Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
Ministerie van Justitie
Eindrapport 31 juli 2008
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
1/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
2/62
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
1.
Managementsamenvatting
7
1.1
Aanleiding onderzoek
7
1.2
Algemene opzet onderzoek
7
1.3
Specifieke aspecten van dit beleidsterrein
9
1.4
Resultaten
9
1.4.1
Toelichting op de resultaten
1.4.2
Administratieve lasten
1.5
9 10
Conclusies en aanbevelingen
11
Aanleiding en aanpak
13
2.1
Achtergrond en aanleiding
13
2.2
Doel nulmeting administratieve lasten 2007
13
2.3
De opdracht
13
2.
2.3.1
Inleiding
13
2.3.2
Reikwijdte en afbakening
14
2.3.2
Meten en actualiseren
15
2.4
De methode
2.4.1 2.5
15
Het Standaardkostenmodel in vogelvlucht
Wijzigingen ten opzichte van 2003
15 17
2.5.1
Verbeteringen in het Standaardkostenmodel
18
2.5.2
Standaardisatie van de meetmethode
18
2.5.3
Verbreding van het Standaardkostenmodel
19
2.5.4
Vergelijkbaarheid van de gegevens
20
2.6
De meting in vier stappen
20
2.6.1
Het creëren van het startpunt voor de meting en actualisatie
20
2.6.2
Het toekennen van labels bij te meten wetten en bepalen onderzoeksstrategie
21
2.6.3
Het meten en consolideren van de administratieve lasten per informatieverplichting 22
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
3/62
2.6.4
Het verzamelen en beschikbaar maken van de resultaten
24
2.7
Specifieke methodische aspecten voor het Ministerie van Justitie
25
2.8
Leeswijzer
25
Beschrijving van het onderzoek
27
3.1
Administratieve lasten voor ondernemers
27
3.2
Opzet van de meting
27
3.
3.2.1
Meten, verrijken of actualiseren van wetten
27
3.2.2
Specifieke onderzoeksaspecten
28
3.2.3
Overzicht van de afgesproken meting
29
3.3
Bevindingen uit de meting
29
3.3.1
Kengetallen
29
3.3.2
Ervaringen met de meting
30
4.
Kwantitatieve lasten
33
4.1
Inleiding
33
4.2
Totale administratieve lasten
33
4.3
Opvallende administratieve lasten
33
4.3.1
Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 – de jaarrekening en het jaarverslag
34
4.3.2
Hoge administratieve lasten per wet en informatieverplichting
36
4.3.3
Hoge administratieve lasten per verplichting en per bedrijf
37
4.3.4
Hoge administratieve lasten per ontvangende overheidsorganisatie
41
4.3.5
Administratieve lasten zonder informatiestroom aan de overheid
42
4.4
Beschrijvende kenmerken
43
4.4.1
Oorsprong van de wet
43
4.4.2
Verdeling tussen interne en externe kosten
44
4.4.3
Bedrijfseigen kosten
45
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
4/62
5.
Kwalitatieve beleving
47
5.1
Inleiding
47
5.2
Uitvoeringspraktijk
47
5.2.1
Feitelijke naleving
47
5.2.2
Verschillen tussen sectoren
47
5.2.3
Gebruik van elektronische communicatiemiddelen
48
5.2.4
Gebeurtenissen die tot informatieverplichtingen leiden
48
5.3
Beleving
48
5.3.1
Beleving naar wetten
48
5.3.2
Beleving naar ontvangende overheidsorganisatie
49
5.3.3
Toelichting op slecht gewaardeerde informatieverplichtingen
49
6. 6.1
Reductievoorstellen
51
Voornaamste problemen
51
6.1.1
Kwantitatieve lasten
51
6.1.2
Kwalitatieve lasten
51
6.2
Voornaamste oplossingsrichtingen
51
6.2.1
Door respondenten genoemde reductievoorstellen
51
6.2.2
Voorstellen van de onderzoekers
52
6.3
Conclusies
53
Bijlage A. Achtergrondtabellen
55
Bijlage B. Bronnen, referenties
57
Bijlage C. Overzicht afgesproken meting
59
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
5/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
6/62
1. Managementsamenvatting
1.1 Aanleiding onderzoek In het coalitieakkoord en het constituerend beraad van het kabinet is vastgelegd dat de regeldruk voor bedrijven in deze kabinetsperiode merkbaar wordt verminderd. Regeldruk is al dat wordt veroorzaakt door wet- en regelgeving waar de ondernemer in zijn dagelijkse bedrijfsvoering mee te maken heeft. In het Plan van aanpak bedrijven dat op 17 juli 2007 is toegestuurd aan het parlement, is beschreven hoe het kabinet invulling denkt te geven aan het verminderen van de regeldruk voor bedrijven. Daarin is een aparte paragraaf gewijd aan de vermindering van administratieve lasten. Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. In het coalitieakkoord heeft het kabinet voor de vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven de volgende doelstelling opgenomen: “De administratieve lasten worden in deze kabinetsperiode met nog eens 25% verminderd”. Het kabinet heeft besloten om naar aanleiding van deze doelstelling een nieuw ijkpunt vast te stellen. Daartoe is er een nieuwe nulmeting van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven uitgevoerd met het jaar 2007 als ijkpunt. In dit rapport wordt voor het Ministerie van Justitie verslag gedaan van de resultaten van deze nieuwe nulmeting. Doel van het onderzoek is het leveren van een bijdrage aan de vermindering van de regeldruk voor het bedrijfsleven via het inzichtelijk maken van de omvang van de administratieve lasten en de beleving van ondernemers. Deze informatie moet de departementen in staat stellen hun reductieprogramma‟s vorm en inhoud te geven.
1.2 Algemene opzet onderzoek De nulmeting verschaft een overzicht van alle wet- en regelgeving van het Rijk en de bijbehorende administratieve lasten voor bedrijven. Ook meegenomen zijn de administratieve lasten die op basis van departementale regelgeving worden veroorzaakt door uitvoeringsorganisaties, toezichthouders, gemeenten (medebewind) en PBO‟s (medebewind). Peildatum is de van kracht zijnde wet- en regelgeving van de Nederlandse Rijksoverheid op 1 maart 2007.
Wet- en regelgeving De nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 bestrijkt alle algemeen verbindende voorschriften (wetten, AMvB‟s, ministeriële regelingen en beleidsregels) die:
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
7/62
Afkomstig zijn van de Europese Commissie en geïmplementeerd zijn in de Nederlandse wetgeving;
Afkomstig zijn van de Nederlandse Rijksoverheid (autonome wetgeving) en/of in medebewind worden uitgevoerd door gemeenten of PBO‟s;
Van kracht waren op de peildatum 1 maart 2007, de datum waarop het huidige kabinet is aangetreden;
Op 1 maart 2007 golden voor het bedrijfsleven voorzover in Nederland gevestigd.
Bedrijfsleven Tot het bedrijfsleven worden in het kader van deze nulmeting gerekend alle sectoren van de economie, uitgezonderd de publieke delen van het openbaar bestuur, overheidsdiensten en de verplichte sociale verzekeringen (SBI‟93 code 75) en het onderwijs (SBI‟93 code 80). Voor deze uitzonderingen geldt dat de private onderdelen daarbinnen wél onder de definitie van bedrijfsleven voor zover zij kostendekkend werken.
Overig De volgende onderwerpen maken geen deel uit van deze opdracht:
Administratieve lasten van direct werkende EU-verordeningen die niet zijn verankerd in Nederlandse wet- en regelgeving;
Administratieve lasten van autonome wet- en regelgeving van medeoverheden als provincies, waterschappen, gemeenten en PBO‟s;
Administratieve lasten voor burgers en de overheidssector;
Administratieve lasten voor de ondernemer als gevolg van algemeen toezichtsbezoek, niet gekoppeld aan een informatieverplichting met een specifiek omschreven taakomschrijving van het toezicht;
Bezwaar en beroep cf. de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
Aangezien in de vorige kabinetsperiode de eenvoudigste maatregelen om administratieve lasten te verminderen al zijn genomen – het laaghangende fruit is geplukt – is het van groot belang dat de meting handvatten biedt voor vereenvoudigingsmaatregelen. Vanwege deze focus op vereenvoudiging is samen met departementen bekeken op welke gebieden vereenvoudiging noodzakelijk is, wil het kabinet haar ambitie om de administratieve lasten voor ondernemers merkbaar te verminderen waarmaken. De administratieve lasten van deze prioritaire gebieden zijn opnieuw gemeten op basis van het standaardkostenmodel (SKM). Voor de overige gebieden is volstaan met een actualisatie van de meetgegevens uit de nulmeting administratieve lasten bedrijven van 2003. Het onderzoek is uitgevoerd in vier deels overlappende stappen:
Stap 1: creëren startpunt voor de meting en actualisatie;
Stap 2: toekennen van labels en bepalen van onderzoeksstrategie;
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
8/62
Stap 3: meten en consolideren van de administratieve lasten per informatieverplichting;
Stap 4: resultaten verzamelen en beschikbaar stellen.
1.3
Specifieke aspecten van dit beleidsterrein
Bij het Ministerie van Justitie wordt een drietal wetgevingsdomeinen onderkend, te weten Privaatrecht, (Staats- en) bestuursrecht en Strafrecht. Het overgrote deel van de wet- en regelgeving is gericht op het ordenen van het rechtsverkeer tussen partijen (personen, organisaties, overheden, etc.). Door het Ministerie van Justitie is ervoor gekozen om voor een beperkt aantal wetten de daaraan verbonden administratieve lasten (op-) nieuw te laten meten. Op basis van de nulmeting 2003 gaat het daarbij om wet- en regelgeving waaraan het overgrote deel van de administratieve lasten verbonden zijn (2003 420 informatieverplichtingen, 88% van de administratieve lasten). Voor de overige wet- en regelgeving is gekozen voor het actualiseren van de gegevens (2003 240 informatieverplichtingen en 12% van de administratieve lasten). In het algemeen heeft er in de afgelopen jaren op onderdelen een moderniseringslag plaatsgevonden in de (op) nieuw te meten wet- en regelgeving en / of staat aanpassing (mede op grond van Europese regelgeving) gepland. Bij de nulmeting is de wet- en regelgeving op het gebied van Strafrecht met uitzondering van een aantal specifieke wetten met op het gebied van medisch handelen buiten de nieuwe meting gehouden.
1.4
Resultaten
1.4.1
Toelichting op de resultaten
Bedrijven hebben te maken met tal van regels opgelegd door de overheid (in het kader van het onderhavige onderzoek beperkt tot Rijksoverheid en publiekrechtelijke bedrijfsorganen). Aan het naleven van deze regels zijn meestal kosten verbonden. Deze kunnen worden onderscheiden in financiële kosten (bijvoorbeeld leges), inhoudelijke kosten (verplichtingen tot inrichten van bedrijfsprocessen waarbij het doen of nalaten van handelingen of gedragingen geregeld is) en informatieverplichtingen (verschaffen van informatie over de handelingen en gedragingen van de organisatie). Administratieve lasten zijn in het kader van dit onderzoek gedefinieerd als de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Voor het vereenvoudigen van de wet- en regelgeving is het niet alleen van belang om te weten hoeveel tijd en geld een ondernemer kwijt is aan een specifieke informatieverplichting maar ook wat de beleving (mate van aanvaarding, eenvoud of complexiteit van betrokken proces, verhouding lasten tot doelstellingen) van de lasten is.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
9/62
In dit rapport zijn de resultaten van meting van de administratieve lasten zowel in kwantitatieve (geld) als kwalitatieve zin (beleving) opgenomen.
1.4.2
Administratieve lasten
Totale administratieve lasten De totale gemeten administratieve lasten voor het Ministerie van Justitie bedragen € 1.335.698.978 verdeeld over het beleidsdomein privaatrecht € 1.229.650.888, Staats- en bestuursrecht € 105.512.352 en Strafrecht € 535.738. De belangrijkste wetten waaraan administratieve lasten zijn verbonden zijn: het Burgerlijk Wetboek Boek 2 (Rechtspersonen), het Burgerlijk Wetboek Boek 3 (Vermogensrecht) en het Burgerlijk Wetboek Boek 6 (Verbintenisrecht). Van de totale gemeten administratieve lasten voor het Ministerie van Justitie is € 937.818.571 gebaseerd op een nieuwe meting en € 397.880.407 op actualisatie van eerdere metingen.
Opvallende administratieve lasten De hoogste nieuw gemeten administratieve lasten zijn met € 750.058.574 verbonden aan het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 (de jaarrekening en het jaarverslag). Ook het aantal keren dat aan deze informatieverplichting moest worden voldaan is groot: 690.551. In paragraaf 4.3.1 zijn deze resultaten nader toegelicht. Aan het Burgerlijk Wetboek Boek 2 – rechtspersonen (Titels 1 – 8) zijn € 100.049.651 administratieve lasten verbonden. Dit laatste bedrag wordt voor het belangrijkste deel bepaald door de informatieverplichting het opstellen van een akte van statutenwijziging voor een vennootschap met een bedrag van € 75.747.172. Bij de hoeveelheidscomponent bij de overige gemeten wetten de melding van het aantal reprografische vermenigvuldigingen met 400.000 de meest voorkomende. De informatieverplichting met de hoogste prijscomponent is de aanvraag erkenning gedragscode in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens met € 36.000 (intern uitgevoerd) of € 50.000 (met externe ondersteuning uitgevoerd).
