ntut: ENGLISH TUTORING THROUGH IT OVP-Project SURF 2005 Controlling Document: OW 06.0405 (versie 2.0, jan 2007) Eindrapportage Tussenrapportage 8: januari 2008-maart 2008 28 maart 2008
Penvoerende instelling: Rijksuniversiteit Groningen
Partnerinstellingen: Universiteit Leiden Universiteit van Tilburg Radboud Universiteit Nijmegen Universiteit Utrecht
2 Inhoudsopgave I
INLEIDING ............................................................................................................................................. 3
II
PROJECTEVALUATIE .......................................................................................................................... 4 A. OORSPRONKELIJKE DOELSTELLING EN OPZET ......................................................................................... 4 B. BESCHRIJVING GEREALISEERDE LEEROMGEVING .................................................................................... 5 Overkoepelende leeromgeving .................................................................................................................. 5 Language Tool Box ................................................................................................................................... 5 Gebruikte tools .......................................................................................................................................... 7 C. DIDACTISCHE UITGANGSPUNTEN.............................................................................................................. 8 Common European Framework of Reference ........................................................................................... 8 Autonomie ................................................................................................................................................. 8 D. SCHOLING DOCENTEN .............................................................................................................................. 9 E. PROGRAMMATUURONTWIKKELING............................................................................................................ 9 F. CONTINUERING PROJECTRESULTATEN ................................................................................................... 10 G. LESSONS LEARNED ................................................................................................................................ 10
III
RAPPORTAGE PERIODE 8 (JANUARI 2008-MAART 2008)........................................................... 12 A. ALGEMEEN .............................................................................................................................................. 12 B. PER WERKPAKKET .................................................................................................................................. 13 Voortgang en resultaten WP1: Voorbereiding........................................................................................ 13 Voortgang en resultaten WP2: Invoering in onderwijs........................................................................... 14 Voortgang en resultaten WP3: Disseminatie .......................................................................................... 15 Voortgang en resultaten WP4: Techniek ................................................................................................ 16 C. PROJECTMANAGEMENT .......................................................................................................................... 17
IV
KOSTENOVERZICHT .......................................................................................................................... 18 STANDAARDOVERZICHT............................................................................................................................... 18 GEVRAAGDE SUBSIDIE................................................................................................................................. 19
V
STANDLIJNENOVERZICHT .............................................................................................................. 20
3 I
Inleiding
Dit is de laatste rapportage over INTUIT, een onderwijsvernieuwingsproject op het gebied van het taalvaardigheidsonderwijs Engels dat van december 2005 tot maart 2008 is uitgevoerd. Naast de gebruikelijke rapportage over de laatste projectperiode (januari 2008-maart 2008), bevat dit rapport een evaluatief gedeelte waarin wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de mate waarin het project heeft bijgedragen aan blijvende veranderingen in het onderwijs aan de deelnemende instellingen. Leidraad voor de discussie vormt het oorspronkelijke controlling document van het project (CD 1.1, januari 2006) aangevuld met het controlling document / activiteitenplan voor fase 2 (C.D 2.0, januari 2007). Aangezien over de resultaten van fase 1 (Proof-of-Concept) al uitgebreid is gerapporteerd in Tussenrapportage 4 / Eindrapportage Proof-of-Conceptfase, ligt het accent in deze rapportage voornamelijk op de manier waarop de projectuitvoerders hebben getracht de ontwikkelde concepten breder toe te passen en deze te verankeren in het onderwijs aan de deelnemende instellingen. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van de evaluaties die zijn uitgevoerd onder studenten en gesprekken en interviews die zijn gehouden met docenten. Conform de voorschriften van SURF is geprobeerd de tekst zo op te zetten dat lezers die geen andere stukken over het project hebben gelezen zich een beeld kunnen vormen van de opzet en de resultaten. Zoals gebruikelijk zijn alle documenten waarnaar wordt verwezen in de tekst beschikbaar op de interne website van het project (SURFGroep INTUIT, https://www.surfgroepen.nl/sites/intuit). In de laatste fase van het project is hard gewerkt om alle deliverables van het project die interessant zijn voor externe belangstellenden via de publieke projectsite http://www.intuitproject.nl beschikbaar te stellen. Vanaf 31 maart 2008 zijn o.a. de geannoteerde versie van de Language Tool Box en de bijbehorende Tool Tips vanaf deze site te downloaden. Als projectleiders kijken we terug op een boeiend project dat in onze ogen een belangrijke toegevoegde waarde heeft gehad voor de betrokken talencentra. We hopen dat iets van het enthousiasme en de inzet waarmee een groot aantal uitvoerders heeft gewerkt aan de uitvoering van het project naar voren komt uit de stukken en de talloze deliverables die het project heeft opgeleverd. De docentuitvoerders hebben zich bereid verklaard om na afloop van het project geïnteresseerde collega’s te informeren over de ervaringen met het gebruik van verschillende programma’s. Uiteraard zijn wij als projectleiders eveneens bereid om andere instellingen te informeren over de gevolgde strategie en de bereikte resultaten. Sake Jager Projectleider INTUIT Alessandra Corda Co-projectleider INTUIT 28 maart 2008
4 II
Projectevaluatie
A. Oorspronkelijke doelstelling en opzet Tegen de achtergrond van de toenemende vraag naar taalvaardigheidsonderwijs (TVO) Engels zijn 1 de oorspronkelijke doelstelling en opzet van INTUIT in het controlling document als volgt geformuleerd: Het OVP Intuit heeft als hoofddoel om voor het TVO Engels een ICT-geïntegreerde leeromgeving te ontwikkelen en te implementeren aan zes universitaire talencentra in Nederland. Bij de inrichting van de leeromgeving wordt nauw aangesloten bij principes van autonoom taalleren en de uitgangspunten van het Referentiekader voor het talenonderwijs van de Raad van Europa. De leeromgeving moet mogelijkheden bieden voor diagnostische (zelf)toetsing, het zelfstandig verbeteren van specifieke vaardigheden en het begeleiden en beoordelen van cursisten door de inzet van een taalportfolio. (CD 1.1, p. 3, oorspronkelijke accentuering) Op het moment van aanvraag was alleen in hoofdlijnen duidelijk hoe de beoogde leeromgeving zou moeten worden vormgegeven. De contouren van het bouwwerk waren geschetst (implementatie op basis van Blackboard), mogelijke bouwstenen geïdentificeerd (programma’s voor bepaalde deelgebieden) en de bouwvoorschriften vastgelegd (aansluiting Common European Framework of Reference en autonoom leren). De onderaannemers waren bekend (de talencentra), maar over de specifieke expertise en ervaring van de belangrijkste uitvoerders (de docenten) was bij aanvang van het project niet veel bekend. Tijdens het project, met name in het eerste jaar waarin het “concept” moest worden “neergezet”, zou geleidelijk duidelijk moeten worden hoe het idee van de leeromgeving verder zou kunnen worden geconcretiseerd en de rol van de docenten en studenten in het gebruik ervan nader uitgewerkt. De aanvragers waren overtuigd van het innovatieve karakter van het project en voorzagen dat de volgende elementen zouden bijdragen aan de totstandkoming van een ICT-geïntegreerde leeromgeving Engels: • • • • •
• •
Een scholingsprogramma voor docenten Engels verbonden aan de talencentra. Het implementeren van een op autonoom taalleren gebaseerde onderwijsmethodiek. De evaluatie en het gebruik van verschillende ICT-instrumenten die passen bij bovengenoemde methodiek. De inhoudelijke, programma-technische aanpassing van deze instrumenten, waar mogelijk. De inpassing van deze instrumenten binnen de overkoepelende leeromgeving Blackboard. (Het hoeft hier niet strikt te gaan om technische integratie of interoperabiliteit, maar eerder om een set gerichte instructies waarmee docenten en cursisten deze instrumenten binnen de leeromgeving kunnen hanteren.) Het bieden van didactische, onderwijstechnologische en technische ondersteuning tijdens en na afloop van het project. De totstandkoming van een waardevolle uitwisseling van expertise en ervaringen tussen zes betrokken talencentra die zich allemaal voor een vergelijkbare problematiek zien gesteld. (CD 1.1, p. 6)
De impact van project, zo werd voorspeld, zou groot zijn. Er zouden diverse geledingen uit de organisaties bij betrokken zijn en tijdens doorlooptijd van het project zouden 300 cursisten (studenten en staf uit faculteiten Rechten, Economie, Bedrijfskunde en Letteren) en 12 à 18 docenten betrok1
Het feitelijke acroniem is ntut, een fonetische weergave van de naam ENglish TUtoring through IT, met een aardige verticale spiegeling van de karakters (althans dat vonden de bedenkers). De fonetische weergave is in de lopende teksten vermeden i.v.m. problemen met afbeelden (regelafstand, beschikbaarheid font, etc.)
