NWO, VWN en NVJ presenteren Bessensap – Wetenschap ontmoet pers BESSENSAP 2012
EERSTE VERDIEPING 6
7 10 11
5 4
8
9
BGG
3 Satellieten Geluid, er is meer dan je hoort
Miniaula
Foyer GM
18
2 1
Roots2Share
15
16
KELDER
Vide WC WC
Garderobe
Entree
17
13 14
BEGANE GROND
Kelder
BGG
12
1e verdieping
Studio
Levi Lassen
maandag 4 juni 2012 | Museon | Stadhouderslaan 37 | Den Haag
Foyer GM & Museon
Levi Lassen (kelder)
Studio (kelder)
Mini-aula (bgg)
Roots2Share (1ste verd)
Geluid, er is meer dan je hoort (1ste verd)
Satellieten (1ste verd)
Vide (bgg)
Restaurant (bgg)
8.30-9.30 Ontvangst met koffie en thee
8.30-9.30 1. Keynote-spreker
9.30-10.30
9.30-9.45
Rob Lyons
50. WINNAAR AJP’11: Antibiotica gezocht! Gilles van Wezel (UL)
10.30-10.45 Koffie en thee 2. Een kijkje in de journalistieke keuken. Algemene redacties
10.45-11.00 11.00-11.15 11.15-11.30
16. eHealth bij dementie VWN-MASTERCLASS 1 7. Elektrische auto: tekortkomingen en statusoverwegingen Nienke Nijhof (UT) Ernst Noppers (RUG) 8. Enge dingen? Mooi niet! Marieke Hendriksen (UL) 17. Geheugenimplantatie 9. Veiligheid is een keuze Lucia Talamini (UvA) Renée Frissen (UL)
10.30-10.45
25. CO2: de groene brandstof Mieke van Eerten-Jansen (WUR)
33. Slenter je gezond! Hans Savelberg (UM)
26. Megakoralen als natuurlijke weerstations Roel Nagtegaal (NIOZ)
34. Hoet heet werd Lance Armstrong op de Alpe D’Huez Hans van Beek (VU Medisch Centrum)
42. De DNA-bibliotheek Berry van der Hoorn (Naturalis)
11.15-11.30
27. Mineralen brengen leven in dode zones Caroline Slomp (UU)
35. Workshop Topteksten: Je onderzoek pitchen in twee zinnen? Het kan!
43. Op zoek naar afrodisiaca in West-Afrika en de Cariben Tinde van Andel (Naturalis)
11.45-12.00
36. Workshop Toppresentaties: Presenteren voor een breed publiek. Hoe doe je dat?
44. Kijken door het ondoorzichtige Allard Mosk (UT)
12.45-13.00
37. Sterfte op hoge leeftijd onder voormalig olympisch ateleten Frouke Engelaer (Leyden Academy)
45. Melkweg blijkt een slangenkuil Marijke Haverkorn (Radboud Nijmegen)
13.15-13.30
Antal van den Bosch (Radboud Nijmegen)
28. Met dank aan de babyboom Marga Peeters (NIAS-KNAW)
21. Denken met je lichaam
29. Oppassen op de kleinkinderen loont
Daniel Lakens (TU/e)
Teun Geurts (Min.V&J)
38. Evolutie van levensduur David van Bodegom (Leyden Academy)
46. Pulsars: aanval van de kosmische gammaspinnen Jason Hessels (ASTRON)
22. Talenknobbel niets met taal te maken?
30. Onbedoelde gevolgen: monetair beleid en voedselprijzen? Dirk Bezemer (RuG)
39. Herstel na hartinfarct met nieuwe UPy-Gel, Joepie! Maartje Bastings (TU/e)
47. Quarksoep in het lab Andre Mischke (UU)
10.45-11.00
(doorlopend)
11.00-11.15
11.30-11.45
11.30-11.45 18. Ik speel, ik speel, wat jij niet ziet
11.45-12.00
Femke Nijboer (UT)
12.00-12.45 3. Lunchdebat (Foyer GM)
12.00-12.45 4. Een kijkje in de journalistieke keuken. Wetenschapsredacties
12.45-13.00 13.00-13.15 13.15-13.30
19. Het diepe web doorzoeken
VWN-MASTERCLASS 2 10. Ik voel, ik voel, wat jij niet voelt Anouk Keizer (UU) 11. Foto’s maken een product ‘groener’dan een logo Marleen Onwezen (WUR) 12. Het adolescentenbrein ‘op weg’ coachen Barbara Braams (UL)
Djoerd Hiemstra (UT)
13.00-13.15 20. Spellingcorrectie met gevoel
13.30-13.45
13.30-13.45 5. VWN-DEBAT: Onder leiding van: Hans van Maanen (freelance) Peter Vermij (freelance)
13.45-14.00 14.00-14.15
51. Hoe?Zo!Radio
14.15-14.30
Merel Keijzer (UU)
14.30-14.45
15.00-15.15 15.15-15.30
23. Twitter in de Tweede Kamer: Nederlandse politici en de politieke sfeer Mirko Tobias Schaefer (UU)
31. Mexico anno nu: rechtstaat, veiligheid en participatie José Carlos Aguiar (UL)
40. De nieuwe behandeling van overgewicht: zorg voor uw darm! Froukje Verdam (UM)
48. Nederland een broedstoof van resistente schimmels Paul Verweij (UMC St Radboud)
24. Hot news: how journalists use methaphores
32. Verder dan de nulhypothesetoetsing Rens van de Schoot (UU)
41. Slanke taks, dikke subsidie Remco Havermans (UM)
49. Antibiotica gezocht Gilles van Wezel (UL)
14.15-14.30
14.45-15.00 15.00-15.15
Tina Krennmayr (VU)
15.15-15.30
15.30-16.00 Koffie, thee, frisdrank
15.30-16.00
6. NWO-Spinozapremie
16.00-17.00
14.00-14.15
14.30-14.45
VWN-MASTERCLASS 3 13. Students beating Darwin Eva Brinkman (TUD) 14. Dating a man is like dating a robot Matthijs Pontier (VU) 15. Design for additive manufacturing Zjenja Doubrovski (TUD)
14.45-15.00
13.45-14.00
16.00-16.15
Bekendmaking spinozalaureaten 17.00-18.00 Borrel
alfa/gamma
Borrel
medisch/leven
beta/techniek
divers
alfa/gamma
medisch/leven
beta/techniek
divers
17.00-18.00
Welkom Welkom bij Bessensap 2012. Hét evenement waar redacteuren, voorlichters en mediagenieke onderzoekers elkaar ontmoeten. Het motto: wetenschap ontmoet pers, pers ontmoet wetenschap. Ieder jaar evolueert het programma van Bessensap een klein beetje en ieder jaar levert dat, naast de inmiddels vertrouwde onderdelen, ook verrassingen op. De eerste verrassing van de dag is natuurlijk de keynote-spreker. Dit jaar zal journalist Rob Lyons, bekend van het online tijdschrift Sp!ked, de opening van Bessensap voor zijn rekening nemen. In zijn boek Panic on a plate legt hij de pijnlijke haatliefdeverhouding tussen de welvarende Westerse consument en zijn eten bloot. Lyons’ lezing is de aftrap voor een scala aan fascinerende lezingen van enthousiaste wetenschappers. In de presentaties en VWN-masterclasses vertellen onderzoekers over hun ontdekkingen, oplossingen, vragen en ideeën. Vast weer volop inspiratie voor mooie verhalen in de media. Wegens de lovende recensies keert het in 2011 geïntroduceerde ‘Kijkje in de keuken’ in 2012 weer terug. Journalisten van wetenschapsredacties en algemene redacties laten zien hoe zij te werk gaan bij het maken van nieuws. Hoe werkt die journalistiek toch? En, hoe maak je daar als wetenschapper handig(er) gebruik van? Dat en meer hoor je bij het ‘Kijkje in de keuken’. Ook op herhaling en inmiddels niet meer weg te denken uit het Bessensap-programma: het VWN-debat. Het thema dit jaar: Is een wetenschapsjournalist die ook geld verdient met jaarverslagen of PR-bladen nog onafhankelijk? Zijn betaalde persreisjes acceptabel? Hoe houden we wetenschapsjournalistiek integer temidden van creatieve combinaties van opdrachtgevers en rollen? Het VWN-debat krijgt dit jaar voor het eerst ook een zusje: journalisten, voorlichters én wetenschappers praten tijdens het Lunchdebat over het nut en de noodzaak van praten met het publiek. Is wetenschapscommunicatie echt zinnig? Of moet je het zinnig maken?
En waar moet je nog meer naar toe? Hoe?Zo!Radio maakt opnames bij Bessensap. Zij interviewen de winnaars van de VWN-masterclasses en een van de NWO-Spinozalaureaten. Wie de opnames bij wil wonen, kennis wil maken met de redacteuren van Hoe?Zo!Radio of onderzoeksnieuws bij de redactie onder de aandacht wil brengen, is van harte welkom in de Hoe?Zo!Radio-studio in het restaurant. Het VU-taalcentrum biedt speciaal voor onderzoekers twee korte workshops aan. Leer je onderzoek pitchen in twee zinnen en verfijn je presentatievaardigheden. We sluiten Bessensap natuurlijk feestelijk af met de bekendmaking van de NWO-Spinozapremielaureaten van 2012 en de daarop aansluitende borrel. In dit programmaboekje staan korte samenvattingen van de presentaties van vandaag en de samenvattingen van de voorstellen die bij selectie zijn afgevallen. Ook daar zit prachtig onderzoek tussen, dus doe er je voordeel mee. De nummers in het boekje corresponderen met de nummers op het programma. We wensen jullie een prachtige dag,
De organisatie van Bessensap, 4 juni 2011 Bessensap wordt georganiseerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Vereniging van Wetenschapsjournalisten in Nederland. NWO is met een budget van ruim 500 miljoen euro per jaar een van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap.
Inhoudsopgave (tijden en zalen onder voorbehoud, nummers verwijzen naar de bladzijden in dit boekje en naar nummers op het overzichtsprogramma.)
Levi Lassen (kelder) 1.
09.30-10.30 uur:
Keynote-spreker Rob Lyons
2.
10.45-11.30 uur:
Een kijkje in de keuken van de journalistiek: algemene redacties
4.
12.45-13.30 uur:
Een kijkje in de keuken van de journalistiek: algemene redacties
5.
13.45-14.30 uur:
VWN-debat: de onafhankelijke wetenschapsjournalist
6.
16.00-17.00 uur:
Bekendmaking NWO-Spinozalaureaten 2012
Foyer Gemeentemuseum 3.
12.00-12.45 uur:
Lunchdebat: Praten met publiek? Waarom zou ik?
Studio (kelder) 10.45-11.45 uur:
VWN-masterclass 1
7.
Elektrische auto: tekortkomingen en statusoverwegingen
8.
Enge dingen? Mooi niet!
9.
Veiligheid is een keuze: de gevolgen van securitisering
12.45-13.45 uur:
VWN-masterclass 2
10. Ik voel, ik voel, wat jij niet voelt: verstoorde waarneming bij anorexia nervosa 11. Foto’s maken een product ‘groener’ dan een logo 12. Het adolescentenbrein ‘op weg’ coachen
14.30-15.30 uur: VWN-masterclass 3 13. Students beating Darwin? 14. Dating a man is like dating a robot 15. Design for additive manufacturing
Mini-aula (b.g) 16. 10.45-11.00 eHealth bij dementie: kostenbesparend en betere zorg 17. 11.15-11.30 Geheugenimplantatie 18. 11.45-12.00 Ik speel, ik speel, wat jij niet ziet 19. 12.45-13.00 Het diepe web doorzoeken 20. 13.15-13.30 Spellingcorrectie met gevoel 21. 13.45-14.00 Denken met je lichaam 22. 14.15-14.30 Talenknobbel niets met taal te maken? 23. 14.45-15.00 Twitter in de Tweede Kamer: Nederlandse politici en de politieke sfeer 24. 15.15-15.30 Hot news: how journalists use metaphors
Roots2Share (1ste etage) 25. 10.45-11.00 CO2: de groene brandstof 26. 11.15-11.30 Megakoralen als natuurlijke weerstations 27. 11.45-12.00 Mineralen brengen leven in dode zones 28. 13.15-13.30 Met dank aan de babyboom 29. 13.45-14.00 Oppassen op de kleinkinderen loont 30. 14.15-14.30 Onbedoelde gevolgen: monetair beleid en voedselprijzen? 31. 14.45-15.00 Mexico anno nu: rechtstaat, veiligheid en participatie 32. 15.15-15.30 Verder dan de nulhypothesetoetsing
Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage) 33. 10.45-11.00 Slenter je gezond! 34. 11.15-11.30 Hoe heet werd Lance Armstrong op de Alpe d’Huez? 35. 11.45-12.00 Workshop Topteksten: Je onderzoek pitchen in twee zinnen? Het kan! 36. 12.45-13.00 Workshop Toppresentaties: Presenteren voor een breed publiek. Hoe doe je dat? 37. 13.15-13.30 Sterfte op hoge leeftijd onder voormalig olympisch atleten 38. 13.45-14.00 Evolutie van levensduur 39. 14.15-14.30 Herstel na hartinfarct met nieuwe UPy-gel, “joepie”! 40. 14.45-15.00 De nieuwe behandeling van overgewicht: zorg voor uw darm! 41. 15.15-15.30 Slanke taks, dikke subsidie
Satellieten (1ste etage) 42. 11.15-11.30 De DNA-bibliotheek 43. 11.45-12.00 Op zoek naar afrodisiaca in West-Afrika en de Cariben 44. 12.45-13.00 Kijken door het ondoorzichtige 45. 13.15-13.30 Melkweg blijkt een slangenkuil 46. 13.45-14.00 Pulsars: aanval van de kosmische gammaspinnen 47. 14.15-14.30 Quarksoep in het lab 48. 14.45-15.00 Nederland een broedstoof van resistente schimmels 49. 15.15-15.30 Antibiotica gezocht!
Vide (b.g.) 50. 10.30-16.00 Winnaar AJP 2011: antibiotica gezocht!
Restaurant (b.g.) 51. 14.00-17.30 Hoe?Zo!Radio op Bessensap
Overige voorstellen
1. Keynote-spreker: Rob Lyons. Waarom zijn we zo paranoïde over wat we eten? Levi Lassen (kelder), 9.30-10.30 uur We komen geen hap te kort en we eten behalve overvloedig, voedzaam en betaalbaar in onze Westerse wereld nog lekker ook. Maar onbezorgd ervan genieten? Integendeel. We focussen juist op de gevaren. Vet! Ehec! Zout! Kanker! Obesitas! Ook al leven we langer dan welke generatie voor ons, we zijn ervan overtuigd dat onze gezondheid op het spel staat door wat we eten. Rob Lyons, adjunct-hoofdredacteur van het kritische Britse internettijdschrift Spiked, schreef Panic on a Plate, een boek over onze, volgens Lyons zwaar overdreven voedselangsten en hun dieper liggende maatschappelijke oorzaken. In zijn keynote-speech op Bessensap onderzoekt Lyons tevens de rollen van wetenschap en journalistiek bij het creëren van die voedselobsessies. Laten onderzoekers en journalisten zich te gemakkelijk gebruiken door politici op zoek naar evidencebased onderbouwingen die bij hun beleid passen? Moeten ze om de integriteit van hun vak te bewaren, niet veel meer de nadruk leggen op de betrekkelijkheid van al die gezondheidsrisico’s en bezwaar maken tegen de eenzijdige en simplistische aanpak ervan?
Uit Panic on a Plate: “Obesity may make life harder for the small proportion of people who are very overweight, but the idea that great swathes of the population will face serious health problems simply because they are a little fatter than the government deems acceptable is nonsense.”
|1|
2. Een kijkje in de keuken van de journalistiek: algemene redacties Levi Lassen (kelder), 10.45-11.30 uur Dan heb je een geweldig onderzoek afgerond, de publicatie in een toptijdschrift staat op uitkomen en de resultaten lijken je echt iets voor een gesprekje bij Pauw en Witteman, voor een plekje op de wetenschapspagina van een dagblad of misschien wel voor het Journaal. Hoe krijg je dat voor elkaar? Bij het programmaonderdeel ‘Een Kijkje in de Keuken’ kun je het zelf ervaren. In twee sessies staan drie redacteuren, die zijn gepokt en gemazeld in het beoordelen van nieuwsitems, onderzoekers te woord. Zij kunnen zich vanuit de zaal aanmelden met hun baanbrekende, opvallende of maatschappelijk relevante onderzoek. Durf jij de denkbeeldige telefoon te pakken en de redactie te bellen? Durf jij je onderzoek aan de media te slijten terwijl de hele zaal meeluistert? De journalisten in het panel geven een directe reactie op de telefonische aanpak, leggen de overwegingen en afwegingen van de redactie uit en vertellen hoe het beter kan. Wie werkelijk wat heeft te melden en de redacteur overtuigt, slaagt er wellicht in zijn of haar onderzoek ook daadwerkelijk in de media te krijgen. Er zijn twee sessies. Van 12.45 tot 13.30 uur nemen drie journalisten plaats die verbonden zijn aan wetenschapsredacties.
|3|
3. Lunchdebat: Praten met publiek? Waarom zou ik? Foyer Gemeentemuseum, 12.00-12.45 uur Wetenschappers moeten meer in gesprek met het publiek: vaker lezingen geven, bloggen, twitteren, boeken schrijven, leuke proefjes doen met kinderen. Maar waarom moeten wetenschappers dat eigenlijk? Van wie? En voor wie? Wat doe je als het publiek terugpraat? Wie gaat wetenschappers daarbij helpen? En moeten wetenschappers eigenlijk niet gewoon doen waar ze goed in zijn: onderzoek doen? Het debat Praten met het publiek? Waarom zou ik? brengt alle partijen die communicatie over wetenschap mogelijk maken bij elkaar: journalisten, voorlichters én wetenschappers.
|5|
4. Een kijkje in de keuken van de journalistiek: wetenschapsredacties Levi Lassen (kelder), 12.45-13.30 uur Dan heb je een geweldig onderzoek afgerond, de publicatie in een toptijdschrift staat op uitkomen en de resultaten lijken je echt iets voor een gesprekje bij Pauw en Witteman, voor een plekje op de wetenschapspagina van een dagblad of misschien wel voor het Journaal. Hoe krijg je dat voor elkaar? Bij het programmaonderdeel ‘Een Kijkje in de Keuken’ kun je het zelf ervaren. In twee sessies staan drie redacteuren, die zijn gepokt en gemazeld in het beoordelen van nieuwsitems, onderzoekers te woord. Zij kunnen zich vanuit de zaal aanmelden met hun baanbrekende, opvallende of maatschappelijk relevante onderzoek. Durf jij de denkbeeldige telefoon te pakken en de redactie te bellen? Durf jij je onderzoek aan de media te slijten terwijl de hele zaal meeluistert? De journalisten in het panel geven een directe reactie op de telefonische aanpak, leggen de overwegingen en afwegingen van de redactie uit en vertellen hoe het beter kan. Wie werkelijk wat heeft te melden en de redacteur overtuigt, slaagt er wellicht in zijn of haar onderzoek ook daadwerkelijk in de media te krijgen. Tijdens deze sessie nemen drie wetenschapsjournalisten plaats die betrokken zijn bij radio, televisie of gedrukte en internet media over wetenschap.
|7|
5. VWN-debat Levi Lassen (kelder), 13.45-14.45 uur De onafhankelijke wetenschapsjournalist Ooit was het eenvoudig: je had journalisten en voorlichters. Vandaag de dag ligt het ingewikkelder: wetenschapsjournalisten werken ook voor bedrijven, overheden of wetenschapsorganisaties. Ze krijgen te maken met onderwerpen en opdrachtgevers die (kunnen) terugkomen aan beide kanten van hun werk. De Vereniging van Wetenschapsjournalisten in Nederland (VWN) vraagt zich al af wie nog kan meetellen als echte ‘journalist’. Wanneer bén je als wetenschapsjournalist eigenlijk onafhankelijk? Kun je naast krantenberichten ook jaarverslagen, persberichten of PR-interviews maken? Mag je een interview voor een PR-blad hergebruiken voor de krant? Zijn betaalde persreisjes acceptabel? Moet alleen al de schijn van belangenvermenging worden vermeden? Ook voorlichters bewandelen grijzegebieden. Mag een communicatieadviseur ook stukjes schrijven voor de krant? Mag je freelancers inhuren die ook kranten en tijdschriften vullen? Word je journalist zodra je werkt voor een radioprogramma? Hebben lezers (en opdrachtgevers) er recht op al je belangen te kennen? In het traditionele VWN-debat storten organisatoren Peter Vermij en Hans van Maanen zich dit jaar midden in deze netelige kwesties. Samen met de deelnemers zoeken ze naar weer wat meer duidelijkheid. Hoe houden we wetenschapscommunicatie integer en geloofwaardig? Kunnen we ervan leren hoe andere sectoren omgaan met de (schijn van) belangenverstrengeling?
|9|
6. Bekendmaking NWO-Spinozalaureaten 2012 Levi Lassen (kelder), 16.00-17.00 uur De NWO-Spinozapremie is de hoogste Nederlandse onderscheiding in de wetenschap. NWO kent de premie toe aan onderzoekers in Nederland die zowel nationaal als internationaal tot de absolute top van de wetenschap behoren. De wetenschappers ontvangen de prestigieuze premie voor hun voortreffelijk, baanbrekend en inspirerend onderzoek. Zij krijgen elk 2,5 miljoen euro, te besteden aan onderzoek naar keuze. Na de bekendmaking zullen de NWO-Spinozawinnaars beschikbaar zijn voor interviews, foto’s en het maken van afspraken.
