Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV
Specificatie Winsum 2013-2017 Versie 3 oktober 2013 Gemeente Bedum Gemeente De Marne Gemeente Winsum Gemeente Eemsmond Waterschap Noorderzijlvest
N O C
T P CE
Inhoudsopgave Specificatie Winsum 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Evaluatie bestaand beleid Nieuw beleid Strategie Financiën en Kostendekkingsplan Organisatie
3 4 7 13 21 25
Bijlagen: 1. Begrippenlijst en opbouw (afval)waterketen 2. Wettelijk kader 3. Functionele eisen, maatstaven en meetmethoden 4. Kostendekkingsplan 5. Kostenoverzicht 6. Overzicht overstorten 7. Tekeningen 8. Overzicht basisrioleringsplannen 9. Maatregelenprogramma Hoofddocument 10. Reacties instanties 11. Besluiten gemeenteraden en algemene besturen
29 33 41 44 46 47 49 65 66 70 71
Separate bijlage: • Grondwaterbeheerplan BMWE, d.d. 1 maart 2013
Foto omslag: Winsum
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
1. Inleiding Het (verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan
Procedure
In het hoofddocument van het Afvalwaterbeleidsplan zijn de beleidsuitgangspunten voor de vier gemeenten en het waterschap opgenomen. Deze specificatie vormt een nadere uitwerking voor de gemeente Winsum. Het is tevens de invulling van wettelijke zorgplicht. Het vormt de nadere uitwerking van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), zoals de wet beoogd. Na de invoering van de Wet Gemeentelijke Watertaken zijn de gemeentelijke watertaken (zoals grondwaterbeheer, baggeren en stedelijke waterkwaliteit) hieraan toegevoegd, en spreken we van het ‘verbreed’ GRP (VGRP). In bijlage 2 is het wettelijk kader toegelicht.
Geldigheid
Met het Afvalwaterbeleidsplan zijn de gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond samen met waterschap Noorderzijlvest een nieuwe weg in geslagen. De (afval)waterketen staat daarin centraal, waarbij de overheden samen voor hun burgers de beste kwaliteit voor de laagste prijs willen bereiken. Daarbij staan doelmatigheid en toekomstwaarde van het riolerings-, zuiverings- en watersysteem voorop.
3
Het Afvalwaterbeleidsplan is in nauw overleg met de betrokken partijen tot stand gekomen. Daarna is het voorgelegd aan de provincie Groningen, het bevoegd gezag. Vervolgens is het Afvalwaterbeleidsplan voorgelegd aan de vier gemeenteraden en het dagelijks bestuur van het waterschap. Het hoofddocument is aan alle besturen voorgelegd. De gemeenteraad van Winsum heeft daarnaast deze specificatie vastgesteld. Het Afvalwaterbeleidsplan is geldig van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018. Voor 1 januari 2019 dient de gemeenteraad een nieuw Afvalwaterbeleidsplan vast te stellen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
2. Evaluatie bestaand beleid Beleid op orde
In de afgelopen periode is in de gemeente Winsum veel gedaan aan de uitvoering van het vigerende GRP. Dit plan heeft een looptijd van 2010 t/m 2014, maar wordt in verband met de samenwerking in BMWE verband voortijdig vernieuwd. Er is een Watervisie gemaakt, die in 2006 is vastgesteld door de gemeenteraad. De watervisie vormt een beleidskader voor projecten op het gebied van (riool) beheer en ruimtelijke ordening. In het GRP 2010 t/m 2014 is de watervisie samengevat, en zijn een aantal maatregelen uit de visie geïntegreerd. Deze richten zich op afkoppelen en op het definiëren van de stedelijke wateropgave. De watervisie zelf is niet verder uitgewerkt tot concrete maatregelen. In 2013 wordt een nieuw basisrioleringsplan (BRP) opgesteld voor alle kernen. Het opstellen van basisrioleringsplannen is een doorgaand proces, omdat ze in de praktijk circa eens per 10 jaar vernieuwd worden. Op dit moment wordt gewerkt aan actualisatie van de basisrioleringsplannen voor alle kernen. Deze worden in 2013 of begin 2014 afgerond. Het opstellen van een baggerplan wordt ook in 2013 gedaan. De Stedelijke Wateropgave is berekend. Het opstellen van een regenwaterstructuurplan zal in de komende periode plaatsvinden. Al met al is het beleid goed op orde, en is adequaat ingespeeld op nieuwe wet- en regelgeving. De verbrede rioolheffing is in 2009 al ingevoerd.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Uitvoering projecten
Tijdens het opstellen van het vorige vGRP was er weinig inzicht in de werkelijke kwaliteit van het rioolsysteem en is bijna volledig uitgegaan van een theoretische benadering van noodzakelijke investeringbedragen. Deze zijn gebaseerd op de landelijke richtlijnen (Leidraad Riolering, stichting Rioned) voor de levensduur van het aanwezige rioolsysteem (vrijverval riolering, gemalen en mechanische-/ drukriolering). Dat heeft geleid tot forse investeringsbedragen, die zijn opgenomen in het vGRP. De bedoeling van deze aanpak is geweest om voldoende budget te reserveren voor de te bepalen noodzakelijke maatregelen. De maatregelen kunnen alleen worden bepaald aan de hand van kwalitatieve gegevens. Een riool hoeft bijvoorbeeld niet versleten te zijn na 60 jaar (de theoretische levensduur). De daadwerkelijk noodzakelijke maatregel wordt beoordeeld na het inspecteren daarvan. Deze planperiode heeft de gemeente te maken gehad met veel personele wisselingen, te weinig personele capaciteit en is besloten eerst onderzoek te verrichten naar meer inzicht in de werkelijke kwaliteit van het water- en rioolsysteem om tot een goed onderbouwd maatregelenprogramma te komen. Om die reden zijn genoemde investeringen uit het huidige plan niet uitgevoerd, uitgesteld en/of uit het programma verwijderd. De afkoppelopgave waarvoor de gemeente zich heeft gesteld voor de Kaderrichtlijn Water is wel volledig uitgevoerd.
Omslag van theorie naar praktijk
In de planperiode is geconcludeerd dat er structureel te weinig inzicht was in de kwaliteit van het hele rioolsysteem. Om een goed beeld te krijgen van de noodzakelijke investeringen is de afgelopen periode volledig ingezet op het verkrijgen van dit inzicht. Daarmee zijn alle geraamde en gereserveerde investeringsbedragen niet besteed. Het uitstel van deze investeringen heeft geleid tot een forse reserve en kredietruimte. Inmiddels is er inzicht in kwaliteit van de mechanische riolering en het vrij-verval riool. Alle rioolinspecties zijn afgerond en dit is vertaald naar maatregelen. Dat betekent dat alle investeringsbedragen voor de komende 5 tot 10 jaar bekend zijn.
Garnwerd
4
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Niet gerioleerde percelen
De gemeente heeft gedeeltelijk invulling gegeven aan de wettelijke zorgplicht voor het aansluiten van niet gerioleerde percelen. Daartoe is bij 46 percelen een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater) aangelegd. Bij 39 percelen hebben eigenaren een eigen voorziening aangebracht. Dit is uitgevoerd, onder meer door middel van een subsidieregeling. Voor 4 percelen is recent door waterschap Noorderzijlvest een IBA traject opgestart. Voor de resterende 259 percelen vraagt de gemeente ontheffing van de zorgplicht aan bij de provincie
Groningen.
Stedelijke wateropgave
Door klimaatverandering komen zwaardere buien voor, en is er vaker sprake van ontoelaatbare wateroverlast. Aan de hand van landelijke richtlijnen is een berekening gemaakt van de stedelijke wateropgave. Er is geconstateerd dat er voor Winsum geen opgave is. Dat wil zeggen dat de bestaande riolering in combinatie met het oppervlaktewatersysteem in kernen voldoende capaciteit biedt om aan de normen te voldoen. Hierdoor zijn er in theorie geen ontoelaatbare risico’s.
Uitvoering watervisie
De gemeentelijke watervisie geeft een goed inzicht in de kenmerken en kwaliteiten die het (stedelijk) water van de gemeente Winsum kent. Het plan richt zich vooral op het in stand houden van deze kwaliteiten, en vormt daartoe een goede onderlegger voor de uitvoering van projecten. De afgelopen jaren is al invulling
5
Nieuw beleid
Strategie
gegeven aan een versterking van het reguliere overleg met het waterschap Noorderzijlvest, en is geïnvesteerd in diverse nieuwbouwprojecten. Het Afvalwaterbeleidsplan komt niet in de plaats van de watervisie, maar sluit hier op aan met een nadere invulling van het waterkwaliteitsbeleid.
Beheer
De inspanningen hebben de afgelopen periode geleid tot het op orde brengen van het beheersysteem, en de uitvoering van projecten. De gemeente heeft hiertoe een aantal taken uitbesteed aan de gemeente Groningen. Hierdoor is in de afgelopen twee jaar een forse slag gemaakt met het rioolbeheer. Het rioolbeheersysteem is op orde. Dit digitale systeem met alle informatie over de riolering voorziet in de nodige informatie voor doelmatig beheer. Op basis van inspectiegegevens is het beeld van de toestand van de riolering bijna compleet. Op basis hiervan wordt in de komende jaren een vervangingsplan opgesteld. De belangrijkste opgave op korte termijn bestaat uit het repareren van het rioolstelsel op diverse plaatsen. Kleine rioolvervangingen worden ook uitgevoerd, maar grootschalige vervangingen zijn niet noodzakelijk. De komende 5 jaar wordt hierop ingezet, daarna is het gehele rioolstelsel op orde en kan het investeringsniveau de jaren erna tot een laag niveau worden gebracht. In 2014 worden tevens 12 woonboten aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel of voorzien van een IBA-systeem.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Het basisrioleringsplan wordt nog in 2013 opgesteld. De uitkomsten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend. Het beheer van de rioolgemalen is goed op orde. Er is inzicht in de kwaliteit van alle gemalen, op basis hiervan een maatregelenprogramma opgesteld. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt om diverse gemalen te verbeteren en te zorgen dat ze adequaat werken. Ook de komende jaren moet nog veel worden geïnvesteerd in de mechanische riolering. Met name reviseren en vervangen van rioolgemalen. Voor de instelling van het waterloket is de samenwerking met waterschap Noorderzijlvest gezocht. Klachten over water en riolering worden hierdoor vlot doorgeleid en opgelost. Een aandachtspunt vormt de klachtenregistratie, deze wordt in BMWE verband verder geprofessionaliseerd. Het functioneren van de riolering is nog onvoldoende in beeld, doordat er geen goed werkend monitoringsysteem aanwezig is. Er worden bij een aantal overstorten metingen verricht. Deze metingen moeten nog worden uitgebreid met een monitoringsysteem. Completering hiervan vormt één van de prioriteiten van het Afvalwaterbeleidsplan.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Baggeren
In het kader van het verbreed rioolrecht kunnen (een deel van) de kosten van baggeren van watergangen hieruit betaald worden. In 2013 wordt een baggerplan opgesteld en voor 2014 tot en met 2016 is een budget opgenomen voor de uitvoering van het baggeren. Dit betreft 50% van de totale baggerkosten. Ook voor 2024 tot en met 2026 is wederom een bedrag opgenomen voor de uitvoering van het baggeren.
Verbreding rioolbeheer
De invoering van de wet Gemeentelijke Watertaken en de Waterwet hebben ertoe geleid dat de gemeentelijke watertaken kunnen worden ondergebracht onder de rioolheffing. Binnen de gemeente Winsum is de verbreding in 2009 ingevoerd. Met de integratie van watertaken in het Afvalwaterbeleidsplan ontstaat nu een verdergaande visie op de invulling van de rioolheffing. Het gaat daarbij naast de uitvoering van het rioleringsplan en de watervisie ook om beheertaken zoals het vegen en reinigen van kolken, het schonen van sloten en het baggeren van gemeentelijke watergangen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Differentiatie rioolheffing
In 2012 is de keuze voor een gedifferentieerde rioolheffing voorgelegd aan de gemeenteraad. Er zijn diverse varianten uitgewerkt, waarvan de variant met een deels vast tarief in combinatie met een deels gedifferentieerd tarief op basis van de WOZ-waarde van het object nog verder is uitgewerkt. Hiervoor zijn verschillende varianten berekend en de effecten zijn gepresenteerd. Uiteindelijk is besloten dat de gemeente blijft bij één vast tarief voor de rioolheffing. De belangrijkste overwegingen hiervoor waren dat de perceptiekosten erg zouden stijgen, sommige burgers en/of bedrijven ineens veel meer zouden moeten betalen en daarnaast de kans op bezwaarprocedures sterk werd verhoogd.
6
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
3. Nieuw beleid 3.1 Gezamenlijke aanpak
Het Afvalwaterbeleidsplan gaat uit van een gezamenlijke aanpak. In het hoofddocument betreft het onderdelen die door de vier gemeenten en het waterschap gezamenlijk zullen worden uitgevoerd. Er zijn ook onderdelen die alleen voor de gemeenten van toepassing zijn, en waarvoor het beleid al (deels) is uitgewerkt. Het gaat dan om nieuwe kaders voor: • Grondwaterbeleid • Kaders reiniging, inspectie en beoordeling van riolering • Gemeentelijke watertaken en uitvoering waterplan • Onkruidbestrijding • Meten en monitoren • Waterkwaliteitsbeheer • Riool calamiteitenplan Deze kaders worden in alle vier gemeentelijke specificaties omschreven, maar worden gezamenlijk met de andere drie gemeenten opgepakt. Door gezamenlijk in één keer deze kaders uit te werken in plaats van ieder afzonderlijk, wordt al direct op kosten bespaard. Door gebruik te maken van elkaars ‘best practise’, werkt dat voordeel ook door in taken die ieder (nog) afzonderlijk uitvoert. Specifieke aspecten voor Winsum worden, indien aanwezig, per onderdeel benoemd.
7
3.2 Grondwaterbeheerplan
In het voorjaar van 2013 is door de samenwerkende partijen een grondwaterbeheerplan opgesteld. Dit grondwaterbeheerplan, inclusief bijbehorende financiële inzet en capaciteit, vormt een onderdeel van het Afvalwaterbeleidsplan. Het geeft invulling aan de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. Het grondwaterbeheerplan is, net als het Afvalwaterbeleidsplan, strategisch van aard. Het beheerplan is als separate bijlage aan deze specificatie toegevoegd. Kernpunten grondwaterbeheerplan: • De gemeente levert op haar grondgebied een inspanning om zoveel mogelijk de grondwaterstand op openbaar gebied te beheersen, waarbij geen structurele belemmering ontstaat voor de aan de grond gegeven bestemming (conform bestemmingsplan) en geen structurele grondwateroverlast of –onderlast wordt veroorzaakt bij bewoners en bedrijven. • De gemeente wil bijdragen aan het verhelpen van bestaande grondwateroverlast. • De gemeente wil een duidelijk aanspreekpunt en kennishouder zijn voor burgers en bedrijven. • In het grondwaterbeheerplan worden de verantwoordelijkheden van gemeente, waterschap, provincie en perceeleigenaar gedefinieerd en omschreven, zodat voor een ieder duidelijk is wie waarop aanspreekbaar is.
• De gemeente heeft voor het ondiepe grondwater in het stedelijk gebied een regie- en loketfunctie. • Het grondwaterbeheerplan geeft een definitie van structurele grondwateroverlast, en definieert criteria om via maatregelen tot een gewenste situatie te komen. • Een begroting geeft inzicht in de kosten van uit te voeren maatregelen. Maatregelen grondwaterbeleid: • Om grondwateroverlast te voorkomen is een analyse van de toestand van de ondiepe grondwaterstanden in de gemeente nodig. Een analyse van bekende knelpunten is al aanwezig. • Een basis grondwatermeetnet zal worden aangelegd om de kennis van het grondwatersysteem te vergroten, de nulsituatie vast te leggen en om meer gedetailleerd inzicht te krijgen in de bestaande probleemsituaties. In de gemeente Winsum richten de inspanningen zich de komende jaren vooral op het verkrijgen van inzicht in een aantal grondwaterklachten in een aantal kernen, zoals in de watervisie opgetekend. Het aanleggen van een grondwatermeetnet vormt daarin een eerste stap. In het hoofddocument van het Afvalwaterbeleidsplan is de concrete aanpak hiervan benoemd als gezamenlijk project.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
3.3 Kaders reiniging, inspectie, beoordeling
In de inventarisatiefase van het Afvalwaterbeleidsplan is een vergelijking opgesteld tussen de werkwijze van de vier gemeenten. Daaruit blijkt dat er op verschillende manieren wordt omgegaan met de beoordeling van de toestand van de riolering en de frequentie van controle, inspectie en reiniging van riolen, putten, kolken en gemalen. Voor de gemeenten is dit gegeven aanleiding om een optimalisatie uit te voeren.
Nieuw beleid
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Tabel: Samenvatting kenmerken huidige werkwijze Normen
Bedum
De Marne
Winsum
Eemsmond
Areaalgegevens
Dwa/gemengd: 52,6 km Rwa: 9,7 km Persleiding: 13 km Totaal: 75,3 km
DWA/gemengd: 78,9 km RWA/HWA: 16,6 km Persleiding: 32,4 km Totaal: 127,9 km
DWA/gemengd: 73,1 km RWA: 20,5 km Persleiding: 1,2 km Drukriool: 10,1 km Totaal: 104,9 km
Dwa/ gemengd 104,9 km Rwa 22,8 km Persleiding 38,6 km Totaal: 166,3 km
Reinigen riolering
Dwa/gemengd: 1 / 20 jaar Rwa: 1 /30 jaar Persleiding: bij problemen.
DWA/Gemengd: Er is een inhaalslag 12km/jaar, 1 / 15 bezig: alles in één jaar keer reinigen RWA/HWA: idem Persleiding: bij problemen / disfunctioneren reinigen
Dwa/gemengd: 1 / 7 jaar Rwa: 1 /7 jaar Persleiding: bij problemen.
Inspectie riolering
Volgens: NEN-EN 13508-1 en NENEN 13508-2 alsmede NEN 3399, gemiddeld 1 keer/25 jaar
Volgens: NEN-EN 13508-1 en NENEN 13508-2 en NEN 3399, gem. 6 km / jaar, 1 keer / 15 jaar
Volgens: NEN 13508-1 en NENEN 13508-2 en NEN 3399 alleen de oudere riolen (>30 jaar) gemiddeld 1/14 jaar
Controle inspectieputten
Visueel, tijdens reinigen riool en incidenteel
Visueel, tijdens reini- Visueel, tijdens reini- Visueel, tijdens reinigen riool gen riool gen riool
Toestandbeoordeling
Conform NEN 3398 Conform NEN 3398 Conform NEN 3398 Conform NEN 3398
Toestandbeoordeling
Voor het beoordelen van de toestand van de riolering is een methodiek ontwikkeld door RIONED, die door de meeste gemeenten wordt toegepast. Een adequate beoordeling is afhankelijk van: • het op orde hebben van gegevens over het leidingsysteem, als ook inspectiegegevens; • de kwaliteit van de beoordeling en beoordelaar; of dat voldoende objectief en met voldoende kennis wordt gedaan; • het beoordelingskader, c.q. het beleid waaraan geconstateerde gebreken wordt getoetst. Er is geconstateerd dat er een verschil is in werkwijze, en dat de beoordelingswerkzaamheden deels zijn uitbesteed. Voor een goede vergelijking tussen de vier gemeenten moet een verdiepingsslag worden uitgevoerd om zowel de verschillen in werkwijze, als ook de kwaliteit van de beoordeling goed te vergelijken.
Strategie
Volgens: NEN 13508-1 en NENEN 13508-2 en NEN 3399 Er is een inhaalslag bezig: alles in één keer inspecteren
Pompen, gemalen jaarlijks reinigen en en randvoorzienin- inspecteren gen
3x Jaarlijks reinigen en 1x jaarlijks inspecteren. Geen RWA op drukriolering
1x - 2x jaarlijks rein- Jaarlijks reinigen en igen en inspecteren inspecteren
Reiniging/inspectie 1 keer per jaar (ca. 4400 stuks) kolken
2 keer per jaar (ca. 5100 stuks)
1 keer per jaar
2 keer per jaar
8
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
In het Afvalwaterbeleidsplan is een project opgenomen waarin een gezamenlijk beleidskader relinen-afkoppelen-vervangen wordt opgesteld. Dit project heeft als doel om efficiënter om te gaan met levensduurverlenging van de riolering. Het kan tevens tot een doelmatiger werkwijze in het beheer leiden, waarbij ook mogelijkheden van gezamenlijk aanbesteden worden onderzocht.
Werkwijze reiniging en inspectie
De afgelopen jaren heeft zich een ontwikkeling voorgedaan bij het reinigen en inspecteren van riolen. Vanaf de jaren ’90 heeft met behulp van videocameratechnieken een opmars plaatsgevonden van verbetering van de inspectie- en reparatiemogelijkheden. Voorheen gebeurde dat met spiegels en fotocamera’s. De ervaringen met opvolgende inspectierondes heeft geleerd dat een gedifferentieerde aanpak met behulp zowel oude als nieuwe technieken tot meer efficiëntie leidt in de hoeveelheid werk en kosten, teneinde toch een goed rioolbeheer mogelijk te maken. Onder ander bij de gemeente Zwolle heeft dit tot een ontwikkeling van het beheer geleid.
9
Nieuw beleid
Strategie
Ter illustratie: Ervaringen Zwolle De gemeente Zwolle heeft een voorbeeldfunctie wat betreft beheer en onderhoudsmethodiek voor riolering. Door jarenlange ervaring is bijvoorbeeld het gebruik van video-inspectie voor een groot deel vervangen door de veel goedkopere werkwijze van het maken van putfoto’s. Een belangrijk uitgangspunt in rioolbeheer is het “just in time” principe, waarbij getracht wordt de maximale restlevensduur te bereiken zonder grote risico’s.
In de planperiode willen de vier gemeenten samen de werkwijze ten aanzien van reiniging en inspectie verder ontwikkelen. Gezamenlijke uitvoering van werkzaamheden biedt daarin extra mogelijkheden voor besparing op kosten.
Beheer en onderhoud gemalen
In het afvalwaterteam wordt al onderzocht welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn voor het beheer van rioolgemalen. Deze taak wordt nu binnen de vier gemeenten en het waterschap versnipperd uitgevoerd, en leent zich goed voor gezamenlijke uitoefening.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
3.4 Gemeentelijke watertaken en uitvoering watervisie
De veranderingen in wetgeving hebben de afgelopen jaren geleid tot een uitbreiding van taken van de gemeenten, en tot een andere definitie van de rioolheffing. In 2008 zorgde de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken voor een verbreding van de waterheffing. In 2009 werd de Waterwet van kracht, als gevolg waarvan de werkwijze en afstemming tussen waterschap, gemeente en provincie op een aantal punten is gewijzigd. Ook is de grondwaterzorgplicht in het stedelijk gebied er als nieuwe taak voor gemeenten bij gekomen. In paragraaf 3.2 wordt daar vorm aan gegeven. In bijlage 2 is een toelichting op de nieuwe wetgeving te vinden. Met de veranderingen in de wetgeving is het voor gemeenten mogelijk geworden om een deel van de watertaken te financieren uit de rioolheffing. Dit hoeft echter niet; gemeenten hebben hierin een eigen beleidsruimte. Een verschuiving van financiering uit algemene middelen naar de rioolheffing betekent wel dat de rioolheffing daardoor stijgt. De gemeente Winsum kiest daarin voor een geleidelijke weg, door wel de activiteiten uit het Afvalwaterbeleidsplan en het grondwaterbeheer uit de rioolheffing te bekostigen, maar nog geen uitbreiding van de overige watertaken. Een voorbeeld hiervan is baggeren. 50% van de totale baggerkosten worden gefinancierd uit algemene middelen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
De watervisie vormt een uitwerking van gemeentelijke watertaken, en is daarom gebruikt als basis voor het Afvalwaterbeleidsplan. Een gemeentelijke watervisie heeft over het algemeen een breder blikveld dan de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken voor ogen heeft ten aanzien van de bekostiging uit de rioolheffing. Onderwerpen als inrichting van de leefomgeving, recreatie en vaarwegbeheer vallen daarbuiten. Maatregelen gericht op waterkwantiteit en waterkwaliteit hebben echter wel een directe relatie met het wettelijk kader. Vandaar dat dit type maatregel is opgenomen in het Afvalwaterbeleidsplan. Voor Winsum betreft dit de volgende maatregelen: • Communicatie en voorlichting over watergebruik, gebruik van het riool, waterkwaliteit en belangrijke oorzaken van verontreiniging zoals hondenpoep en het voeren van eenden. • Het stimuleren van afkoppelen. • Het uitvoeren van ecoscans, een eenvoudige en goedkope methode voor het bepalen van de kwaliteit van oppervlaktewater in het stedelijk gebied. In 2005/2006 is dit al eens gebeurd. Een herhaling hiervan geeft inzicht in de ontwikkeling van de waterkwaliteit en het effect van genomen maatregelen. • Het implementeren van het grondwaterbeleid.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
3.5 Onkruidbestrijding
Onkruidbestrijdingsmiddelen vormen in het stedelijk gebied één van de bronnen van verontreiniging die een directe invloed hebben op de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Andere bronnen zijn bijvoorbeeld olieresten van verkeer, en ongewenste stoffen die via het riool het oppervlaktewater bereiken. Gemeenten en waterschap proberen door preventie en handhaving toe te zien op minimalisering van deze belastingen. Onkruidbestrijding onderscheidt zich hiervan, omdat met de chemische bestrijdingsmethode schadelijke stoffen rechtstreeks in het milieu worden gebracht. Bij een goed beheer van de stedelijke waterkwaliteit hoort daarom ook een afgewogen keuze thuis ten aanzien van onkruidbestrijding. De kwestie is: wel of niet spuiten?
Winsum
Organisatie
In september 2013 heeft de Minister aan de Tweede Kamer geschreven dat overheden al per november 2015 moeten overstappen op niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen. Vanaf dat moment is het verboden om gif te spuiten op straten, speeltuinen en wegen. De gemeente Winsum maakt gebruik van chemische middelen voor de bestrijding van onkruid. Hierbij is het van belang om een aantal omgevingsfactoren mee te laten wegen: • In waterwingebieden worden extra eisen gesteld aan lozingen. Voor Winsum geldt dat hier geen waterwingebied is aangewezen. Dit heeft dan ook geen invloed op een te maken keuze. • Hetzelfde geldt ook voor de winning van drinkwater. Hiervan is in de gemeente Winsum geen sprake. • Bij af- of uitspoeling naar kwetsbare (natuur)gebieden dient verontreiniging vanuit stedelijk gebied te worden voorkomen. Dit is in de gemeente Winsum niet aan de orde. Er bevinden zich benedenloops van het bebouwd gebied ook geen gebieden waarop één van deze drie omgevingsfactoren van toepassing zijn. Als gemeentelijke overheid is Winsum er veel aan gelegen om de belasting van het milieu te minimaliseren. De beste garantie wordt bereikt door toepassing van de DOB 2.0 methode.
10
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Dit is een aanscherping van de gebruikelijke DOB-methode. In de DOB-richtlijnen zijn strikte voorwaarden opgenomen met betrekking tot de weeromstandigheden waaronder chemische onkruidbestrijding op verhardingen mag worden uitgevoerd. Door te werken aan de hand van het DOB handboek, met gecertificeerde aannemers, en op basis van goede weerinformatie, wordt een resultaat bereikt waarbij milieu-invloed wordt geminimaliseerd. In het hoofddocument van het Afvalwaterbeleidsplan is een project opgenomen waarin het ontwikkelen van een gezamenlijk bestek is opgenomen. Hierin zal de meest milieuvriendelijke methode worden voorgeschreven, mogelijk met toepassing van biologisch afbreekbare producten. Bij de introductie van nieuwe wetgeving wordt de werkwijze aangepast.
11
Nieuw beleid
Strategie
3.6 Meten en monitoren
Meetnetten vormen de basis voor het beheer van ons water, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Veiligheid, volksgezondheid, een ecologisch gezond leefmilieu voor mens en dier, en de levering van goed en gezond drinkwater zijn er van afhankelijk. Meten en monitoren komt voort uit wettelijke verplichtingen, maar is ook noodzakelijke voorwaarde voor een controleerbare beleidscyclus. Zonder betrouwbare meetgegevens is een verandering in een rioolstelsel of rioolwaterzuivering niet te funderen. Meten en monitoren is noodzaak voor een goede verantwoording van het beleid. Binnen de samenwerking in de waterketen in Groningen en Noord-Drenthe wordt in 2014 een regionale pilot gerealiseerd waarin de BMWE gemeenten voornemens zijn om te participeren. Het doel van het project is het realiseren van kostenreductie, het verminderen van kwetsbaarheid van individuele organisaties en het verbeteren van de kwaliteit van de beleidscyclus. Iedere organisatie kan hier zijn eigen meetnet op aansluiten en zo profiteren van het gezamenlijk uitvoeren van taken.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
De volgende taken worden daarbij in beschouwing genomen: • Het systeem van inzameling en validatie van meetdata; • Het beheer en onderhoud van meetapparatuur en datasystemen; • Het actief beheren van data. Dat houdt in het beschikbaar stellen van data voor beleidsdoeleinden, algemene informatie en voor berekeningsdoeleinden; • Actieve advisering en rapportage. Voor Winsum zullen in de komende periode de gewenste meetinspanningen worden gedefinieerd in een meetplan, dat binnen het BMWE samenwerkingsverband gezamenlijk wordt opgesteld. Op basis van dit meetplan wordt het meetsysteem ingericht.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
3.7 Waterkwaliteitsbeheer
Met de verbreding van het rioolbeheer naar gemeentelijke watertaken wordt de relatie tussen riolering en oppervlaktewater versterkt. Eén van de hoofddoelen van het rioolbeheer is het voorkomen / minimaliseren van de belasting van het milieu. In de praktijk betekent dat de vuiluitworp uit het rioolstelsel geminimaliseerd wordt. Het wettelijk kader hierbij vormt de basisinspanning. Deze is door de gemeente gerealiseerd. In combinatie met maatregelen als afkoppelen en sanering van oude riolering biedt waterkwaliteitsbeheer een goed kader, dat direct aansluit bij het genoemde hoofddoel, het minimaliseren van de belasting van het milieu. Het waterkwaliteitsbeheer kent drie sporen:
Bronmaatregelen:
• Voorlichting en preventie richting bewoners en bedrijven: beeldschoon water • Voorkomen van directe verontreiniging door bijvoorbeeld onkruidbestrijdingsmiddelen • Afkoppelen van regenwater, opvang en hergebruik van regenwater
kwaliteitsbeheer van het stedelijk water:
Nieuw beleid
Strategie
Structuurmaatregelen in het stedelijk watersysteem: • Het voldoende robuust en doorspoelbaar maken van het stedelijk watersysteem, met extra aandacht voor overstortlocaties
Voor Winsum sluit deze aanpak aan bij de maatregelen uit de watervisie. Bronmaatregelen worden in BMWE verband gezamenlijk opgepakt. Dat geldt ook voor de uitwerking van het kwaliteitsbeheer. Er is een overlap in de taken van het waterkwaliteitsbeheer en van het groenbeheer. Daar moeten binnen de organisatie goede afspraken over worden gemaakt.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
3.8 Riool calamiteitenplan
Met een riool calamiteitenplan wordt beoogd dat de gemeente goed voorbereid is op eventuele calamiteiten in en rond de riolering. Bij brand en calamiteiten is de riolering een potentiële verspreider van gevaarlijke stoffen. Bij extreme waterstanden kan (zout) water in het riool stromen, waardoor onnodig water naar de zuivering wordt gepompt. De zuivering werkt volgens een biologisch proces en is zeer storingsgevoelig voor schadelijke stoffen en zout. Het plan heeft tot doel om te bepalen hoe en met welke (eenvoudige) voorzieningen (kleppen, pompjes, schuiven) een onverwachte vuilwatergolf opgevangen kan worden, voordat het oppervlaktewater belast wordt. Met deze voorzieningen moet verontreinigd hemelwater tijdelijk naar het vuilwaterstelsel geleid kunnen worden. Tevens is het calamiteitenplan er op gericht om het hemelwaterriool te kunnen gebruiken als bluswatervoorziening. In het hoofddocument van het Afvalwaterbeleidsplan is een project gedefinieerd om gezamenlijk een riool calamiteitenplan op te stellen.
• Inzicht in de (ecologische) waterkwaliteit door middel van ecoscans • Natuurlijke inrichting van waterbodems en oevers • Verwijderen van overtollig blad en bagger
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
12
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
4. Strategie Riolering is een schakel in de afvalwaterketen. Riolering omvat de afvoer van afvalwater, overtollig regen- en grondwater. De afvoer gebeurt naar de rioolwaterzuivering of naar oppervlaktewater. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de strategie om tot het gewenste resultaat te komen. Dit leidt tot concrete maatregelen voor de vier gemeenten voor de planperiode 2014 tot en met 2018; hier uitgewerkt voor de gemeente Winsum.
4.1 Van afvalwaterketen naar gemeentelijk rioleringsplan
De afvalwaterketen vormt het geheel van inzameling, transport, zuivering van afvalwater en lozing/afzet van de producten die hier uit komen. Voegen we hier de winning en distributie van drinkwater aan toe, dan spreken we van de waterketen. Zoals uitgebreid verwoord in het hoofddocument gaat het Afvalwaterbeleidsplan uit van de ketenbenadering. Niet de gemeente, het waterschap, waterbedrijf, bedrijf of particulier staat centraal, maar het functioneren van de keten als geheel. Om de ketenbenadering vorm te geven, is voor een benadering van de afvalwaterketen in acht onderdelen gekozen.
De kernonderdelen van de afvalwaterketen zijn: > Invoer
De producenten van afvalwater: burgers en bedrijven
> Transport
Het transport van afvalwater via riolen: van het aanleverpunt tot een rioolgemaal of rioolwaterzuivering
> Zuivering
Het zuiveren van het afvalwater in een RWZI: Rioolwaterzuiveringsinrichting
> Uitvoer
Het gebruik van producten die bij het zuiveringsproces vrij komen
Voor de gemeenten liggen de kerntaken bij het kernonderdeel transport. In het maatregelenprogramma van het afvalwaterbeleidsplan zijn samenhangende maatregelen benoemd die tot een gezamenlijke ontwikkeling van de afvalwaterketen leiden. In bijlagen vindt u het complete overzicht van de maatregelen uit het hoofddocument. De totale gemeentelijke rioleringszorg is breder. Deze specificatie plaatst de ontwikkeling van de afvalwaterketen in de context van de complete rioleringszorg; zoals dat traditioneel in een gemeentelijk rioleringsplan gebeurt. In dit en volgend hoofdstuk worden de maatregelen en taken verder uitgewerkt voor de gemeente Winsum en verwerkt in een kostendekkingsplan.
Tussen die onderdelen bevinden zich belangrijke koppelingen: > Aansluiting
Het overgangspunt van particulier naar overheid, dat op veel verschillende manieren kan worden gerealiseerd.
> Bemaling
Het overdrachtspunt van riolering naar zuivering, waar gestuurd kan worden: de schakel tussen rioolsysteem en zuiveringssysteem.
> Markt
De schakel tussen producent en gebruiker van waar producten uit het zuiveringsproces worden verhandeld.
Tot slot is er een contextueel onderdeel, dat onlosmakelijk met de afvalwaterketen is verbonden: > Het watersysteem
13
Sloten, plassen kanalen en al het andere (grond)water dat in onze leefruimte voorkomt, en dat op verschillende plekken verbindingen kent met de waterketen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
4.2 Areaal In hiernaast staande grafiek is weergegeven hoe de opbouw van het rioolstelsel is in type stelsel per aanlegperiode. Hierin is goed zichtbaar dat steeds meer gekozen is voor een gescheiden rioolstelsel.
Van de totale hoeveelheid riolering is ruim 45 kilometer met een diameter kleiner dan of gelijk aan 250 mm. In de hiernaast staande tabel is een opsomming gegeven van de totale omvang van het rioolsysteem. Een lijst met riooloverstorten en regenwateruitlaten is opgenomen in de bijlagen. Tevens zijn op de overzichtstekeningen in de bijlagen de riooloverstorten weergegeven.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Riolering gemeente Winsum
Eenheid
Hoeveelheden
Lengte vrijverval riolering GEM/Totaal (incl. DWA) Lengte vrijverval riolering: RWA Lengte persleidingen Gemalen Drukrioolgemalen Overstorten extern Regenwateruitlaten Heffingseenheden IBA’s Niet aangesloten percelen
Km Km Km St St St St St St St
73,1 20,5 61,4 18 56 14 6 5832 46 263
14
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Kwaliteit van riolering In 2012 en 2013 is het volledige rioolstelsel geïnspecteerd als onderdeel van de nieuwe strategie: “Van theorie naar praktijk”. In de volgende grafiek is te zien welke resultaten uit de inspecties zijn gekomen. De waarschuwingsmaatstaven houden in dat er op dit moment geen actie nodig is, maar dat de schadebeelden wel gevolgd moeten worden. Uit de praktijk blijkt dat er snel een waarschuwingsmaatstaf wordt aangegeven. De controle wordt opgenomen in het inspectieprogramma.
Verdeling toestandaspecten
15
Nieuw beleid
Strategie
Van de ingrijpmaatstaven is hieronder weergegeven hoe de verdeling is in de 3 typen schadebeelden: • Afstroming: bijvoorbeeld door verstoppingen, wortelingroei, instekende inlaten. • Waterdichtheid: bijvoorbeeld door lekkage bij verbindingen of aansluitpunten. • Stabiliteit: zoals aantasting van de buis, scheurvorming.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Voor de komende jaren is een bedrag opgenomen om alle schades te repareren, deel-relining toe te passen of riolering op enkele locaties gedeeltelijk te vervangen. Daarna is het gehele rioolstelsel op orde. Er is jaarlijks wel een relatief klein investeringsbedrag opgenomen voor calamiteiten of om in te kunnen springen op kansen van werkmet-werk maken.
Verdeling ingrijpmaatstaven
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
4.3 Vergelijking gemeenten De rioolheffing van de 4 gemeenten verschillen. Dit heeft verschillende oorzaken. In deze paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt waar mogelijke verschillen liggen. In onderstaande grafiek is de rioolheffing van 2013 per gemeente weergegeven.
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Een belangrijk punt is hierbij de toerekening van kosten. Bijvoorbeeld hoeveel kosten van de bovenliggende verharding worden toegerekend aan de rioolheffing: maximaal of minimaal? Per gemeente kan dit verschillen. Om dit nauwkeurig te bepalen, moet hier nader onderzoek naar worden gedaan.
Groeit de gemeente of krimpt deze? Dit is met name van invloed op het toekomstperspectief. Het areaal zal niet mee krimpen en de aanleg van nieuw riool wordt betaald uit de grondexploitatie - dus dat geeft op korte termijn geen (substantiële) extra lasten maar wel extra inkomsten.
Hoeveel meter riool is er per heffingseenheid. Als de gemeente heel groot is, maar weinig inwoners heeft, is het een logisch gevolg dat de kosten per inwoner hoger liggen. In de grafiek op de volgende pagina is dat inzichtelijk gemaakt voor de 4 gemeenten.
Lopende kapitaallasten en geplande investeringen voor de toekomst. Hoeveel is er al geïnvesteerd de afgelopen jaren en wanneer vallen er kapitaallasten vrij? De basisinspanning was bijvoorbeeld een forse opgave, helemaal voor gemeenten met veel kernen en veel noodzakelijke maatregelen. Die lasten hebben nu onder andere een fors aandeel in de rioolheffing, maar ook rioolvervangingsprojecten die zijn uitgevoerd. In de grafiek op de volgende pagina is een overzicht van de lopende kapitaallasten (jaar 2014) teruggerekend naar één heffingseenheid.
Rioolheffing per gemeente 2013 afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
16
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Riool per heffingseenheid
Kapitaallast per heffingseenheid
17
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
4.4 Maatregelen gemeente Winsum Binnen het kernonderdeel Transport liggen de meeste kerntaken van de gemeente. In deze paragraaf wordt daar per thema nader op ingegaan. Deze thema’s zijn: aanleg van nieuwe voorzieningen, gegevensbeheer, beheer van bestaande voorzieningen, onderhoudswerkzaamheden, reparatie, renovatie en vervanging van riolering, verbetering van het systeem (hydraulisch en/of milieutechnisch), baggeren, de zorgplicht van regenwater, de zorgplicht van grondwater en communicatie. Alle thema’s leiden tot een totaalpakket van maatregelen en bijbehorende kosten.
Aansluitingen op riolering of IBA Volgens de Waterwet (voorheen Lozingsbesluit) dienen ongezuiverde lozing van afvalwater in de bodem of op oppervlaktewater te worden opgeheven. In totaal zijn 263 percelen niet aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Hiervan zijn 46 IBA’s binnen de gemeente Winsum, hier zullen maximaal nog 4 bijkomen. Daarnaast worden in 2014 17 woonboten in het buitengebied aangesloten op een IBA of op drukriolering. De IBA’s worden onderhouden door het Waterschap. Voor deze percelen is geen ontheffing aanwezig, daar wordt op korte termijn invulling aan gegeven.
Onderhoudswerkzaamheden Met een frequentie van 1x/15 jaar wordt het rioolstelsel geïnspecteerd. In 2012 en 2013 is het gehele stelsel geïnspecteerd, zodat dit voorlopig niet op de planning staat. Er staat jaarlijks wel een gering bedrag gereserveerd voor eventuele ad-hoc inspecties, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of slecht functioneren van het rioolstelsel.
Aanleg van nieuwe voorzieningen Bij nieuwbouw wordt altijd gekozen voor een gescheiden rioolsysteem of een verbeterd gescheiden rioolsysteem. In de bouwverordening is opgenomen dat water gescheiden aangeboden moet worden. De afweging wordt per plan of project gemaakt en is altijd maatwerk. Nieuwe innovatieve oplossingen worden op de voet gevolgd en waar mogelijk toegepast.
Onderzoek Vanzelfsprekend worden waar mogelijk onderzoeken in samenwerking gedaan. Dit geldt in ieder geval voor het opstellen van een optimalisatiestudie van het afvalwatersysteem (OAS) waarin ook de stedelijke wateropgave (als integraal onderdeel) wordt vertaald naar concrete maatregelen. Het opstellen van een nieuw afvalwaterplan en een calamiteitenplan wordt tevens gezamenlijk uitgevoerd. Voor de overige plannen wordt kennis gedeeld en waar mogelijk samen opgetrokken. Gemeente Winsum maakt gebruik van het beheersysteem DgDialog. De gegevens zijn actueel en bijgewerkt, inclusief invoer van alle resultaten van de inspecties die in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd. Met dit beheersysteem wordt tevens voldaan aan de eisen vanuit de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION).
Alle pompen, gemalen en randvoorzieningen worden 1 tot 2 keer per jaar gereinigd en geïnspecteerd. Aan de hand van die inspecties wordt jaarlijks een maatregelenprogramma opgesteld en uitgevoerd. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de exploitatie en investeringen.
Gegevensbeheer De basis van al het beheer en onderhoud ligt in het gegevensbeheer. Inzicht in het water- en rioleringssysteem kan alleen worden verkregen als het gegevensbeheer op orde is. Het gegevensbeheer als het nu is, moet worden gehandhaafd. Het beheersysteem is op dit moment volledig up-to-date. Voor het gegevensbeheer wordt gebruik gemaakt DgDialog.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Alle kolken worden 2 keer per jaar gereinigd. Tevens worden de wegen en goten frequent geveegd. Deze kosten worden niet toegerekend aan de rioolheffing.
Winsum
18
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Reparatie, renovatie en vervanging van riolering Gemiddeld gaat riolering 60 tot 80 jaar mee. Door verbeterde technieken kan de levensduur mogelijk worden verlengd in de toekomst. De noodzakelijke maatregelen zijn bepaald aan de hand van kwalitatieve gegevens. Voor de langere termijn wordt gebruik gemaakt van theoretische gegevens, om zo goed mogelijk te kunnen anticiperen op eventuele vervangingspieken. Op basis van de uitkomsten van de rioolinspecties is een nieuwe inschatting gemaakt van de theoretische levensduur. Deze stond voor het gehele vrijverval rioolstelsel op 60 jaar, maar nu is aangenomen dat 70% hiervan een levensduur heeft van 80 jaar. Dit is conform een landelijke trend, waar steeds vaker wordt geconstateerd dat rioolbuizen na 60 jaar nog niet aan het eind van de levensduur zijn. Functioneren van de riolering Het gehele rioolstelsel van de gemeente Winsum voldoet aan de basisinspanning. Daarnaast is de stedelijke wateropgave berekend. Hieruit blijkt dat er geen opgave is voor gemeente Winsum. In 2013 is gestart met een nieuw basisrioleringsplan voor alle kernen. Tijdens de opstelling van dit afvalwaterbeleidsplan is er nog geen inzicht in de resultaten van het basisrioleringsplan. Met dit plan wordt -naast de rioolinspecties- het inzicht in het rioolstelsel vergroot, maar meer gericht op de werking van het rioolstelsel.
19
Nieuw beleid
Strategie
Er zijn twee bekende knelpunten binnen gemeente Winsum waar deze planperiode een oplossing voor moet komen. Dit is met prioriteit opgenomen in de maatregelen van reparaties de komende jaren: 1. Gebied de Brake, waar drie bemalingsgebieden afvoeren via pompen op 1 gezamenlijke persleiding. De pompen zijn niet goed op elkaar afgesteld en de afvoerleiding is te klein. Hierdoor verdringen de pompen elkaar en blijft de Brake 2 achter in de afvoer van het stelsel. 2. Bij Lombok ligt een gescheiden stelsel, waarbij een aantal loodsen verkeerd aangesloten zijn met hun hemelwater afvoer op het vuilwater stelsel, waardoor de pomp het water niet snel genoeg kan afvoeren. Met behulp van de telemetrie en het opzetten van een integraal meetplan gaan we het inzicht nog verder vergroten en waar mogelijk verbeteren. Dit is afhankelijk van de werkgroep Meten & Monitoren vanuit de regionale samenwerking. Ook het functioneren van de randvoorzieningen wordt hierin meegenomen. Bij vervanging van riolering wordt altijd gestreefd naar verbetering van de hydraulische capaciteit en het scheiden van waterstromen, zodat dit ook milieutechnisch een positief effect heeft. De gemeente heeft de afgelopen jaren al veel regenwater afgekoppeld en zal dat waar mogelijk en efficiënt ook blijven doen.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Dit gaat in nauwe samenwerking met het waterschap. Bij bepaalde buien kan ‘water op straat’ voorkomen. Hierbij maken we onderscheid in drie verschillende gradaties: hinder, ernstige hinder en overlast. Hinder: korte tijd (15 tot 30 minuten) beperkte hoeveelheden ‘water op straat’. Ernstige hinder: enige tijd (30 minuten tot twee uur) forse hoeveelheden ‘water op straat’, met ondergelopen tunnels en opdrijvende putdeksels. Overlast: langdurig en op grotere schaal ‘water op straat’, met water in winkels, woningen met materiële schade en mogelijk ook ernstige belemmering van het (economische) verkeer. Baggeren Tijdens het opstellen van het Afvalwaterbeleidsplan is besproken om de kosten voor het baggeren binnen de wettelijke kaders onder te brengen onder de rioolheffing. Voor gemeente Winsum zijn 50% van de baggerkosten opgenomen in deze planperiode, na 10 jaar zijn hier wederom kosten voor begroot.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Zorgplicht van regenwater Volgens de regenwaterzorgplicht (artikel 9a Waterwet) moet de gemeente zorg dragen voor een doelmatige inzameling van regenwater voor zover redelijkerwijs van een particulier niet kan worden gevraagd om dit water in de bodem of naar het oppervlaktewater te brengen. Met een verordening afvoer regenwater en grondwater bestaat de mogelijkheid om het lozen van regenwater op een gemengd of vuilwaterriool te beëindigen. Naast riolering komen ook voorzieningen ten behoeve van het afvloeiende hemelwater voor die niet tot de riolering behoren en in beheer zijn bij de gemeente. Bijvoorbeeld afscheiders, wadi’s en infiltratievoorzieningen. Voor de inzameling en afvoer van het afvloeiend hemelwater in nieuwbouwlocaties wordt zoveel mogelijk regenwater afgekoppeld. Voor het bestaand stedelijk gebied worden de kansen voor afkoppelen zoveel als mogelijk benut. Kosten voor het beheer van de regenwatervoorzieningen vallen onder de exploitatiekosten.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Nieuw beleid
Strategie
Zorgplicht van grondwater Grondwater is, zoals het woord zelf al aangeeft, het water dat zich in de grond bevindt. We staan er niet bij stil totdat we het onverwacht tegenkomen of er zelfs overlast van ondervinden in de tuin of woning. Aan deze zorgplicht wordt met de 4 gemeenten gezamenlijk invulling gegeven. Er is een gezamenlijk grondwaterbeleidsplan opgesteld. Het inrichten van een grondwatermeetnet is opgenomen in het gezamenlijke maatregelenprogramma. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om, voor zover doelmatig, maatregelen in de openbare ruimte te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Daarnaast is de gemeente aanspreekpunt voor de burger en behandelt grondwaterklachten.