Beschrijvende kenmerken Het grootste deel (80,7%) van de administratieve lasten verbonden aan de nieuw gemeten wet- en regelgeving is (mede) gebaseerd op internationale regelgeving. Het betreft hier in het bijzonder het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 (de jaarrekening en het jaarverslag) en de Wet bescherming persoonsgegevens. De overige informatieverplichtingen zijn gebaseerd op nationale regelgeving.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
10/62
Kwalitatieve beleving De wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende informatieverplichtingen worden door de respondenten over het algemeen positief gewaardeerd. Er zijn geen opmerkelijke verschillen geconstateerd tussen de verschillende onderzochte wetten / wetscomplexen. De informatieverplichtingen die bij wijzigingen in de organisatie van ondernemingen in hun geheel opnieuw doorlopen dienen te worden en complexere informatieverplichtingen waarbij een expliciete actie van de ontvangende overheidsorganisatie noodzakelijk is, worden minder positief gewaardeerd.
1.5
Conclusies en aanbevelingen
Het thema administratieve lastendruk leeft bij de ondernemers. Door respondenten is een aantal voorstellen tot vermindering van de administratieve lasten gedaan. Deze richten zich in hoofdzaak op een drietal thema‟s:
Uitbreiding en stroomlijning van de mogelijkheden om met behulp van elektronische informatieuitwisseling aan de informatieverplichtingen aan de overheid te kunnen voldoen;
Verduidelijken, verruimen en / of anders inrichten van de vrijstellingsbepalingen die in wet- en regelgeving zijn opgenomen;
Het volgen van een landelijk en uniform beleid bij samenloop van landelijke en lokale (provinciale / gemeentelijke) regelgeving.
Er bestond over het algemeen grote bereidheid om mee te werken aan het onderhavige onderzoek. Hieruit spreken ook grote verwachtingen ten aanzien van de op basis van het onderzoek door te voeren maatregelen. Bij het vaststellen van de kwantitatieve gegevens is vastgesteld dat een significant aantal ontvangende overheidsorganisaties geen eenduidige en / of goed toegankelijke registratie bijhoudt van de door het bedrijfsleven opgeleverde informatie. Hierdoor worden de mogelijkheden tot gebruik van de betreffende informatie (waaronder toezicht op de naleving, ontwikkeling nieuw beleid, etc.) negatief beïnvloed. Het verdient dan ook aanbeveling om de betreffende registraties zodanig in te richten dat deze aan de wensen van alle gebruikers voldoen en de voor de uitvoering van de verschillende werkzaamheden noodzakelijke (management-) informatie kunnen opleveren. Daarnaast is een aantal ontvangende overheidsorganisaties niet of in onvoldoende mate bekend met het feit dat men de betreffende informatie van het bedrijfsleven ontvangt. Daar waar sprake is van problemen rond de registratie van opgeleverde informatie of daar waar sprake is van onbekendheid met de opgeleverde informatie verdient het aanbeveling om na te gaan of de betreffende informatieverplichtingen gehandhaafd dienen te worden. De conclusies en aanbevelingen zijn elders in dit rapport gedetailleerd uitgewerkt.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
11/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
12/62
2. Aanleiding en aanpak
2.1 Achtergrond en aanleiding In het coalitieakkoord en het constituerend beraad van het kabinet is vastgelegd dat de regeldruk voor bedrijven in deze kabinetsperiode merkbaar wordt verminderd. Wanneer wordt gesproken over regeldruk betekent dat al wat wordt veroorzaakt door wet- en regelgeving waar de ondernemer in zijn dagelijkse bedrijfsvoering mee te maken heeft. In het Plan van aanpak bedrijven dat op 17 juli 2007 is toegestuurd aan het parlement is beschreven hoe het kabinet invulling denkt te geven aan het verminderen van de regeldruk voor bedrijven. Daarin is een aparte paragraaf gewijd aan de vermindering van administratieve lasten. Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. In het coalitieakkoord heeft het kabinet voor de vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven de volgende doelstelling opgenomen: “De administratieve lasten worden in deze kabinetsperiode met nog eens 25% verminderd”. Het kabinet heeft besloten om naar aanleiding van deze doelstelling een nieuw ijkpunt vast te stellen. Daartoe is er een nieuwe nulmeting van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven uitgevoerd met het jaar 2007 als ijkpunt. In dit rapport wordt voor het Ministerie van Justitie verslag gedaan van de resultaten van deze nieuwe nulmeting.
2.2 Doel nulmeting administratieve lasten 2007 Een nulmeting van de administratieve lasten maakt inzichtelijk wat een ondernemer allemaal moet doen om aan een informatieverplichting te voldoen, hoeveel tijd en welke kosten dat met zich meebrengt en hoe hij/zij deze belasting ervaart. Dit maakt de nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 een belangrijk instrument voor departementen aan de hand waarvan vereenvoudigingsmaatregelen kunnen worden geïdentificeerd en opgesteld. De kwantitatieve resultaten dienen als nieuw ijkpunt voor de doelstelling van kabinet om de administratieve lasten deze kabinetsperiode met netto 25% te verminderen.
2.3 De opdracht 2.3.1
Inleiding
De Regiegroep Regeldruk (een samenwerkingsverband van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische Zaken) heeft een opdracht verleend aan het consortium van
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
13/62
Capgemini, EIM, Deloitte en Rambøll om de nulmeting uit te voeren naar de administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven. De Regiegroep Regeldruk is de formele opdrachtgever van de nulmeting. Departementen hebben hun medewerking verleend bij dat deel van de nulmeting dat betrekking heeft op hun eigen wet- en regelgeving. Het consortium heeft als opdrachtnemer de nulmeting uitgevoerd.
2.3.2
Reikwijdte en afbakening
De nulmeting verschaft een overzicht van alle wet- en regelgeving van het Rijk en de bijbehorende administratieve lasten voor bedrijven. Ook meegenomen zijn de administratieve lasten die op basis van departementale regelgeving worden veroorzaakt door uitvoeringsorganisaties, toezichthouders, gemeenten (medebewind) en PBO‟s (medebewind). Peildatum is de van kracht zijnde wet- en regelgeving van de Nederlandse Rijksoverheid op 1 maart 2007.
Wet- en regelgeving De nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 bestrijkt alle algemeen verbindende voorschriften (wetten, AMvB‟s, ministeriële regelingen en beleidsregels) die:
Afkomstig zijn van de Europese Commissie en geïmplementeerd zijn in de Nederlandse wetgeving;
Afkomstig zijn van de Nederlandse Rijksoverheid (autonome wetgeving) en/of in medebewind worden uitgevoerd door gemeenten of PBO‟s;
Van kracht waren op de peildatum 1 maart 2007, de datum waarop het huidige kabinet is aangetreden;
Op 1 maart 2007 golden voor het bedrijfsleven voorzover in Nederland gevestigd.
Bedrijfsleven Tot het bedrijfsleven worden in het kader van deze nulmeting gerekend alle sectoren van de economie, uitgezonderd de publieke delen van het openbaar bestuur, overheidsdiensten en de verplichte sociale verzekeringen (SBI‟93 code 75) en het onderwijs (SBI‟93 code 80). Voor deze uitzonderingen geldt dat de private onderdelen daarbinnen wél onder de definitie van bedrijfsleven voor zover zij kostendekkend werken.
Overig De volgende onderwerpen maken geen deel uit van deze opdracht:
Administratieve lasten van direct werkende EU-verordeningen die niet zijn verankerd in Nederlandse wet- en regelgeving;
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
14/62
Administratieve lasten van autonome wet- en regelgeving van medeoverheden als provincies, waterschappen, gemeenten en PBO‟s;
Administratieve lasten voor burgers en de overheidssector;
Administratieve lasten voor de ondernemer als gevolg van algemeen toezichtsbezoek, niet gekoppeld aan een informatieverplichting met een specifiek omschreven taakomschrijving van het toezicht;
Bezwaar en beroep cf. de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
2.3.2
Meten en actualiseren
Aangezien in de vorige kabinetsperiode de eenvoudigste maatregelen om administratieve lasten te verminderen al zijn genomen – het laaghangende fruit is geplukt – is het van groot belang dat de meting handvatten biedt voor vereenvoudigingsmaatregelen. Vanwege deze focus op vereenvoudiging is samen met departementen bekeken op welke gebieden vereenvoudiging noodzakelijk is, wil het kabinet haar ambitie om de administratieve lasten voor ondernemers merkbaar te verminderen waarmaken. De administratieve lasten van deze prioritaire gebieden zijn opnieuw gemeten op basis van het standaardkostenmodel (SKM). Voor de overige gebieden is volstaan met een actualisatie van de meetgegevens uit de nulmeting administratieve lasten bedrijven van 2003. Bij het benoemen van de prioritaire vereenvoudigingsgebieden zijn de volgende aspecten in ogenschouw genomen:
De totale omvang van de administratieve lasten van een informatieverplichting en/of wet;
De mate waarin ondernemers de informatieverplichting en/of wet als een probleem ervaren (Komt de wet- of regel voor in het werkprogramma of is het een bekende irritatie?);
Of de informatieverplichting en/of wet betrekking heeft op de 52 richtlijnen die de EU heeft benoemd als prioritair binnen het EU actieplan administratieve lasten;
Of de informatieverplichting en/of wet tot een domein behoort wat is benoemd binnen de aanpak van toezichtlasten.
2.4 De methode 2.4.1
Het Standaardkostenmodel in vogelvlucht
Het Standaardkostenmodel (SKM) is een methode die het mogelijk maakt om de administratieve lasten van wet- en regelgeving inzichtelijk te maken én aan te pakken. Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven en/of burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Analyses van de administratieve lasten van wet- en regelgeving met behulp van het SKM worden gekenmerkt door veel aandacht voor detail. Door wet- en regelgeving te analyseren met behulp van het SKM wordt inzichtelijk:
Welke informatieverplichtingen voortvloeien uit de wet- en regelgeving;
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
15/62
Welke handelingen een ondernemer of burger moet verrichten om aan een informatieverplichting te voldoen;
Hoeveel tijd en kosten deze handelingen met zich meebrengen voor de ondernemer of de burger.
Deze transparantie maakt het mogelijk om precies aan te wijzen welke onderdelen van wet- en regelgeving voor problemen zorgen. De detailinformatie biedt tegelijkertijd veel aangrijpingspunten voor vereenvoudiging. Al met al is het SKM een instrument dat veel mogelijk maakt. Echter, het is van belang om hierbij op te merken dat het te allen tijde een theoretische benadering van de werkelijkheid blijft. De uitkomst van een AL meting voor bedrijven zal nooit een 100% accurate weergave kunnen zijn van de feitelijk gemaakte administratieve kosten. Toch laten zowel de opgedane Nederlandse, Engelse als Deense ervaringen tot op heden zien dat bedrijven, dankzij deze methode, de besteding van tijd en middelen met betrekking tot afzonderlijke regelgeving beter kunnen inschatten dan met andere onderzoeksmethoden.
Hoe werkt het? Om de AL te kunnen berekenen wordt wet- en regelgeving allereerst gescreend op informatieverplichtingen (bv. het opstellen van een rapportage). Om aan een bepaalde informatieverplichting te kunnen voldoen moet een ondernemer verschillende handelingen verrichten (bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het verwerken van informatie, etc.). Die handelingen vereisen daarmee enerzijds een besteding van tijd en geld (tarief). Anderzijds moeten de activiteiten met een zekere frequentie plaatsvinden (één keer per jaar, meerdere keren per jaar of eens per paar jaar) en gelden de wettelijke regeling voor een bepaalde doelgroep. Voor de berekening van de AL dienen de variabelen die ten grondslag liggen aan een handeling vermenigvuldigd te worden. Daarbij gaat het om de eerdergenoemde vier variabelen: tijd, tarief, frequentie en doelgroep. De optelsom van de AL van de verschillende handelingen die ten grondslag liggen aan een informatieverplichting geeft vervolgens de AL van een betreffende informatieverplichting. De optelsom van de AL van de verschillende informatieverplichtingen die ten grondslag liggen aan een wettelijke regeling geeft tenslotte een totaaloverzicht van de AL van de betreffende wet- of regelgeving.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
16/62
De beschreven basisstructuur van het model is te vertalen naar de volgende formules: Berekening administratieve lasten
Totale AL van een wet
= som van de kosten per informatieverplichting
Kosten per informatieverplichting
= som van de kosten per handeling
Kosten per handeling
=P*Q
P wordt hierbij gedefinieerd als de kosten van een administratieve handeling en Q als het aantal keren dat de administratieve handeling wordt uitgevoerd. De gegevens met betrekking tot de tijd en kosten die gemoeid zijn met de administratieve handelingen worden verzameld door middel van interviews met bedrijven. Op grond van persoonlijke gesprekken met woordvoerders van bedrijven worden de kosten per handeling voor 1
een gemiddeld efficiënt bedrijf vastgesteld. Deze kosten zijn geen gemiddelde of een andere statistische centrummaat, maar een raming waarin de eigenschappen van de geïnterviewde personen en bedrijven worden meegewogen. Het resultaat is een goede schatting van de door informatieverplichtingen van de overheid veroorzaakte lasten voor bedrijven ondanks dat deze niet statistisch representatief is. Door de gegevens te vermenigvuldigen met het aantal bedrijven van de doelgroep en de frequentie is het mogelijk om een oordeel te geven over de AL die voortvloeien uit bepaalde wet- en regelgeving. Tijdens de interviews worden ook een aantal kwalitatieve gegevens verzameld, die direct handvatten bieden voor vereenvoudiging. Zo wordt onderzocht of informatie wel éénmalig moet worden aangeleverd, of er nog mogelijkheden zijn tot verdere automatisering van de berichtenstroom en of de informatieuitvraag zoals deze is vormgegeven door de overheid wel 2 aansluit bij de informatiestromen die in het bedrijfsleven al aanwezig zijn .