5 ken worden bij pilots met (onderdelen van) de beoogde leeromgeving. Na ommekomst van het project zou dit aantal kunnen oplopen tot ca. 50 docenten en maximaal 10.000 studenten binnen de betrokken instellingen. In deze laatste rapportage van het project maken we de balans op en gaan we na in hoeverre de doelstellingen zijn gehaald, op welke punten concessies zijn gedaan en in hoeverre inbedding in de reguliere organisatie heeft plaatsgevonden, dan wel gaat plaatsvinden. Om de resultaten zo concreet mogelijk te beschrijven wordt eerst een uiteenzetting gegeven van hoe het idee van de ICTgeïntegreerde leeromgeving is uitgewerkt en wat de ervaringen hiermee zijn geweest binnen de verschillende instellingen.
B. Beschrijving gerealiseerde leeromgeving Overkoepelende leeromgeving Nadat in het eerste jaar verschillende programma’s op het terrein van toetsen, oefenen en begeleiden waren geëvalueerd en toegepast in pilots, was het tweede jaar erop gericht om de programma’s aan te bieden in samenhangend verband en ze breder toe te passen binnen de betrokken instellingen (m.u.v. de Universiteit Maastricht, die om verschillende redenen na afsluiting van jaar 1 de participatie in het project moest beëindigen). De “ICT-geïntegreerde leeromgeving” die binnen de instellingen zou worden gerealiseerd ging uit van Blackboard als overkoepelende digitale leeromgeving. Doordat Blackboard aan alle betrokken instellingen wordt gebruikt lag de keuze voor deze leeromgeving als primaire ingang tot de opdrachten en specifieke tools voor het TVO Engels voor de hand. Administratieve procedures binnen instellingen zijn op Blackboard afgestemd, scholing en ondersteuning van docenten in het gebruik van Blackboard is geregeld en Blackboard werd al in verschillende TVO-cursussen gebruikt (hoewel nog niet aan alle talencentra aan het begin van het project). Blackboard was hiermee een goede basis om de integratie van ICT in het talenonderwijs verder te versterken en bood bovendien voordelen voor continuïteit na afloop van het project, wanneer centrale ondersteuning vanuit projectmiddelen niet meer beschikbaar zou zijn. Tegelijkertijd moest rekening worden gehouden met aanzienlijke verschillen binnen het TVO Engels. De verschillen hangen o.a. samen met de vaardigheid die centraal staat, het niveau van de doelgroep, de omvang van de cursus en het aantal contacturen dat beschikbaar is. Er kan dus niet sprake zijn van één ICT-geïntegreerde leeromgeving voor hét TVO Engels, maar veeleer moet worden uitgegaan van meerdere, specifiek toegesneden Blackboardmodules voor soms zeer uiteenlopende taalvaardigheidscursussen Engels. Het verbindend element tussen deze modules wordt gevormd door de gemeenschappelijke tools die worden gebruikt, de manier waarop ze worden ontsloten en de onderwijskundige principes die aan het gebruik ervan ten grondslag liggen.
Language Tool Box Het gemeenschappelijk element van de leeromgeving komt het sterkst naar voren in de Language Tool Box (LTB). De LTB is opgezet als een inhoudsgebied (content area) binnen Blackboard met een vaste structuur dat binnen verschillende TVO cursussen Engels kan worden toegepast. Informatie en uitleg voor studenten over het gebruik van de tools, links naar de tools, aanvullende documenten, etc. zijn binnen dit stramien beschikbaar. De LTB kan als ZIP-bestand tussen de instellingen worden uitgewisseld en is op die manier stapsgewijs uitgebreid tot de versie die aan het eind van het project tot stand is gekomen. Aan de totstandkoming is ook meegewerkt door partners in een verwant project dat is uitgevoerd in het kader van het Nationaal Actieplatform E-Learning (“Succesvolle In- en Doorstroom naar de WO-Master”, www.rug.nl/doorstroom). Aan de implementatie van de LTB als apart inhoudsgebied in Blackboard liggen verschillende overwegingen ten grondslag: • De zichtbaarheid van de tools die beschikbaar zijn ter ondersteuning van het TVO Engels wordt erdoor verhoogd. Dit is een belangrijk voordeel voor zowel studenten als docenten. • De LTB kan worden hergebruikt in verschillende cursussen. Docenten kunnen de LTB eenvoudig kopiëren naar meerdere Blackboardcursussen. De opdrachten per cursus zullen verschillen, maar het gebruik van de tools kan op deze manier worden geconsolideerd (ook al legt de ene cursus logischerwijs andere accenten in het gebruik van de tools dan de andere). • De LTB kan eenvoudig door docenten worden aangepast. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een afzonderlijke website (waaraan in eerste instantie ook is gedacht) is de LTB eenvoudig
6 •
•
door docenten te modificeren. Nieuwe onderdelen kunnen worden toegevoegd en andere onderdelen kunnen, indien nodig, onzichtbaar worden gemaakt voor studenten. Door gebruik te maken van de LTB kan de autonomie van de studenten worden verhoogd. Studenten hebben ook buiten specifieke opdrachten om op een overzichtelijke en herkenbare manier toegang tot verschillende tools die beschikbaar zijn ter ondersteuning van het leerproces. Ook na afloop van de cursus kunnen de tools op deze manier (in een aparte Blackboardcursus of –community) aan studenten worden aangeboden. Na afloop van het project kan iedere instelling de LTB zelf onderhouden en aanpassen voor toekomstig gebruik. Uitwisseling van tool boxes en samenwerking bij het realiseren van nieuwe master tool boxes blijft uiteraard ook mogelijk.