| 11 |
7. Elektrische auto: tekortkomingen en statusoverwegingen VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Ernst Noppers | RUG Statusoverwegingen zijn erg belangrijk voor de zogeheten early adopters van elektrische auto’s. Uit ons onderzoek blijkt dat deze statusoverwegingen de belangstelling voor een elektrische auto een “boost” geven als men tegelijkertijd denkt dat de auto slecht scoort op functionele eigenschappen zoals de tijd dat de accu moet opladen, de prijs en de actieradius van de auto. Bij het aanprijzen van elektrische auto’s blijkt het afzwakken van de functionele nadelen van de auto een erg belangrijk thema. Mijn onderzoek laat zien dat dit voor de groep die als eerste van plan is een elektrische auto te kopen juist averechts kan werken. Daaruit blijkt dat vooral de waardering van de symbolische eigenschappen van een elektrische auto, zoals de status en ermee kunnen laten zien wie je bent, de belangstelling voorspelt. Dit positieve verband wordt sterker naarmate men denkt dat de functionele eigenschappen van de auto slechter zijn. Het kunnen omgaan met de beperkingen van de auto versterkt de positieve signaalfunctie van het voertuig. Daarom zouden marketinginspanningen zich sterker moeten richten op het innovatieve en milieuvriendelijke karakter van de elektrische auto in plaats van op het afzwakken van de beperkingen ervan. Dat is pas meer gewenst in een later stadium, na de introductie van de elektrische auto. drs. Ernst Noppers Rijksuniversiteit Groningen – Promovendus Sociale Psychologie T: 050 363 93 59
[email protected] | 13 |
8. Enge dingen? Mooi niet! VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Marieke Hendriksen | UL ‘Griezelige’ historische anatomische collecties kunnen ons veel vertellen over hoe onze voorouders dachten over wat mooi en lelijk is. Wat op het eerste gezicht een eng rariteitenkabinet lijkt te zijn, blijkt bij nadere bestudering een afspiegeling van veranderende ideeën over gezondheid, schoonheid en perfectie in de achttiende eeuw. Bij cultureel erfgoed al denken we al snel aan kunstwerken, gebouwen en nationale feestdagen. Wetenschapshistorische collecties, maar ook wetenschapshistorische collecties, zoals de Leidse anatomische preparaten, horen daarbij. Binnen een eeuw verzamelden de anatomieprofessoren van de Universiteit Leiden uiteenlopende anatomische voorwerpen. Allemaal op sterk water, zoals een hand met een kanten mouwtje, een hondje met een hazenlip, een hart geïnjecteerd met kwikzilver en een baby versierd met kralenkettingen. Dit soort collecties is nu grotendeels verstopt in depots. Dat is jammer, want ze kunnen ons veel leren over hoe onze voorouders dachten - niet alleen over anatomie en geneeskunde, maar ook over schoonheid en perfectie. Historische anatomische collecties dreigen in hoog tempo te verdwijnen, eenvoudigweg omdat ze niet eeuwig houdbaar zijn. We zouden ze moeten koesteren, bestuderen en laten zien, zodat we er wat van kunnen leren zolang het nog kan! Marieke Hendriksen, MA MREs Universiteit Leiden – Promovendus Wetenschapsgeschiedenis T: 071 527 27 50
[email protected] http://www.mariekehendriksen.nl | 15 |
9. Veiligheid is een keuze: de gevolgen van securitisering VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Renée Frissen | UL / FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken Iets bestempelen als dreiging en daarmee tot een veiligheidsprobleem maken, is een politieke keuze met vergaande gevolgen. Een goed voorbeeld daarvan is de overlast van Marokkaans-Nederlandse jongeren. De afgelopen tien jaar is deze overlast in toenemende mate veranderd van een pedagogisch knelpunt (probleemgezinnen) en infrastructureel probleem (kleine behuizing en etnische concentratie) in een veiligheidsprobleem. Het framen van een probleem als dreiging is in de huidige communicatiesamenleving een samenspel tussen verschillende spelers. De pers speelt in dit proces van ‘securitisering’ (of: verveiliging) een centrale rol. Mijn onderzoek naar securitiseringsprocessen op lokaal niveau toont aan dat de politieke keuze om ‘iets’ tot dreiging te benoemen ingrijpende gevolgen heeft. Bijvoorbeeld voor het bestuur, de verdeling van overheidsgeld, de taakstelling van traditionele veiligheidsspelers als de politie en de sociale verhoudingen tussen burgers. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de securitisering wordt versterkt door een mediahype. Ik zal dit verduidelijken met het voorbeeld van de securitisering van de overlast van Marokkaans-Nederlandse jongeren in Gouda in 2008. Daarbij was de overval op een bus in de wijk Goverwelle aanleiding voor een nationaal politiek en publiek debat tussen de Nederlandse staat en jongeren over de ‘strijd om de straat’. Renée Frissen, MA Universiteit Leiden / FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken – Promovenda / onderzoeker Security Studies T: 06 5513 29 02
[email protected] http://nl.linkedin.com/in/reneefrissen | 17 |
10. Ik voel, ik voel, wat jij niet voelt: verstoorde waarneming bij anorexia nervosa VWN-masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Anouk Keizer | UU Patiënten met anorexia nervosa nemen aanrakingen van hun huid anders waar dan gezonde vrouwen. Hoe zij een aanraking ervaren, hangt af van hoe zij hun eigen omvang beleven. Deze bevindingen hebben geleid tot nieuwe inzichten voor de lichaamsbeeldstoornis die anorexia nervosa kenmerkt. De stoornis van het lichaamsbeeld bij patiënten met anorexia nervosa beperkt zich niet tot ontevreden gedachten over het eigen lichaam en het lichaam groter zien dan het in werkelijk is. Ons onderzoek laat zien dat ook het waarnemen van aanrakingen op de huid verstoord is. Vergeleken met gezonde vrouwen overschatten anorexia nervosa patiënten de afstand tussen twee aanrakingen op hun huid. Dit is interessant omdat het waarnemen van afstanden op de huid geschiedt aan de hand van een intern model van de grootte van het eigen lichaam. Als aanrakingen groter worden gevoeld dan ze zijn, betekent dit dat het interne model van lichaamsomvang niet overeenkomt met de werkelijke lichaamsomvang. Dit betekent dat anorexia nervosa patiënten hun lichaam ook werkelijk anders beleven en voelen. Ze voelen zich echt dikker dan gezonde vrouwen, in plaats dat ze alleen maar denken dat ze te dik zijn. Anouk Keizer, MSc Universiteit Utrecht – Promovenda Experimentele Psychologie T: 06 1429 64 25
[email protected] | 19 |
11. Foto’s maken een product ‘groener’ dan een logo VWN-masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Marleen Onwezen | LEI Wageningen UR Heb jij je ook weleens afgevraagd wat Yvon Jaspers op een pak melk doet en waarom er foto van een lege wei staat op een bakje gehakt? Wij laten zien dat deze onbewuste cues op een verpakking ertoe kunnen leiden dat consumenten een product duurzamer vinden. In de supermarkt word je gebombardeerd met plaatjes, logo’s, statements en BN’ers op verpakkingen. Maar wat bepaalt dat je het ene product als duurzamer ziet dan het andere? Is dat een EKO-logo of het woord ‘biologisch’, een foto of een tekening, Yvon Jaspers of Boer Arie? Je zou denken dat informatie die iets toevoegt aan je kennis over de duurzaamheid, zoals een logo of een claim, zwaarder weegt dan een plaatje of een BN’er. Dat blijkt niet zo te zijn. In de ogen van consumenten maken vooral foto’s een product duurzaam. Zo maakt een foto van een aardbei de aardbeienjam duurzamer dan een tekening van een aardbei. Zelfs een duurzaamheidslogo kan daar niet tegenop, laat staan de naam van een BN’er. Het bombardement met onbewuste manipulaties op verpakkingen appelleert dus niet alleen aan de kooplust van de consument, het beïnvloedt zelfs iets abstracts als duurzaamheidspercepties. Marleen Onwezen, Msc LEI Wageningen UR – Onderzoeker consumentengedrag T: 070 335 81 75
[email protected] www.lei.wur.nl
| 21 |
12. Het adolescentenbrein ‘op weg’ coachen VWN-masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Barbara Braams | UL In deze presentatie richt ik mij op de allernieuwste bevindingen over het risiconemende brein van pubers. We komen steeds meer te weten over de gevoeligheden van adolescenten, iets wat gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld de verkeersveiligheid. In november 2011 zijn de regels voor het behalen van een rijbewijs veranderd. Sindsdien kunnen jongeren vanaf hun 17e verjaardag het praktijkexamen voor het rijbewijs halen. Tot hun 18e zijn zij echter verplicht met een volwassen coach te rijden. Onderzoek in het buitenland toont aan dat deze regeling werkt. Jongeren die zo hebben leren rijden, maken 30 procent minder ongevallen en begaan 20 procent minder overtredingen in het verkeer (www.swov.nl). Experimenten in ons laboratorium tonen aan dat adolescenten vaak een grotere behoefte hebben aan sensatie dan kinderen en volwassenen. Wij brengen dit in verband met de balans tussen gebieden in de hersenen die betrokken zijn bij emotie en rationaliteit, die mogelijk nog niet optimaal is. Het is een voorbeeld hoe hersenonderzoek beleidsmakers soms kan ondersteunen bij het nemen van beslissingen. Deze presentatie is een duo-presentatie samen met Kiki Zanolie, MSc Barbara Braams, MSc Universiteit Leiden – PhD student Ontwikkelingsneuropsychologie T: 071 527 66 27
[email protected] | 23 |
13. Students beating Darwin? VWN-masterclass 3 Studio (kelder), 14.30-15.30 uur Eva Brinkman | TU Delft Ik ga laten zien dat je binnen een aantal maanden een futuristische bacterie kan bouwen. Daarvoor heb je genoeg aan een pakket standaard uitwisselbare onderdelen van DNA (de zogenoemde BioBricks) en een portie doorzettingsvermogen. Wereldwijd lukt het elk jaar meer dan 1.000 studenten op die manier een nuttige bacterie te ontwikkelen en daarmee deel te nemen aan de internationale wedstrijd voor synthetische biologie (iGEM). De synthetische biologie, het maken van nieuwe biologische systemen die niet in de natuur voorkomen, zal de komende jaren meer invloed krijgen op de maatschappij. Europese studententeams, afkomstig van topuniversiteiten als Imperial College London, Cambridge en ETH Zürich, geven daarvan een voorproefje tijdens de Europese Jamboree van iGEM, dit najaar in Amsterdam. Alle ontdekkingen van de studententeams worden direct openbaar gemaakt en de door hen ontwikkelde BioBricks van DNA-sequenties worden opgeslagen in de ‘Standard Registry of Biological Parts’ in de VS. Zo kunnen andere wetenschappers voortbouwen op het pionierswerk van deze synthetisch biologen in de dop. De Europese iGEM Jamboree vindt van 5-7 oktober2012 plaats op de Vrije Universiteit Amsterdam. ir. Eva Brinkman TU Delft, VU Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, RU Groningen, Wageningen Universiteit en TU Eindhoven. Wetenschapsvoorlichter Life Sciences T: 06 5593 87 33
[email protected] http://2012.igem.org/Regions/Europe/Jamboree
| 25 |
14. Dating a man is like dating a robot VWN-masterclass 3 Studio (kelder), 14.30-15.30 uur Matthijs Pontier | CAMeRA@VU Tijdens een speeddate merken proefpersonen geen verschil tussen een virtuele man die wordt bestuurd door een echte man en een virtuele man die wordt bestuurd door software die emotionele intelligentie simuleert. Het menselijk gedrag kan steeds beter worden gesimuleerd. Ik zal laten zien dat door software gestuurd emotioneel gedrag soms niet meer is te onderscheiden van het emotionele gedrag van echte mensen. Dit is belangrijk als we met virtuele mensen en robots willen communiceren. Dat zal steeds meer gebeuren vanwege de toenemende automatisering, het streven naar efficiëntie en bezuinigingen in bijvoorbeeld de zorg. Toepassingen zijn voorzien bij virtuele karakters in games en entertainment, virtuele coaches en gezelschapsrobots in de zorg, virtuele persoonlijke assistenten, maar ook bij bijvoorbeeld huisrobots. dr. Matthijs Pontier CAMeRA@VU (Vrije Universiteit Amsterdam) – postdoc Menselijke virtuele karakters en robots in de zorg T: 06 4765 10 56
[email protected]
| 27 |
15. Design for additive manufacturing VWN-masterclass 3 Studio (kelder), 14.30-15.30 uur Zjenja Doubrovski | TU Delft 3D-printen veroorzaakt een revolutie bij het ontwerpen, produceren en gebruiken van producten. De bijna eindeloze mogelijkheden spreken sterk tot de verbeelding, maar de gevolgen van deze techniek voor de ontwerpers van nieuwe producten zijn nog onderbelicht. Hun werk zal drastisch gaan veranderen, want ze moeten op een nieuwe manier leren werken om het beste uit deze techniek te halen. Ik presenteer nieuw ontwikkelde methodes die ontwerpers hierbij ondersteunen. Ir. Zjenja Doubrovski TU Delft – Promovendus – Industrieel Ontwerpen / Additive Manufacturing T: 06 1078 91 31
[email protected]
| 29 |
16. eHealth bij dementie: kostenbesparend en betere zorg Mini-aula (b.g.), 10.45-11.00 uur Nienke Nijhof | UT eHealth gebruik in dementiezorg is kostenbesparend. De inzet van een preventief sensorensysteem bij thuiswonende patiënten bijvoorbeeld is kostenbesparend vergeleken met opname in een verpleeghuis. Kunnen 50 patiënten 2 maanden langer thuis wonen, dan is de besparing € 137.000. De Nederlandse gezondheidszorg verandert snel en de minister van VWS vindt dat eHealth meer moet worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij patiënten met dementie. Daarvan waren er in 2012 235.000 en in 2050 zullen dit er een half miljoen zijn. Maar er zullen dan onvoldoende zorgverleners zijn voor deze patiënten. Om toch goede zorg te kunnen blijven bieden en kosten te beheersen is eHealth noodzakelijk. Mijn studie is een van de eerste die aantoont dat eHealth inderdaad leidt tot kostenbesparingen en dat de techniek ook positieve gevolgen heeft voor welzijn en zorg. Zes technologieën zijn getest, zowel thuis als in een verpleeghuis. Het zijn alle reeds bestaande en op de markt verkrijgbare technologieën. Nienke Nijhof, MSc Universiteit Twente – Promovenda eHealth, gezondheidszorg T: 06 4453 03 90
[email protected]
| 31 |
17. Geheugenimplantatie Mini-aula (b.g.), 11.15-11.30 uur Lucia Talamini | UvA Science fiction? Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam ontwikkelen technieken om het geheugen te beïnvloeden tijdens de slaap. Een apparaat analyseert de hersenactiviteit van de slaper en dient, op basis hiervan, auditieve informatie toe. De informatie maakt de persoon niet wakker, maar wordt wel geïntegreerd in diens geheugen (geheugenimplantatie). Slaap is meer dan een periode van rust en herstel. Recente bevindingen, onder meer uit ons lab, hebben aangetoond dat herinneringen opnieuw worden verwerkt tijdens de slaap en dat dit een belangrijke rol speelt in cognitie en de emotionele huishouding. Bovendien zijn er aanwijzingen dat slaapproblemen kunnen bijdragen aan het ontstaan van bepaalde vormen van psychopathologie, zoals depressie en posttraumatische stressstoornis. Ruim een derde van de volwassenen in de westerse wereld heeft een slaapstoornis en nog veel meer mensen slapen onvoldoende. Een beter begrip van de rol van slaap in mentale processen is daarom maatschappelijk relevant. Onderzoek in ons lab beoogt de neurale mechanismen van nachtelijke informatie verwerking te ontrafelen. Daar dragen experimenten met geheugenimplantatie aan bij. PhD, Lucia Talamini Universiteit van Amsterdam – Principal investigator Neurowetenschappen T: 020 525 67 42
[email protected]
| 33 |
18. Ik speel, ik speel, wat jij niet ziet Mini-aula (b.g.), 11.45-12.00 uur Femke Nijboer | UT De neurotechnologie smelt steeds meer samen met ons lichaam en brein. Slechts weinig mensen realiseren zich de gevolgen daarvan. Interactieve theatervoorstellingen, die samen met neuro-engineers, ethici, journalisten, kunstenaars en patiënten zijn gemaakt, kunnen de consequenties van deze nieuwe technologie tastbaar en bespreekbaar te maken. Meer mensen dan ooit zullen de komende decennia hersenkwalen ontwikkelen, want de 21ste eeuw tekent zich door vergrijzing. Behalve op farmaceutische oplossingen, vestigen wetenschappers hun hoop voor het behandelen van die aandoeningen op technologische ingrepen, zoals Brain-Computer Interfaces en Deep Brain Stimulation. Deze neurotechnologie roept belangrijke vragen op over de maakbaarheid van de mens, diens identiteit, de vrije wil en juridische aspecten. Ethici en filosofen zijn op academisch niveau al geruime tijd bezig met zulke vragen, maar het publiek is daar nauwelijks bij betrokken. Sommigen vrezen dat de gevoelens en gedachten van Jan met de Pet het debat zullen vervuilen, ik denk dat ze het juist zullen verrijken. Het debat hoort juist middenin de maatschappij plaats te vinden. Ik wil het publiek betrekken op een wetenschappelijk accurate, maar ook leuke en begrijpelijke manier. Toneel kan, net als films zoals the Matrix of Avatar, helpen de nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Dr. Femkje Nijboer Universiteit Twente postdoc ICT/ethiek/neuro-engineering T: 06 2850 96 12
[email protected] http://wwwhome.cs.utwente.nl/~nijboerf/
| 35 |
19. Het diepe web doorzoeken Mini-aula (b.g.), 12.45-13.00 uur Djoerd Hiemstra | UT Meer dan 99 procent van het wereldwijde web is op dit moment niet doorzoekbaar door zoekmachines. Daardoor blijft veel informatie ontoegankelijk. Relatief eenvoudige vragen als ‘Wat is de beste treinreis van Enschede naar Amsterdam op 4 juni 2012?’ en ‘Wat is het telefoonnummer van Djoerd Hiemstra uit Enschede?’ kunnen niet door zoekmachines als Google en Bing worden beantwoord. Toch is het antwoord daarvan wel degelijk beschikbaar op het web. Namelijk in het diepe web, waar zoekmachines niet kunnen komen omdat ze de pagina’s niet van te voren hebben gedownload. De redenen daarvoor zijn divers en de Universiteit Twente onderzoekt methoden waarmee deze informatie toch gevonden kan worden door vragen op juiste wijze te interpreteren, vragen naar de juiste bron te sturen en zoekresultaten te interpreteren en te integreren met resultaten van andere bronnen. De eerste demonstratie van onderzoeksresultaten uit dit onderzoek (http://treinplanner.info) kreeg sinds begin 2012 al 10.000-en bezoekers. dr. Djoerd Hiemstra Universiteit Twente – Informatica T: 053 489 23 35
[email protected] http://www.cs.utwente.nl/~hiemstra
| 37 |
20. Spellingcorrectie met gevoel Mini-aula (b.g.), 13.15-13.30 uur Antal van den Bosch | RU Storende typefouten, vergissingen met d’s en t’s en een spatie teveel typen of weglaten kunnen worden hersteld door een computerprogramma. Het programma maakt geen gebruik van taalkundige kennis, maar kijkt naar de context waarin woorden voorkomen, en slaat alarm wanneer het een woord tegenkomt dat het daar niet verwacht. Daarvoor hoeft het alleen maar heel veel Nederlandse teksten te hebben gelezen. Er is grote behoefte aan hulp bij het voorkómen van schrijffouten. Bovendien is het tijd voor een make-over van de huidige spellingcorrectie. Valkuil.net biedt die mogelijkheid en het computerprogramma is voor iedereen vrij te gebruiken (http:// valkuil.net). Ook zonder kennis van het Groene Boekje, het Nederlands en ezelsbruggetjes als het ‘kofschip’ kan het programma fouten in tekst detecteren. Dit geschiedt puur op basis van statistische verwachtingen en afwijkingen daarin, afgeleid uit hele grote hoeveelheden tekst. Valkuil.net heeft al meer dan 3 miljard woorden ‘gelezen’. Het programma richt zich niet alleen op typfouten, maar ook op lichte grammaticale vergrijpen als dt-fouten, verwarringen zoals zij/zeien spatiefouten. De corrector is niet perfect, maar leert bij van de feedback van gebruikers. Valkuil.net is een cloud applicatie: de software is beschikbaar op internet, zowel voor mensen als voor andere software. Prof. dr. Antal van den Bosch Radboud Universiteit Nijmegen – Hoogleraar Taaltechnologie T: 024 361 16 47
[email protected] http://antalvandenbosch.ruhosting.nl
| 39 |
21. Denken met je lichaam Mini-aula (b.g.), 13.45-14.00 uur Daniel Lakens | TU/e Ik laat zien dat je dingen beter uit elkaar houdt met je handen uit elkaar, je de toekomst harder hoort in je rechteroor, en belangrijke gedachten zwaar zijn. Denken met je lichaam is meer dan een metafoor. Hersenen zijn geen computers. We gebruiken alle concrete informatie uit onze omgeving om efficiënt na te denken en betekenis te geven aan abstracte concepten. Deze nieuwe inzichten veranderen de manier waarop de psychologie aankijkt tegen informatieverwerking. Ze hebben mogelijk veel waarde voor hoe we leren, producten vormgeven of duidelijk communiceren. dr. Daniel Lakens Technische Universiteit Eindhoven - Post-Doc Experimentele Psychologie T: 06 2461 39 18
[email protected] http://sites.google.com/site/lakens2/
| 41 |
22. Talenknobbel niets met taal te maken? Mini-aula (b.g.), 14.15-14.30 uur Merel Keijzer | UU Sommige mensen leren een vreemde taal gemakkelijker dan anderen, maar dat komt niet omdat ze een ‘talenknobbel’ zouden hebben. Het gaat vooral om het hebben van een goed werkgeheugen. Het menselijk taalvermogen is nog altijd een groot mysterie. Dat taal deel uitmaakt van de algemene cognitie en mensen die succesvol een taal leren ook betere andere cognitieve vaardigheden hebben, is een nieuw stukje van de puzzel. De resultaten van dit onderzoek hebben gevolgen voor taalonderwijs. Als leerkrachten geen invloed hebben op een aantal factoren die bijdragen aan het succesvol leren van taal, zoals het werkgeheugen, waar moet het taalonderwijs zich dan op richten? Dit onderzoek is verricht bij 60 Nederlanders die minstens 20 jaar geleden emigreerden naar Australië en Engels leerden als tweede taal. dr. Merel Keijzer Universiteit Utrecht – Universitair Docent Taalwetenschap T: 030 253 81 28
[email protected] www.uu.nl/hum/staff/MKeijzer
| 43 |
23. Twitter in de Tweede Kamer: Nederlandse politici en de politieke sfeer Mini-aula (b.g.), 14.45-15.00 uur Mirko Tobias Schaefer | UU Nederlandse politici vormen specifieke communicatienetwerken (met andere politici, burgers, journalisten...) op Twitter. Analyse en visualisatie van data laten zien wie veel of weinig aandacht krijgen, wie met wie communiceert en hoe het publieke debat op Twitter zich ontwikkelt. Dit onderzoek brengt in kaart welke politici en journalisten belangrijk zijn op Twitter en op welke wijze ze van dit medium gebruikmaken. Het laat zien welke rol Twitter speelt binnen de Nederlandse politiek en media. Wij identificeren de opinion leaders binnen de ‘Haagse Twittersfeer’ en analyseren hoe ze Twitter gebruiken. Daaruit ontstaat een beeld van het politieke establishment van Nederland. Wij hebben data over het communicatienetwerk op het Binnenhof, het verloop van een debat over een bepaalde periode en de onderlinge verhoudingen tussen politici. Deze data zijn op een aantrekkelijke manier gepresenteerd en maken complexe communicatienetwerken en een dynamisch verloop van debatten toegankelijk. Co-auteurs: Thomas Boeschoten, Nikos Overheul dr. Mirko Tobias Schaefer Universiteit Utrecht – Universitair docent/onderzoeker Nieuwe Media & Digitale Cultuur T: 06 446 20 751
[email protected] www.mtschaefer.net
| 45 |
24. Hot news: how journalists use metaphors Mini-aula (b.g.), 15.15-15.30 uur Tina Krennmayr | VU Contrary to intuition, journalists use metaphors more frequently than literary writers. However, metaphors in newspapers serve strikingly different functions than metaphors in fiction, everyday conversation, or academic writing. Analyzing metaphors reveals that journalistic writing is not as objective as it is claimed to be. My research directly concerns the daily work of many journalists – writing news reports. A journalist needs to grab the reader’s attention, tie readers to a text, and explain and entertain. Metaphorical language helps them achieve these goals. My analysis of metaphors in a large set of British newspapers shows how commonly journalists make use of metaphor, what kinds of metaphors they use, in which sections of a paper they are most frequent and what kinds of functions they perform. In short, it shows what makes metaphor in news special and different from other types of texts such as literature, academic writingand everyday conversation. This may help journalists to determine how their own writing style and choice of metaphors affects their readership. dr.Tina Krennmayr Vrije Universiteit Amsterdam – UD Taal en Communicatie T: 06 141 45 374
[email protected]
| 47 |
25. CO2: de groene brandstof Roots2Share (1ste etage), 10.45-11.00 uur Mieke van Eerten-Jansen | WUR Duurzame energiebronnen zijn vaak niet duurzaam en maar beperkt voorradig, zowel wat betrefthun hoeveelheid als de plaats waar ze kunnen worden gewonnen. Zo zijn er discussies over de relatie tussen voedsel, veevoer en biobrandstof, ontstaat bij de productie van biomassa soms meer CO2 dan wordt bespaard en moet overtollige windelektriciteit worden opgeslagen om het niet verloren te laten gaan. Maar er gloort licht aan de horizon, want CO2 kan worden omgezet in biogas dat geschikt is voor koken en zelfs autorijden. CO2 is wereldwijd voorradig en concurreert niet met biomassatoepassingen. CO2 is bovendien een oorzaak van klimaatverandering. CO2 omzetten naar biogas is dus dubbel voordelig. Door bacteriën te activeren met elektriciteit zetten ze CO2 om in biogas. Voordelen daarvan zijn een productie van CO2-neutraal biogas en het omzetten van overtollige elektriciteit uit wind in biogas dat later kan worden gebruikt. CO2 omzetten naar biogas betekent dus een verdere verduurzaming van onze energievoorziening. Mieke van Eerten-Jansen Wageningen University – PhD student Environmental Technology: Renewable Energy T: 06 418 73 021
[email protected] http://www.ete.wur.nl/UK/Research/Renewable+Energy/Methane+from+CO2+with+microbial+electrolysis/
| 49 |
26. Megakoralen als natuurlijke weerstations Roots2Share (1ste etage), 11.15-11.30 uur Roel Nagtegaal | NIOZ Megakoralen kunnen worden gebruikt als natuurlijke weerstations waarmee het klimaat uit het verleden kan worden achterhaald. Het vinden van een paar honderd jaar oude koraalkolonie zo groot was de uitdaging van een NIOZ/VPRO-team dat naar de Cocos (Keeling) eilanden vertrok. Vanwaar deze belangstelling voor een klein atol in het midden van de Indische oceaan? Koralen kunnen dienen als natuurlijke weerstations waaruit de geschiedenis van het klimaat van de oceanen kan worden afgeleid. Want koralen vormen elk jaar een dun laagje kalk, zoals de ringen in een boomstam. In de chemische samenstelling van deze ringen is klimatologische en weerkundige informatie opgeslagen, zoals de temperatuur en het zoutgehalte van het zeewater. Tijdens deze expeditie hebben we een kern kunnen boren uit een megakoraal op de plek waar Darwin deze koralen beschreef in 1836. De kern bevat 200 jaarringen, zodat we voor het eerst kunnen beschikken over 200 jaar geschiedenis van een groot gebied dat we alleen de afgelopen 40 jaar vanuit satellieten hebben gemeten. Uit een reconstructie van de temperatuur van het oppervlaktewater blijkt dat de tropische Indische oceaan sterk opwarmt. Iets wat de satellietwaarneming bevestigt. Voor het eerst hebben we kunnen aantonen hoe ongebruikelijk snel de opwarming sinds ongeveer 1975 is, vergeleken met de temperatuurontwikkelingen vanaf 1806. Roel Nagtegaal, MSc NIOZ – PhD Klimaatonderzoek T: 06 439 37 333
[email protected]
| 51 |
27. Mineralen brengen leven in dode zones Roots2Share (1ste etage), 11.45-12.00 uur Caroline Slomp | UU Het ontstaan van fosfaatmineralen in de zeebodem kan zuurstofloze, ‘dode’ zones in de zee doen herstellen. Zo kunnen op plekken waar nu alleen bacteriën te vinden zijn vissen en bodemdieren terugkeren. Wereldwijd is in veel kustwateren steeds minder zuurstof beschikbaar. Daardoor sterven bodemdieren en vissen op grote schaal. Doordat voedingstoffen uit afvalwater en mest in zee lekken, ontstaat bloei van algen. Wanneer de algen sterven, naar de bodem zakken en rotten kan alle zuurstof in het water opraken. De voedingsstoffen, zoals fosfaat, die daarbij vrijkomen, kunnen opnieuw door algen gebruikt worden bij hun groei. Zo ontstaat een voedingsrijk milieu dat zichzelf in stand houdt. Doorbreking van deze vicieuze cirkel kan alleen plaatsvinden door het definitief uit het water verwijderen van de voedingstoffen. Ik laat zien dat fosfaat als mineralen kunnen worden vastgelegd in de zeebodem. Dit natuurlijke mechanisme kunnen we gebruiken bij het ontwikkelen van plannen voor het herstel van dode zones. dr. Caroline Slomp Universiteit Utrecht – Universitair hoofddocent Aardwetenschappen T: 030 253 55 14