2.5 Wijzigingen ten opzichte van 2003 Na vier jaar ervaring met het meten van administratieve lasten volgens het Standaardkostenmodel, is de „Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007‟ aangegrepen om het Standaardkostenmodel te verbeteren, verder te standaardiseren en te verbreden met kwalitatieve aspecten. Daarbij heeft het kabinet gebruik gemaakt van de adviezen van Actal, de Algemene Rekenkamer, de Wereldbank en de OESO. De aanpassingen leiden er onder andere toe dat alleen de lasten worden meegenomen die er echt toe doen voor de ondernemer. Daarnaast worden administratieve lasten metingen beter onderling vergelijkbaar en worden extra kwalitatieve aanknopingspunten voor vereenvoudigingen verkregen.
1
Het gemiddeld efficiënt bedrijf is een bedrijf dat administratieve activiteiten gemiddeld uitvoert. Dat wil zeggen dat het bedrijf haar taken beter noch slechter uitvoert dan verwacht mag worden.. 2
Zie verder hoofdstuk 4.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
17/62
2.5.1
Verbeteringen in het Standaardkostenmodel
Uitsplitsing van ‘gemengde kosten’ In sommige gevallen verplicht de overheid via wet- en regelgeving bedrijven informatie te verzamelen en/of te bewaren, terwijl bedrijven deze informatie voor hun eigen bedrijfsvoering al verzamelen, bewerken en/of bewaren. In zo‟n geval is er volgens het Standaardkostenmodel sprake van „gemengde kosten‟. In het verleden zijn de kosten die gemaakt worden voor het verzamelen en/of bewaren van dit soort informatie voor 100% toegerekend aan de wet- en regelgeving van de overheid. In de „Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007‟ worden alleen de kosten gemeten die de ondernemer extra maakt omdat dit door de overheid verplicht is.
Informatieverplichtingen aan derden In eerdere metingen van administratieve lasten zijn de kosten die samenhangen met informatieverplichtingen aan derden gedeeltelijk wel meegenomen. Bekende voorbeelden daarvan zijn de factuurplicht en het beprijzen en etiketteren van producten. Informatieverplichtingen aan de overheid hebben echter een andere functie dan informatieverplichtingen aan derden. Informatieverplichtingen aan de overheid hebben primair als doel de om overheid in staat te stellen de naleving van inhoudelijke verplichtingen te monitoren en te controleren. Bij informatieverplichtingen aan derden is de functie niet het informeren van de overheid, maar bijvoorbeeld de consument, de patiënt of een ander bedrijf. Het doel van de verplichting is dan bijvoorbeeld het beschermen van belangen van derden ofwel het publieke doel zelf. Bovenstaand verschil in functionaliteit zorgde de laatste jaren voor veel discussie of kosten verbonden aan informatieverplichtingen aan derden administratieve lasten waren of inhoudelijke nalevingskosten. Nu de aanpak van het kabinet verbreed is en ook de nalevingskosten van bestaande en nieuwe regelgeving wordt aangepakt, heeft het kabinet besloten om de definitie van administratieve lasten theoretisch zuiver te houden. Dit betekent dat de kosten voor de ondernemer die samenhangen met informatieverplichtingen aan derden worden aangepakt in het programma „nalevingskosten‟.
2.5.2
Standaardisatie van de meetmethode
In de nulmetingen uit 2003 zijn, door verschillende opdrachten en verschillende opdrachtnemers, enkele belangrijke verschillen tussen de metingen ontstaan. Voor het vinden van substantiële en merkbare vereenvoudigingsvoorstellen is het van belang dat de uitkomsten van de meting goed vergelijkbaar zijn. Een manier om deze vergelijkbaarheid te waarborgen is het standaardiseren van een aantal variabelen in het Standaardkostenmodel. In de „Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007‟ is de meetmethodiek dan ook op een aantal punten verder gestandaardiseerd en is de meting als één opdracht aanbesteed. De vergelijkbaarheid is onder andere gewaarborgd door dezelfde typen informatieverplichtingen en 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
18/62
handelingen te hanteren. Ook zijn de interne tarieven gestandaardiseerd. Op basis van CBS loonstatistieken zijn voor de belangrijkste beroepsgroepen dezelfde interne tarieven vastgesteld . Deze, met CBS gegevens onderbouwde, interne tarieven bleken veelal lager dan de eerdere (soms geschatte) interne tarieven.
2.5.3
Verbreding van het Standaardkostenmodel
Om de bruikbaarheid van de resultaten te vergroten zijn kwalitatieve indicatoren aan het Standaardkostenmodel toegevoegd. Door deze kwalitatieve indicatoren op te nemen in de verslaglegging en het rapportage-format, wordt het eenvoudiger om naar aanleiding van de meetresultaten merkbare vereenvoudigingsvoorstellen te identificeren.
Labels De volgende labels zijn aan het Standaardkostenmodel toegevoegd:
Gemengde kosten;
Feitelijke Naleving;
Bedrijfssector;
„Life-events‟ ondernemers;
(Overheids)instantie die de informatie ontvangt;
Type Informatieverplichting;
Toezichthouder.
Deze labels hebben verschillende doeleinden. Zo heeft de ervaring geleerd dat vereenvoudigingsvoorstellen op terreinen met veel „gemengde kosten‟ en/of waarop de naleving gering is, vaak weinig merkbaar zijn. Door de labels „gemengde kosten‟ en „feitelijke naleving‟ is bij een informatieverplichting nu direct duidelijk of er sprake is van één van deze twee factoren. Hiermee kan dan gedurende het identificeren van vereenvoudigingsvoorstellen rekening mee worden gehouden. De labels „bedrijfssector‟, „life-events ondernemers‟ en „type informatieverplichting‟ maken het mogelijk om specifieke analyses te maken. Zo kan straks eenvoudig in beeld worden gebracht aan welke informatieverplichtingen bijvoorbeeld een horeca ondernemer moet voldoen door deze onder te verdelen naar bedrijfssector. Het label „life-events ondernemers‟ maakt het mogelijk om bijvoorbeeld te zien welke informatie verplichtingen allemaal komen kijken bij het starten van een onderneming. De labels „(Overheids)instantie die de informatie ontvangt‟ en „toezichthouder‟ zijn tot slot bedoeld om direct inzichtelijk te hebben welke actoren allemaal betrokken moeten worden bij het vereenvoudigingsproces.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
19/62
Belevingsstellingen In het Standaardkostenmodel zijn 7 stellingen opgenomen waarmee om de kwalitatieve beleving wordt gevraagd. Met deze stellingen wordt, naast de kennis over de kosten van de verplichting, ook inzicht verkregen in hoe de verplichting wordt ervaren. De stellingen geven niet alleen inzicht in de beleving, maar bieden ook aanknopingspunten voor vereenvoudiging. Antwoorden op vragen als „sluiten de gevraagde gegevens wel aan bij de gegevens van de ondernemer‟, of „heeft de ondernemer begrip voor de omvang van de gegevens die hij moet aanleveren‟, geven aan welke aspecten van de informatieverplichting het beste kunnen worden verbeterd.
2.5.4
Vergelijkbaarheid van de gegevens
Door de administratieve lasten en de bedrijfseigen kosten beter te scheiden zal de totale omvang van de gemeten lasten in 2007 lager zijn dan in 2003. Door de aanscherping van de definitie van administratieve lasten rond informatieverplichtingen aan de overheid en aan derden zullen de gemeten lasten in 2007 ook minder worden dan in 2004. Tot slot bleek op basis van onderzoek van het CBS dat de tarieven in 2003 vaak te hoog waren ingeschat. De standaardisatie van de interne tarieven leidt dus ook tot een afname van de gemeten lasten. De nieuwe meting biedt dus andere resultaten dan de oude meting. Deze resultaten van de twee metingen kunnen dan ook niet met elkaar worden vergeleken.
2.6 De meting in vier stappen De meting is uitgevoerd in vier deels opeenvolgende en deels overlappende fasen:
Stap 1: creëren startpunt voor de meting en actualisatie
Stap 2: toekennen van labels en bepalen van onderzoeksstrategie
Stap 3: meten en consolideren van de administratieve lasten per informatieverplichting
Stap 4: resultaten verzamelen en beschikbaar stellen
2.6.1
Het creëren van het startpunt voor de meting en actualisatie
Bij het opstellen van de offerteaanvraag heeft de Regiegroep Regeldruk samen met de departementen per departement een overzicht opgesteld van de wetten, ingedeeld in twee meetmethoden:
Welke wetten moeten worden gemeten (prioritaire aandachtsgebieden);
Voor welke wetten kan worden volstaan met het actualiseren van de administratieve lasten van de nulmeting 2003.
Het Consortium heeft beide wettenbestanden gecontroleerd op juistheid, volledigheid en het voorkomen van eventuele relevante wijzigingen sinds de vorige nulmeting met gevolgen voor de omvang van de administratieve lasten. In overleg met de Regiegroep en de departementen zijn
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
20/62
definitieve overzichten opgesteld van wetten die opnieuw zijn gemeten en wetten die zijn geactualiseerd. Onderdeel van deze stap was ook het integraal lezen van de wetteksten per 1 maart 2007 voor de nieuw te meten wetten. Op basis hiervan zijn alle informatieverplichtingen benoemd en vastgelegd. In deze fase is voor het perceel Subsidies door het Consortium een selectie gemaakt van subsidieregelingen met hoge prioriteit. Dat heeft geleid tot een selectie van 60 rijkssubsidieregelingen waarvan de administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn vastgesteld.
2.6.2
Het toekennen van labels bij te meten wetten en bepalen onderzoeksstrategie
In deze stap zijn alle informatieverplichtingen voorzien van kwalitatieve labels. Zoals deze hierboven in paragraf 2.5.3 zijn benoemd. Ook is in deze stap de onderzoeksstrategie bepaald. Het bepalen van de onderzoeksstrategie vereiste besluitvorming over segmentatie en de wijze van interviewen. Allereerst de segmentatie. Per wet/regeling/besluit of samenhangende clusters van wetten en de onderliggende informatieverplichtingen is de vraag beantwoord of segmentatie van het bedrijfsleven gewenst is om een correct beeld te krijgen van de omvang van de administratieve lasten van een informatieverplichting. Er is als volgt te werk gegaan. In principe wordt er per wet of clusters van wetten niet gesegmenteerd, met uitzondering van de volgende situaties:
De informatieverplichting in de wettekst of onderliggende uitvoeringsregelingen is gespecificeerd naar onderdelen van het relevante bedrijfsleven, zoals de kleine, middelgrote en grote verplichting bij de Wet op de jaarrekening. Dergelijke wettelijke verschillen in specificaties kunnen tot substantiële verschillen leiden in de omvang van de administratieve lasten binnen één informatieverplichting.
De nalevingspraktijk bij het bedrijfsleven of de uitvoeringspraktijk bij de betrokken overheidsinstanties kent structurele verschillen met substantiële gevolgen voor de omvang van de administratieve lasten voor een informatieverplichting.
Dit heeft er toe geleid dat er vanuit het perspectief van de onderzoeksstrategie twee categorieën wetten werden onderscheiden:
Wetten zonder segmentatie: één interviewreeks
Wetten met segmentaties: meer dan één interviewreeks
Een tweede aspect van de onderzoeksstrategie betrof de vraag: hoe worden de P-parameters (tijd, out of pocket kosten en externe kosten) verzameld bij de geselecteerde bedrijven? Er zijn drie varianten onderscheiden, waarbij de keus op wetsniveau is bepaald:
Face-to-face interviews ingeval van complexe wetten en bijgevolg complexe informatieverplichtingen
Telefonische interviews ingeval de te meten informatieverplichtingen in korte tijd kunnen worden besproken zonder dat documenten of voorbeelden moeten worden getoond
Expert panels ingeval van zelden voorkomende complexe informatieverplichtingen (fusies, liquidaties)
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
21/62
Nadat voor alle wetten de onderzoeksstrategie was bepaald, kon het veldwerk – stap 3 – beginnen.
