NOTITIE ALGEMEEN ARBEIDSVOORWAARDENBELEID NVJ 2016 en 2017
De NVJ wil investeren in werk, vakmanschap en beloning Ook in het snel veranderende medialandschap heeft de journalistiek een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen. Zaken onthullen die partijen in machtsposities liever buiten de openbaarheid houden, is ook in de 21ste eeuw hard nodig. De journalistieke infrastructuur staat onder druk, met name in de regio. Dat vraagt om slim en efficiënt werken, samenwerkingsverbanden zoeken, en innoveren, met behoud van journalistieke kernwaarden als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, creativiteit en diepgang. Een sterke NVJ is, als beroepsvereniging en belangenbehartiger, cruciaal om zeker te stellen dat journalisten onafhankelijk, in vrijheid, en tegen een fatsoenlijke beloning hun vak kunnen uitoefenen. De NVJ komt op voor de belangen van alle journalisten, of ze nu in loondienst zijn of als zelfstandige het vak uitoefenen. Dat laatste is steeds vaker de praktijk. De groep zelfstandigen groeit en dat leidt tot grote concurrentie en tarieven die onder druk staan. Het verschil in beloning tussen freelancers en journalisten in loondienst is groot. Daar wil de NVJ verandering in brengen, via de onderhandelingstafel en op andere manieren. Het uitgangspunt van de NVJ is dat collega’s die samenwerken binnen een redactie voor gelijk werk een gelijke beloning dienen te ontvangen, ongeacht hun arbeidsrechtelijke positie. De praktijk is helaas anders. Deze notitie bevat een beknopte paragraaf over de positie van zelfstandigen. In de Notitie Zelfstandigen 2015 zijn de standpunten van de NVJ ten aanzien van zelfstandigen nader uitgewerkt. Het is belangrijk dat werkgevers en opdrachtgevers investeren in de journalistiek. Speerpunten zijn goede lonen en arbeidsvoorwaarden voor werknemers en billijke tarieven voor zelfstandigen, een professionele beroepsuitoefening en werkgelegenheid in de vorm van echte banen. Verbetering van de positie van freelancers heeft topprioriteit. Het gaat daarbij vooral om het tegengaan van onderbetaling en slechte leveringsvoorwaarden en de erkenning van het auteursrecht van alle makers. Sluitende afspraken over deze thema’s zijn bepaald niet vanzelfsprekend en kunnen alleen bereikt worden door strategisch slim te opereren in het besef dat het bij onderhandelen uiteindelijk draait om belangen en om geld. Om succesvol op te komen voor de belangen van de leden dient de NVJ onderhandelingsdelegaties af te vaardigen die evenwichtig zijn samengesteld en over de ervaring en expertise beschikken die nodig zijn om tot resultaten te komen. En - heel belangrijk - waarin de leden zich herkennen. Bij technisch ingewikkelde doorrekeningen schakelen de onderhandelingsteams van de NVJ, indien nodig, externe expertise in.
De omgeving waarin het vak wordt uitgeoefend verandert in snel tempo, gedreven door technische ontwikkelingen. Vernieuwing is een grote uitdaging en daar wil de NVJ een actieve rol in spelen. De journalistieke sector staat onder druk en moet nieuwe mogelijkheden verkennen en werken aan nieuwe verdienmodellen die ook op termijn de journalistiek kunnen financieren. Al jaren is er sprake van een fors verlies aan journalistieke werkgelegenheid. Bij dagblad- en tijdschriftuitgevers volgt de ene reorganisatie op de andere. Ook bij de omroep wordt verder bezuinigd. Dit lijdt ertoe dat het aantal vaste banen afneemt en een groter deel van het budget naar zelfstandigen gaat. Mediabedrijven hebben de structurele omzetdaling sinds begin deze eeuw, nog versterkt door de crisis die in 2008 begon, vooral beantwoordt met elkaar opvolgende kostenbesparingsprogramma's die ook de redacties hebben geraakt. Toch zijn er mediabedrijven die ondanks de trendmatige terugloop van omzetten jaar op jaar uitstekende financiële resultaten behalen. De NVJ probeert te bewerkstelligen dat die resultaten terechtkomen bij alle stakeholders. Bedrijfsresultaten moeten ook worden aangewend voor investeringen en bijdragen aan behoud en verbetering van de positie van degenen die de kern vormen van elk mediabedrijf: de makers.
Werkgelegenheid Werk is topprioriteit. Banen - vast of tijdelijk - of opdrachten zijn van het allergrootste belang. Jonge journalisten moeten betere waarborgen krijgen om te kunnen doorstromen naar een vaste baan. Nu zitten ze te vaak of te lang in tijdelijke en/of flexibele contracten. Dat geldt voor veel meer journalisten die vaak noodgedwongen - jaren onderdeel uitmaken van de zogenaamde flexibele schil. Velen van hen verrichten dezelfde journalistieke werkzaamheden als hun collega’s in vaste dienst, vaak hebben die ook een structureel karakter, maar tegen veel slechtere beloning en voorwaarden. Alle inspanningen moeten er op gericht zijn om werkgevers/opdrachtgevers op dit punt in beweging te krijgen.
Flexibele schil Ook in de mediabedrijven groeit de flexibele schil, als gevolg van de wens om snel te kunnen reageren op veranderende marktomstandigheden, maar vooral ook om te besparen op personeelskosten. Dat laatste heeft ertoe geleid dat in de praktijk binnen journalistieke organisaties een gat gaapt tussen de beloning van journalisten in loondienst en journalisten die er als zzp’er aan de slag zijn. Een onevenredig grote flexibele schil kan echter afbreuk doen aan de kwaliteit, herkenbaarheid en journalistieke slagkracht van redacties. Aan ons de taak om ook werkgevers/opdrachtgevers ervan te doordringen dat de hoogstaande uitoefening van ons vak ook in hun belang is en dat kwaliteit een prijs heeft.
De wildgroei aan onzekere contracten zorgt bij werknemers voor grote onzekerheid over inkomen en werktijden. Het uitgangspunt van de NVJ is dat structureel werk wordt uitgevoerd door journalisten met een vast dienstverband. De tendens is echter dat structureel werk ook in toenemende mate wordt verricht door zzp’ers, tegen een aanzienlijke lagere beloning dan hun collega’s in loondienst ontvangen. De NVJ zet zich in voor echte journalistieke banen, die voldoende bestaanszekerheid bieden en toegang bieden tot sociale zekerheid. De NVJ zoekt naar manieren om ontduiking van de cao via schijnconstructies aan te pakken en werkt daarbij samen met medezeggenschapsorganen binnen redacties en mediabedrijven. Speciale aandacht is nodig voor journalisten die bij een reorganisatie op straat komen te staan en weer als zelfstandige bij hun voormalige werkgever aan de slag gaan tegen sterk verslechterde arbeidsvoorwaarden. In feite verlegt de werkgever allerlei risico’s (op ziekte of arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld) naar de zelfstandige zonder daarvoor de bijbehorende risicopremie te willen betalen. Het feit dat de risico’s verlegd worden naar de werknemer zou eigenlijk moeten resulteren in een hogere beloning - de zzp’er moet immers zelf zaken regelen die voor degenen met een vast diensverband collectief zijn geregeld. Het tegendeel is echter het geval, waardoor zelfstandigen voor de werkgevers veel goedkoper zijn dan journalisten in loondienst. De NVJ zet zich in om te komen tot tarieven die het mogelijk maken om zaken die voor werknemers geregeld zijn (zoals een pensioenregeling of verzekering tegen arbeidsongeschiktheid) te bekostigen. De Wet Werk en zekerheid biedt nieuwe spelregels die bedoeld zijn om werkers meer zekerheid te bieden. De NVJ zet zich in om deze nieuwe wetgeving aan de cao-tafels te vertalen in daadwerkelijk zekerheid biedende afspraken. De NVJ ijvert binnen de brede lobby van de vakbeweging ook voor verdere wettelijke maatregelen die de kwaliteit van arbeidscontracten aan de onderkant van de arbeidsmarkt verbeteren. Waar sprake is van structurele werkgelegenheid binnen redacties, moet deze ook met vaste banen ingevuld worden. Dit is ook een investering in het borgen van kennis, kunde en loyaliteit op redacties. Schijnconstructies met flexibele arbeid onder slechte voorwaarden - in de vorm van onzekere contracten zoals payrollcontracten, schijnzelfstandigheid en nulurencontracten, worden bestreden. Dit vraagt om heldere en controleerbare afspraken, waarbij werkgevers meer aangesproken kunnen worden op hun verantwoordelijkheden. Dat kan door met cao-partijen afspraken te maken over de maximale omvang van de flexibele schil. Dat kan ook door nauw samen te werken met ondernemingsraden. Dat kan door aan de cao-tafel af te spreken de bewijslast om te keren: de werkgever moet aantonen dat de cao wordt nageleefd als daar twijfel over bestaat.
Kwaliteit van het werk De kwaliteit van het journalistieke werk komt in gevaar als er te weinig tijd en te weinig beloning voor beschikbaar is. Vooral de journalistieke infrastructuur in de regio is een punt van zorg. Er zijn interessante online initiatieven, maar verdienmodellen waarmee de journalistieke infrastructuur blijvend bekostigd kan worden zijn er nog niet. Daarom is het zaak wat er is zoveel mogelijk in stand te houden en ondertussen te werken aan vernieuwing. Maar dan wel zo dat er een vitale beroepsgroep blijft die met passie in de journalistiek wil werken en daarvoor een fatsoenlijke beloning ontvangt. Voor veel journalisten die geen vaste baan hebben, maar via andere constructies en contractvormen als journalist aan de slag zijn, is dat doel nog ver weg. De NVJ ijvert voor kwalitatief goed werk met perspectief en zekerheden. Voor journalisten van alle leeftijden geldt dat er voldoende kansen moeten zijn op dynamisch werk, opleidingen onder werktijd, en goede mogelijkheden om werk en privé te combineren. Elke journalist, jong of oud, moet binnen een leeftijdsbewust personeelsbeleid eigen keuzes kunnen maken. Een goede balans tussen werk en privé is voor elk individu een fundament voor gewoon goed werk. Vakmanschap en professionaliteit zijn belangrijke waarden in de journalistiek. Het is van belang om daarin te blijven investeren. De NVJ wil harde afspraken maken over (persoonlijke) opleidingsbudgetten. Algemene opleidingsbudgetten zijn nu vaak niet effectief of worden als eerste wegbezuinigd. De NVJ ijvert voor een andere aanpak waarbij elke journalist een eigen opleidingsbudget krijgt. De NVJ streeft naar goede afspraken die zodanig zijn vormgegeven dat de NVJ of de medezeggenschap (ondernemingsraden, redactiecommissies) kunnen controleren of ze door werkgevers worden nageleefd.
Beloning en koopkracht Verbetering van de koopkracht is het uitgangpunt. Dat vertaalt zich bij caoonderhandelingen in 2016, op basis van de verwachte groei- en inflatiecijfers van het CPB in een looneis van 3 %. De NVJ wil meehelpen investeren in de journalistieke sector, reden om een deel van de loonruimte (maximaal 1 procent) in te zetten voor maatregelen om meer journalisten aan het werk te krijgen, zoals instroom- en opleidingstrajecten. Collectieve regelingen moeten voorzien in arbeidsvoorwaarden die werknemers zelf op maat kunnen toepassen, bijvoorbeeld via een persoonlijk budget. Gelijk werk zou ook gelijke beloning moeten betekenen, maar in de praktijk is dat niet het geval. De NVJ wil een in beginsel gelijke behandeling van tijdelijke werknemers, freelancers en vaste krachten binnen redacties en zet zich in om verschillen te verkleinen. Dit geldt voor beloning, maar ook voor arbeidsongeschiktheidsregelingen, pensioen, scholing en andere rechten.
Zelfstandigen Het aantal journalisten dat als zelfstandige het vak uitoefent is de afgelopen jaren toegenomen en die ontwikkeling lijkt nog niet ten einde. De positie van zelfstandige werkers in de journalistiek moet sterk worden verbeterd. De tarieven zijn de afgelopen tien jaar sterk gedaald. De gemiddelde zelfstandige in de journalistiek heeft een belastbaar jaarinkomen van circa 22.000 euro. Zelfstandigen moeten gemakkelijker toegang krijgen tot collectieve pensioenregelingen, een goede en betaalbare verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en ruimere faciliteiten voor scholing. Dat kan alleen als de tarieven daar ruimte voor bieden en dat is op dit moment voor veel zelfstandigen een utopie. De NVJ onderzoekt of het mogelijk is, in navolging van de architecten-cao, te komen tot minimumtarieven. Een eerste stap is het verkennen van de juridische mogelijkheden en een enquête onder de leden om te zien of er draagvlak is voor dit idee. De NVJ zet zich in voor een gelijkwaardig speelveld. Dit betekent dat de NVJ zich nadrukkelijk inzet voor billijke tarieven en zich even nadrukkelijk verzet tegen contracten met onredelijke voorwaarden, waarin zelfstandigen bijvoorbeeld onder druk worden gezet om hun wettelijk geregelde auteursrechten over te dragen aan opdrachtgevers.
Jongeren Er zijn de afgelopen jaren al honderden journalistieke banen verloren gaan. Ondanks dat verslechterde perspectief op de arbeidsmarkt, leveren de opleidingen jaarlijks grote aantallen hooggekwalificeerde jonge mensen af die een carrière in de journalistiek nastreven. Door het grote aanbod staan de tarieven en arbeidsvoorwaarden in de sector onder druk. Jonge journalisten moeten betere mogelijkheden krijgen om zich een goede positie op de arbeidsmarkt te verwerven. Stimulansen van cao-partijen om redacties nieuwe impulsen te geven en jonge journalisten kansen te bieden, hebben onvoldoende effect. Van de jonge journalisten die via instroomprojecten werkervaring opdoen, stroomt ongeveer de helft door naar een vaste baan. De anderen blijven vaak wel verbonden aan het bedrijf waar ze ervaring hebben opgedaan, maar dan via andere contractvormen die weinig zekerheid bieden. De NVJ wil afspraken maken met werkgevers over het doorstromen naar een vaste baan voor een deel van de instromers. Het perspectief van een vaste baan moet sneller binnen handbereik liggen. Stages moeten gekoppeld zijn aan een educatief doel. De NVJ wijst (vervolg)stages zonder educatief doel af omdat die in feite een vorm van werken onder het wettige minimumloon zijn.
Ouderen De vergrijzing in de mediasector verdient een antwoord. De NVJ vindt het belangrijk om via scholing te investeren in de arbeidsmarktpositie van ouderen. Nu ouderen geacht worden door te werken tot hun 67ste moeten er ook plannen komen voor leeftijdsbewust ouderenbeleid dat journalisten in staat stelt om op een gezonde manier tot aan hun pensioen in de journalistiek actief te blijven. Met leeftijdsbewust personeelsbeleid, kunnen ouderen langer gezond aan het werk blijven. Jong-voor-oud-regelingen zijn een manier om redacties voorzien van nieuw bloed. Door 60-plussers bijvoorbeeld met arrangementen korter te laten werken (80 % werken, 90 % loon en 100 % pensioenopbouw) kunnen jongeren de vrijkomende ruimte invullen. Leeftijdsbewust personeelsbeleid biedt mogelijkheden om tussen 20 en 67 jaar een evenwicht te vinden tussen werk, inkomen en vrije tijd. Meer flexibilisering van de arbeidsduur is een optie.