Afbeelding 1: Deel van de Language Tool Box Door het concept van de LTB kreeg het idee van de geïntegreerde leeromgeving vaste vorm. Het vormde het belangrijkste kader voor de uitvoering van de werkzaamheden in het tweede jaar. De vijf participerende talencentra passen de LTB inmiddels structureel toe binnen verschillende cursussen Engels. Tijdens de op 30 januari gehouden slotconferentie van het project, waarbij het gebruik van verschillende tools binnen de tool box centraal stond, bleek dat verschillende andere instellingen ook graag van de LTB gebruik zouden willen maken. Dit sluit goed aan bij het voornemen om de LTB na afloop van het project als ZIP-bestand beschikbaar te stellen aan andere instellingen (via de projectwebsite www.intuitproject.nl). Het gebruik van de LTB door studenten is via een centraal afgenomen enquête geëvalueerd. Een uitgebreid rapport over de enquête is als afzonderlijke bijlage bijgevoegd. De belangrijkste conclusies van deze enquête zijn: Studenten zijn zeer positief over: • de instructies voor het gebruik van de Tool Box • de structuur van de Tool Box • de gebruiksvriendelijkheid van de tools • het niveau van de tools • de technische faciliteiten • het bewust worden van hun eigen taalvaardigheidsniveau • het kunnen bepalen welke tools nodig zijn om het taalvaardigheidsniveau nog meer te verbeteren
7 Studenten zijn over het algemeen positief over: • de integratie van de Tool Box • het werken met de Tool Box, ze vinden het leuk. • het gebruik van de Tool Box in de toekomst Hoewel studenten overtuigd lijken van het nut van de LTB, maken ze er buiten de eigenlijke cursusopdrachten nog niet veel gebruik van. Toch zijn ze van plan de LTB in de toekomst te blijven gebruiken. Uit de enquête en interviews met docenten (zie www.intuitproject.nl) komt duidelijk naar voren dat de aard en wijze van gebruik van de tool box en de tools die erin zijn opgenomen nauw samenhangen met het soort cursus waarin ze worden toegepast. Verder vervult de docent een sleutelrol bij het stimuleren van het gebruik van de tools. Gebruik van de LTB is geen absolute voorwaarde om studenten met de tools te laten werken (aan de Rijksuniversiteit Groningen is een Course Organizer in gebruik waarmee studenten heel gericht naar bepaalde tools kunnen worden doorverwezen), maar de LTB kan duidelijk meerwaarde bieden m.b.t. de structurering van de cursus voor zowel studenten als docenten.
Gebruikte tools Toen het project van start ging waren binnen de onderscheiden gebieden toetsen, oefenen en begeleiden al verschillende programma’s geïdentificeerd die in de loop van het project verder geëvalueerd en uitgeprobeerd zouden kunnen worden. Het betrof o.a. Dialang, SET-10 (toetsen), Ellips, GlobalEnglish (oefenen), www.europeestaalportfolio.nl, DILAPORT (begeleiden). In het eerste jaar van het project is deze selectie uitgebreid en zijn meerdere programma’s geëvalueerd en in pilots met studenten uitgeprobeerd. Enkele programma’s zijn afgevallen na evaluatie door docenten of pilots met studenten. Verschillende programma’s bleken prima inzetbaar binnen de context waarbinnen ze waren uitgeprobeerd. Doel van de opschalingsfase was om de inzet te verbreden naar andere cursussen, andere opleidingen en andere instellingen. Hierin speelde de LTB een centrale rol. De tools werden ingezet in authentieke onderwijssettings (“echte cursussen”). Binnen deze cursussen werden nog verschillende andere (niet in de Proof-of-Concept-fase geëvalueerde) tools gebruikt, waarvan spoedig duidelijk was dat deze eveneens breder zouden kunnen worden ingezet. Tenslotte werd in 2007 een deelproject uitgevoerd in het kader van het Nationaal Actieplatform E-Learning (“Succesvolle In- en Doorstroom naar de WO-Master”, www.rug.nl/doorstroom), dat qua opzet nauw aansloot bij de opzet van INTUIT. Ook over het gebruik van tools binnen dit project kwam de uitwisseling van documentatie en expertise tot stand, waardoor het aantal tools dat op de een of andere manier kan worden ingezet binnen het TVO Engels gestaag is gegroeid. Alle tools zijn ondergebracht in de LTB. De lijst omvat momenteel de volgende tools: • • • • • • • • • • •
Academic Phrasebank Academic Word List Audacity Bedford - St Martins Cambridge Online Dictionary CoBuild Concordance and Collocation Sampler Dialang Plus Diana Hacker - Rules for Writers Digitalent Ellips English Page
• • • • • • • • • • •
European Language Portfolio Grammar English - Eliminating Wordiness Grammar Self-Check List Merriam-Webster Online OALD Online Writing Lab Quick Placement Test Thesaurus Treasure Trove of Articles Versant for English Wiki
Alle tools zijn gedocumenteerd volgens het Tool Tip sjabloon dat voor dit doel is ontwikkeld. Hierin is informatie opgenomen over de belangrijkste kenmerken van de tool, de manier waarop de tool kan worden ingezet (inclusief een beschrijving van een of meerdere sample cases), de mate van aansluiting bij CEFR en geschiktheid voor autonoom gebruik, en een lijst van aanvullende of ondersteunende documenten. Bovendien is de naam opgenomen van de INTUIT/NAPcontactpersoon die kan worden benaderd voor verdere informatie.
8 Alle Tool Tips en bijbehorende documentatie zijn samen met het ZIP-bestand van de LTB te downloaden van de INTUIT-website.
C. Didactische uitgangspunten Bij de start van het project werd uitgegaan van nauwe aansluiting bij de uitgangspunten van het Common European Framework of Reference for Language (CEFR) en principes van autonoom taalleren. Hier gaan we kort in op of en hoe deze didactische uitgangspunten zijn gerealiseerd.
