provinsje fryslân provincie frys1ân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 www.fryslan.nl
Provinciale Staten van de Provincie Fryslân Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
[email protected] www.twitter.com/provfryslan
Leeuwarden, 25 maart 2014 Verzonden, APR
o1
Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bij lage (n)
Onderwerp
01119925 Stêd en Plattelân Drs. M. Groeneweg /(058) 292 55 64 of
[email protected] Beleids- en toetsingskader voor de verkoop van grond ten behoeve van de Ecologische hoofdstructuur
: Nieuw kader voor de verkoop van grond voor de ecologische hoofdstructuur
Geachte Statenleden, Hierbij doen wij u ter kennisname toekomen het nieuwe Beleids- en toetsingskader voor de verkoop van grond ten behoeve van de Ecologische hoofdstructuur. Dit kader is vastgesteld door ons college op 25 maart 2014. De aanleiding voor dit nieuwe kader ligt in een beschikking van de Europese Commissie van 13 juli 2011 waaruit is gebleken dat de huidige werkwijze van doorlevering van in provinciaal bezit zijnde grond ten behoeve van de Ecolo gische hoofdstructuur, strijdig is met de regels voor staatsteun en gelijkberechtiging. Met dit beleids- en toetsingskader geven wij invulling aan de door ons overgenomen motie (nr. 245) van Provinciale Staten van 27-06-2012 bij de behandeling van de Nota Natuer en Lanlik gebiet. Deze motie ging over het op de balans houden van gronden en gelijke behan deling van terreinbeherende organisaties en particulieren. Deze motie is deels reeds in de nota Grûnbelied afgedaan (in eigendom houden gronden) en met het nu voorliggende kader is ook de gelijke behandeling van terreinbeherende organisaties en particulieren ingevuld.
-1/2
Ons kenmerk: 01119925
1
1
provinsje fryslân provincie fryslân
b
Het beleids- en toetsingskader is besproken in de Provinciale Commissie Landelijk Gebied (PCLG), waarin onder andere de natuurorganisaties, de landbouwsector, particulier grondbezit en de VNG zitting hebben. De PCLG heeft unaniem positief geadviseerd.
_____
•II
rj N
college van Gedeputeerde Staten,
0
van den Berg, secretaris
-2/2
Ons kenmerk: 01 119925
Beleids- en toetsingskader voor de verkoop van grond ten behoeve van de Ecologische hoofdstructuur
Gedeputeerde staten van Fryslân, 25 maart 2014
Inhoudsopgave
1. Inleiding
pagina 1
2. Uitgangspunten
pagina 4
3. Nieuwe modellen voor verkoop
pagina 6
4. Procedure en toetsingscriteria bij verkoop
pagina 8
5. Uitvoering in de praktijk
pagina 11
1. Inleiding Met dit beleids- en toetsingskader geven wij, Gedeputeerde Staten van Fryslân, aan binnen welk kader wij de verkoop van grond ten behoeve van natuur in de Ecologische hoofdstructuur (kortweg EHS) gaan uitvoeren. Dit kader geldt voor gronden die wij als provincie in bezit hebben en willen verkopen binnen de EHS. Gronden, in ons bezit en gelegen buiten de EHS worden verkocht volgens een AO1 conform de nota Grûnbelied. 1.1. Waarom kopen wij grond voor natuur en leveren die door? In ons Streekplan Fryslân 2007, Om de kwaliteit fan de romte hebben wij aangegeven dat wij met ons provinciale natuurbeleid inzetten op goede omstandigheden voor behoud en ontwikkeling van de belangrijke natuurlijke waarden in Fryslân. Specifiek gaat het om:
behoud van de biodiversiteit door de bescherming en ontwikkeling van ecosystemen; verbeteren van de condities voor het voortbestaan van inheemse flora en fauna en van natuurlijke levensgemeenschappen; versterken van de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van Fryslân.