Pensioen De NVJ neemt als uitgangspunt dat collectief en solidair gedragen pensioenregelingen voor elke werker in de journalistiek beschikbaar moeten zijn. Er moet daarbij een gezond evenwicht zijn tussen de lusten en lasten voor jong en oud. De NVJ streeft naar betaalbare pensioenregelingen die ook in de toekomst solidariteit als fundament hebben. Deze uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in een pensioenvisie die samen met FNV Kiem is opgesteld. Cao's voor journalisten dienen een stevige pensioenparagraaf te bevatten, met minimumnormen voor het budget dat werkgevers en werknemers over hebben voor pensioenregelingen van journalisten.
Journalistieke cao De NVJ is voorstander van brede journalistieke cao's. De NVJ staat bij het harmoniseren van verschillende cao's niet afwijzend tegenover modernisering van arbeidsvoorwaarden, maar dat mag geen synoniem zijn voor versobering. Het streven is dat de totale waarde van het pakket aan arbeidsvoorwaarden minimaal op hetzelfde niveau blijft en dat echt wordt geïnvesteerd in een vitale journalistieke sector. De NVJ is als behartiger van de belangen van alle in de journalistiek werkzame individuen de overlegpartner. Ten aanzien van de bepaling van de primaire arbeidsvoorwaarden en de journalistieke waarden ziet de NVJ zich als de overlegpartner met branchevertegenwoordigende organisaties. De NVJ blijft ook voor de secundaire en andere arbeidsvoorwaarden een rol op ondernemingsniveau vervullen.
Binding Om tot in lengte van jaren de belangenbehartiger te zijn voor de werkers in de journalistiek is een nauwe band met de leden van cruciaal belang. Om voeling te houden met de leden dienen NVJ-vertegenwoordigers regelmatig hun gezicht te laten zien bij redacties om zo rechtstreeks van leden te horen wat zij belangrijk vinden. Ook op andere manieren, bijvoorbeeld door frequent contact te onderhouden met vertegenwoordigers van medezeggenschapsorganen, dient de NVJ de vinger aan de pols te houden. De inzet voor onderhandelingen per sector wordt afgestemd met de leden. Alleen zo ontstaat draagvlak en wordt duidelijk welke zaken voor de leden belangrijk zijn. Door met leden in gesprek te gaan kunnen ook nieuwe voorstellen ontstaan die aansluiten bij de journalistieke praktijk van nu. Dit vergt dat NVJvertegenwoordigers leden en redacties opzoeken en hun oor te luisteren leggen. De wensen van de leden, mede verwoord door de door de sectieleden gekozen sectiebesturen, dienen aan de basis te liggen van het pakket waarmee onderhandelingsdelegaties van de NVJ de werkgevers tegemoet treden. Ook dient een duidelijk en transparant proces vooraf te gaan aan het samenstellen van de onderhandelingsdelegaties. Bij de cao uitgeverijbedrijf is al gewerkt met een sectiesoverstijgende onderhandelingsdelegatie, maar hebben de secties nog afzonderlijk de onderhandelingsresultaten beoordeeld. Omdat die cao nog verschillende loongebouwen en uitzonderingsbepalingen voor deelgroepen bevat, houden die deelgroepen tot nader order zelf het laatste woord over hun eigen arbeidsvoorwaarden. De rol van de secties blijft daarbij belangrijk. Het idee om werkgroep of commissie arbeidsvoorwaarden in te stellen met vertegenwoordigers uit alle groepen leden van de NVJ wordt komend jaar nader bekeken en uitgewerkt.