Common European Framework of Reference Naast aansluiting bij het Europees Referentiekader via de eindtermen van de taalcursussen zijn verschillende tools in gebruik genomen die specifiek op dit kader zijn afgestemd. De belangrijkste zijn Dialang, een diagnostisch self-assessment instrument, dat aan alle deelnemende instellingen wordt toegepast en www.europeestaalportfolio.nl, een door de Raad van Europa geaccrediteerde digitale versie van het Europees Taalportfolio, dat gedeeltelijk wordt toegepast (can-do statements voor bepaalde vaardigheden). Een belangrijk aspect van het CEFR is dat de taalleerder via zgn. can-do statements en andere descriptoren inzicht verwerft in de competenties die relevant zijn voor het leren van de taal en de mate waarin hij of zij deze competenties beheerst. Met Dialang is het mogelijk om dit aspect van het leren van een vreemde taal concreet vorm te geven. Dialang is beschikbaar voor 15 Europese talen en bestaat uit een plaatsingstoets, zelf-beoordeling en een taaltoets voor de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven, woordenschat en grammatica. Het Dialang Plus scenario, dat in het kader van het project is ontwikkeld, maakt de studenten vertrouwd met de uitgangspunten van het CEFR, ondersteunt hen bij het doorlopen van de verschillende onderdelen van Dialang, biedt aanvullende informatie bij de interpretatie van de scores en helpt hen bij het formuleren van concrete leerdoelen m.b.t. de te verwerven competenties. Dialang Plus is goed in te passen binnen een op het CEFR afgestemde taalcursus. Afname duurt maximaal twee uur. Het gebruik van het European Language Portfolio is minder eenvoudig in te passen in het betreffende onderwijs. De gebruikte variant, www.europeestaalportfolio.nl, is goed uitgevoerd (afgezien van enkele onduidelijkheden in het interface) en de can-do statements zijn goed bruikbaar en geven de gebruiker direct inzicht in het beheerste niveau volgens het CEFR, maar het gebruik van een taalportfolio als geheel binnen de vaak kortlopende taalcursussen van de talencentra is problematisch. Voor invoering is bij voorkeur een integraal taalbeleid nodig waarbij toepassing van het taalportfolio gedurende de gehele studietijd (of langer, in het kader van life-long learning) uitgangspunt is. Bovendien veronderstelt het gebruik van het onderdeel Dossier, waarin studenten werkstukken plaatsen ter beoordeling van de docent of anderen, een nauwe afstemming met het gebruik van soortgelijke functionaliteit in Blackboard. Voor het inleveren van werkstukken en het geven van feedback zijn de mogelijkheden van Blackboard vooralsnog uitgebreider. Door deze beperkingen wordt het ELP voorlopig minder breed ingezet dan Dialang. Andere programma’s, zoals Versant SET-10 en de Oxford Quick Placement Test, zijn eveneens toepasbaar in de CEFR-context. Voor deze en andere programma’s geldt echter, dat minder direct vanuit de uitgangspunten van het CEFR zijn opgezet en dat de scores via een conversietabel aan aan het CEFR worden gerelateerd. Aansluiting bij de binnen CEFR onderscheiden competenties is soms niet optimaal. Ook hebben enkele docenten twijfels geuit over de betrouwbaarheid van de scores uitgedrukt in CEFR, met name voor de hogere niveaus. Door de inzet van verschillende instrumenten, vooral het structureel gebruik van Dialang, en de manier waarop het onderwijs erop is afgestemd (bv door studenten reflectiedocumenten te laten schrijven en persoonlijke leerdoelen te laten formuleren n.a.v. het doen van een Dialang-toets of het beantwoorden van de can-do statements uit het ELP) is het project er goed in geslaagd aansluiting te vinden bij het CEFR.
Autonomie Autonomie van de taalleerder is onlosmakelijk verbonden met het gedachtegoed van het CEFR. Binnen het project is vooral gekeken naar hoe de autonomie van de taalleerder binnen de institutionele context kan worden vormgegeven. Voor het leren van een taal is een hoge mate van zelfsturing en motivatie van de taalleerder vereist. Het taalonderwijs vindt meestal plaats binnen kortlopende cursussen met relatief weinig contacturen. Veel vormen van ICT-gebruik voor het taalonder-
9 wijs lenen zich uitstekend voor zelfstudie door de student buiten de feitelijke contacturen om. Van groot belang in deze context is daarom dat studenten in een korte periode, liefst zo vroeg mogelijk tijdens de studie, worden toegerust op het zelfstandig leren van de taal en het leren hanteren van geschikte instrumenten hierbij. Zoals eerder aangegeven wordt de LTB gezien als een belangrijk instrument ter ondersteuning van dit proces. Het gebruik van de LTB door studenten buiten de eigenlijke cursusopdrachten om is echter nog beperkt. Bovendien lijken de wat oudere studenten meer geneigd om zelfstandig met de verschillende tools te werken dan de jongere. In het licht van de aanbeveling om het TVO Engels zo vroeg mogelijk tijdens de studie te programmeren, moet dus extra worden geïnvesteerd in bevorderen van de zelfstandige studiehouding van de betreffende groepen.
D. Scholing docenten Bij aanvang van het project werd er rekening mee gehouden dat docenten via een gericht scholingsprogramma vertrouwd zouden moeten worden gemaakt met de bovengenoemde didactische uitgangspunten. Dit bleek een misrekening. De bij het project betrokken docenten waren over het algemeen goed bekend met de onderliggende principes en uitgangspunten. Er was meer behoefte aan uitwisseling van kennis en ervaringen bij het toepassen ervan in de praktijk. Door het instellen van docentworkshops en het faciliteren van de onderlinge uitwisseling van informatie en documenten via de SURFGroep en het verlenen van gasttoegang tot elkaars Blackboardcursussen heeft de scholing voornamelijk het karakter gekregen van leren van en door elkaar. Ondanks de eerder genoemde onderlinge verschillen tussen cursussen hebben de docenten zo een goed beeld gekregen van hoe het TVO Engels met behulp van ICT kan worden ondersteund. Bovendien hebben ze geleerd hoe ze dit zelf in de praktijk kunnen toepassen.
E. Programmatuurontwikkeling In het controlling document werd rekening gehouden met “programma-technische aanpassingen, waar mogelijk.” De uiteindelijke programmatuurontwikkeling is beperkt gebleven tot aanpassingen aan twee van de gebruikte tools. In de eerste plaats is www.europeestaalportfolio.nl op verzoek van de INTUIT-partners voorzien van een Engelstalig interface. Hierdoor kunnen ook internationale studenten die deelnemen aan het betreffende onderwijs gebruik maken van dit portfolio. De kosten voor deze wijzigingen zijn in overleg met de aanbieders (Nationaal Bureau Moderne Vreemde Talen/SLO) deels ten laste van het INTUIT-project gebracht. Daarnaast zijn omvangrijke wijzigingen doorgevoerd in het programma Ellips, waarvan SURF, als eigenaar van de programmatuur, de exploitatie heeft uitbesteed aan het Ellipsconsortium, waarin alle INTUIT-partners participeren. Het gebruikersbeheer en het dossier van Ellips zijn drastisch aangepast en de authenticatie op basis van A-Select verbeterd. De werkzaamheden zijn deels door Rijksuniversiteit Groningen (als consortiumleider) in eigen beheer verricht, deels door externe partijen waarmee al eerder werd samengewerkt. Tenslotte is in de communicatie met de eigenaren van Dialang aangegeven dat de INTUITdeelnemers bereid zijn mee te werken aan de totstandkoming van een verbeterde versie. Tot concrete afspraken hierover is het echter tijdens de projectperiode niet meer gekomen. De doorgevoerde wijzigingen hebben zeker bijgedragen aan verbetering van de programmatuur. Tegelijkertijd is duidelijk dat niet alle wensen zijn gerealiseerd (nog niet alle instellingen kunnen authenticeren via A-Select, er zijn nog verschillende openstaande verzoeken voor verdere aanpassingen). Bovendien is evident dat genoemde programma’s binnen het geheel van tools dat beschikbaar is ter ondersteuning van het TVO een relatief bescheiden positie innemen. In schril contrast hiermee zijn de verhoudingsgewijs hoge kosten die met het doorvoeren van de programmatuurwijzigingen zijn gemoeid: ca. 20% van het projectbudget is besteed aan het doorvoeren van technische wijzigingen (ontwerp, realisatie, documentatie, etc.). Ondanks de voordelen die ontwikkeling van programmatuur in eigen beheer heeft, kunnen kostenoverwegingen een belangrijke reden zijn om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande tools. Dit geldt zeker voor het Engels, waarvoor veel ICT-ondersteund onderwijsmateriaal beschikbaar is.