Een belangrijk instrument om onze natuurdoelen te bereiken is de Ecologische hoofdstructuur; een robuust, samenhangend en aaneengesloten netwerk van bestaande en nieuwe, nog te ontwikkelen, natuurgebieden. Om de nieuwe natuur in de EHS te realiseren zijn er twee routes: 1. Wij kopen landbouwgrond en verkopen die, doorgaans na deze te hebben ingericht als natuur, door aan een natuurbeheerder. Vaak is dat een terrein beherende organisatie (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, It Fryske Gea), maar verkoop kan ook plaatsvinden aan anderen. 2. Anderen kopen grond gelegen in de EHS en richten deze in als natuur. Voor de waardedaling van de grond kan een vergoeding en voor de inrichtingskosten kan subsidie worden aangevraagd bij de provincie via een subsidieregeling.
1.2. Waarom herzien wij ons beleidskader voor verkoop van grond voor de EHS? De verkoop van grond voor natuur zoals geschetst in situatie 1 hierboven was gebaseerd op de landelijke praktijk. Daarbij kochten de terrein beherende organisaties de grond tegen (meestal) historische kostprijs en konden in de meeste gevallen de kosten 100% gesubsidieerd krijgen, onder voorwaarde dat zij deze niet mochten vervreemden. Particulieren kochten grond zonder deze voorwaarde en kregen daarom ca. 85 % van de getaxeerde agrarisch waarde uitgekeerd. In een beschikking2 van 13 juli 2011 oordeelt de Europese Commissie dat: Terrein beherende organisaties moeten worden gezien als ondernemingen waarvoor de regeling voor staatssteun van toepassing is; Dat iedereen in principe in aanmerking moet kunnen komen voor subsidie (gelijke kansen). Er dient dus in de praktijk sprake te zijn van gelijkberechtiging. Ad a. Staatssteun Wanneer tegen marktwaarde (van de toekomstige bestemming) verkocht wordt, is er geen sprake van staatssteun. Als basis daarvoor geldt een taxatierapport dat vóór de verkoop moet zijn opgesteld. 1
Administratieve Organisatie: beschrijving van werkprocessen, zie Nota Grûnbelied Beschikking C(2011) 4945 definitief d.d. 13 juli 2011 betreffende Steunmaatregel N 308/2010 – Nederland. Subsidieregeling grondverwerving ten behoeve van natuurbehoud. 2
1
Ad b. Gelijke kansen Volgens de EU kan er voor gelijke kansen voor een ieder op twee manieren worden verkocht: 1. Via een openbare inschrijving of 2. Onderhands verkopen op basis van een taxatie via een vooraf goedgekeurde openbare procedure. Daarmee kan een gerechtvaardigd onderscheid gemaakt worden tussen partijen. Bij de openbare inschrijving wordt iedereen de mogelijkheid geboden om de gronden te kopen en wordt volledig tegemoet gekomen aan het punt van gelijke kansen voor iedereen. Onderhandse verkoop tegen een marktconforme prijs (op basis van een vooraf opgestelde onafhankelijke taxatie) is ook mogelijk. Daarmee wordt ook marktconform gehandeld, maar is geen ruimte voor andere spelers. Hierbij is het punt van gelijkberechtiging dus niet opgelost, maar wordt wel gehandeld volgens de regels van de EU.3 Het is daarbij aan te raden dat de provincie haar beleidsregels in deze goed op orde heeft, omdat bij de rechter verantwoord moet kunnen worden, als een derde vindt dat hij/zij gepasseerd is en ook rechten claimt om de grond te kopen. In 2012 heeft de staatssecretaris van EZ een verkooptaakstelling geformuleerd voor gronden uit de voorraad van Bureau Beheer Landbouwgrond (BBL). Daarbij is bepaald dat grond openbaar wordt verkocht en geen voorkeur wordt gehanteerd bij verkoop. De gronden die de provincie verkoopt voor natuur komen voor een groot deel uit de voorraad van BBL. Een deel van die gronden (BBL-nieuw) is van de provincie is en de uitspraak is hierop niet van toepassing. Een ander deel (BBL-oud) is echter van het Rijk. Door Provinciale Staten is op 27 juni 2012 bij behandeling van de Nota Natuer en lanlik gebiet, een motie ingediend. Die is overgenomen door Gedeputeerde Staten. Hierin wordt gevraagd: 1. 2. 3. 4.
