St@dium e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven
Nummer 9, oktober 2007
Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
WMO in oktober: de maand van buurt en wijk ........................................................................... 4 Bewoners en aandachtswijken in de Miljoenennota .................................................................. 5 Jongeren in de Miljoenennota .................................................................................................... 6 Vrijwilligers en mantelzorgers in de Miljoenennota .................................................................... 7 Hoog tijd voor externe evaluatie in non-profit............................................................................. 8 Het maken van wijkanalyses Een praktische handreiking voor opbouwwerkers ..................... 10 Ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin ........................................................................ 12 Subsidies welzijn Amsterdam chaos ? ..................................................................................... 13 Vergelijk zelf je gemeente ........................................................................................................ 15 'Wijkaanpak na 2011 niet af’..................................................................................................... 16 Training Jongeren en geld........................................................................................................ 17 Homo in de hooiberg Tips voor sociaal-cultureel werkers die aan de slag willen met homojongeren op het platteland............................................................................................... 19 KIWI: Kind in de wijk................................................................................................................. 20 Marketing voor sociale diensten............................................................................................... 21 Toezicht op een hoger plan ...................................................................................................... 22 Herziening wetgeving kinderbeschermingsmaatregelen.......................................................... 23 Aanmelding............................................................................................................................... 23 Wachtijden onnodig bij schuldhulpverlening ............................................................................ 24 Nieuwe rechtsvorm maatschappelijke onderneming................................................................ 25 Luie wijken veroorzaken dikke kinderen................................................................................... 26 Alle 443 gemeenten in 2007..................................................................................................... 27 Website bevordert bouwen communities ................................................................................. 28 Diversiteitsprijs 2007 ................................................................................................................ 29 Signaleren, melden en aanpakken van Kindermishandeling ................................................... 31
Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw S. van der Lugt Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E: e-zine@s tade.nl www.stade-advies.nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
1/31
Onderhandelen binnen subsidierelaties Verbeter uw persoonlijke onderhandelingsstijl In subsidierelaties spelen verschillende belangen en ideeën een belangrijke rol die het onderhandelen over de prestaties, rapportages en de hoogte van de subsidie moeilijk kunnen maken. Leer prettig én effectief te onderhandelen binnen subsidierelaties. Bent u bikkelhard of toegeeflijk? Krijgt u wat u wilt of doet u teveel water bij de wijn? Blijft u rustig, of wordt u agressief? Gaat u twijfelen of drijft u juist door? Gebruikt u feiten en cijfers of bent u juist sterk in het creëren van een goede sfeer? Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de resultaten, de rapportage, de prestaties. Het is een kwestie van goed onderhandelen. Vaak blijkt dit lastig om te doen. Men kent elkaar, men weet niet goed welke rol men ten opzichte van elkaar kan innemen, men heeft verschillende belangen en ideeën. Des te moeilijker en des te belangrijker om effectief te onderhandelen. Er is veel publiek geld mee gemoeid en een groter maatschappelijk doel is er afhankelijk van. Stade Advies biedt u een houvast met een training gericht op onderhandelen binnen subsidierelaties. In de eendaagse training ‘Onderhandelen binnen subsidierelaties’ maakt u door middel van theorie en vooral praktische oefeningen kennis met verschillende manieren van onderhandelen. U krijgt zicht op uw persoonlijke onderhandelingsstijl. Van daaruit leert u de positieve kanten van uw eigen onderhandelingsstijl te ontwikkelen en bewust te worden van de negatieve kanten. Uiteindelijk heeft u uw onderhandelingsstijl beter onder controle en kunt u effectiever en productiever onderhandelen. Doordat het deelnemersveld afkomstig is van zowel lokale overheden als uitvoerende organisaties, ontstaat extra inzicht in de verschillende onderhandelingsposities in het subsidieproces. Voor wie is deze training bedoeld? De training is gericht op beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Ook voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden is deze cursus interessant. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers:
dinsdag 13 november 2007 09.30 uur – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 16 per groep
Docenten en meer informatie De cursus wordt verzorgd door Iñez Hallewas en Janneke Ebben. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u met een van hen contact opnemen:
Telefoonnummer: Mobiel nummer: E-mailadres:
Iñez Hallewas Janneke Ebben (030) 23 61 878 (030) 23 61 852 (06) 51 70 05 47 (06) 23 06 39 71
[email protected] [email protected]
Prijs: € 495,- per deelnemer Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier. De uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de cursus.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
2/31
Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de cursus.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
3/31
WMO in oktober: de maand van buurt en wijk Leefbaarheid en sociale samenhang: een breed prestatieveld met veel vrijheid voor gemeenten om hier lokaal invulling aan te geven. Gemeenten kunnen het beleid optimaal aan laten sluiten bij de eigen bevolkingssamenstelling, lokale tradities, enzovoort. Doel is om het voor alle inwoners mogelijk te maken te wonen in een prettige, veilige omgeving. Klinkt simpel, maar het vereist een omslag in de aanpak en er moet een keuze gemaakt worden uit de vele manieren waarop sociale samenhang bevorderd kan worden. Inzet van de gemeente en professionele organisaties is nodig, maar met name ook van de bewoners zelf. Aansluiten bij initiatieven en initiatieven stimuleren is dan ook het devies. Hoe? Laat u informeren en inspireren door het informatiepakket van oktober. Het informatiepakket ‘buurt en wijk’: • Help! Een burgerinitiatief (pdf) • Wmo Wijkaanpak (link naar website) • Factsheet Buurt en wijk en de Wmo (pdf) • Factsheet Good practices buurt en wijk (pdf) • Blik op informele netwerken (Pilotproject Ede/Veenendaal) (pdf) • Sociale steunstructuur (Pilotproject Zuidwest Friesland) (word) • De Arnhemse Uitdaging (link naar website) • De Instrumentenwijzer Habitat Platform (link naar website) • Lijst met deskundigen Movisie (pdf) Lees meer op: http://www.invoeringwmo.nl/WMO/nl-NL/
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
4/31
Bewoners en aandachtswijken in de Miljoenennota In 18 gemeenten zijn 40 wijken geselecteerd, waar het kabinet en gemeenten samen met bewoners en lokale organisaties gaan werken aan een verbetering van de woon-, werk- , leer- en leefomgeving. Met het actieplan "Krachtwijken" wil het kabinet dat deze 40 wijken binnen 8 à 10 jaar worden omgevormd tot wijken waar het prettig wonen en werken is. En waar mensen betrokken zijn bij de samenleving. De 18 gemeenten maken voor alle betrokken wijken een plan waarin bijvoorbeeld als maatregelen aan de orde komen: • Samen met woningcorporaties werken aan voldoende, gevarieerd en kwalitatief goede woningen. • Voorzieningen op peil brengen: wijkservicepunten voor wonen, zorg en ontmoeting, brede scholen en Centra voor Jeugd en Gezin (laagdrempelige en herkenbare centra in de wijk waar ouders, kinderen en jongeren terecht kunnen met vragen over opgroeien, opvoeden en gezondheid), mogelijkheden voor sport, recreatie en cultuur. • Gericht onderwijs, actieve taalcursussen en opvoedingsondersteuning om achterstanden in te halen en te voorkomen. Dit om een betere inburgering te bevorderen. • Participatie van vrouwen verhogen door bijvoorbeeld vrijwillige inzet. • Werkgelegenheid en ondernemerschap terugbrengen in de wijk. Bijvoorbeeld door verstrekken van microkredieten aan en het realiseren van steunpunten voor startende ondernemers. Gemeenten dragen bij aan de landelijke doelstelling van het verminderen van de criminaliteit en overlast door hun aanpak van problemen op gebied van jeugd en veiligheid, overlast (in openbare ruimten), (huiselijk) geweld en wijkveiligheid. Er komen deze kabinetsperiode 500 wijkagenten bij. Bron: www.prinsjesdag2007.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
5/31
Jongeren in de Miljoenennota In de Miljoenennota 2008 komen voor jongeren de volgende plannen voor: • • • • • • • • • • •
Met ingang van 2008 wordt het bezoek aan een museum voor jongeren tot 12 jaar gratis. Schoolboeken worden gratis in het voortgezet onderwijs. Met ingang van het schooljaar 20082009 wordt hier een begin mee gemaakt en vanaf het schooljaar 2009 -2010 zijn schoolboeken volledig gratis. Alle leerlingen die vanaf schooljaar 2007-2008 op de middelbare school komen, gaan een maatschappelijke stage volgen. Via allerlei maatregelen en projecten wil het kabinet vroegtijdig schoolverlaten voorkomen. Ook hiervoor is vanaf 2008 extra geld beschikbaar. Talentvolle ambitieuze studenten krijgen via beurzen de mogelijkheid toponderwijs te volgen. Er komt een leer-/werkplicht voor jongeren tot 27 jaar. In plaats van bijstand krijgen jongeren een passend aanbod om te leren of te werken of een combinatie van die twee. De anticonceptiepil en de tandartskosten komen terug in het basispakket van de zorgverzekering voor de groep 18 tot en met 21 jarigen. Er komen in heel Nederland Centra voor Jeugd en Gezin: een plek waar jongeren (en ouders) terecht kunnen met vragen over opgroeien en gezondheid. Er komt extra geld beschikbaar voor hulpverlening en opvang voor onbedoeld zwangere meisjes en tienermoeders. Het kabinet investeert vanaf 2008 extra geld voor het terugdringen van wachttijden in de jeugdsector. Het kabinet investeert in het bestrijden van kindermishandeling. Een publiekscampagne moet mensen meer bewust maken van de ernstige gevolgen van mishandeling.
Bron: www.prinsjesdag2007.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
6/31
Vrijwilligers en mantelzorgers in de Miljoenennota Het aantal vrijwilligers en mantelzorgers staat onder druk. Alleen al om aan de toenemende vraag naar mantelzorg te voldoen, zijn de komende jaren steeds meer mensen nodig. In de Miljoenennota komen daarom de volgende plannen voor: • •
•
Om nieuwe vrijwilligers en mantelzorgers te begeleiden en bestaande groepen te behouden zijn ondersteuning en begeleiding nodig. Het kabinet wil daarom de kwaliteit en kwantiteit van mantelzorg- en vrijwilligersorganisaties (waaronder ook sportverenigingen) verbeteren. In zes gemeenten draaien projecten met als doel: meer (allochtone) vrouwen als vrijwilliger aan de slag te krijgen. (Project '1001 kracht': 50.000 extra - vooral allochtone - vrouwen als vrijwilliger aan de slag ). Nu draait dit project nog in zes gemeenten, maar het kabinet wil het landelijk verspreiden. Er wordt gewerkt aan een bondgenootschap met grote bedrijven om gezamenlijk te werken aan een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid.
Bron: www.prinsjesdag2007.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
7/31
Hoog tijd voor externe evaluatie in non-profit De taak van toezichthouders is de laatste jaren sterk verzwaard. Ook in de semi-publieke sector. Openheid, verantwoording en media-aandacht leggen steeds meer druk op de Raden van Toezicht. ‘Het is dan ook cruciaal dat zo’n raad goed functioneert’, zegt Jaap van Manen, hoogleraar accountantscontrole aan de Rijksuniversiteit Groningen en partner bij PricewaterhouseCoopers. ‘In dat kader zouden raden regelmatig kritisch naar zichzelf moeten kijken. Gek genoeg is de bereidheid daartoe gering.’ Van Manen’s persoonlijke ervaring op dit gebied wordt gestaafd door de bedrijfseconomische literatuur. ‘Deze komt tot de conclusie dat RvC’s zeer beperkt zijn in hun effectiviteit. En dan zeg ik het nog voorzichtig. Nu is dat in veel bedrijven overkomelijk omdat er nog andere correctiemechanismen zijn, zoals de aandeelhouders. En dan nog zien we daar veel misgaan. In de not-for-profit wereld, is de RvT eigenlijk het enige correctie-instrument. Als deze disfunctioneert, dan is er bijna geen disciplinering meer voor het management. Daarom ontkomt een RvT er niet aan om periodiek, met externe hulp, het eigen functioneren te evalueren’, aldus Van Manen. Wanneer is er sprake van een disfunctionerende RvT? Van Manen: ‘Onder meer als deze niet ingrijpt als het slecht gaat. Of als de leden hun stukken amper lezen en voortdurend over details praten in plaats van over grote lijnen. Als ze het grote plaatje niet kunnen zien tegen de maatschappelijke ontwikkelingen en niet op een strategisch niveau over problemen kunnen spreken. Of als ze een specifiek belang dienen in plaats van het belang van de instelling. Bijvoorbeeld omdat ze een relatie hebben met een instelling die wat levert. Sommige leden zijn zelf directeur geweest van de instelling en denken dat dingen moeten gebeuren zoals ze in het verleden gebeurden. Kortom, een gebrek aan kennis, deskundigheid, onafhankelijkheid en daadkracht zijn belangrijke oorzaken. Naast een gebrek aan professionaliteit. Dat laatste komt doordat veel mensen vanuit een verleden in zo’n raad zitten. Ze komen bijvoorbeeld uit een kleine instelling en zijn met een fusie meegegaan. Vaak is er dan sprake van handjeklap geweest, als onderdeel van het onderhandelingsproces. Dat is rampzalig. In de trant van: “Jullie krijgen het hoofdkantoor, als wij mogen blijven zitten”. Veel toezichthouders hechten sterk aan hun baantje.’ De meeste toezichthouders zijn ook niet voor hun functie opgeleid. Bovendien worden ze vaak geselecteerd op basis van ‘ken jij nog iemand?’, voegt Van Manen toe. ‘Van een professionele search, op basis van geobjectiveerde profielen, is dan geen sprake. Daardoor blijft onder meer een diversificatie van deskundigheden en persoonlijkheden achterwege. Die is nodig omdat anders de neuzen veel te snel dezelfde kant uit gaan staan en het geen zin heeft om met een groep toezicht te gaan houden. Dat hele mutatieproces moet gestandaardiseerd zijn. Veel RvT’s functioneren niet zoals ze dat zouden moeten doen. Jammer, want het publiek verwacht veel van de raden. Er zijn immers enorme problemen in de publieke sector. Als er vervolgens dingen uit de hand lopen, krijgen de toezichthouders toch de vraag: waar waren jullie? En dan, als het slecht gaat, voelt men zich bedreigd en komt die zelfevaluatie er wél. Maar het is natuurlijk veel beter om deze los van acute problemen te houden.’
Periodiek evalueren Van Manen pleit voor periodieke evaluaties. ‘Als toezichthouders moet je zeggen: we vinden vanuit het uitgangspunt van moderne governance dat we hiermee moeten beginnen. En wel grondig, niet met een checklist, maar diepgaand met hulp van buiten. Het hoeft niet ieder jaar, maar wel eens in de twee, drie jaar.’ Opleiden van commissarissen kan zeker helpen. Van Manen is echter terughoudend ten aanzien van certificering. ‘Voor je het weet, heb je een enorme bureaucratie, met een examenbureau, instellingen die opleidingen aanbieden enzovoort. Bovendien krijg je hier geen buitenlandse commissarissen meer als wij, als enige, gaan certificeren. Trouwens, er is niet eens een commissarisseninstituut, een beroepsvereniging. Je hebt ze voor accountants, directeuren, advocaten, maar niet voor toezichthouders. Heel raar. Laten we daar eerst maar mee beginnen.’ Van Manen geeft direct toe dat de kwaliteit van een raad moeilijk is te meten of te kwantificeren. Er is niet zoiets als een normering. ‘Het gaat erom dat je elkaar een spiegel voorhoudt op basis van de
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
8/31
geleverde input. De facilitator presenteert zijn bevindingen dan ook niet als harde, meetbare feiten, maar in beelden, zonder die terug te voeren op de bronnen. Anoniem dus. Dit is wat “men” van jullie vindt.’
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
9/31
Het maken van wijkanalyses Een praktische handreiking voor opbouwwerkers Gebiedsgericht werken is in. Steeds meer professionals kiezen de wijk als uitvalsbasis voor hun handelen. Lokale overheden richten hun beleid steeds vaker het liefst op wijkniveau. Opbouwwerkers werken van oudsher in de wijken. Zij beschikken al over de nodige netwerken en lokale kennis. Met een goede wijkanalyse kunnen zij zowel nieuwe samenwerkingspartners als lokale overheden van dienst zijn. Een goede wijkanalyse vormt de basis van de onderhandelingen voor de te leveren prestaties. Bovendien geeft een gedegen wijkanalyse richting aan hun eigen handelen, wat hun positie in de wijk versterkt. Op dinsdag 30 oktober 2007 verzorgt Stade Advies de cursus ‘Het maken van wijkanalyses; een praktische handleiding voor opbouwwerkers’. In deze eendaagse cursus leert u op een systematische wijze een wijkanalyse uit te voeren. U leert de focus te bepalen, bronnen te raadplegen, informatie te structureren, gegevens te interpreteren en de uitkomsten doelgericht te rapporteren en te presenteren. Voor wie is deze cursus bedoeld? De cursus is bestemd voor opbouwwerkers die serieus werk willen maken van wijkanalyses. Uit zowel stedelijke als plattelandsgemeenten. De cursus is ook geschikt voor andere professionals die in hun werk baat hebben bij een wijkanalyse. Programma In de eendaagse cursus komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Focus bepalen • Variabelen benoemen • Bronnen en methoden van onderzoek • Interpretatie van gegevens • Maken kansenkaart • Opstellen wijkanalyse Werkwijze In de cursus worden afwisselende werkvormen gebruikt, waarin oefening een belangrijk accent heeft. Deelnemers ontvangen tevens een format voor het maken van een wijkanalyse. Datum: Begintijd en eindtijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
dinsdag 30 oktober 2007 09.30 uur tot 16.30 uur Hoog Brabant Vergadercentrum, Utrecht per groep minimaal 10 en maximaal 20 € 495,- per persoon
Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier. De uiterste inschrijfdatum is dinsdag 9 oktober 2007. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Vanzelfsprekend kan altijd een vervanger de vrijgekomen plaats gebruiken. De factuur moet te allen tijde betaald worden. Bij overintekening voor deze cursus kan u ingedeeld worden voor de cursus op donderdag 8 november 2007 of op de reservelijst worden geplaatst. Hierover wordt met u gebeld indient dit aan de orde is. Materiaal en factuur
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
10/31
Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving, het programma en een voorbereidingsopdracht. De factuur met betrekking tot uw deelname wordt apart verzonden. De reader met documentatiemateriaal, ontvangt u ter plekke. Docenten De cursus wordt verzorgd door Ingrid Horstik en Marjan van Mastrigt. • Ingrid Horstik Studeerde opbouwwerk en bestuurskunde aan de Vrije Universiteit. Is sinds 1,5 jaar verbonden aan Stade Advies en beschikt over ruime expertise in het maken van wijkanalyses. • Marjan van Mastrigt Studeerde beleidswetenschappen aan de KUN en was onder andere werkzaam als stafdocente CMV aan de Hogeschool West-Brabant. Is ruim 5 jaar verbonden aan Stade Advies en is veelvuldig betrokken bij het ontwerpen en uitvoeren van leer- en begeleidingstrajecten. Meer informatie Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u contact opnemen met: Ingrid Horstik T: (030) 23 61 805, (06) 10 93 92 97 E:
[email protected] Marjan van Mastrigt T: (030) 23 61 844, (06) 10 94 11 70 E:
[email protected]
Voor alle overige vragen kunt u contact opnemen met het trainingssecretariaat, Carolien Kuitenbrouwer, telefoonnummer (030) 23 61 841 en e-mailadres
[email protected].
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
11/31
Ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin Voor de organisatorische vormgeving van de Centra voor Jeugd en Gezin hebben gemeenten vooral tijd en ruimte nodig. Ook moet er een basismodel met minimale vereisten komen voor de herkenbaarheid van de centra voor ouders en kinderen. Deze conclusies komen uit het DSP-rapport 'Ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. In zeven gemeenten lopen pilotprojecten in het kader van het programma 'Opvoeden in de buurt' waarin de Centra voor Jeugd en Gezin centraal staat. DSP onderzocht deze projecten in opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin. ' Verbeteren jeugdbeleid De zeven gemeenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam en Den Haag met bijbehorende stadsregio’s, hebben met het ministerie van VWS afgesproken met voorstellen te komen om het jeugdbeleid te verbeteren. Ook enkele middelgrote en kleine gemeenten zijn betrokken bij het project, waaronder Almelo, Delft en Lelystad. Vormgeven CJG's De onderzoekers concluderen in het rapport onder meer dat: • de organisatorische vormgeving van CJG’s een lokale aangelegenheid is • voor het opzetten van uniforme CJG's een landelijk basismodel nodig is met daarin de minimale functionele eisen • de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de kwaliteitseisen van de CJG’s • de verantwoording die de gezamenlijke partijen over de CJG’s afleggen aan gemeenten niet mag leiden tot extra administratieve lasten Stelselwijziging Alle gemeenten en stadsregio’s achten een stelselwijziging voor de opzet van CJG's op dit moment niet wenselijk. Er is vooral rust en tijd in het veld nodig. Een aantal gemeenten voorziet wel een stelselwijziging op de langere termijn, waardoor de verantwoordelijkheid voor ambulante hulp volledig bij gemeenten neergelegd kan worden. Stade Advies Stade Advies levert onafhankelijke kwartiermakers bij het vormgeven van dergelijke centra. Stade Advies heeft dit bijvoorbeeld eerder gedaan in Amersfoort. Zie hiervoor www.jongcentraal.nl. Kijkt u voor het aanbod op www.stade-avies.nl of neemt u contact op met Albert Veuger, telefoonnummer (030) 236 18 20 of per e-mail
[email protected]. Rapport 'Ontwikkeling van centra voor Jeugd en Gezin' Bron: www.gemeente.nu
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
12/31
Subsidies welzijn Amsterdam chaos ? De gemeente Amsterdam gaat de geldstromen voor het welzijnswerk en de jeugdhulpverlening onderzoeken. Gekeken wordt naar de kosten en de resultaten die daar tegenover staan. Wethouder Lodewijk Asscher van Financiën leidt de operatie Frankenstein. Amsterdam is het overzicht op de welzijnssubsidies kwijt. Volgens wethouder Lodewijk Asscher schieten de welzijnsinstellingen in de hoofdstad als paddenstoelen uit de grond. Vaak gaan nieuwe initiatieven van start voordat bestaande zaken goed en wel zijn uitgevoerd, vindt de wethouder. Chaos Met operatie Frankenstein wordt een monster bedoeld dat de stad de afgelopen jaren zelf heeft geschapen. Met de vele door elkaar lopende en overlappende projecten voor jeugd en welzijn. De gemeentelijke voorzieningen zouden moeten werken als een samenhangend systeem, maar dat is volgens het stadsbestuur niet het geval. Programma's Door de jaren heen zijn allerlei programma’s ontwikkeld op het gebied van jeugdbeleid, onderwijs, maatschappelijke opvang, armoedebestrijding en wijkaanpak integratie. Niemand overziet het geheel nog. Regie stadsdelen 'Die chaos heeft de overheid zelf gecreëerd', zegt Hans Zuiver, directeur van Combiwel, de organisatie voor welzijnswerk en kinderopvang in Amsterdam. 'Alle bevoegheden om te sturen liggen bij de stadsdelen. Voordat alle welzijnsinstellingen samen kunnen werken, moet Asscher eerst de stadsdelen ervan overtuigen dat ze een richting op moeten sturen.' Gezamenlijke visie Zuiver is bezorgd. 'Het ene stadsdeel wil naar rechts, het andere naar links. Waar moet het nou heen met het welzijnswerk? De jeugdhulpverlening, het welzijnswerk, instellingen voor onderwijs én alle stadsdelen moeten een gezamenlijke visie hebben. Dan pas kun je bouwen aan de toekomst. Ik probeer Lodewijk Asscher hier al een half jaar over te spreken, maar er is niemand die voorbij zijn assistent komt.' Controle Asscher wil een trendbreuk in de chaos van alle welzijnssubsidies. De nadruk moet volgens hem liggen op resultaat, niet op beleid. ‘Elke instelling heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, maar wie neemt de regie?’ vraagt Asschers woordvoerder Herbert Raat zich af. ‘Het draait om de controle. We moeten veel meer hameren op de uitvoering en de effecten van een project.’ Regie Ambtenaren gaan op welzijnslocaties in de stad controleren of de op papier gedane beloftes worden nagekomen. Raat: ‘We gaan kijken of de projecten vruchten afwerpen. Wat is er gebeurd en wat niet? Waar komt het belastinggeld terecht en wat wordt ermee gedaan? Bij een zelfde zaak zijn soms meerdere instellingen betrokken. Dat is voor niemand handig, want wie neemt de regie? Daarom moeten we kijken welke projecten succesvol zijn.’ Gemeente laks In Zorg + Welzijn Magazine nummer 5 van dit jaar stelde Hans Zuiver dat de gemeente de onderlinge afstemming van de gemeentelijke diensten nooit belangrijk vond. Op eigen initiatief ontwikkelde hij een dwingende aanpak voor multiprobleemgezinnen. Kinderen Eerst De onderzoeksopzet van Asscher is uiterlijk in oktober gereed. Vanaf het najaar monitort de gemeente ook de bestedingen van het programma ‘Kinderen Eerst’, gericht op de preventie van opvoed- en opgroeiproblematiek. Het gaat hierbij om zeventig miljoen euro. De monitor is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, gericht op de resultaten in plaats van op het proces.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
13/31
Bron: zorg en welzijn, september 2007
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
14/31
Vergelijk zelf je gemeente De gemeente Leidschendam – Voorburg biedt de meeste elektronische diensten en producten aan. Gelet op een vaste selectie die wordt onderzocht scoort deze gemeente 97 procent. Dat is veel beter dan het landelijk gemiddelde van 56,9 procent. Hekkesluiter is het Limburse Simpelveld die op dezelfde selectie slechts 7,6 procent scoort. Deze en andere interessante gegevens zijn te vinden op een speciale vergelijkingssite van de VNG. Op de website www.watdoetjegemeente.nl van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) kun je "vergelijken, verbazen, leren en verantwoorden...". De VNG noemt benchmarken "een effectieve aanpak voor gemeenten die hun klanten – burgers en bedrijven – nóg beter willen bedienen. Door prestatievergelijking ontstaat inzicht in verbeterpunten, door ervaringen uit te wisselen over de aanpak van die punten leert de gemeente hoe ze zich optimaal kan verbeteren. Door inzicht te geven in dat proces verantwoordt ze zich naar burgers en bedrijven." Nieuw bij het onderdeel Publieke dienstverlening zijn cijfers van het percentage elektronische dienstverlening aan burgers en bedrijven, de prestaties van de gemeentelijke websites en het percentage gepersonaliseerde dienstverlening (DigiD, Pip). Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de "eeuwige concurrenten" Dordrecht en Enschede precies hetzelfde doen als het om elektronische dienstverlening gaat (92,5 procent) en daarmee op een gedeelde tweede plaats eindigen achter Leidschendam - Voorburg. Dezelfde gemeenten vormen ook de top 3 als je de gemeentelijke websites gaat beoordelen, alleen doet Dordrecht het hier beter (92 punten) dan Enschede (84) en Leidschendam - Voorburg. Verder halen ze alle 3 de maximale score op het onderdeel gepersonaliseerde dienstverlening. De statistieken op de site zijn uit verschillende bronnen afkomstig, zowel van gemeenten zelf als van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In augustus en september gaat het projectteam benchmarking van VNG en SGBO nieuwe gegevens - over 2007 - verzamelen. Op 1 oktober staan alle bijgewerkte cijfers van 2007 op de site.
[email protected] is een warm pleitbezorger van "vergelijkend warenonderzoek" in overheidsland. Punt 9 (Verantwoordelijk beheer) van de BurgerServiceCode stelt: "Als burger kan ik prestaties van overheden vergelijken, controleren en beoordelen. De overheid stelt de daarvoor benodigde informatie actief beschikbaar."
Bron: burger.overheid.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
15/31
'Wijkaanpak na 2011 niet af’ Minister Vogelaar was er helder over. Ook na 2011, als de zittingsperiode van dit kabinet erop zit, zal er nog veel moeten gebeuren in de wijken. ‘Dat zullen we met elkaar moeten erkennen. Veel wijken hebben permanent onderhoud nodig. Die les kan nu al getrokken worden uit wijken die recentelijk zijn aangepakt, zoals in Emmen’, aldus de minister tijdens de G27 Jaarconferentie die op 5 september 2007 plaatsvond in Den Haag. Vogelaar nam de zaal vol burgemeesters, wethouders en raadsleden mee in haar plannen voor de grote steden vanaf 2009. ‘Het huidige bestuursarrangement tussen rijksoverheid en gemeenten werkt niet. Er is veel te veel controle-bureaucratie. Het systeem lokt strategisch gedrag uit en stimuleert onvoldoende om echt vernieuwend bezig te zijn op lokaal niveau’, aldus Vogelaar. Eigentijds grote stedenbeleid Het ministerie van VROM werkt op dit moment aan een eigentijds grote stedenbeleid. Dat zal in het voorjaar van 2008 aan de Tweede kamer worden gepresenteerd. Daarin staan in ieder geval vier onderwerpen centraal. Zo wil de minister de arbeidsmarkt aanpakken en de stedelijke economie versterken. Dit moet een tweedeling in de economie voorkomen. Ook wil ze de kwalitatieve en kwantitatieve mismatch op de woningmarkt oplossen, evenals de verschillende hardnekkige sociale problemen die conjunctuurongevoelig lijken te zijn. Tot slot wil ze fysieke vraagstukken aanpakken, zoals de waterbergingsvraagstukken. Burger centraal De minister herhaalde tijdens het congres haar eerdere boodschap dat bij het oplossen van problemen de burger centraal moet staan, en niet het probleem. ‘Het is onacceptabel dat er soms wel vijftien hulpinstanties voor één gezin bezig zijn en het probleem eigenlijk niet wordt opgelost.’ De minister toonde zich enthousiast voor creatieve oplossingen die juist dit te lijf gaan, zoals de snelkookpan-methode in Hengelo waar betrokken organisaties razendsnel met elkaar een plan van aanpak voor een probleem formuleren. In de veertig wijken van Vogelaar zullen verschillende experimenten plaatsvinden. Het is volgens de bewindsvrouw zaak om de goede voorbeelden snel met elkaar te delen ten gunste van alle wijken in Nederland. ‘Het is aan de rijksoverheid om als aanjager en inspirator te dienen. Maar ook zult u mij tegenkomen als kritische gesprekspartner,’ zo illustreerde Vogelaar de rol van de rijksoverheid. Eerder tijdens het programma toonden Gerrit van der Kooy (raadslid in Zwolle en voorzitter van een huurdersorganisatie) en het Utrechtse raadslid Eiko Smid zich al erg beducht voor de bemoeienis vanuit Den Haag. Van der Kooy refereerde aan de zeer succesvolle wijkaanpak in Zwolle en de grote positieve betrokkenheid van corporaties en de mensen zelf. Beide raadsleden hekelen met ferme taal het voornemen van Vogelaar om de corporaties een heffing op te leggen. ‘Het kabinet denkt veel te veel in termen van wantrouwen in plaats van vertrouwen in de lokale partijen,’ concludeerde Eiko Smid. Tweede Kamerlid Staf Depla (PvdA) nuanceerde desgevraagd het beeld dat alle corporaties op hun handen zouden zitten. Er zijn corporaties die een duw in de rug nodig hebben. ‘De andere corporaties die het gewoon goed doen wil ik met rust laten’. SP-Kamerlid Paulus Jansen toonde zich een voorstander voor de aanpak van de governancestructuur bij corporaties. ‘De macht moet terug naar de burger, we moeten af van de Raad van Toezicht die zichzelf benoemt’. Bron: www.aedesnet.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