[email protected]
| 53 |
28. Met dank aan de babyboom Roots2Share (1ste etage), 13.15-13.30 uur Marga Peeters | NIAS-KNAW De Nederlandse verzorgingsstaat staat onder druk, maar hoeft niet te bezwijken. De dreigende onhoudbaarheid is van voorbijgaande aard. Als aanpassingen op de arbeidsmarkt tijdig zullen plaatsvinden, is het vergrijzingsprobleem rond 2040 geweken. Ons Nederlandse sociale stelsel is genereus. Met dank aan de babyboomgeneratie. Deze breidde het stelsel uit na de Tweede Wereldoorlog. Hun vele handen maakten licht werk en de werkenden konden met groot gemak de premies betalen om de niet-werkenden te financieren. In de vorm van kinderbijslag, uitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg en pensioenen. Sinds de eerste babyboomers in 2010 met pensioen gaan, keert het tij. Ik zal laten zien dat dit slechts van voorbijgaande aard is, mits de overheid in staat is de arbeidsparticipatie te blijven verhogen tot 2040. Nederland heeft voldoende arbeidsmarktruimte om de pot met premies te blijven vullen en staat er niet slecht voor vergeleken met 49 andere (welvarende) landen. Dat is goed nieuws. dr. Marga Peeters NIAS-KNAW – demografische veranderingen, overheidsfinanciën, toegepaste econometrie T: 070 512 27 57
[email protected] www.TinaMargaPeeters.eu
| 55 |
29. Oppassen op de kleinkinderen loont Roots2Share (1ste etage), 13.45-14.00 uur Teun Geurts | Min VenJ Zonen gever vaker steun aan hun ouders (zoals klusjes doen in en rond het huis) als deze vroeger vaak op de (klein)kinderen hebben gepast. Daarom kan oppassen op de kleinkinderen van een zoon worden gezien als een investering in steun. Oppassen op de kinderen van een dochter verhoogt niet de kans op steun. Doordat stevig wordt bezuinigd op zorg raken mensen voor ondersteuning meer op elkaar aangewezen. Familierelaties spelen hierbij een belangrijke rol. De toegenomen levensverwachting en de afname in geboortecijfer zorgen ervoor dat er meer grootouders per kleinkind zijn dan vroeger. De relatie tussen grootouder en kleinkind is waarschijnlijk belangrijker dan ooit te voren en blijkt van invloed te zijn op de steun die de grootouders later van hun eigen kind mogen verwachten. Dit onderzoek geeft zicht op een van de factoren dat van invloed is op de hoeveelheid steun die grootouders van hun kinderen kunnen verwachten. drs. Teun Geurts Wetenschappelijk onderzoeks- en documentatie centrum, Ministerie van Veiligheid en Justitie – Junior onderzoeker Sociologie T: 070 370 67 72
[email protected]
| 57 |
30. Onbedoelde gevolgen: monetair beleid en voedselprijzen? Roots2Share (1ste etage), 14.15-14.30 uur Dirk Bezemer | RUG De scherpe stijgingen van voedselprijzen wereldwijd sinds 2008 zijn in verband gebracht met meer armoede, honger en instabiliteit in de wereld, zoals tijdens de Arabische Lente. Hoewel veel oorzaken van de prijsstijgingen zijn genoemd (droogte, overstromingen, exportverboden, biobrandstoffen, financiële speculatie) is er tot nu toe één over het hoofd gezien: het monetaire beleid van de Europese, Amerikaanse, Britse en Japanse centrale banken. Nederlandse media hebben een beschuldigende vinger naar banken en pensioenfondsen gewezen. Dat is slechts deels terecht, want speculatie ontstaat door overmatige liquiditeit en een gebrek aan regulering, die de verantwoordelijkheid zijn van centrale banken. Deze stelling wordt onderbouwd met de analyse van een unieke dataset van globale geldstromen. De analyse is deel van een nieuwe kijk in de economische wetenschap op geld en de economie. dr. ir. Dirk Bezemer Rijksuniversiteit Groningen – UHD economie T: 050 363 37 99
[email protected] http://www.rug.nl/staff/d.j.bezemer/index
| 59 |
31. Mexico anno nu: rechtstaat, veiligheid en participatie Roots2Share (1ste etage), 14.45-15.00 uur José Carlos G. Aguiar | UL Wat is de situatie tegenwoordig in Mexico ten aanzien van geweld en de schendingen van de mensenrechten? Wat voor rol spelen drugbendes hierin? Wat is het antwoord van de regering? Vermoedelijk behoren vooral drugshandelaren en drugsbazen tot de 50.000 doden die de afgelopen vijf jaar zijn gevallen in de oorlog tegen drugs van de Mexicaanse president Filipe Calderón. Maar steeds vaker worden ook ‘gewone’ burgers, activisten, journalisten en academici het slachtoffer. Mexico begint steeds meer op een failed state te lijken, stelde het Pentagon in 2009. Volgens mensenrechtenorganisaties en internationale NGOs is Calderón verantwoordelijk voor het geweld dat zich in het land verspreidt. Vanuit het veldwerk en de kennis van een ‘insider’ worden de diverse factoren van deze problematiek en de spelers in dit drama belicht. dr. José Carlos G. Aguiar Universiteit Leiden – Universitair Docent, Latijns Amerika Studies / Antropologie T: 071 527 21 89
[email protected] border-city.net
| 61 |
32. Verder dan de nulhypothesetoetsing Roots2Share (1ste etage), 15.15-15.30 uur Rens Schoot | UU De statistiek die sociaal wetenschappers gebruiken, is beperkt. Te beperkt. Er zijn zoveel meer en betere mogelijkheden binnen de statistiek dan het werkpaard in de sociale wetenschap: de nulhypothesetoetsing. Eigenlijk verbazingwekkend dat deze nog wordt toegepast. Waarom begint elke sociaal wetenschappelijke studie steeds weer alsof de onderzoekers niets weten en met een schone lei beginnen (de nulhypothesetoetsing)? De data moeten maar bepalen wat waar is en dat werkt het vissen naar resultaten in de hand. Geen wonder dat er veel discussie is over de kwaliteit van het sociaalwetenschappelijk onderzoek. Met enkele sprekende voorbeelden laat ik zien wat er ‘mis’ gaat in dit soort studies en hoe het beter kan. De statistische trukendoos is vele malen groter dan veel onderzoekers denken. Ik probeer ze enthousiast te krijgen nieuwe (statistische) paden te bewandelen en eindelijk eens verder te kijken dan klassieke nulhypothesetoetsing. dr. Rens van de Schoot Universiteit Utrecht – onderzoeker (UD) Methode & Statistiek T: 030 253 45 94
[email protected] www.fss.uu.nl/ms/schoot
| 63 |
33. Slenter je gezond! Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 10.45-11.00 uur Hans Savelberg | UM Dagelijks een uur sporten is onvoldoende om de negatieve gezondheidseffecten van veel zitten te compenseren. De enige remedie tegen teveel zitten is… minder zitten. Dus meer staan en bewegen. Daartoe volstaat een lage intensiteit van bewegen. Slenteren bijvoorbeeld. Deze onderzoeksresultaten zullen onze kijk op een gezonde leefstijl ingrijpend wijzigen. De zogenoemde beweegnorm blijkt onjuist. Deze norm houdt in dat iedereen vijf dagen per week een half uur matig intensief moet bewegen. Sporten dus! Niet iedereen kan of wil sporten, waardoor veel mensen het advies niet opvolgen. En wie dat wel doet, heeft er niet altijd baat bij. Want wie dagelijks een half uur sport, houdt nog 23,5 uur over om te zitten en te liggen. Ons onderzoek laat zien dat mensen die veel zitten, weinig baat hebben bij één uur sporten per dag. Laagintensief, alledaags bewegen – zoals staan, slenteren, wandelen en fietsen gedurende vijf uur per dag heeft wel een positief effect op risicofactoren voor suikerziekte en hart- en vaatziekten. Het bijstellen van de beweegnorm brengt een gezonde leefstijl binnen bereik van meer mensen. Ook voor gezondheidsvoorlichters en beleidsmakers is dit belangrijk nieuws. dr. Hans Savelberg Universiteit Maastricht – UHD Bewegingswetenschappen T: 043 38813 92
[email protected]
| 65 |
34. Hoe heet werd Lance Armstrong op de Alpe d’Huez? Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 11.15-11.30 uur Hans van Beek | VU Medisch Centrum Met een computersimulatie van het lichaam van een wielrenner is aangetoond dat tijdens de klimtijdrit naar Alpe d’Huez in 2004 de beenspieren van Lance Armstrong een temperatuur van bijna 40 graden Celsius bereikten en zijn hersenen 39 graden. Om te achterhalen wat er gebeurt in het lichaam tijdens topprestaties en waar de grenzen liggen, hebben we de energieomzetting en het metabolisme van een wielrenner gesimuleerd in de computer. Zo kunnen we berekenen hoeveel energie nodig is om de zwaartekracht en luchtweerstand te overwinnen tijdens een klimtijdrit. Om Lance Armstrong op de Alpe d’Huez te evenaren moest de zuurstofopname van onze virtuele wielrenner bijna recordwaarden bereiken. Ongeveer 77 procent van de energie werd daarbij omgezet in warmte. De temperatuurverdeling in het lichaam werd berekend met wiskundige vergelijkingen die NASA gebruikt om astronauten te simuleren. We berekenden ook hoe de hersenstofwisseling kan helpen om het melkzuur weg te vangen dat als afvalproduct wordt geproduceerd in de spieren. In de beenspieren vangen snelle energiebuffers de hoge pieken van energieverbruik op en voorkomen daarmee dat afvalproducten de werking van de spieren remmen. dr. Hans van Beek VU Medisch Centrum – UD Computational Physiology, afdeling Medische Genoomanalyse T: 020 598 74 60
[email protected]
| 67 |
35. Workshop Topteksten: Je onderzoek pitchen in twee zinnen? Het kan! Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 11.45-12.00uur VU Taalcentrum Wat vertel je wél en wat vertel je niet in een krantenkop of lead van een populairwetenschappelijk artikel? Hoe grijp je de aandacht van een lekenpubliek? Ja, het is behoorlijk lastig om je onderzoek in twee zinnen samen te vatten; je zit zelf zo diep in de materie en kent de nuances maar al te goed. Maar ook jij kan het! En tijdens de introducerende workshop Topteksten leren we je hoe. We bespreken een aantal leads van gepubliceerde populairwetenschappelijke artikelen. Aan de hand van deze leads gaan we aan de slag om zelf (delen uit) een aantal voorbeeldonderzoeken in twee pakkende zinnen te formuleren. Na afloop van de workshop krijg je een checklist die houvast biedt bij het pitchen van je eigen onderzoek.
Trainer: Claudia Ruigendijk Thema: Populairwetenschappelijk schrijven
| 69 |
36. Workshop Toppresentaties: Presenteren voor een breed publiek. Hoe doe je dat? Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 12.45-13.00 uur VU Taalcentrum Stel, je mag een korte presentatie geven over jouw onderzoek op een congres of symposium. Of misschien zelfs op de radio of televisie. Hoe zorg je er dan voor dat je publiek niet alleen begrijpt wat jouw onderzoek inhoudt, maar ook tijdens je hele presentatie geboeid blijft? Tijdens de introducerende workshop Toppresentaties leren we je hoe je je publiek kunt inpakken. Aan de hand van een kort tv-fragment van een bekende onderzoeker laten we zien hoe een populairwetenschappelijke presentatie eruit kan zien. Ook oefenen we met het bedenken van een pakkende opening. Na afloop van de workshop krijg je een checklist die houvast biedt bij het presenteren van je eigen onderzoek. Trainer: Claudia Ruigendijk Thema: Populairwetenschappelijk schrijven
| 71 |
37. Sterfte op hoge leeftijd onder voormalig olympisch atleten Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 13.15-13.30 uur Frouke Engelaer | Leyden Academy Wat gezondheid betreft, voegt intensief sporten niets toe aan gewoon bewegen. Sterker, intensief beoefenen van contactsporten bekort zelfs het leven. Met de olympische zomerspelen voor de deur gaan de gedachten weer uit naar hoe gezond sporten wel niet is. Alle gezondheidsrichtlijnen adviseren sport of flink bewegen om ongezondheid te voorkomen en het leven te verlengen. Maar hoeveel sporten en bewegen en welk soort bewegingen goed zijn, zijn onderwerpen van discussie. Sporten, zoals een marathon lopen, vraagt ook veel van het lichaam. In mijn onderzoek heb ik 7.480 oude olympische sporters in 43 disciplines onder de loep genomen. In een analyse heb ik laten zien dat de levensverwachting van sporters die golf of cricket speelden net zo hoog is als van olympische roeiers of fietsers. Maar contactsporten en sporten met risico’s dat het lichaam ergens tegenaan botst gaan gepaard met een 13 tot 24 procent hogere sterfte na de leeftijd van 50. De schade die je oploopt van deze sporten heeft kennelijk jaren later nog gevolgen. Tot nu toe was dat onbekend. drs. Frouke Engelaer Leyden Academy on vitality & ageing – promovenda Geneeskunde T: 071 524 09 60
[email protected] www.leydenacademy.nl
| 73 |
38. Evolutie van levensduur Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 13.45-14.00 uur David van Bodegom | Leyden Academy Waarom leeft het gros van de mensen nog veertig jaar door nadat de vruchtbare periode voorbij is? Dat komt niet doordat oma’s een evolutionair voordeel boden doordat ze op hun kleinkinderen passen. De werkelijke reden is dat oude mannen in de polygame samenleving van weleer tot op hoge leeftijd kinderen verwekten bij hun jongere tweede en derde vrouw. Vaak wordt gedacht dat oma’s zijn geprogrammeerd om voor de kleinkinderen te zorgen, dat blijkt niet waar. Mannen zijn geprogrammeerd om seksueel actief te blijven tot hun 80e. Daarom leven we zo lang. Mannen geven de ‘langleven’ genen door aan hun zonen, die er voordeel van hebben. Want mannen die 80 worden hebben in polygame gemeenschappen waar mannen met jongere vruchtbare vrouwen trouwen meer nakomelingen dan jongere mannen. Mannen geven hun langleven genen ook door aan hun dochters. Maar zij hebben er zelf niets aan, na hun 40ste zijn ze immers onvruchtbaar. Ze maken zich nuttig door met de kinderen te spelen. Leuk, maar evolutionair waarschijnlijk minder belangrijk dan de extra kinderen die de man nog verwekt tussen zijn 40ste en zijn 80ste levensjaar. dr. David van Bodegom Leyden Academy on Vitality & Ageing – Universitair docent Geneeskunde T: 071 524 09 60
[email protected] www.leydenacademy.nl / www.davidvanbodegom.nl
| 75 |
39. Herstel na hartinfarct met nieuwe UPy-gel, “joepie!” Geluid, er is meer dan je hoort (1ste etage), 14.15-14.30 Maartje Bastings | TU/e Een nieuw slim biomateriaal bevordert het herstel van het hart na een infarct. Het materiaal kan van een vloeistof veranderen in een gel en via een katheter heel precies in het hart worden ingespoten. Het ontwikkelde materiaal kan op eenvoudige wijze veranderen van gel naar vloeistof en terug. Als vloeistof kan het materiaal worden gemengd met medicijnen en MRI-contrastmiddelen. Dit is het eerste materiaal dat door een lange, dunne katheter kan worden geïnjecteerd en daarna kan fungeren als reservoir voor de afgifte van medicijnen. De ontwikkelde methode sluit goed aan bij de modernste technologie in de cardiologie en heeft een positief effect op het herstel na een hartinfarct. De werkzaamheid van de techniek is getest bij varkens en biedt perspectief voor toepassing in de kliniek. ir. Maartje Bastings Technische Universiteit Eindhoven – promovendus Biomedische Technologie T: 06 2692 78 38
[email protected]
| 77 |
40. De nieuwe behandeling van overgewicht: zorg voor uw darm! Geluid, er is meer dan je hoort, 14.45-15.00 uur Froukje Verdam | UM Optimaliseer uw darmflora, voorkom overgewicht! Het beïnvloeden van de darmflora zou een nieuwe doorbraak kunnen betekenen in de strijd tegen overgewicht. Mensen met overgewicht hebben een andere darmflora dan slanke mensen en ze hebben daardoor een grotere kans risico op een ontsteking in de darm. De samenstelling van de bacteriën in de darm wordt voor een deel bepaald door de Panethcellen in de darm. Deze cellen produceren eiwitten die bacteriën kunnen doden. De Panethcellen van mensen met ernstig overgewicht bevatten minder eiwitten dan Panethcellen van slanke mensen. We kunnen de productie van deze eiwitten (nog) niet stimuleren, wel heeft het verbeteren van de darmflora een positief effect op het gewicht en ontstekingen in muizen met overgewicht. Omdat meer dan de helft van de Nederlanders overgewicht heeft, is het van groot belang te onderzoeken of het verbeteren van de darmflora kan worden ingezet in de strijd tegen overgewicht. drs. Froukje Verdam Maastricht University Medical Centre – arts-onderzoeker op het gebied van obesitas algemene heelkunde T: 06 287 30 331
[email protected]
| 79 |
41. Slanke taks, dikke subsidie Geluid, er is meer dan je hoort, 15.15-15.30 uur Remco Havermans | UM Een hoge belasting op hoogcalorische producten vermindert de vraag naar deze dikmakers. Subsidie op slank-producten voedt daarentegen juist overconsumptie en heeft dus een averechts effect. Een vettaks of obesitaks op dikmakende voedingsmiddelen is geen gek idee, want ook Nederlanders worden dikker en daarmee ongezonder. In Hongarije, Denemarken en Frankrijk zijn al varianten van zo’n taks ingevoerd. Over het effect van zulke maatregelen is veel discussie, maar beter is het om het effect zelf te onderzoeken in experimenten. Dat hebben wij gedaan en daaruit blijkt dat een hoge taks de vraag naar dikmakers ondermijnt en dat een subsidie op groente en fruit juist aanspoort tot het kopen van meer calorieën. Het blijkt dat mensen het geld dat ze overhouden als gezonde producten goedkoper zijn, besteden aan extra voedsel. Dat geldt voor zowel impulsieve als minder impulsieve consumenten. dr. Remco Havermans Universiteit Maastricht – Universitair Docent Psychologie T: 043 388 40 53
[email protected]
| 81 |
42. De DNA-bibliotheek Satellieten (1ste etage), 11.15-11.30 uur Berry van der Hoorn | Naturalis Je kunt planten en dieren verzamelen in een hortus of dierentuin, maar ook in DNA-profielen. Naturalis doet dat laatste in een bibliotheek voor planten, dieren en schimmels. De DNA-bibliotheek dient als referentie voor onderzoek naar onder meer voedselveiligheid, luchtverkeersveiligheid, beschermde soorten, waterkwaliteit en biologische bestrijding. Een DNA-bibliotheek is nieuw voor Nederland. Zo’n bibliotheek helpt bij lastige vragen als: wat zijn die larven die de gewassen aanvreten? Welke vogel kwam in de straalmotor van het vliegtuig? In welke vennen komt die bedreigde kever voor? Planten en dieren zijn lang niet altijd aan hun uiterlijk te herkennen, vooral niet als het gaat om resten, eitjes of larven. DNA-bepaling kan daarbij helpen. Dan is een DNA-bibliotheek nodig als referentie: om te zien met welke soort dier, plant of schimmel het DNA overeen komt. Nederland beschikt, als een van de weinig landen ter wereld, over een uitgebreid netwerk van natuurkenners. Zij verzamelen soorten in het veld en geven ze de juiste naam. Naturalis bepaalt vervolgens het DNA profiel van iedere soort, slaat deze voor de eeuwigheid op in een bibliotheek en maakt die toegankelijk voor onder biologisch onderzoek, forensisch onderzoek, natuurbehoud en (biologische) bestrijding. drs. Berry van der Hoorn Naturalis – Programmaleider Moleculaire biologie T: 06 1995 31 25
[email protected] www.naturalis.nl
| 83 |
43. Op zoek naar afrodisiaca in West-Afrika en de Cariben Satellieten (1ste etage), 11.45-12.00 uur Tinde van Andel | Naturalis Flessen met in alcohol gedrenkte stukken bast, wortels en hout worden overal in Afrika en de Cariben verkocht als afrodisiaca. Wat zit er in deze ‘root tonics’ en werken ze eigenlijk wel? En waarom zijn ze zo populair bij mannen in de kracht van hun leven? Wij vergeleken flessen uit 16 Afrikaanse en Caribische landen. Er is maar weinig overlap tussen plantensoorten in de recepten. Afrikaanse slaven hebben in elk Caribisch land hun favoriete drankje opnieuw moeten uitvinden. Daarbij hebben ze veel geleerd van plaatselijke Indianen, maar ze hebben ook plantengeslachten en -families uitgekozen die hen bekend voorkwamen uit Afrika. Regelmatige inname van deze tonics zou het bloed zuiveren, ziektes voorkomen en de mannelijke potentie op peil houden. Sommige ingrediënten hebben een bewezen werking. Traditionele afrodisiaca bevatten planten uit de lokale flora. Nu veel Afrikanen en Afro-Caribische mensen naar Europa migreren, nemen ze daar recepten van elkaar over. De meest commerciële drankjes lijken allemaal op elkaar. De zoektocht naar het perfecte afrodisiacum is nog niet ten einde! dr. Tinde van Andel NCB Naturalis – Postdoc etnobotanie T: 06 2852 33 29
[email protected] http://osodresie.wikispaces.com
| 85 |
44. Kijken door het ondoorzichtige Satellieten (1ste etage), 12.45-13.00 uur Allard Mosk | UT Het is mogelijk met licht zeer scherpe afbeeldingen te vormen door ondoorzichtige materialen heen, zoals huid, verf en papier. Het zou medici een lief ding zijn als ze door ondoorzichtige weefsels en materialen zouden kunnen kijken. Zo kunnen onderhuidse afwijkingen eenvoudig worden opgespoord. Hoewel een dergelijk toepassing nog ver in de toekomst ligt, is het nu al wel mogelijk extreem scherpe afbeeldingen te maken door sterk verstrooiende laagjes. Deze toepassing van verstrooid licht voor het vormen van afbeeldingen heeft de opvattingen over wat ‘helder’ en ‘troebel’ is radicaal veranderd. prof. dr. Allard Mosk Universiteit Twente – Adjuncthoogleraar, Fysica, Optica T: 053 489 53 92
[email protected] www.wavefrontshaping.com
| 87 |
45. Melkweg blijkt een slangenkuil Satellieten (1ste etage), 13.15-13.30 uur Marijke Haverkorn | RU Radiotelescopen kunnen het enorme geweld waarmee sterren worden gevormd, waarnemen. Onze nieuwe methode meet de verandering van gepolariseerde radiostraling aan de hemel. Zo zien we voor het eerst verrassende chaotische streeppatronen die worden veroorzaakt door schokgolven in het gas waaruit sterren ontstaan. Als we ‘s nachts naar de hemel kijken, zien we een statisch zwart vlak met wat witte puntjes erin. Slechts weinig mensen realiseren zich dat zich tussen al die sterren een kolkend plasma bevindt waaruit die sterren ontstaan. Deze methode om het kolken zelf zichtbaar te maken, bewijst dat er veel meer aan de hemel gebeurt dan we kunnen zien. Het verrassende resultaat onthult een stukje van het mysterie hoe sterren uit dit ‘onzichtbare’ plasma ontstaan en uiteindelijk ook planeten en wijzelf. Dit onderzoek raakt ook aan de fundamentele vraag waar de mensheid zich al eeuwen mee bezig houdt: waar komen wij vandaan? dr. Marijke Haverkorn Institute for Mathematics, Astrophysics and Particle Physics (IMAPP), Radboud Universiteit Nijmegen – Universitair Docent Sterrenkunde T: 024 365 28 09
[email protected] http://www.astro.ru.nl/~haverkorn/
| 89 |
46. Pulsars: aanval van de kosmische gammaspinnen Satellieten (1ste etage), 13.45-14.00 uur Jason Hessels | ASTRON De NASA satelliet ‘Fermi’ maakt een kaart van de hemel zoals deze er in gammastraling uit ziet. Met behulp van de Green Bank radiotelescoop hebben wij vijf pulsars ontdekt op de kaart van Fermi. Deze pulsars zenden zowel radio als gammapulsen uit en zitten allemaal in bijzondere dubbelstersystemen. De nieuwe pulsars die wij hebben gevonden, zitten in zogenaamde “black-widow” (zwarte weduwe) dubbelstersystemen. De ster die de pulsar begeleidt, wordt langzaam vernietigd door de pulsar. Net als de zwarte weduwe spin die haar partner soms opeet na het paren. Tot nu toe waren er drie black-widow pulsars bekend in onze Melkweg. Onze vondst heeft de populatie meer dan verdubbeld. Ik zal uitleggen wat zulke systemen ons kunnen leren over de ultra-relativistische deeltjesversnelling en over de evolutie van deze pulsars, die het snelst draaien van alle in het heelal ontdekte sterren. dr. Jason Hessels ASTRON – Staff Astronomer Sterrenkunde T: +31 (0)610260062
[email protected] http://www.astron.nl/astronomy-group/people/jason-w-t-hessels/jason-w-t-hessels
| 91 |
47. Quarksoep in het lab Satellieten (1ste etage), 14.15-14.30 uur Andre Mischke | UU Quarksoep is een onvoorstelbaar heet en compact mengsel van elementaire deeltjes die ons informatie geeft over het allervroegste heelal. Na bijna twintig jaar voorbereiding heeft het ALICE-experiment bij de grote deeltjesversneller van CERN bij Genève de eerste resultaten opgeleverd van het op elkaar botsen van de kernen van loodatomen. Ze zijn een voorproefje van de hete, dichte materie die kan ontstaan bij botsingen met de hoogste energieën die ooit in het laboratorium zijn bereikt. De omstandigheden bij de botsing zijn vergelijkbaar met de gloeiend hete materie die het heelal vulde slechts enkele duizendste van een milliseconde na de oerknal. Met uitstekend film- en beeldmateriaal presenteer ik een overzicht van onze voornaamste resultaten. dr. Andre Mischke Universiteit Utrecht – UD, (Experimentele) Natuurkunde T: 06 481 58 552
[email protected] http://amischke.home.cern.ch
| 93 |
48. Nederland is een broedstoof voor resistente schimmels Satellieten (1ste etage), 14.45-15.00 uur Paul Verweij | UMC Radboud Aspergillus fumigatus is de belangrijkste verwekker van schimmelinfecties bij de mens. Steeds vaker blijkt de schimmel resistent tegen medicijnen doordat hij in Nederland wordt blootgesteld aan fungiciden die gebruikt worden in het milieu. Deze resistente schimmels verspreiden zich nu ook buiten Nederland. Resistente bacteriën zijn een bekend probleem, resistente schimmels waren grotendeels onbekend. Schimmels kunnen ernstige infecties veroorzaken en bij resistente exemplaren zullen 9 van de 10 patiënten overlijden. We hebben aanwijzingen dat deze resistentie ontstaat in het milieu door het gebruik gewasbeschermingsmiddelen die sterk lijken op gangbare geneesmiddelen. De resistentie lijkt in Nederland te ontstaan en zich vervolgens over andere Europese landen te verspreiden. Als er niets gebeurt, zullen er steeds nieuwe resistente schimmels ontstaan. Een rapportage van de nVWA aan de minister in 2010 heeft niet geleid tot de noodzakelijke acties. Binnen een jaar hebben we een tweede nieuwe resistente schimmel gevonden bij 14 patiënten in 6 Nederlandse ziekenhuizen, maar ze zijn ook gevonden in verschillende woningen in Nederland. Paul E. Verweij, MD Radboud University Nijmegen Medical Center – Professor of Medical Microbiology T: 024 361 43 56
[email protected]
| 95 |
49. Antibiotica gezocht! Satellieten (1ste etage), 15.15-15.30 uur Gilles van Wezel | UL Met het project Antibiotica gezocht! heeft een team van de Universiteit Leiden en Erasmus Medisch Centrum Rotterdam de Academische Jaarprijs 2011 gewonnen. Het project beoogt om het brede publiek te informeren over de problematiek van antibioticumresistentie en te laten zien waar antibiotica vandaan komen. De prijs wordt ingezet voor het maken van innovatief lesmateriaal voor het VWO. Microbiologie krijgt weinig aandacht op scholen en dat willen we graag veranderen. Daarnaast maken we een tentoonstelling in Museum Boerhaave over resistentieproblematiek (opening mei 2012) en een permanente opstelling in de microZOO van Artis (verwachte opening 2013). Teamcaptain Gilles van Wezel geeft een update. prof. dr. Gilles van Wezel Universiteit Leiden, Faculty of Science, Leiden Institute of Chemistry, Molecular Biotechnology T: 071 527 43 10
[email protected]
| 97 |
50. Winnaar Academische Jaarprijs 2011: Antibiotica gezocht! Vide (b.g.), 10.30-16.00 uur Gilles van Wezel | UL Team Antibiotica Gezocht! (winnaar Academische Jaarprijs 2011) laat zien hoe zij het publiek actief betrekken bij hun zoektocht naar nieuwe antibiotica. Bezoekers van de stand kunnen met microscopen fraaie schimmelachtige bacteriën in 3D bekijken en zelf zien hoe ze antibiotica produceren. Verder zal het team de voortgang van de exposities in Museum Boerhaave in Leiden (microsafari) en straks in de nieuwe microZOO in dierentuin Artis tonen. Ook studenten wetenschapscommunicatie van de Universiteit Leiden, Robin Kleian en Sylvie Hofman zullen aanwezig zijn. Zij hebben een dansvoorstelling opgezet die gebaseerd is op bacteriën en antibiotica. Tijdens de voorstelling wordt met hiphop o.a. antibioticaresistentie uitgelegd! prof. dr. Gilles van Wezel Universiteit Leiden, Faculty of Science, Leiden Institute of Chemistry, Molecular Biotechnology T: 071 527 43 10
[email protected]
| 99 |
51. Hoe?Zo!Radio op Bessensap Restaurant (b.g.), 14.00-17.30 uur Hoe?Zo!Radio doet dit jaar verslag van Bessensap. De winnaars van de masterclasses krijgen een interview en Hoe?Zo! spreekt met de winnaars van de NWO-Spinozapremie van dit jaar. Er loopt de hele dag een reporter rond om indrukken te verzamelen die in de uitzending te horen zullen zijn. Je kan zien hoe het maken van een radioprogramma in de praktijk werkt en contact maken met de redactie van Hoe?Zo!Radio en presentator Pieter van der Wielen. Hoe?Zo!Radio is het oudste populairwetenschappelijk programma van de Publieke Omroep en zendt iedere avond uit om 20.00 uur op Radio 5 of via de luister live knop op www.hoezoradio.nl. Alle uitzendingen zijn ook via podcast te beluisteren. Redactie Hoe?Zo!