te onderzoeken of het op de balans houden van de gronden mogelijk is en welke gevolgen dat heeft; indien dit mogelijk is, alle partijen (zowel particulieren als TBO’s) te kunnen laten inschrijven voor het beheer hiervan; hierbij particulieren en TBO’s gelijk te behandelen; hierin ook het nieuwe initiatief van publieksparticipatie van SBB te betrekken.
Deze motie is afgehandeld in de nota Grûnbelied. Hoewel de motie gaat over het in bezit houden van gronden bij de provincie en dus juist niet over verkoop is punt drie van de motie ook van belang voor de verkoop van grond. Provinciale Staten geeft aan particulieren en TBO’s gelijk te willen behandelen. Dit is in overeenstemming met de uitspraak van de Europese Commissie over gelijke kansen. Bovenstaande leidt er toe dat voor de verkoop van grond ten behoeve van natuur nieuwe regels moeten worden vastgesteld. Het verandert echter niets aan de beide routes zoals hiervoor (bij 1.1.) genoemd. Nog steeds zullen wij gronden in de EHS blijven kopen om ze vervolgens (eventueel na inrichting) weer te verkopen aan een natuurbeheerder. Daarnaast moedigen wij anderen (zowel particulieren als terrein beherende organisaties) aan om gronden in de EHS te kopen en die vervolgens in te richten en te gaan beheren als natuur.
3
De Mededeling van de Europese Commissie over staatssteunelementen bij verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties, Publicatieblad EG C 209, 10.7.1997. 2
Met subsidieregelingen4 blijven wij natuurbeheerders ondersteunen bij het verwerven en inrichten van natuur. Wat wel verandert is de manier waarop de provincie haar grondbezit doorverkoopt. Dit stuk stelt daarvoor nieuwe kaders die zullen worden uitgewerkt in een nieuwe werkwijze voor uitvoering in de praktijk. 1.3. Leeswijzer Achtereenvolgens komen aan de orde: de uitgangspunten voor verkoop (hst. 2), nieuwe modellen voor verkoop (hst. 3), de procedure en toetsingscriteria (hst 4) en tot slot de uitvoering in de praktijk (hst. 5).
4
Op het moment van schrijven zijn dat de door de Europese Commissie goedgekeurde subsidieregeling voor grondverwerving ten behoeve van natuurbehoud en de subsidieverordening SKNL (subsidieverordening kwaliteitsimpuls natuur en landschap). 3
2. Uitgangspunten Dit beleids- en toetsingskader is bedoeld voor de verkoop van gronden, in bezit van de provincie, ten behoeve van de realisatie van de Ecologische hoofdstructuur. Het heeft daarom alleen betrekking op de verkoop van gronden die zijn begrensd als EHS op de kaart die is opgenomen in de Verordening Ruimte van de provincie. In het Natuurbeheerplan van de provincie is deze kaart ook opgenomen waarbij tot op perceel niveau de gewenste natuurdoelen in de vorm van een ambitietype (het beoogde natuurdoel) en een beheertype (het type, waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, dit kan gelijk zijn aan het ambitietype maar ook een soort tussentype) zijn aangegeven. 2.1. Bestaande uitgangspunten uit de huidige verordening SKNL Een aantal bestaande uitgangspunten opgenomen in de verordening SKNL5 voor de verkoop van grond blijven van kracht:
