visiting professor’ aan de universiteit van Collegedale (USA) en de McGill Summer Organ Academy te Montreal (CA). Verder gaf hij o.a. les aan het Liszt-conservatorium te Budapest (HUN), de Hochschule für Kirchenmusik te Herford (D), Trinity College te Cambridge (UK), de universiteiten van Aberdeen en St. Andrews (Schotland) en het conservatorium van Sydney (AUS). Als docent is Sietze tevens verbonden aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. De combinatie van literatuurwerken en improvisatie, steeds aangepast aan het te bespelen instrument, is het handelsmerk van Sietze de Vries, niet alleen bij concerten maar ook op cd. Een ruime selectie aan geluidsdragers is inmiddels voorhanden op zijn eigen label JSB-records. De cd’s krijgen internationaal zeer lovende kritieken en worden in grote oplages wereldwijd verkocht. Naast zijn werk als concerterend en docerend organist, is Sietze de Vries internationaal actief als excursieleider, geeft hij lezingen en masterclasses en maakt hij speciale kinderprogramma’s rondom het orgel. Zijn betrokkenheid bij het ontwikkelen van jong talent blijkt ook uit het feit dat hij vaste begeleider is van het bekende Roder Jongenskoor, de Roden Girl Choristers en het Kampen Boys Choir, die in Engels-Anglicaanse traditie musiceren. Artikelen van zijn hand over kerkmuziek, orgelbouw en improvisatie verschijnen regelmatig in diverse internationale bladen. Als redacteur orgelbouw is Sietze de Vries werkzaam voor vakblad ‘Het Orgel’. www.sietzedevries.nl
33
Vrijdag 29 juli 20.00 uur - Catharinakerk Roden
Gerrie Meijers Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Kirchensonate in C-Dur (KV 336) Dietrich Buxtehude (1637-1707) Passacaglia in d-moll (BuxWV 161) Arvo Pärt (1935) ‘Mein Weg hat Gipfel und Wellentäler’ Pari Intervallo Johann Heinrich Buttstett (1666-1727) Fuga in e Pauze Johann Sebastian Bach (1685-1750) Concerto in C (BWV 595) Philip Glass (geb.1937) Metamorphosis II Johann Sebastian Bach (1685-1750) ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ (BWV 662)
à 2 Clav. et Ped. Canto fermo in Soprano
Piece d’ Orgue (BWV 572) - Très vitement - Grave - Lentement
34
Gerrie Meijers, organist en pianist, studeerde met onderscheiding af als Uitvoerend Musicus. Haar docenten orgel waren Johan van Dommele en Hans van Nieuwkoop; haar docenten piano Arthur Hartong en Jacques Hendriks. Op de internationale orgelconcoursen van Toulouse en Nijmegen won ze prijzen en van de Société Academique ‘Arts-SciencesLettres’ ontving zij de zilveren medaille vanwege haar verdiensten voor de Franse muziek. Gerrie concerteert in binnen- en buitenland en is zeer actief als begeleidster met een uitgesproken voorkeur voor het vocale genre in de breedste zin van het woord. Zij is organist van de Remonstrantse Kerk te Haarlem en pianist / correpetitor bij een groot aantal koren. Zij vormt duo’s met de zangeressen Wieke Ubels, Annette Stallinga en Cecile Roovers en een vierhandig duo met Christine Kamp. Als freelancer werkt ze ook regelmatig bij Holland Opera, Stichting Vocaal Talent Nederland, Casuquo, Stem van Haarlem, Zangstudio Haarlem en het Orlandusensemble. Gerrie Meijers maakte diverse radio- en cd-opnamen, waaronder de GoldbergVariationen van Bach op orgel en de Symphonie-Passion van Duprè in de OLVkathedraal van Antwerpen. Bijzondere producties waaraan ze haar medewerking verleende, waren o.a. het muziektheaterprogramma Liefde op de Schop met Cecile Roovers en Verele Vorstman(filmmaakster), de dansvoorstelling Pulse in het Orgelpark op muziek van Ligeti, de première van het Fukushima Requiem van Zsigmond Szathmáry tijdens het openingsconcert van het Internationaal Orgelfestival Haarlem, het minimal music-concert Landscape in sound en de muziekvoorstelling Luther van Boudewijn Tarenskeen voor bariton, koor (Cappella Amsterdam) en orgel. Afgelopen najaar ging de nieuwe kindervoorstelling ‘voor het slapen gaan’ van Cecile Roovers(zang) en Gerrie Meijers(orgel) in première in de St. Servaas Basiliek van Maastricht en in februari van dit jaar maakte ze samen met de Lichtbende de muziekproductie ‘Messiaen’ op speciaal verzoek van het Orgelpark.