16/31
Training Jongeren en geld Gemeenten en hulpverleningsorganisaties besteden steeds meer aandacht aan jongeren met schulden en/of financiële problemen. Stade Advies heeft voor dit doel een training op maat ontwikkeld voor professionals werkzaam bij gemeenten, bureaus schuldhulpverlening, jeugdreclassering, jeugdzorg, ROC’s en andere organisaties die werken met jeugd met beginnende financiële problemen. Uit de praktijk is gebleken dat de groep jongeren speciale aandacht vereist en om een intensieve begeleiding vraagt. De werkvormen en materialen in deze basistraining zijn hierop gericht. In de basistraining wordt gewerkt aan de hand van een rijke cursusmap en een cd-rom. Tijdens de cursus worden een aantal van de thema’s, opdrachten en werkvormen uitgelicht die specifiek te maken hebben met jongeren, zoals assertiviteit, sociale druk, reclame en verleiding. De cursus is zeer interactief en afwisselend. De deelnemers spelen allemaal een rol in de uiteenlopende werkvormen van de cursus (groepsopdrachten, filmpjes, Powerpoint-presentatie). Er bestaat een ruime mogelijkheid tot discussie en uitwisseling met betrekking tot jongeren en schulden. Na afloop van de cursus kan de professional die deel heeft genomen, zelf zijn eigen cursus of themabijeenkomsten samenstellen met behulp van de cursusmap en de cd-rom. De professional kan uit de vele verschillende beschikbare thema’s, opdrachten en werkvormen juist die kiezen die volgens hem het meest geschikt zijn voor zijn doelgroep. Voor wie is deze cursus bedoeld? De training is bedoeld voor professionals die zelf met jongeren met schulden/financiële problemen werken en rondom dit thema een cursus willen geven. Het materiaal Deelnemers aan de basistraining krijgen een exemplaar van de complete cursus en het recht om de cursus vanuit de eigen organisatie aan te bieden. Het cursusmateriaal bestaat uit een cursusmap voor de professional die heeft deelgenomen. Hierin vindt u de opbouw van de cursus terug, met allerlei relevante werkvormen. U ontvangt de cursusinformatie voor de aanstaande deelnemers en een docentenhandleiding (voor u als aanstaande docent van de training). Daarnaast ontvangt u een cdrom met daarop een lege trainingsmap, waarin u naar eigen goeddunken kunt werken om de best passende cursus te ontwikkelen. Inhoud van de dag • Opening en ontvangst • Op grond van inventarisatie onder de deelnemers worden 3 van onderstaande thema’s behandeld: 1. Financiële problemen en schulden – definities 2. Financiële voorzieningen voor jongeren - waar heb je recht op, hoe benader je deze voorzieningen? 3. Opzetten van een administratie 4. Opstellen van een begroting 5. Assertiviteit en sociale druk 6. Reclame en verleiding 7. Hoe hou je het vol? – gericht op de toekomst • Didactische vaardigheden 1. Werving van de jongeren 2. Motivatietechnieken 3. Werkvormen 4. Werving • ‘Zelf aan de slag’ - voorbereiden van één bijeenkomst • Korte presentatie van de zelfgemaakte trainingsbijeenkomst • Uitreiken digitaal materiaal
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
17/31
Datum en locatie Deze eendaagse cursus wordt op de volgende data aangeboden: • Donderdag 11 oktober 2007 • Woensdag 7 november 2007 • Woensdag 12 december 2007 Docenten en meer informatie De training wordt verzorgd door Chantal van der Geest en Janneke Ebben. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u met een van beiden contact opnemen: Chantal van der Geest Telefoon: (030) 23 61 874 E-mail: Chantal van der Geest
Janneke Ebben Telefoon: (030) 23 61 852 E-mail: Janneke Ebben
Prijs: € 395,- per deelnemer. Deze prijs is inclusief de cd-rom en lunch. Korting De tweede deelnemer per organisatie ontvangt een korting van 10% op het cursusgeld. Inschrijven en informatie Inschrijven kan via ons cursussecretariaat, Carolien Kuitenbrouwer Telefoon: (030) 23 61 841 E-mail: Carolien Kuitenbrouwer
of via het inschrijfformulier. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Na uw inschrijving ontvangt u twee weken voor aanvang van de cursus een bevestiging bestaande uit een bevestigingsbrief, deelnemerslijst, routebeschrijving en mogelijk het programma en materiaal ter voorbereiding van de training. Stade Advies kan de training ook in-company verzorgen. Neemt u contact met ons op om dit te bespreken.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
18/31
Homo in de hooiberg Tips voor sociaal-cultureel werkers die aan de slag willen met homojongeren op het platteland Jonge homo’s, lesbiennes en biseksuelen (holebi’s) in plattelandsgemeenten denken vaak dat zij de enige zijn met een andere geaardheid. Het is een groep die niet direct zichtbaar is en waarvoor vaak weinig speciale aandacht is. Het boekje ‘Homo in de hooiberg’ geeft een beschrijving van een project waarin sociaal-cultureel werkers een holebi-werkgroep in een plattelandsgemeente opzetten. Deze publicatie biedt veel praktische tips en illustreert de effecten daarvan met een serie fictieve dagboekfragmenten van een jongen uit Deurne die uitkomt voor zijn homoseksualiteit.
… Weet je dat ik me achteraf gezien erg eenzaam heb gevoeld in deze hooiberg, toen niemand het nog wist? Ik dacht dat ik heel anders was als iedereen hier in het dorp. Maar ik ben gewoon een jongen die jongens leuker vindt dan meisjes …
In Homo in de hooiberg wordt voor het eerst een methodiek beschreven om jonge holebi’s op het platteland in hun eigen omgeving te ondersteunen vanuit het welzijnswerk. Het sociaal-cultureel werk van de Stichting Welzijn Deurne deed een pilotproject in de gelijknamige gemeente. In een jaar tijd kwamen er verschillende initiatieven van de grond, zoals voorlichting op scholen voor voortgezet onderwijs en een werkgroep die zich inzet voor de belangen van holebi’s. Het project richtte zich oorspronkelijk op jongeren, maar al snel werd duidelijk dat op het platteland de scheiding tussen jongeren en ouderen minder scherpt ligt dan in grote steden. De ervaringen in dit pilotproject vormen de basis voor de ontwikkelde methodiek.
Korte inhoud Hoe benader je jonge holebi’s? Hoe kun je bijdragen aan openheid op scholen? Hoe zet je een werkgroep op en waarom? Wat kun je organiseren voor jonge holebi’s in een plattelandsgemeente? Homo in de hooiberg beantwoordt deze en andere vragen. Daarnaast staat in dit boekje achtergrondinformatie over holebi-subculturen, de ontwikkeling van de seksuele identiteit en waarom er voor holebi’s eigen organisaties, ontmoetingsgelegenheden en evenementen bestaan. De publicatie sluit af met mogelijke valkuilen, handige (web)adressen en een literatuurlijstje.
Fragmenten uit het dagboek van Stijn lopen als rode draad door het boekje heen. Stijn is een jongen die in een hooiberg woont - zoals hij zijn dorp noemt - en die ontdekt dat hij homoseksueel is. Het verhaal van Stijn is fictief en illustreert op beeldende wijze wat sociaal-cultureel werkers kunnen doen voor jonge holebi’s zoals Stijn.
Bestelinformatie Homo in de hooiberg (40 pagina’s) is geschreven door Olaf Wesel. De publicatie is een uitgave van MOVISIE en de Stichting Welzijn Deurne, en is tot stand gekomen met financiële steun van de gemeente Deurne, de provincie Noord-Brabant en het ministerie van VWS. Homo in de hooiberg kost € 9,50 (excl. portokosten) en kan besteld worden bij Adrepak, bestelnummer 758. Klik hier voor de adresgegevens van Adrepak.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
19/31
KIWI: Kind in de wijk In stedelijke vernieuwingswijken zijn professionals veelal bezig met grootse plannen voor de komende vijf à tien jaar. De leefbaarheid van alledag ontsnapt daardoor geregeld aan de aandacht. Dit heeft een nadelige invloed op juist die groep die de toekomst van de wijk vormt: de kinderen. Doelstelling Kinderen zijn de ogen en oren van de wijk. Na schooltijd zijn zij op straat te vinden. Zij weten als geen ander wat de enge en vieze plekken zijn, wat er loos is, wat ze anders zouden willen, maar ook wat ze mooi vinden en waar ze trots op zijn. Om deze jonge deskundigen in te zetten bij de leefbaarheid in de wijk gaat De Bakkerij, een ideële stichting, met hen in diverse buurten in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven aan de slag. De Bakkerij brengt professionals vanuit welzijnsorganisaties, scholen, gemeenten en corporaties in gesprek met kinderen en zet concrete acties op om de leefbaarheid in de wijk aan te pakken. Dit onder de noemer van het KIWI-concept (Kind in de Wijk). Aanpak KIWI is een beproefd traject van 12 maanden en bestaat uit kleine projecten die als een soort sociale accupunctuur verbeteringen aanbrengen in een buurt. Deze projecten zijn kleinschalig, op maat gesneden voor de buurt en kenmerken zich door hun positieve uitstraling. De KIWI-methode is daarom geschikt als aanjager en ondersteuning voor de bestaande totaalaanpak van een wijk. Er wordt dan ook nauw samengewerkt met welzijnsorganisaties, woningcorporaties en stadsbesturen. Het traject dat KIWI doorloopt, is onder te verdelen in vier fases. Lees deze op http://www.keicentrum.nl.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
20/31
Marketing voor sociale diensten Het toepassen van marketingprincipes is betrekkelijk nieuw voor sociale diensten. Daarom is met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begin 2006 een project gestart om met een vijftal pilotgemeenten en marketingbedrijven invulling te geven aan onderdelen van marketing.
Doel van het project Het doel van het project is 'Het faciliteren van gemeenten op hun weg naar een meer marktgerichte en bedrijfsmatige cultuur binnen de organisatie van de sociale dienst door middel van het opstellen en implementeren van een marketingstrategie'.
Marketing kan worden gezien als een combinatie van activiteiten, gericht op het beïnvloeden van één of meerdere klantengroepen (zoals klant als uitkeringsgerechtigde of klant als werkgever). In de pilots worden de volgende onderdelen uitgewerkt: • strategiebepaling + marketingplan • interne klant/cultuur • 'merk' sociale diensten en vertaling naar dienstverlening • imagocampagne • tegengaan niet-gebruik onder werkenden Afstemming op de vraag Marktwerking is een feit. Inzicht in de vraagpatronen van de uitkeringsgerechtigde en de werkgever is essentieel. Ook is de optimale afstemming van de dienstverlening op deze vraagpatronen en het denken in kansen en mogelijkheden van belang. Deze afstemming levert drie duidelijke voordelen op: • de energie van alle medewerkers wordt dezelfde richting op gestuurd waardoor medewerkers elkaar versterken • er wordt vermeden dat excellente dienstverlening wordt gecreëerd waar niemand op zit te wachten • in de praktijk blijkt dat inspelen op wensen en behoeften de meeste succesvolle strategie is voor het realiseren van doelstellingen Lees verder op http://www.marketingsocialedienst.nl/Projectinformatie.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
21/31
Toezicht op een hoger plan Toezichthouden is een vak apart geworden: het stelt bijzondere eisen aan kennis, inzicht, ervaring, houding en karakter van degenen aan wie het toezicht wordt opgedragen. De lat komt hoger te liggen. Het Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders viert zijn eerste lustrum met een symposium en een publicatie over deze collectieve ambitie. Toezicht houden wordt een steeds belangrijker pijler van de inrichting van de maatschappij, mede als gevolg van het verder terugtreden van de overheid en van de privatisering van overheidsbedrijven. Ook de internationalisering doet zijn invloed gelden. Toezicht houden speelt zich bovendien steeds minder binnenskamers af en moet voldoen aan eisen van transparantie en verantwoording. Onafhankelijkheid en alertheid zijn sleutelbegrippen. De effectiviteit en de geloofwaardigheid van het toezicht vragen verder om meer diversiteit in de samenstelling van toezichthoudende organen dan voorheen gebruikelijk was.
Toezicht op een hoger plan Hoe kunnen we het toezicht op een hoger plan brengen? Die vraag staat centraal tijdens het lustrumsymposium van het Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders op woensdag 7 november. Keynotesprekers zijn Maria van der Hoeven, minister van Economische Zaken, SCPdirecteur Paul Schnabel en Huub Willems, president van de Ondernemingskamer. Minister Van der Hoeven zal ook het eerste exemplaar in ontvangst nemen van de lustrumbundel. Daarnaast worden er zeven deelsessies georganiseerd rond actuele en intrigerende thema’s als stakeholdermanagement, diversiteit, emoties in en rond de boardroom en falend toezicht. De dag wordt afgesloten met een debat onder leiding van dagvoorzitter Harry Starren over de ‘Effectiviteit en kwaliteit van het toezicht’. Het debatpanel zal bestaan uit Dolf van den Brink (voorheen lid RvB ABN Amro Bank), Trudy Blokdijk (Nationaal Register), Jan Willem Baud (algemeen directeur NPM Capital), Agnes Jongerius (voorzitter FNV), Bernard Wientjes (voorzitter VNO-NCW), Jaap van Manen (partner PricewaterhouseCoopers) en Pauline Meurs (lid WRR en Eerste Kamer).
Deelname De kosten per deelnemer bedragen € 275,- exclusief 19% BTW. Voor meer informatie kunt u bellen naar (070) 324 30 91 of een e-mail zenden aan
[email protected]. Direct inschrijven voor het symposium kan via www.nationaalregister.com.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
22/31
Herziening wetgeving kinderbeschermingsmaatregelen Op donderdag 13 december 2007 organiseert de Vereniging voor Familie- en Jeugdrecht een studiedag met als titel Herziening wetgeving kinderbeschermingsmaatregelen. De studiedag vindt plaats in de Hogeschool te Den Haag (vlakbij NS-station Den Haag HS). Sprekers zijn Theo Koens (raadsheer Gemeenschappelijke Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba), Jaap Doek (oud-voorzitter Comité voor de Rechten van het Kind, emeritus hoogleraar VU Amsterdam), Caroline Forder (hoogleraar personen- en familierecht Universiteit Antwerpen) en Wim Slot (bijzonder hoogleraar pedagogische en ontwikkelingspsychologische aspecten van kinderbeschermingsmaatregelen, VU Amsterdam; directeur PI-research Duivendrecht). De maatregelen van kinderbescherming zijn voor de overheid het belangrijkste instrumentarium om kinderen in nood te beschermen door middel van gedwongen interventie in het gezinsleven. De maatregelen van kinderbescherming werden in 1905 (gezagsontneming) en in 1922 (ondertoezichtstelling: gezagsbeperking) ingevoerd en het instrumentarium is inmiddels ruim 75 jaar oud. De maatregelen zijn in die lange periode op kleine onderdelen aangepast, maar niet wezenlijk herzien. Op de studiedag zal het ontwerp-wetsvoorstel om de kinderbeschermingsmaatregelen te herzien van de ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin centraal staan. De voorstellen komen mede voort uit conclusies van verschillende rapporten en onderzoeken die aantonen dat het bestaande maatregelenpakket niet meer is toegesneden op de huidige praktijk en niet meer wordt toegepast zoals ooit is beoogd. ’s Morgens zullen de sprekers hun visie geven op het ontwerp-wetsvoorstel vanuit verschillende invalshoeken (is het voorstel EVRM- en IVRK-proof, sluit het aan op de huidige Nederlandse jeugdbeschermingspraktijk, hoe wordt het voorstel vanuit pedagogisch perspectief gewaardeerd?). ’s Middags zijn er acht workshops in twee parallelsessies en zullen verschillende thema’s verder worden uitgewerkt, zoals wat zijn de gevolgen voor de werkwijze van het bureau jeugdzorg, wat verandert er voor de kinderrechter en de raad voor de kinderbescherming, hoe kunnen doelen voor de OTS worden geformuleerd. De studiedag staat open voor leden van de vereniging alsmede voor andere belangstellenden. Voor leden van FJR bedraagt het inschrijfgeld € 125,- en voor andere belangstellenden € 175,-. Studiepunten: advocaten krijgen voor deelname 4 juridische studiepunten.
Aanmelding Vereniging voor Familie- en Jeugdrecht, postbus 65707, 2506 EA Den Haag, tel 070-3628598, fax 070-4273263, postgiro 5409568 te Den Haag. Zie ook de website www.fjr.nu .
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
23/31
Wachtijden onnodig bij schuldhulpverlening In de afgelopen maanden is bij herhaling in de media aandacht besteed aan het disfunctioneren van de schuldhulpverlening, de lange wachttijden en de problemen bij een aantal grote budgetbeheerders. De Algemene Nederlandse Vereniging voor Schuldenproblematiek (ANVS) maakt zich ernstig zorgen over het groeiende aantal mensen dat door de falende schuldhulpverlening verder in de problemen raakt. Mensen die toch al kwetsbaar zijn en die steeds verder afraken van een passende oplossing voor hun schuldenproblematiek. De schulden nemen toe en vaak worden mensen uit hun woning gezet, afgesloten van de nutsvoorzieningen of de ziektekostenverzekering beëindigd. Een sociale ramp is dan een feit. De ANVS is van mening dat het bestaan van wachtlijsten niet noodzakelijk hoeft te zijn indien correct uitvoering wordt gegeven aan de bestaande wet- en regelgeving inzake schuldhulpverlening. Te gemakkelijk wordt de toename van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening gebruikt als (politiek) excuus door gemeenten en hun uitvoeringsinstellingen om eigen falen af te dekken. De ANVS heeft in samenspraak met haar leden een sluitend schuldhulpverleningssysteem ontwikkeld op basis van de nu geldende wet- en regelgeving. Hierdoor hoeven hulpvragers niet langer dan de in wet- en regelgeving vastgestelde termijnen te wachten op een oplossing voor de schuldenproblematiek. Dit, indien noodzakelijk, gekoppeld aan een bij wsnp-vonnis of minnelijk akkoord opgelegd wettelijk budgetbeheer garandeert een 90% slagingspercentage in het totaal van de overeen gekomen minnelijke trajecten of wsnp-vonnissen. De laatste 10% is gelegen in het feit dat mensen zich onttrekken aan de schuldhulpverlening en dan persoonlijk failliet gaan. De ANVS is bereid om mensen die aantoonbaar langer dan 120 dagen op een wachtlijst staan na het eerste intakegesprek of het inleveren van het schuldenoverzicht bij de gemeente of bij een door de gemeente aangewezen schuldhulpverlener te begeleiden bij het versneld afwikkelen van de schuldhulpverlening. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer H. Werdmueller, secretaris van de ANVS, telefoon: 026-3392639 of per email
[email protected].
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
24/31
Nieuwe rechtsvorm maatschappelijke onderneming Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft een proeve van een wetsvoorstel dat de maatschappelijke onderneming als nieuwe rechtsvorm introduceert voor advies naar verschillende instanties gestuurd.
Slagvaardiger Met een wettelijke regeling kunnen de mogelijkheden van instellingen in de semi-publieke sector om slagvaardiger op te treden, worden verruimd. De rechtsvorm voor de maatschappelijke onderneming moet dan ook aantrekkelijk zijn voor een breed palet aan instellingen zoals scholen, universiteiten, ziekenhuizen, zorginstellingen en woningcorporaties. De consultatie moet leiden tot antwoorden op principiële vragen; zo leeft in de zorgsector de vraag naar de wenselijkheid van andere financieringsmogelijkheden en het doen van winstuitkeringen. Ook de rol van de overheid moet nader worden bezien, alsmede de afbakening van het begrip “maatschappelijke onderneming”. Lees meer op http://www.justitie.nl/onderwerpen/wetgeving/maatschappelijkeonderneming/index .aspx
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
25/31
Luie wijken veroorzaken dikke kinderen In 2015 is één op de vijf kinderen te dik. Nog geen 10% van de kinderen op de basisschool haalt de minimum beweegnorm van een half uur per dag. In de leeftijdsgroep 12-17 jaar ligt dit percentage onder de 30. De inrichting van de wijk speelt een belangrijke rol. “Er is een duidelijk verband tussen de mogelijkheden voor sport en spel in de wijk en de deelname daaraan. Het probleem doet zich met name voor in bewegingarme wijken”, zo concludeert Wim Hafkamp, wetenschappelijk directeur van Nicis Institute op basis van het onderzoeksrapport Wat kinderen beweegt. “Gemeenten onderschatten hun eigen rol. Zij moeten veel meer investeren in het bouwen van bewegingsrijke wijken.” Nicis Institute presenteerde op 3 september jl. de resultaten van het onderzoek Wat kinderen beweegt. Onderzocht zijn bijna 1000 basisschoolkinderen in de hoogste twee basisschoolgroepen in de gemeenten Zwolle en Emmen. Ook werden de kinderen uitgedaagd om een ontwerp te maken van hun ideale schoolplein of buurt. “Kinderen hebben een heel duidelijk beeld van wat ze willen in hun wijk. Gemeenten zouden speelplekken veiliger moeten maken. Ook bij de inrichting van schoolpleinen zijn punten te winnen”, zo stelt Hafkamp. Een aantal conclusies op een rij • •
• • • • •
Ouders kunnen een actieve leefstijl bij hun kinderen afdwingen. Kinderen waarvan de ouders veel regels hanteren betreft ‘niet stil zitten’ bewegen meer. Ook kopiëren kinderen het sportieve gedrag van hun ouders. In bewegingsarme wijken zijn veel meer allochtone huishoudens waarbinnen vooral meisjes veel minder betrokken zijn in sport en bewegingsactiviteiten. Meisjes in bewegingsarme wijken sporten minder in georganiseerd verband dan meisjes in bewegingsrijke wijken en spelen ook minder vaak buiten. Jongens in bewegingsarme wijken sporten minder in georganiseerd verband dan jongens in bewegingsrijke wijken, maar spelen iets vaker buiten. Het woon-schoolverkeer is in veel gevallen al een goede aanzet om de beweegnorm te halen. Routes naar scholen zouden veiliger gemaakt moeten worden om lopen en fietsen te stimuleren. In de pauzes zijn jongens op het schoolplein significant meer in beweging dan meisjes. Bestaande schoolpleinen moeten beter ingericht worden zodat er meer ruimte ontstaat voor sport en spel. Omdat pesten veel voorkomt op het schoolplein is begeleiding noodzakelijk. Kinderen zijn niet tevreden over de speeltoestellen en -plekken in de buurt. De inrichting is onvoldoende divers. Ook wordt de speelplek als onveilig gezien door overlast van hangjongeren, loslopende en rondpoepende honden, kinderlokkers en verslaafden. Aanleg, onderhoud en exploitatie van kwalitatief goede sport- en speelvoorzieningen zijn geen garantie voor de ontwikkeling van een actieve leefstijl onder de jeugd. In voorwaardelijke zin dragen zij daar wel aan bij.
Het Nicis-onderzoek “Wat kinderen beweegt” is uitgevoerd in opdracht van de G27 in Zwolle en Emmen door Jan Janssens en Madeleine Frelier van het WJH Mulier Instituut. Bestanden Onderzoeksraport 'Wat beweegt kinderen' Bijlagen onderzoeksrapport Stade Advies heeft een uitgebreid aanbod gericht op jeugd/jongeren en sport. Kijkt u hiervoor op onze website www.stade-advies.nl. Bron: www.nicis.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
26/31
Alle 443 gemeenten in 2007 Op de website ‘Alle gemeenten’ vindt u alfabetisch gesorteerd alle 443 gemeenten die Nederland in 2007 kent, met hun inwonertal (de definitieve inwonertallen per 1-1-2006 volgens opgave van het CBS) en de provincie waar de gemeente in ligt.