Er is sprake van een blijvende omzetting van landbouwgrond naar natuur. Dat wil zeggen dat in de gemeentelijks bestemmingsplannen de functie wordt omgezet in natuur. Met de verwerving en functieverandering worden de doelen uit het Natuurbeheerplan gerealiseerd. Dat wil zeggen dat inrichting en beheer er op zijn gericht om uiteindelijk het in het Natuurbeheerplan aangegeven ambitietype te realiseren. Bij de verkoop wordt een kwalitatieve verplichting afgesloten. In deze notariële akte tussen provincie en de eigenaar is opgenomen dat op de overgedragen grond geen landbouwkundige activiteiten mogen worden uitgevoerd, tenzij deze uit een oogpunt van beheer wel zijn toegestaan. Er mogen geen maatregelen worden getroffen die de ontwikkeling van natuur in de weg staan. De akte wordt ingeschreven in de openbare registers (onder andere het Kadaster) en de verplichtingen gaan, bij verkoop van de grond, over op de volgende eigenaar. Deze kwalitatieve verplichting is een voorwaarde voor verkoop en de subsidie functieverandering. Er wordt een realisatieplan gevraagd en eventueel een investeringsplan. Hiermee geeft de initiatiefnemer inzicht in zijn plannen met een gebied. Het gaat hierbij zowel om de
natuurdoelen, ruimtelijke kwaliteit, maatregelen en begroting. De Dienst Landelijk Gebied geeft de provincie een advies omtrent wenselijkheid, alsmede de efficiëntie en effectiviteit van het investeringsplan. 2.2. Nieuwe uitgangspunten Naar aanleiding van de beschikking van de Europese Commissie maar ook naar aanleiding van de Nota Natuer en Lanlik gebiet (PS 27 juni 2012) stellen wij drie nieuwe uitgangspunten vast:
Bij de verkoop van grond voor natuur is gelijkberechtiging en transparantie uitgangspunt. Er kan geen sprake zijn van voorkeursrecht. Iedereen moet gelijke kansen krijgen om de grond te kunnen kopen. Vanuit het streven naar robuuste gebieden en een effectief beheer daarvan zoals verwoord in de nota Nota Natuer en lanlik gebiet, vinden wij dat versnippering bij de verkoop van grond moet worden voorkomen. Te verkopen gronden worden, daar waar het een aaneengesloten geheel betreft, daarom in principe in één geheel aangeboden
5
SKNL staat voor Subsidieverordening Kwaliteitsimpuls natuur en landschap. Deze regeling bestaat uit een vergoeding voor functieverandering (omzetten landbouwgrond naar natuur) en een subsidie voor investeringsmaatregelen die een gebied geschikt maken voor natuurbeheer of de natuurkwaliteit van een terrein verhogen. 4
voor verkoop. In bepaalde gevallen kunnen Gedeputeerde Staten besluiten, bij wijze van uitzondering, het aaneengesloten geheel te splitsen in meerdere kavels. In het kader van continuïteit van beheer en om speculatie met door de provincie voor het doel natuur verkochte gronden tegen te gaan wordt een anti speculatiebeding opgenomen in het koopcontract.
5
3. Nieuwe modellen voor verkoop Naar aanleiding van de beschikking van de Europese Commissie zijn door het Interprovinciaal Overleg (kortweg IPO) 3 modellen uitgewerkt. Deze modellen voldoen alle aan het principe van gelijke berechtiging. Het staat de provincies vrij om één of meerdere van deze modellen te gebruiken, het is geen verplichting. Het gaat om de volgende drie modellen: 1. 2. 3.
Verkoop tegen marktwaarde van de grond De provincie houdt de grond in eigendom en besteedt het beheer uit. Partnercontracten waarbij aan de voorkant afspraken worden gemaakt over verwerving, inrichting én beheer.