10 F. Continuering projectresultaten Een belangrijke verdienste van het project is dat de samenwerking tussen de talencentra bij de toepassing van ICT in het TVO Engels is versterkt en dat waardevolle contacten zijn gelegd tussen docenten die ook zonder formele samenwerking in de toekomst zullen worden gecontinueerd. Een uitgangspunt dat bij de opzet van opschalingsfase is gehanteerd is dat alle betrokken instellingen na afloop van het project de ontwikkelde methodologie en het gebruik van de beproefde tools zelfstandig zouden moeten kunnen voortzetten. De opzet van de LTB en de manier waarop de verschillende taaltools hierin zijn geïntegreerd biedt voldoende garanties om aan het geformuleerde uitgangspunt te voldoen. Bovendien is het eenvoudig om het gebruik uit te breiden naar andere cursussen. Mede hierdoor is het gelukt om tijdens de projectperiode ruimschoots te voldoen aan de in paragraaf A genoemde kwantitatieve prestatieindicatoren voor de impact van het project (betrokenheid 300 studenten en 12 à 18 docenten). De opzet biedt ook vertrouwen dat na afloop van het project doorgroei mogelijk is naar de in CD 1.1 genoemde maximale omvang van ca. 50 docenten en 10.000 studenten. Hoewel niet strikt noodzakelijk om de resultaten per instelling te borgen en te verbreden, is continuering van de samenwerking tussen de instellingen (uitwisseling ervaringen, expertise, nieuwe versies LTB) na afloop van het project dringend gewenst. Aansluiting bij een bestaand platform voor samenwerking tussen de instellingen (m.n. de betrokken talencentra) ligt het meest voor de hand. Met dit doel zijn de resultaten van het project onlangs tijdens de jaarvergadering van de vereniging voor Nederlandstalige Universitaire Talencentra (NUT, http://www.let.leidenuniv.nl/nut/) gepresenteerd. Een besluit over continuering van de samenwerking en in welke vorm moet echter nog worden genomen. Aan de vrije beschikbaarheid van veel tools ter ondersteuning van het TVO Engels zijn naast voordelen, ook nadelen verbonden, met name voor wat betreft de continuïteit. Voor bepaalde tools is het vaak mogelijk om een goed alternatief te vinden (dit geldt bijvoorbeeld voor verschillende sites ter ondersteuning van schrijfvaardigheid, grammatica of vocabulaire), maar voor tools die een centrale plaats innemen bij de ondersteuning van het onderwijsconcept, zoals Dialang, is deze afhankelijkheid een reëel punt van zorg. De problemen met de beschikbaarheid van Dialang in jaar 1 brachten de kwetsbaarheid op dit punt duidelijk aan het licht. Hiertegen over staat dat gezamenlijk optreden van de deelnemende instellingen in de contacten met de huidige en toekomstige aanbieders van Dialang eraan hebben bijgedragen dat de beschikbaarheid in het tweede jaar nauwelijks een issue is geweest. Over de toekomst van Dialang bestaat echter nog steeds onduidelijkheid. Dit pleit ervoor dat instellingen binnen het bovengenoemde verband of anderszins nauw blijven samenwerken in het overleg en de onderhandelingen met aanbieders van programmatuur die van vitaal belang is voor het TVO Engels. De INTUIT-site www.intuitproject.nl wordt gebruikt om de behaalde projectresultaten te dissemineren naar instellingen en personen die niet direct bij het project betrokken zijn geweest. De deelnemers aan de slotconferentie zullen worden aangeschreven dat de verschillende producten die tijdens de conferentie zijn gepresenteerd voor algemeen gebruik beschikbaar zijn. Verder zullen de bestaande netwerken van de INTUIT-medewerkers en de betrokken talencentra worden benut om de resultaten onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Bij presentaties voor vakgenoten zijn de opzet van het project en de projectresultaten goed ontvangen. Binnen het eerdergenoemde NAP project “Succesvolle In- en Doorstroom naar de WOMaster” is het concept binnen de doorstroomcontext met succes uitgeprobeerd. Verder hebben enkele instellingen (bv. Stenden Hogeschool) bepaalde onderdelen (Dialang Plus) met succes toegepast. De verwachting is daarom dat er concrete vraag zal zijn naar de door INTUIT opgeleverde producten. De hierboven geschetste disseminatieopzet maakt het mogelijk om op haalbare wijze op deze vraag in te spelen.
G. Lessons Learned 1. Het onderscheid dat SURF maakt tussen een proof-of-conceptfase en een opschalingsfase is nuttig omdat de noodzaak tot werkelijke implementatie en disseminatie erdoor worden benadrukt. Het splitsen van het project in twee administratieve fasen (verschillende subsidietarieven, toename aantal reviews, subsidieloze periode tussen fasen, herziening CD,
11 2. 3. 4. 5. 6.
7.
8.
9. 10.
11. 12.