[email protected]
| 101 |
Niet-geselecteerde voorstellen
Tradebots op financiële markten Albert Menkveld | VU Ik ga laten zien dat financiële markten nu voornamelijk elektronisch zijn en daardoor plaats hebben gemaakt voor tradebots Dat is interessant voor de pers omdat het de vraag is of dergelijke tradebots nu goed of slecht zijn voor de overige gebruikers van financiële markten; het lijkt erop eindgebruikers er netto beter van worden in normale marktomstandigheden maar wellicht niet in turbulente markten; onderzoek richt zich bijvoorbeeld op de Flash Crash van 2010: de S&P500 index viel met meer dan vijf procent in een paar minuten maar herstelde zich ook in een kwestie van minuten... dr. Albert Menkveld VU Amsterdam – UHD financiering T: 020 598 61 30
[email protected] www.albertjmenkveld.org
| II – Niet-geselecteerde voorstellen |
Het verleden vergeten om de toekomst te voorspellen Lucia Talamini | UvA Ons geheugen is allesbehalve betrouwbaar. Volgens recente bevindingen komt dit door kennisopbouw: overlap tussen geheugensporen wordt gerecodeerd naar nieuwe, verstevigde neurale codes, die lang bewaard blijven. Door dit proces worden oorspronkelijke herinneringen onherroepelijk vervormd. Zo heeft de evolutie een stukje betrouwbaar verleden ingeleverd, ten gunste van een voorspelbare toekomst. Onze bevindingen tonen dus aan dat het langetermijngeheugen vooral gericht is op de opbouw van kennis over de regelmatigheden in onze omgeving. Deze kennis maakt onze omgeving voorspelbaar en stuurt ons gedrag. Detailinformatie over specifieke gebeurtenissen is op de langere termijn veel minder belangrijk en vervalt relatief snel. Dit alles is uiterst gunstig voor ons overleven op deze aardkloot, maar werpt een flinke schaduw op onze opvatting dat wij, bijvoorbeeld in rechtszaken, precieze informatie over het verleden zouden kunnen ophalen. Onze bevindingen over kennis vorming zijn bovendien direct inzetbaar om allerlei leerprocessen effectiever te maken, en dus van belang voor eenieder die met kennisoverdracht te maken heeft, bijvoorbeeld in het kader van opleiding, trainingen, ‘people management’ en reclame. Wetenschappelijk gezien zijn onze recente bevindingen van groot belang daar zij definitieve evidentie bieden voor de opbouw van context-vrije kennis uit episodisch geheugen (oftewel gebeurtenisgeheugen) en inzicht bieden in de neurale processen die hieraan ten grondslag liggen.Twee publicaties zijn momenteel ‘under submission’. Lucia Talamini, PhD Universiteit van Amsterdam – Principal investigator Cognitive Neurowetenschappen T: 020 525 67 42
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – III |
Op internet is multiculturalisme springlevend Koen Leurs | UU Mijn proefschrift, getiteld “Digital Passages. Moroccan-Dutch youths performing diaspora, gender and youth cultural identities across digital space” toont aan dat het voorbarig is te stellen dat de multiculturele samenleving mislukt is. Online jeugdcultuur vormt een belangrijke ontmoetingsplaats waar jongeren met verschillende achtergronden samenkomen. Digitaal multiculturalisme houdt in dat jongeren een veelheid aan verbindingen met elkaar maken. Gedeelde, etniciteit overstijgende voorkeuren voor artiesten, sterren, voedsel, muziek maar ook politiek engagement onthullen dat diversiteit een geaccepteerd, alledaags verschijnsel is. De studie is gebaseerd op analyses van 1400+ vragenlijsten ingevuld door jongeren tussen 12 en 18 jaar van zeven middelbare scholen in Nederland, diepte-interviews met 43 Marokkaans-Nederlandse tieners uit vier steden en het volgen van gebruikers op internet forums zoals Marokko.nl, chatprogramma’s als MSN Messenger, sociale netwerk sites zoals Facebook en Hyves maar ook YouTube. De geïnterviewden bleken de mogelijkheden en beperkingen van deze digitale mediaruimtes te onderzoeken, door te schipperen tussen conflicterende culturele beweegredenen: generatie- en leeftijdsgebonden drijfveren, maar ook motivaties op het gebied van familie, gender, etniciteit, religie en jeugdidentiteit. Daarmee stellen ze de parameters van hun sociale en fysieke werelden ter discussie. Een bespreking van dergelijke identificatieprocessen is maatschappelijk relevant omdat dit inzicht in het alledaagse leven een welkome aanvulling biedt op eerdere resultaten van onderzoek naar Marokkaans-Nederlandse jongeren, dat zich voornamelijk richtte op criminaliteit en overlast, psychische gezondheidsproblematieken, radicaliteit en Islam en scholingsachterstanden en werkeloosheid. Ook verschaf ik een nuancerend en empirisch gegrond inzicht in nieuwe vormen van diversiteit. Voormalig Minister Donner schreef “De multiculturele samenleving is failliet” in de zomer van 2011, in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij zijn hervormingsplannen voor het integratiebeleid uiteen zette. Los van heftige
| IV – Niet-geselecteerde voorstellen |
politieke discussies en beleidsvoering van bovenaf, laten online uitingen van jeugdcultuur echter zien dat verscheidene culturele invloeden het alledaagse leven van jongeren in de steden van Nederland reeds vormgeven. Dit wordt door hen als niet meer dan normaal ervaren. K.H.A. (Koen) Leurs Universiteit Utrecht – Post-doctoraal onderzoeker Gender Studies, Departement Media en Cultuurwetenschappen
[email protected] www.koenleurs.net
| Niet-geselecteerde voorstellen – V |
Balkenendenorm: het is tenslotte wel ons belastinggeld Teun Dekker | MU Hoewel politici en hoge ambtenaren van gemeenschapsgeld betaald worden, is dat eigenlijk, als je er goed over nadenkt, helemaal geen reden om ze minder te betalen dan ze elders zouden kunnen verdienen. Dit in tegenstelling tot wat er vaak geroepen wordt. Dat is interessant voor de pers omdat het een van de taken van de pers is om wat er in de politiek gezegd wordt kritisch te evalueren en op waarde te taxeren, en het niet alleen maar te rapporteren. Mijn onderzoek probeert een methode te vinden om politiek discours te vertalen naar filosofische argumenten die systematisch beoordeeld kunnen worden, om zo de kwaliteit van het publieke debat te verbeteren en daarmee meer vertrouwen in de politiek te creëren. Daarom kan deze methode de pers helpen om een van haar taken op een betere manier uit te voeren. Om te beginnen met het debat over topinkomens in de publieke sector. dr. Teun Dekker Maastricht University – Assistant Professor of Political Philosophy T: 06 2433 52 41
[email protected]
| VI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Topsportprestaties leiden niet tot verhoging nationale trots Agnes Elling | Mulier Instituut Ons longitudinale onderzoek naar topsport en nationale trots van 2008-2010 toont aan dat internationaal aansprekende topsportprestaties (Olympische medailles, voetbalkampioenschappen) wel samenhangen met het tentoonspreiden van nationale identificatie, maar niet leiden tot verhoging van algemene gevoelens van nationale trots onder de bevolking. Het succesvolle WK mannenvoetbal in 2010 droeg wel bij tot tijdelijk verhoogde sportieve nationale trots en welbevinden, maar alleen onder (autochtone) mannen. Deze uitkomsten zijn interessant omdat het wel algemeen wordt aangenomen dat topsportprestaties bijdragen tot welbevinden, sociale verbondenheid en nationale trots. Vooral rondom grote sportevenementen zoals het EK of WK mannenvoetbal, worden dergelijke statements ook volop verkondigd in de media. De resultaten verschijnen in artikelvorm in de voorjaarsuitgave van Mens & Maatschappij 2012. Agnes Elling Mulier Instituut – Senior onderzoeker sportsociologie T: 030 721 02 22
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – VII |
Europese samenwerking ≠ Europese Unie Johan Schot | TU/E De Eurocrisis zal niet het einde van de Europese samenwerking inluiden, ook niet als een aantal landen de Eurozone verlaat. De Europese samenwerking is gebouwd op een stevig en gevarieerd materieel, economisch en cultureel fundament en zal blijven bloeien, onafhankelijk van wat er met de Europese Unie gebeurd. De toekomst van Europa staat momenteel hoog op de maatschappelijke agenda. Ik wil aantonen dat de geschiedenis van de Europese samenwerking veel verder terug gaat dan de geschiedenis van de Europese Unie en diep geworteld is in alle lagen van onze samenleving. Zo bouwen ingenieurs, bedrijven en burgers al vanaf het midden van de negentiende eeuw, lang voordat de Europese Unie op het toneel verscheen, aan een verenigd Europa door het uitwisselen van kennis en de aanleg van grensoverschrijdende wegen, spoorlijnen en communicatieverbindingen. Verbindingen waar we allemaal gebruik van maken. Het historisch gegroeide verenigde Europa is een gelaagd, gefragmenteerd en bovenal actief netwerk waarmee veel mensen en organisaties zich verbonden voelen en waarvan ze afhankelijk zijn. Ik wil de media kennis laten maken met dat vitale Europa. Dat zou wel eens tot onverwachte inzichten kunnen leiden: misschien is Polen vanuit dit perspectief gezien wel meer Europees dan bijvoorbeeld Nederland. prof. dr. Johan Schot Technische Universiteit Eindhoven – Hoogleraar Techniekgeschiedenis T: 040 247 20 43
[email protected] www.histech.nl
| VIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Depressie-epidemie: modeverschijnsel of teken des tijds? Bert van den Bergh | HHS, EUR Mijn onderzoeksthema is actueel: Achter de zogenoemde ‘depressie-epidemie’ gaat een veel fundamenteler probleem schuil. De opwinding over Trudy Dehues gelijknamige boek is na vier jaar al vrijwel volledig vervlogen. Niet omdat Dehue ongelijk had, maar omdat we de mede door haar uitgezette sporen liever laten voor wat ze zijn. Onze wereld zou anders wel eens kunnen instorten… Mijn onderzoeksproject is van belang: Het maakt duidelijk dat Dehues boek slechts één steen is in een bouwwerk dat diverse wetenschappers en filosofen recentelijk hebben opgericht om dat fundamentele probleem aan de oppervlakte te krijgen. Wat voor probleem? Een probleem met onze laatmoderne cultuur. Kredietcrisis en eurocrisis, seks- en omkopingsschandalen, depressie-epidemie en ADHD-hausse, obesitas- en anorexia-problematiek, het zijn allemaal grote problemen op zich, maar ook symptomen van een veel verder reikende ‘stoornis’. Onze samenleving wil meer dan ze kan. En de burgers van die samenleving vermoeden iets van een groot bedrog, maar weten niet goed waar het zit. En dus maken zij soms rare sprongen. Waar politici dan weer haastig of gretig op reageren. Zo wordt er in cirkels bewogen, zonder dat kan blijken wat nu het echte ‘bedrog’ is. Dat bevindt zich in het hart van de cultuur en heeft een lange geschiedenis. Die geschiedenis begint zich te wreken… ––
Bergh, B. van den (2012) ‘Depression: resisting ultra-liberalism?’ in The Social Pathologies of Contemporary Civlization. Farnham: Ashgate (accepted)
––
Bergh, B. van den (2012) ‘Self-fulfilment or Self-erosion? Depression as Key Pathology of Late Modernity’ in Madness in Cultural Context. Oxford: Fisher Imprints (accepted)
––
Bergh, B. van den (2012) ‘De malaise van de laat-moderniteit. Naar een fenomenologie van de “depressie-epidemie”’ in De Uil van Minerva (accepted)
drs. Bert van den Bergh Haagse Hogeschool / Erasmus Universiteit Rotterdam – Hogeschooldocent Wijsbegeerte T: 06 155 09 066
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – IX |
Geloof niet zomaar wat er staat Jan Krans | VU Ik ga laten zien dat de tekst van het Nieuwe Testament niet vaststaat. Menselijke inventiviteit is nodig bij allerlei problemen. Heeft Johannes de Doper nu “sprinkhanen” op zijn menu, of “stroopwafels”, “twijgjes”, “wilde peren”, of “garnalen”? Kan Jezus, hoog aan het kruis, op een struikje als “hyssop” iets te drinken aangereikt krijgen? Dat is interessant voor de pers omdat allerlei vergeten vondsten en verbetervoorstellen een verrassend licht werpen op de moeilijkheden van de nieuwtestamentische teksten, en ook – van de weeromstuit – op de uitleggers en vertalers die aan het speculeren en verbeteren sloegen, de eeuwen door. Het onderzoek bevindt zich op het snijvlak van een aantal disciplines, zoals religiewetenschap (omgang met heilige teksten),filologie en geschiedwetenschap eneditietechniek. Valorisatie: een subset van de uitkomsten van het onderzoek zal in 2012 worden opgenomen in de digitale versie van de belangrijkste editie van het Griekse Nieuwe Testament. dr. Jan Krans Vrije Universiteit – Post-doc onderzoeker Bijbelwetenschappen T: 020 598 66 21
[email protected] http://vuntblog.blogspot.com/
| X – Niet-geselecteerde voorstellen |
Ondernemerschap 2.0: Nederlandse onlinetaartenbakkers Christine Moser | VU Uit mijn onderzoek naar taartenbakkers blijkt dat deelname aan een online community verschillende processen van ondernemerschap ondersteunt. Sociale inbedding in de community zorgt ervoor dat het herkennen van kansen, het opdoen en verkrijgen van hulpmiddelenen het organiseren, legitimeren en exploiteren van een onderneming op een andere manier wordt benaderd. Vanuit dit perspectief verandert het beeld dat we van ondernemers hebben. Het onderzoek laat zien dat ondernemers niet per definitie avant garde, hip en extreem assertief zijn. In dit onderzoek spelen ‘gewone’ Nederlandse vrouwen de hoofdrol, die vanuit hun passie en inbedding in de community eerste stappen zetten naar een onderneming. Zij grijpen de kans om bij een groep aan te sluiten die dezelfde interesses heeft, met de motivatie om van collega’s te willen leren. In de community profiteren zij van de reeds verzamelde kennis en onderlinge steun van collega taartenbakkers. Het onderzoek laat zien dat deze kennis en steun hen in staat stelt om in korte tijd een netwerk op te bouwen. Tegelijkertijd kunnen zij iets terug doen door bij te dragen aan het vergroten van de gemeenschappelijke kennis in hun vakgebied, en zo via de community andere (nieuwe) ondernemers helpen innoveren. De online community speelt een hoofdrol: deelnemers zijn verspreid over het hele land, maar slagen er toch in om ondanks weinig face-to-face contact hechte en betekenisvolle relaties met elkaar aan te gaan. Uiteindelijk leidt de deelname aan zo’n online community in veel gevallen tot ingrijpende veranderingen in het ‘echte’ leven. Leuk om te weten: inmiddels zijn de taarten en cupcakes een echte hype geworden. Recent hebben onder andere Albert Heijn, Ikea en Jamin taartgerelateerde producten in het assortiment opgenomen. Dit interdisciplinaire onderzoek heeft al tot meerdere publicaties geleid. Reeds gepubliceerd zijn artikelen in WebSci11 en HICSS 2012, verwacht wordt een bijdrage in een boek van Springer uitgevers. Bovendien is een ander artikel in het revisieproces bij het tijdschrift Information Systems Journal. drs. Christine Moser Vrije Universiteit Amsterdam – Promovenda Organisatiewetenschappen T: 020 598 25 23
[email protected] http://nl.linkedin.com/in/christinemoser
| Niet-geselecteerde voorstellen – XI |
Opgelet! Vera Munde | RUG …ook mensen met zeer ernstige beperkingen alert kunnen zijn. Op grond van de complexiteit van hun beperking, lijkt de alertheid en dus het contact met de omgeving van deze mensen minimaal. Maar wij hebben kunnen aantonen dat actieve inzet van begeleiders duidelijk samengaat met een langere tijd van alertheid. Terwijl alle mensen recht hebben op een optimale ontwikkeling, is dit niet voor iedereen even gemakkelijk te realiseren. Dit geldt vooral voor de groep mensen met de meest ernstige beperkingen. Op grond van de complexiteit van hun beperkingen, is het niet altijd duidelijk wanneer deze mensen open staan voor ontwikkelingsstimulerende activiteiten, oftewel: wanneer zij alert zijn. Dit leidt tot veel onzekerheden bij de begeleiders. Ons onderzoek heeft laten zien dat het vooral van belang is mensen met zeer ernstige beperkingen te blijven stimuleren om ze alert te maken en te houden. Daarbij is de inzet van de begeleiders extra belangrijk! Wanneer zij alert blijven, kunnen ook mensen met zeer ernstige beperkingen alert blijven. Deze uitkomst is bijzonder waardevol in verband met het stijgend aantal mensen met ernstige meervoudige beperkingen op grond van de nieuwe ontwikkelingen in de medische wereld en steeds terugkerende discussies rondom bezuinigingen in de zorg. Over dit onderzoek verschijnen binnenkort twee artikelen in internationale peer-reviewed tijdschriften. Deze artikelen maken naast anderen deel uit van mijn proefschrift dat afgelopen najaar is uitgegeven. Bij dit proefschrift is tevens een brochure voor de praktijk verschenen. dr. Vera Munde Rijksuniversiteit Groningen – Postdoc Orthopedagogiek T: 050 363 65 94
[email protected]
| XII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Mindfulness kan persoonlijkheid veranderen Ivan Nyklicek | UT Mindfulness training, waarbij onbevangen aandacht voor het nu wordt bevorderd door meditatie, lijkt persoonlijkheid te kunnen veranderen. Vergeleken met de controlegroep resulteerde de training in verlaagde scores op de persoonlijkheidsdimensies neuroticisme en sociale geremdheid, zelfs als gecorrigeerd werd voor momentane stemming. Een jaar later waren de scores nog steeds verlaagd. Dit is het eerste onderzoek dat suggereert dat oefening in mindfulness persoonlijkheid kan veranderen. Persoonlijkheid wordt geacht relatief stabiel en moeilijk te veranderen te zijn. Het onderzoek was een gedegen gerandomiseerd onderzoek met meer dan 140 deelnemers. Een gereviseerde versie van het manuscript met de bevindingen is in behandeling bij het tijdschrift Journal of Behavioral Medicine. Het tijdschrift heeft interesse getoond in publicatie van het manuscript. dr. Ivan Nyklicek Universiteit van Tilburg – Universitair Hoofddocent Psychologie T: 013 466 23 91
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XIII |
Blues clues: sociaal ben je niet alleen Marije aan het Rot | RUG Ik ga laten zien dat: onderzoek naar hoe mensen sociaal functioneren beter in hun dagelijks leven gemeten kan worden dan in het lab. Somberheid kan leiden tot eenzaamheid en andersom. Om kennis over het sociaal functioneren van depressieve mensen te vergroten moeten hun dagelijkse sociale interacties onder de loep. Geen vragenlijsten en computertaken meer! Dat is interessant voor de pers omdat : het trekken van conclusies over het sociaal functioneren van depressieve mensen gemakkelijker is als deze met betere methoden gemeten is. Waarom vragen we mensen niet om telkens als ze met iemand anders gepraat hebben hun gedragingen en gevoelens tijdens dat gesprek te rapporteren? Door herhaaldelijk over gesprekken met verschillende personen (familieleden, vrienden, collega’s, en vreemden) te rapporteren wordt een helder beeld geschetst van hoe mensen gemiddeld genomen zijn, maar ook hoe ze van gesprek tot gesprek kunnen variëren. Somberheid wordt waarschijnlijk gekenmerkt door minder frequente interacties, meer negatieve interacties (denk hierbij aan sarcasme en korte lontjes) met weinig variatie tussen interacties. Het is vooral interessant om mijn methode in de toekomst toe te passen bij behandeling, omdat hiermee inzicht verkregen kan worden in hoe therapieën en medicijnen in de loop van de tijd, door verbeteringen in het sociaal functioneren, kunnen bijdragen aan een betere stemming. Minder eenzaam = minder somber. dr. Marije aan het Rot Rijksuniversiteit Groningen – Universitair docent Psychologie T: 050 363 66 30
[email protected] www.rug.nl/staff/m.aan.het.rot/
| XIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Een échte datum voor Jane Austens roman The Watsons Ingrid Tieken-Boon van Ostade | UL Jane Austens onvoltooide roman The Watsons dateert niet van 1804 , zoals de traditie wil, maar van na augustus 1805, en misschien nog wel een paar jaar later. Dat heb ik ontdekt door naar haar spelling te kijken, een onderwerp waar Jane Austenkenners nog nooit in geïnteresseerd zijn geweest. En dat blijkt dus niet terecht. Het manuscript van The Watsons is vorig jaar door Sotheby’s voor bijna een miljoen pond verkocht. De huidige datum voor deze roman is gebaseerd op overlevering binnen de familie Austen, van meer dan vijftig jaar na haar overlijden. Bijna alles aan Jane Austen en haar romans is wel eens door wetenschappers onderzocht, maar de taal van haar brieven nog niet. Door mijn onderzoek naar haar taalgebruik kan ik laten zien hoe belangrijk het is om ook naar iets (schijnbaar) onbelangrijks als spelling te kijken. Mijn studie laat zien dat er nog heel wat nieuws te ontdekken valt als je de moeite neemt haar brieven systematisch te bestuderen. Jane Austens brieven lezen als telefoongesprekken: dichter kunnen we niet bij de spreektaal komen, in een tijd ver voor de uitvinding van elektronische opnameapparatuur. Van mijn ontdekking heb ik voor het eerst verslag gedaan tijdens een congres in februari in Chawton, een soort bedevaartsoord voor Jane Austenkenners in het zuiden van Engeland. Mijn boek over de taal van haar brieven wordt door Oxford University Press (USA) gepubliceerd, en zal waarschijnlijk volgend jaar verschijnen. prof. dr. Ingrid Tieken-Boon van Ostade Leiden University Centre for Linguistics – hoogleraar Sociohistorische taalkunde van het Engels T: 071 527 21 63