3.1. Verkoop tegen marktwaarde De toekomstige eigenaar betaalt de marktwaarde van de grond op basis van de getaxeerde waarde. Dit model kan worden gebruikt voor zowel verkoop van reeds ingerichte natuur met de verplichting tot natuurbeheer als voor agrarische grond met de daaraan verbonden voorwaarde tot inrichting en natuurbeheer. In het laatste geval kan volgens het IPO worden uitgegaan van de natuurwaarde. Echter, zolang de gronden nog niet zijn ingericht is de taxatie als natuur lastig omdat de inrichting de waarde kan beïnvloeden. Wij gaan daarom bij de verkoop van agrarische grond uit van de agrarisch waarde en stellen de eigenaar in staat om voor de waardedaling van de grond (en de inrichtingskosten) subsidie aan te vragen bij de provincie via een subsidieregeling.
Bij dit model wordt de grond marktconform verkocht en er is dus geen sprake van staatssteun. Het model voldoet ook aan de randvoorwaarde van gelijke kansen en gelijkberechtiging. Het voldoet daarmee aan de voorwaarden zoals gesteld door de Europese Commissie. Ten opzichte van de oude situatie zullen de terreinbeheerders, die voorheen veelal de grond tot 100% gesubsidieerd kregen, in het vervolg ook voor de grond moeten betalen. Bij de aankoop van agrarische grond kunnen zij, net als particulieren, gebruik maken van de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor de waardedaling van de grond en voor de inrichtingskosten via een subsidieregeling. In de huidige SKNL-regeling is de subsidie voor functieverandering maximaal 85% van de agrarische waarde.
Conclusie model 1 Wij achten dit model geschikt voor de Friese situatie. Het is eenvoudig, voorkomt staatssteun en geeft een goede invulling aan het beginsel van gelijkberechtiging. 3.2. De provincie houdt de grond in eigendom en besteedt het beheer uit Bij dit model blijft de grond bij de provincie in eigendom. Er wordt een verplichting tot inrichting van de grond, in combinatie met beheer, aangeboden aan een natuurbeheerder. Voor het beheer van de grond moeten langjarige afspraken worden gemaakt. De aanbesteding dient dan ook langjarig en duurzaam te zijn. Een andere optie is het uitgeven van de grond in erfpacht. De canon moet daarbij marktconform zijn.
Feitelijk is bij dit model geen sprake van verkoop. Het betreft een dienst die wordt aanbesteed en valt daarmee onder de aanbestedingsregels. De gronden blijven in eigendom bij de provincie. In de Nota Grûnbelied is vastgelegd dat de provincie niet meer gronden in eigendom wil hebben dan nodig is voor de provinciale taken en doelstellingen. Hoewel de realisatie van de Ecologische hoofdstructuur een provinciale doelstelling is,
6
ligt het langdurig in eigendom houden en het in beheer geven van provinciale gronden aan een derde niet in deze lijn. Dit model maakt dat de provincie meer administratie te verwerken krijgt door het afsluiten van contracten en beheerovereenkomsten. Die moeten worden beheerd en bewaakt wat leidt tot extra kosten voor de provinciale organisatie. Dit model kan een tijdelijk alternatief zijn wanneer het niet lukt om gronden te verkopen, bijvoorbeeld doordat geschikte beheerders tijdelijk niet in staat zijn om gronden te verwerven.
Conclusie model 2 Vanwege de uitspraak in de Nota Grûnbelied dat de provincie niet meer gronden in eigendom wil hebben dan nodig is voor de provinciale taken en doelstellingen achten wij dit model ongeschikt als standaardmodel voor de Friese situatie.