13. 14.
etc.) bracht extra administratieve overhead met zich mee. Ook zonder deze verplichte “knip” moet het mogelijk zijn om opschaling een verplicht onderdeel te maken van OVP’s. SURFGroepen vormt een zeer waardevolle bijdrage van SURF aan het projectbeheer van OVP-projecten. Samenwerking met relatief groot aantal partners was voor dit project duidelijk een voordeel. Het risico van complex management bleek goed beheersbaar, waardoor de voordelen van samenwerking en delen van expertise optimaal konden worden benut. Het project heeft niet alleen spin off van de resultaten binnen de groep docenten, maar ook naar andere afdelingen binnen de betrokken talencentra en waarschijnlijk ook daarbuiten. Er is een vruchtbaar netwerk opgebouwd. De beste basis voor bestendiging is samenwerking aan concrete zaken in de toekomst. Voor het TVO Engels zijn erg veel tools beschikbaar. De rol van de docent als ontwerper van onderwijs vereist een grote kennis van welke tools beschikbaar, geschikt en betrouwbaar zijn. Vanuit dit perspectief is het delen van kennis met vakgenoten bijzonder waardevol. Tegenover de voordelen van een ruim aanbod aan vrij beschikbare tools ter ondersteuning van het TVO Engels, staan risico’s m.b.t. continuïteit en beschikbaarheid. Waar de tools een cruciale plaats innemen in het onderwijs is het zaak om het belang van de tools kenbaar te maken aan de aanbieder(s) en in overleg te treden over optimale beschikbaarheid (ook als hiermee kosten zijn gemoeid). Autonoom leren is vooral vruchtbaar in combinatie met contacturen, de stimulans van menselijk contact lijkt onmisbaar. Contacturen kunnen juist optimaal worden benut om het autonoom leren buiten deze uren te stimuleren. Het bewustzijn van wat het CEFR inhoudt en het inzicht in hoe je het in de praktijk kunt inzetten is door het project sterk verhoogd. De Language Tool Box heeft de doelstellingen van het project voor de betrokken docenten transparant en tastbaar gemaakt. Van de Tool Box een sterk sturende werking binnen het project uitgegaan. De Language Tool Box is conceptueel eenvoudig, doeltreffend en breed inzetbaar. De naam maakt gebruikers duidelijk waar het om gaat en waarvoor je het instrument kunt gebruiken. Het gebruik van de Language Tool Box moet didactisch worden ingebed. Zonder relevante opdrachten die het gebruik van de tools stimuleren of noodzakelijk maken zullen de tools niet regelmatig worden gebruikt. Regelmatig gebruik van de Language Tool Box door de docent en studenten tijdens de contacturen draagt sterk bij aan het gebruik ervan daarbuiten. De Language Tool Box moet geregeld worden geactualiseerd. De voordelen van samenwerking hierbij zijn evident.
12 III Rapportage periode 8 (januari 2008-maart 2008) A. Algemeen Deze fase stond uiteraard in het teken van de afronding van het project. De meeste projectactiviteiten zijn in februari afgerond. Vanaf half maart is begonnen met het opstellen van de eindrapportage. I.v.m. de uitvoerige voorafgaande rapportage geven we de activiteiten hier beknopt weer. De interne documentatie van de uitgevoerde activiteiten is terug te vinden in de INTUIT SURFGroep in de folder: I n t u i t - P r o j e c t s i t e > P r o j e c t r e s u l t a t e n O p s c h a l i n g . Een groot deel van de resultaten is bedoeld voor externe disseminatie en daarom opgenomen op de eveneens herziene site www.intuitproject.nl. Op 30 januari is de INTUIT slotconferentie Language Learning with ICT: Taste of a Real English Blend gehouden bij de Stichting SURF. Aan de conferentie (onderdeel van WP3) werd deelgenomen door 52 professionals uit het veld (zie de deelnemerslijst, bijgevoegd als bijlage, voor een overzicht). De conferentie was zeer geslaagd en heeft volgens de organisatoren een goed beeld gegeven van wat INTUIT voor de deelnemende talencentra heeft betekend en de resultaten die het project heeft opgeleverd. De PP-presentaties van de conferentie zijn op de projectwebsite beschikbaar. Tijdens de slotconferentie werden ook de eerste resultaten van de INTUIT Survey gepresenteerd, een enquête over het gebruik van de LTB die is gehouden onder studenten. Na de conferentie zijn de enquêtegegevens verder verwerkt tot een definitief rapport. Het enquêterapport is als bijlage bij deze rapportage opgenomen. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd in het kader van WP2. Tijdens de walk-and-talk sessies van de conferentie hebben docenten hun ervaringen met de toepassing van verschillende tools in het onderwijs toegelicht. Hierbij werden ook de eerste Tool Tips, waarin het gebruik van iedere tool is gedocumenteerd, gepresenteerd. In de periode na de conferentie zijn de overige tool tips opgesteld. Er zijn inmiddels meer dan 20 tool tips beschikbaar (zie pagina 7 hierboven). De tool tips worden via de website beschikbaar gesteld. Tenslotte is de LTB met het oog op de disseminatie via de website herzien. Er zijn tekstuele wijzigingen doorgevoerd en de indeling en opmaak zijn herzien. Van alle tools waarvoor een tool tip beschikbaar is de status van de links in de LTB op available gezet. De overige opgenomen tools (die minder frequent worden gebruikt) zijn niet uit de LTB verwijderd, maar de status is op ‘unavailable’ gezet. Bovenstaande werkzaamheden zijn voor een groot deel als onderdeel van WP3 (Disseminatie) uitgevoerd. Zoals aangekondigd in de vorige rapportage kon de verwachte overschrijding van het budget binnen dit WP worden gecompenseerd door onderbenutting binnen WP1 en WP2. Tenslotte kon in de rapportageperiode ook de nieuwe versie van Ellips worden opgeleverd. Deze versie is inmiddels in gebruik bij de deelnemende instellingen. De interne en externe kosten voor de realisatie en documentatie van technische aanpassingen (binnen WP4) zijn in de rapportageperiode fors gestegen en hebben tot een overschrijding van de begroting geleid die echter binnen de totale projectbegroting kon worden opgevangen. Met name de interne kosten zijn sterk toegenomen. Dit heeft o.a. te maken met het opstellen van de gebruikersdocumentatie en de opgave van achterstallige uren door een ICT-ontwikkelaar van de RUG.
13 Overzicht centrale projectactiviteiten (exclusief lokale of bilaterale activiteiten) Datum 8 januari 2008 30 januari 2008 14 maart 2008
Activiteit Coördinatorenoverleg Utrecht INTUIT Slotconferentie Presentatie INTUIT voor Vereniging Nederlandstalige Universitaire Talencentra (NUT), talencentra Nederland en Vlaanderen
B. Per werkpakket Voortgang en resultaten WP1: Voorbereiding WP1: Voorbereiding Lokaal overleg (besturen, opleidingen, docenten, applicatiebeheerders) Aanpassing en integratie Language Toolbox Blackboard
Mon 2-4-07 Mon 2-4-07
Fri 14-9-07 Fri 14-9-07
Mon 2-4-07
Fri 13-7-07
Beoogde deliverables • • • •
•
• Ondersteuning en advies specifieke applicaties
Mon 2-4-07
Fri 14-9-07
• •
•
Verslagen van overleggen Afspraken Uitvoeringsplan per instelling Gelokaliseerde versies van de Language Toolbox (specifieke keuze tools, instructies aangepast aan lokale situatie, etc.) Inpassing van de toolbox in één of meerdere cursussen aan de betreffende instelling Centrale “repository” (master cursus in Blackboard) van verschillende versies FAQ’s en andere vormen van documentatie Wederzijdse ondersteuning op grond van lokaal aanwezige expertise Workshops
Status •
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
14 Opgeleverde documenten WP1: Vorige rapportages: • Pilotinformatieformulieren alle deelnemende instellingen • Instructies gebruik Blackboard en ontwikkeling Language Tool Boxes • Blackboardcursussen voorzien van inhoud voor specifieke cursussen • Documentatie gasttoegang tot ontwikkelde Blackboardcursussen Nieuw: • Geen Gerealiseerde personele kosten WP1: WP1: Voorbereiding Lokaal overleg (besturen, opleidingen, docenten, applicatiebeheerders) Aanpassing en integratie Language Toolbox Blackboard Ondersteuning en advies specifieke applicaties
Begroot € 57.584,00 € 8.752,00 € 39.328,00 € 9.504,00
Gerealiseerd € 53.012,50 € 9.272,00 € 34.944,50 € 8.796,00
Voortgang en resultaten WP2: Invoering in onderwijs WP2: Invoering in onderwijs
Mon 27-8-07 Mon 27-8-07
Fri 29-2-08 Thu 31-1-08
Bijhouden docentlogboek
Mon 27-8-07
Thu 31-1-08
Problemen oplossen
Mon 27-8-07
Thu 31-1-08
Evaluatie
Mon 3-12-07
Fri 29-2-08
Coaching studenten
Beoogde deliverables • Verschillende vormen van online support (via email, discussion board, portfolio) • Persoonlijke en groepsgewijze adviezen en feedback binnen electronische leeromgeving • Journal met docentervaringen, problemen, etc. Wellicht als weblog. • Oplossing problemen die zich tijdens uitvoering zullen voordoen • Documentatie problemen en disseminatie oplossingen • Vragenlijsten voor docenten en studenten • Evaluatierapport per instelling
Opgeleverde documenten WP2: Vorige rapportages: • Evaluaties pilot UvT • INTUIT Teacher Blog (incl. gebruiksinstructies) • INTUIT Questionnaire (paper version) • INTUIT Questionnaire (digital version – Blackboard survey) • INTUIT Questionnaire – Instructions for Blackboard • INTUIT Questionnaire – Exportinstructies Nieuw: • Eindverslag enquête
Status •
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
15 Gerealiseerde personele kosten WP2: Begroot € 91.984,00 € 45.760,00 € 15.600,00 € 21.120,00 € 9.504,00
WP2: Invoering in onderwijs Coaching studenten Bijhouden docentlogboek Problemen oplossen Evaluatie
Gerealiseerd € 77.937,00 € 37.256,00 € 9.307,00 € 18.705,00 € 12.669,00
Voortgang en resultaten WP3: Disseminatie WP3: Disseminatie Projectwebsite
Mon 2-4-07 Mon 2-4-07
Fri 28-3-08 Fri 28-3-08
Beoogde deliverables •
• Workshops Didactiek
Fri 1-6-07
Fri 29-2-08
•
• • Projectconferentie
Mon 3-12-07
Fri 8-2-08
Overdracht collega's
Mon 7-1-08
Fri 29-2-08
Projectoverleg en rapportage
Mon 2-4-07
Fri 28-3-08
•
• •
• • •
Status
Verbeterde, tweetalige publieke website (www.intuitproject.nl) Maandelijkse aanpassing inhoud
• •
Afgerond Site geschikt gemaakt voor externe disseminatie project deliverables
Presentaties en discussies over didactische aspecten uitvoering PP-slides en verslagen workshops ‘Lessons learnt’ ; ideeën voor didactische scenario’s Landelijke conferentie voor iedereen die in de thematiek is geïnteresseerd Publicaties Informatiebijeenkomsten en begeleiding van niet direct bij project betrokken collega’s Projectbijeenkomsten Verslagen en besluiten Tussenrapportages SURF
•
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
Opgeleverde documenten WP3: Vorige rapportages: • Instructies gebruik Blackboard en ontwikkeling Languag Tool Box (tweetalig) •
Redactionele bijdragen website
•
Programma slotconferentie
•
Verslagen projectoverleggen
•
PP-presentaties en overige documenten eerdere presentaties bijeengebracht
•
Format voor Tool Tip (standaard sjabloon voor beschrijving tools in tool box)
•
Verslagen projectoverleg
• INTUIT Tussenrapportages Nieuw: •
Nieuwe interviews website
•
PP-presentaties slotconferentie
•
Tool Tips voor ca. 20 programma’s
•
Geactualiseerde ondersteunende documentatie
•
Website geactualiseerd
16 Gerealiseerde personele kosten WP3: Begroot € 44.494,00 € 4.120,00 € 15.888,00 € 10.064,00 € 3.972,00 € 10.450,00
WP3: Disseminatie Projectwebsite Workshops Didactiek Projectconferentie Overdracht collega's Projectoverleg en rapportage
Gerealiseerd € 59.741,50 € 6.874,00 € 9.316,00 € 19.995,50 € 9.004,00 € 14.552,00
Voortgang en resultaten WP4: Techniek WP4: Techniek
Mon 2-4-07 Mon 2-4-07
Fri 29-2-08 Fri 21-12-07
Realisatie
Mon 2-4-07
Fri 21-12-07
•
Implementatie
Mon 2-4-07
Fri 21-12-07
•
Documentatie
Tue 10-4-07
Fri 29-2-08
Ontwerp en advies
Beoogde deliverables • •
Status
Technische adviezen Conceptuele en functionele ontwerpen Aangepaste programmatuur (in ieder geval Ellips, www.europeestaalportfolio.nl) Beschikbaarstelling op netwerk van de betrokken instellingen i.s.m. applicatiebeheer, coördinatoren, docenten. • Technische documentatie • Gebruikersdocumentatie
•
Afgerond
•
Afgerond
•
Afgerond
•
Technische documentatie afgerond Gebruikersdocumentatie Ellips nog in ontwikkeling (voortzetting in kader Ellipsconsortium)
•
Opgeleverde documenten WP4: Vorige rapportages: • Functionele ontwerpen Ellips •
Overzicht ontwikkelde inhouden
• Testrapporten verbeterd gebruikersbeheer Ellips Nieuw: •
Gebruikershandleiding Ellips (in ontwikkeling)
Gerealiseerde personele kosten WP4: WP4: Techniek Uitvoering intern (subtotaal) Ontwerp en advies Realisatie Implementatie Documentatie Uitvoering door derden (subtotaal) DogIT: werkzaamheden t.b.v. Ellips applicatie - april 2007 DogIT: werkzaamheden t.b.v. Ellips applicatie - mei 2007 DogIT: werkzaamheden t.b.v. Ellips applicatie - okt 2007 DogIT: werkzaamheden t.b.v. Ellips applicatie - nov 2007 DogIT: aanpassingen Gebruikersbeheer Ellips - januari 2008 Zark3: Nieuw dossier Ellips - maart 2008
Begroot € 48.283,99 € 2.178,00 € 29.711,99 € 9.664,00 € 6.730,00
Gerealiseerd € 72.012,13 € 31.043,00 € 1.954,00 € 16.084,00 € 8.207,00 € 4.798,00 € 40.969,13 € 4.462,50 € 3.302,25 € 12.852,00 € 1.785,00 € 12.807,38 € 5.760,00
17 C. Projectmanagement Gerealiseerde kosten projectmanagement: Projectmanagement Projectleiderschap (100%) Projectleiderschap (40% ivm overschrijding) Co-projectleiderschap (100%) Projectadministratie (40%) Overige kosten Accountant Vergaderkosten, reiskosten, secr Materieel Onvoorzien
Begroot € 50.450,86 € 14.625,00 € 5.980,00 € 3.552,00 € 13.215,00 € 9.715,00 € 3.500,00 € 10.000,00 € 3.078,86
Gerealiseerd € 32.564,63 € 14.625,00 € 4.237,50 € 5.980,00 € 4.310,50 € 7.369,13 € 0,00 € 7.369,13 € 280,00 € 0,00
In de rapportageperiode is een overschrijding van het maximaal toegestane (=begrote) aantal uren voor projectmanagement (100% subsidie) opgetreden. De extra uren worden op grond van de standaardsubsidie verrekend. Accountantskosten zullen na uitvoering van de accountantscontrole afzonderlijk aan SURF worden doorgegeven.
18 IV Kostenoverzicht Standaardoverzicht
Begroting
(A)
Proof-of-conceptdeel (gerealiseerd; afgesloten) Opschalingsdeel Materiële kosten Personele kosten -WP1 -WP2 -WP3 -WP4 Totaal personele kosten Overige kosten -projectmanagement -projectadministratie -accountant -vergaderkosten, reiskosten, secretariaatskosten Totaal overige kosten Onvoorziene kosten Totaal Opschalingsdeel Correctie personeelskosten jaar 1 Correctie personeelskosten jaar 2 Totaal correcties TOTAAL PROJECT
Restant begroting
Gerealiseerde projectkosten Voorgaande periode(s)
€ 262.203,15
€ 262.203,15
€ 10.000,00
€ 280,00
€ 57.584,00
in rapportage periode
t/m rapportageperiode (B)
(A)-(B)
€ 262.203,15
€ 0,00
€ 0,00
€ 280,00
€ 9.720,00
€ 47.397,50
€ 5.615,00
€ 53.012,50
€ 4.571,50
€ 91.984,00
€ 53.295,00
€ 24.642,00
€ 77.937,00
€ 14.047,00
€ 44.494,00
€ 29.149,00
€ 30.592,50
€ 59.741,50
€ 15.247,50-
€ 48.283,99
€ 38.060,75
€ 33.951,38
€ 72.012,13
€ 23.728,14-
€ 242.345,99
€ 167.902,25
€ 94.800,88
€ 262.703,13
€ 20.357,14-
€ 20.605,00
€ 19.192,50
€ 5.650,00
24.842,50
€ 4.237,50-
€ 3.552,00
€ 2.331,00
€ 1.979,50
€ 4.310,50
€ 758,50-
€ 9.715,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 9.715,00
€ 3.500,00
€ 4.446,21
€ 2.922,92
€ 7.369,13
€ 3.869,13-
€ 37.372,00
€ 25.969,71
€ 14.290,08-
€ 11.679,63
€ 5.087,37
€ 3.078,86
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 3.078,86
€ 292.796,85
194.151,96
€ 86.160,80
€ 299.505,26
€ 6.708,41-
€ 795,00
€ 795,00
€ 795,00-
€ 4.202,00-
€ 4.202,00-
€ 4.202,00
€ 555.000,00
€ 316.273,70
€
€ 3.407,00-
€ 3.407,00-
€ 3.407,00
€ 82.753,80
€ 558.301,41
€ 3.301,41-
Toelichting Alle projectkosten zijn in bovenstaand overzicht verdisconteerd, m.u.v. de accountantskosten. Tijdens de eindcontrole bleek dat voor enkele medewerkers onjuiste tarieven waren gehanteerd. Een overzicht van de uren en bedragen waar het om gaat is in een afzonderlijke bijlage opgenomen. Op advies van de accountant zijn de correcties hierop in bovenstaand overzicht doorgevoerd (gearceerd in de tabel). In jaar 1 is in totaal € 795 te weinig aan personeelskosten in rekening gebracht; in jaar 2 in totaal € 4202 te veel. De eindafrekening laat zien dat de projectbegroting met € 3301 is overschreden. De in totaal gevraagde subsidie blijft echter onder het begrote niveau (zie onder): er resteert € 2696. Het verschil tussen overschrijding en onderschrijding wordt veroorzaakt doordat een deel van de begroting van jaar 1 is doorgeschoven naar jaar 2 (CD 2.0) en het verschil in het subsidiepercentage tussen de twee jaren (60% vs. 40%). Overigens zal een deel van de uitstaande subsidie nog moeten worden benut voor de dekking van de accountantskosten. In het overzicht van de gevraagde subsidie hieronder zijn naast bovengenoemde correcties ook een gedifferentieerd tarief voor projectmanagement opgenomen i.v.m. overschrijding van het maximaal toegestane uren voor de 100% vergoeding.
19 Gevraagde subsidie Toegekende subsidie INTUIT
€ 299.332,00
Toegekende subsidie P-o-C-fase
€ 165.674,89
_
€ 89.176,28
_
€ 41.785,02
_
Gevraagde subsidie Opschaling Opgevraagd vorige periode(s) Opschaling Opgevraagd deze periode: - materiële kosten
€ 0,00
- personele kosten
€ 37.920,35
- overige kosten -projectmanagement 100% subsidiabel
€ 1.412,50
40% subsidiabel ivm overschrijding
€ 1.695,00
-projectadministratie -accountant -vergaderkosten, reiskosten, secretariaatskosten
€ 791,80 € 0,00 € 1.169,17
- correcties correcties subsidie jaar 1
€ 477,00
correcties subsidie jaar 2
€ 1.680,80-
Totaal Nog resterende subsidie
De opgevraagde subsidie kan overgemaakt worden op: Bankrekeningnummer 40 17 18 468 T.n.v. Rijksuniversiteit Groningen Inzake Fac. Letteren o.v.v. INTUIT
€ 41.785,02
€ 2.695,81
20
V
Standlijnenoverzicht
ID
Task Name
0
Intuit_CD2_v 1_4_j r2.mpp
January
March B
1
W P1 Voorbereiding
2
Lokaal overleg (besturen, opleidingen, docenten, applicatiebeheerders)
3
Aanpassing en integratie Lang uag e Toolbox Blackboard
4
Ondersteuning en advies specifieke applicaties
5 6
W P2 Invoering in onderwij s
7
Coaching studenten
8
Bijhouden docentlogboek
9
Problemen oplossen
10
Evaluatie
11 12
W P3: Disseminatie
13
Proj ectwebsite
16
Workshops Didactiek
17
Proj ectconferentie
20
Overdracht collega's
21
Proj ectov erleg en rapportage
24 25
W P4: Techniek
26
Ontwerp en advies
27
Realisatie
29
Implementatie
30
Documentatie
B
May B
B
July B
B
September B
B
November B
B
January B
B
March B
B
May B
B
July B
B