[email protected] http://www.hum.leiden.edu/lucl/organisation/members/tiekenim.html
| Niet-geselecteerde voorstellen – XV |
Sustainability in combining career and care Claartje Vinkenburg | VU Het duurzaam combineren van werk en zorg, een noodzaak gezien demografische ontwikkelingen, is alleen mogelijk als onze normatieve opvattingen over ouderschap (v/m) en carrière meeveranderen. Onderzoek toont aan dat de media een belangrijke factor is in het reproduceren van normatieve opvattingen over ouderschap en carrière en een voorbeeldfunctie kan vervullen bij het aan de kaak stellen van de invloed van dit soort opvattingen. Een topman of politicus die ook zorgt is weliswaar nog een uitzondering – maar zijn zorgtaken als iets vanzelfsprekends benoemen in een interview of profielschets biedt perspectief voor verandering. Omgekeerd – een topvrouw of politica die een organisatie verlaat doet dat meestal niet omdat ze haar zorgtaken belangrijker vindt, ze «haakt niet af» want gaat elders vaak net zo hard weer verder en de «mannencultuur» is ook niet altijd de boosdoener. Kortom – aandacht voor “trailblazers” is nodig evenals bewustzijn van hoe onze eigen opvattingen onze woordkeus en weergave van de werkelijkheid beïnvloeden. In december 2012 verschijnt een special issue van het Journal of Social Issues waar ik co-editor van ben, waarin dit onderwerp centraal staat. Hierin wordt een experimentele studie gepresenteerd naar de effecten van taakverdeling («zij werkt vijf dagen, hij drie dagen» en andersom, versus «zij werken beide vier dagen») zoals af te leiden uit een cv op selectie- en promotiebeslissingen van hooggekwalificeerde kandidaten in Nederlandse organisaties. Is de “papadag” een recept voor carrièresucces? Of liggen onze normatieve opvattingen ten grondslag aan het in stand houden van het dominante 1,5 verdienersmodel? In een economische situatie waarin alle hens aan dek moeten, zouden media en wetenschap er goed aan doen hun krachten te bundelen om een maatschappelijke verandering te ondersteunen. dr. Claartje Vinkenburg VU Amsterdam, Amsterdam Center for Career Research – Universitair Hoofddocent Bedrijfskunde T: 020 598 60 74
[email protected] | XVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Hervormingen in de sociale zekerheid: voor wie een zegen en voor wie een vloek? Irma Mooi-Reci | VU De verscherpingen in de sociale zekerheid raken mannen en vrouwen net zo hard in hun arbeidsuitkomsten en lonen na de werkloosheid. Binnen de groep die door de hervormingen wordt getroffen, zijn vooral oudere werknemers en vrouwen met een kort arbeidsmarktverleden de grootste verliezers. Belonen en niet bestraffen hebben de meest langdurige positieve effecten op de arbeidsmarkt bereikt. De huidige kredietcrisis heeft verscherpingen in het sociale zekerheidstelsel weer aangewakkerd. Maar wat weten we over de effectiviteit van deze maatregelen? Voor wie werken ze wel en voor wie niet? En hoe zien de arbeidsmarktperspectieven uit voor diegenen die door deze maatregelen zijn getroffen? In mijn studies onderzoek ik het effect van de hervormingen die in de vorige economische crisis van de jaren 80 en 90 in Nederland zijn doorgevoerd. De studies zijn interessant voor de pers omdat: – Ze als een van de weinige studies concreet aangeven wat de korte- en langetermijneffecten van hervormingen zijn voor de individuele werknemer (man/vrouw/jong/oud). – Ze aangeven (1) welke sociale groepen (2) onder welke omstandigheden en (3) voor welke hoeveelheid geld achteruitgaan in hun lonen.– Ze relevant zijn voor zowel de gewone Nederlandse man als voor de politieke besluitvorming. Beide studies die gepresenteerd worden, zijn geaccepteerd voor publicatie in wetenschappelijk gerenommeerde tijdschriften. dr. Irma Mooi-Reci VU University Amsterdam – Universitair Docent Sociologie T: 020 598 67 80
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XVII |
Filosofie voor innovatie Erik Rietveld | UvA De Nederlandse overheid wil in 2020 bij de top-5 van kenniseconomieën in de wereld behoren. De transitie naar zo’n creatieve kenniseconomie vereist niet alleen excellent onderzoek, maar ook uitmuntende ruimtelijke condities. Op basis van de nieuwste filosofische inzichten wordt de potentiele bijdrage van duizenden leegstaande overheidsgebouwen in kaart gebracht. Leegstand wordt normaal gesproken als een groot probleem gezien. Door gebruik te maken van de nieuwste filosofische inzichten verschuift de aandacht juist naar het enorme potentieel van de vele inspirerende, leegstaande gebouwen uit de 17e, 18e, 19e, 20e en 21e eeuw. Deze presentatie maakt concreet hoe samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderzoekers uit de Geesteswetenschappen kan bijdragen aan het oplossen van complexe maatschappelijke opgaven. Het gepresenteerde werk was te zien op belangrijke podia, zoals de Architectuurbiënnale van Venetië en Museum Boijmans van Beuningen en is bovendien onlangs bekroond met twee prestigieuze prijzen: een Dutch Design Award en de Rotterdam Designprijs. dr. Erik Rietveld Universiteit van Amsterdam – Senioronderzoeker Filosofie T: 06 525 44 642
[email protected]
| XVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Wie is de na-aper? Sociaal eetgedrag van kinderen Kris Bevelander | RU Kinderen beïnvloeden de voedselinname -bijvoorbeeld hoeveelheid, tempo of soort product- van leeftijdgenoten op de korte én de lange termijn. Opvallend zijn bijvoorbeeld de verschillen in gewichtsklasse; overgewicht kinderen lijken te (over) eten wanneer een leeftijdgenoot veel eet, terwijl voedselinname bij normaal-gewicht kinderen afhangt van óf iemand eet, ongeacht de hoeveelheid. De mens imiteert van oudsher gedrag en sociale normen van zijn omgeving om te overleven en zich te ontwikkelen. Anno nu zijn wij minder direct overgeleverd aan de grillen van de natuur, maar zijn wij overgeleverd aan de (di)eet-gril van onze sociale omgeving. De rol van ouders op het dieet thuis krijgt reeds aandacht, maar kinderen brengen veel tijd door met andere kinderen op school en daarbuiten. ‘Zien eten, doet eten’, maar niet altijd. Dit hangt af van met wie, wat en in welke context kinderen eten, hoe anderen eruit zien en zich gedragen. De aanbevelingen uit dit experimenteel onderzoek naar het ‘imitatie-mechanisme’ op macro (inname hoeveelheid of soort product) en microniveau (reactietijd op elkaars inname) zijn relevant voor bijvoorbeeld gezondheidprogramma’s. Gezond gedrag bij kinderen kan gestimuleerd worden door ze actief bewuster te maken van sociale invloeden of door kinderen het goede voorbeeld te laten geven in eetsituaties. Publicaties: ––
Bevelander, K.E., Anschütz, D.J. & Engels, R.C.M.E. (2011). Social modeling effects in teenage girls in supermarkets. Appetite 57 (1), 99-104.;
––
Bevelander, K.E., Anschütz, D.J. & Engels, R.C.M.E. (2012). The effect of a fictitious peer on young children’s choice of familiar versus unfamiliar low and high energy-dense foods. British Journal of Nutrition 1 (1), 1-8.;
––
Bevelander, K.E., Anschütz, D.J. & Engels, R.C.M.E. (2012) Social norms in food intake among normal weight and overweight children. Appetite 58 (3), 864-872;
––
Bevelander, K.E., Lichtwarck-Aschoff, A., Anschütz, D.J., Hermans, R.C.J. & Engels, R.C.M.E. Imitation in food intake among normal-weight and overweight children. Under review (zie voor gerelateerd artikel bij volwassen vrouwen: Hermans, R.C.J., Lichtwarck-Aschoff, A., Bevelander, K.E.,
| Niet-geselecteerde voorstellen – XIX |
Herman, P.C., Larsen, J.K. & Engels, R.C.M.E. (2012) Mimicry of food intake: the dynamic interplay between two eating companions. PlosONE 7 (2) 1-6)).
Kris Bevelander Radboud Universiteit Nijmegen – Promovenda Behavioural Science Institute
[email protected]
| XX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Gierende hormonen, gierende zenuwen Esther van den Bos | UL Adolescenten worden gevoeliger voor sociale beoordeling door leeftijdsgenoten naarmate ze verder in de puberteit komen. Jongeren van 9 tot 17 jaar moesten twee spreekbeurten houden met een tussentijd van twee jaar. De hoeveelheid van het stresshormoon cortisol die ze daarbij produceerden, nam toe en was afhankelijk van hun lichamelijke ontwikkeling. De resultaten van dit onderzoek geven aan dat een zekere toename van de gevoeligheid voor stress in de adolescentie – als gevolg van de puberteit- onvermijdelijk is. Een grotere stressgevoeligheid kan mensen echter kwetsbaar maken voor het ontstaan van psychische stoornissen. Dit onderzoek geeft dus een aanwijzing waarom de wortels van psychische aandoeningen als depressie en (sociale) angst vaak in de adolescentie liggen. Bovendien is kennis van de normale ontwikkeling van stressgevoeligheid nodig om jongeren te identificeren die van het normale patroon afwijken en het risico lopen van het ontstaan van een stoornis. Dit is de eerste studie over dit onderwerp die een groep kinderen en adolescenten over langere tijd gevolgd heeft. Daardoor is het mogelijk om de invloed van de puberteit te onderscheiden van andere ontwikkelingen die met de leeftijd samenhangen. dr. Esther van den Bos Universiteit Leiden – Post-doc Ontwikkelingspsychologie T: 071 527 68 68
[email protected] http://www.adolescentdevelopment-leidenuniversity.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXI |
Spel over vertrouwen Marjoleine Georgette van der Meij | VU Het Spel over Vertrouwen is een spel ontwikkeld voor- en met hulp van onderzoekers en organisatiestrategen, om spelenderwijs organisaties door te lichten op de factor Vertrouwen. Wetenschappelijke theorieën en inzichten van ervaringsdeskundigen zijn vertaald naar een 3D-ontwerp, waarmee je direct strategieën kunt ontwikkelen om vertrouwen tussen management en stakeholders te bouwen, herstellen, of versterken. Ten tijde van Bessensap (juni 2012) is het ontwerp geoptimaliseerd naar aanleiding van kwalitatief wetenschappelijk opgezette testcases, bij diverse grote organisaties. De zoektocht naar organisaties die in een laatste optimalisatie willen co-creëren is gestart. De weg naar een samenleving op basis van vertrouwen is gelegd.... Enkele populaire en wetenschappelijke publicaties zijn ingediend/gepubliceerd. drs. ir. Marjoleine Georgette van der Meij Vrije Universiteit – Docent-onderzoeker Athena Instituut Aard- en Levenswetenschappen T: 06 489 57 656
[email protected] www.mgvandermeij.nl
| XXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Betekenisvolle communicatie en gelimiteerde rationaliteit Robert van Rooij | UvA, ILLC Ik ga laten zien dat het grootste gedeelte van betekenisvolle communicatie slechts mogelijk is door, in plaats van ondanks, onze gelimiteerde rationaliteit. Onze taal is vaag, en we proberen met behulp van taal anderen te overtuigen dingen te doen die wij willen. Dit zou vrijwel onmogelijk zijn als we allemaal rationeel zouden zijn. Dat is interessant voor de pers omdat veelal wordt verondersteld dat de mens boven andere dieren is uitgestegen door zijn vermogen tot communicatie. Het kan niet anders of dit heeft te maken met onze grotere rationaliteit. Maar paradoxaal genoeg voorspelt perfecte rationaliteit (zoals ontwikkeld in logica en speltheorie) juist dat veel van onze communicatieve bezigheden onmogelijk zou zijn. De enige juiste conclusie die we hier uit zouden mogen trekken is dat we gelukkig juist niet zo rationeel zijn als we ons graag inbeelden: het zou anders bijna doodstil worden om ons heen. De voordracht is gebaseerd op enkele nieuwe papers van mij die ofwel net zijn uitgekomen als tijdschriftartikelen, of accepted zijn (zoals bijvoorbeeld een artikel in ‘Mind’, een van de oudste en hoogst aangeslagen filosofische tijdschriften.) dr. ing. Robert van Rooij ILLC (Institute for Logic, Language and Computation) – Universitair docent taalkunde, filosofie, logica T: 020 525 45 41
[email protected] http://home.medewerker.uva.nl/r.a.m.vanrooij/
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXIII |
Superman? Paulus vs. het antieke mannenbeeld Peter-Ben Smit | VU Is de vrouwenhater Paulus tegelijkertijd een mislukte man? De vroegchristelijke missionaris Paulus wordt vaak voorgehouden uiterst patriarchaal te zijn. Tegelijkertijd staat hij echter zelf op gespannen voet staat met mannelijkheidsidealen uit zijn tijd. Deze presentatie laat zien waarom dit is, en verbindt dit met de actuele receptie van Paulus’ gedachtengoed. Dit is relevant voor de pers omdat:- Het actuele discussies over gender, geslacht, en sexualiteit aanspreekt.;– Laat zien dat “bijbelse” of “christelijke” normen in dit debat gecompliceerder zijn dan ze lijken.;– Laat zien hoe oude teksten, opnieuw overdacht, tot een huidig maatschappelijk debat spreken.;– Toegang geeft tot cutting edge onderzoek over het vroege christendom. prof. dr. Peter-Ben Smit Vrije Universiteit Amsterdam / Universiteit Utrecht – UD/Bijz. Hoogleraar Nieuwe Testament / Oudkatholicisme T: 06 117 57 851
[email protected]
| XXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Alles Kidzzz! Een effectieve training voor kinderen met agressief gedrag Sabine Stoltz | UU In 2005 bleek dat er in de Nederlandse schoolcontext geen effectieve interventie bestond voor kinderen met externaliserend gedrag. Tegelijkertijd ervaren leerkrachten een toename van agressief gedrag. Alles Kidzzz is onderzocht in de Nederlandse schoolcontext en effectief bevonden. Getoond wordt wat werkt voor wie en waarom. Dat is interessant voor de pers omdat er tot op heden geen effectieve interventie is voor kinderen met verhoogd externaliserend gedrag op Nederlandse basisscholen, terwijl de behoefte hieraan groot is. Publicaties zijn submitted. Op 21 mei zal ik promoveren op dit onderwerp en zal er ook een persbericht uit gaan. Bessensap zou dan de eerste gelegenheid kunnen zijn om resultaten definitief te presenteren. dr. Sabine Stoltz Universiteit Utrecht – Aio / Onderzoeker Pedagogiek T: 030 253 78 70
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXV |
Een nieuw raamwerk voor verkiezingen Harrie de Swart | EUR Verkiezingen vormen een belangrijk maatschappelijk gebeuren, dat ieder van ons aangaat. De traditionele manier van verkiezingen houden (meeste stemmen gelden) kent vele bezwaren en er is een veel betere manier om zulks te doen. Het nieuwe raamwerk voor verkiezingen is te danken aan Michel Balinski en Rida Laraki: Majority Judgment; Measuring, Ranking and Electing. MIT Press, 2010 prof. dr. Harrie de Swart EUR, Wijsbegeerte – Hoogleraar Logica T: 013 590 14 70
[email protected]
| XXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Taalachterstand Mozambikaanse plattelandskinderen Paul Vogt | UT In mijn onderzoek laat ik zien dat opvoeders van het Mozambikaanse platteland drie keer minder met hun één jaar oude kinderen praten dan Mozambikaanse opvoeders uit de stad doen. Deze bevinding hangt samen met de observatie dat deze plattelandskinderen een taalachterstand oplopen ten opzichte van kinderen uit Maputo. Dit is interessant voor de pers omdat dit het eerste onderzoek is dat laat zien hoe groot het verschil is tussen de hoeveelheid spraak dat jonge kinderen te horen krijgen op het platteland en in de hoofdstad van een typisch Afrikaans land. Dit verschil hangt samen met een taalachterstand bij plattelandskinderen. Het belang om programma’s te ontwikkelen die opvoeders uit ontwikkelingslanden aanzetten om de cognitieve ontwikkeling bij hun kinderen te stimuleren wordt, bijvoorbeeld, onderstreept in UNESCO’s Global Monitoring Report uit 2007. Indirect wordt aangetoond dat de ontwikkelingshulp in ruraal Afrika hierin nog weinig resultaten boekt. De resultaten van dit onderzoek suggereren dat een relatief simpele interventie kan bijdragen aan het bevorderen van de taalontwikkeling van jonge kinderen: Het stimuleren van opvoeders om meer aandacht te besteden aan de cognitieve ontwikkeling van hun kinderen door meer tegen hen te praten. Hierdoor kan de taalachterstand van de Mozambikaanse plattelandskinderen worden verminderd, hetgeen de schoolprestaties van deze kinderen kan bevorderen. dr. Paul Vogt Universiteit van Tilburg – Onderzoeker Taalkunde T: 013 466 25 94
[email protected] http://www.paul-vogt.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXVII |
Het belang van onderzoekend leren Maartje Raijmakers | UvA Kennismaking met wetenschap en techniek heeft de meeste impact op mensen (kinderen en volwassenen) als ze zelf onderzoek kunnen doen. Het onderzoekend leren moeten we daarvoor zo vormgeven dat het individu nadenkt over de vragen die specifiek relevant zijn voor zijn/haar huidige ideeën over het onderwerp. Voor volwassenen, waaronder leerkrachten, is het niet altijd vanzelfsprekend zelf na te denken en op onderzoek uit te gaan. Nederland als kennisland heeft grote behoefte aan mensen die geïnteresseerd zijn in wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Interesse voor bèta-vakken is bijvoorbeeld een belangrijk maatschappelijk onderwerp, ook verankerd in de Lissabon EU 2020 strategie. Op enkele basisscholen maken kinderen al kennis met wetenschap en techniek, maar op vele scholen niet. Na de basisschool maken kinderen een belangrijke schoolkeuze. Enthousiasme voor wetenschap en techniek zou een belangrijke invloed kunnen op deze keuze en dat is maatschappelijk zeer relevant. Science center NEMO heeft enthousiasme voor wetenschap en techniek als één van haar belangrijkste doelstellingen. Om hun werk op scholen en in het science center zo effectief mogelijk te maken krijgt de manier waarop wetenschap en techniek gepresenteerd wordt steeds meer aandacht. Ik zal laten zien wat hierbij van belang is. Het is bovendien leuk voor een groot publiek om te laten zien hoe je op een hele uitdagende, onderzoekende manier naar je dagelijkse omgeving kan kijken. 16 mei spreek ik mijn oratie uit als bijzonder hoogleraar “Cognitieve ontwikkeling in het bijzonder het science leren in nonformele omgevingen”. Deze leerstoel is geïnitieerd door de stichting NCWT/science center NEMO, Amsterdam. prof. Maartje Raijmakers UvA, Afdeling Psychologie – UhD, bijzonder hoogleraar Cognitieve Ontwikkeling Ontwikkelingspsychologie T: 020 525 70 14
[email protected]
| XXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Moslim, of hij het nou wil of niet Ali Tuma | UL Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) waren zowel de regering van Generaal Franco als de Marokkaanse overheid in het protectoraat (en de Marokkaanse nationalisten) erin geïnteresseerd om de in Spanje vechtende Marokkanen zo min mogelijk contact te laten houden met hun Europese demografische en culturele omgeving, en elke vorm van culturele ‘contaminatie’ te vermijden. Beide zijden werkten hierover met elkaar samen. Dit is een bijzonder voorbeeld van een groep tijdelijke ‘arbeidsmigranten’, waarbij zowel het land van herkomst als het land van aankomst samenwerken om deze buitenlandse elementen binnen hun eigen culturele grenzen te houden en niet daarbuiten te laten opereren. Ali Tuma, MA Universiteit Leiden – AIO Geschiedenis T: 06 361 63 555
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXIX |
Adviseurs en niet hun managers (ver)kopen bedrijven Johannes M. Drees | VU Mijn onderzoek toont aan dat adviseurs soms streven naar het doen van een fusie of overname (aankoop of verkoop) terwijl dat niet altijd in het belang is van het bedrijf dat ze adviseren. Zakenbankiers gebruiken hiervoor strategische en persoonlijke argumenten om managers te overtuigen, iets wat vaak ook lukt. Dit is interessant omdat tijdens veel overnames de hulp van zakenbankiers en advocaten wordt ingeroepen, bij het zoeken van een partner, bij het waarderen van een bedrijf en bij de voorbereiding van de integratie. Vaak worden kopers en verkopers tijdens een (aan)koop proces bijgestaan door een adviseur. Deze dient echter vooral maar één doel en dat is de transactie gedaan te krijgen. Wij zijn in gesprek gegaan met managers en adviseurs om te horen waar deze wil om een transactie te doen vandaan komt, en hoe managers van bedrijven hier mee om proberen te gaan. We vinden dat managers soms beter kunnen luisteren naar hun advocaten en daarnaast beter moeten op letten welke opdrachten ze geven aan hun adviseurs. Daarnaast zien we dat er vaak een innige band is tussen adviseurs en manager, waardoor bedrijfsbelang en persoonlijke gewin soms in het geding komen.