3.3. Partnercontracten In dit model worden afspraken gemaakt over inrichting en beheer, maar ook over het beschikbaar krijgen van de betreffende gronden. Het is een optie die geschikt is voor grotere gebieden waarbij verschillende belangen in het geding zijn en waarvoor een integrale benadering een oplossing kan zijn (bijvoorbeeld een gebiedsontwikkeling). In het kader van het proces worden afspraken gemaakt over inrichting en beheer van het “natuurdeel”. Wie eigenaar wordt dient later in een openbare procedure te worden bepaald, waarbij het principe van gelijke kansen en gelijkberechting blijft bestaan. Randvoorwaarde bij dit model is dat verkoop van de grond marktconform plaatsvindt. Dit betekent dat de grond wordt verkocht tegen marktwaarde. In contracten worden wederzijdse verplichtingen geregeld (financiën en doelen)
Met dit model is het mogelijk om de opgaven voor natuur in een project als een gebiedsontwikkeling integraal te combineren met andere opgaven. Door aan de voorkant duidelijke afspraken te maken is er absolute helderheid vooraf. Dit vergroot de succeskans. Dit model lijkt dan ook zeer geschikt voor nog te starten gebiedsontwikkelingen. Bij dit model geldt dat er sprake is van maatwerk. Per project of proces zullen Gedeputeerde Staten moeten beoordelen op welke wijze de provinciale visie wordt uitgewerkt en welke vormen van beheer, alsmede welke eigenaren, hieraan kunnen bijdragen. Op basis hiervan dienen ook de financiële middelen te worden gereserveerd.
Conclusie model 3 Wij beschouwen dit model als geschikt om in te zetten bij (nieuw te starten) gebiedsontwikkelingen met een wezenlijke natuuropgave. Per geval zal moeten worden bekeken of dit model geschikt is voor de betreffende gebiedsontwikkeling. 3.4. Conclusie Met uitzondering van (nieuwe) gebiedsontwikkelingen waar wij per geval willen verkennen of model 3 een geschikte optie is, zullen wij model 1 gaan gebruiken voor de verkoop van gronden ten behoeve van de realisatie van de EHS. Inzet van Model 2 zullen wij pas overwegen in gevallen waar model 1 en 3 niet tot resultaat leiden.
7
4. Procedure en toetsingscriteria bij verkoop Uit een oogpunt van gelijkberechtiging, gelijke kansen en transparantie verkopen wij grond voor natuur in de EHS op basis van een openbare procedure. Zowel binnen model 1 als model 3 is een openbare procedure goed inpasbaar. Voor model 1 kunnen de onderstaande procedure en toetsingscriteria 1:1 worden uitgewerkt in een verordening. Bij model 3 is sprake van maatwerk per project. De onderstaande procedure en criteria kunnen daarbij als richting worden gebruikt voor de verkoop van grond ten behoeve van de EHS. 4.1. Procedure Vaste termijnen Voor alle stappen in de procedure wordt gewerkt met vaste termijnen. Aankondiging voornemen tot verkoop Het voornemen om de grond te verkopen wordt aangekondigd op de website van de provincie en in de (provinciale) dagbladen. In de publicatie wordt opgenomen waar de betreffende percelen liggen, welke oppervlakte het betreft, welk natuurdoeltype wordt beoogd (zowel beheertype als ambitietype) en de gedachte verkoopprijs. Verder wordt gewezen op het feit dat een toetsing plaatsvindt op grond van dit beleidskader. Eventuele bijkomende voorwaarden, die wenselijk of noodzakelijk worden geacht in verband met het realiseren van de natuurdoelstellingen van de provincie Fryslân, worden expliciet vermeld. Inschrijfformulier Voor de inschrijving dient gebruik te worden gemaakt van een op te vragen standaardformulier. Naast de gebruikelijke en algemene gegevens moet op het formulier antwoord worden gegeven op een aantal toetsvragen (zie verder onderdeel toetsingscriteria). Realisatieplan Bij de inschrijving wordt een realisatieplan gevoegd. Hierin wordt o.a. aangegeven op welke wijze het door de provincie aangegeven beheertype wordt ingevuld (inrichting) en op welke wijze het beheer wordt vormgegeven zodat binnen de gestelde termijn wordt toegewerkt naar het ambitietype (het einddoel). In het realisatieplan dient tenminste te worden opgenomen*:
Een inrichtingsplan met kostenraming, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Een beheerplan, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Een monitoringplan, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Hoe de inschrijver denkt af te stemmen en samen te werken met de omliggende beheerders
Duidelijk moge zijn dat in dit stadium niet van de inschrijvers kan worden verwacht dat zij met volledige uitgewerkte plannen komen. Het realisatieplan dient de provincie echter een goed inzicht te geven welke plannen de inschrijver met het terrein heeft en hoe hij die denkt uit te voeren. Het Realisatieplan zal kwalitatief worden beoordeeld. *) Het kan voorkomen dat een onderdeel van het realisatieplan niet gevraagd wordt omdat het niet van toepassing is. Zo kan bijv. een inrichtingsplan bij reeds ingerichte natuur overbodig zijn. Toetsing Na sluiting van de inschrijving vindt de toetsing plaats door de provincie. Het kan daarbij wenselijk zijn een gebiedscommissie om advies te vragen. 8
Gunning en mogelijkheid tot bezwaar Na deze toetsing en de daarop gebaseerde besluitvorming worden de inschrijvers schriftelijk geïnformeerd. Het te nemen besluit kan een belanghebbende rechtstreeks in zijn of haar belang treffen. Dat betekent dat de mogelijkheid van bezwaar tegen een afwijzende beschikking van de provincie, met aansluitend beroep, open staat.
4.2. Toetsingscriteria Bij de verkoop van grond voor natuur binnen de EHS worden inschrijvers beoordeeld via de onderstaand toetsingsladder: 1. 2. 3. 4.
Geschiktheid van de inschrijver Realisatieplan Geboden prijs voor de grond Garantie beschikbare financiële middelen
1. Geschiktheid van de inschrijver Voor de beoordeling van de geschiktheid van de inschrijver wordt getoetst op de volgende punten:
De inschrijver is gecertificeerd danwel heeft het voornemen zich te certificeren. De inschrijver is bereid mee te werken aan de ontwikkelingen op gebiedsniveau die niet strijdig zijn met het provinciaal natuurdoel. De inschrijver is bereid om samen te werken met andere beheerders in het gebeid voor het bereiken van het provinciaal natuurdoel. De inschrijver is bereid mee te werken aan inrichtingsmaatregelen op gebiedsniveau, zoals verhoging van het waterpeil en hermeanderingsprojecten als dat voor het provinciaal natuurdoel nodig is. De inschrijver is bereid mee te werken aan een bijgesteld ambitietype danwel beheertype dan eerder is overeengekomen.
Een inschrijver moet aan alle punten voldoen om in aanmerking te komen voor verkoop van de betreffende grond. De inschrijvers die, op basis van deze eerste toetsing, geschikt worden geacht worden vervolgens beoordeeld op basis van het ingediende realisatieplan en de uitgebrachte bod op de aangeboden grond. 2. Beoordeling realisatieplan Het realisatieplan wordt kwalitatief beoordeeld op inhoud. Het dient minimaal inzicht te geven in de plannen van de inschrijver op de volgende onderdelen*:
Inrichtingsplan inclusief kostenraming, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Beheerplan, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Monitoringplan, afgestemd op het provinciaal natuurdoel Afstemming en samenwerking met de omliggende beheerders
De inhoudelijk beoordeling leidt tot een beoordelingscijfer voor dit onderdeel. *) Het kan voorkomen dat een onderdeel van het realisatieplan niet is gevraagd omdat het niet van toepassing is. Dan telt het ook niet mee in de beoordeling.
9
3. Geboden prijs voor de aangeboden grond De door de inschrijver geboden prijs wordt beoordeeld in relatie tot de getaxeerde waarde van de aangeboden grond en in relatie tot de biedingen van andere inschrijvers. Dit leidt tot een beoordelingscijfer voor dit onderdeel. 4. Eindbeoordeling en financiële check Op basis van de optimale prijs/kwaliteitverhouding (de scores van punten 2 en 3) wordt bepaald welke van de geschikt gebleken inschrijvers het meest geschikt lijkt. Voordat wordt overgegaan tot finale besluitvorming over de verkoop van de aangeboden grond vindt nog een financiële toetsing plaats of de inschrijver over voldoende middelen beschikt om de aankoop en inrichting te realiseren.
4.3. Uitzonderingen Gedeputeerde Staten van Fryslân behoudt zich het recht voor om, gemotiveerd, van de hierboven beschreven procedure af te wijken. Enkele voorbeeldsituaties die voor GS aanleiding kunnen zijn om af te wijken: Het te verkopen perceel ligt in een gebied waar één beheerder (particulier of terrein beherende organisatie) aanwezig is en het te verkopen perceel grond sluit aan op de bezittingen van die beheerder en kan duidelijk bijdragen aan een efficiënter beheer van het gehele gebied. Het te verkopen perceel ligt omsloten door gronden van één beheerder en is slecht toegankelijk voor derden vanaf de openbare weg.
10
5. Uitvoering in de praktijk Dit stuk is een kader. Voor de uitvoering in de praktijk dient het te worden uitgewerkt in een heldere werkwijze waarbij details moeten worden ingevuld. Voor de provincie is verkoop van grond een instrument om een doel te bereiken. Daarbij hoort een strategie. Verkoop van grond is niet nieuw. Daardoor is er sprake van een overgangssituatie van de oude naar de nieuwe werkwijze. 5.1. Overgangssituaties Reeds gemaakte afspraken over de verkoop van grond voor natuur willen wij nakomen. Dit is inclusief afspraken die - te goeder trouw en met medeweten van de provincie - met potentiële kopers zijn gemaakt door een landinrichtingscommissie. Wij vinden dat in dat geval aan de betreffende koper kan worden geleverd als zijnde de meest gerede koper. Dit onder voorwaarde dat er geen sprake is van staatssteun.
5.2. Verkoopstrategie grond Dit beleidskader en de daaruit volgende nieuwe werkwijze is een instrument om het doel, realisatie van de EHS, te halen. Om dat doel te halen heeft de provincie een verkoopstrategie grondportefeuille landelijk gebied ontwikkeld. In deze verkoopstrategie wordt bepaald welke doelen nog gerealiseerd kunnen worden met de beschikbare middelen, hoe deze gerealiseerd kunnen worden en welke gronden kunnen worden verkocht. Dit geeft een kader voor het operationele handelen op perceelsniveau in de praktijk van alledag. Voor het landelijk gebied geeft de portefeuillestrategie inzicht in: Welke natuurdoelen nog gerealiseerd kunnen worden met het beschikbare budget Hoe deze doelen gerealiseerd kunnen worden en met welke planning Welke percelen verkocht kunnen worden Welke aan- en verkoopstrategie wordt gevolgd om de geprioriteerde natuurdoelen te realiseren. Dit beleidskader en de daarin opgenomen uitgangspunten en procedure zijn meegenomen bij het opstellen van de verkoopstrategie grondportefeuille landelijk gebied. De nieuwe werkwijze maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de verkoopstrategie grondportefeuille landelijk gebied. 5.3. Vervolgacties Voor de effectuering van dit beleidskader in de praktijk moet een aantal aspecten nog verder worden geoperationaliseerd. Het gaat hierbij om het volgende: 1. 2. 3. 4.
Ontwikkelen van een modelpublicatie en model-inschrijfformulier voor de verkoop van grond; Ontwikkelen van een modelrealisatieplan; Doorvoeren van de in voor overgangssituaties beschreven werkwijze ten aanzien van reeds gemaakte afspraken; Zorgen voor adequate communicatie rond de nieuwe werkwijze, waarbij zorgvuldig wordt aangegeven in welke gevallen dit geldt.
11