35
Zaterdag 6 augustus 20.00 uur - Magnuskerk Anloo
Jochem Schuurman Radeker-/Garrelsorgel Jakob Hassler (1569-1622) Toccata di quarto tono Franz Danksagmüller (*1969) Estampie für Orgel Friedrich Wilhelm Zachow (1663-1712) ‘Jesu, meine Freude’ (partita)
Freytagorgel Joseph Haydn (1732-1809) Uit ‘Zwölf kleine Stücke’ Hob. XVII Anh: Nr. 1, 2, 8 en 9
Pauze Van Vulpenorgel John Stanley (1712-1786) Concerto in C Opus 10 Nr. 6 - Allegro - Slow - Rondeau
Radeker-/Garrelsorgel Dietrich Buxtehude (1637-1707) Toccata in F BuxWV 156
36
Jochem Schuurman (*1989) kreeg van 1997 tot 2007 orgellessen van Johan G. Koers. Zijn professionele opleiding volgde hij bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen, alwaar hij in juni 2013 cum laude afstudeerde als Master of Music. Daarnaast verbleef Jochem Schuurman een aantal maanden in Berlijn om aan de Universität der Künste lessen te volgen bij Leo van Doeselaar en Paolo Crivellaro. Hij volgde masterclasses bij Wolfgang Zerer, Eric Lebrun, Edoardo Bellotti en Pieter Dirksen. Tijdens zijn studie behaalde Jochem Schuurman in totaal negen prijzen op concoursen. Na zijn studie werd hem in december 2013 het Zilveren Viooltje, een muziekprijs voor jong talent afkomstig uit het noorden van Nederland, uitgereikt. In het juryrapport werd hij geprezen om zijn veelzijdigheid, zijn overtuigende houding en zijn ondernemerschap. In augustus 2015 behaalde hij de derde prijs op het internationale orgelconcours in Wuppertal. Jochem Schuurman is als kerkorganist verbonden aan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Drachten. Als uitvoerend musicus geeft hij concerten als solist, maar ook als begeleider van andere musici en is hij bovendien regelmatig betrokken bij premières van nieuwe composities. Verder is Jochem Schuurman actief als orgel- en pianodocent en werkzaam als artistiek adviseur voor de Stichting Organum Frisicum. www.jochemschuurman.nl
37
Maandag 8 augustus 20.00 uur - Koepelkerk Veenhuizen
Vincent van Laar Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) Toccata in C Henry Purcell (ca. 1659-1695) Ground in c
Rondo - Jig - Gavotte Voluntary in d Curtain Dance Juan Cabanilles (1644-1695) Gallardas in d Johann Sebastian Bach (1685-1750) ‘Jesus meine Zuversicht’ (BWV 728) ‘Lobt Gott, ihr Christen, allzugleich’ (BWV 732) Canzona in d BWV 588 Georg Friedrich Händel (1685-1759) Concerto in B-flat Major (HWV 290) - A tempo ordinario - Allegro - Adagio - Allegro Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) 8 variaties over: ‘Laat ons juichen, Batavieren!’ (KV 24) Ouverture in C-dur KV 399
(bewerking voor orgel: VvL )
38
Vincent van Laar (1963) treedt veelvuldig op als organist, klavecinist en continuospeler. Naast zijn grootste passie, de muziek van J.S. Bach, gaat zijn voorliefde met name uit naar de werken van J.P. Sweelinck en het Noord-Duitse repertoire van de 17de en 18de eeuw. Als continuospeler en solist is hij verbonden aan Concerto d’Amsterdam en The Northern Consort. Vincent van Laar studeerde onder meer bij Nico van den Hooven, Harald Vogel, Glen Wilson en Bob van Asperen. In 1984 behaalde hij aan het Utrechts Conservatorium het diploma orgel UM, in 1988 behaalde hij aan het Koninklijk Conservatorium te ’s Gravenhage het diploma klavecimbel UM. Vincent van Laar werd prijswinnaar van orgelconcoursen in Zeerijp (1981), Toulouse (1983) en Alkmaar (1991). Hij verzorgde vele radio-opnamen. Op cd verscheen van hem onder meer: het integrale orgelwerk van Melchior Schildt, gespeeld op het Schnitger-orgel te Norden de 24 Capricetten van Jacob Wilhelm Lustig, gespeeld op klavecimbel en het Hinsz-orgel te Appingedam cantates van J.S. Bach voor obligaat orgel, samen met countertenor Maarten Engeltjes en Concerto d’ Amsterdam de complete orgelwerken van Franz Tunder, samen met Pieter Dirksen, Martinikerk Groningen de complete orgelwerken van N. Bruhns en J.A. Reincken, gespeeld op het orgel van de Martinikerk te Groningen. Tevens werkte Vincent van Laar als organist mee aan de met een Edison bekroonde NM classics cd-opname van Sweelincks complete klavierwerken. www.vincentvanlaar.nl
39
Vrijdag 12 augustus 20.00 uur - Catharinakerk Roden
Matthias Havinga Francesco Correa de Arauxo (1584-1654) Tiento XXIII de sesto tono por fe fa ut
sobre la Batalla de Morales
Tiento XXIX de medio registro de tiple de septimo tono Jan Pietersz. Sweelinck (1562-1621) Fantasia Chromatica d1 Hugo Distler (1908-1942) Partita ‘Nun komm, der Heiden Heiland’ - Toccata - Choral mit Variationen - Toccata Pauze Johann Sebastian Bach (1685-1750) Praeludium et Fuga G-Dur (BWV 550) ‘Herzlich thut mich verlangen’ - a 2 Clav. e Ped – (BWV 727) Pedal-Exercitium (BWV 598) Fantasia et Fuga g-moll (BWV 542)
40
Matthias Havinga is concertorganist en pianist. Hij studeerde summa cum laude af bij Jacques van Oortmerssen aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij ook zijn pianodiploma behaalde bij Marcel Baudet. Aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag studeerde hij kerkmuziek bij Jos van der Kooy en Theo Goedhart. Matthias won prijzen op verschillende internationale orgelconcoursen, waaronder de eerste prijs op de Third Kotka International Organ Competition in Finland, 2009. Hij concerteerde in talloze Europese landen, Rusland en de VS. Zijn cd's ‘J.S. Bach-Italian Concertos’, ‘Passacaglia’ en ‘Dutch Delight’, uitgekomen bij Brilliant Classics, werden door pers en publiek lovend ontvangen. Matthias is assistent-hoofdvakdocent orgel aan het Conservatorium van Amsterdam en docent theorie aan de Excellence-afdeling voor jong talent van de Muziekschool Amsterdam. Hij is een veelgevraagd solist, continuospeler en pianobegeleider bij koren en orkesten, waaronder het Nederlands Kamerkoor, Collegium Vocale Gent en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Samen met blokfluitiste Hester Groenleer vormt hij een vast duo, dat streeft naar vernieuwende en verrassende programma’s die ondanks ongebruikelijk repertoire toch toegankelijk en gevarieerd zijn. Hij is organist-titulaire van het driemanuaals Bätz-orgel uit 1830 in de Koepelkerk of Ronde Lutherse Kerk, Amsterdam, en organist van de Oude Kerk Gemeente te Amsterdam, waar hij het Vater/Müller-orgel (1726/1738) en het Ahrend-orgel (1965) bespeelt. www.matthiashavinga.com
41
Zaterdag 13 augustus 20.00 uur - Magnuskerk Anloo
Misun Kim Radeker- / Garrelsorgel Georg Muffat (1653-1704) Toccata Duodecima Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) Pavana Lachrimae Ballo del Granduca Ricercare Johann Jakob Froberger (1616-1667) Toccata III in G Pauze
Van Vulpenorgel Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Fantasia in f-moll KV594 - vierhandig met Gunther Antensteiner
Freytagorgel Ludwig van Beethoven (1770-1827) Sonatine
Van Vulpenorgel John Philip Sousa (1854-1932) The stars and stripes forever (arr. Elizabeth and Raymond Chenault)
vierhandig met Gunther Antensteiner
42
Misun Kim (*1974) is geboren in Seoul, Zuid-Korea. Van 1994-1998 studeerde zij kerkmuziek aan de Ewha-Vrouwenuniversiteit in Zuid-Korea en van 1998-2000 orgel aan de Hogeschool voor Muziek in Keulen. Ze vervolgde haar orgelstudie in Groningen in de jaren 2001-2004 aan het Prins Claus Conservatorium. Haar Masteropleiding Orgel deed Misun Kim aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag van 2004-2006. In 2015 en 2016 volgde ze de Master Claviorganum aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Daarnaast volgde ze nog diverse masterclasses. Als organiste was ze van 2007-2015 verbonden aan de Hanshin-kerk en Capella Musica te Seoul. Ook was zij in 2012 en 2013 organist in de Duite Kerk in Seoul. Als orgeldocente was ze werkzaam aan het Chongshin Conservatorium van 20082010. Ze is in diverse landen actief als concertorganiste. Haar concertreizen brachten haar in Korea, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Noorwegen en Oostenrijk.
43
Maandag 22 augustus 20.00 uur - Koepelkerk Veenhuizen
Peter van der Zwaag, orgel – Eran Wajsenblum, blokfluit Johann Sebastian Bach (1685-1750) Praeludium in a-moll, BWV 894/1
O O+B
Suite in c-moll (BWV 997) - Preludio - Fuga - Sarabande - Gigue - Double Johann Jakob Froberger (1616-1667) Capriccio III in e-moll (FbWV 514) Johann Sebastian Bach (1685-1750) Triosonate in d-moll (BWV 527) - Andante - Adagio e dolce - Vivace
O O+B
Pauze Johann Kaspar Kerll (1627-1693) Toccata VI in F-Dur ‘per el pedale’
O
Georg Philipp Telemann (1681-1767) Air à l'Italien (Suite in a-moll, TWV 55:a2) O+B Johann Kaspar Kerll Canzone III in d-moll
O
Georg Philipp Telemann Fantasia V in C-Dur, TWV 40:6
B
Michael Praetorius (1571-1621) Uit ‘Terpsichore’ (1612) - Branle de village + Double - Spangnoletta - Ballet - Courante
44
O+B
Peter van der Zwaag (*1986) studeerde orgel bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen en behaalde in 2015 zijn diploma Master of Music. Daarnaast studeerde hij bijvak klavecimbel bij Johan Hofmann. Hij won diverse prijzen op verschillende concoursen, waaronder een eerste prijs op het SGO-concours in de St.-Jozefkathedraal te Groningen (2008). Hij volgde masterclasses bij o.a. Luigi Ferdinando Tagliavini, Lorenzo Ghielmi, Wolfgang Zerer en Eric Lebrun. Peter heeft een breed repertoire, met een bijzondere interesse voor 17e-eeuwse en Franse muziek. Als organist is hij verbonden aan de Kurioskerk (PKN) te Leeuwarden. Hij is bestuurslid van de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici (KVOK), artistiek adviseur van de stichting ‘Organum Frisicum’ en hoofdredacteur van de ‘Friese Orgelkrant’. Daarnaast is Peter eigenaar van de muziekhandel ‘Boeijenga Music’ te Leeuwarden. www.petervdzwaag.com Eran Wajsenblum (*1977) begon zijn studie in 1987 bij Gershon Prinski in Israël. Hij reisde daarna naar Nederland om zijn studie voort te zetten aan het Utrechts Conservatorium bij Leo Meillink en haalde in 2003 zijn Bachelor of Music. Tegelijkertijd studeerde hij in Amsterdam bij Walter van Hauwe en Paul Leenhouts. Eran won tijdens zijn studie verschillende belangrijke concoursen, waaronder de Keren Sharet Competition. Eran trad op tijdens de internationale tournee van Royal Winds Music, onder leiding van Paul Leenhouts (Praag, Wenen, Passau en Amsterdam). Na zijn afstuderen heeft Eran zich ondergedompeld in de geschiedenis en methodologie van de blokfluit, als uitvoerend musicus en als docent. In de bibliotheek van de Portugese synagoge bestudeerde hij oude muziekmanuscripten en toen deze synagoge na restauratie in 2011 weer geopend werd, bracht hij samen met andere musici deze muziek, die rond 1740 voor dit godshuis waren geschreven, tot uitvoering. Daarmee was het ensemble ‘Le Siècle des Lumières’ geboren, waarvan Eran Wajsenblum artistiek leider is. www.siecledeslumieres.com/Eran_Wajsenblum
45
Zaterdag 27 augustus 20.00 uur - Magnuskerk Anloo