Johannes M. Drees M.Phil Vrije Universiteit Amsterdam – Promovendus Bedrijfseconomie: Management en Organisatie T: 06 478 14 431
[email protected] www.linkedin.com/in/jmdrees
| XXX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Translearning: de zachte kant van keiharde innovatie Marjoleine Georgette van der Meij | VU In transitie naar duurzame landbouwinnovatie, heb je nieuwe leermethodes nodig. Om dit te ondersteunen, ontwikkelt het Athena Instituut een methode die leren faciliteert in transdisciplinaire samenwerking, door productie en gebruik van filmmateriaal. Dit levert transparante wetenschap op (zichtbaarheid van onderzoekers en werk) en verheffing van onderzochte personen tot co-creators en gebruikers van onderzoeksmateriaal. Ten tijde van Bessensap is net een nieuw Translearning pilotproject af. Eerste diepteanalyses zijn gedaan, de film database werkt en is getest. Kortom, de pers krijgt de mogelijkheid om de uitkomsten zelf te komen beleven. Net zoals het filmmateriaal de kwetsbaarheden van stakeholders in duurzame ontwikkeling expliciet maakt, geef ook ik als onderzoeker mijn kwetsbaarheden bloot.... Zoals het bij gebruik van filmmateriaal in onderzoek betaamt, is ook enige discretie tijdens deze sessie essentieel. Ten tijde van Bessensap zijn we mogelijk bezig met publicaties, maar vooral om ethische redenen vind ik het prettig als er geen foto›s worden gemaakt. drs. ir. Marjoleine Georgette van der Meij Vrije Universiteit – Docent-onderzoeker Athena Instituut Aard- en Levenswetenschappen T: 06 489 57 656
[email protected] www.mgvandermeij.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXI |
Kriskras door Roermond: wat we zien, horen, spreken en beleven in plekken Lotte Thissen | UM Ruimtes worden pas symbolisch en waardevol wanneer mensen er talige en culturele elementen en gevoelens aan verbinden. Door inwoners van Roermond kaarten te laten tekenen van hun stad, wil ik laten zien hoe deze processen van ‘place-making’ in hun werk gaan en hoe er morele geografieën gekoppeld worden aan bepaalde plekken. Dit onderzoek betekent het begin van een nieuw genre in Nederland door zijn linguïstisch-antropologische studie van taalcultuur en taalgebruik in Roermond (Limburg). Het onderzoek laat zien hoe een diversiteit aan talige en culturele elementen in dagelijkse interactie instrumenten worden in het trekken van grenzen tussen ‘wij’ en ‘zij’ binnen een multiculturele context als Roermond. Dit onderzoek leidt de lezer rond in de stad en laat zien welke gevoelens, oordelen en tegenstellingen bepaalde plekken oproepen. Wat zijn de meest en minst favoriete plekken in de stad? Waar worden, volgens inwoners, welke dialecten en talen gesproken? Wat zijn de herinneringen bij bepaalde plekken? Wat zijn ‘goede’ en ‘slechte’ plekken en welke redenen geven inwoners hiervoor? Door het optekenen en beschrijven van deze morele geografieën, kan er een etnografisch verhaal verteld worden over en door de verschillende inwoners van Roermond. drs. Lotte Thissen Maastricht University – PhD Onderzoekster Culturele en linguïstische antropologie T: 043 388 25 15
[email protected] http://www.fdcw.unimaas.nl/staff/Thissen
| XXXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Topplekken voor topsectoren Annet Jantien Smit | RUG, Denkbeeld Verschillende topsectoren floreren op heel verschillende werklocaties: Creatieve bedrijven hechten veel waarde aan de belevingswaarde van hun werkplek, zowel visueel als sociaal. Typische sectoren op bedrijventerreinen (maakindustire, bouw en groothandel) ervaren hun werklocatie vanuit een heel functionele blik. Het topsectorenbeleid zich vooral richt op business modellen binnen de sectoren zelf, of op vestigingswensen op regionale schaal. Kennis over het type werklocaties, bedrijventerreinen, kantorenparken, of stedelijke milieus waar de topsectoren zich bij voorkeur vestigen, is belangrijk voor lokaal economisch beleid, en voor harde maar onderbouwde keuzes in het afboeken van leegstaande kantorenparken en bedrijventerreinen. Creatieve bedrijven heb ik onderzocht in mijn promotieonderzoek (verdediging medio 2012, reeds diverse publicaties), typische sectoren op bedrijventerreinen (maakindustrie, bouw- en groothandel) in opdracht van het Ministerie van VROM. Voor publicaties zie mijn website www.denkbeeld.info ir. Annet Jantien Smit RuG / eigen bureau Denkbeeld – Buitenpromovendus / onderzoeker economische en stedelijke geografie T: 050 360 34 06
[email protected] www.denkbeeld.info
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXIII |
Engelse taaladviezen van toen en nu Robin Straaijer | UL Er is zowel een wetenschappelijk als maatschappelijk nut voor een database van Engelse taaladviesgidsen. In de HUGEdatabase (History of Usage Guides for English) worden alle Engelse taaladviesgidsen opgenomen sinds de publicatie van de eerste in 1770. Niet alleen bibliografische gegevens zijn te achterhalen, maar ook de daadwerkelijke taaladviezen zelf. Door de proliferatie van taaladviessites op het web is er tegenwoordig een gigantische hoeveelheid aan taaladviezen te krijgen, maar zoals met veel op het web is er veel meer kwantiteit dan kwaliteit. Ook is er door het internet een grotere behoefte om in een gemeenschappelijke taal de communiceren en dat zal voornamelijk in het Engels zijn. Tegelijkertijd is er een opkomst van nieuwe variëteiten van het Engels, die in de toekomst een steeds grotere rol zullen gaan spelen, zoals bijvoorbeeld Indiaas-Engels. Er zal dan ook een steeds grotere behoeft komen aan goede taaladviezen voor de Engelse taal. Dit geldt zowel voor moedertaalsprekers als voor hen die het Engels als vreemde taal hebben geleerd. De publicatie van de HUGE-database zal de mogelijkheid bieden om wetenschappelijk onderbouwde en kwalitatief hoogwaardige taaladviezen te formuleren, waarbij wordt uitgegaan van een brede selectie van bronnen. De onderzoeksversie van de database zal officieel gelanceerd worden in het najaar van 2012. dr. Robin Straaijer Leiden University Centre for Linguistics – Postdoc sociolinguïstiek T: 071 527 21 56
[email protected] bridgingtheunbridgeable.com
| XXXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Onderwatergolven Leo Maas | NIOZ, IMAU (UU) Het is bekend dat als gevolg van temperatuur- en zoutverschillen de oceaan ‘gelaagd’ is. Hierdoor kunnen onderwatergolven optreden die groter -en als de gelaagdheid continue is, ook vreemder- zijn dan oppervlaktegolven. Deze golven lopen de diepzee in. Daarbij volgen zij paden die door een alternatief soort biljart lijken te worden bepaald, leidend tot ‘golfaantrekkers’. De studie van onderwatergolven is belangrijk omdat ze warmte, impuls en voedingsstoffen transporteren. Dit is van belang voor onderwater-levensomstandigheden en voor de algemene oceaancirculatie, warmteopslag in de oceaan en daarmee voor het klimaat. Daarnaast blijkt onderwatergolfvorming in een gelaagde zee ook van invloed op voortstuwing van vaartuigen en zwemmers. Uiteraard kunnen grote golven grote gevolgen hebben, zoals het abrupt verplaatsen van onderzeeërs of het verhaspelen van pijpleidingen. Deze golven zijn echter nog vrijwel onbekend. Hun verschijnselen zijn fascinerend. Ze komen ook voor in de atmosfeer, in sterren en in industriële processen. Ons werk is om kennis uit theorie en laboratoriumexperimenten effectief te vertalen in een beter inzicht in de werking van de zee. Het blijkt echter dat het instrumentarium om tot een ruimtelijk samenhangend beeld van onderwatergolven in zee te komen nog verder ontwikkeld moet worden. Aandacht voor de unieke aard van deze golven is een goed startpunt. prof. Leo Maas NIOZ en IMAU (UU) – Onderzoeker oceanografie T: 022 236 94 19
[email protected] www.nioz.nl/maas
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXV |
Ultrakoude atomen : vloeibaar, vast of allebei? Jildou Baarsma| UU Een extreem koud mengsel van lichte en zware atomen vormt een superkristal. Bij temperaturen van minder dan een miljardste graad boven het absolute nulpunt ontstaat in een gas van lichte en zware atomen allereerst een supervloeistof, een vloeistof zonder wrijving. De supervloeistof van lichte en zware atomen kan onder de juiste omstandigheden ook de structuur hebben van een vaste stof, een superkristal. Een supervloeistof in een gas van atomen is nauw gerelateerd aan het fenomeen supergeleiding dat al menige toepassing kent. Er bestaan materialen die bij lage temperaturen geen weerstand hebben en dan supergeleidend zijn. Dit komt doordat de elektronen in zo’n materiaal, net als atomen bij lage temperatuur, dan een supervloeistof vormen. Een beter begrip van de supervloeistof van atomen zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van materialen die weerstandloos worden bij kamertemperatuur, en dus een belangrijke bijdrage aan de oplossing van het energieprobleem kunnen leveren. Dit onderzoek heeft al tot een aantal publicaties geleid. ––
Phys. Rev. A 82, 013624 (2010);
––
Phys. Rev. Lett. 103, 195301 (2009)
Jildou Baarsma, Msc. Universiteit Utrecht – Promovendus theoretical physics T: 030 253 38 80
[email protected]
| XXXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Ontwikkeling van moleculaire elektronische schakelaars Edwin Devid| UL Met dit onderzoek wil ik laten zien dat er fundamenteel, experimenteel onderzoek wordt uitgevoerd naar elektrische schakelaarsdie zijn opgebouwd uit atomen en moleculen. Via deze ultieme miniaturisatie van elektrische componenten en circuits kan een stap voorwaarts gezet worden in de theorie en ontwikkeling van zeer compacte schakelaars. Dit is interessant voor de pers en de maatschappij, omdat onze hedendaagse, geavanceerde elektrische schakelaars al tegen de uiterste grenzen van miniaturisatie opboksen. De elektrische componenten in een microchip (verkleinde elektrische circuits op een printplaat) zijn al erg verkleind. Hierdoor is de capaciteit van kleine computers, zoals iPhones, enorm vergroot. Recent onderzoek heeft aangetoond dat geleiding op nanoscopische (10-9 meter) schaal zich anders gedraagt dan in onze gewone dagelijkse wereld. Door deze ontdekking is een nieuwe wereld geopend om de bijzondere functionaliteit van moleculen te introduceren in elektronische schakelaars en deze nog verder te verkleinen richting de dimensies van atomen. Er zijn al methodes bedacht en ontwikkeld om onderzoek te doen naar de geleiding op nanoscopische schaal, maar die lijden onder de nadelen dat ze niet stabiel zijn en vaak niet kunnen functioneren bij kamertemperatuur. Mijn onderzoekspresentatie beschrijft een wijze waarmee geleiding via nanoscopische elektronica bestudeerd kan worden bij kamertemperatuur. Een aantal resultaten van mijn onderzoek, worden binnenkort gepubliceerd in een wetenschappelijk blad. Edwin Devid, MSc. Atomic and Molecular Conductors (AMC) / Leids Instituut Onderzoek Natuurkunde (LION) te Universiteit Leiden – PhD-student Natuurkunde / gecondenseerde materie / moleculaire elektronica / nanotechnologie T: 071 527 54 70
[email protected] www.physics.leidenuniv.nl/sections/cm/amc
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXVII |
Hoe insecten het land veroverden Chris Jacobs | UL De diversiteit in insecten is enorm, maar hoe deze enorme diversiteit aan organismen binnen de groep insecten tot stand heeft kunnen komen blijft een raadsel. Een belangrijke stap was het aan land komen van insecten. Ik heb onderzoek gedaan aan het insectenmodel Tribolium castaneum (kastanjebruine rijstmeelkever) en heb hier gevonden dat unieke aanpassingen in het ei van insecten het mogelijk maakte om niet langer aan een vochtige omgeving gebonden te zijn voor reproductie en hierdoor alle mogelijke niches op het land hebben kunnen veroveren. Chris Jacobs, MSc Universiteit Leiden – PhD ontwikkelingsbiologie T: 071 527 48 82
[email protected]
| XXXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Geautomatiseerde nieuwsdetectie voor redacties Sandjai Bhulai | VU We laten zien dat het mogelijk is om algoritmen te maken voor automatische nieuwsdetectie ter ondersteuning van de journalistiek. Dit systeem analyseert online Twitterberichten en ontdekt trends in onderwerpen die later zouden kunnen uitgroeien tot nieuws in de media. Het systeem voor automatische nieuwsdetectie moet leiden tot een betere berichtgeving en ontlasting van journalisten en redacties die nu veel tijd kwijt zijn met het monitoren van belangrijke informatiebronnen. dr. Sandjai Bhulai Vrije Universiteit Amsterdam – Universitair Hoofddocent – Wiskunde / Business Analytics T: 06 460 97 077
[email protected] http://www.math.vu.nl/~sbhulai
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXIX |
Planten kijken wel uit voor schaduw! Wouter Kegge | UU Planten kunnen elkaar waarnemen door de samenstelling van het licht dat op ze valt. Op basis hiervan nemen planten andere planten die naast hen groeien waar. Wij hebben onderzocht op welke veranderingen in licht planten reageren, hoe dit hun groei beïnvloedt en welk effect dit heeft op hun buurplanten. Planten zijn de bron van energie voor mens en dier. Licht is de bron van energie voor alle planten. Als planten dicht bij elkaar groeien, dan staan ze in elkaars licht. Daarom is het essentieel voor een plant om zijn buren in een vroeg stadium waar te nemen, zodat ze snel kunnen reageren op mogelijke beschaduwing. Wij laten zien hoe het licht dat op een plant valt wordt beïnvloed door de planten die ernaast groeien. Met een computermodel kunnen we vervolgens laten zien op welke manier planten concurreren om licht. Gedetailleerde kennis over gedrag van planten en hun buren kan gebruikt worden om in de landbouw gewassen zo te planten dat ze niet gaan concurreren, maar hun energie steken in de groei van eetbare delen. Wouter Kegge, MSc Utrecht University – PhD student Plant Ecophysiology T: 06 457 48 725
[email protected]
| XL – Niet-geselecteerde voorstellen |
Rijgedrag op de snelweg onder bijzondere omstandigheden Raymond Hoogendoorn | TUD Evacuaties, extreem weer en incidenten zorgen ervoor dat bestuurders hun snelheid, versnelling en volgafstand aanpassen. We laten zien dat deze omstandigheden de taakbelasting van bestuurders beïnvloeden, afhankelijk van leeftijd en rijervaring. Door dit gedrag goed te modelleren, kan beter bepaald worden of maatregelen ter voorkoming van files effectief zijn. Evacuaties, extreem weer en ongelukken hebben een grote invloed hebben op het ontstaan van files en opstoppingen. Voor het eerst is gedemonstreerd in welke mate deze bijzondere omstandigheden het rijgedrag beïnvloeden en wat de oorzaken van deze veranderingen zijn. Met experimenten in de rijsimulator hebben we aangetoond dat, en ook in welke mate bijzondere omstandigheden ervoor zorgen dat bestuurders op de snelweg hun snelheid, versnelling en volgafstand aanpassen. Verder laten we zien dat deze omstandigheden leiden tot een significante toename in taakbelasting van bestuurders en dat een hogere leeftijd en minder rijervaring dit effect versterken. Tot slot laten we zien dat bestaande wiskundige modellen het rijgedrag niet goed genoeg omschrijven. Goede modellen zijn essentieel om te kunnen beoordelen of maatregelen, die files tijdens bijzondere omstandigheden moeten voorkomen, wel effectief zijn. Dit onderzoek zet derhalve een eerste stap op weg naar een nieuw model. Het hiervoor beschreven onderzoek heeft reeds geleid tot een aantal publicaties in internationale peer-reviewed journals: ––
Hoogendoorn, S.P., Hoogendoorn, R.G. & Daamen, W. (2011). Wiedemann Revisited: A New Trajectory Filtering Technique and its Implications for Carfollowing Modeling. Transportation Research Records (in press).;
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P., Brookhuis, K.A. & Daamen, W. (2011). Adaptation longitudinal driving behavior, mental workload, and psycho-spacing models in fog. Transportation Research Record, Issue 2249, 1 December 2011, Pages 20-28;
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P., Brookhuis, K.A. & Daamen, W. (2011). Longitudinal driving behavior under adverse conditions: A close look at psycho- spacing models. (2011). Procedia - Social and Behavioral Sciences Volume 20, pp 536-546;
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLI |
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P. Brookhuis, K.A. & Daamen, W. (2011). Psycho-spacing models and adverse conditions: A close look at incidents. 2011 International Conference on Networking, Sensing and Control, ICNSC 2011, Article number 5874915, Pages 329-334;
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P. Brookhuis, K.A. & Daamen, W. (2010). Psychological elements in car-following models: Mental workload in case of incidents in the other driving lane.Procedia Engineering Volume 3, Pages 87-99;
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P. Tamminga, G. & Daamen, W. (2010). Longitudinal driving behavior under adverse weather conditions: Adaptation effects, model performance and freeway capacity in case of fog. IEEE Conference on Intelligent Transportation Systems, Proceedings, ITSC 2010, Article number 5625046, Pages 450-455;
––
Hoogendoorn, S.P. & Hoogendoorn, R.G. (2010). Generic calibration framework for joint estimation of car-following models by using microscopic data. Transportation Research Record, Issue 2188, 1 December 2010, Pages 37-45;
––
Hoogendoorn, R.G.. Hoogendoorn, S.P. Brookhuis, K.A. & Daamen, W. (2010). Mental workload, longitudinal driving behavior, and adequacy of carfollowing models for incidents in other driving lane. Transportation Research Record, Issue 2188, 1 December 2010, Pages 64-73.;
––
Hoogendoorn, S.P. & Hoogendoorn, R.G. (2010). Calibration of microscopic traffic- flow models using multiple data sources. Philosophical Transactions of the Royal Society A: Mathematical, Physical and Engineering Sciences Volume 368, Issue 1928, 13 October 2010, Pages 4497-4517
Raymond Hoogendorn Technische Universiteit Delft – Promovendus Transport T: 06 417 22 210
[email protected] www.transport.tudelft.nl
| XLII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Brengen beschadigde bloedvaten het brein op hol? Erwin van Vliet | UvA Ruim dertig procent van alle epilepsiepatiënten heeft geen of onvoldoende baat bij de huidige behandeling met medicatie om aanvallen te onderdrukken. Recent onderzoek toont aan dat de eigenschappen van bloedvaten in het epileptische brein kunnen veranderen, waardoor vreemde stoffen en bloedcellen het brein binnendringen en ontstekingsreacties optreden die epilepsie kunnen verergeren. Het herstellen van lekke bloedvaten en het remmen van ontstekingen in het brein zou een nieuwe therapie kunnen zijn voor deze grote groep van onbehandelbare patiënten. dr. Erwin van Vliet Universiteit van Amsterdam, Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen, Center for Neuroscience – Neurobioloog neuroscience T: 020 52 58 371
[email protected] http://home.medewerker.uva.nl/e.a.vanvliet/
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLIII |
Over groei en vorm van foraminiferen Jan Boom | Naturalis De opeenvolgende kamers van foraminiferen vormen onbegrepen spiralen. Aangetoond wordt dat een fundamentele eigenschap van membranen de basis is voor deze architectuur. Dezelfde eigenschap, kwantumgedrag op moleculair niveau, verheldert ook het inzicht in de evolutie van ‘forams’ en in de aard van hun gemeenschappelijke oorsprong. Voor het eerst wordt aangetoond dat moleculair kwantumgedrag van biologische membranen zich structureel kan vertalen in discontinu verspringende ontwikkelingspatronen van levende organismen. In evolutionair verband wordt duidelijk gemaakt dat dit ook het mogelijke begin is van een verklaring voor systematische, progressieve dan wel regressieve, sprong-verschijnselen in afstammingsreeksen waarvan het bestaan al eerder werd vermoed c.q . aangetoond maar omstreden. Een voorbeeld van herkenning van een dergelijk patroon zal worden gegeven met betrekking tot een van de oudste bekende levensvormen, het oerfossiel Archaeosphaeroides barbertonensis. gedateerd op ruim 3 miljard jaar BP.Ondanks de verklarende en voorspellende potentie is de hier besproken membraaneigenschap om onbekende redenen nooit onderwerp geworden van verder onderzoek door anderen. In eerdere publicaties hebben we ons beperkt tot ons fysisch-chemisch vakgebied. Nu is de tijd rijp om ook over die grens heen te kijken en dat leidt tot onvermoede vergezichten in het domein van de levende natuur. De membraaneigenschap, waarop de presentatie over foraminiferen is gebaseerd, is in 1969 ontdekt door de researchgroep waarvan ik deel uitmaakte op het Nederlands Kankerinstituut, uitgebreid getest in de jaren daarna en in vier artikelen gepubliceerd (1976, 1977, 1979 en 1985)*. Het resultaat is door een onafhankelijke groep bevestigd (publicatie 1986)* en door een van ons voorzien van een mogelijke fysisch-chemische verklaring (publicaties 2002 en 2008)*.Een paper ‘On growth and form of foraminifera’, gebaseerd op onderzoek gedaan op NCB Naturalis, is in 2012 voorgedragen voor publicatie. * volledige literatuuropgave is op verzoek beschikbaar. Jan Boom, MSc NCB Naturalis – Scientific research associate fysische biochemie T: 020 490 51 36
[email protected] | XLIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Het niet-commutatief meetkundig landschap door de LHC-bril Walter van Suijlekom | RU In mijn onderzoek gebruik ik de deeltjesversneller LHC in CERN om de niet-commutatieve fijnstructuur van ruimtetijd te ontrafelen. Elk niet-commutatief model generaliseert Einstein’s gekromde ruimtetijd en dicteert welke fysische deeltjes daarin kunnen worden aangetroffen. Dit is direct falsificeerbaar met bijvoorbeeld de LHC. Dat is interessant omdat de verwachtingen van LHC momenteel hooggespannen zijn en er binnenkort veel nieuwe fysische resultaten worden verwacht. Een theoretisch begrip van deze nieuwe fysica is van groot belang voor verdere experimenten en toekomstige toepassingen. Niet-commutatieve meetkunde kan zo’n begrip geven. Deze relatief jonge wiskundige theorie is namelijk in staat om falsificeerbare modellen te beschrijven, zoals bijvoorbeeld het Standaard Model van elementaire deeltjes. Doordat elk model een direct fysisch gevolg heeft, kan dit nauw samengaan met de zoektocht naar nieuwe deeltjes op CERN. Momenteel bekijk ik met collega’s aan de Radboud Universiteit en internationaal in samenwerking met collega’s aan de Humboldt Universitaet zu Berlin en het gerenomeerde California Institute of Technology, hoe het aantal niet-commutatieve modellen kan worden gereduceerd door het opleggen van fysisch wenselijke eigenschappen. Dit levert een relatief klein ‘landschap’ van modellen op, wat bijzonder aantrekkelijk is voor een directe vergelijking met de resultaten op CERN. ––
Artikel: W.D. van Suijlekom, “Renormalizability conditions for almost-commutative geometries”; verschijnt in Physics Letters B.