2.6.3
Het meten en consolideren van de administratieve lasten per informatieverplichting
Deze stap is uitgevoerd in vier fasen.
Fase 1: Interviews In de eerste fase zijn voor alle nieuw te meten wetten zijn interviewreeksen gepland en gehouden, minimaal één interviewreeks en bij segmentatie meerdere reeksen. Ter voorbereiding op het interview heeft elke onderzoeker zich eerst een beeld gevormd van de sector waarin het interview plaatsvond. Om aan een informatieverplichting te kunnen voldoen moeten handelingen worden uitgevoerd. Voor het onderzoek is een standaardlijst van 18 handelingen gebruikt. Hiervoor hadden de interviewers voor de verschillende soorten informatieverplichtingen een zogenaamd handelingsprofiel beschikbaar met een standaardverdeling over de verschillende handelingen. Deze handelingen zijn in het interview vertaald naar begrippen die aansluiten bij de belevingswereld van de respondenten. In de interviews zowel gekeken naar de tijd voor een totale informatieverplichting als voor de afzonderlijke handelingen. Naast de kwantitatieve gegevens over de bestede tijd is in de interviews ook gevraagd naar de beoordeling op de belevingsstellingen, en naar verbetervoorstellen en best practices.
Fase 2: Standaardiseren De tweede fase bestond uit het standaardiseren van de tijdsbesteding per interviewreeks. Op basis van een beperkt aantal interviews (meestal 3) is gekeken of een goede inschatting kon worden gemaakt van de tijdsbesteding voor het gemiddeld efficiënte bedrijf. Wanneer de spreiding in de resultaten erg groot was is gekozen voor vervolginterviews, vaak om specifieke zaken op te helderen. Zo is uiteindelijk voor elke informatieverplichting, en waar relevant de onderliggende segmenten, een gestandaardiseerde waarde vastgesteld. De keuze voor het meten van de kosten van efficiënte naleving is één van de kernelementen van het Standaardkostenmodel. Het Standaardkostenmodel zoomt in op dat deel van de kosten dat kan worden beïnvloed door de overheid. Door de het gemiddeld efficiënte bedrijf als uitgangspunt te nemen, kan worden volstaan met een gering aantal interviews per informatieverplichting.
Fase 3: Hoeveelheidgegevens verzamelen De derde fase betond uit het verzamelen van de hoeveelheidcomponent van de administratieve lasten. Hiervoor zijn gegevens opgevraagd bij de ontvangende overheidsinstanties, maar er zijn ook berekeningen gemaakt op basis van CBS-gegevens over aantal bedrijven.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
22/62
Van de rijkssubsidieregelingen is ongeveer de helft gemeten. Door middel van extrapolatie zijn de gemeten administratieve lasten opgehoogd tot de totale administratieve lasten voor het bedrijfsleven als gevolg van rijkssubsidieregelingen.
Fase 4: Consolidatiebijeenkomsten Tot slot in een derde fase de gestandaardiseerde resultaten tijdens consolidatiebijeenkomsten voorgelegd aan vertegenwoordigers van de betrokken departementen, uitvoeringsinstellingen, inspecties, het betrokken bedrijfsleven en eventueel externe deskundigen. Na afloop van de consolidatiebijeenkomsten zijn de bevindingen uit de interviews definitief vastgesteld.
Actualiseren Bovenstaande vier fasen golden voor de nieuw te meten wetten. Parallel aan deze fasen zijn de overige wetten geacualiseerd. Actualisering betekent dat de gegevens uit de meest recente administratieve lasten meting (in veel gevallen de „Nulmeting bedrijven 2003‟) worden overgenomen, maar dat de oude omvang van de administratieve lasten wordt geactualiseerd door een algemene correctie toe te passen. De index die daarvoor gebruikt wordt is de gemiddelde groei van het Bruto Binnenlands Product tussen het jaar van de meting en 2007. Onderstaande tabel geeft de BBP indexatie weer die gebruikt is voor het actualiseren. De ijkdatum voor de nulmeting is 1 maart 2007.
Periode
BBP (mld.)
BBP indexatie 2007
1999
€ 386,2
143,97
2000
€ 418,0
133,01
2001
€ 447,7
124,19
2002
€ 465,2
119,52
2003
€ 476,9
116,59
2004
€ 491,2
113,19
2005
€ 509,0
109,23
2006
€ 534,0
104,12
2007
€ 556,0
100,00
Bron: CBS, Macro Economische Verkenningen 2008, bewerking consortium.
Bij het actualiseren zijn alleen de kwantitatieve gegevens van de te actualiseren wet- en regelgeving tot het niveau van informatieverplichtingen overgenomen. De handelingen die verricht worden om aan de informatieverplichting te voldoen zijn niet in kaart gebracht. Ook zijn geen kwalitatieve labels, zoals oorsprong wetgeving, feitelijke naleving, bedrijfssector, verantwoordelijke uitvoeringsorganisatie of „life event‟ in de dataset voor actualisatie opgenomen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
23/62
Door de geactualiseerde gegevens samen te voegen met de nieuw gemeten wetten ontstaat een totaaloverzicht van de administratieve lasten voor bedrijven in 2007. Voor het geactualiseerde deel is de schatting minder nauwkeurig en ontbreken enkele gegevens. Dat is verdedigbaar omdat het veelal om lage lasten gaat, beleidsterreinen waar weinig is gewijzigd en naar verwachting weinig zal wijzigen en die geen irritatie zijn voor het bedrijfsleven.
2.6.4
Het verzamelen en beschikbaar maken van de resultaten
De resultaten zijn op drie manieren beschikbaar gemaakt. Er is een basisbestand opgeleverd aan de Regiegroep Regeldruk met daarin alle onderzoeksgegevens en resultaten. Dit basisbestand bestaat uit 3 spreadsheets met gegevens over achtereenvolgens wetten, informatieverplichtingen en interviews. Deze spreadsheets zijn voor alle departementen gelijk en geven met elkaar een volledig overzicht van de onderzoeksresultaten voor de gehele rijksoverheid. De structuur is gebaseerd op een database, zodat eenvoudig analyse op het volledige materiaal kunnen worden uitgevoerd. Het tweede resultaat zijn de zogenaamde presentatietabellen per ministerie. Daarin staan ook de basisgegevens vermeld, maar dan op een meer toegankelijke wijze. Deze tabellen lenen zich minder goed voor analyse, maar dienen primair om beleidsmedewerkers inzicht te geven in de onderzoeksresultaten. Het derde product is deze rapportage in combinatie met standaardtabellen. Met de Regiegroep Regeldruk zijn standaardtabellen afgesproken. Ook is een standaardindeling voor het eindrapport per departement afgesproken. De standaardtabellen volgen exact de afgesproken lijn, de eindrapporten vertonen enige spreiding in de vorm en inhoud. Daarmee wordt recht gedaan aan de specifieke aspecten van de verschillende departementen.
Aanvullende informatie Bij dit rapport hoort een separate dataset. Deze dataset is een extractie uit de voor dit onderzoek opgezette database BOA. Een beschrijving en een verklaring van de variabelen die in deze extractie zijn opgenomen, staat in de separate bijlage A.
Rapporten Dit rapport is onderdeel van eindproduct dat door het Consortium wordt opgeleverd. Naast het onderhavige rapport is er een algemeen rapport en zijn er deelrapporten voor andere departementen en voor het onderdeel Rijkssubsidies.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
24/62
2.7 Specifieke methodische aspecten voor het Ministerie van Justitie Bij het meten van de administratieve lasten verbonden aan het Burgerlijk Wetboek Boek 2 (Rechtspersonen) Titel 9 (de jaarrekening en het jaarverslag) is gekozen voor een op onderdelen afwijkende wijze van uitvoering van het onderzoek. De meting van de administratieve lasten is uitgevoerd in nauw overleg met het team belast met de uitvoering van de werkzaamheden op het beleidsterrein Financiën – Fiscaal. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Alle met het opstellen van de jaarrekening, jaarverslag en fiscale aangifte samenhangende werkzaamheden tot het moment van afsluiten van het grootboek worden gerekend tot de reguliere bedrijfsvoering van de betrokken organisaties (nader aangeduid als inhoudelijke informatieverplichting).
De meting van de administratieve lasten heeft plaatsgevonden op basis van de werkzaamheden noodzakelijk om de informatie per post van de verantwoording tot stand te brengen. Hierbij zijn de nadere voorschriften voor de inrichting van de jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening, toelichting), jaarverslag en fiscale voorschriften leidend geweest. De meting heeft daarmee op het niveau van individuele posten en een aantal algemene werkzaamheden plaatsgevonden.
Per gemeten post is ook een globale inschatting gemaakt van de verdeling van de lasten op grond van het Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Titel 9 en de lasten op basis van de relevante fiscale wet- en regelgeving.
Een nadere toelichting is opgenomen in paragraaf 3.2.2 van dit rapport.
2.8 Leeswijzer Een inhoudelijke beschrijving van de opnieuw gemeten wet- en regelgeving is opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport. Daar zijn ook de keuzes opgenomen die het Ministerie van Justitie heeft gemaakt ten aanzien van het opnieuw meten, verrijken of alleen actualiseren van wet- en regelgeving. Tevens wordt in hoofdstuk 3 verantwoord welke keuzes zijn gemaakt bij welke wetten ten aanzien van de interviews. Ook de overige keuzes met betrekking tot het achterhalen van de benodigde Q‟s, segmenteren en standaardiseren worden in hoofdstuk 3 beschreven. Hoofdstuk 4 van het rapport geeft de kwantitatieve uitkomsten van de nieuwe nulmeting. Hier worden de gemeten en (soms ook) de geactualiseerde lasten per wet gepresenteerd. Vervolgens worden in een aantal tabellen de belangrijkste kenmerken van de uitkomsten gepresenteerd. In hoofdstuk 5 van het rapport wordt uitgebreid ingegaan op de kwalitatieve beleving van de lasten. Hier wordt door middel van de scores op zeven stellingen inzicht gegeven in de beleving van de respondenten van de administratieve lasten per wet. Deze uitkomsten worden naar een tweetal gezichtspunten behandeld: beleving naar wet, beleving naar ontvangende overheidsorganisatie. Vervolgens wordt een toelichting gegeven op slecht gewaardeerde informatieverplichtingen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
25/62
Het rapport wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met een opsomming van de voornaamste problemen (waarvan er overigens ook een aantal al in hoofdstuk 5 aan de orde komt), de voorgestelde oplossingen voor deze problemen en een aantal algemene conclusies.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
26/62
3. Beschrijving van het onderzoek
3.1 Administratieve lasten voor ondernemers Bij het Ministerie van Justitie wordt een drietal wetgevingsdomeinen onderkend, te weten Privaatrecht, Staats- en bestuursrecht en Strafrecht. Het overgrote deel van de wet- en regelgeving is gericht op het ordenen van het rechtsverkeer tussen partijen (personen, organisaties, overheden, etc.). Over het algemeen zijn aan de desbetreffende wet- en regelgeving weinig informatieverplichtingen van het bedrijfsleven aan de overheid verbonden. Waar informatieverplichtingen voorkomen, betreft het veelal incidentele verplichtingen (zoals voorwaarden verbonden aan het oprichten van rechtspersonen) en verplichtingen met een meer routinematig karakter (zoals verplichting tot opstellen en deponeren van jaarrekeningen). Daarnaast wordt bij het Ministerie van Justitie een aantal wetscomplexen onderkend die direct verbonden zijn met de specifieke beleidsterreinen van het ministerie. Voorbeelden hiervan zijn de Wet op de Kansspelen, de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de Auteurswet 1912 en de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Aan deze wetten zijn meer en specifieke informatieverplichtingen aan de overheid voor het bedrijfsleven verbonden. Deze kennen een grote spreiding in aard en frequentie en daarmee in de daarmee samenhangende administratieve lasten.
3.2 Opzet van de meting 3.2.1
Meten, verrijken of actualiseren van wetten
In overleg met de Departementscoördinator van het Ministerie van Justitie is een volledig overzicht van de tijdens de nulmeting 2003 gemeten wet- en regelgeving opgesteld. In de offerte-aanvraag was een eerste voorstel tot meten / actualiseren van de wet- en regelgeving gedaan. Hierbij is een aantal vraagpunten (niet expliciet geformuleerde wensen tot meten / actualiseren) geïdentificeerd. Op basis van de actuele stand van zaken rond de betreffende regelgeving (bijvoorbeeld nieuwe wet in behandeling bij Tweede / Eerste Kamer – Wet recentelijk geactualiseerd) is per wet / wetscomplex besloten om deze als te meten / te actualiseren op te nemen in het overzicht. Het zelfde geldt voor eventuele nieuwe wet- en regelgeving die sedert de nulmeting 2003 is ontstaan. Leidend voor nieuwe meting zijn bij het Ministerie van Justitie de volgende uitgangspunten:
In kaart brengen samenhang / overlap wet- en regelgeving met andere ministeries (Financiën – fiscaal / SZW – arbeidsrecht inclusief arbeid vreemdelingen)
Hernieuwd meten omdat er vragen zijn bij resultaten van een vorige meting (deels in opdracht van het Ministerie van Justitie uitgevoerd)
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
27/62
Meting in kader van actuele ontwikkelingen wet- en regelgeving.
Tot slot dient vermeld te worden dat het Strafrecht buiten het onderzoek is gehouden. Hiervoor geldt onder andere dat in het kader van de meting uit wordt gegaan van 100% naleving (tegen de achtergrond dat de aan het overtreden van de regelgeving verbonden (administratieve) lasten tot de reguliere bedrijfsvoeringlasten worden gerekend. Daarnaast beschikt het Ministerie van Justitie voor een aantal onder het Strafrecht vallende specifieke wetscomplexen waarin informatieverplichtingen zijn opgenomen voor het bedrijfsleven over actuele meetgegevens beschikt. Deze zijn in het kader van recent afgesloten wetgevingstrajecten opgesteld. Het betreft hier onder meer de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. De hierop betrekking hebbende gegevens zijn in het kader van het onderzoek geactualiseerd.
3.2.2
Specifieke onderzoeksaspecten
Het onderzoek is uitgevoerd conform de in de offerte neergelegde algemene uitgangspunten. Hierbij is op een tweetal punten afgeweken van de algemene uitgangspunten.
Een aantal wetten uit de beleidsdomeinen van het Ministerie van Justitie kent algemeen geformuleerde informatieverplichtingen. De nadere regels en de uitvoering ervan vallen echter onder de beleidsdomeinen van andere ministeries. Deze ministeries beschikken dan ook over meer informatie over de inrichting van de informatieverplichtingen en welke ondernemers hiermee in aanraking komen. In deze gevallen zijn de daaraan verbonden administratieve lasten in de meting bij de betreffende ministeries meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn: Burgerlijk Wetboek Boek 7 – bijzondere overeenkomsten – de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (domein Ministerie van VWS) en Burgerlijk Wetboek Boek 8 – Verkeersmiddelen en vervoer – registratie van registergoederen (domein Ministerie van VenW).
Met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek Boek 2 (Rechtspersonen) Titel 9 (de jaarrekening en het jaarverslag) is gekozen voor een op onderdelen afwijkende wijze van uitvoering van het o
onderzoek. Hierbij is sprake van een aantal complicerende factoren: Er is sprake van gemengde kosten: een deel van de werkzaamheden behoort tot de reguliere bedrijfsvoering van de betrokken organisaties. Er is sprake van een sterke samenloop met wet- en regelgeving uit het domein
o
Financien – Fiscaal (in het bijzonder de Wet op de vennootschapbelasting) o
Er is sprake van een beperkt aantal algemeen geformuleerde informatieverplichtingen. De feitelijke administratieve lasten zijn verbonden aan nadere voorschriften in de uitvoering die de vorm en inhoud van de aan de overheid op te leveren informatie bepalen.
De meting van de administratieve lasten is uitgevoerd in nauw overleg met het team belast met de uitvoering van de werkzaamheden op het beleidsterrein Financien – Fiscaal. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: o Alle met het opstellen van de jaarrekening, jaarverslag en fiscale aangifte samenhangende werkzaamheden tot het moment van afsluiten van het grootboek
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
28/62
worden gerekend tot de reguliere bedrijfsvoering van de betrokken organisaties (nader aangeduid als inhoudelijke informatieverplichting). De meting van de administratieve lasten heeft plaatsgevonden op basis de
o
werkzaamheden noodzakelijk om de informatie per post van de verantwoording tot stand te brengen. Hierbij zijn de nadere voorschriften voor de inrichting van de jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening, toelichting), jaarverslag en fiscale voorschriften leidend geweest. De meting heeft daarmee op het niveau van individuele posten en een aantal algemene werkzaamheden plaatsgevonden. o
Per gemeten post is ook een globale inschatting gemaakt van de verdeling van de lasten tussen de informatieverplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Titel 9 en de lasten op basis van de relevante fiscale wet- en regelgeving.
De gedetailleerde uitkomsten van de hiervoor beschreven meting zijn neergelegd in spreadsheets. Deze zijn als toelichting opgenomen bij de registratie van de resultaten van de meting op het niveau van de betreffende informatieverplichting. Naast het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 is nadere regelgeving van toepassing. Voor deze regelgeving zijn geen additionele informatieverplichtingen geïdentificeerd. De desbetreffende regelgeving omvat nadere voorschriften voor de inrichting van de jaarrekening en is daarmee mede bepalend voor de omvang van de met het opstellen van de jaarrekening verbonden administratieve lasten. Deze verplichtingen zijn in de meting betrokken. Voor het domein Financiën – Financiële Markten zal het onderzoek eerst eind april 2008 worden afgerond. De eventuele extra administratieve lasten verbonden aan de voor deze sector geldende aanvullende regelgeving zal in het betreffende deelrapport worden opgenomen.
3.2.3
Overzicht van de afgesproken meting
In Bijlage A is een overzicht opgenomen van de wet- en regelgeving behorende tot het beleidsterrein van het Ministerie van Justitie zoals deze in het onderzoek is betrokken. Hierbij is voor de betreffende wet- en regelgeving aangegeven of deze opnieuw is gemeten dan wel of de gegevens uit een voorgaande nulmeting zijn verrijkt of geactualiseerd.
3.3 Bevindingen uit de meting 3.3.1
Kengetallen
Uiteindelijk zijn 148 informatieverplichtingen gemeten en 347 informatieverplichtingen geactualiseerd. Bij het Ministerie van Justitie is afgezien van het verrijken van informatie uit een voorgaande nulmeting.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
29/62
3.3.2
Ervaringen met de meting
Interviews en consolidatiebijeenkomsten plannen en houden Het plannen van de interviews heeft, in verhouding tot de overige werkzaamheden in het kader van het onderzoek, relatief veel tijd gevergd. Met name het vinden van de juiste gesprekspartners (organisaties en daarbinnen de verantwoordelijke personen) die recentelijk te maken hebben gehad met de informatieverplichtingen uit een aantal wetten vormde daarbij een belangrijk struikelblok. Over het algemeen kan geconstateerd worden dat er bij de respondenten een grote bereidheid bestaat medewerking te verlenen aan onderzoeken rond het verminderen van de administratieve lastendruk. De bereidheid om deel te nemen aan consolidatiebijeenkomsten wisselde. Rond de Wet Bescherming Persoonsgegevens is een succesvolle bijeenkomst gehouden. De gecombineerde consolidatiebijeenkomst rond Wet op de Vennootschapbelasting / Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 (de jaarrekening en het jaarverslag) kende een teleurstellende bijdrage van de zijde van respondenten. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat uit de medewerking van de respondenten ook grote verwachtingen spreken ten aanzien van het vervolg dat door het kabinet / de ministeries aan het onderzoek wordt gegeven.
Standaardiseren De interviews geven over het algemeen een goed beeld van de aan een bepaalde informatieverplichting verbonden lasten. Het standaardiseren kan in deze gevallen eenvoudig uitgevoerd worden. Daar waar er sprake is van een grotere spreiding in de gemeten lasten per informatieverplichting kan op basis van een nadere analyse / een vervolginterview veelal gekomen worden tot een verklaring voor de verschillen. In een enkel geval is gebruik gemaakt van expertpanels om te komen tot een inschatting van de administratieve lasten verbonden aan de betreffende informatieverplichtingen. Hierbij gaat het veelal om relatief weinig voorkomende en / of complexe informatieverplichtingen.
Q’s bepalen Met de Q‟s wordt hier bedoeld: de hoeveelheidscomponent waarmee de kosten per bedrijf, die de standaardisering werden vastgesteld, vermenigvuldigd dienen te worden om de totale jaarlijkse administratieve lasten van een informatieverplichting te kunnen bepalen. Bijvoorbeeld het aantal bedrijven dat jaarlijks een jaarrekening moet deponeren bij de Kamer van Koophandel, of het aantal gevraagde vergunningen in een jaar. Een deel van de hoeveelheidscomponenten is door een specifiek daarvoor opgericht team binnen de projectorganisatie op centraal niveau in beeld gebracht. Een belangrijk deel van de, vooral voor het beleidsterrein specifieke hoeveelheidscomponenten, zijn door de onderzoekers bepaald. 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
30/62
Daarvoor is een groot aantal bronnen geraadpleegd. Een overzicht van de geraadpleegde bronnen is in Bijlage B van dit rapport opgenomen. Daar waar hoeveelheidscomponenten uit meerdere bronnen beschikbaar zijn heeft een nadere beoordeling van de hoeveelheidscomponenten plaatsgevonden om tot de meest waarschijnlijke waarde te komen. Hierbij is ook gebruik gemaakt van expertpanels. In een aantal gevallen kunnen hoeveelheidscomponenten slechts steekproefsgewijs (bijvoorbeeld bij gemeenten) verkregen worden. Voor deze hoeveelheidscomponenten is op een algemeen aanvaarde wijze een schatting gemaakt van het totaal aantal hoeveelheidscomponenten. Bij het bepalen van de hoeveelheidscomponenten is gebleken dat de ontvangende overheidsorganisaties niet in alle gevallen een eenduidige en / of centrale en / of goed toegankelijke registratie bijhouden van de door het bedrijfsleven aangeleverde informatie. Voorbeelden hiervan zijn de Immigratie- en Naturalisatiedienst bij het Ministerie van Justitie (Wet beëdigde vertalers) en een aantal regionale politiekorpsen (Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus). Hierdoor worden de mogelijkheden tot gebruik van de betreffende informatie (waaronder toezicht op de naleving, ontwikkeling nieuw beleid, etc.) negatief beïnvloed. Op dit punt zijn verbeteringen mogelijk. Te denken valt aan het zodanig inrichten van de registraties dat deze aan de wensen van alle gebruikers voldoen, het centraliseren van administraties of het centraal faciliteren van deze administraties. Daarnaast is een aantal ontvangende overheidsorganisaties niet of in onvoldoende mate bekend met het feit dat men de betreffende informatie van het bedrijfsleven ontvangt. Daar waar sprake is van problemen rond de registratie van opgeleverde informatie of daar waar sprake is van onbekendheid met de opgeleverde informatie verdient het aanbeveling om na te gaan of de betreffende informatieverplichtingen gehandhaafd dienen te worden.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
31/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
32/62
4. Kwantitatieve lasten
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de administratieve lasten verbonden aan de wet- en regelgeving van het Ministerie van Justitie in hoofdlijnen weergegeven. Het gaat hierbij in het bijzonder om de gemeten / geactualiseerde administratieve lasten. De hoofdlijnen van de verzamelde informatie zijn neergelegd in een aantal tabellen. In de volgende paragrafen zijn de bijzonderheden toegelicht.
4.2 Totale administratieve lasten De totale gemeten administratieve lasten voor het Ministerie van Justitie bedragen € 1.335.698.978 verdeeld over het beleidsdomein privaatrecht € 1.299.650.888, Staats- en bestuursrecht € 105.512,352 en Strafrecht € 535.738. Van de totale gemeten administratieve lasten voor het Ministerie van Justitie is € 937.818.371 gebaseerd op een nieuwe meting en € 397.880.407 op actualisatie van eerdere metingen.
Wetsdomein
Totale administratieve lasten informatieverplichtingen
Justitie – Privaatrecht Justitie – Staats- en
Percentage van totaal
€ 1.229.650.888
92,06%
€ 105.512.352
7,90%
€ 535.738
0,04%
€ 1.335.698.978
100,00%
bestuursrecht Justitie - Strafrecht Totaal Figuur 1 – Totale administratieve lasten
3
4.3 Opvallende administratieve lasten De totale gemeten administratieve lasten voor het Ministerie van Justitie worden in belangrijke mate bepaald door de administratieve lasten die verbonden zijn aan het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 – de jaarrekening en het jaarverslag. Om deze reden zijn deze als geheel in de volgende paragraaf toegelicht. De overige informatieverplichtingen zijn in de daaropvolgende paragrafen toegelicht.
3
De aanduiding Figuur wordt gehanteerd ter onderscheiding van de in Bijlage A opgenomen gedetailleerde onderzoeksresultaten. 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
33/62
4.3.1
Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 – de jaarrekening en het jaarverslag
In figuur 2 zijn de totale gemeten administratieve lasten verbonden aan het opstellen van de jaarrekening door verantwoordingsplichtige organisaties weergegeven.
Omschrijving
Hoeveelheidscomponent
Klein
Prijscomponent (in €)
Administratieve lasten totaal (in €)
406.316
1.498
608.524.361
Middel
8.267
4.869
40.248.063
Groot
2.776
8.833
24.519.198
Niet Actief
273.192
281
76.766.952
Totaal
690.551
750.058.574
Figuur 2 – Administratieve lasten Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Titel 9de jaarrekening en het jaarverslag
Hierbij merken wij het volgende op:
In de wet- en regelgeving wordt onderscheid gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote verplichting. De indeling in één van deze categorieën verplichtingen hangt af van de omvang van het bedrijf. Hiertoe zijn verschillende grenswaarden vastgesteld die de indeling in een van de gepresenteerde categorieën bepalen.
De administratieve lasten voor de economisch niet-actieve bedrijven, zoals pensioen BV‟s en Holding BV‟s, zijn niet vergelijkbaar met de andere verplichtingen. De verplichtingen zijn veel beperkter dan voor de ondernemingen uit de andere categorieën en zijn derhalve als vierde categorie (niet actief) gepresenteerd.
De hoeveelheidscomponenten voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen zijn ontleend aan gegevens van de Belastingdienst over het aangiftejaar 2006. Bij de bepaling van de indeling naar kleine, middelgrote en grote ondernemingen zijn de criteria uit het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 – de jaarrekening en het jaarverslag – gehanteerd.
De hoeveelheidscomponent voor de economisch niet-actieve ondernemingen is ontleend aan 4 een rapport van SIRA consulting en heeft eveneens betrekking op het jaar 2006.
4
Herberekening reductievoorstellen jaarrekeningrecht – Herberekening van de reductievoorstellen voor de Administratieve Lasten voor bedrijven uit het jaarrekeningrecht, SIRA consulting – 20 oktober 2006. 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
34/62
Om exact te achterhalen hoeveel bedrijven verplicht zijn om een jaarrekening te deponeren, zou een combinatie gemaakt moeten worden van de gegevens van de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel. Momenteel is de combinatie van de verschillende gegevens niet beschikbaar. Om deze reden is in overleg met vertegenwoordigers van de Ministeries van Financien en van Justitie voor de gehanteerde hoeveelheidscomponenten gekozen.
De prijscomponenten betreffen de totale lasten die verbonden zijn aan het opstellen van de jaarrekening vanaf het moment van sluiten van het grootboek tot het deponeren ervan bij de Kamer van Koophandel. De gedetailleerde uitkomsten van de meting op het niveau van handelingen per onderdeel van de verantwoording, verdeeld over opstellen van de jaarrekening en opstellen aangifte vennootschapbelasting, zijn neergelegd in spreadsheets. Deze zijn als toelichting opgenomen bij de registratie van de resultaten van de meting op het niveau van de betreffende informatieverplichting (zie ook paragraaf 3.2.2).
De administratieve lasten verbonden aan het feitelijk deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel zijn opgenomen onder de administratieve lasten bij het Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Titel 1-8. De verplichting tot deponeren is in de betreffende titels per beschreven rechtspersoon opgenomen. Zie hiervoor ook de volgende paragrafen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
35/62
4.3.2
Hoge administratieve lasten per wet en informatieverplichting
Binnen het beleidsdomein van het Ministerie van Justitie zijn de hoogste administratieve lasten verbonden aan en beperkt aantal wetten (regelingen). Naast het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 is de top 10 van deze wetten in totaal goed voor 35,5% van de totale administratieve lasten.
Wetsnaam
Wetsdomein
Totale administratieve
Percentage van totaal
lasten 1.
Burgerlijk Wetboek Boek 3: Algemeen (*)
Privaatrecht
€ 145.056.340
11%
2.
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Privaatrecht
€ 100.049.651
7%
(Titel 1-8) (**) 3.
Burgerlijk Wetboek Boek 6 (***)
Privaatrecht
€ 66.875.900
5%
4.
Wetboek van Koophandel:
Privaatrecht
€ 39.144.737
3%
Verzekeringen (*) 5.
Wetboek van Koophandel: VOF (*)
Privaatrecht
€ 29.756.139
2%
6.
Wet op het notarisambt (*)
Bestuursrecht
€ 20.891.508
2%
7.
Burgerlijk Wetboek Boek 3: Hypotheken (*)
Privaatrecht
€ 19.550.522
1%
8.
Advocatenwet:
Bestuursrecht
€ 17.271.515
1%
Privaatrecht
€ 16.785.015
1%
Bestuursrecht
€ 16.678.841
1%
Boekhoudverordening 1998 (*) 9.
Burgerlijk Wetboek Boek 8 verkeersmiddelen en vervoer schepelingenbesluit (*)
10.
Wet op het notarisambt – Administratieverordening (*)
(*)
Actualisatie gegevens eerdere meting
(**)
Nieuwe meting – exclusief Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Titel 9: de jaarrekening en het jaarverslag
(***)
Nieuwe meting
Figuur 3 – Administratieve lasten per wet (regeling)
Bij de nieuw gemeten wet- en regelgeving op de beleidsterreinen van het Ministerie van Justitie worden de administratieve lasten in hoofdzaak veroorzaakt door een drietal typen informatieverplichtingen:
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
36/62
Registreren
Melden
Aanvraag toelating of vrijstelling
De betreffende typen informatieverplichtingen stemmen overeen met het de aard van de wet- en regelgeving van het Ministerie van Justitie op het terrein van privaat- en staats- en bestuursrecht.
4.3.3
Hoge administratieve lasten per verplichting en per bedrijf
Voor de nieuw gemeten wet- en regelgeving is een aantal factoren nader uiteengezet die de administratieve last per informatieverplichting bepalen. Hierna is in een tweetal figuren een overzicht gegeven van de informatieverplichtingen met de hoogste lasten per keer dat deze voorkomt. Het inzicht wordt gegeven naar interne kosten (gemaakt door het bedrijf zelf) en externe kosten (uitbestede werkzaamheden). Het aanvragen van een erkenning van een gedragscode in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens vergt werkzaamheden van een branche-organisatie in samenwerking met vertegenwoordigers van de daarbinnen opererende bedrijven en het College Bescherming Persoonsgegevens als ontvangende overheidsorganisatie. Vergelijkbare zijn verbonden aan het opstellen van zogenaamde „Corporate Binding Rules‟ bij (internationale) concerns.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
37/62
Top 10 informatieverplichtingen met hoogste prijscomponent
Wet naam
Omvang interne prijscomponent (in €)
1.
Aanvragen erkenning gedragscode
WBP
36.000
2.
Meewerken aan voorafgaand onderzoek
WBP
7.200
3
Aanvragen vergunning doorgifte
WBP
2.250
Wet op de Kansspelen
1.975
informatie naar derde land 4.
Instemming met statuten en reglementen door minister
5.
Aanvragen vergunning voor het organiseren van een instantloterij
Wet op de Kansspelen
1.090
6.
Aanvragen vergunning voor het
Wet op de Kansspelen
1.090
Wet op de Kansspelen
1.038
organiseren van sportprijsvragen 7.
Aanvragen vergunning voor het organiseren van een totalisator
8.
Aanvragen voor toelating van een speelautomaatmodel
Wet op de Kansspelen
945
9.
Aanvragen vergunning voor het organiseren van een lotto
Wet op de Kansspelen
623
10.
Opstellen van statutenwijzigingsakte
Burgerlijk Wetboek 2
619
Figuur 4a – Informatieverplichtingen met hoge (interne) prijscomponent
Uit het overzicht van de externe kosten blijkt de belangrijke rol van het notariaat bij het afwikkelen van informatieverplichtingen op de beleidsterreinen van het Ministerie van Justitie.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
38/62
Top 10 informatieverplichtingen met
Wet naam
hoogste externe prijscomponent
Omvang van externe prijscomponent (in €)
1.
Aanvraag erkenning gedragscode
WBP
2.
Opstellen van statutenwijzigingsakte
Burgerlijk Wetboek 2
50.000 1.667
(titel 1-8) 3
Opstellen van akte voor uitgifte van aandelen op naam NV
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
1.500
4.
Opstellen van fusieakte
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
1.500
5.
Opstellen oprichtingsakte BV of NV
Burgerlijk Wetboek 2
1.500
(titel 1-8) 6.
Opstellen van omzettingsakte BV of NV
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
1.500
7.
Opstellen van omzettingsakte
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
1.500
8.
Opstellen van splitsingsakte
Burgerlijk Wetboek 2
1.500
(titel 1-8) 9.
Aanvragen vergunning voor het
Wet op de Kansspelen
400
Burgerlijk Wetboek 6
400
organiseren van een totalisator 10.
Overeenkomst bij notariële akte
Figuur 4b – Informatieverplichtingen met hoge externe prijscomponent
Naast de prijs is het aantal keren dat de betreffende informatieverplichtingen doorlopen dienen te worden bepalend voor de totale hieraan verbonden administratieve lasten. De volgende figuur geeft inzicht in de belangrijkste hoeveelheidcomponenten (Q‟s).
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
39/62
Top 10 informatieverplichtingen met
Wet naam
hoogste hoeveelheidscomponent
1.
Indienen van jaarverslag
Omvang hoeveelheidscomponent
Burgerlijk Wetboek 2
690.551
(Titel 1-8) 2.
Melding van het aantal reprografische
Auteurswet 1912
400.000
vermenigvuldigingen 3.
Overeenkomst bij notariële akte
Burgerlijk Wetboek 6
136.500
4.
Opstellen en indienen
Burgerlijk Wetboek 2
33.128
statutenwijzigingsakte
(Titel 1-8)
Vastleggen/bewaren onderdelen overeenkomst of rechtshandelingen
WBP
31.400
Verzoek verklaring geen bezwaar
Burgerlijk Wetboek 2
25.000
statutenwijziging (BV/NV)
(Titel 1-8)
Opstellen en indienen oprichtingsakte
Burgerlijk Wetboek 2
rechtspersoon
(Titel 1-8)
8.
Verzoek verklaring geen bezwaar tegen oprichting BV of NV
Burgerlijk Wetboek 2 (Titel 1-8)
7.510
9.
Melding plaats en tijdstip waar kansspel
Wet op de Kansspelen
7.500
Legitimatiebewijs ter vernietiging aan
Wet particuliere
6.800
korpschef overleggen
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
5.
tussen verwerker/verantwoordelijke incl. beveiligingsmaatregelen 6.
7.
7.990
plaatsvindt 10.
Figuur 5 – Informatieverplichtingen met een hoge hoeveelheidscomponent
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
40/62
De informatieverplichtingen met de hoogste administratieve lasten (prijscomponent (intern+extern) * hoeveelheidscomponent – P * Q) zijn weergegeven in de volgende figuur.
Top 10 informatieverplichtingen met
Wet naam
hoogste administratieve lasten
1.
Opstellen statutenwijzigingsakte
Omvang administratieve lasten (in €)
Burgerlijk Wetboek 2
75.747.172
(titel 1-8) 2.
Overeenkomst bij notariële akte
Burgerlijk Wetboek 6
66.875.900
3.
Melding aantal reprografische
Auteurswet 1912
14.800.000
Burgerlijk Wetboek 2
13.016.940
verveelvuldigingen 4.
Opstellen oprichtingsakte
(titel 1-8) 5.
Opstellen akte uitgifte van aandelen op naam NV
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
5.265.000
6.
Indienen van jaarverslag
Burgerlijk Wetboek 2
4.511.600
(titel 1-8) 7.
Vastleggen/bewaren onderdelen
WBP
2.543.400
overeenkomst of rechtshandelingen tussen verwerker/verantwoordelijke incl. beveiligingsmaatregelen 8.
Indienen statutenwijzigingsakte
Burgerlijk Wetboek 2 (titel 1-8)
2.164.363
9.
Opstellen van fusie akte
Burgerlijk Wetboek 2
2.085.000
(titel 1-8) 10.
Melden bij wijziging persoonsgegevens
WBP
972.000
verantwoordelijke gegevensverwerking
Figuur 6 – Hoogste administratieve lasten per informatieverplichting
4.3.4
Hoge administratieve lasten per ontvangende overheidsorganisatie
In de volgende figuur is een overzicht gegeven van de administratieve lasten per ontvangende overheidsinstantie verbonden aan de nieuw gemeten wet- en regelgeving. Het gaat hierbij om de totale administratieve lasten van het bedrijfsleven verbonden aan het uitvoeren van de wet- en regelgeving (zowel de interne als externe kosten) en niet om de verschuldigde leges.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
41/62
Ontvangende overheidsorganisatie
Totaal administratieve lasten
1.
Notarissen
€ 164.344.512
2.
Reprorecht
€ 14.800.000
3.
Kamer van Koophandel
€ 6.890.897
4.
College Bescherming Persoonsgegevens
€ 4.353.478
5.
Ministerie van Justitie – diverse organisatieonderdelen
€ 1.311.310
6.
Thuiskopie
€ 346.875
7.
KLPD (incl. regionale politiekorpsen)
€ 151.141
8.
Leenrecht
€ 21.090
9.
Gemeente X
€ 17.325
10.