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Communicatie De nieuwe Waterwet gaat uit van samenwerking en overleg. Samenwerking vormt de basis voor het bereiken van de doelstellingen. Naast communicatie voor educatie, voorlichting en gedragsbeïnvloeding is het van belang de burgers en bedrijven optimaal te informeren over de besteding van de rioolheffing (verantwoording) en te informeren over projecten en eventueel daaruit voortkomend tijdelijk overlast. De communicatie wordt waar mogelijk in samenwerking opgepakt. Uiteraard is de gemeente altijd bereid meer informatie te verstrekken en burgers en bedrijven persoonlijk te woord te staan. Optimale communicatie is een standaard en geïntegreerd onderdeel bij de uitvoering van projecten.
20
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
5. Financiën en kostendekkingsplan Met alle nieuwe inzichten, evaluaties en kennis die is opgedaan, is een nieuwe weg ingeslagen. De afgelopen periode is bepaald hoe de gemeentelijke watertaken zo slim mogelijk ingevuld kunnen worden. De doelstelling is: “De goede dingen doen en de dingen goed doen”. Dat heeft geleid tot de omslag van theorie naar praktijk. Dat heeft de noodzakelijke tijd gevraagd, maar het resultaat is goed met een financieel positief effect. De oorspronkelijke berekende tariefverhoging is niet noodzakelijk gebleken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de kostendekking van de gemeentelijke watertaken. 5.1 Rioolheffing In dit hoofdstuk komt aan de orde welke financiële middelen nodig zijn om de in dit plan gestelde doelen met de beschreven strategie te kunnen realiseren. Doelen, strategie en benodigde middelen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Binnen de kaders van dit plan werken de 4 gemeenten samen en hebben ambitieuze plannen voor de komende 5 jaar. Voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken, is het bekostigingsinstrument aangepast. De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken voorziet in het creëren van een nieuwe rioolheffing (Gemeentewet, artikel 228a). Uit de opbrengst hiervan kunnen de gemeentelijke watertaken worden bekostigd.
21
Artikel 228a Gemeentewet
1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater; b. de inzameling en afvoer van afvloeiend regenwater, de verwerking van het ingezamelde regenwater én het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 5.2 Uitgangspunten De rioolheffing is over een periode van 20 jaar berekend. Er is gekeken naar investeringspieken in deze periode (bijvoorbeeld doordat veel riolen tegelijk aan het eind van hun levensduur komen), maar concreet zijn de eerste 10 jaar beschouwd. Daarop is de strategie bepaald en de daarbij behorende hoogte van de rioolheffing berekend.
Zowel de baten (tarief rioolheffing en aantal heffingseenheden) als een overzicht van alle lasten zijn in het berekeningsmodel gebracht. De lasten betreffen de lopende kapitaallasten, de exploitatiekosten (met onder andere doorberekening van personeelskosten), de externe kosten (zoals reiniging en inspectie), benodigde onderzoekskosten en investeringen. Er is voor de rioolheffingsberekening gebruik gemaakt van het rioleringsmodel van gemeente Groningen dat zij zelf hebben ontwikkeld om niet afhankelijk te zijn van externe adviesbureaus. Dit model is getoetst en goedgekeurd door een accountant. Gemeente Winsum hanteert een rentepercentage van 4,0% en rekent voor deze rioolheffingsberekening zonder inflatie. De komende jaren wordt voorgesteld de reserve riolering in te zetten ten gunste van de rioolheffing. De reserve gaat dan functioneren als een egalisatievoorziening. Hierdoor kan het tarief in de planperiode gelijk blijven. Er wordt geen geld gespaard voor eventuele grote investeringen in de toekomst, aangezien die de komende 20 jaar niet worden verwacht. Een uitgebreid overzicht van kosten is weergegeven in de bijlagen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
In onderstaande tabel is de theoretische levensduur weergegeven per stelseltype en materiaalsoort. Gehanteerde theoretische levensduur
Levensduur
Vrijverval Riolering: Beton
60-80 jaar
Beton van 1940-1960
60 jaar
PVC
60-80 jaar
Persleidingen
45 jaar
Gemalen mechanisch/elektrisch
15 jaar
bouwkundig
45 jaar
Drukriolering mechanisch/elektrisch
15 jaar
bouwkundig
45 jaar
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Financieringsmethode Voor investeringen in de riolering is tot op heden veelal geld geactiveerd (geleend) met een afschrijvingstermijn van 15 of 60 jaar. Hoewel dit een veel gebruikte methode is binnen de riolering, levert dit een jaarlijks groeiende financiële last op. Doordat vrijvervalriolering over een periode 60 jaar wordt afgeschreven, duurt het ook 60 jaar voordat de eerste kapitaallasten weer vrijvallen. Tot die tijd zal de rioolheffing stijgen, zonder dat daar extra inspanningen tegenover staan. Uiteindelijk ontstaat er een situatie waarbij de rioolheffing voor een steeds groter deel bestaat uit lopende kapitaallasten. Geld lenen kost geld. Een optie is om de afschrijvingstermijn te verkorten en eventueel op termijn over te stappen op een ideaalcomplex. Steeds meer gemeenten doen onderzoek naar de effecten en mogelijkheden en bekijken kritische de gevolgen van lange afschrijvingstermijnen. Dit op advies van VNG, Stichting Rioned en het BBV.
Organisatie
Gezamenlijk maatregelenprogramma De plannen die voortkomen uit het gezamenlijke maatregelenprogramma zijn financieel gedekt binnen de rioolheffing. De verdeling van kosten naar gemeenten is evenredig naar het aantal heffingseenheden en deels op basis van een vast bedrag. Zo ontstaat een eerlijke toerekening van gezamenlijke kosten naar de burger in de rioolheffing per deelnemende gemeente. De totale kosten zijn evenredig verdeeld over de planperiode. Het betreft:
Kosten in € over de planperiode van 5 jaar Gemeente Bedum
167.000
Gemeente De Marne
170.000
Gemeente Winsum
190.000
Gemeente Eemsmond
222.000
Waterschap Noorderzijlvest
327.000
Kosten voor gemeente Winsum
2014
2015
2016
2017
2018
Kosten vanuit actieprogramma Afvalwaterplan
€ 38.030
€ 38.030
€ 38.030
€ 38.030
€ 38.030
22
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
5.3 Rioolheffingsberekening Het aantal heffingseenheden is 5832. Het tarief voor 2014 wordt voorgesteld op: € 210,-. Alle kosten en investeringen zijn in het model gebracht en voor een periode van 20 jaar berekend. Voor de planperiode is gerekend met een vast tarief van € 210,-. Daarna is een gelijkmatige stijging berekend om tot een kostendekkend niveau te komen, maar de werkelijke stijging voor de periode na 2018 zal worden vastgesteld in het volgende GRP. Er is geen rekening gehouden met een stijging of daling van het aantal heffingseenheden. Voorgesteld wordt om de reserve in te zetten om het tarief op een vast niveau te houden gedurende deze planperiode. Tevens wordt de beschikbare kredietruimte (van uitgestelde investeringen) ingezet voor de investeringen die staan gepland voor 2014 tot en met 2017. Een uitgebreid overzicht van kosten en opbrengsten is weergegeven in de bijlagen. Hiernaast is een grafiek weergegeven met het verloop van de rioolheffing van 2013 t/m 2022. Tevens 2 grafieken met het verloop van de reserve
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
Overzicht verloop van de rioolheffing
Overzicht verloop van reserve
Overzicht verloop kapitaallasten
23
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
5.4 Opbouw rioolheffing In onderstaande grafiek is een overzicht gegeven van de opbouw van de rioolheffing van gemeente Winsum. Het grootste deel is kapitaallasten. Kapitaallasten komen voort uit het investeringen die in het verleden zijn gedaan en worden geactiveerd voor een bepaalde periode. In gemeente Winsum is de financiële afschrijvingstermijn 60 jaar voor vervangingsinvesteringen en 15 jaar voor investeringen in mechanische riolering. Investeringen worden lineair afgeschreven.
Opbouw van de rioolheffing Winsum
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
5.5. Kostenbesparing Door samen te werken worden kosten bespaard, naast de verhoging van kwaliteit en het verminderen van kwetsbaarheid. De eerste kostenbesparing is al direct zichtbaar: het opstellen van dit Afvalwaterbeleidsplan. Indien het waterschap en de gemeenten dit afzonderlijk hadden laten opstellen, had het voor alle partijen zeker twee maal het bestede budget gekost. Maar de grote winst zit hem financieel niet alleen het besparen op de onderzoekskosten, maar juist in de besparingen in uitvoering. De onderzoekskosten bedragen circa 10% van het bestede budget per jaar voor investeringen buiten. De investeringen betreffen één watersysteem. Met de onderzoeken wordt nauwkeurig in beeld gebracht waar de synergievoordelen te behalen zijn. In de loop van deze planperiode kan daar meer inzicht in worden gegeven.
24
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
6. Organisatie 6.1 Samenwerken Het Afvalwaterbeleidsplan zet in op samenwerking. De uitvoering van het maatregelenprogramma in het Afvalwaterbeleidsplan wordt gecoördineerd door een in te stellen afvalwaterteam. Dit betreft echter nog maar een klein deel van de gemeentelijke water- en rioleringstaken. Er zijn verschillen in de organisaties van de gemeenten door de mate van uitbesteden en de verschillen in omvang van taken. De vier gemeenten hebben per definitie een beperkte capaciteit op dit taakveld, en zijn daardoor kwetsbaar. In de onderbouwing van de capaciteit worden de verschillen inzichtelijk gemaakt. 6.2 onderbouwing capaciteit Om het gemeentelijk rioolbeheer en de gemeentelijke watertaken goed uit te kunnen voeren is deskundig personeel nodig. Om te bepalen welke kennis en vaardigheden nodig zijn en hoe de taken in relatie tot formatieomvang het best kunnen worden uitgevoerd, is hierover door stichting RIONED een module geschreven voor de Leidraad Riolering. Aan de hand van deze module (D2000) wordt een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit. Deze module is van 2007, van voor de introductie van de gemeentelijke watertaken. Hiermee is in de theoretische capaciteitsberekening dus geen rekening gehouden.
25
Theoretische capaciteit Voor het analyseren van de capaciteit wordt gebruik gemaakt van een indeling in vijf deeltaken: 1. Planvorming (opstellen GRP; afstemming andere plannen; opstellen jaarprogram- ma’s) 2. Onderzoek (inventarisatie; inspectie/ controle; meten; berekenen) 3. Onderhoud (riolen/ kolken; gemalen/ mechanische riolering; infiltratievoorzie- ningen/ lokale zuiveringen; grondwater- voorzieningen) 4. Maatregelen (aanleg; reparatie; reno- vatie/ vervanging; verbetering) 5. Facilitair (afstemming andere planvor- men; vergunningen; ondersteuning etc.)
Er is er van uit gegaan dat veel zaken worden uitbesteed, volgens een realistische benadering per gemeente. Dat levert een relatief geringe formatie op. Daardoor zijn de gemeenten ook kwetsbaar. De onderlinge verschillen komen voort uit verschillen in omvang/areaal en verschillen in de mate waarin taken worden uitbesteed. Meer uitbesteden levert een lagere capaciteit op. De kolom BMWE gaat uit van uitvoering als ware het één organisatie. Het is dus geen optelling, maar een aparte berekening met andere kentallen van RIONED.
Resultaat theoretische capaciteitsberekening conform Leidraad Riolering Eenheid: fte
Bedum
De Marne
Winsum
Eemsmond
BMWE
Planvorming, onderzoek, facilitair
1,18
1,05
1,05
1,05
2,85
Onderhoud
0,50
1,27
0,49
1,50
2,83
Maatregelen
0,62
0,42
0,33
1,00
2,73
Gemeentelijke watertaken
0,30
0,30
0,30
0,30
0,80
Afstemming Totaal per kolom
0,57 2,60
3,04
2,17
3,85
9,78
Noot: voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken zijn schattingen gemaakt. Deze taken maken geen deel uit van de theoretische berekening volgens de methodiek van RIONED.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Inleiding
Evaluatie bestaand beleid
Nieuw beleid
Werkelijke capaciteit Voor het opstellen van een vergelijking is gebruik gemaakt van de opgaven van de gemeenten van de werkelijke capaciteit. In onderstaande tabel worden deze vergeleken met de theoretische capaciteit, en met de fictieve variant als ware BMWE één organisatie. Op basis van deze vergelijking zijn de verschillen tussen de werkelijke situatie en de twee berekende varianten relatief klein. Alleen in Eemsmond is de capaciteit op orde. In de ander drie gemeenten is sprake van ondercapaciteit. De berekening van de BMWE variant, als ware het één gemeente, toont aan dat samenwerking ook capaciteitsvoordeel kan opleveren.
Strategie
Financiën en Kostendekkingsplan
Organisatie
6.3 Vormgeven van samenwerken Verdergaande samenwerking zal een robuustere organisatie opleveren, waarin kwaliteit en kwetsbaarheid beter zijn geborgd. Ook kan er beter invulling worden gegeven aan het strategisch/tactisch beheer, zoals in het hoofdrapport is beschreven. De capaciteitsberekening laat geen belemmeringen zien om deze weg verder in te slaan. Er kan meer voordeel ontstaan dan berekend is, vooral doordat taken minder versnipperd kunnen worden uitgevoerd. Een groter volume zal bovendien ook aanbestedingsvoordeel opleveren.
Vergelijking theoretische capaciteit met de opgegeven werkelijke capaciteit inclusief watertaken en de gezamenlijke theoretische variant Eenheid: fte
Bedum
De Marne
Winsum
Eemsmond
Totaal
Theoretische capaciteit
2,60
3,04
2,17
3,85
11,66
Werkelijke capaciteit
1,89
2,30
2,00
4,00
10,19
BMWE gezamenlijke uitvoering / samenvoeging taken, theoretische capaciteit
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
9,78
26
Bijlagen
27
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Bijlage 1: Begrippenlijst en uitleg waterketen De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 ‘Buitenriolering - Termen en definities’ en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. Afkoppelen
De afvoer van regenwater loskoppelen van de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering.
Afvalwater
Zie Stedelijk afvalwater
Afvalwaterzuiverings-inrichting
Zie Rioolwaterzuiveringsinrichting
Afvoerend oppervlak
Het naar de riolering afwaterende oppervlak.
Afwatering
Afvoer van regenwater via het maaiveld of via greppels en kanalen naar het oppervlaktewater of regenwaterriool.
Afzetting
aankoeken van slib, vet en kalk op de wand van een rioolbuis; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur
Assetmanagement
Doelmatige zorg voor het geheel aan voorzieningen van waarde in het afvalwater- en stedelijk watersysteem, waarmee een organisatie haar primaire doelen realiseert.
Basisinspanning
Term die de capaciteit van een referentie-rioolstelsel aangeeft, en als maat dient voor de hoeveelheid afvalwater die via een overstort in het oppervlaktewater komt.
Basisrioleringsplan
Rapportage die de feitelijke werking van het rioolstelsel beschrijft en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen conform de doelen.
Bedrijfsafvalwater
Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.
Bergbezinkbassin
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden
Berging
De inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha.
Bodempassage
Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd.
Doorlatende verharding
Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem.
Drukriolering
Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen.
Droogweerafvoer (DWA)
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd
Drukriolering
Riolering waarbij het transport van afvalwater gebeurt door middel van pompen en persleidingen.
29
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Externe overstort
Rioolput met een opening achter een drempel, via welke rioolwater bij extreem hoge rioolwaterstanden loost naar het oppervlaktewater.
Foutieve aansluiting
Het aansluiten van een vuilwateraansluiting op een regenwaterriool of omgekeerd.
Gemengd rioolstelsel
Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd.
Gescheiden rioolstelsel
Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater.
Grondwater
Water dat zich in de bodem bevindt, meestal beperkt tot het water beneden de grondwaterspiegel.
Hemelwaterriool
Zie regenwaterriool .
Huishoudelijk afvalwater
Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden.
Hydraulische berekening
Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Hydraulica is de leer van waterbeweging.
Infiltratie
Intreding van water in de bodem. Hierbij worden vaak hulpmiddellen gebruikt als kratten, buizen of bollen om dit proces te benutten en te versnellen.
Inspectie
Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert.
IT-riool
Geperforeerd (infiltratie-transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem.
Lamellenafscheider
Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater.
Lekkage
Het in- of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de wand van een rioolbuis of rioolput.
Meten en monitoren
Het verrichten van waarnemingen van waterstanden, debieten en waterkwaliteit, het beheer van data, en het analyseren van resultaten, teneinde een beeld te krijgen van het functioneren van het rioolstelsel.
OAS
Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem; een studie waarin de optimalisatie en afstemming tussen riolering, bemaling en inrichting van de afvalwaterzuivering wordt uitgewerkt.
Ontwatering
Afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen met als functie afwatering.
Overstorting
De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater.
Randvoorziening
Voorziening in het rioolstelsel die tot doel heeft de lozing van afvalwater uit het riool, naar het oppervlaktewater, op een specifieke plaats te doen verminderen.
Regenwaterriool / RWA-riool
Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
30
Riolering
Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater.
Riool
Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater.
Rioolput
Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg).
Rioolwaterzuiverings-inrichting (RWZI) Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater. Stedelijk afvalwater
Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.
Verbeterd gescheiden rioolstelsel
Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting.
Verhard oppervlak
Oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater niet kan infiltreren, maar oppervlakkig afstroomt (huizen, straten, en dergelijke)
Vuilwaterriool / Droogweerafvoerriool / DWA-riool
Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.
Wadi
Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem.
Water op straat
Het optreden van waterstanden boven het maaiveldniveau.
Waterpasserende verharding
Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem.
Waterketen
De keten van waterproductie (drinkwaterbedrijven en individuele waterwinning), waterverbruik (huishoudens, bedrijven en instellingen), inzameling en transport van afvalwater (gemeenten en waterschappen) en rioolwaterzuivering (waterschappen).
Wateroverlast
Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden.
Wortelingroei
Wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid.
31
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Wat is de waterketen? De waterketen heeft vooral betrekking op het menselijk gebruik van water. Verschillende bedrijven of organisaties zijn betrokken bij het water dat mensen gebruiken en daarom bij de waterketen: • De waterbedrijven produceren drinkwater • De waterschappen en gemeenten zijn verantwoordelijk voor het inzamelen en transport van afvalwater • De waterschappen zuiveren vervolgens het vuile afvalwater In het plaatje hiernaast is de waterketen in schema gezet. Taken en verantwoordelijkheden In Groningen zijn gemeenten, de waterschappen Noorder¬zijlvest en Hunze en Aa’s en Waterbedrijf Groningen betrokken bij de waterketen. Elke organisatie beheert en heeft zeggenschap over een deel van de waterketen. De financiering van de waterketen komt uit lokale heffingen. De inwoners betalen drie keer: voor drinkwater, riolering en zuivering. Dit is verankerd in de wettelijke taakverdeling. Waterbedrijven De waterbedrijven zijn publieke (nuts)bedrijven, met als kerntaak de winning en distributie van drinkwater. In Groningen en Drenthe zijn de gemeenten en provincies de aandeelhouders. Drinkwater moet voldoen aan strenge eisen, die zijn vastgelegd in de drinkwaterwet en in diverse besluiten.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Drinkwater wordt voornamelijk uit grondwater gewonnen, en gedeeltelijk uit oppervlakte¬water. Distributie vindt plaats via een zeer uitgebreid leidingnet. Het drinkwaternet behoort tot de meest betrouwbare nutsvoorzieningen. Gemeenten Gemeenten hebben de wettelijke zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater. Onder afvalwater verstaan we ook de afvoer van overtollig regenwater. Het rioolstelsel voert het afvalwater en regenwater (al dan niet gescheiden) af naar rioolgemalen. Deze zijn in handen van gemeenten zelf, maar als het water van daaruit naar de zuiveringsinstallaties wordt gepompt dan zijn ze van het waterschap. Gemeenten beheren ook drukriolering en oppervlaktewater. Het rioolbeheer wordt meestal kostendekkend gefinancierd uit de rioolheffing.
Waterschappen De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het transport van het afvalwater naar rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Die zuiveren het vuile afvalwater. In Groningen en Noord-Drenthe gaat het om bijna 30 RWZI’s. Deze vormen het eindpunt van het afvalwater dat binnen een gebied (zuiveringskring) wordt ingezameld. Aan het lozen van water uit riolering en de rioolwaterzuivering op het oppervlaktewater worden strenge eisen gesteld. Het waterschap treedt hierin op als vergunningverlener en handhaver. De kosten voor het zuiveren van afvalwater worden gedekt uit de zuiverings¬heffing. In Groningen en Noord-Drenthe wordt de heffing uitgevoerd door Hefpunt, een samenwerkingsverband van de noordelijke waterschappen.
32
Bijlage 2: Wettelijk kader In deze bijlage wordt geschetst aan welk wettelijk kader het Afvalwaterbeleidsplan onderhevig is. Naast wetgeving is ook het beleid van hogere instanties (Rijk en Provincies) en dat van de eigen organisaties van belang. Via Europese regelgeving, nationale wetgeving, provinciaal beleid wordt tot slot kort samengevat welk beleid van de vijf deelnemende partijen van toepassing is. Voor het verwijderen van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater zijn voorzieningen nodig. Deze voorzieningen hebben tot doel om de volksgezondheid te bescherming, het milieu te beschermen en overlast tegen te gaan. Aanleg en beheer van deze voorzieningen is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer en de Waterwet. De zuivering van afvalwater is een taak van het waterschap. In de Waterwet is de verplichting voor de waterschappen opgenomen om het stedelijk afvalwater te zuiveren. Een andere taak van het waterschap is het beheer van oppervlaktewateren. Op grond van de Waterwet en rekening houdend met de Waterschapswet wijst de provincie de waterlichamen aan die het waterschap beheert.
33
1 Europees beleidskader 1.1 Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te brengen en te houden. In de richtlijn is omschreven wat de chemische en ecologische toestand van het water in 2015 moet zijn. De KRW stelt voor alle wateren een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden, dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. De toekomstige invulling van de afvalwaterketen zal sterk gerelateerd worden aan de implicaties van de KRW.
2 Landelijk beleidskader 2.1 Commissie waterbeheer 21e eeuw Aan het eind van de 20e eeuw werd Nederland getroffen door enkele ernstige gevallen van wateroverlast. De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft op verzoek van het Rijk onderzocht welke maatregelen genomen kunnen worden om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Waterbeleid voor de 21ste eeuw’. De commissie adviseert onder meer rekening te houden met het veranderende klimaat, water zo veel mogelijk vast te houden in het eigen gebied en de stedelijke wateropgave in beeld te brengen.
Per stroomgebied zijn analyses gemaakt en plannen opgesteld. Voor het gebied Nedereems en Rijn-Noord is één stroomgebiedbeheersplan opgesteld. Globaal betreft dit de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. In 2009 is het stroomgebiedbeheersplan (SGBP) vastgesteld en zijn de benodigde maatregelen, doelen en kosten in beeld gebracht. Deze maatregelen zijn taakstellend voor de betrokken overheden. Belangrijkste uitvoerder van het SGBP zijn de waterschappen. Ook gemeenten dragen bij in de vorm van afkoppelen. Veel van de uitvoeringsmaatregelen binnen de DAL gemeenten zijn gericht op verbetering van oevers. Het natuurvriendelijk maken van oevers in verschillende kanalen en watergangen draagt bij aan natuurlijke zuivering en verbetering van het leefmilieu voor plant en dier. In 2015 moet er een nieuw SGBP worden vastgesteld voor de periode tot 2021.
2.2 Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Ontwikkelingen zoals klimaatverandering, de zeespiegelstijging, de bodemdaling en verstedelijking vragen om een nieuwe aanpak van het waterbeleid. In 2003 hebben het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) getekend. Het doel van het akkoord is de waterhuishouding in 2015 op peil te hebben en het daarna op orde te houden. In het NBW is afgesproken regionale uitwerkingen op te stellen. Het ministerie van VROM heeft daarop volgend in 2004 een beleidsbrief regenwater en riolering uitgebracht. Deze brief geeft aan hoe de regenwaterproblematiek bij gemeenten het best kan worden aangepakt.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Er worden vier pijlers van het regenwaterbeleid benoemd: 1. aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; 2. regenwater vasthouden en bergen; 3. regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; 4. integrale afweging op lokaal niveau. De gemeente wordt als regisseur gezien om dit regenwaterbeleid op lokaal niveau vorm te geven. De trits vasthouden-bergen-afvoeren (zie figuur) is daarbij leidraad. Met het omgaan met regenwater is maatwerk onontbeerlijk.
De watertoets is een belangrijk instrument om gemeente en waterschap bij ruimtelijke plannen vroegtijdig samen te laten werken. Het is een proces- en procedure-instrument om de waterbeheerder goed bij nieuwbouwplannen te betrekken.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
2.3 Actueel Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW actueel) In juni 2008 is een geactualiseerde versie van het NBW gepresenteerd. Met het NBW actueel onderstrepen het Rijk, het interprovinciaal overleg (IPO), de unie van waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de gezamenlijke opgave om het watersysteem op zo kort mogelijke termijn tegen de laagst maatschappelijke kosten op orde te brengen en te houden. Nieuw ten opzichte van het vorige NBW: • Duidelijkere omschrijving van het begrip ‘op orde’, vooral in stedelijk gebied. • Adviezen over hoe om te gaan met de klimaatscenario’s. • Afspraken over waterkwaliteit en watertekorten. • Meer aandacht voor het doorvertalen van de integrale wateropgave naar het ruimtelijke domein. • Werkwijze van gebiedsnormering voor regionale wateroverlast. • Instrumentarium Waterwet. • Vernieuwde Rijksimpuls van 115 miljoen euro voor synergie en 75 miljoen euro voor innovatie. • Duidelijkheid over financiële controlemomenten. Een belangrijk voortvloeisel uit het NBW Actueel is de stedelijke wateropgave. Voor alle gemeenten in de provincie Groningen is deze opgave intussen bepaald. Daarbij zijn een aantal maatregelen benoemd die wateroverlast ten
gevolge van hevige regenval moeten beperken. Een deel van de nog uit te voeren maatregelen is in het Afvalwaterbeleidsplan verwerkt. 2.4 Bestuursakkoord Waterketen De koepelorganisatie van de waterbedrijven, waterschappen en gemeenten (Vewin resp. Unie van Waterschappen en VNG) hebben in 2007 met de minister van VROM, de staatssecretaris van V&W en het IPO het nationale Bestuursakkoord Waterketen gesloten. Doel is de bevordering van transparantie en doelmatigheid in de waterketen. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het bottum-up samenwerkingsproces tussen gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen. Het akkoord gaat ervan uit dat een doelmatigheid van 10 a 20 % over 10 jaar haalbaar is. Speerpunten zijn: - benchmarking - verticale samenwerking - inzichtelijk maken van kosten - innovatie - communicatie met de klant/burger. Een belangrijk speerpunt is het doen van vergelijkend onderzoek ter verbetering van de uitvoering van taken (benchmarking). Door de stichting Rioned is in 2010 een groot benchmarkonderzoek naar gemeentelijke rioleringszorg uitgevoerd. Dit onderzoek wordt in 2013 herhaald. Bij waterbedrijven en waterschappen is benchmarking al een langer gebruikt en nuttig instrument.
34
Het bestuursakkoord stelt tot doel dat gemeenten en waterschappen een permanente samenwerking in het afvalwaterbeheer realiseren en bestuurlijke overeenkomsten afsluiten om investeringen tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. Het opstellen van een Afvalwaterbeleidsplan vormt hier een uitstekende invulling van. 2.5 Wet milieubeheer Het belangrijkste wettelijk kader voor gemeenten is vastgelegd in de Wet milieubeheer. In deze paragraaf zijn de relevante artikelen uit de Wet milieubeheer weergegeven. Artikel 4.22 De gemeente is wettelijk verplicht een GRP op te stellen (Wet milieubeheer art. 4.22). In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad telkens voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Artikel 4.23 Hierin zijn verantwoordelijkheden en procedures rond het GRP geregeld. Aangezien het Afvalwaterbeleidsplan samen met de waterbeheerder / de waterschappen wordt opgesteld, zal vaststelling ook in de besturen van deze organen plaats vinden. Het betrekken van GS blijft een bestaande verplichting, die na wettelijke implementatie van het bestuursakkoord water waarschijnlijk gaat verdwijnen.
35
Wet milieubeheer, artikel 4.22 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat tenminste: a) een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b) een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a ; c) een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b , worden of zullen worden beheerd; d) de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e) een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan.
Wet milieubeheer, artikel 4.23 1. Het gemeentelijk rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a. gedeputeerde staten; b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwa- ter wordt getransporteerd; c. de beheerders van het oppervlaktewater waarop het ingezamelde water wordt geloosd. 2. Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending aan de in het eerste lid, onder a tot en met c genoemde organen, en Onze Minister. 3. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuws- bladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden verkregen van de inhoud van het plan. afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Artikel 4.24 De provincie een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en heeft zij een aanwijzingsbevoegdheid. Dit komt ook in de Wm tot uitdrukking. 2.6 Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken In 2008 is deze wet van kracht geworden. In essentie heeft de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater een gedifferentieerde definitie gekregen voor stedelijk afvalwater en afstromend hemelwater. De zorgplicht is verbreed tot drie zorgplichten: • Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater • Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwa- ter; • Zorgplicht voor grondwatermaatrege- len. De wet bevat onder meer de nieuwe rioolbelasting (de rioolheffing ter vervanging van het rioolrecht), waarmee de gemeenten de aanleg en het beheer van de riolering betaalt. Ook definieert en verheldert de wet de taak van gemeenten voor wat betreft afvloeiend hemelwater en grondwater. Daarmee verduidelijkt het ook de rolverdeling van gemeente, waterschap, provincie en - heel belangrijk - de burger (perceeleigenaar). De verbrede rioolheffing maakt het mogelijk om alle gemeentelijke watertaken te financieren, en heeft daardoor een bredere basis als het rioolrecht. afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Wet milieubeheer, artikel 4.24 1. Gedeputeerde staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een ter mijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn ge- bracht. 2. Bij het geven van een aanwijzing houden gedeputeerde staten rekening met het geldende provinciale waterhuishoudingsplan. Zorgplicht hemelwater De nieuwe wetgeving gaat ervan uit dat hemelwater in principe schoon genoeg is om zonder zuiverende voorziening te lozen. De zorgplicht hemelwater legt nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken (inspanningsverplichting particulier). De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als de perceeleigenaar niet redelijkerwijs zelf het hemelwater kan infiltreren of bergen. Dit hemelwaterbeleid maakt duidelijk waar de grens ligt. Zorgplicht grondwater Met de nieuwe wetgeving moet de gemeente voor nieuwe situaties (vanaf intrede wet) structurele grondwaterproblemen voorkomen of beperken voor zover dit niet onder de verantwoordelijkheid van waterschap of provincie valt. De zorgplicht grondwater benadrukt de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om maatregelen te nemen die grondwaterproblemen voorkomen.
De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als de perceeleigenaar niet redelijkerwijs een voldoende ontwatering kan realiseren en overtollig grondwater moet afvoeren. De gemeente heeft de regie als meerdere partijen betrokken zijn bij (dreiging van) een probleem. 2.7 Waterwet Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding, WvO en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland zijn in 2009 vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet is gericht op het bereiken van doelstellingen binnen watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan voornamelijk een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.
36
Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen: Geen vergunning, tenzij daar goede redenen voor zijn. Uit het besluit lozingen buiteninrichtingen volgt bovendien dat de watervergunning (oude Wvo-vergunning) voor riooloverstorten is vervallen, deze valt nu onder algemene regels. Door de Waterwet zullen waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn om wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie kunnen eisen worden gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. Een gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels worden gebundeld: één watervergunning voor alle handelingen in het watersysteem. Voor het bevoegde gezag betekent dit dat de vergunning aan álle aspecten van het waterbeheer moet worden getoetst. Het bevoegde gezag voor de verlening van de watervergunning is het waterschap, voor het regionale watersysteem, en Rijkswaterstaat voor het hoofdwatersysteem. De provincie blijft het bevoegde gezag voor grote grondwateronttrekkingen en -infiltraties. De gemeente krijgt de zorg voor grondwatermaatregelen en afvloeiend hemelwater in het stedelijke gebied.
37
2.8 Bestuursakkoord Water In 2011 zijn in het Bestuursakkoord Water de afspraken bekrachtigd over intensieve samenwerking tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen en drinkwaterbedrijven. Hoofddoel is het nemen van maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer en waterketen. De kwaliteit van het beheer moet worden vergroot tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Het bestuursakkoord water is opgebouwd uit vijf elementen: 1. Heldere verantwoordelijkheden, minder bestuurlijke drukte 2. Beheersbaar programma voor de water- keringen 3. Doelmatig beheer van de waterketen 4. Werkzaamheden slim combineren 5. Het waterschapsbestuur Voor het Afvalwaterbeleidsplan is vooral het thema waterketen van belang: De kern van de afspraken in dit hoofdstuk van het bestuursakkoord zijn de bestuurlijke afspraken van april 2010 tussen VNG en UvW over een doelmatige aanpak van de afvalwaterketen. De afspraken in het bestuursakkoord voor de afvalwaterketen zijn dus een herbevestiging van de bestaande afspraken. De uitdaging ligt bij gemeenten en waterschappen om regionaal invulling te geven aan de afspraken. Hierbij kan het benutten van de kennis en ervaring van drinkwaterbedrijven op specifieke onderdelen van de beheertaken toegevoegde waarde hebben.
In het bestuursakkoord is afgesproken dat regionaal afspraken worden gemaakt over het waar mogelijk benutten van relevante kennis en ervaring. Hierbij gaat het nadrukkelijk ook over het afstemmen van investeringsbeslissingen. Voorwaarde hiervoor is dat alle partijen open en transparant zijn over de meerjarenprogrammering en de kansen die zich voordoen bij de inrichting van de openbare ruimte optimaal worden benut. 2.9 Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan (NWP) is het Rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2009-2015. Het NWP beschrijft welke maatregelen genomen moeten worden om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden en om de (economische) kansen die water biedt te benutten. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen. Daarnaast is er aandacht voor voldoende en schoon water en de manieren waarop water kan worden gebruikt. Stroomgebiedbeheerplannen zijn een bijlage van het Nationaal Waterplan. De stroomgebiedbeheerplannen geven aan hoe de waterkwaliteit in een bepaald gebied kan worden verbeterd. Nederland is verdeeld over 4 stroomgebieddistricten: De Rijn, Maas, Schelde en de Eems.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
2.10 Wijziging van het BBV d.d. 25 juni 2013 Speciale behandeling van investeringen voor rioleringen en inzameling van huishoudelijk afval. Om een toenemend aantal juridische procedures rondom onjuiste kostentoerekening bij rioleringen en inzameling van huishoudelijk afval te voorkomen worden de investeringen voor deze activiteiten op een speciale manier behandeld. Het gaat om drie gecombineerde wijzigingen: • Naast de bekende indeling van investe- ringen met economisch nut en de inves- teringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut komt er een derde categorie investeringen namelijk “b. Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven”. • Er wordt een aparte categorie voorzie- ningen geïntroduceerd voor de bijdra- gen voor vervanging van deze investeringen. Als een gemeente in de heffing (rioolheffing of afvalstoffenhef- fing) een bijdrage opneemt voor toe- komstige vervanging, dan moeten deze gelden in deze vervangingsvoorziening worden gestort. • Bij daadwerkelijke vervanging van rio- lering of activa voor inzameling huishou- delijk afval moeten de bedragen in de vervangingsvoorziening rechtstreeks op de vervangingsinvestering in mindering worden gebracht.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
3 Regionaal beleidskader 3.1 Regionaal Bestuursakkoord Water Voortvloeiend uit het Nationaal bestuursakkoord Water (NBW), zijn in Nederland regionale uitwerkingen van het bestuursakkoord gemaakt. In 2005 is voor het stroomgebied Groningen en Noord-Drenthe het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) opgesteld. In dit RBW zijn een aantal afspraken gemaakt die de afgelopen jaren bepalend zijn geweest voor het beleid. Deze afspraken zijn o.a.: • Bij nieuwe ontwikkelingen houdt de gemeente minimaal rekening met de gevolgen van de klimaatverandering (middenscenario) voor de komende 50 jaar; • Waterproblemen worden niet zonder overeenstemming afgewenteld op ande- re gebieden of gebruikers; • De gemeente zorgt ervoor dat de watermaatregelen rekening houden met alle wateraspecten (kwaliteit, kwantiteit, grondwater) en goed op elkaar worden afgestemd; • De gemeente inventariseert in 2006 de grondwateroverlast in het stedelijk ge- bied; • De gemeente stelt maatregelen op voor het oplossen van knelpunten die ontstaan door afstromend hemelwater van verhard oppervlak, zoals daken en wegen, in het stedelijk gebied.
3.2 Provinciaal Omgevingsplan (POP) en Provinciale Omgevingsverordening (POV) Het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) 2009-2013 bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen. Het is strategisch van aard en gaat over de kwaliteit, de inrichting en het beheer van de leefomgeving. Het POP is in de eerste plaats richtinggevend voor de provincie zelf. Daarnaast is het op onderdelen kaderstellend voor gemeenten en waterschappen. Onderdeel van het POP is het waterhuishoudingsplan (WHP). Dit is in 2009 herzien, en moet vervolgens steeds na een vaste periode van zes jaar worden herzien. Dit betekent dat na iedere periode van zes jaar het deel van het POP dat is te beschouwen als waterhuishoudingsplan formeel moet worden herzien. Planherziening binnen de periode van zes jaar is ook mogelijk. Over water zegt het POP dat het mede sturend is voor de ruimtelijke inrichting van de provincie. Er moet voldoende ruimte voor water zijn, in een zo natuurlijk mogelijk systeem. Veiligheid en verbetering van de waterkwaliteit staan daarbij centraal. In de bovenstroomse gebieden wordt het water zoveel mogelijk vast gehouden. Benedenstrooms worden bergingsmogelijkheden gerealiseerd en mogelijkheden om het water naar zee af te voeren.
38
Het POP formuleert beleid over klimaatadaptatie, kustverdediging, wateroverlast uit boezemsystemen, regionale wateroverlast, bodemdaling en overstromingsrisico’s. Ook legt het POP relaties met het stroomgebiedsbeheersplan, natura-2000 gebieden het gebiedsgerichte beleid. Als bevoegd gezag stelt de provincies regels op voor grondwatergebruik. De provinciale omgevingsverordening bevat o.a. regels over de zorgplicht bij lozingen van huishoudelijk afvalwater (artikel 2.4). Hierin wordt de procedure uit de Wet milieubeheer art. 4.22 beschreven. Verder beschrijft hoofdstuk 3 de kaders voor diverse zaken betreffende het (grond)waterbeheer. 3.3 Landschapsontwikkelingsplan Noord-Groningen (LOP) Voor het Landschapsontwikkelingsplan is de opgave om nieuwe ontwikkelingen zodanig vorm te geven dat ze leiden tot behoud en versterking van de unieke kwaliteiten. Voor het versterken van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de diverse landschapstypes zijn zeven thema’s uitgewerkt. Deze behandelen de belangrijkste landschappelijke ‘ingrediënten’ van het landschap, variërend van een dorpssilhouet tot oude kloosterterreinen, van wegbeplantingen tot recreatieve routes. Er zijn uitwerkingen gemaakt van o.a. de waddenkust. Het plan biedt goede aanknopingspunten voor water in ruimtelijke ontwikkelingen. 39
3.4 Nota Schoon en gezond water in Noord-Nederland Ten behoeve van de invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in Nederland, is voor de deelstroomgebieden Rijn-Noord, Nedereems en Eems-Dollard een stroomgebiedbeheerplan opgesteld. Onder de titel: Schoon en gezond water in Noord-Nederland, is deze nota in 2008/2009 vastgesteld. De nota is bestemd om de hoofdlijnen van doelen, maatregelen en kosten van de KRW vast te leggen. Er wordt verantwoord hoe realistisch doelen en haalbare maatregelen zijn afgeleid, en hoe deze tot stand zijn gekomen.
3.5 Lauwersmeer Voor het Lauwersmeer is door de provincie Groningen in het Provinciaal Omgevingsplan een gebiedsgerichte opgave gedefinieerd. Uitwerking van dit beleid heeft geleid tot een ontwikkelingsvisie op het havengebied van Lauwersoog. Lauwersoog vormt één van de belangrijkste ontwikkelingsgebieden binnen BMWE.
De nota beschrijft de gebiedskenmerken en de uitwerking van de doelen van de KRW. Er worden maatregelen benoemd voor onder andere waterschappen en gemeenten. Deze maatregelen worden in de planperiode van 2009-2015 uitgevoerd. De gemeentelijke maatregelen bestaan voornamelijk uit afkoppelen. De waterschappen leggen in dit kader veel natuurvriendelijke oevers aan, waarbij werkzaamheden worden gecombineerd met zaken als baggeren en kadeverhoging. In het Afvalwaterbeleidsplan zijn de werkzaamheden van de waterschappen op pagina 44 samengevat.
Het Lauwersmeer is sinds 1999 een nationaal park. Een zelfstandige organisatie, verenigd in een overlegorgaan, heeft haar eigen visie op de ontwikkeling van het gebied vastgelegd in een beheer en inrichtingsplan.
Daarnaast is de afgelopen jaren een watervisie voor het Lauwersmeer opgesteld, die een belangrijk kader vormt voor de ontwikkelingen in het gebied.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
4 Beleidskaders partners BMWE 4.1 Gemeenten De belangrijkste beleidskaders van de gemeenten worden gevormd door de voorgaande Gemeentelijke Rioleringsplannen, de Waterplannen en het Regenwaterstructuurplan van de gemeente Bedum. In hoofdstuk 2 van de specificatie worden deze plannen geëvalueerd. 4.2 Waterschap Noorderzijlvest Waterbeheersplan Iedere vijf jaar stelt het waterschap een Waterbeheerplan op. Dit beleidsdocument beschrijft hoe het Waterschap invulling geeft aan zijn taken. Ook de steeds belangrijker wordende rol van water in relatie tot ruimtelijke ordening en regionale economie is in het beleid van het waterschap opgenomen. Deze ontwikkelingen vragen om een integrale aanpak en flexibiliteit, waarbij goed wordt samenwerkt met andere organisaties. De kernopgave is de zorg voor voldoende en schoon water en bescherming tegen overstromingen in een veranderend klimaat, met onzekere maar waarschijnlijk grote gevolgen voor watersystemen. De rol van het waterschap ontwikkelt zich van louter taakgericht naar meer omgevingsgericht. Het Waterschap zal zijn aandacht niet alleen meer richten op de traditionele taken waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterzuivering, maar steeds meer op integrale gebiedsontwikkeling. De inzet van het waterschap is gericht op een duurzaam waterbeheer, dat bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving en versterking van de regionale economie. afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Zuiveringsvisie Waterschap Noorderzijlvest beschikt over een concept zuiveringsvisie. Hierin schetst het waterschap een langetermijnvisie waarin energie, grondstoffen en hergebruik van water het perspectief vormen. Dit perspectief vraagt om een transitie van de huidige behandeling van afvalwater naar een grondstoffenfabriek. Dit perspectief is één van de uitgangspunten van het Afvalwaterbeleidsplan. Notitie Stedelijk Water Het waterschap heeft de uitgangspunten voor de omgang met stedelijk water vastgelegd in een notitie stedelijk water. In deze notities wordt geschetst hoe het waterschap de samenwerking met gemeenten rond stedelijk water wil vormgeven. Naast normen en afspraken over verantwoordelijkheden, geeft de notitie inhoud aan het proces van de watertoets.
40
Bijlage 3: Functionele eisen, Maatstaven en Meetmethoden Functionele eisen
Maatstaven
Meetmethoden
Aspect 1: doelmatige inzameling van het stedelijk afvalwater 1.1
Alle percelen binnen het gemeentelijk gebied, Alle percelen voorzien van een aansluiting op de riolerwaar stedelijk afvalwater vrijkomt, moeten van ing, uitgezonderd in situaties waar lokale behandeling een rioolaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd van het afvalwater doelmatiger is. in situaties waar locale behandeling doelmatiger is.
Registratie van percelen, die nog niet zijn aangesloten op de riolering en geen eigen zuivering hebben.
1.2
Er dienen geen ongewenst lozingen op de riolering plaats te vinden.
Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden in de Wm of APV.
Controle, handhaving, registratie (door milieu inspectie).
1.3
De objecten moeten in goede staat zijn.
Geen ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid of stabiliteit.
Methode volgens NEN 3398-2004.
Aspect 2: doelmatige inzameling van overtollig hemelwater 2.1
Zo min mogelijk hemelwater op de riolering.
Hoeveelheid afgekoppeld oppervlak.
Registratie van percelen welke afgekoppeld zijn van de riolering.
2.2
De instroming in riolen via kolken moet ongehinderd plaatsvinden.
Plasvorming bij kolken zodanig beperken, dat de verkeersveiligheid niet in het geding komt.
Waarnemingen, klachten.
2.3
Ingezameld hemelwater dient op adequate wijze verwerkt te worden.
Kwaliteit van ingezameld hemelwater in relatie tot ontvangend oppervlaktewater.
Periodieke waterkwaliteitsmetingen (waterschap).
2.4
De objecten moeten in goede staat zijn.
Geen ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid of stabiliteit.
Methode volgens NEN 3398-2004.
2.5
Er mag geen drainage- of oppervlaktewater via Hoeveelheid afgevoerd drainage- of oppervlaktewater. de DWA- of gemengde riolering worden afgevoerd.
Waarneming en berekening afvoerdebiet bij droogweeromstandigheden.
Aspect 3: doelmatig transport van het afvalwater 3.1
De afvoercapaciteit moet op alle plaatsen voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van afvalwater te verwerken.
Optimaal stelselontwerp volgens Leidraad Riolering, deel B “ontwerpgrondslagen”.
Hydraulische berekening volgens module C2100.
3.2
De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om het aanbod van afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken.
Gemiddeld (maximaal) 1 keer per 2 jaar water-op-straat (theoretisch, bui 07 of 08 Leidraad Riolering).
Hydraulische berekening volgens module C2100.
3.3
De afstroming dient gewaarborgd te zijn.
Geen ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid of stabiliteit. Geen aanrotting van afvalwater; speciale aandachtspunten: inprikpunten van drukrioolsystemen
Methode volgens NEN 3398-2004.
41
Berekeningen.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Functionele eisen
Maatstaven
Meetmethoden
Aspect 4: voorkomen van vuiluitworp naar bodem, grond- en oppervlaktewater 4.1
Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn.
Geen ingrijpmaatstaven voor die toestandsaspecten waarbij intredend grondwater mogelijk is. Geen ingrijpmaatstaven voor die toestandsaspecten waarbij uittredend afvalwater mogelijk is.
Methode volgens NEN 3398-2004. Methode volgens NEN 3398-2004.
4.2
De vervuilingstoestand in de riolering dient acceptabel te zijn.
Geen ingrijpmaatstaven voor afstroming.
Methode volgens NEN 3398-2004.
4.3
De vuiluitworp door overstorten op bodem, grond- en oppervlaktewater dient beperkt te zijn.
De vuiluitworp mag de doelstelling voor de kwaliteit van bodem, grondwater en oppervlaktewater niet in gevaar brengen.
Landelijke ijkpunten voor stoffen in watersystemen (KRW).
4.4
De vuiluitworp door regenwaterlozingen op bodem, grond- en oppervlaktewater dient beperkt te zijn.
De vuiluitworp mag de doelstelling voor de kwaliteit van bodem, grondwater en oppervlaktewater niet in gevaar brengen.
Landelijke ijkpunten voor stoffen in watersystemen (KRW).
Aspect 5: minimale overlast voor de omgeving 5.1
De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient in hoge mate gewaarborgd te zijn.
Het aantal storingen per bemalingsgebied dient beperkt te zijn.
Registratie van opgetreden storingen.
5.2
De stabiliteit van de riolen dient zodanig gewaarborgd te zijn dat instortingen niet voorkomen.
Geen ingrijpmaatstaven voor stabiliteit.
Methode volgens NEN 3398-2004 en registraties bij weginspectie.
5.3
De riolering dient zonodig te worden be- en ontlucht dat overlast door stank wordt voorkomen.
Het aantal klachten per jaar dient beperkt te zijn.
Registratie van klachten.
5.4
Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn.
Afstemming met andere overheden en nutsbedrijven. Geen verkeersomleidingen door woongebieden. Handhaven van maximale bereikbaarheid.
Procedures voor afstemming. Waarneming en klachten. Waarneming en klachten.
5.5
Voorkomen van versnelde afvoer van schoon hemelwater.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Voldoen aan de trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’. Bij uitbreidingsplannen maximale afvoer conform landelijke afvoer.
Beoordelen waterhuishoudkundige plannen.
42
Functionele eisen
Maatstaven
Meetmethoden
Aspect 6: effectief rioleringsbeheer 6.1
Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd met andere gemeentelijke taken en de mogelijkheden in de markt.
Een duidelijke overlegstructuur binnen en buiten de gemeentelijke organisatie.
Waarneming.
6.2
De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen moeten worden voorkomen.
Controle op naleving van vergunningen. Controleerbare afstemming met handhaving en bouw- en woningtoezicht.
Registratie van controles en handhaving.
6.3
Er dient voldoende inzicht te bestaan in het func- Een operationeel systeem voor rioleringsbeheer. tioneren van de riolering en de toestand van de Jaarlijks opstellen en evalueren van operationele proobjecten. gramma’s voor aanleg, onderzoek en maatregelen. Gemaal-, onderhouds-, en monitorings-gegevens moeten jaarlijks verwerkt worden.
Waarneming.
6.4
Er dient m.b.t. de verwijderingsplicht van vervallen riolen te worden voldaan aan het Bouwbesluit.
Vervallen riolen die zijn aangelegd na 1999 worden verwijderd (Bouwstoffenbesluit). Overige vervallen riolen worden zo veel mogelijk verwijderd, tenzij dit om technische of economische redenen niet kan. In dat geval worden de riolen gevuld, zodanig dat geen instortingsgevaar kan optreden.
Verwerking op revisietekeningen.
6.5
Er dient zo veel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen.
Toepassing van het Nationaal pakket Duurzaam Bouwen. Rapportage.
6.6
Er dient een klantgerichte benadering te worden Afname van het aantal centraal gemelde klachten per nagestreefd. jaar, die het disfunctioneren van de gemeentelijke riolering betreffen en rapportage inzake de afhandeling daarvan binnen maximaal 8 weken. Gerichte voorlichting en adequate bewonersparticipatie.
43
Rapportages. Waarneming en rapportage.
Klachtenregistratie.
Voorlichting.
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Bijlage 4 Bijlage 4: Kostendekkingsplan Kostendekkingsplan
1 2014
Jaar
Inkomsten
Aantal aansluitingen op riolering Tarief rioolrechten
2 2015
5.832 210,00
Overige inkomsten Rente over reserve Totaal (A)
Uitgaven
Baggerkosten 50% Investeringen dekken uit beschikbare kredietruimte (bedrag van € 2.299.143) Oude kapitaallasten Oude kapitaallasten
Planperiode 2014-2018 3 4 2016 2017
5.832 210,00
5.832 210,00
5 2018
5.832 210,00
6 2019
5.832 210,00
7 2020
5.832 213,15
8 2021
5.832 216,35
9 2022
5.832 219,59
10 2023
5.832 222,89
5.832 226,23
80.765
73.466
65.305
57.704
50.685
44.284
38.985
34.376
30.320
26.162
1.305.485
1.298.186
1.290.025
1.282.424
1.275.405
1.287.375
1.300.722
1.315.039
1.330.193
1.345.533
30.000 650.000
30.000 550.000
30.000 550.000
30.000 550.000
30.000
916.797
931.069
908.908
886.747
864.289
830.402
789.036
752.066
732.318
712.570
Nieuwe kapitaallasten (investeringen excl. BTW) Kapitaallast afschrijving Lineair Rente component Subtotaal
-
-
-
-
-
18.667 21.253 39.920
34.667 36.213 70.880
50.667 51.173 101.840
66.667 66.133 132.800
85.000 82.400 167.400
Nieuwe kapitaallasten (BTW investeringen) Kapitaallast BTW investering lineair Rente component Subtotaal
-
-
-
-
-
3.920 4.463 8.383
7.280 7.605 14.885
10.640 10.746 21.386
14.000 13.888 27.888
17.850 17.304 35.154
Totaal nieuwe kapitaallasten Exploitatie Volgens Exploitatie gemeente Vanuit ambities Afvalwaterplan Onderzoek en Beleid
Subtotaal exploitatie
BTW exploitatie Reserve/Voorziening riolering
Verdere Uitgaven: Kosten andere afdeling
Subtotaal
931.069
908.908
886.747
864.289
878.705
874.801
875.292
893.006
915.124
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
41.934 182.459-
41.934 204.029-
41.934 190.029-
41.934 175.469-
41.934 160.030-
41.934 132.477-
41.934 115.225-
41.934 101.400-
41.934 103.959-
41.934 110.738-
1.487.943
1.502.215
Subtotaal
Totaal (B)
916.797
Inkomsten-Uitgaven (A-B)
Stand Reserve/Voorziening Riolering Stand Reserve/Voorziening begin jaar Toename reserve/vooziening tijdens jaar Stand Reserve/Voorziening eind jaar incl rente
Investeringen Investering per jaar
1.480.054
-
1.457.893
-
-
Subtotaal netto investeringen per jaar
1.419.852
-
1.415.947
-
1.416.439
-
1.434.152
-
1.456.270
-
-
0 1.487.943
0 1.502.215
0 1.480.054
0 1.457.893
0 1.435.435
0 1.419.852
0 1.415.947
0 1.416.439
0 1.434.152
0 1.456.270
-182.459
-204.029
-190.029
-175.469
-160.030
-132.477
-115.225
-101.400
-103.959
-110.738
2.019.116 182.4591.836.657
1.836.657 204.0291.632.628
1.632.628 190.0291.442.599
1.442.599 175.4691.267.130
1.267.130 160.0301.107.099
1.107.099 132.477974.623
974.623 115.225859.398
859.398 101.400757.998
757.998 103.959654.039
654.039 110.738543.301
2014
2015
2016
2017
2018
Investering afschrijving 60 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 40 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 20 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 15 jaar exclusief BTW
1.435.435
-
-
-
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
-
2019
2020
2021
2022
2023
360.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
190.000
190.000
190.000
190.000
225.000
225.000
550.000
390.000
390.000
390.000
425.000
425.000
44
Jaar
2024
Inkomsten
Aantal aansluitingen op riolering Tarief rioolrechten
2025
5.832 229,62
Overige inkomsten Rente over reserve Totaal (A)
Uitgaven
2026
5.832 233,07
2027
5.832 236,56
2028
5.832 240,11
2029
5.832 243,71
2030
5.832 247,37
2031
5.832 251,08
2032
5.832 254,85
2033
5.832 258,67
5.832 262,55
21.732
15.832
13.978
11.762
9.215
7.941
7.572
6.504
5.858
5.173
1.360.894
1.375.082
1.393.616
1.412.095
1.430.552
1.450.598
1.471.870
1.492.766
1.514.414
1.536.358
Baggerkosten 50% Investeringen dekken uit beschikbare kredietruimte (bedrag van € 2.299.143) Oude kapitaallasten Oude kapitaallasten
30.000
30.000
30.000
30.000
30.000
692.822
564.008
549.713
534.612
479.372
464.912
448.051
402.784
369.774
338.148
Nieuwe kapitaallasten (investeringen excl. BTW) Kapitaallast afschrijving Lineair Rente component Subtotaal
103.333 98.667 202.000
121.667 114.933 236.600
140.000 131.200 271.200
158.333 147.467 305.800
176.667 163.733 340.400
195.000 180.000 375.000
216.717 204.251 420.968
238.433 228.503 466.936
260.150 252.754 512.904
281.867 277.005 558.872
Nieuwe kapitaallasten (BTW investeringen) Kapitaallast BTW investering lineair Rente component Subtotaal
21.700 20.720 42.420
25.550 24.136 49.686
29.400 27.552 56.952
33.250 30.968 64.218
37.100 34.384 71.484
40.950 37.800 78.750
45.511 42.893 88.403
50.071 47.986 98.057
54.632 53.078 107.710
59.192 58.171 117.363
Totaal nieuwe kapitaallasten
937.242
850.294
877.865
904.630
891.256
918.662
957.422
967.777
990.388
1.014.383
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
441.183 38.030 20.000 499.213
Exploitatie Volgens Exploitatie gemeente Vanuit ambities Afvalwaterplan Onderzoek en Beleid
Subtotaal exploitatie
BTW exploitatie Reserve/Voorziening riolering
Verdere Uitgaven: Kosten andere afdeling
41.934 147.494Subtotaal
1.508.388
41.934 46.3591.421.440
Subtotaal
41.934 55.3951.449.011
-
41.934 63.6821.475.776
-
41.934 31.8501.462.402
-
41.934 9.2101.459.808
-
41.934 26.6991.498.569
-
41.934 16.1571.508.923
-
41.934 17.1201.531.534
-
41.934 19.1721.555.529
-
-
0 1.508.388
0 1.421.440
0 1.449.011
0 1.475.776
0 1.462.402
0 1.459.808
0 1.498.569
0 1.508.923
0 1.531.534
0 1.555.529
Inkomsten-Uitgaven (A-B)
-147.494
-46.359
-55.395
-63.682
-31.850
-9.210
-26.699
-16.157
-17.120
-19.172
Stand Reserve/Voorziening Riolering Stand Reserve/Voorziening begin jaar Toename reserve/vooziening tijdens jaar Stand Reserve/Voorziening eind jaar incl rente
543.301 147.494395.807
395.807 46.359349.448
349.448 55.395294.052
294.052 63.682230.370
230.370 31.850198.520
198.520 9.210189.311
189.311 26.699162.612
162.612 16.157146.455
146.455 17.120129.335
129.335 19.172110.163
Totaal (B)
Investeringen Investering per jaar Investering afschrijving 60 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 40 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 20 jaar exclusief BTW Investering afschrijving 15 jaar exclusief BTW Subtotaal netto investeringen per jaar
2024
200.000
2025
200.000
2026
200.000
2027
200.000
2028
200.000
2029
403.000
2030
403.000
2031
403.000
2032
403.000
2033
403.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
225.000
425.000
425.000
425.000
425.000
425.000
628.000
628.000
628.000
628.000
628.000
45
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Bijlage 5: Kostenoverzicht
Bijlage 5
Kostenoverzicht Overzicht uitgangspunten als basis voor rioolheffing Huidige rioolheffing 2013 2014 2015 2016 2017 2018
feit voorgesteld voorgesteld voorgesteld voorgesteld voorgesteld
2013 2014 2015 2016 2017 2018
feit prognose prognose prognose prognose prognose
Gemeente Winsum € € € € € €
Aantal heffingseenheden
210,20 210,00 210,00 210,00 210,00 210,00
Gemeente Winsum 5832 5832 5832 5832 5832 5832
Inkomsten in 2013 Stand reserve 31-12-2013
€ €
Rente en inflatiepercentage Rente Inflatie afschrijvingsmethode
Gemeente Winsum
Exploitatiegegevens
Gemeente Winsum 2014
1.225.886 2.019.116
4,0% 0% lineair
Lasten: Kwijtschelding - rioolrechten Stroom Telefoonkosten Uitbesteed onderhoud RCCT
€ 27.500,00
Reinigen riolen Onderhoud rioolgemalen Onderhoudsabonnementen Uitbesteed werk secetarie Vergunningen Civiele ploeg - uren
€ € € €
€ €
2.297,00 6.270,77
€ 92.500,00 € 5.000,00 15.316,10 5.460,45 20.804,00 616,20
Secretarie - uren
€ 25.745,00 € 239.673,00
Totaal
€
BTW plichtig deel BTW plichtig deel
€
441.183
175.764,52 40%
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
46
Bijlage 6: Overzicht overstorten
Voor een overzicht van de milieuconsequenties van deze overstorten wordt verwezen naar de onderliggende basisrioleringsplannen, zoals vermeld in bijlage 8. Knoop nr. 10.0902 10.0902 10.0902 10.0904 10.0904 10.9006 10.9006 10.9006 10.9010 10.9010 10.9012 10.9016 10.9016 10.9018 10.9018 15.9006 15.9010 20.9002 20.9004 20.9004 20.9006 20.9008 20.9010 20.9014 20.9016 20.9018 20.9020 20.9024 25.9002 25.9004 30.0192 30.0192 30.0192 30.9002 30.9004 30.9008 30.9012 30.9016 35.9002 35.9004 35.9014 40.9002 40.9004 40.9006 40.9010 40.9012 40.9016 45.9002 50.9002 55.9014 60.0124 60.9002 60.9004 60.9006 60.9007 47 60.9008 65.9002
Type Kno Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Overstortput Overstortput Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Randvoorziening Randvoorziening Gemaal Overstortput Overstortput Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Overstortput Bijz.Constr. Bijz.Constr. Bijz.Constr. Gemaal Bijz.Constr. Overstortput Overstortput Overstortput Gemaal Overstortput Gemaal Gemaal Gemaal Overstortput Overstortput Overstortput Gemaal Gemaal Gemaal Gemaal Bijz.Constr. Gemaal Gemaal Randvoorziening Randvoorziening Bijz.Constr. Gemaal
Toelichting Knoopp Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd RWA RWA DWA DWA DWA DWA Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Schildmuur i n put Schildmuur i n put Schildmuur i n put Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd Gemengd RWA DWA DWA DWA DWA Blinde put Gemengd Gemengd
Gemengd DWA
X-‐coörd. [m] 231280.98 231280.98 231280.98 231543.62 231543.62 231407.47 231407.47 231407.47 231926.27 231926.27 231658.37 231643.58 231643.58 231642.95 231642.95 226948.51 226964.40 229554.66 229807.44 229807.44 229981.50 230138.27 230224.47 230444.86 230579.17 230434.82 230472.89 230150.86 229656.42 229734.37 225480.96 225480.96 225480.96 225278.28 225365.70 225190.65 225605.68 225623.67 226800.79 227015.78 227054.67 228742.31 228417.39 228525.79 228677.88 228682.75 228829.59 231024.61 231353.14 228020.05 231368.47 231464.48 231490.91 231769.73 231775.08 231339.13 231598.31
Y-‐coörd. [m] 588110.89 588110.89 588110.89 588293.71 588293.71 588034.64 588034.64 588034.64 588226.29 588226.29 587725.16 588468.48 588468.48 588470.36 588470.36 593057.74 592974.48 598109.29 598009.83 598009.83 597932.17 598185.81 598163.61 598178.00 597923.42 597942.11 597914.98 597520.59 601058.29 600270.47 591931.23 591931.23 591931.23 591850.06 591827.01 591881.18 591539.60 591966.76 591858.83 591633.01 591606.48 591488.94 591510.44 591397.55 591253.31 591251.54 591155.63 591425.27 591069.81 599993.29 590455.91 590598.79 590708.39 590000.24 589999.64 590624.16 597350.30
T O Dr.niv NAP Br. [mm] Cap. [m3/h] Compartiment Compartiment Pomp Compartiment Pomp Compartiment Compartiment Pomp Compartiment Wand -‐0.50 2200 Compartiment Pomp Compartiment Pomp
Pomp Pomp Wand Pomp Wand Wand Pomp Pomp Pomp Pomp Pomp Wand Compartiment Compartiment Wand Pomp Wand Wand Wand Wand Pomp Wand
288.0 400.0 -‐0.56
4500
-‐0.10 -‐1.00
2000 3000
5.0
6.0 0.1 0.2 3.9 61.3 0.10
1500
-‐0.50 0.04 -‐0.50 -‐0.50
3000 500 1000 1000
0.20
1000
6.2
13.0
Pomp Pomp Wand Wand
7.0 19.0 -‐0.10 -‐1.00
1000 1000
Pomp
92.0
Wand
-‐0.50
5000
Wand
0.50
5000
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
30.9012 Overstortput Gemengd 225605.68 30.9016 Overstortput Gemengd 225623.67 35.9002 Gemaal Gemengd 226800.79 35.9004 Overstortput Gemengd 227015.78 35.9014 Gemaal Gemengd 227054.67 40.9002 Gemaal Gemengd 228742.31 40.9004 Gemaal Gemengd 228417.39 40.9006 Overstortput Gemengd 228525.79 40.9010 Overstortput Gemengd 228677.88 40.9012 Overstortput RWA 228682.75 40.9016 Gemaal DWA 228829.59 45.9002 Gemaal DWA 231024.61 50.9002 Gemaal DWA 231353.14 55.9014 Gemaal DWA 228020.05 60.0124 put Knoopp 231368.47 Knoop nr. Bijz.Constr. Type Kno Blinde Toelichting X-‐coörd. [m] 60.9002 Gemaal Gemengd 231464.48 10.0902 231280.98 60.9004 Gemaal Gemengd 231490.91 10.0902 231280.98 60.9006 Randvoorziening 231769.73 10.0902 Gemaal Gemengd 231280.98 60.9007 Randvoorziening 231775.08 10.0904 Gemaal Gemengd 231543.62 60.9008 Bijz.Constr. Gemengd 231339.13 10.0904 Gemaal 231543.62 65.9002 Gemaal DWA 231598.31 10.9006 Gemengd 231407.47 65.9004 Gemaal DWA 231412.33 10.9006 Gemengd 231407.47 65.9006 Gemaal DWA 231268.04 10.9006 Gemengd 231407.47 65.9008 Gemaal DWA 231238.49 10.9010 Overstortput Gemengd 231926.27 70.0388 Bijz.Constr. Schildmuur 230401.60 10.9010 Overstortput Gemengd i n put 231926.27 70.0388 Bijz.Constr. Schildmuur 230401.60 10.9012 Gemaal Gemengd i n put 231658.37 70.0388 Bijz.Constr. Schildmuur i n put 230401.60 10.9016 Gemaal RWA 231643.58 70.9002 Gemaal Gemengd 229889.00 10.9016 RWA 231643.58 70.9004 Bijz.Constr. Gemengd 229935.49 10.9018 Gemaal DWA 231642.95 70.9006 Gemengd 230132.00 10.9018 Gemaal DWA 231642.95 70.9008 Gemengd 230309.81 15.9006 Gemaal DWA 226948.51 70.9010 Bijz.Constr. Blinde put 230496.92 15.9010 Gemaal DWA 226964.40 75.9002 229849.24 20.9002 Gemaal Gemengd 229554.66 75.9004 Overstortput 230198.31 20.9004 Randvoorziening Gemengd 229807.44 75.9010 Gemaal DWA e n HWA 229766.85 20.9004 Randvoorziening Gemengd 229807.44 80.9002 DWA 230734.51 20.9006 Gemaal Gemengd 229981.50 80.9004 RWA 230577.20 20.9008 Overstortput Gemengd 230138.27 80.9010 230748.21 20.9010 Overstortput Gemengd 230224.47 80.9014 DWA 230790.86 20.9014 Gemaal Gemengd 230444.86 80.9016 Overstortput RWA 230895.12 20.9016 Gemaal Gemengd 230579.17 80.9020 Overstortput RWA 231261.55 20.9018 Gemaal Gemengd 230434.82 80.9022 DWA e n HWA 231260.35 20.9020 Gemaal Gemengd 230472.89 80.9024 Overstortput RWA 231184.57 20.9024 Gemaal Gemengd 230150.86 85.9002 DWA 231030.71 25.9002 Gemaal Gemengd 229656.42 85.9004 Gemaal DWA 230896.42 25.9004 Overstortput Gemengd 229734.37 85.9006 Gemaal DWA 230950.79 30.0192 Bijz.Constr. Schildmuur i n put 225480.96 85.9026 Overstortput 230932.91 30.0192 Bijz.Constr. Schildmuur i n put 225480.96 85.9044 Overstortput RWA 230676.95 30.0192 Bijz.Constr. Schildmuur i n put 225480.96 30.9002 Gemaal Gemengd 225278.28 30.9004 Bijz.Constr. Gemengd 225365.70 30.9008 Overstortput Gemengd 225190.65 30.9012 Overstortput Gemengd 225605.68 30.9016 Overstortput Gemengd 225623.67 35.9002 Gemaal Gemengd 226800.79 35.9004 Overstortput Gemengd 227015.78 35.9014 Gemaal Gemengd 227054.67 40.9002 Gemaal Gemengd 228742.31 40.9004 Gemaal Gemengd 228417.39 40.9006 Overstortput Gemengd 228525.79 40.9010 Overstortput Gemengd 228677.88 40.9012 Overstortput RWA 228682.75 40.9016 Gemaal DWA 228829.59 45.9002 Gemaal DWA 231024.61 50.9002 Gemaal DWA 231353.14 55.9014 Gemaal DWA 228020.05 60.0124 Bijz.Constr. Blinde put 231368.47 60.9002 Gemaal Gemengd 231464.48 60.9004 Gemaal Gemengd 231490.91 60.9006 Randvoorziening 231769.73 60.9007 Randvoorziening 231775.08 afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum 60.9008 Bijz.Constr. Gemengd 231339.13 65.9002 Gemaal DWA 231598.31
591539.60 591966.76 591858.83 591633.01 591606.48 591488.94 591510.44 591397.55 591253.31 591251.54 591155.63 591425.27 591069.81 599993.29 590455.91 Y-‐coörd. [m] 590598.79 588110.89 590708.39 588110.89 590000.24 588110.89 589999.64 588293.71 590624.16 588293.71 597350.30 588034.64 597184.42 588034.64 597423.06 588034.64 597520.50 588226.29 594160.98 588226.29 594160.98 587725.16 594160.98 588468.48 594412.00 588468.48 594545.90 588470.36 594570.00 588470.36 594517.37 593057.74 593961.25 592974.48 594641.48 598109.29 594828.06 598009.83 594826.13 598009.83 594848.29 597932.17 594746.04 598185.81 595122.80 598163.61 595294.76 598178.00 595068.75 597923.42 594942.54 597942.11 595084.24 597914.98 595299.12 597520.59 594124.54 601058.29 594497.99 600270.47 594637.41 591931.23 593876.23 591931.23 594456.64 591931.23 591850.06 591827.01 591881.18 591539.60 591966.76 591858.83 591633.01 591606.48 591488.94 591510.44 591397.55 591253.31 591251.54 591155.63 591425.27 591069.81 599993.29 590455.91 590598.79 590708.39 590000.24 589999.64 590624.16 597350.30
Wand Wand Pomp Wand
-‐0.50 -‐0.50
1000 1000
0.20
1000
13.0
Pomp Pomp
7.0 19.0
Wand Wand
-‐0.10 -‐1.00
T O Pomp Compartiment Compartiment Wand Pomp Compartiment Wand Pomp Compartiment Compartiment Pomp Compartiment Compartiment Wand Compartiment Wand Compartiment Pomp Compartiment Pomp
Dr.niv NAP Br. [mm] Cap. [m3/h] 92.0
Pomp Wand Pomp Wand Pomp Wand Wand Pomp Wand Pomp Wand Pomp Wand Pomp Pomp Wand Compartiment Compartiment Wand Pomp Wand Wand Wand Wand Pomp Wand
1000 1000
-‐0.50
5000
0.50
5000
-‐0.50
2200
-‐0.40 -‐0.56 -‐0.10 .00 -‐ 01.00 0.00 0.00 0.00 0.10
288.0 1650 400.0 4500 5.0 2000 2000 3000 166.0 .0 2000 0.1 1500 0.2 1500 3.9 61.3 1500
6.2 -‐0.50 0.04 -‐0.50 -‐0.50
3000 500 1000 1000
0.20
1000
13.0
Pomp Pomp Wand Wand
7.0 19.0 -‐0.10 -‐1.00
1000 1000
Pomp
92.0
Wand
-‐0.50
5000
Wand
0.50
5000
48
Bijlage 7: Tekeningen
49
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Hydraulische constructies
10.9008 10.9018
10.9014
10.9016 10.9016
10.0904
10.9010
10.0902
10.9006 10.0229
10.9012
Winsum Adorp
Hydraulische constructies
15.9004 15.9002 15.9006
15.9010
15.9008
Winsum Aduardzijl
Hydraulische constructies
20.9008 20.9002
20.9012 20.9014
20.9010 20.9004 20.9018
20.0629 20.9006
20.9016
20.9020 20.0554
20.0317
Winsum Baflo
20.9024
Hydraulische constructies
25.9002
25.9004
Winsum Den Andel
Hydraulische constructies
30.9016 30.0192
30.9008 30.9010
30.9002
30.9004 30.9006
30.9014 30.9012
Winsum Ezinge
Hydraulische constructies
35.9002
35.9004 35.9014 35.9010 35.9012
35.9008
35.9006
Winsum Feerwerd
Hydraulische constructies
40.9004 40.9002
40.9006 40.9008
40.9010 40.9012 40.9014
40.9016
Winsum Garnwerd
Hydraulische constructies
45.9002
50.9002
Winsum Klein- en Groot Wetsinge
Hydraulische constructies
55.9012 55.9002
55.9014
55.9010
55.9008
55.9006
55.9004
Winsum Saaxumhuizen
Hydraulische constructies
60.9004 60.9008 60.9002
60.0098 60.0124
60.9012
60.9014 60.9016 60.9018 60.9010
60.9007 60.9006
Winsum Sauwerd
Hydraulische constructies
65.9008
65.9006
65.9002
65.9004
Winsum Tinallinge
Hydraulische constructies
70.9004
70.9006 70.9008
70.9002
70.0388
70.9010
Winsum Kern Centrum
Hydraulische constructies
75.9010
75.9004
75.9002
Winsum Kern Obergum
75.9006
Hydraulische constructies
80.9024
80.9014
80.9026
80.9010 80.9012
80.9016
80.9022
80.9018
80.9028
80.9020
80.9002 80.9006 80.9004
80.9008
Winsum Kern De Braake
Hydraulische constructies
85.0732
85.9006
85.9046
85.9048
85.9004
85.9044 85.9040 85.9042
85.0906
85.9038
85.9036 85.9032 85.9034
85.9018
85.9002 85.9030
85.0562
85.9016 85.9028
85.9050
85.9024
85.9022
85.9020 85.0337 85.9014 85.9012 85.9010
85.9008
Winsum Kern Ripperda
Bijlage 8: Overzicht basisrioleringsplannen Basisrioleringsplan Bedum
Datum
Herberekening in
Alle kernen
2010
2020
Zuurdijk
1988
2013
Zoutkamp
2003
2015
Westernieland, Eenrum en Pieterburen
2013
2023
Wehe den Hoorn
2010
2020
Ulrum
2007
2017
Houwerzijl, Mensingeweer, Schouwerzijl, Vierhuizen en Warfhuizen
1997
2014
Niekerk
1988
2013
Leens
2008
2018
Lauwersoog havengebied
2010
2020
Kloosterburen, Molenrij, Kleine Huisjes, Hornhuizen en Kruisweg
2004
2016
2013
2023
2013
2023
De Marne
Winsum Alle kernen
Eemsmond Alle kernen
65
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Bijlage 9: Maatregelenprogramma Hoofddocument ONDERDEEL
Schatting
1: Invoer: Maatregelen
€ / 5 jaar
A. Gezamenlijke communicatie door voorlichting, educatie en gedragsbeïnvloeding; proces van kennis vergroting en bewustwording, genereren betrokkenheid en verantwoordelijkheid; voorkomen van lozing milieubezwarende stoffen; voorkomen van verstoppingen; acceptatie overlast vergroten; kwaliteit en kwantiteit Waterloket gezamenlijk uitvoeren en versterken * C. Samenwerking bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (triple helix) / B.
education, enginering)
3 E’s (enforcement,
D. Scheiden van stromen aan de bron, nieuwe sanitatie, decentraal zuiveren, hergebruik van (regen) water. Bevorderen door middel van gezamenlijk beleid en maatregelen, bijvoorbeeld gescheiden riolering in gebouwen, toepassen scheidingstoiletten, hergebruik regenwater binnen gebouw. E.
*
Effecten van veranderende bevolkingssamenstelling inzichtelijk maken.
Totale kosten 1: Invoer 2: Aansluiting: Maatregelen Foutieve aansluitingen opsporen en repareren * B. Inventariseren van kansen voor het uitvoeren van een pilot ten aanzien van verwijderen medicijnresten, A.
zuiveren op wijkniveau, verwijderen zware metalen of samenwerking met bedrijven Eemshaven en Lauwersoog C. Aansluitverordening opstellen/aanscherpen volgens gezamenlijk model
*
D. Bij ingrepen in de riolering rekening houden met toekomstige afkoppeling; planvorming en uitvoering Totale kosten 2: Aansluiting
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Ver.wijze
Uitv. periode
25.000
1
2014-2018
5.000
1
2014
20.000
1
2015-2018
25.000
1
2016
20.000
1
2016
100.000
1
2015-2016
30.000
1
2014
10.000
1
2014
10.000
1
2014
95.000
€ / 5 jaar
150.000
66
ONDERDEEL
Schatting
3: Transport: Maatregelen
€ / 5 jaar
*
A. Vervangen /relinen / afkoppelen Vervangingsopgave: afstemmen op afvalwaterketen en ruimtelijke ontwikkelingen; werk met werk maken; afkoppeltempo sturen; afwegingskader relinen/vervangen opstellen. Doel is verlagen investeringsvolume.
Ver.wijze
Uitv. periode
30.000
2
2014-2015
B. Kaders ontwikkelen voor gezamenlijk strategisch en tactisch beheer door implementeren werkwijze; kwaliteit beleidscyclus versterken
10.000
2
2014
C. Uitvoeringsplan tbv gezamenlijk taken operationeel uitvoeren; inventariseren taken en opstellen stappenplan; vorm geven eerste stap naar gezamenlijke uitvoering/aanbesteding
25.000
2
2014
D. Gezamenlijke kaders ontwikkelen gemeenten voor optimalisatie beheermethodiek en kennisdeling beheertaken (inhoud)
10.000
2
2014
50.000
2
2015-2017
10.000
2
2014
10.000
2
2014
30.000
2
2015-2016
75.000
2
2016-2018
30.000
2
2017-2018
*
E. Assetmanagement en risicosturing ontwikkelen; kritischer repareren en vervangen; risico’s inzichtelijk maken; gezamenlijk calamiteitenplan opstellen
* G. * Verbeteren beleidscyclus door meten en monitoren door deelname aan regionaal systeem H. Rendement bestaande riolering verbeteren / vermindering overstorten; combineren meetgegevens met* BRP’s F.
Verbeteren gegevensbeheer en ontwikkelen assetmanagement door deelname aan regionale pilot
*
I. Onderzoek oorzaken rioolvreemd water, repareren lekken en foutaansluitingen; voorkomen instroom buitenwater J.
*
Marktpartijen uitdagen en betrekken
Totale kosten 3: Transport exclusief investeringen
67
280.000
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
ONDERDEEL
Schatting
4: Bemaling: Maatregelen
€ / 5 jaar
*
A. Afstemmen hydraulische capaciteit riolering / zuivering Optimalisatiestudie (OAS) uitvoeren, maatregelen uitvoeren
*
B. Optimaliseren bemaling rioolstelsels door pompcapaciteiten aanpassen op werkelijke aanvoer; d.m.v. prakrijkproeven; energieverbruik reduceren; rendement verbeteren Totale kosten 4: Bemaling 5: Zuivering: Maatregelen
*
A. Samenhang met riolering betrekken bij amoveren / reorganiseren zuiveringen; betere afstemming capaciteit op ontwikkelingen binnen gemeenten; modulaire opbouw zuiveringen bij nieuwbouw
*
B. Productie grondstoffen en terugwinnen energie. Opstellen transitieplan Grondstof RWZI; volgen nieuwe zuiveringstechnieken
* D. * Jaarlijks het energieverbruik terugdringen conform landelijke afspraken C.
Assetmanagement en risicosturing ontwikkelen
Totale kosten 5: Zuivering 6: Markt: Maatregelen
Uitv. periode
50.000
1
2014-2015
25.000
1
2016-2017
100.000
3
2014-2016
80.000
3
2016-2018
50.000
3
2014-2017
nvt
3
2014-2018
1
2016-2018
75.000
€ / 5 jaar
230.000
€ / 5 jaar
A. Verkennen (inter)nationale markt; Opbouwen kennis van de grondstoffen en energiemarkt en de relaties met de afvalwaterketen.
30.000
Totale kosten 6: Markt
30.000
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Ver.wijze
68
ONDERDEEL
Schatting
7: Uitvoer: Maatregelen
€ / 5 jaar
A. Marktverkenning uitvoeren voor producten afvalwaterketen
30.000
Totale kosten 7: Uitvoer
30.000
Ver.wijze
Uitv. periode
1
2016-2018
25.000
1
2014
40.000
2
2014-2018
10.000
2
2015
30.000
2
2015
E. Opstellen waterkaart, een instrument om alle informatie en maatregelen met elkaar te kunnen combineren en om deze voor derden inzichtelijk te maken en te communiceren.
60.000
1
2014
F. Baggeren: opstellen gezamenlijk baggerplan, ontwikkelen kostentoedeling, mogelijkheden gezamenlijk aanbesteden
20.000
2
2016
nvt
3
2014-2015
€ / 5 jaar
8: Watersysteem: Maatregelen A. Uitvoeringsplan tbv gezamenlijk beheertaken stedelijk water, waar mogelijk gezamenlijk uitvoeren, kosten besparen
* C. Onkruidbestrijding: doorontwikkelen meest milieuvriendelijke methode en gezamenlijk aanbesteden * (alleen kosten uitwerking, geen uitvoering1) B.
D.
Operationeel grondwaterbeheer, opzetten meetnet, beheer
*
Inzicht in waterkwaliteit door uitvoeren van ecoscan
*
G. Aanleg natuurvriendelijke oevers : Uitvoering KRW maatregelen waterschap (kosten staande begroting waterschap) Totale kosten 8: Watersysteem 1
185.000
Deze maatregel mag niet volledig uit de rioolheffing worden betaald
69
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Bijlage 10: Reacties instanties
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
70
Bijlage 11: Besluiten gemeenteraden en algemene besturen
71
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV | Specificatie Winsum
Colofon Het afvalwaterteam bestond uit: Gemeente Bedum Peter Sijbolts Gemeente De Marne Homme Joustra Abe Kooi Gemeente Winsum Roelf Lamein Gemeente Eemsmond Andrew Piso Waterschap Noorderzijlvest Hans de Vries Gerwin Zantingh
Productie Afvalwaterbeleidsplan: Tekst: Jeroen Niezen, Asopos Consult Kostendekkingsplan: Diane Krijt-Schepers, Ingenieursbureau DKS Verbeelding en vormgeving: Maartje ter Veen, maartjesruimte.nl
afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV
N O C
T P CE