dr. W.D. (Walter) van Suijlekom, Radboud Universiteit – Universitair Docent mathematische Fysica (Wiskunde) T: 06 248 08 323
[email protected] http://www.math.ru.nl/~waltervs | Niet-geselecteerde voorstellen – XLV |
Snelle DNA-test voor snelle diagnose Terry Vrijenhoek | UMC Ik ga laten zien dat de diagnose voor veel patiënten binnenkort massaal gebeurt op basis van grootschalige DNA-analyse. Dat heeft gevolgen voor de diagnostische procedure, de informatie die patiënten daarover krijgen en de verantwoordelijkheden die patiënt, arts en verzekeraar hebben. Ik coördineer een programma om die gevolgen in kaart te brengen. Dat is interessant voor de pers omdat het hier een belangrijk onderdeel van ons toekomstige gezondheidszorg betreft. Supersnelle genenlezers lezen nu al binnen twee weken het volledige DNA van één persoon af, en kunnen dat op korte termijn binnen een kwartier en voor minder dan €1000. Daarmee zijn ze zeer geschikt om snel, nauwkeurig en goedkoop diagnoses te stellen voor grote groepen patiënten. Daardoor vragen bijvoorbeeld medisch specialisten eerder een DNAtest voor hun patiënten aan dan ze nu doen. Dat betekent niet alleen dat de vraag naar snelle DNA-tests toeneemt, maar ook dat veilige en verantwoorde omgang met de resultaten gegarandeerd moet zijn. De medisch-genetische afdelingen van alle acht academische ziekenhuizen zijn daarom een pilot project gestart om de uitdagingen in kaart te brengen. De deelnemende laboratoria krijgen het DNA van tien patiënten toegestuurd, voor een diagnose op basis van de allernieuwste DNA-technologie. Als coördinator van het project laat ik een aantal van de bevindingen zien. Op vrijdag 17 februari 2012 presenteerde het bedrijf Oxford Nanopore Technologies een apparaat dat binnen een kwartier het volledige DNA van een mens kan aflezen (zie Wetenschapsbijlage Volkskrant dd 25 februari 2012). Dat apparaat wordt momenteel getest bij twee onderzoeksgroepen, die naar verwachting halverwege dit jaar hun resultaten presenteren. Die resultaten bepalen mogelijk hoe dichtbij de verandering in de gezondheidszorg daadwerkelijk is. dr. ir. Terry Vrijenhoek Centre for Genome Diagnostics / UMC Utrecht – Programma-manager Medische Genetica T: +316 5510 77 32
[email protected] | XLVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Slimme bewegingsplanning in het brein Rob van Beers | VU Ik ga laten zien dat ons brein een eenvoudige maar geraffineerde methode gebruikt om bewegingen van lichaamsdelen te plannen. Deze methode leert optimaal van gemaakte fouten in eerdere bewegingen, terwijl tegelijkertijd automatisch bewegingskosten zoals energieverbruik en bewegingsduur worden geminimaliseerd. Dat is interessant voor de pers omdat er in de pers weliswaar erg veel belangstelling is voor hersenonderzoek, maar deze belangstelling is tegenwoordig erg eenzijdig gericht op onderzoek dat gebaseerd is op hersenscans. Er wordt echter veel meer belangrijk hersenonderzoek gedaan. Met name onderzoek dat niet zozeer gericht is op de vraag WAAR in de hersenen iets gebeurt, maar op de vragen HOE de hersenen iets doen en WAAROM ze het doen zoals ze het doen, is ook erg belangrijk, maar haalt zelden de pers. Mijn onderzoek laat zowel zien HOE onze hersenen leren van gemaakte fouten, als WAAROM ze dat op die manier doen. Ik wil de pers graag laten zien dat dit onderzoek ook belangrijk is, dat het vele toepassingen heeft, maar bovenal dat de methode die ons brein gebruikt erg fraai is. De presentatie is deels gebaseerd op onderzoek dat is gepubliceerd (in Neuron in 2009) en deels op een publicatie die nu ‘submitted’ is. dr. Rob van Beers VU, Faculteit der Bewegingswetenschappen – Onderzoeker neurowetenschappen, bewegingswetenschappen T: 020 598 25 74
[email protected] http://www.fbw.vu.nl/nl/over-de-faculteit/alle-medewerkers/a-b/van-beers/index.asp
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLVII |
Klimaatverandering in medicijnontwikkeling hersenziektes Pieter Gaillard | toBBB Ik ga laten zien dat er een klimaatverandering is opgetreden binnen medicijnontwikkeling voor hersenziektes. Waar onderzoek bij universiteiten en farmaceutische bedrijven zich nog voornamelijk richt op de ontdekking van nieuwe medicijnen, lijkt de aandacht steeds vaker te verschuiven naar het echte probleem voor de ontwikkeling van therapieën voor hersenziektes: de bloed-hersenbarrière (BBB). Dat is interessant voor de pers omdat: medicijnontwikkeling voor hersenziektes nog altijd beperkt wordt door de bloedhersenbarrière (BBB), een strikte poortwachter voor schadelijke stoffen en medicijnen. Daardoor blijven Alzheimer’s en Parkinson’s een enorme maatschappelijke impact hebben. De oplossing ligt in het veilig omzeilen van de BBB, wat veel onderzoek en ontwikkeling behoeft. Dit jaar heeft “to-BBB”, een pionier binnen het BBB veld, hierin een omslag bereikt. Bij AgentschapNL is een €2 miljoen internationaal BBB innovatieproject gehonoreerd en ook een €2.2 miljoen Eurostars project voor behandeling van herseninfarcten, en is er een €5 miljoen Europees KP7 ontwikkelingsproject voor erfelijke oogziektes toegekend. Daarnaast steunt ook patiëntenorganisatie Michael J Fox Foundation to-BBB’s aanpak voor de ziekte van Parkinson. Ook wordt er intensief samengewerkt met universiteiten, waaronder met Nederland’s enige en kersverse BBB professor Elga de Vries. Het toegenomen bewustzijn dat de BBB de letterlijke barrière voor medicijnontwikkeling is, zal er voor zorgen dat er sneller meer medicijnen beschikbaar komen voor patiënten met ernstige hersenziektes. In 2011 is to-BBB samen met het Nederlands Kanker Instituut, de Vrije Universiteit Medisch Centrum en het Leids Universitair Medisch Centrum gestart met een klinische fase I/II studie, voor de behandeling van patiënten met hersentumoren. dr. Pieter Gaillard to-BBB technologies BV – Wetenschappelijk Directeur life sciences T: 071 332 22 55
[email protected] www.toBBB.com | XLVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Waarom is de crisis goed voor ouderen? Herbert J.A. Rolden | UL Verrassend genoeg ging economische voorspoed in de afgelopen 50 jaar samen met hogere sterftecijfers van oudere mensen. Tijdens economisch slechte jaren lagen de sterftecijfers lager. Het was al bekend dat deze tegen-intuïtieve associatie voor jonge mensen bestaat. Verklaringen voor deze associatie binnen de wetenschappelijke literatuur volstaan dan ook alleen voor jonge mensen. De theorie is: meer werk leidt tot meer stress en ongelukken en meer vermogen leidt tot ongezond gedrag. Wij veronderstellen dat verschuivingen in het aanbod van mantelzorg een oorzaak is voor de associatie met betrekking tot ouderen. Er is minder tijd voor mantelzorg en informele ondersteuning als volwassen kinderen bezig zijn de economie op te krikken. De vraag waarom nationaal inkomen en werkgelegenheid ouderensterfte beïnvloeden is zowel prangend als actueel. We leven in een tijd waarin de populatie vergrijst en de economie onderhevig is aan turbulentie. Door de huidige recessie en de stijgende zorgkosten wordt de druk voor beleidsmakers groter om uitgaven in de “dure” ouderenzorg te beteugelen. Minder regelgeving, meer nadruk op mantelzorg en de opkomst van de wijkverpleegkundige is een greep uit het nieuws van vandaag de dag. Over de associatie tussen de economie en gezondheid van oudere mensen is weinig bekend. Een mediaplatform is nodig zodat er op grote schaal meegedacht kan worden over mogelijke oorzaken van deze tegen-intuïtieve associatie. Herbert J.A. Rolden Leyden Academy on Vitality and Ageing – Promovendus Economie & Filosofie T: 06 129 27 523
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLIX |
Uniek aanbod jonge getuigen huiselijk geweld Jessica van Heteren | VU In Nederland wordt een uniek aanbod ontwikkeld voor jonge (2-7 jaar) getuigen van geweld tussen hun ouders. Elk jaar zijn naar schatting maar liefst 30.000 jonge kinderen getuige van huiselijk geweld. Uit onderzoeken blijkt dat het getuige zijn van huiselijk geweld net zo schadelijk is als zelf mishandeld te worden. Toch is er, behalve heel intensieve therapie, nog geen vorm van hulp bekend die deze jonge kinderen (2-7 jaar) kan helpen bij het verwerken van wat ze hebben meegemaakt. Ook wereldwijd is er geen laagdrempelig en effectief aanbod voor deze groep. Een aantal instellingen in Nederland heeft in het verleden een cursus ontwikkeld voor deze kinderen en hun ouders. Samen met de Vrije Universiteit en financiering van Stichting Kinderpostzegels Nederland krijgt deze cursus nu een sterkere wetenschappelijke basis, zodat binnenkort kan worden uitgezocht of deze vorm van hulp ook echt werkt. drs. Jessica van Heteren Vrije Universiteit – Onderzoeker Pedagogische wetenschappen T: 020 598 29 53
[email protected]
| L – Niet-geselecteerde voorstellen |
Voorkennis in het onderwijs: neurowetenschap de klas in!? Marlieke van Kesteren | RU Neurowetenschap en onderwijs vormen een ultieme combinatie. Kennis over hoe het brein informatie verwerkt en onthoudt is cruciaal voor de vooruitgang van het onderwijs in deze veeleisende maatschappij en het is dus van belang om beter te begrijpen wat ons brein doet met nieuw geleerde informatie. We hebben informatie over leren en geheugen in het brein en over wat werkt in de onderwijspraktijk. Waarom voegen we deze kennis niet samen met het ultieme doel om tot beter en adaptiever onderwijs te komen? Meer kennis over hoe ons brein informatie verwerkt en opslaat kan bijvoorbeeld worden gebruikt om gepastere en beter opgebouwde lesprogramma’s aan te bieden. Moeten we bijvoorbeeld informatie in kleine stukjes aanbieden of scholieren juist steeds het grote plaatje proberen te laten zien? En hoe kun je dat het beste doen? Ons onderzoek laat zien waarom het heel belangrijk is om informatie zo aan te bieden dat het past met je voorkennis. Hoe gaat ons brein om met de aanhoudende informatiestroom die wij constant binnenkrijgen en hoe zoeken we de meest belangrijke dingen uit om op te slaan voor later? Dat zijn een aantal van de vragen die wij onderzoeken in ons lab. Marlieke van Kesteren, Msc Donders Institute for Brain, Cognition, and Behaviour, Radboud Universiteit Nijmegen – PhD student Neurowetenschap / Onderwijs T: 024 361 09 80
[email protected] http://www.ru.nl/donders/persoonsprofielen/marlieke-van/
| Niet-geselecteerde voorstellen – LI |
Oud worden door en dankzij zuurstofradicalen Tobias Dansen | UMC Menselijke cellen hebben zuurstof nodig, maar reactieve zuurstof kan cellen ook beschadigen wat leidt tot ouderdomsziekten. Cellen kunnen reactieve zuurstof meten doordat sommige eiwitten een signaal doorgeven als ze ermee;reageren. Ik ga laten zien dat dit zuurstof-signaal uiteindelijk celgroei, celdood en levensduur van organismen beïnvloedt. Door de vergrijzing lopen de kosten van medische zorg steeds verder op en daarom is onderzoek naar gezond oud worden van groot sociaal en economisch belang. Het is al langer bekend dat bij veroudering er steeds meer schade is door zogenaamde vrije zuurstofradicalen. Het is echter niet bekend of veroudering ook de oorzaak is van die schade door deze vrije zuurstofradicalen. Toch geeft de consument miljoenen uit aan anti-rimpelcrèmes en voedingssupplementen met enorme hoeveelheden antioxidanten die deze zuurstofradicalen zouden moeten wegvangen en daardoor veroudering stoppen. In ons onderzoek laten we zien dat zuurstofradicalen juist nodig zijn voor de natuurlijke cellulaire reactie op schade die kan leiden tot ouderdomsziektes als kanker, Alzheimer en Parkinson. We laten zien hoe in de cel genen kunnen worden aangezet via een nieuw, zuurstofradicaal afhankelijk mechanisme, en dat dit mechanisme de levensduur van de rondworm c. elegans dramatisch beïnvloedt. Dus, meer antioxidanten is niet altijd beter. Dit werk is ‹submitted› naar een vooraanstaand internationaal tijdschrift. dr. T.B. (Tobias) Dansen UMC Utrecht – Assistant Professor Molecular Cancer Research T: 088 756 89 18
[email protected] http://groups.mcr.umcutrecht.nl/dansen/
| LII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Nieuwe mogelijkheden om uitzaaien van kankers te remmen Patricia Muller | The Beatson Institute for Cancer Research Kankercellen met een mutatie in het eiwit p53 kunnen via een uniek mechanisme uitzaaien. Dit biedt goede aangrijpingspunten voor nieuwe therapieën in de toekomst. De meeste cellen in ons lichaam bewegen niet of nauwelijks gedurende hun levensduur. Kankercellen daarentegen, kunnen zich over het algemeen vrijelijk bewegen door ons lichaam en zich nestelen op kwetsbare plekken, een proces dat bekend is onder de naam uitzaaien. Om te kunnen bewegen moeten kankercellen zich losbreken van hun buurkankercellen, omringend bindweefsel afbreken en zich tussen normale cellen doorwurmen. Er zijn veel moleculen in de kankercel die deze processen reguleren, maar de meeste therapieën richten zich slechts op één of enkele van deze moleculen. In kankercellen met een mutatie in het eiwit p53, die in de meerderheid van alle kankers voorkomt, kunnen wij aantonen dat één molecuul, RCP, een zeer belangrijke rol in de regulatie van de meeste van deze processen speelt. Dit betekent dat wanneer we een therapie tegen RCP kunnen ontwikkelen, we op grote schaal uitzaaiingen kunnen remmen. Een deel van dit onderzoek is ‘submitted’:Muller PA, Trinidad AG, Caswell P, Noll JE, Coffill CR, Lane DP, Neilsen PM, Norman JC, Vousden KH Mutant p53 induces Met signalling to drive cell scattering and invasion. Submitted (January 2012). dr. Patricia Muller The Beatson Institute for Cancer Research – Postdoc Oncologie T: #44 141 330 81 87
[email protected] www.beatson.gla.ac.uk
| Niet-geselecteerde voorstellen – LIII |
Vaatziekten geen oorzaak, maar gevolg van Alzheimer? Jurgen Claassen | UMC Ondanks hetgeen veelvuldig wordt beweerd, zijn er slechts weinig overtuigende aanwijzingen dat hart- en vaatziekten een oorzaak zijn van de ziekte van Alzheimer. Ik laat zien dat het omgekeerde eerder waar is: Alzheimer «verziekt» de bloedvaten. Alzheimer treft steeds meer mensen in onze verouderende samenleving. De oorzaak van deze ziekte blijft nog onbekend, en dat maakt het vinden van een behandeling lastig. Op basis van studies wordt vaak beweerd dat vaatziekten waarschijnlijk een oorzaak zijn van Alzheimer. Mijn onderzoek laat zien dat daarvoor eigenlijk geen bewijs is. Wel leidt Alzheimer tot afwijkingen in de bloedvaten. Dit inzicht is van groot belang voor beter begrip van ontstaan en behandeling van de ziekte. dr. Jurgen Claassen UMC St Radboud, Donders Institute for Brain Cognition and Behaviour – Klinisch geriater, onderzoeker medische wetenschappen T: 06 127 85 650
[email protected] www.alzheimercentrumnijmegen.nl
| LIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Asymmetrische geslachtsorganen Paulien de Jong | Naturalis We laten zien dat kevers van de familie Cholevidae gedurende hun evolutie een aantal keren asymmetrische geslachtsorganen hebben ontwikkeld. Dit doen we door met DNA-gegevens een stamboom te bouwen en te kijken hoe vaak en onder welke omstandigheden asymmetrische geslachtsorganen voorkomen. Lange tijd is gedacht dat symmetrie sexy is, maar nu blijkt dat onder bepaalde omstandigheden juist asymmetrische seksuele kenmerken in het voordeel kunnen zijn. Dit onderzoek vormt het onderwerp voor de masterstage die ik doe aan de Universiteit Leiden, samen met mijn studiegenoten Rick van Beek en Tamara Hoogenboom. Ieder is verantwoordelijk voor een ander deel van het project (Paulien: DNAonderzoek; Rick: microscopisch werk; Tamara: paringsexperimeten). Paulien de Jong Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis (NCB Naturalis) – Masterstudente biologie T: 071 568 77 69
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LV |
Bugs beating drugs and drug-eating bugs Mark van Passel | WUR Antibiotica kan geen menselijke uitvinding zijn, en resistentie tegen antibiotica bestaat al miljoenen jaren. Er zijn zelfs bacteriën die antibiotica gewoon als voedsel zien! Wij geven een overzicht van de evolutie en natuurlijke rol van antibiotica en beschrijven wij hoe antibiotica-resistentie zich heeft ontwikkeld tot een bedreiging voor de volksgezondheid. Antibioticum-resistentie is veel in het nieuws: de media staan bol van berichten over ziekenhuisinfecties op intensive care units en landbouwdieren die ‘vol’ zitten met antibioticum-resistente bacteriën. Wat weinig mensen zich realiseren, is dat antibiotica van nature door bacteriën en schimmels gemaakt worden als wapen om concurrerende micro-organismen te doden. De concurrentie kan zich echter verdedigen door resistent te worden. Sinds kort weten we zelfs dat antibiotica ook als voedsel kan dienen voor bacteriën! Deze evolutionaire wapenwedloop is al een eeuwigheid gaande en vormt de basis voor vrijwel alle antibiotica, maar ook voor de resistentie waar wij nu mee geconfronteerd worden. Het gebruik (en misbruik) van antibiotica heeft grote gevolgen voor de evolutie en verspreiding van resistentie, die zich nu razendsnel voltrekt. Staan we aan het begin van een tijdperk waarin infecties met antibioticum-resistente bacteriën een groot gevaar voor de volksgezondheid zullen worden? Als bijzonderheid zou ik graag willen aangeven dat dit voorstel wordt ingediend samen met mijn collega dr. Willem van Schaik van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Mark van Passel Wageningen Universiteit – Universitair docent | Life Sciences T: 031 748 20 18
[email protected]
| LVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Imaging of cellular therapy in cancer patients Mangala Srinivas | RUNMC Cell therapy is an extremely exciting field; there are currently several thousand ongoing clinical trials involving some form of cell therapy for diseases such as cancer, heart disease, stroke and diabetes. These diseases affect huge proportions of the population. However, a major problem with cell therapy is that there is no good way to study the cells once they are in the patient. This makes it very difficult to optimize and improve the treatment. Therefore, we are developing and implementing techniques using imaging (particularly MRI and PET) which are noninvasive and can be used in humans. My work focuses on the development and application of imaging to cell therapy in our melanoma patient clinical trials at UMC Radboud. We are formulating and testing clinical grade nanoparticles suitable for cell tracking using various imaging modalities. My research is funded by an NWO VENI grant. dr. Mangala Srinivas RUNMC – Post-doctoral researcher Tumour Immunology T: 06 248 92 288
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LVII |
Er is niet één oorzaak voor ADHD Patrick de Zeeuw | UMC Ik ga laten zien dat: we moeten stoppen met het willen geven van één uniforme verklaring voor ADHD. In de media worden regelmatig dit soort simpele verklaringen voor ADHD gegeven, of wordt het ontbreken daarvan aangehaald als bewijs dat de aandoening helemaal niet bestaat. Maar het wordt juist steeds duidelijker dat er meerdere neurobiologische paden naar ADHD zijn. Dit is interessant voor de pers omdat: het tijd wordt om een genuanceerder beeld van de psychiatrie te schetsen en van ADHD in het bijzonder Een uniforme verklaring is makkelijker op te schrijven, maar geeft een vertekend beeld. Omdat de onderzoeken elkaar snel opvolgen zet het potentieel mensen van het ene niet-helemaal-verkeerde been op het andere ookniet-helemaal-verkeerde been. Neurobiologisch onderzoek naar verschillende paden naar ADHD heeft de toekomst omdat het beter aansluit bij wat we weten over het brein. Verstoringen in verschillende systemen in het brein kunnen leiden tot symptomen die op elkaar lijken en die we ADHD noemen. Dit werk komt uit mijn proefschrift dat ik in oktober 2011 verdedigd heb. Drie artikelen zijn inmiddels geaccepteerd voor publicatie, en nog 2 zijn aangeboden aan wetenschappelijke vakbladen. dr. Patrick de Zeeuw UMC Utrecht – Post-doc Kinder- en Jeugdpsychiatrie
[email protected] http://www.niche-lab.nl/#/nl/over-niche/wij-zijn-niche/patrick/
| LVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Geologische voorbeelden van extreme broeikasklimaten Hemmo Abels | UU Wat kunnen wij leren van gesteente- en fossielarchieven van veranderend leven en veranderende milieus tijdens plotselinge klimaatsveranderingen? Veel. Bijvoorbeeld de invloed van verhoogde broeikasgasconcentraties op het aards systeem en de snelheid waarop veranderingen plaatsvinden. Centrale vraag blijft natuurlijk welke analogie we mogen trekken met het heden en welke niet? Er is veel onduidelijk in de publieke opinie over wat wetenschappers wel en niet weten over de effecten van verhoogde broeikasgasconcentraties in de atmosfeer. Zelfs wordt het directe effect van koolstofdioxide op het klimaat soms betwijfeld. De door geologen ontdekte extreme broeikasklimaten in het verleden tonen zonder twijfel aan dat het aards systeem zeer sterk reageert op extra broeikasgassen in de atmosfeer. Daarnaast tonen deze voorbeelden aan dat de terugweg naar verlaagde broeikasconcentraties een lange is. Zoogdier-fossiel collecties laten bovendien zien dat het leven op land sterk werd veranderd door de grootste van deze extreme gebeurtenissen. Bij een daaropvolgende gebeurtenis blijkt het leven echter niet grootschalig te reageren, omdat de zoogdierpopulaties zich mogelijk hebben aangepast aan extreme omstandigheden. Deze extreme gebeurtenissen zijn echter niet op alle fronten vergelijkbaar met de huidige situatie, omdat het aardse achtergrond klimaat intussen flink veranderd is en vooral ook omdat de tijdschaal waarop de huidige verandering wordt beleefd van een andere orde is.