College van Toezicht op de kansspelen
€ 16.804
Figuur 7 – Administratieve lasten per ontvangende overheidsorganisatie
4.3.5
Administratieve lasten zonder informatiestroom aan de overheid
Zoals eerder vermeld blijven administratieve lasten verbonden aan informatieverplichtingen zonder informatiestroom aan de overheid buiten de onderhavige meting. De meting van deze lasten maakt of deel uit van separate onderzoeken (lasten verbonden aan verplichtingen tussen ondernemingen / ondernemingen en natuurlijke personen ofwel nalevingskosten, etc.) of worden tot de lasten van de reguliere bedrijfsvoering gerekend. In het kader van het onderzoek verdient het Vrijstellingsbesluit Wbp aandacht. Op basis van dit besluit behoeft voor circa 70% van de persoonsregistraties geen melding plaats te vinden bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Respondenten geven echter aan dat om te bepalen of een registratie onder de vrijstelling valt, vrijwel alle stappen doorlopen moeten worden die aan de meldingsprocedure zijn verbonden. Aangezien de realisatie van de feitelijke informatieverplichting (overdracht van informatie) aan de overheid niet plaatsvindt worden de betreffende administratieve lasten in het kader van het onderzoek niet in beschouwing genomen. Voor het Vrijstellingsbesluit Wbp is naar schatting hiermee een bedrag van circa € 850.000 verbonden (tegenover € 351.000 voor daadwerkelijk gemelde persoonsregistraties). Zie ook paragraaf 5.2.1.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
42/62
4.4 Beschrijvende kenmerken 4.4.1
Oorsprong van de wet
Zoals eerder beschreven worden de administratieve lasten van de Nederlandse wet- en regelgeving gemeten. Dit impliceert ook dat de analyse betrekking heeft op internationale (EU-) regelgeving die is omgezet naar Nederlands recht. Direct werkende EU-verordeningen worden niet gemeten. Om een overzicht te geven van de oorsprong van de administratieve lasten van bedrijven geïnventariseerd. Uit de navolgende tabel blijkt welk deel van de gemeten regelgeving (exclusief Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9) op de beleidsterreinen van het Ministerie van Justitie het gevolg zijn van een combinatie van internationale en nationale wetgeving en welke geheel op nationale wetgeving zijn gebaseerd. Informatieverplichtingen die uitsluitend en geheel het gevolg zijn van internationale regelgeving komen niet voor bij het Ministerie van Justitie.
Internationaal
Nationaal
Totaal
Aantal IV's
Administr. Lasten
Aantal IV's
Justitie - Privaatrecht
11
€ 2.164.363
58
€ 179.929.153
69
€ 182.093.516
Justitie Bestuursrecht
14
€ 4.393.578
73
€ 1.272.903
87
€ 5.666.481
Totaal
25
€ 6.557.940
131
€ 181.202.056
156
€ 187.769.997
Wetddomein
Administr. Lasten
Aantal IV's
Administr. Lasten
IV's = informatieverplichtingen.
Figuur 8a – Oorsprong wet- en regelgeving
Inclusief de administratieve lasten verbonden aan het Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9 ontstaat het volgende beeld: Administratieve Lasten Wetsdomein
Internationaal
Nationaal
Totaal
Justitie – Privaatrecht
€ 752.222.937
€ 179.929.153
€ 932.152.090
€ 4.393.578
€ 1.272.903
€ 5.666.481
€ 756.616.515
€ 181.202.056
€ 937.818.571
Justitie - Bestuursrecht Totaal
Figuur 8b – Oorsprong wet- en regelgeving inclusief Burgerlijk Wetboek Boek 2 titel 9
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
43/62
4.4.2
Verdeling tussen interne en externe kosten
In het kader van de meting van de administratieve lasten is aandacht besteed aan de interne lasten (kosten verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden door medewerkers van het bedrijf) en de externe lasten (kosten verbonden aan het door derden laten uitvoeren (van een deel) van deze werkzaamheden.).
Wet
Administratieve
Interne
Out of
Externe
lasten totaal
Lasten
pocket Lasten
Lasten
1
Burgerlijk Wetboek Boek 2 (titel 1 - 8)
€ 100.049.651
25%
0%
75%
2
Burgerlijk Wetboek Boek 6
€ 66.875.900
18%
0
82%
3
Auteurswet 1912
€ 15.157.420
98%
2%
0%
4
Wet bescherming persoonsgegevens
€ 4.393.578
99%
0%
1%
5
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en
€ 571.645
100%
0%
0%
recherchebureaus 6
Wet op de kansspelen
€ 403.650
97%
0%
3%
7
Wet particuliere
€ 218.752
100%
0%
0%
€ 51.917
100%
0%
0%
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus / circulaire 8
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus / regeling
9
Wet beëdigde vertalers
€ 18.165
100%
0%
0%
10
Wet op de naburige rechten
€ 10545
100%
0%
0%
Figuur 9 – verhouding interne / externe lasten
Het grootste deel van de externe kosten wordt gerealiseerd bij en door het notariaat. Het gaat hierbij in het bijzonder om de kosten verbonden aan het opmaken van de verschillende typen akten 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
44/62
en overige dienstverlening (zoals deponeren / registreren bij de Kamer van Koophandel en het Kadaster) zoals die door het notariaat voor het bedrijfsleven worden gerealiseerd. De overige externe kosten zijn veelal verbonden aan externe ondersteuning bij het uitwerking geven aan de informatieverplichtingen.
4.4.3
Bedrijfseigen kosten
In een aantal gevallen verplicht de overheid via wet- en regelgeving bedrijven informatie te verzamelen en / of te bewaren, terwijl de bedrijven deze informatie al verzamelen en / of bewaren in het kader van hun eigen bedrijfsvoering. In deze gevallen is sprake van bedrijfseigen kosten (kosten deels toe te rekenen aan de reguliere bedrijfsvoering en deels aan de betreffende informatieverplichtingen. Voor deze gevallen is een verdeelsleutel vastgesteld om aan te geven welk deel van deze kosten aangemerkt moeten worden als administratieve lasten. In andere gevallen zijn deze geheel toe te rekenen aan de desbetreffende informatieverplichtingen (100%). Bij de top 10 van de informatieverplichtingen met aanzienlijke administratieve lasten (zie tabel 6) valt de informatieverplichting “Opstellen statutenwijzigingsakte rechtspersonen”met een gemeten administratieve last van € 75.747.172 op. Bij deze informatieverplichting is sprake van 50% bedrijfseigen kosten ( € 37.873.586). Bij de overige 9 informatieverplichtingen met hoge administratieve lasten is sprake van 100% toerekening aan de betreffende informatieverplichtingen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
45/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
46/62
5. Kwalitatieve beleving
5.1 Inleiding Voor het vereenvoudigen van wet- en regelgeving is het niet alleen van belang om te weten hoeveel tijd en geld een ondernemer kwijt is aan een specifieke informatieverplichting, maar ook wat de beleving van de ondernemer is ten aanzien van de betreffende informatieverplichting. De beleving van de wet- en regelgeving is in het kader van het onderzoek onder meer gemeten aan de hand van reacties op een aantal stellingen. Deze reacties geven inzicht in de acceptatie van de informatieverplichting bij de ondernemer, de efficiëntie van de uitvraag, de acceptatie van de frequentie waarmee informatie wordt gevraagd en de eenvoud van de informatievraag. Daarnaast is gebruik gemaakt van informatie die tijdens het onderzoek door de betrokken partijen (waaronder ministerie, toezichthouders, geïnterviewden, etc.) ter beschikking is gesteld.
5.2 Uitvoeringspraktijk 5.2.1
Feitelijke naleving
Voor het merendeel van de wet- en regelgeving is tijdens het onderzoek niet gebleken dat de feitelijke naleving minder dan 100% is. Dit stemt ook overeen met de uitkomsten van het belevingsonderzoek waarbij door respondenten nut, noodzaak en frequentie van de informatieverplichtingen als vanzelfsprekend of aanvaardbaar is gekwalificeerd. Een uitzondering hierop vormt de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Tijdens de Consolidatiebijeenkomst is aangegeven dat naar alle waarschijnlijkheid voor een significant, maar niet nader te kwantificeren, deel van de meldingsplichtige persoonsregistraties de melding bij het College Bescherming Persoonsgegevens achterwege blijft. Als reden hiervoor geldt de relatieve onbekendheid bij ondernemingen dat zij voor deze registraties een meldingsplicht hebben. Deze constatering vormt een aanvulling op de constateringen ten aanzien van de administratieve lasten verbonden aan het vrijstellingsbesluit (zie paragraaf 4.3.4).
5.2.2
Verschillen tussen sectoren
Het merendeel van de wet- en regelgeving van het Ministerie van Justitie is van toepassing op alle sectoren van het bedrijfsleven. Op basis van de aanpak van het onderzoek voor de betreffende weten regelgeving kan geen uitspraak worden gedaan over eventuele verschillen in beleving tussen sectoren. Voor wet- en regelgeving die van toepassing is op een of meer specifiek gedefinieerde sectororen (zoals bijvoorbeeld de Wet op de kansspelen en de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en 31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
47/62
recherchebureaus) zijn tussen de in het kader van het onderzoek onderscheiden doelgroepen geen wezenlijke verschillen in beleving van de betreffende wet- en regelgeving vastgesteld.
5.2.3
Gebruik van elektronische communicatiemiddelen
Het gebruik van economische communicatiemiddelen voor het voldoen aan informatieverplichtingen aan overheidsorganisaties wordt positief gewaardeerd. De kanttekening die hierbij wordt geplaatst is dat de inrichting van de elektronische communicatie dan passend moet zijn voor de informatieverplichting. Waar nodig moet flexibel ingespeeld worden op aantal te melden gegevens (bijvoorbeeld afhankelijk van aard en omvang organisatie) en dienen tekstvelden voldoende ruimte te bieden om de vereiste toelichtingen duidelijk en volledig te kunnen verwerken.
5.2.4
Gebeurtenissen die tot informatieverplichtingen leiden
De wet- en regelgeving op de beleidsterreinen van het Ministerie van Justitie kent een relatief groot aantal informatieverplichtingen verbonden aan de start van een activiteit (bijvoorbeeld het oprichten van een rechtspersoon, het aanvragen van erkenning van een gedragscode). Deze zijn veelal ook nauw verbonden met de start van een onderneming.
5.3 Beleving 5.3.1
Beleving naar wetten
De wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende informatieverplichtingen worden door de respondenten over het algemeen positief gewaardeerd. Er zijn geen opmerkelijke verschillen geconstateerd tussen de verschillende onderzochte wetten / wetscomplexen. Een goed voorbeeld is voor het Burgerlijk Wetboek Boek 2 – Rechtspersonen. De informatieverplichtingen verbonden aan het oprichten van een rechtspersoon kennen een hoge acceptatiegraad. Deze acceptatiegraad wordt nog een verhoogd door de ondersteuning die het notariaat biedt bij het afwikkelen van de informatieverplichtingen. Tegelijkertijd worden dezelfde informatieverplichtingen minder gewaardeerd als deze opnieuw doorlopen moeten worden bij wijzigingen in de ondernemingstructuur of ondernemingsdoelstelling (de informatieverplichting verbonden aan een wijziging van de statuten is een van de minst gewaardeerde verplichtingen). Tot slot dient vermeld te worden dat de beleving van een relatief groot aantal informatieverplichtingen in het kader van het onderzoek niet kon worden vastgesteld omdat de respondenten hier in het kader van de bedrijfsvoering geen ervaring mee hebben opgedaan. Het gaat hierbij veelal om informatieverplichtingen die relatief (ten opzichte van de totale omvang van
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
48/62
doelgroep) weinig voorkomen. Een voorbeeld hiervan wordt gevormd door de informatieverplichting medewerking verlenen aan onderzoek door een toezichthouder.
5.3.2
Beleving naar ontvangende overheidsorganisatie
Zoals hiervoor is aangegeven worden de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende informatieverplichtingen door de respondenten over het algemeen positief gewaardeerd. Er zijn geen opmerkelijke verschillen geconstateerd tussen de verschillende ontvangende overheidsorganisaties.
5.3.3
Toelichting op slecht gewaardeerde informatieverplichtingen
Respondenten hebben aangegeven geen dubbel werk te willen doen (bijvoorbeeld het (doen) opstellen van notariële akten), zeker niet als maar een klein deel van de betreffende informatie is gewijzigd. De betreffende informatieverplichtingen worden minder gewaardeerd dan de informatieverplichtingen die verbonden zijn aan de eerste keer dat zij vervuld moeten worden (zie ook paragraaf 5.3.1) Hetzelfde geldt voor de meer complexe informatieverplichtingen waarbij van de ontvangende overheidsorganisatie een expliciete actie noodzakelijk is. De lagere waardering hangt hierbij vaak samen met aspecten als doorlooptijden en aard en impact van de reactie van de overheidsorganisatie. Deze aspecten zijn niet expliciet gemeten in het onderzoek maar zijn door respondenten als verklarende factor genoemd. De relatief lage waardering van de aanvraag erkenning gedragscode bij het College bescherming persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens) vormt hier een goed voorbeeld van. Het zelfde geldt voor de aanvraag instemming met deelnemersreglement in het kader van de Wet op de kansspelen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
49/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
50/62
6. Reductievoorstellen
6.1 Voornaamste problemen 6.1.1
Kwantitatieve lasten
Wanneer het gaat om informatieverplichtingen verbonden aan de start van een activiteit (bijvoorbeeld het oprichten van een rechtspersoon, het aanvragen van erkenning van een gedragscode) zijn respondenten over het algemeen tevreden over de verplichtingen. Men vindt het begrijpelijk dat deze op een juiste wijze geregistreerd worden en dat de overheid de beschikking krijgt over voldoende informatie voor de uitvoering van haar taken. Waar respondenten minder over te spreken zijn is de wijze waarop zij kunnen bepalen of zij aan informatieverplichtingen moeten voldoen, de mogelijkheden om hierover (elektronisch) informatie uit te wisselen met de overheid. Daarnaast bestaan er vragen over de aard en frequentie van een aantal informatieverplichtingen. De in de vorige paragraaf weergegeven aspecten leiden bij respondenten tot (deels verborgen) extra administratieve lasten of tot het zwaarder voelen van dezelfde lasten.
6.1.2
Kwalitatieve lasten
In het kader van het onderzoek is aandacht besteed aan de administratieve lasten verbonden aan wet- en regelgeving van de rijksoverheid. Mede-overheden (provincies, waterschappen en gemeenten) hebben binnen kaders de vrijheid aanvullende regels te stellen. Deze leiden in een aantal gevallen tot extra administratieve lasten voor een bepaalde informatieverplichting (voorbeeld vergunningaanvraag aanwezig hebben speelautomaten). Dit leidt ook tot verschillen in administratieve lasten voor vergelijkbare informatieverplichtingen per regio en / of ondernemer (in het bijzonder voor ondernemers met meerdere vestigingen in verschillende regio‟s).
6.2 Voornaamste oplossingsrichtingen 6.2.1
Door respondenten genoemde reductievoorstellen
Bij de interviews en tijdens de consolidatiebijeenkomsten is aan respondenten gevraagd concrete en gerichte voorstellen tot reductie van administratieve lasten te doen. De door de respondenten genoemde voorstellen richten zich in hoofdzaak op een drietal thema‟s:
Uitbreiding en stroomlijning van de mogelijkheden om met behulp van elektronische informatieuitwisseling aan de informatieverplichtingen aan de overheid te kunnen voldoen. Het gaat daarbij om:
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
51/62
o
Uitbreiding van de mogelijkheden om informatie elektronisch aan de overheidsorganisaties op te leveren (meldingen in het kader Wt particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus) ;
o
Verbetering van de bestaande mogelijkheden (meer menu- / vraaggestuurd werken zodat de ondernemer op een gestructureerde wijze alle relevante informatie kan inbrengen) en het wegnemen van bestaande beperkingen in systemen (beperkte omvang tekstvelden, aantallen velden dat beschikbaar is om bijvoorbeeld functionarissen binnen de organisatie kenbaar te maken – genoemd bij de Wet bescherming persoonsgegevens).
Verduidelijken, verruimen en / of anders inrichten van de vrijstellingsbepalingen die in wet- en regelgeving zijn opgenomen. Als voorbeeld hiervoor zijn door VNO-NCW en het College Bescherming Persoonsgegevens handreikingen gedaan voor het uitbreiden van de werkingssfeer van het vrijstellingsbesluit in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens. en anderzijds het beter toegankelijk maken van het besluit. Tegelijkertijd is een aantal voorstellen gedaan om het besluit beter toegankelijk te maken zodat de betrokken organisaties sneller en eenvoudiger kunnen vaststellen dat het vrijstellingsbesluit van toepassing is.
Het volgen van een landelijk en uniform beleid bij samenloop van landelijke en lokale (provinciale / gemeentelijke) regelgeving (Speelautomatenbesluit).
6.2.2
Voorstellen van de onderzoekers
Daarnaast onderkennen de onderzoekers de volgende mogelijkheden om de kwantitatieve en kwalitatieve lasten te verminderen:
In een aantal gevallen is vastgesteld dat instemming door de minister van Justitie met statuten en / of reglementen noodzakelijk is bij kleine, soms tekstuele, wijzigingen. Het accent zou bij deze informatieverplichtingen vooral moeten worden gelegd op aanpassingen die van wezenlijke invloed zijn op de aspecten in de bedrijfsvoering die de overheid nader wil reguleren. Voorbeelden hiervan zijn de vereiste goedkeuring van het deelnemersreglement in het kader van de Wet op de Kansspelen en de periodieke aanvraag van toestemming voor de leidinggevende in het kader van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
Het aanpassen van frequenties waarmee aan een informatieverplichting voldaan moet worden (waaronder geldigheidstermijnen specifieke erkenningen / identiteitsbewijzen).
Het beperken van het aantal informatieverplichtingen (toezicht, recht op additionele informatie, etc.) waarvan de overheidsorganisaties slechts beperkt gebruik maken. Deze vergen van de ondernemers additionele voorzieningen in het kader van de eigen bedrijfsvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor een aantal informatieverplichtingen uit de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
Daar waar sprake is van problemen rond de registratie van opgeleverde informatie of daar waar sprake is van onbekendheid met de opgeleverde informatie verdient het aanbeveling om na te gaan of de betreffende informatieverplichtingen gehandhaafd dienen te worden.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
52/62
6.3 Conclusies Het thema administratieve lastendruk leeft bij de ondernemers. Er bestond over het algemeen grote bereidheid om mee te werken aan het onderhavige onderzoek. Hieruit spreken ook grote verwachtingen ten aanzien van de op basis van het onderzoek door te voeren maatregelen. Zoals eerder vermeld wordt door ondernemers het nut en de noodzaak van de wet- en regelgeving op de beleidsterreinen van het Ministerie van Justitie veelal onderschreven. Door respondenten is een aantal voorstellen tot vermindering van de administratieve lasten gedaan. Deze richten zich in hoofdzaak op een drietal thema‟s:
Uitbreiding en stroomlijning van de mogelijkheden om met behulp van elektronische informatieuitwisseling aan de informatieverplichtingen aan de overheid te kunnen voldoen;
Verduidelijken, verruimen en / of anders inrichten van de vrijstellingsbepalingen die in wet- en regelgeving zijn opgenomen;
Het volgen van een landelijk en uniform beleid bij samenloop van landelijke en lokale (provinciale / gemeentelijke) regelgeving.
Zie voor een nadere toelichting ook het vorige hoofdstuk en paragraaf 6.2.1 Bij het vaststellen van de kwantitatieve gegevens is vastgesteld dat een significant aantal ontvangende overheidsorganisaties geen eenduidige en / of goed toegankelijke registratie bijhoudt van de door het bedrijfsleven opgeleverde informatie. Hierdoor worden de mogelijkheden tot gebruik van de betreffende informatie (waaronder toezicht op de naleving, ontwikkeling nieuw beleid, etc.) negatief beïnvloed. Het verdient dan ook aanbeveling om de betreffende registraties zodanig in te richten dat deze aan de wensen van alle gebruikers voldoen en de voor de uitvoering van de verschillende werkzaamheden noodzakelijke (management-) informatie kunnen opleveren. Daarnaast is een aantal ontvangende overheidsorganisaties niet of in onvoldoende mate bekend met het feit dat men de betreffende informatie van het bedrijfsleven ontvangt. Daar waar sprake is van problemen rond de registratie van opgeleverde informatie of daar waar sprake is van onbekendheid met de opgeleverde informatie verdient het aanbeveling om na te gaan of de betreffende informatieverplichtingen gehandhaafd dienen te worden. Zie voor een nadere toelichting op dit thema ook paragraaf 3.3.2.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
53/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
54/62
Bijlage A. Achtergrondtabellen De achtergrondtabellen zijn in een apart pdf bestand openomen.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
55/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
56/62
Bijlage B. Bronnen, referenties Voor het bepalen van de Q‟s per informatieverplichting is een groot aantal bronnen geraadpleegd. Daarnaast zijn gegevens van de branche-organisaties gebruikt om schattingen van de P‟s te maken / verifiëren. Het betreft hier in het bijzonder P‟s die niet tijdens de interviews geraakt zijn (niet voorkwamen bij de betreffende organisaties). De belangrijkste bronnen zijn:
Publieke bronnen: o
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
o
De Kamer van Koophandel
o
Het Kadaster
Toezichthouders: o
De Kamer van Koophandel (op basis van specifieke gedefinieerde aanvragen)
o
Het Kadaster (idem)
o
Het College Bescherming Persoonsgegevens
o
College van Toezicht op de Kansspelen
o
(Beleidsdirecties van) het Ministerie van Justitie
o
Ministerie van Financien – Belastingdienst
o
De Vereniging Nederlandse Gemeenten en individuele gemeenten
o
Octrooicentrum Nederland
o
Stichting Thuiskopie
o
Stichting Reprorecht
o
Stichting Leenrecht
Brancheorganisaties: o
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
o
VNO-NCW
Daarnaast heeft een aantal gerichte interviews plaatsgevonden met toezichthouders. Te noemen vallen: o
Regionale politiekorpsen
o
Rechtbanken
Tot slot is informatie ontvangen van (organisatie-onderdelen) van het Ministerie van Justitie.
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
57/62
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
58/62
Bijlage C. Overzicht afgesproken meting
Privaatrecht Opnieuw gemeten Auteurswet 1912 Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderproducten Besluit bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderproducten Wet op de naburige rechten Boek 2 Burgerlijk wetboek BW 6 - verbintenisrecht Boek 7 Burgerlijk Wetboek - bijzondere overeenkomsten Boek 7A Burgerlijk Wetboek - bijzondere overeenkomsten vervolg Boek 8 Burgerlijk wetboek verkeersmiddelen en vervoer Besluit modellen jaarrekening Besluit bepalingen technische voorzieningen voor herverzekeringsbedrijf Besluit Jaarrekening Banken
Privaatrecht Actualiseren Boek 3 Burgerlijk Wetboek / Informatie Justitie volgt. BW 3 A artikel 1-3 - Vermogensrecht BW 3 D - Hypotheken Boek 5 Burgerlijk wetboek - zakelijke rechten waaronder pachten / waarschijnlijk huidige wetsvoorstel Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken Gegevensbesluit rechten van gebruik in deeltijd van onroerende zaken Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
59/62
Zeebrievenwet Besluit binnenschepen Schepelingenbesluit Wetboek van Koophandel Wet Giraal effectenverkeer Reglement Girodepots Reglement toelatingsregels Necigef Wet op het centraal testamentenregister Pachtwet . Zie BW 5 Wet schadefonds olietankschepen Wet aansprakelijkheid olietankschepen Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Besluit werkwijze Commissie Gelijke Behandeling Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet aansprakelijkheid verzekering motorrijtuigen Besluit kennisgevingen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen Besluit rechtspositieregelen Bopz Besluit klachtenbehandeling Bopz Besluit fondsen en spaarregelingen Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst Wet registeraccountants Wet accountantsadministratieconsulenten
Staats- en bestuursrecht Opnieuw gemeten Wet op de Kansspelen Kansspelenbesluit Besluit College van toezicht op de Kansspelen Beschikkingen Kansspelen
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
60/62
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau's Wet Bescherming Persoonsgegevens Vreemdelingenwet 2000 en vreemdelingenbesluit 2000 Wet Beëdigde Vertalers (6 mei 1878, houdende bepalingen omtrent de beeedigde vertalers) Regeling Tolkenvergoeding IND Besluit beveiliging burgerluchtvaart
Staats- en bestuursrecht Actualiseren Wet op het notarisambt Besluit ondernemingsplan notaris Vrijstellingsreglement opleiding kandidaat notarissen Verordening overdracht protocol Verordening op de interdisciplinaire samenwerking Verordening bewaring protocol (notariaat) Verordening beroeps- en gedragsregels Stageverordening Reglement inzake de financiële bijdragen Reglement bevordering vakbekwaamheid Regeling overbrenging notariële archiefbescheiden naar de algemene bewaarplaats Mandaatsbesluit onderwijs en examen Administratieverordening Regeling overbrenging notariële archiefbescheiden naar de rijksarchiefbewaarplaats Regeling EG-verklaring kandidaatnotarissen Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds Besluit ex 24 wet leeftijdsgrens notarisambt
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
61/62
Advocatenwet Verordening op de financiële bijdrage Boekhoudverordening 1998 Stageverordening Verordening permanente opleiding 2000 Samenwerkingsverordening 1993 Verordening op de beroepsaansprakelijkheid 1991 Verordening op de praktijkrechtspersoon Verordening op de praktijkuitoefening in dienstbetrekking Verordening op de publiciteit (advocatuur) Regeling EG verklaring advocaten Gerechtsdeurwaarderswet Besluit ondernemingsplan gerechtsdeurwaarder Besluit opleiding en stage kandidaatgerechtsdeurwaarder Besluit toegevoegd kandidaatgerechtsdeurwaarders Regeling EG-verklaring kandidaatgerechtsdeurwaarders Administratieverordening Gerechtsdeurwaarders Wet wapens en munitie Regeling wapens en munitie
Strafrecht Actualiseren Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding Vaststellingsbesluit formulieren betreffende overlijden t.g.v. niet natuurlijke oorzaak Besluit alcoholonderzoeken Wet op de dierenbescherming
31 juli 2008
Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007
62/62