Leonore Lub, orgel – Margreet Prinsen, klavecimbel Johann Sebastian Bach (1685-1750) Die Kunst der Fuge (BWV 1080) - Contrapunctus I fuga over het hoofdthema - Contrapunctus III fuga over de omkering van het hoofdthema - Contrapunctus II fuga over het hoofdthema - Contrapunctus IV fuga over de omkering van het hoofdthema - Contrapunctus V fuga over de versierde versie van het hoofdthema en de omkering daarvan - Contrapunctus VI fuga over een versierde versie van het hoofdthema en de omkering daarvan met gebruikmaking van de verkleining en de vergroting (in style francese) - Contrapunctus VII fuga met hetzelfde materiaal als VI, maar niet in de style francese - Contrapunctus VIII driestemmige fuga met drie thema’s waarvan de laatste een variant is van het hoofdthema - Contrapunctus IX een nieuw thema gecombineerd met het hoofdthema in lange noten - Contrapunctus X een nieuw thema gecombineerd met een versierde versie van het hoofdthema - Contrapunctus XI de twee in Contrapunctus VIII geïntroduceerde thema’s worden gecombineerd met een variant van het hoofdthema Pauze Johann Sebastian Bach (1685-1750) Sarabande en Rondeau uit de Partita in c-moll (BWV 826) Echo uit de Franse Ouverture (BWV 831) ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ (BWV 663) Magnificat (BWV 733)
46
Leonore Lub studeerde orgel en piano aan het Stedelijk Conservatorium te Groningen. Voor orgel studeerde zij af in 1988 voor het diploma Docerend Musicus bij Wim van Beek. Zij vervolgde haar orgelstudie aan het Conservatorium te Arnhem bij Theo Jellema en behaalde in 1991 het diploma Uitvoerend Musicus. Piano studeerde zij bij Gerben Makkes van der Deijl in Groningen en Nelleke Geesink in Zwolle. Ook volgde zij lessen bij Jet Röling. Als docente piano en orgel is zij verbonden aan Theater/Kunstencentrum Kielzog te Hoogezand-Sappemeer en aan het Kunstencentrum Stichting Vrijdag te Groningen. Daarnaast heeft zij een privépraktijk. Ook werkt zij regelmatig als remplaçant met het Noord-Nederlands Orkest. In 1999 verscheen van Leonore Lub een cd van een live-concert op het orgel van de Der Aa-kerk te Groningen met werken van Jehan Alain en Jan Welmers. Op de in 2003 verschenen dubbel-cd ‘Arp Schnitger in Nederland’ bespeelt zij de orgels in Noordbroek, Nieuw-Scheemda en de Der Aa-kerk. In hetzelfde jaar kwam ook haar solo-cd van het orgel in Noordbroek uit. In 2005 verscheen een dubbel-cd met het complete orgelwerk van Jehan Alain, opgenomen met haar collega Erwin Wiersinga.In december 2011 kwam van haar een cd uit van het Schnitgerorgel te Noordbroek, aan welk orgel zij als organiste is verbonden. www.leonorelub.com Margreet Prinsen studeerde aan het Amsterdams Conservatorium orgel bij Anthon van der Horst en klavecimbel bij Gustav Leonhardt en behaalde voor beide instrumenten het diploma solospel. Zij treedt regelmatig op als soliste, zowel op orgel als op klavecimbel. Zij maakte diverse radio-opnames en is een van de spelers op de cd-boxen: ‘Het Historische Orgel in Nederland’ (Midwolde) ‘Orgels in Nederland’ (Midwolde, Westerbork) ‘Orgelcultuur in Groningen’ (Eenum, Kantens). De laatste kreeg een Edison. Op de cd/cd-rom, uitgebracht bij de Kunstcollectie Middeleeuwse Manuscripten van Kasteel Huis Bergh, speelt zij 15e-eeuwse muziek op het orgel in Rysum (D) (1457) en op een Italiaans virginaal naar Celestini. Als klaveciniste maakt Margreet Prinsen deel uit van verschillende ensembles, waaronder het Barlheze Consort en speelt ze samen met o.a. de gambiste Sarah Walder. Lange tijd was zij als docente verbonden aan het Conservatorium te Groningen.
47
48