De link in de provincienaam brengt u naar een uitvoerige opsomming van alle bewoonde oorden (volgens opgave van de topografische dienst), gehuchten, dorpen en dergelijke in die provincie, hoe klein ook; geleidelijk, provincie na provincie, worden ook wijken en stadsdelen toegevoegd.
Als laatste in de regel brengt de externe link (die dan een nieuwe browser opent) u naar de betreffende gemeentepagina op de website van de Staatsalmanak. Lees verder op http://home.wxs.nl/~pagklein/gemprov.html
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
27/31
Website bevordert bouwen communities Wooninitiatieven komen vaak moeilijk van de grond omdat geestverwanten met parallelle ideeën elkaar moeilijk kunnen vinden. De SEV en Ymere experimenteren daarom met een website die partijen bij elkaar moet brengen. Omdat verschillende geestverwanten elkaar soms moeilijk vinden blijven projecten soms te lang steken in de fase van de groepsvorming. Ymere wil daarom de vorming van communities van kopers of huurders stimuleren met behulp van een internetpagina www.ylab.nl. Hiermee wordt het organiserend vermogen van initiatiefnemers ondersteund. Het programma is in eerste instantie ontwikkeld voor een digitale schoolkrant (Kidstoday). Dit is een webkrant met slechts twee lagen, een voorpagina en 18 rubrieken. Door de kinderen wordt één beheerder aangewezen die informatie filtert en op de juiste plek zet. De internetpagina waarmee wordt geëxperimenteerd kan een hulpmiddel zijn, waardoor mensen elkaar weten te vinden, of het nu om senioren gaat of om communities op een andere gemeenschappelijke basis. In principe kan het instrument gebruikt worden voor initiatieven in de huurof koopsector, in de nieuwbouw en in de voorraad.
Lees meer op http://www.sev.nl/nieuws/nieuwsov.asp#1368
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
28/31
Diversiteitsprijs 2007 MOVISIE doet een oproep om vóór 15 oktober projecten in te zenden om mee te dingen naar de Diversiteitsprijs 2007. Deze prijs bekroont een project dat concreet en zichtbaar invulling geeft aan diversiteit op lokaal niveau. Daarbij gaat het om diversiteit in brede zin: etniciteit, sekse, leeftijd, sociale klasse, gezondheid of seksuele voorkeur. De winnaar krijgt de gelegenheid om zijn project verder te ontwikkelen en landelijk in de schijnwerpers te zetten. Initiatiefnemer MOVISIE gebruikt de inzendingen om de meerwaarde en kracht van diversiteit zichtbaar te maken en good practices te verzamelen. De MOVISIE Diversiteitsprijs 2007 wordt op vrijdag 23 november 2007 in Utrecht uitgereikt.
Welke projecten komen in aanmerking? De MOVISIE Diversiteitsprijs gaat naar een project dat bijdraagt aan het samenleven van verschillende groepen in de buurt, het dorp of de stad. Of naar een project dat de gezondheid, de emancipatie of de maatschappelijke participatie bevordert van bijvoorbeeld jongeren, ouderen, mensen met een beperking, mannen, vrouwen, allochtonen, homoseksuele mannen en/of vrouwen. Projecten die meedingen naar de prijs geven op concrete en zichtbare wijze invulling aan diversiteit op het terrein van welzijn, zorg of sociale veiligheid, zijn baanbrekend en kleinschalig en stimuleren anderen tot positieve ideeën en activiteiten.
En de prijs is… Aan de prijs is een kunstwerk verbonden. Daarnaast krijgt de winnaar de mogelijkheid om het project met ondersteuning van MOVISIE verder te ontwikkelen en te verspreiden. In samenspraak met de winnaar maken wij bijvoorbeeld een methodiekbeschrijving of een publicatie en zorgt MOVISIE voor publiciteit over het project. MOVISIE doet er alles aan om het project verder te brengen én in de schijnwerpers te zetten!
Procedure Inschrijven voor de MOVISIE Diversiteitsprijs 2007 kan tot maandag 15 oktober 2007. Inzenders kunnen hun eigen project of één of meerdere projecten van anderen voordragen. Inschrijving kan alleen door het inschrijfformulier in te vullen dat te vinden is op www.movisie.nl/diversiteitsprijs2007. Een onafhankelijke jury beoordeelt alle ingezonden projecten. De genomineerden worden in de eerste week van november bekend gemaakt. De feestelijke uitreiking van de Diversiteitsprijs vindt plaats op vrijdag 23 november 2007 in Utrecht, aansluitend aan een MOVISIE-debat over armoede en sociale uitsluiting in Nederland.
De jury bestaat uit: • • • • • •
Ferdi Licher, directeur Emancipatie, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Cees van Eijk, wethouder Welzijn, Cultuur en Integratie, Gemeente Utrecht Simone Kortbeek, directeur MOVISIE Ronald May, coördinator Intercultureel Management Altrecht, GGZ Utrecht Josee Rothuizen, stafmedewerker gender en seksuele diversiteit, COC Nederland Margit van der Steen, directeur AETAS, bureau voor leeftijdsvraagstukken, gender en diversiteit
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
29/31
Sociale omgeving belangrijk bij keuze voor kinderopvang Vrouwen met jonge kinderen laten zich bij hun keuze om te gaan werken nauwelijks beïnvloeden door de beschikbaarheid en kosten van kinderopvang. Wel spelen normen, waarden en opvattingen over het gebruiken van kinderopvang in hun kennissenkring een belangrijke rol. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Ook de hoogte van het uurloon weegt mee in de keuze om te gaan werken. De groep moeders met een hoger loon maakt vaker gebruik van opvang. Volgens het SCP neemt het aantal moeders met een baan af naarmate ze meer kinderen hebben. Zo had in 2004 een kwart van de moeders met één kind geen baan, terwijl van de moeders met vier of meer kinderen ruim de helft geen betaald werk had. Hier kunt u het rapport 'Moeders, werk en kinderopvang in model' downloaden. Bij het rapport hoort een bijlage .
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
30/31
Signaleren, melden en aanpakken van Kindermishandeling De Preventie en Aanpak van Kindermishandeling is een ‘hot item’ in de politiek. Minister Rouvoet heeft een plan van aanpak gepresenteerd aan de Tweede Kamer, en ook op regionaal niveau worden er samenwerkingsverbanden gevormd tussen instanties om beter te kunnen signaleren, melden en door te verwijzen. Op 7 november 2007 organiseert het Leids Congres Bureau een congres waar de actuele ontwikkelingen op het gebied van preventie en signalering van kindermishandeling aan bod komen. In het programma wordt ondermeer het actieplan “Kinderen veilig thuis” door het ministerie toegelicht en hoe andere ontwikkelingen zoals de Centra voor Jeugd en Gezin, risicoanalyses en de Verwijsindex daarmee verband houden. Aan bod komen verder de werkwijze, verwachtingen en ervaringen ten aanzien van het advies- en Meldpunt Kindermishandeling, de achtergronden en vragen ten aanzien van de uitvoering van de meldcode huiselijk geweld, de ervaringen, knelpunten en oplossingen in de samenwerking tussen ziekenhuizen en ketenpartners en de ervaringen vanuit de Regio’s RAAK in relatie tot de mogelijkheden die de nieuw te ontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin daarin bieden. In aansluiting op het congres kan op 6 december 2007 een interactief middagsymposium gevolgd worden waarin de gespreksvoering met ouders centraal staat. Het congres en symposium worden beide geleid door Rudy Bonnet, senior adviseur bij Stade Advies. Voor meer informatie en aanmelding kunt u terecht op de site van het Leids Congres Bureau bij de congresagenda; www.leidscongresbureau.nl/
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
31/31