| Niet-geselecteerde voorstellen – LIX |
Recent heb ik met collega’s in Nature Geoscience (April 2012) twee broeikasklimaten beschreven in beroemde gesteenteontsluitingen in Wyoming in de Verenigde Staten. Er waren tot nu toe slechts archieven bekend van de grootste van deze gebeurtenissen, maar van de serie kleinere die hierop volgden was geen informatie op land. Dit maakt ruimte om nu ook voor deze twee gebeurtenissen in detail te bestuderen hoe het continent reageerde of snelle broeikasgas-opwarming. Dat de zoogdierpopulaties zich niet veel aantrokken van de opwarming tijdens deze twee gebeurtenissen was een van de eerste conclusies die wij al konden trekken. dr. Hemmo A. Abels Universiteit Utrecht – VENI-laureaat Geowetenschappen T: 030 253 51 25
[email protected]
| LX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Verstandelijk gehandicapten 20 jaar eerder kwetsbaar Michael Echteld | EMC Onderzoek van het Erasmus MC laat zien dat ouderen met een verstandelijke beperking (VB) minder fit zijn, minder bewegen, vaker te dik zijn, grotere kans op hart- en vaatziekten hebben en vaker kwetsbaar zijn dan ouderen zonder verstandelijke beperking. Er zijn veel kansen voor verbetering van gezondheid, vooral door meer te bewegen. Erasmus MC heeft een beweegprogramma voor deze ouderen ontwikkeld. Dit is belangrijk omdat de levensverwachting ook van mensen met een VB toeneemt en daarmee de kans op gezondheidsproblemen. Net als alle ouderen hebben ook zij recht op een goede oude dag. Tot nu toe zijn er echter geen grote onderzoeken naar gezondheid van ouderen met een VB uitgevoerd. Met een wereldwijd unieke studie zijn o.a. lichamelijke activiteit, fitheid, voedingstoestand, depressie en angst van 1050 mensen van alle niveaus van VB gemeten door het Erasmus MC. De resultaten zijn alarmerend: ouderen met een VB bewegen weinig, zijn niet fit, hebben vaak ernstig overgewicht en hebben meer kans op hart- en vaatziekten. Opmerkelijk is dat ouderen met een VB ongeveer 20 jaar eerder kwetsbaar zijn dan ouderen in de algemene bevolking. Er zijn kansen voor verbetering van de gezondheid van deze burgers, bijvoorbeeld door toepassen van een in het Erasmus MC ontwikkeld beweegprogramma. Hier is expertise voor nodig die mogelijk onder druk komt te staan door plannen om de financiering van de zorg voor mensen met een VB te versoberen. dr. Michael Echteld Erasmus MC – Senior Onderzoeker Geneeskunde voor Verstandelijk Gehandicapten T: 06 558 63 123
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXI |
Kindvriendelijke gezondheidszorg Sarah Spronk | UL Kinderrechten zouden een meer centrale rol moeten spelen bij de medische zorg die kinderen geboden wordt. Dit leidt niet alleen tot meer respect voor de rechten van het kind, maar ook tot lagere ziektekosten. De recente ontwikkelingen voor het terugbrengen van ziektekosten houden onvoldoende rekening met alternatieve mogelijkheden om kwalitatieve zorg te bieden. Internationale kinderrechten bieden een goede aanknopingspunt om gezondheidskosten op de langere termijn te beperken. Wat dit inhoudt wordt toegelicht aan de hand van de uitwerking van het recht van kinderen op gezondheidszorg. Welke prioriteiten moeten gesteld worden? Aandacht is er onder meer voor het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en het beperken van hospitalisatie en medicalisering van kinderen. In het kader van het Europese Actie Programma ‹Building a Europe for and with children› zijn in september vorig jaar de Guidelines on child-friendly health care aangenomen door de Raad van Europa. Hierin zijn aanknopingspunten te vinden voor het vormgeven van medische zorg aan kinderen. Binnenkort wordt verder de NGO-schaduwrapportage over de stand van zaken met betrekking tot kinderrechten in Nederland aan het VN Comite voor de rechten van het kind aangeboden. Hierin is onder meer plek ingeruimd voor de realisatie van het recht op gezondheid van kinderen. mr. drs. Sarah Spronk Universiteit Leiden – Promovenda int. kinderrechten en gezondheid T: 06 464 31 299
[email protected] http://law.leidenuniv.nl/org/privaatrecht/jeugdrecht/medewerkers/spronksi.html
| LXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Vroeg signaleren van gedragsproblemen: geen probleem? Floor Bevaart | EMC Ouders van Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse afkomst zien gedragstoornissen bij hun kind minder vaak als een probleem dan Nederlandse ouders. Sinds de invoering van de JGZ-richtlijn voor vroege signalering van psychosociale problematiek in 2008 worden landelijk signaleringsinstrumenten gebruikt door het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) om gedragsproblemen op te sporen bij steeds jongere kinderen. Deze studie laat zien dat het meten van probleemgedrag met een signaleringsinstrument niet in alle etnische groepen overeenkomt met het idee dat ouders zelf hebben over het gedrag van hun kind. Niet-westerse ouders spreken minder vaak van een ‘probleem’ bij 5-6-jarige kinderen met emotionele- en/of gedragsproblemen in vergelijking met Nederlandse ouders. Bovendien zien ouders minder vaak problemen dan leerkrachten. Voor het CJG kan het dan moeilijk zijn om deze kinderen accuraat hulp te bieden of door te verwijzen. Is de Nederlandse manier van signaleren van problemen wel geschikt voor alle etnische groepen? Dit artikel over etnische verschillen in probleem perceptie bij ouders van kinderen met emotionele en/of gedragsproblemen verschijnt binnenkort in Journal of Child Psychology and Psychiatry. F. (Floor) Bevaart, MSc Erasmus Medisch Centrum – Wetenschappelijk onderzoeker (AIO) Kinder-en Jeugdpsychiatrie T: 06 243 82721
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXIII |
Borstkanker in blogosphere Marjolein de Boer | UM
Sommige vrouwen met beschadigende borstkanker (re-)construeren hun lichamelijke identiteit in onlichamelijke ruimtes op het internet. Zij doen dit onder andere door het maken en bijhouden van een persoonlijke blog. Dit resulteert in verschillende repertoires van lichamelijke identiteiten: het kankerpatiënt repertoire, het survivor repertoire en het drag queen repertoire. Borstkanker is tegenwoordig zeker geen doodvonnis meer, en dus is er steeds meer aandacht voor een leven ná borstkanker. Dit is dikwijls een leven waar grote lichamelijke veranderingen, zoals een borstamputatie, hebben plaatsgevonden. Veel wetenschappelijk onderzoek hiernaar richt zich op lichamelijke tevredenheid. Dit wordt vaak gemeten aan de hand van objectieve parameters, zoals symmetrie van de gereconstrueerde borsten. Dit onderzoek belicht de subjectieve kant van het omgaan met een veranderd lichaam, en richt zich vooral op de vraag of (en hoe) vrouwen met beschadigende borstkanker in staat zijn om zich met hun ‘nieuwe’ lichaam te identificeren. Deze – vaak impliciete ervaringen – komen naar voren in de verhalen die deze vrouwen vertellen over hun lichaam, zoals op blogs die zij bijhouden. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen uiteindelijk ingezet worden voor de verbetering van (na-)zorg, namelijk zorg die rekening houdt met subjectieve lichamelijke ervaringen. Marjolein de Boer, M. Phil. Universiteit Maastricht – PhD-student Medische antropologie/ Filosofie T: 06 239 06 933
[email protected]
| LXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Een breder debat over voedselinnovatie Dirk Haen | UM Publiek wantrouwen van voedseltechnologie is niet altijd angst voor veiligheidsrisico’s. Burgers zijn soms bezorgd over de vervlakking van onze eetcultuur en zitten niet te wachten op innovaties die het leven efficiënter, sneller, en gemakkelijker maken: voedsel is toch méér dan brandstof? Technologen en beleidsmakers weten zich hier vaak geen raad mee. De Nederlandse levensmiddelentechnologie heeft wereldwijd een voortrekkersrol. Als één van de negen topsectoren, waarvoor het kabinet in totaal anderhalf miljard euro heeft vrijgemaakt, kunnen we nog veel innovaties van haar verwachten. Maar innovatie gaat niet zonder maatschappelijk draagvlak, en vertrouwen is niet vanzelfsprekend. We kunnen lering trekken uit publieke controverses over genetische modificatie maar ook over E-nummers. Hoe voorkomen we dat burgers, beleidsmakers en techniekontwikkelaars weer langs elkaar heen gaan praten? Dit is belangrijk, want burgers willen weten welke invloed voedseltechnologie heeft op hun dagelijkse leven. De discussie beperkt zich dan al snel tot risico’s. Maar consumenten vinden natuurlijke voeding, zelf koken en uitgebreid tafelen ook belangrijk. Populaire kookprogramma’s, en initiatieven als de Week van de Smaak en de SlowFood-beweging zijn daar een voorbeeld van. Dit onderzoek is een filosofische analyse van het hedendaagse Nederlandse debat over voedsel. De vraag is: waarom zouden we het debat niet breder trekken? drs. Dirk Haen Universiteit Maastricht – Promovendus Wijsbegeerte T: 06 146 85 584
[email protected] www.dirkhaen.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXV |
Nieuwe farmacologische behandelingsmodaliteiten voor het overactieve blaassyndroom Sajjad Rahnama’i | UM Het probleem van incontinentie en het overactieve blaassyndroom komt bij veel patiënten voor. De huidige medicatietherapie is bij veel patiënten onvoldoende werkzaam. Ons onderzoek geeft aanknopingspunten voor andere soorten medicamenteuze therapie. Bekende middelen zoals diclofenac, Naproxen maar ook viagra en levitra kunnen mogelijk uitkomst bieden bij mannen en vrouwen met een overactieve blaas en incontinentie. Het overactieve blaas syndroom (OAB) komt bij veel mensen voor. In de westerse samenleving lijden ongeveer 1 op de 5 de mensen boven de 40 jaar aan een van de symptomen van OAB. Volgens de recente onderzoeken in ons buurland Duitsland, kunnen de totale jaarlijkse kosten op ca. 4 miljard geschat worden. Het merendeel van deze kosten betreft symptoombestrijding in de vorm van incontinentiemateriaal. Hoewel de kosten, het effect op kwaliteit van leven en de prevalentie van deze aandoening in de buurt komen van de bekende ziektes zoals astma en diabetes, wordt er maar een fractie aan geld besteed aan onderzoek naar behandelingsmogelijkheden voor OAB. Dit onderzoek, gesubsidieerd door NWO Mozaïek zoekt naar een ratio voor alternatieve nieuwe medicamenteuze behandeling voor patiënten met OAB. Verrassend is dat bekende pijnstillende middelen zoals diclofenac , naproxen en brufen maar ook middelen tegen erectiestoornissen zoals Viagra en Levitra bij zowel mannen als vrouwen met OAB gunstige resultaten op de symptomen laten zien. Dit onderzoek beschrijft hoe dat kan en hoe verfijning van deze middelen mogelijk in de toekomst kan leiden tot betere en krachtigere behandeling van het overactieve blaassyndroom en bepaalde vormen van incontinentie. drs. Sajjad Rahnama’i Maastricht University Medical Centre – AIOS Urologie T: 06 149 21 362
[email protected] | LXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Sociaal OngeHOORd Stephanie Theunissen | LUMC Puberende jongeren kunnen Oost-Indisch doof zijn, maar wat als ze echt een gehoorprobleem hebben? Uit ons onderzoek blijkt dat er meer psychosociale problemen, zoals depressie, angst en agressie voorkomen bij dove en slechthorende jongeren dan bij goedhorende jongeren. Betekent slecht horen dan ontsporen? Dit onderzoek laat zien hoe belangrijk toegang tot de sociale wereld is voor een optimale sociale en emotionele ontwikkeling. Wanneer de toegang is verminderd, neemt het risico op psychosociale stoornissen toe. Helaas wordt ruim 96% van de kinderen met een gehoorverlies geboren bij goedhorende ouders, vaak resulterend in een gebrekkige communicatie. Deze taal- en spraakachterstanden kunnen vervolgens leiden tot psychische klachten bij deze toch al kwetsbare groep jongeren. Het is relevant deze problemen bijtijds en bij de kern aan te grijpen, want ze hebben levenslange gevolgen voor o.a. schoolprestaties, vriendschappen, het algemene levensgeluk en geven bovendien meer kans op het ontstaan van alcohol- en/of drugsverslavingen. Reeds aantal gepubliceerde artikelen en op dit moment groot aantal ‹under review› of ‹in prep›. Stephanie Theunissen, MD Leids Universitair Medisch Centrum – Arts-onderzoeker Keel-, Neus-, en Oorheelkunde
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXVII |
Herinneringen aan overstromingen in het Zuiderzeegebied Harm Pieters | VU Aan de ene kant speelden herinneringen aan eerdere rampen een belangrijke rol bij de omgang met het voortdurende gevaar van het water in het Zuiderzeegebied. Aan de andere kant lijken overstromingsrampen snel verdwenen te zijn uit het collectieve geheugen. Lange tijd dachten we dat we het water konden beheersen. Door de huidige klimaatverandering en de toename van het aantal natuurrampen zijn we ons steeds meer bewust van onze kwetsbaarheid. De mythe van de overwinning op het water en de kwetsbaarheid ten opzichte van het water kent een lange geschiedenis. In het Zuiderzeegebied vertaalden herinneringen aan eerdere overstromingen zich in strategieën om het water buiten de deur te houden. Maar aan de andere kant leek onze omgang met het water precies het vergeten van eerdere overstromingen te zijn. Wie wil er nou steeds herinnerd worden aan de stress van het leven langs een onstuimige zee? Harm Pieters, MA Vrije Universiteit Amsterdam – Promovendus Geschiedenis T: 06 182 01 527
[email protected]
| LXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Steeds dieper in de dunne darm van een kind Lissy de Ridder | EMC Wij laten zien dat we erin geslaagd zijn diep in de donkere en kronkelige krochten van de dunne darm van een kind te komen. Ter plekke kunnen we slijmvlieshapjes afnemen voor weefselonderzoek. Zo kunnen we ontsteking aantonen op plaatsen waar we voorheen niet bij konden komen. Deze nieuwe techniek, zijnde ballon-enteroscopie van de dunne darm, is voor het eerst in onderzoeksvorm toegepast op kinderleeftijd. Dit onderzoek laat zien dat ballon-enteroscopie een veilige en goed verdragen methode is om de dunne darm zorgvuldig te bekijken. Bij kinderen met ziekte van Crohn (een chronische darmontsteking) kan de ontsteking alleen in de dunne darm zitten. Voorheen kon dit niet goed worden aangetoond. Met ballon-enteroscopie kan weefsel afgenomen en onderzocht worden wat een belangrijke meerwaarde heeft voor het stellen van de diagnose ziekte van Crohn. Ook bij andere dunne darmaandoeningen, zoals bloedingen of vernauwing, kan deze techniek bijdragen aan de juiste diagnose en behandeling. Lissy de Ridder, Ms, PhD Erasmus MC / Sophia Kinderziekenhuis Kinderarts MaagDarmLeverziekten – Kindergeneeskunde MaagDarmLeverziekten T: 06 130 93 002
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXIX |
Stelen voor de wetenschap Wolter Pieters | TUD Studenten van de Universiteit Twente hebben dertig laptops gestolen van verschillende universiteitsmedewerkers. Ze zijn hiervoor niet vervolgd en konden gewoon hun studie voortzetten. Sterker nog, de studenten ontvingen zelfs studiepunten voor de diefstallen. Wij instrueerden de studenten om uitgedeelde laptops voor ons terug te stelen, als wetenschappelijk experiment. Dit onderzoek laat zien hoe makkelijk het verkrijgen van vertrouwelijke informatie kan zijn, en waarom de mens de zwakste schakel in de informatiebeveiliging is. De opzet van het onderzoek is uniek, omdat we de laptops onder het voorwendsel van een gebruikersonderzoek uitleenden aan dertig medewerkers. De studenten deden zestig pogingen om ze terug te stelen, waarvan er dertig slaagden, vooral door manipulatie van mensen. De scenario’s (schoonmaker vragen een deur open te maken, zich voordoen als medewerker van de ICT servicedesk, etc.) spreken tot de verbeelding, en kunnen eenvoudig gevisualiseerd worden. Ze kunnen ook gebruikt worden om het beveiligingsbewustzijn in organisaties te vergroten. Op basis van de resultaten ontwikkelen we een “navigatiesysteem voor dieven”, maar uiteraard met als doel de beveiligers inzicht te geven in de zwakke plekken. Bovendien stellen we de vraag aan de orde of we studenten moeten leren stelen om ze op te leiden tot goede beveiligers. dr. ir. Wolter Pieters TU Delft – postdoc informatiebeveiliging T: 06 1602 4512
[email protected] http://homepage.tudelft.nl/e7x9k/
| LXX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Meten zonder prikken bij couveusekinderen Nienke Bosschaart | UvA Bij couveusekinderen wordt geregeld bloed afgenomen om hun gezondheid in de gaten te houden. Vaak gebeurt dit met een hielprik: een pijnlijke methode die niet zonder bijwerkingen is. In het AMC ontwikkelen we een pijnloze techniek (o.b.v. spectroscopie) waarmee we de meest kritische bloedwaarden kunnen meten, zonder te prikken. Dit onderzoek heeft hoge maatschappelijke relevantie en vereist niet veel verbeeldingskracht van een buitenstaander om dat te begrijpen. Er is een grote groep belanghebbenden betrokken bij de ontwikkeling van deze nieuwe techniek: niet alleen couveusekinderen zelf, maar ook hun familie, behandelende artsen en verpleegkundigen. Daarnaast is de samenleving een grote belanghebbende, omdat dit één van de weinige medisch-technische ontwikkelingen is die kan leiden tot een aanzienlijke vermindering van zorgkosten, in plaats van een verhoging. Terwijl de hielprikanalyse vaak meer dan een uur duurt, meet onze nieuwe techniek de bloedwaarden in minder dan een seconde, wat leidt tot minder arbeidsuren en minder complicaties door een te late diagnose. Bovendien is onze techniek vanuit technisch oogpunt zeer vernieuwend, waardoor een nauwkeurige bloedwaardebepaling mogelijk is. Hierdoor komt een drastische vermindering van het benodigde aantal hielprikjes dichterbij, en daarmee minder zorgen voor patiëntjes die doorgaans al vroeg moeten vechten voor hun leven. dr. Nienke Bosschaart Academisch Medisch Centrum (UvA) – Postdoc Biomedical Engineering & Physics T: 020 566 52 07
[email protected] www.amc.nl/bmep
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXI |
Spoel de zee door je wc en bespaar er drinkwater mee! Tessa van den Brand | KWR Zeewater si een interessant alternatief voor het kostbare drinkwater voor doeleinden waarbij ‘tweede kwaliteit‘ water – zoals het doorspoelen van het toilet – prima voldoet. Dit innovatieve sanitatieconcept bespaart energie, geld en (drinkwater) bronnen. Uit onderzoek blijkt dat we meer dan 30% van ons dagelijks (drink)waterverbruik rechtstreeks door het toilet spoelen. En dat terwijl het erg prijzig is om, zowel in kosten als in energie, goed gezuiverd, veilig en lekker drinkwater beschikbaar te stellen. Naast het feit dat dit erg verspillend overkomt, is het ook nog eens onnodig! Zeewater blijkt een goed alternatief. Het is veilig, goedkoop, duurzamer en het bespaart drinkwater bronnen. Bovendien kan er ingenieus gebruikt worden gemaakt van het aanwezige sulfaat in zeewater, gedurende de afvalwaterzuivering. Door sulfaat reducerende bacteriën te gebruiken kan het afvalwater anaeroob (zonder aeratie) behandeld worden en resulteert het in minder afvalstromen (slibproductie). Toepassing van zeewater in het sanitatiesysteem, in the city of the future! Tessa van den Brand, MSc KWR watercycle research institute – Researcher afvalwaterzuivering T: 030 606 96 29
[email protected] www.kwrwater.nl en http://www.ihe.nl/Saline-Sanitation/Projects/SALINE
| LXXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Stoffen besturen in een “lab op een chip” Jos Quist | LACDR/NMC Ik ga laten zien dat we een nieuwe scheidingstechniek (depletiezone-isotachoforese, dzITP) ontwikkeld hebben om superkleine hoeveelheden vloeistoffen te analyseren. De chips die we daarvoor gebruiken bevatten vloeistofkanaaltjes die duizenden keren dunner zijn dan een haar. Hierin kunnen stoffen selectief bestuurd worden met elektrische stroompjes. We passen dit toe op lichaamsvloeistoffen zoals urine. Dat is interessant voor de pers omdat dit erg veel mogelijkheden biedt voor het meten van stoffen in een “lab op een chip”. Deze geminiaturiseerde laboratoria vormen niet alleen een belangrijke wetenschappelijke trend, maar gaan naar verwachting de komende 10 jaar ook hun intrede doen in ziekenhuizen, zorginstellingen en zelfs bij u thuis. Onze nieuwe scheidingstechniek geeft veel extra mogelijkheden om aan zeer kleine hoeveelheden urine, bloed en andere lichaamsvloeistoffen belangrijke gezondheidswaarden ontlenen. Als voorproefje kan ik (als de locatie dat toelaat) ter plekke demonstreren hoe ik enkele stoffen meet in de urine van een vrijwilliger. Afgelopen najaar hebben we dzITP gepubliceerd, waarmee we de voorkant van het toonaangevende tijdschrift Analytical Chemistry haalden. Komende maand verwachten we een tweetal nieuwe artikelen te submitten, die aantonen dat deze techniek nog veel meer mogelijkheden biedt om stoffen te besturen. “Bessensap” krijgt de primeur: dit wordt de eerste publieke presentatie van deze baanbrekende resultaten! Jos Quist, MSc LACDR/NMC – Promovendus nanobiotechnologie T: 06 811 83 572
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXIII |
Geen knollen voor citroenen Saskia van Ruth | WUR Er zijn vele nieuwe testmogelijkheden ontwikkeld die de echtheid van voedselproducten kunnen aantonen. Niemand het prettig vindt bedrogen te worden, en zeker niet met voedsel. De echtheid van producten is een kwaliteitskenmerk van voedsel geworden. De echtheid, authenticiteit van voedsel, is een actueel onderwerp en is belangrijk voor de consument, maar ook voor producenten, handel, supermarkten, certificeerders en autoriteiten. Zij zijn allen gebaat bij de oprechte benaming van voedingsmiddelen, of het nu gaat om de ingrediënten (bijv. verdunning, goedkoper vet, melamine in zuigelingenvoeding), verwerking (bijv. ontdooid i.p.v. vers vlees), geografische herkomst, of speciale productiekwaliteiten zoals biologisch, diervriendelijk, duurzaam, halal, wild/gekweekt. Oneerlijkheid op dit vlak heeft niet alleen economische effecten maar soms ook serieuze invloed op de voedselveiligheid. Met de voortschrijding van de technologie is het nu mogelijk om met analytische tests de echtheid van producten vast te stellen, ook als het gaat om moeilijker grijpbare kwaliteiten (bijv. biologisch). Deze tests versterken administratieve controles. dr. Saskia van Ruth RIKILT, Wageningen UR – Manager Research Cluster Authenticiteit en Nutriënten T: 0317 48 02 50
[email protected]
| LXXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Virtual Reality Check Jos Thalen | UT Ik ga laten zien dat je een product al kunt laten testen door eindgebruikers voordat het echt bestaat. Als productontwerper wil je zeker weten of een toekomstig product aanslaat bij beoogde eindgebruikers. In plaats van het bouwen van dure fysieke prototypes doen wij dit in virtuele omgevingen. Dat is interessant voor de pers omdat het onderzoek een balans laat zien tussen wetenschap en de ‘echte wereld’. Vanuit de wetenschap wordt constant gewerkt aan betere, snellere of slimmere technieken, zeker op het gebied van virtuele omgevingen. Uit de ontwerppraktijk blijkt echter dat deze technologie push lang niet altijd nodig is. We kijken daarom samen met productontwerpers kritisch naar het ontwerpproces om te achterhalen hoe en waar bestaande technieken nuttig ingezet kunnen worden.Zo is voor een printerfabrikant een virtuele ‘printshop’ gebouwd, waarin ontwerpers en eindgebruikers toekomstige productconcepten kunnen bedienen en testen. Voor een andere partner wordt gewerkt aan virtuele werelden waarin gebruiksscenario’s worden nagespeeld om ontwerpers een beeld te geven van de interacties tussen hun product en de eindgebruiker. Kortom, in plaats van mee te werken aan een technology push maakt het onderzoek een pas op de plaats, en kijkt kritisch naar hoe bestaande technieken praktisch kunnen worden toegepast in een ontwerpproces. Jos Thalen Universiteit Twente – Promovendus Productontwerp T: 06 288 30 796
[email protected] http://www.josthalen.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXV |
Procedurele animatie van de groei van een 295 miljoen jaar oude plant Bodo Schuetze | Naturalis De nieuwste dynamische animatie technologie is een nuttig gereedschap voor de visualisatie van (uitgestorven) planten morphogenese en een hulpmiddel is bij het zichtbaar maken van verschillende modellen. We zijn in staat om het verleden in HD-kwaliteit tot leven te brengen. Deze aantrekkelijke animatie toont een plant die voorganger is van de coniferen en maakt de pers deelgenoot van de wetenschappelijke discussie. ing. Bodo Schuetze CB. Naturalis – Student Palaeobotanie-Computer graphics T: 06 173 84 845
[email protected] bodoschuetze.de
| LXXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Waarom werkt Augmented Reality niet (of nauwelijks)? Jouke Verlinden | TUD Augmented Reality (AR) lijkt een hype, maar wanneer wordt dit werkelijkheid? In mijn promotieonderzoek is er hard gewerkt aan AR, met een aantal gepatenteerde systemen tot gevolg. Maar ondanks dat de techniek steeds beter wordt, lijkt de praktijk zich af te wenden van de mogelijkheden. Waarom? Een recente kwalitatieve studie met 18 topdesigners en engineers geeft inzicht. Aan high-tech innovatie ontbreekt vaak een menselijk gezicht, zo laat deze studie zien dat AR moeilijk is toe te passen. Dat komt niet door de falende techniek: die is zelfs bij iedereen al in huis door smartphones, beamers en slimme software. Wat ontbreekt is een goede fit met de praktijk, in mijn geval met ontwerpers. Daarnaast is er een groot probleem met het bepalen van toekomstige impact van zulke technieken. Dit leent zich voor kwalitatief onderzoek, maar de wijze waarop we dat doen beïnvloed de uitkomsten. In de presentatie zal een experiment worden besproken met twee varianten 1) werkende demonstratie of 2) een youtube film. De antwoorden zijn zeer verschillend, maar de mogelijke impact blijft laag. Dit experiment wordt in mei 2012 gepresenteerd. Eerdere stappen van dit onderzoek zijn ondersteund door STW en de Japanese Academy of Sciences. Jouke Verlinden, MSc TU Delft – Universitair Docent Industrieel Ontwerpen T: 015 278 93 21
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXVII |
As if Being There: Mediated Reality for Crime Scene Investigation Stephan Lukosch | TUD This presentation reports on a novel mediated reality system that has been designed and developed within the CSI The Hague project. The system supports collaboration between crime scene investigators during a first analysis on a crime scene, remotely supported by expert colleagues. Results show that our system tackles current issues in crime scene investigation. The presentation is interesting for the press as it offers scientific details on a part of the CSI The Hague project that recently has been mentioned in various media, e.g. New Scientist, NOS Nieuws, De Telegraaf, Radio 1, RTL Nieuws. The project has been presented at premier conference for presenting research in the design and use of technologies that affect groups, organizations, and communities. The publication details are: Poelman, R.; Akman, O.; Lukosch, S. & Jonker, P. As if Being There: Mediated Reality for Crime Scene Investigation CSCW ‘12: Proceedings of the 2012 ACM conference on Computer Supported Cooperative Work, ACM New York, NY, USA, 2012, 1267-1276 dr. Stephan Lukosch Delft University of Technology – UHD Informatica T: 06 810 60 899
[email protected] http://www.tudelft.nl/sglukosch
| LXXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Energie? Dat doen we gewoon zelf! Veronique Vasseur | UM Ook in de toekomst is er genoeg energie beschikbaar om onze levensstijl te onderhouden. We ruilen conventionele fossiele energiebronnen in voor duurzame energiebronnen en er is energie in overvloed. Door het plaatsen van zonnepanelen op het dak kan een burger al zelf energie opwekken. Technologisch succes wordt niet alleen bepaald door economische en technische eigenschappen, maar ook door het sociale systeem waarin een technologie wordt ontwikkeld. De formatie en reformatie van de sociale betekenis toegekend aan zonnepanelen zal zowel de technische ontwikkeling als het diffusieproces ervan beïnvloeden. Onderzoek toont aan dat de groep personen die zonnepanelen aangeschaft hebben, al dan niet vrijwillig, op een aantal punten verschillen met diegenen die dat (nog) niet gedaan hebben. Demografische factoren zijn niet geschikt bevonden voor het voorspellen of iemand wel of geen zonnepanelen zal aanschaffen. Het is niet omdat iemand hoogopgeleid is en over een hoger inkomen beschikt automatisch zonnepanelen zal aanschaffen. De perceptie van de burger op zonnepanelen is dan weer wel geschikt bevonden: welke karakteristieken zijn belangrijk, wie moet het voortouw nemen en op welke manier dan wel. Een interessante uitkomst in dit onderzoek is dat er een gebrek is aan informatie en dat de efficiëntie van het systeem belangrijker wordt bevonden dan de visuele representatie ervan. V. (Veronique) Vasseur, MSc. ICIS – Universiteit Maastricht – PhD student Innovatie en Duurzame Energie T: 043 388 32 23
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXIX |
Can a computer game be used as cognitive abilities and/or latent capacities assessment tool? Ellahe Chabani | UL In the last decades, the interest in computer games, educational software and internet has grown among academic research. sSome researches are oriented towards game-playing addictions, or on the effects of violent games on children. Others concern player’s performance capacity, expressed by mean of total scores or speediness. However, computer games can offer wider range of quantitative data such as number of click, pause between tow actions, error correction etc. All these data, not only reflect cognitive abilities but as well latent capacities such as; impulsiveness, problem solving pattern, perseverance and so forth. The basic claim of this research is that a computer game specifically designed for assessment purpose has the potential to complement or replace current psychometric test in the near future. Furthermore these types of assessments can take place in a natural setting such as a classroom. The findings of this research take a measured tone in acknowledging some of the obstacles and challenges of a newly designed assessment and training computer game within the field of visual spatial capacity. drs. Ellahe Chabani Leiden University – PhD candidate cognitive psychology Cognitive Psychology T: 06 269 27 191
[email protected]
| LXXX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Geschoolde vrijwilligers in het ziekenhuis Franka Bakker | UMC Geschoolde vrijwilligers kunnen oudere kwetsbare patiënten tijdens ziekenhuisopname ondersteunen in het actief blijven in de dagelijkse activiteiten, als onderdeel van het zorgplan. Dit is belangrijk om functieverlies tijdens of door een ziekenhuisopname te voorkomen. Daarnaast dragen vrijwilligers zorg voor een stukje welzijn in het ziekenhuis, waar tegenwoordig vaak weinig tijd meer voor is. De volgende issues komen vaak terug in het nieuws en de politiek: kwaliteit van zorg, kosten van zorg, patiëntveiligheid, personeelstekorten in verpleging en verzorging, vergrijzing en zorggebruik, vergrijzing en sociale participatie, en behoud van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van (oudere) mensen. De waarde van (geschoolde vrijwilligers) kan daarom groot zijn om een aantal redenen, bijvoorbeeld: kwetsbare oudere patiënten hebben vaak evenveel baat bij care (welzijn) als cure (dure en zware ingrepen); professionals worden schaarser om het welzijnsdeel uit te voeren; steeds meer gezonde gepensioneerde vrijwilligers zullen zich nuttig willen maken; een vrijwilliger heeft de tijd om te ondersteunen in het uitvoeren van de normale dagelijkse activiteiten. Een vrijwilliger mag echter nooit taken overnemen van betaalde professionals. Juist dit punt kan gevoelig zijn, weerstand opleveren en discussie veroorzaken. Houden we deze scheidslijn in de toekomst in stand? Een pilot met geschoolde vrijwilligers in ziekenhuis is maart 2011 afgerond. Een effectstudie met geschoolde vrijwilligers in het ziekenhuis loopt sinds april 2011, laatste metingen vinden plaats in juli 2012. F.C. (Franka) Bakker UMC St. Radboud – Promovenda geriatrie T: 024 361 67 79
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXXXI |