1
ntut: ENGLISH TUTORING THROUGH IT OVP-aanvraag SURF 2005 Controlling Document 12 januari 2006
Penvoerende instelling: Rijksuniversiteit Groningen
Partnerinstellingen: Universiteit Leiden Universiteit van Tilburg Radboud Universiteit Nijmegen Universiteit Maastricht Universiteit Utrecht
Opmerkingen bij deze versie Versie 1.1, vervangt 1.0 (november 2005). -Urentarieven na goedkeuring SURF definitief vastgesteld. -Interne bijstelling van uren; dientengevolge kleine aanpassingen in begroting.
2 Inhoudsopgave I Samenvatting II Omgeving van het Onderwijsvernieuwingsproject III Resultaten en criteria voor toetsing IV Begroting V Continuering VI Werkpakketten en projectmanagement Bijlage 1: Projectorganisatie Bijlage 2: Risicoanalyse en risicomanagement Bijlage 3: Kostenoverzicht (standaard rapportageformaat) Bijlage 5: Standlijnenoverzichten Bijlage 6: Relatie met andere projecten Bijlage 7: Voorbereidingskosten
3 5 8 10 12 13 23 24 25 27 29 30
3 I
Samenvatting
De invoering van het Engels als werktaal aan de Nederlandse universiteiten leidt tot een sterk verhoogde, gedifferentieerde vraag naar Engels taalvaardigheidsonderwijs (TVO) bij de talencentra die dit onderwijs verzorgen. Universitair docenten en studenten (in het vervolg van de aanvraag aangeduid als “cursisten”) afkomstig uit verschillende disciplines moeten op een efficiënte en effectieve manier worden voorbereid op het gebruik van het Engels in uiteenlopende onderwijscontexten (hoorcolleges, werkcolleges, electronische leeromgeving, etc.). Cursisten combineren de deelname aan Engels TVO met een baan of studie aan de universiteit. De talencentra willen beter op de vraag naar meer flexibel, competentiegericht TVO Engels kunnen inspelen door de autonomie van de cursisten bij deelname aan het TVO te verhogen. Een sterke toename van het aandeel van ICT binnen het onderwijsleerproces wordt hiervoor noodzakelijk geacht. Het OVP Intuit zal een belangrijke bijdrage leveren om de hiervoor benodigde transformatie te bereiken. Het OVP Intuit heeft als hoofddoel om voor het TVO Engels een ICT-geïntegreerde leeromgeving te ontwikkelen en te implementeren aan zes universitaire talencentra in Nederland. Bij de inrichting van de leeromgeving wordt nauw aangesloten bij principes van autonoom taalleren en de uitgangspunten van het Referentiekader voor het talenonderwijs van de Raad van Europa. De leeromgeving moet mogelijkheden bieden voor diagnostische (zelf)toetsing, het zelfstandig verbeteren van specifieke vaardigheden en het begeleiden en beoordelen van cursisten door de inzet van een taalportfolio. De doelsituatie kan als volgt worden omschreven: Via diagnostisch toetsen op alle gebieden/vaardigheden kunnen de cursisten helder krijgen op welk gebied hun hiaten en wensen liggen. Met behulp van het taalportfolio kunnen zij keuzes maken t.a.v. de competenties waaraan zij willen gaan werken. De leerstof wordt dan gekozen op basis van gerichte competenties en via digitale leermodules kunnen ze zelfstandig werken aan bepaalde delen van de leerstof. Het portfolio wordt gebruikt om hun voortgang en behaalde competenties te registreren, eventueel voor toekomstig gebruik t.a.v. verdere studie of werk. Docenten en cursisten moeten worden voorbereid om op deze manier binnen de leeromgeving te werken. Dit houdt in dat ze bekend moeten worden gemaakt met de didactische uitgangspunten en moeten leren omgaan met verschillende programma’s. Daarnaast dient de leeromgeving, bestaande uit Blackboard en diverse andere applicaties voor het talenonderwijs, technisch te worden geïmplementeerd binnen alle deelnemende instellingen. Het bereiken van deze doelen betekent een belangrijke impuls voor vakinhoudelijke, didactische en technische vernieuwingen bij de deelnemende talencentra, waarvan op termijn een groot aantal cursisten zal kunnen profiteren. Schematisch kunnen de projectresulaten als volgt worden weergegeven: ICT-geïntegreerde leeromgeving TVO Engels Vakinhoudelijk
Didactisch
Technisch
Toetsen via ICT Oefenen via ICT Digitaal Taalportfolio Autonoom taalleren Toepassing CEF Scholing docenten Uitwisseling via Blackboard Specifieke programmatuur: installatie en aanpassingen Website, groupware, videoconferencing
De doorlooptijd van het project is als volgt
Periode
Volledige doorlooptijd 5/12/2005-29/2/2008
De begroting van het project is als volgt:
Proof-of-conceptfase 5/12/2005-31/1/2007
Opschalingsfase 1/3/2007-29/2/2008
4 Begroting Subsidie Matching
Volledige doorlooptijd € 555.000,00 € 299.140,80 € 255.859,20
Proof-of-conceptfase € 282.516,50 € 177.764,90 € 104.751,60
Opschalingsfase € 272.483,50 € 121.375,90 € 151.107,60
5 II
Omgeving van het Onderwijsvernieuwingsproject
Engels als werktaal Alle Nederlandse universiteiten en hogescholen staan middenin een ingrijpende ontwikkeling: de invoering van het Engels als werktaal in het onderwijs. Engels wordt langzamerhand de tweede taal in het tertiair onderwijs en wordt binnenkort de eerste taal in veel masteropleidingen (zie www.nuffic.nl: er worden 1000 Engelstalige studieprogramma’s aangeboden. Nederland is op het Europees vasteland het land met het grootste Engelstalige aanbod aan universitaire programma’s). Dit betekent dat veel wordt gevraagd van de Engelstalige competenties van studenten en docenten. Het is duidelijk dat de beheersing van het Engels een grote invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs. Instellingen zijn op dit moment bezig plannen te ontwikkelen om de Engelse taalvaardigheid bij staf en studenten te verbeteren.
Behoefte aan differentiatie Hierbij moet rekening worden gehouden met de verschillende (deel)vaardigheden die worden gevraagd en sterke individuele niveauverschillen. In sommige gevallen moet aan academische vaardigheden aandacht worden besteed (om werkstukken of teksten te schrijven of lezingen en presentaties te geven). In andere gevallen is specifiekere ondersteuning nodig voor de beheersing van taalstructuren, de verbreding van vakspecifiek vocabulaire, de verbetering van luistervaardigheid of uitspraak. Door de toenemende internationalisering wordt bovendien de instroom van studenten steeds heterogener en dit maakt de niveauverschillen in de Engelse taalvaardigheid nog groter.
Beperkte toepassing van ICT binnen TVO Het TVO Engels dat door de talencentra wordt verzorgd voor cursisten vanuit de universiteit maakt meestal geen deel uit van de universitaire curricula of het betreft relatief op zich zelf staande onderdelen/vakken in curricula. Het onderwijs is nu voornamelijk gebaseerd op werkgroeponderwijs (10 à 15 cursisten) met wekelijkse contacturen waarbinnen de mogelijkheden voor differentiatie beperkt zijn. Bij de talencentra bestaat grote behoefte om het onderwijs voor de betreffende doelgroepen te flexibiliseren door de gerichte inzet van ICT. De talencentra hebben zonder uitzondering toegang tot de universitaire ICT-infrastructuur, inclusief de electronische leeromgeving Blackboard. Voor de cursisten is deze infrastructuur eveneens standaard beschikbaar. Aan de basisvoorwaarden voor gebruik van ICT wordt hiermee voldaan. Daarnaast bestaan juist voor het Engels verschillende programma’s die mogelijk zouden kunnen worden ingezet. Een systematische inzet van deze vormen van ICT zou de flexibiliteit (naar plaats, tijd, niveau, intensiteit) binnen meer autonome leertrajecten van cursisten Engels kunnen verhogen. Van een dergelijke inzet is echter op dit moment bij geen van de deelnemende talencentra sprake. Het gebruik vereist een aangepaste didactiek, waarmee veel docenten onvoldoende vertrouwd zijn. Daarnaast zijn veel beschikbare programma’s onvoldoende getest om te kunnen beoordelen of ze bruikbaar zijn voor het gestelde doel. Tenslotte stelt het gebruik van verschillende programma’s binnen een samenhangende leeromgeving de betreffende talencentra voor verschillende technische problemen, die ze niet zelf kunnen overwinnen.
Onderwijsconcept In het talenonderwijs heeft de laatste jaren het model van autonoom leren opgang gemaakt. De inzet van ICT binnen Intuit is nauw verbonden met dit onderwijsconcept. De visie die hieraan ten grondslag ligt is gebaseerd op de principes van autonoom leren (zie o.a. Little, D., Ridley, J., & Ushioda, E. (Eds.), 2003, Learner autonomy in the foreign language classroom: teacher, learner, curriculum and assessment. Dublin: Authentik). Autonoom taalleren moet niet worden verward met individueel leren of zelfstudie. Autonomie wijst vooral op een bewuste en kritische houding van de taalleerder ten opzichte van het eigen leerproces. Het kan goed worden gecombineerd met onderwijs in groepen. Toetsing en verbetering van de eigen taalcompetentie zijn bovendien geen eenmalige inspanningen, maar een constant aandachtspunt tijdens studie en werk. Het moet ook mogelijk zijn om op verschillende momenten van de studie of van de academische loopbaan aan het (verder) verbeteren van het Engels te kunnen werken (levenslang leren). Dit besef moet groeien niet alleen bij de cursisten, maar ook bij de TVO-docenten. Autonoom leren stelt hoge eisen aan de docent waar het gaat om het begeleiden van de cursisten, het beschikbaar stellen van geschikte leerstof, en het beoordelen van de leerresultaten. Een belangrijke uitdaging voor de Talencentra binnen het project is om de cursisten voldoende autonomie te bieden binnen een programma dat voor een belangrijk deel groepsgewijs georganiseerd is. Strikt individueel onderwijs is voor de talencentra voor de betreffende doelgroepen te kostbaar. Wel is het uiteraard mogelijk om het onderwijsconcept en het ontwikkelde materiaal in voorkomende gevallen in te zetten voor individueel onderwijs.
6 Taalvaardigheidscompetenties Een essentiële component van het te ontwikkelen concept is het initieel en tussentijds toetsen en verbeteren van de eigen competenties. Hiervoor is een referentiekader beschikbaar dat inmiddels breed binnen de onderwijsinstellingen wordt toegepast, het Common European Framework of Reference (CEF: http://www.culture2.coe.int/portfolio/documents_intro/common_framework.html). Daarnaast is er een model ontwikkeld voor een taalportfolio, het European Language Portfolio for Higher Education (ELPHE: http://www.fu-berlin.de/elc/portfolio/en-info.html). Digitale toetsen en taalportfolio’s gebaseerd op deze uitgangspunten komen steeds ruimer beschikbaar. O.a. de veelgebruikte TOEFL- en IELTS-toetsen worden momenteel aan het CEF aangepast. Binnen Intuit zal voor de beschrijving van de vereiste competenties nauw worden aangesloten bij het CEF en ELPHE. Het project richt zich in het bijzonder op de digitale instrumenten die in dit verband kunnen worden ingezet. Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande programma’s. De Digitale Universiteit voert diverse projecten uit, o.a. voor toetsing van de Engelse leesvaardigheid en voor een taalportfolio in het HBO. In de vo-sector wordt momenteel een project uitgevoerd gericht op de ontwikkeling van een digitaal taalportfolio voor leerlingen en docenten (http://www.europeestaalportfolio.nl/), en een dergelijk portfolio is al ontwikkeld voor de bve-sector (http://www.cinop.nl/taalportfoliobve/). De Hanzehogeschool Groningen (opleiding IBL) is ook met een taalportfolio-project bezig. Daarnaast zullen ook het eerder door de projectpartners opgeleverde oefenprogramma Ellips (http://www.ellipsconsortium.nl), de gratis toetsen van Dialang (http://www.dialang.org/) en andere toetsen (bijvoorbeeld Ordinate’s Spoken English Tests, http://www.ordinate.com/) en eventuele andere programma’s die gebruikt kunnen worden voor de onderdelen toetsing, training en begeleiding worden ingezet.
Innovatieve karakter Intuit sluit aan bij de kaders, concepten, initiatieven (deels beproefd, deels nog in ontwikkeling) die in de huidige setting beschikbaar zijn en speelt in op de vraag naar flexibele leertrajecten met ICTondersteuning voor de onderdelen toetsen, oefenen, en begeleiden met gebruik van taalportfolio’s. Het project onderscheidt zich van elders in Europa ontwikkelde vormen van autonoom taalleren doordat een zeer intensief gebruik van ICT wordt nagestreefd. Daarnaast is het voor het eerst dat een dergelijk groot aantal universitaire talencentra in Nederland samenwerkt bij een initiatief op dit terrein. Dit biedt mogelijkheden voor de bundeling van bestaande expertise (m.b.t. toetsing, het ontwerpen van onderwijsmateriaal, etc.) bij het verkennen van de innovatieve mogelijkheden van ICT. Voorop staat de transformatie die de talencentra denken te kunnen bereiken door op doordachte manier gebruik te maken van ICT. Het project beoogt binnen de bestaande setting verschillende nieuwe elementen te introduceren die allemaal zullen bijdragen aan de totstandkoming van een ICT-geïntegreerde leeromgeving voor TVO Engels. Het gaat hierbij onder ander om: • Een scholingsprogramma voor docenten Engels verbonden aan de talencentra. • Het implementeren van een op autonoom taalleren gebaseerde onderwijsmethodiek. • De evaluatie en het gebruik van verschillende ICT-instrumenten die passen bij bovengenoemde methodiek. • De inhoudelijke, programma-technische aanpassing van deze instrumenten, waar mogelijk. • De inpassing van deze instrumenten binnen de overkoepelende leeromgeving Blackboard. (Het hoeft hier niet strikt te gaan om technische integratie of interoperabiliteit, maar eerder om een set gerichte instructies waarmee docenten en cursisten deze instrumenten binnen de leeromgeving kunnen hanteren.) • Het bieden van didactische, onderwijstechnologische en technische ondersteuning tijdens en na afloop van het project. • De totstandkoming van een waardevolle uitwisseling van expertise en ervaringen tussen zes betrokken talencentra die zich allemaal voor een vergelijkbare problematiek zien gesteld.
Potentiële impact Het project is instellingsoverschrijdend. De projectuitvoering wordt verzorgd door teams bestaande uit docenten Engels en coördinatoren van universitaire talencentra, onderwijsondersteuningsinstituten (lerarenopleidingen en ICT&O-afdelingen) en technische ondersteuningscentra uit de deelnemende instellingen. Het werkveld betreft het verzorgen en ondersteunen van, grotendeels extracurriculair, onderwijs op het niveau van de instellingen (niet op facultair niveau). Bij het gezamenlijk ontwikkelen van oplossingen voor het verbeteren van de Engelstalige competenties wordt de gemeenschappelijke ervaring en expertise optimaal benut. De samenwerking brengt duidelijke schaalvoordelen mee. Tegelijkertijd kunnen de instellingen uit het totale door het project op te leveren repertoire aan programmatuur, inhouden en modellen de keuzes maken die het beste aansluiten bij de eigen situatie en doelgroep.
7 Het bereik van het project kan op twee manieren worden gekwantificeerd: in de eerste plaats door het aantal cursisten dat via de ICT-ondersteunde leertrajecten zal worden opgeleid tijdens het project: het gaat hierbij om ca. 300 cursisten die zullen worden betrokken bij pilots en evaluaties van (delen van) de leeromgeving. De cursisten zijn afkomstig uit de faculteiten die nu door de talencentra worden bediend (Rechten, Economie, Bedrijfskunde, Letteren, etc.) Het gaat dus nadrukkelijk niet om onderwijs aan studenten Engels bij de opleidingen Engelse Taal en Cultuur, maar om talenonderwijs aan niet-specialisten. De doelgroep bestaat, zoals aangegeven, zowel uit studenten als uit wetenschappelijk personeel. Daarnaast is het aantal docenten Engels van de betrokken talencentra en expertisecentra een indicator voor de omvang van het project. Hiervan zullen rechtstreeks in totaal 12 à 18 (2 of 3 per talencentrum) bij het project worden betrokken. Het aantal docenten aan de talencentra en expertisecentra dat op termijn met de ICT-geïntegreerde leeromgeving gaat werken betreft minimaal 50. Het aantal cursisten dat na afloop van de resultaten van het project zal kunnen profiteren bedraagt op grond van de totale inschrijvingsaantallen voor TVO Engels op dit moment minimaal 10.000.
8 III Resultaten en criteria voor toetsing De ontwikkeling en implementatie van de leeromgeving in didactische, vakinhoudelijke en onderwijstechnologische zin zal langs vijf hoofdlijnen worden opgezet. Deze hoofdlijnen vormen de basis voor de werkpakketten die voor het project zijn gedefinieerd. De werkpakketten zijn samengesteld op grond van de voor de uitvoering vereiste expertise. Alle werkpakketten worden uitgevoerd gedurende de hele looptijd van het project. Uitgangspunt hierbij is dat de ontwikkeling van deliverables per werkpakket in de proof-of-concept-fase steeds door twee instellingen wordt uitgevoerd op basis van een inventarisatie van behoeften binnen alle instellingen en dat in de opschalingsfase alle onderdelen worden geïmplementeerd binnen alle instellingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de deliverables die zijn voorzien aan het eind van jaar één. Het al dan niet opleveren hiervan zal doorslaggevend kunnen zijn voor de voortzetting van het project in jaar twee. Over de toepassing van deze criteria wordt nader ingegaan in hoofdstuk V. Nadere details over hoe de resultaten bereikt zullen worden (beschrijving werkpakketten en plan van aanpak) zijn te vinden in hoofdstuk VI. Er worden in totaal vijf werkpakketten onderscheiden. Drie ervan hebben een vakinhoudelijke oriëntatie en zijn gegroepeerd rondom de hoofdcomponenten van de virtuele leeromgeving: 1. WP1 Toetsen (RUG, RU) 2. WP2 Oefenen (UvT, UM) 3. WP3 Begeleiden (UL, UU) De overige twee werkpakketten zijn gericht op didactische en technische ondersteuning: 4. WP4 Didactiek (RUG, UL) 5. WP5 Techniek (RUG, UL) WP1, WP2 en WP3 zijn bedoeld om te onderzoeken welke programma’s voor respectievelijk toetsen, oefenen en begeleiden (portfolio) geschikt zijn als onderdeel van de ICT-geïntegreerde leeromgeving Engelse taalvaardigheid en om deze bij gebleken geschiktheid te (laten) integreren en toepassen. Hoewel deze WP’s zich richten op verschillende componenten binnen de leeromgeving is de aanpak vergelijkbaar. Dit geldt ook voor de op te leveren resultaten. De voorziene resultaten aan het eind van jaar 1 zijn als volgt:
Deliverables WP1, WP2, WP3 na 1 jaar (taken en resultaten zijn op ieder WP afzonderlijk van toepassing) Taak 1.
2.
3.
4.
Resultaat Voorbereiding a. Behoeftenanalyse b. Selectie en beoordeling software Uitvoering a. Detailplanning b. Per pilot en/of programma: i. Inhoudelijke aanpassingen ii. Maken van draaiboek voor docenten en studenten iii. Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling iv. Evaluatie
Disseminatie a. Startconferentie b. Interne en externe informatievoorziening c. Slotconferentie Overleg en rapportage a. Projectoverleg b. Rapportages SURF
Enquête, enquêteresultaten, programma van eisen Groslijst software, evaluatierapport software docenten, softwareselectie Werkplan pilots Per pilot en/of programma: Gebruiksinstructies en onderwijsmateriaal Draaiboek voor docenten en studenten Vragenlijst evaluatie, evaluatierapport, verslag pilot Lijst van verbeterpunten
Presentaties en verslagen Ontwikkeld materiaal en documentatie op SURFGroepen en projectwebsite
Tussenrapportages en eindrapportage SURF Verslagen en evaluaties
9 WP4 Didactiek is opgezet om de didactische scholing en ondersteuning van de docenten Engels op te zetten en uit te voeren. Principes van autonoom taalleren en het gebruik van het CEF staan hierbij centraal. Voor WP4 worden aan het eind van jaar 1 de volgende resultaten voorzien:
Deliverables WP4 na 1 jaar Taak 1.
2.
3.
4.
Resultaat Voorbereiding a. Behoeftenanalyse b. Inventarisatie beschikbaar scholingsmateriaal Uitvoering a. Ontwerp en ontwikkeling scholingstraject b. Scholing en begeleiding docenten c. Evaluatie
Disseminatie a. Startconferentie b. Interne en externe informatievoorziening c. Slotconferentie Overleg en rapportage a. Projectoverleg b. Rapportage SURF
Enquête, enquêteresultaten, programma van eisen Overzicht bruikbaar materiaal, aanbevolen websites, etc.
Voorstel scholingstraject Scholingsmateriaal Workshopprogramma en materiaal Didactische adviezen en overleg met docenten Evaluatierapport, lijst van didactische verbeterpunten
Presentaties en verslagen Ontwikkeld materiaal en documentatie op SURFGroepen en projectwebsite
Tussenrapportages en eindrapportage SURF Verslagen en evaluaties
WP5 Techniek is opgezet om de leeromgeving technisch te kunnen realiseren. Het gaat om technische ondersteuning in brede zin, waarbij aanpassingen aan programmatuur centraal staan: Deliverables WP5 na 1 jaar Taak 5.
Voorbereiding a. Inrichting projectwebsite b. Inrichting groupwaresysteem c. Inrichting systeem voor uitwisseling Blackboardmodulen (BB Exchange) d. Gebruikersinstructie communicatieen documentuitwisselingsytemen
6.
Uitvoering a. Onderhoud web b. Technische tests geselecteerde software c. Inventarisatie functionele aanpassingen (wensen docenten) d. Aanpassingen en uitbreidingen programmatuur
7.
Documentatie a. Technische documentatie b. Gebruikersdocumentatie en handleidingen Overleg en rapportage a. Projectoverleg b. Rapportage SURF
8.
Resultaat Projectwebsite (Typo3) Systeem voor samenwerken en informatiedelen via het Internet, wellicht via SURFGroepen van SURFNet. Set procedures voor vullen van centrale repository met op verschillende plaatsen vervaardigde inhouden, import-/exportmogelijkheden voor de len van de inhoud, etc . Aanpassingen website (functionaliteit, layout, etc) Installatieprocedures, adviezen voor gebruikers en applicatiebeheerders Per programma: Conceptueel ontwerp Functioneel ontwerp Technisch ontwerp Realisatie (doorvoeren aanpassingen) Systeemtest Gebruikerstest
Gebruikershandleidingen, technische documentatie binnen teamgebied groupware en/of publieke website
Tussenrapportages en eindrapportage SURF Verslagen en evaluaties
Het opleveren van bovenstaande resultaten leidt tot een geleidelijke opbouw van de ICTgeïntegreerde leeromgeving voor toetsen, oefenen en begeleiden van Engelse taalvaardigheid. Aan het eind van jaar 1 moeten de verschillende componenten afzonderlijk in pilots met cursisten zijn getest en geïntegreerd in een Blackboardcursus waarmee autonoom leren langs verschillende leerroutes kan worden ondersteund. In hoofdstuk V Continuering wordt nader ingegaan op de criteria die we hanteren om te kunnen spreken van een geslaagd concept.
10 IV Begroting hoeveelheid subsidie (€)
kosten instellingen (€)
Totaal (€)
Proof of conceptdeel Totaal materiële kosten Totaal personele kosten Overige kosten -projectmanagement -accountantsverklaring -vergaderkosten, reiskosten, secretariaat Onvoorziene kosten Totaal proof of conceptdeel
€ 4.200,00 € 146.986,80
€ 2.800,00 € 97.991,20
€ 7.000,00 € 244.978,00
€ 20.637,50 € 2.914,50 € 1.500,00 € 1.526,10 € 177.764,90
€ 1.943,00 € 1.000,00 € 1.017,40 € 104.751,60
€ 20.637,50 € 4.857,50 € 2.500,00 € 2.543,50 € 282.516,50
hoeveelheid subsidie (€)
kosten instellingen (€)
Totaal (€)
Opschalingsdeel Totaal materiële kosten Totaal personele kosten Overige kosten -projectmanagement -accountantsverklaring -vergaderkosten, reiskosten, secretariaat Onvoorziene kosten Totaal opschalingsdeel Totaal OVP
€ 2.800,00 € 93.978,00
€ 4.200,00 € 140.967,00
€ 7.000,00 € 234.945,00
€ 20.637,50 € 1.943,00 € 1.000,00 € 1.017,40
€ 2.914,50 € 1.500,00 € 1.526,10
€ 20.637,50 € 4.857,50 € 2.500,00 € 2.543,50
€ 121.375,90 € 299.140,80
€ 151.107,60 € 255.859,20
€ 272.483,50 € 555.000,00
Grondslag voor berekening tarieven: De begroting is gebaseerd op een standaardtarief per medewerker afhankelijk van de schaal van aanstelling. Hiervoor is de volgende tabel gehanteerd. Alleen tarieven in schaal 10 t/m 13 komen op dit moment binnen het project voor. Schaal+ periodiek 6 max 7 max 8 max 9 max 10 max 11 max 12 max 13 max
bruto-sal p.mnd
Incl. soc.lasten p.mnd
Opslagfactor 1,5
per uur (130 uur p.mnd)
2241 2.473 2.796 3.162 3.472 4.049 4.605 4.996
3168 3.475 3.903 4.394 4.813 5.639 6.380 6.902
4.752 5.213 5.855 6.591 7.220 8.459 9.570 10.353
37 40 45 51 56 65 74 80, wordt: 75
Salarisniveau 2005 Opslagfactor ter dekking van overhead, huisvestingskosten, ziekte- en wachtgeldrisico en indirecte personeelslasten.
11 De Stichting SURF heeft in een brief dd. 10 januari 2006 (kenmerk OW. 05.5023) ingestemd met het verzoek van de projectleiding om bovengenoemde uurtarieven te mogen hanteren voor de medewerkers in het project (tot het door SURF voorgeschreven maximum van € 75 p.u.).
12 V
Continuering
Criteria voor voortzetting De beoogde deliverables voor de proof-of-concept fase zijn uiteengezet in hoofdstuk III hierboven. Het welslagen van het project hangt niet alleen af van of de deliverables zijn opgeleverd, maar vooral van wat de bevindingen van gebruikers (docenten en cursisten) met het nieuwe ICTondersteunde, onderwijsconcept zijn. Het project beoogt verschillende programma’s in samenhangend verband aan te bieden, waarbij het verhogen van de autonomie van de cursisten en de toepassing van het CEF centraal staan. Op grond van (gedeeltelijk) geautomatiseerde toetsen moeten cursisten kunnen worden doorverwezen naar (gedeeltelijk) digitaal beschikbaar oefenmateriaal en door het bijhouden van een taalportfolio moeten cursisten de eigen competenties in kaart brengen en kunnen voorleggen aan de docent-begeleider. De uitvoerders van het project vinden dat van een geslaagd concept kan worden gesproken als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • Het bereiken van een didactische transformatie gebaseerd op autonoom leren en het CEF is een belangrijke doelstelling binnen het project. Uit de evaluaties van het scholingsprogramma voor docenten en de pilots met studenten moet naar voren komen dat doceren en leren op deze manier aanspreekt. Het is realistisch om aan te nemen dat binnen een jaar alleen de eerste stappen binnen een dergelijk transformatieproces kunnen worden gezet. Appreciatie door docenten en studenten is een indicator of de goede weg wordt ingeslagen. • Er worden pilots uitgevoerd met verschillende programma’s. Het uitvoeren van de pilots is een voorwaarde voor continuering. Dit levert waardevolle informatie op over de wijze waarop programma’s kunnen worden ingezet (welke vaardigheid, welke doelgroep, relatie tot de andere programma’s) . Uitgangspunt van deze procedure is dat sommige programma’s geschikt zullen blijken om te gebruiken, terwijl andere zullen afvallen. De programma’s waarmee het concept verder opgebouwd gaat worden, moeten door docenten en cursisten positief worden gewaardeerd. • Het concept voorziet in gebruik van ICT binnen drie onderscheiden gebieden: toetsen, oefenen en begeleiden. Indien mocht blijken dat voor géén van de beproefde gebieden een passende inzet van ICT mogelijk is, dan moet het project na jaar 1 worden stopgezet. Om van een geslaagd concept te kunnen spreken moet de inzet van ICT binnen minimaal twee van de beoogde gebieden kunnen worden gerealiseerd. • Het ontwikkelde concept moet overdraagbaar zijn. In jaar 1 worden verschillende onderdelen binnen maximaal twee van de betrokken instellingen uitgeprobeerd. Scholing, programmatuur en technische ondersteuning moeten niet zodanig zijn toegesneden op de lokale infrastructuur en populatie dat overdracht naar andere instellingen onmogelijk is. Het bovenstaande wil niet zeggen dat na jaar 1 programmatuur, scholing en ondersteuning niet verder verbeterd kunnen worden. Integendeel, de verwachting is dat aan het eind van jaar 1 diverse verbeterpunten zullen worden gesignaleerd die bij continuering van het project in jaar twee zullen worden doorgevoerd.
Opschalingsfase en continuering na afloop Door informatieuitwisseling via het groupware-systeem, projectbijeenkomsten, onderlinge contacten en toegang tot de opgeleverde onderwijs- en instructiematerialen, hebben de projectuitvoerders aan het begin van jaar 2 een goed beeld van alle componenten van de leeromgeving als geheel. In jaar 2 worden de positief beoordeelde onderdelen en concepten geïmplementeerd binnen alle instellingen. De uitvoering is op basis van dezelfde werkpakketten als in fase 1, maar het accent ligt nu op implementatie bij de zusterinstellingen. Hierdoor kunnen alle instellingen beschikken over goed gedocumenteerde programma’s voor toetsen, oefenen en begeleiden, Blackboardmodules waarbinnen de programma’s kunnen worden gebruikt, een professionaliseringsprogramma waarmee nieuwe docenten kunnen worden bediend en technische documentatie t.a.v. het gebruik van de verschillende applicaties. De opschaling komt verder tot uitdrukking door deelname van meer docenten en studenten per instelling. Continuering en onderhoud na afloop worden gewaarborgd doordat alle partners participeren in het Ellipsconsortium. Deelname aan dit consortium staat open voor alle HO instellingen. De instellingen zijn bereid om eventueel opgebouwde rechten op programmatuur net als bij Ellips over te dragen aan SURF en nauw samen te werken met Espelon, of de opvolger daarvan.
13 VI Werkpakketten en projectmanagement Inleiding De resultaten zijn samengevat in hoofdstuk III. In dit hoofdstuk worden nadere bijzonderheden gegeven t.a.v. de werkpakketten waarin het project is ingedeeld. WP1, WP2 en WP3 zijn qua opzet vergelijkbaar. Daarom beschrijven we deze werkpakketten gezamenlijk. WP4 en WP5 hebben een afwijkende opzet. Daarom worden de specificaties in afzonderlijke paragrafen gepresenteerd. Projectmanagement, materiële kosten en overige kosten zijn niet ondergebracht binnen genoemde werkpakketten. Daarom wordt de informatie hierover eveneens in een afzonderlijke paragraaf beschreven. De detailinformatie heeft vooral betrekking op jaar 1. Voor jaar 2 wordt volstaan met een globale tijdsplanning en begroting.
Werkpakketten 1 (Toetsen), 2 (Oefenen) en 3 (Begeleiden) Doel: Onderzoeken welke programma’s voor respectievelijk toetsen, oefenen en begeleiden (portfolio’s) geschikt zijn als onderdeel van de ICT-geïntegreerde leeromgeving Engelse taalvaardigheid en deze bij gebleken geschiktheid (laten) integreren en steeds breder toepassen. Uitvoerders: WP1 Toetsen: Talencentra Rijksuniversiteit Groningen en Radboud Universiteit Nijmegen. WP2 Oefenen: Talencentra Universiteit van Tilburg en Universiteit Maastricht. WP3 Begeleiden: ICT&O Letteren en Talencentrum Universiteit Leiden en James Boswell Instituut, Universiteit Utrecht. Specificaties resultaat: . Een kort overzicht van de projectresultaten is gepresenteerd in hoofdstuk III Resultaten en criteria voor toetsing. Hier gaan we nader in op wat onder de verschillende resultaten wordt verstaan. Programma van eisen: In de eerste fase van het project wordt door de uitvoerders van ieder werkpakket een programma van eisen opgesteld. Hierin is vastgelegd voor welke doelgroepen en (deel)vaardigheden de programmatuur zal worden ingezet en aan welke voorwaarden de programmatuur inhoudelijk moet voldoen om te kunnen worden ingezet voor het project. Groslijst software: Er wordt een eerste globale inventarisatie gemaakt van de programmatuur die mogelijk kan worden ingezet. Op dit moment wordt de inzet van de volgende programmatuur voorzien, ingedeeld naar werkpakket: Programmatuur WP1 Toetsen: De toetsprogramma’s die we in ieder geval op gebruik binnen dit kader willen testen zijn: • Dialang (http://www.dialang.org), voor diagnostische toetsing van alle vaardigheden m.u.v. spreken; • Spoken English Tests (SET, http://www.ordinate.com) voor diagnostische toetsing van spreekvaardigheid, gebaseerd op automatische spraakherkenning; verkrijgbaar via CINOP. • Webgebaseerde Toetsen Basiskennis Engels (DU/Espelon, http://www.espelon.nl/espelon/onderwijsmateriaal/311). Andere mogelijk interessante producten kunnen tijdens de inventarisatiefase worden geïdentificeerd. Programmatuur WP2 Oefenen: De oefenprogramma’s die we voor dit project in ieder geval op het oog hebben zijn: • Ellips: het in het kader van het SURF-project Digitalenklas opgeleverde programma waarmee cursisten zelfstandig hun taalvaardigheid kunnen oefenen, met name geschikt voor gesloten oefentypen en het oefenen van deelvaardigheden (grammatica, uitspraak, luistervaardigheid, etc). Zie http://www.ellipsconsortium.nl.
14 Blackboard: de standaardleeromgeving van de instellingen, met name geschikt voor het oefenen op basis van open taken en voor onderlinge communicatie. Dit zijn programma’s die door de instellingen zelf van geschikte leerinhouden kunnen worden voorzien. Verschillende bestaande leerinhouden zijn mogelijk inzetbaar. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de modules voor grammatica (ontwikkeld door de UvT) en uitspraak (ontwikkeld door de RUG). Daarnaast zijn er nog diverse applicaties met inhouden die niet gewijzigd kunnen worden, maar die mogelijk interessant zijn, zoals Global English (http://www.globalenglish.com). Ook andere, mogelijk bruikbare programma’s worden in de inventarisatiefase geïdentificeerd. •
Programmatuur WP3 Begeleiden: Verschillende taalportfolio’s die momenteel worden ontwikkeld zullen worden onderzocht op implementeerbaarheid. Het betreft o.a. • Het Europees taalportfolio Hoger Onderwijs van de DU (http://www.du.nl, onder Lopende projecten) • Het taalportfolio voor de vo-sector (http://www.europeestaalportfolio.nl/) • Het taalportfolio voor de bve-sector (http://www.cinop.nl/taalportfoliobve/) • Het DILAPORT portfolio, een product van een Lingua project (http://www.dilaport.utu.fi/) Het (niet-digitale) European Language Portfolio for Higher Education (http://www.fu-berlin.de/elc/portfolio/en-info.html) wordt hierbij gebruikt als uitgangspunt. Software-evaluatie docenten: De docenten geven een eerste inhoudelijke beoordeling van de door hen onderzochte programmatuur. Lijst geselecteerde software: Er wordt een lijst opgesteld van de software die in het kader van het project zal worden beproefd in pilots met studenten. Werkplan pilots: De hoofduitvoerders van WP1, WP2 en WP3 stellen een gedetailleerd plan op waarin ze aangeven met welke programmatuur, en met welke groepen studenten en in welke periodes de pilots worden uitgevoerd en wie voor de uitvoering van de verschillende onderdelen verantwoordelijk is. Resultaten pilot: Voor elk van de werkpakketten WP1, WP2 en WP3 zijn twee pilots gepland (zie Tijdsplanning hierna). De uitvoering van de pilots brengt de volgende resultaten met zich mee: Gebruiksinstructies en overige aanwijzingen cursisten in Blackboard: Blackboard fungeert als overkoepelende leeromgeving binnen het project. Alle instructies, aanwijzingen (evt. onderwijsleerinhouden) die binnen Blackboard worden opgenomen met het oog op het gebruik van de verschillende programma’s voor toetsen, oefenen en begeleiden komen centraal beschikbaar zodat ze kunnen worden geïntegreerd in het onderwijs van alle betrokken instellingen. • Draaiboek voor docenten: Specifieke aanwijzingen voor docenten (bv. hoe ze een bepaald programma het best kunnen inzetten) worden eveneens uitgewisseld • Vragenlijst evaluatie, evaluatierapport: Over iedere pilot wordt schriftelijk gerapporteerd aan de hand van een vragenlijst, met een algemeen deel (voor alle pilots gelijk) en een specifiek deel. • Lijst van gewenste inhoudelijke en/of technische aanpassingen: Na afloop van de pilot wordt een lijst aanbevelingen gedaan. Deze kan betrekking hebben op aanpassing van de onderwijsleerinhouden en/of programmatuur en dient als basis voor verdere werkzaamheden tijdens de implementatiefase van het project. Overig: Naast bovenstaande, inhoudelijk gerichte taken verrichten de uitvoerders van de werkpakketten ook een aantal taken m.b.t. de disseminatie en de organisatie van het project. Hiertoe behoren het verzorgen van de informatievoorziening op de interne en externe website, deelnemen aan symposia en presentaties, deelnemen aan het overleg van het projectteam en het verzorgen van een deel van de voortgangsrapportage. •
Plan van aanpak: Ieder werkpakket wordt uitgevoerd door twee instellingen. De instellingen zijn geselecteerd op basis van specifieke expertise op het betrokken gebied, eerdere ervaring binnen het Digitalenklasproject van minstens één van de partners en geografische nabijheid. De uitvoering van taken per werkpakket wordt verricht door een team bestaande uit coördinatoren en docenten van de twee
15 betrokken instellingen. Dit team heeft tevens zitting in het 5-wekelijkse projectoverleg. Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats met de projectleider of co-projectleider. In jaar 1 onderzoeken de teams de bruikbaarheid van de programma’s binnen de eigen instelling (beoordeling door docenten, pilot met studenten, evaluatie). In jaar twee begeleiden ze de implementatie van de programma’s binnen de andere deelnemende instellingen. Planning en begroting over de hele projectperiode zijn hieronder opgenomen. NB: Hoewel de taken in de genoemde werkpakketten overeenkomen, is de begroting per werkpakket verschillend. Dit hangt samen met de koppeling aan de salarisschalen van de betreffende medewerkers.. Tijdsplanning WP1: WP1 Toetsen Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase1 Fase2 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase2 Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
1.350h 732h 64h 24h 40h 0h 468h 20h 224h 80h 16h
Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Wed 1-2-06 Wed 1-3-06 Thu 2-3-06 Thu 2-3-06 Tue 21-3-06 Tue 21-3-06 Wed 12-4-06
Fri 29-2-08 Fri 19-1-07 Wed 1-3-06 Wed 28-12-05 Tue 28-2-06 Wed 1-3-06 Mon 4-12-06 Mon 20-3-06 Wed 19-7-06 Mon 15-5-06 Mon 15-5-06
88h
Tue 16-5-06
Fri 16-6-06
40h 0h 224h 80h 16h
Mon 19-6-06 Wed 19-7-06 Mon 14-8-06 Mon 14-8-06 Mon 18-9-06
Tue 18-7-06 Wed 19-7-06 Mon 4-12-06 Sat 30-9-06 Sat 30-9-06
88h
Mon 2-10-06
Fri 3-11-06
40h 0h 146h 48h 50h 48h 54h 0h 618h 18h 408h 72h 96h 24h
Mon 6-11-06 Mon 4-12-06 Mon 23-1-06 Thu 26-1-06 Mon 23-1-06 Tue 16-1-07 Tue 10-1-06 Fri 19-1-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07 Thu 1-3-07 Tue 1-5-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07
Fri 1-12-06 Mon 4-12-06 Fri 19-1-07 Thu 26-1-06 Fri 19-1-07 Tue 16-1-07 Fri 19-1-07 Mon 22-1-07 Fri 29-2-08 Wed 14-2-07 Fri 16-11-07 Fri 21-12-07 Fri 1-2-08 Fri 29-2-08
Begroting WP1: WP1 Toetsen Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase1 Fase2 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling
€ 88.506,00 € 47.688,00 € 4.178,00 € 1.614,00 € 2.564,00 € 0,00 € 30.042,00 € 1.282,00 € 14.380,00 € 5.020,00 € 1.004,00 € 5.576,00 € 2.780,00 € 0,00 € 14.380,00 € 5.020,00 € 1.004,00 € 5.576,00
16 Evaluatie Afronding pilots fase2
€ 2.780,00 € 0,00 € 9.715,00 € 3.120,00 € 3.475,00 € 3.120,00 € 3.753,00 € 0,00 € 40.818,00 € 1.170,00 € 26.520,00 € 5.004,00 € 6.456,00 € 1.668,00
Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
Tijdsplanning WP2: WP2 Oefenen Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase1 Fase2 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase2 Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
1.350 h 732h 64h 24h 40h 0h 468h 20h 224h 80h 16h
Mon 5-12-05
Fri 29-2-08
Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Wed 1-2-06 Wed 1-3-06 Thu 2-3-06 Thu 2-3-06 Tue 21-3-06 Tue 21-3-06 Wed 12-4-06
Fri 19-1-07 Wed 1-3-06 Wed 28-12-05 Tue 28-2-06 Wed 1-3-06 Mon 4-12-06 Mon 20-3-06 Wed 19-7-06 Mon 15-5-06 Mon 15-5-06
88h
Tue 16-5-06
Fri 16-6-06
40h 0h 224h 80h 16h
Mon 19-6-06 Wed 19-7-06 Mon 14-8-06 Mon 14-8-06 Fri 18-8-06
Tue 18-7-06 Wed 19-7-06 Mon 4-12-06 Sat 30-9-06 Sat 30-9-06
88h
Mon 2-10-06
Fri 3-11-06
40h 0h 146h 48h 50h 48h 54h 0h 618h 18h 408h 72h 96h 24h
Mon 6-11-06 Mon 4-12-06 Mon 23-1-06 Thu 26-1-06 Mon 23-1-06 Tue 16-1-07 Tue 10-1-06 Fri 19-1-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07 Thu 1-3-07 Tue 1-5-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07
Fri 1-12-06 Mon 4-12-06 Fri 19-1-07 Thu 26-1-06 Fri 19-1-07 Tue 16-1-07 Fri 19-1-07 Mon 22-1-07 Fri 29-2-08 Wed 14-2-07 Fri 16-11-07 Fri 21-12-07 Fri 1-2-08 Fri 29-2-08
Begroting WP2: WP2 Oefenen Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase1 Fase2
€ 94.527,00 € 50.928,00 € 4.412,00 € 1.668,00 € 2.744,00 € 0,00 € 32.148,00 € 1.372,00 € 15.388,00 € 5.380,00 € 1.076,00 € 5.972,00 € 2.960,00 € 0,00 € 15.388,00
17 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase2
€ 5.380,00 € 1.076,00 € 5.972,00 € 2.960,00 € 0,00 € 10.372,00 € 3.336,00 € 3.700,00 € 3.336,00 € 3.996,00 € 0,00 € 43.599,00 € 1.251,00 € 28.356,00 € 5.328,00 € 6.888,00 € 1.776,00
Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
Tijdsplanning WP3: WP3 Begeleiden Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase1 Fase2 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase2 Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
1.350h 732h 64h 24h 40h 0h 468h 20h 224h 80h 16h
Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Wed 1-2-06 Wed 1-3-06 Thu 2-3-06 Thu 2-3-06 Tue 21-3-06 Tue 21-3-06 Wed 12-4-06
Fri 29-2-08 Fri 19-1-07 Wed 1-3-06 Wed 28-12-05 Tue 28-2-06 Wed 1-3-06 Mon 4-12-06 Mon 20-3-06 Wed 19-7-06 Mon 15-5-06 Mon 15-5-06
88h
Thu 18-5-06
Fri 16-6-06
40h 0h 224h 80h 16h
Mon 19-6-06 Wed 19-7-06 Mon 14-8-06 Mon 14-8-06 Mon 18-9-06
Tue 18-7-06 Wed 19-7-06 Mon 4-12-06 Sat 30-9-06 Sat 30-9-06
88h
Mon 2-10-06
Fri 3-11-06
40h 0h 146h 48h 50h 48h 54h 0h 618h 18h 408h 72h 96h 24h
Mon 6-11-06 Mon 4-12-06 Mon 23-1-06 Thu 26-1-06 Mon 23-1-06 Tue 16-1-07 Tue 10-1-06 Fri 19-1-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07 Thu 1-3-07 Tue 1-5-07 Tue 31-1-06 Thu 1-2-07
Fri 1-12-06 Mon 4-12-06 Fri 19-1-07 Thu 26-1-06 Fri 19-1-07 Tue 16-1-07 Fri 19-1-07 Mon 22-1-07 Fri 29-2-08 Wed 14-2-07 Fri 16-11-07 Fri 21-12-07 Fri 1-2-08 Fri 29-2-08
Begroting WP3: WP3 Begeleiden Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Selectie en beoordeling software Afronding voorbereidingstraject Uitvoering Detailplanning Fase1 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie
€ 87.750,00 € 47.580,00 € 4.160,00 € 1.560,00 € 2.600,00 € 0,00 € 30.420,00 € 1.300,00 € 14.560,00 € 5.200,00 € 1.040,00 € 5.720,00 € 2.600,00
18 Afronding pilots fase1 Fase2 Inhoudelijke aanpassingen Maken van draaiboek voor docenten en studenten Uitvoering pilot met cursisten aan eigen instelling Evaluatie Afronding pilots fase2 Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
€ 0,00 € 14.560,00 € 5.200,00 € 1.040,00 € 5.720,00 € 2.600,00 € 0,00 € 9.490,00 € 3.120,00 € 3.250,00 € 3.120,00 € 3.510,00 € 0,00 € 40.170,00 € 1.170,00 € 26.520,00 € 4.680,00 € 6.240,00 € 1.560,00
WP 4: Didactiek Doel: Een professionaliseringsprogramma opstellen en uittesten om docenten zodanig te scholen dat zij van het CEF afgeleide, op autonoom taalleren gebaseerde leertrajecten kunnen opzetten binnen een ICT-ondersteunde leeromgeving. Uitvoerders: Rijksuniversiteit Groningen (Universitair Onderwijscentrum Groningen) en Universiteit Leiden (ICT&O Letteren) Specificaties resultaat: Programma van eisen: De docentopleiders voeren eerst een behoeftenanalyse uit om het professionaliseringsprogramma goed te laten aansluiten bij de vraag vanuit de talencentra. Aan de hand hiervan wordt een programma van eisen opgesteld waaraan het opleidingstraject moet voldoen. Lijst scholingsmateriaal: Er wordt een inventarisatie uitgevoerd om te onderzoeken welk materiaal beschikbaar is voor gebruik binnen het scholingstraject. Voorstel scholingstraject: Er wordt een globaal voorstel gedaan voor de opzet van het scholingstraject. Scholingsmateriaal: Er wordt, deels aan de hand van bestaand materiaal, nieuw scholingsmateriaal ontwikkeld dat voor de opleiding van docenten zal worden gebruikt. Workshopprogramma en –materiaal: Naast begeleiding op de werkplek zullen gemeenschappelijke workshops worden gehouden (evt. ook voor docenten die niet als uitvoerder binnen het project participeren). Het materiaal voor de workshops is beschikbaar voor gebruik door anderen. Didactische adviezen docenten: De TVO-docenten zullen een belangrijk deel van het scholingsmateriaal zelfstandig kunnen doornemen. Onderdeel van het opleidingstraject is dat ze de opgedane kennis direct toepassen bij het ontwikkelen van nieuw onderwijsmateriaal. Hierbij worden ze bijgestaan door de onderwijskundigen verbonden aan de ICT&Ocentra. De didactische adviezen worden schriftelijk vastgelegd. Verslag en evaluatierapport pilot: Het ontwikkelde materiaal wordt gebruikt als basis voor een pilot met de studenten (al dan niet in combinatie met een pilot uit één van de werkpakketten WP1, WP2 of WP3). De pilot wordt geëvalueerd en hiervan wordt een verslag opgesteld. Draaiboek voor opleiders: In verband met de overdracht naar docent-opleiders binnen de andere instellingen in jaar 2, wordt een draaiboek voor opleiders opgesteld. Overig: Net als de uitvoerders van de overige WP’s hebben ook de uitvoerders van WP4 een belangrijk aandeel in de organisatie en disseminatie binnen het project. Zij verzorgen een deel van de tussenrapportages en presentaties in het kader van het project en stellen het ontwikkelde materiaal via website en groupware beschikbaar aan derden.
19 Plan van aanpak: Het scholingsprogramma zal deels bestaan uit zelfstudie, gerichte cursussen en masterclasses. Het wordt ondersteund met Blackboard. Er wordt gekozen voor de combinatie van werken en leren als methodiek. Docenten worden door een onderwijskundig adviseur intensief begeleid bij het ontwerpen en inrichten van hun onderwijs en vervolgens bij het uitvoeren, evalueren en bijstellen daarvan. De methodiek zal worden overgedragen aan de onderwijskundige adviseurs van de andere instellingen. In jaar 1 zal in wisselwerking met de ontwikkeling van de leeromgeving het scholingsprogramma door de hoofduitvoerders worden ontwikkeld en uitgetest. Tussen de hoofduitvoerders wordt een taakverdeling overeengekomen m.b.t. het te ontwikkelen scholingsmateriaal. Het scholingsmateriaal is bedoeld voor docenten van zowel de Rijksuniversiteit Groningen als de Universiteit Leiden. Aan het eind van jaar 1 zal via een train-de-trainersconferentie of een andere opzet de methodiek en het onderwijsmateriaal worden overgedragen aan de onderwijskundige adviseurs van de docenten Engels van de andere instellingen. In jaar 2 zal het programma nogmaals worden uitgevoerd en geëvalueerd, en begeleiden de hoofduitvoerders de implementatie in de andere instellingen. De ontwikkeling van een deel van het op specifieke programma’s toegesneden instructiemateriaal is voorzien in jaar 2. Tijdsplanning WP4: WP4: Didactiek Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Inventarisatie beschikbaar scholingsmateriaal Uitvoering Ontwerp en ontwikkeling scholingstraject Scholing en begeleiding docenten Evaluatie Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
1.464h 612h 104h 72h 32h 372h 240h 100h 32h 82h 16h 50h 16h 54h 0h 852h 36h 616h 80h 96h 24h
Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Mon 5-12-05 Thu 2-2-06 Thu 2-3-06 Thu 2-3-06 Thu 1-6-06 Mon 27-11-06 Fri 20-1-06 Fri 20-1-06 Mon 23-1-06 Tue 16-1-07 Tue 10-1-06 Fri 19-1-07 Wed 1-2-06 Thu 1-2-07 Thu 1-3-07 Thu 1-11-07 Wed 1-2-06 Thu 1-2-07
Fri 29-2-08 Tue 14-8-07 Tue 7-3-06 Thu 2-2-06 Tue 7-3-06 Fri 22-12-06 Wed 31-5-06 Fri 24-11-06 Fri 22-12-06 Tue 14-8-07 Thu 26-1-06 Tue 14-8-07 Tue 16-1-07 Fri 19-1-07 Mon 22-1-07 Fri 29-2-08 Wed 14-2-07 Wed 31-10-07 Tue 27-11-07 Thu 31-1-08 Fri 29-2-08
Begroting WP4: WP4: Didactiek Proof of Concept (jr 1) Voorbereiding Behoeftenanalyse Inventarisatie beschikbaar scholingsmateriaal Uitvoering Ontwerp en ontwikkeling scholingstraject Scholing en begeleiding docenten Evaluatie Disseminatie Startconferentie Interne en externe informatievoorziening Slotconferentie Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Implementatie Evaluatie Disseminatie Overleg en rapportage
€ 102.342,00 € 42.534,00 € 7.192,00 € 4.968,00 € 2.224,00 € 25.854,00 € 16.680,00 € 6.950,00 € 2.224,00 € 5.924,00 € 1.112,00 € 3.700,00 € 1.112,00 € 3.564,00 € 0,00 € 59.808,00 € 2.502,00 € 43.334,00 € 5.632,00 € 6.672,00 € 1.668,00
20 Werkpakket 5: Techniek Doel: : Het uitvoeren van alle werkzaamheden m.b.t. de technische instrumentatie binnen het project. Uitvoerders: Rijksuniversiteit Groningen (Rekencentrum, Universitair Onderwijscentrum Groningen, ICT&Onderwijs Letteren) en Universiteit Leiden (ICT&O Letteren). Specificaties resultaat: Het resultaat wordt deels bepaald door de uitkomsten van WP1, WP2 en WP3. Globaal zullen de volgende resultaten worden opgeleverd: Projectwebsite: Het visitekaartje van het project naar buiten toe. Projectopzet, uitvoerders, resultaten etc. zullen via deze site worden gepubliceerd. Aangezien verschillende uitvoerders verantwoordelijk zijn voor het vullen van een deel van de site gaat de voorkeur uit naar een niet te ingewikkeld te bedienen CMS. Groupwaresysteem: Gedacht wordt aan Sharepoint of een vergelijkbaar pakket. Overwogen wordt om gebruik te maken van SURFGroepen, een samenwerkingspakket van SURFNet. In dat geval zal de technische ondersteuning vooral bestaan uit het inrichten van de site en het verzorgen van de installatie van onderdelen, zoals de videoconferencing software. Procedures gebruik “centrale repository”: Het is essentieel dat alle in Blackboard ontwikkelde onderdelen eenvoudig onderling kunnen worden uitgewisseld en eventueel te exporteren zijn naar andere leeromgevingen dan Blackboard. De technische ondersteuners ontwerpen hiervoor een geschikt systeem met een set procedures voor gebruik. Testrapporten software: Alle binnen WP1, WP2 en WP3 geidentificeerde software wordt onderworpen aan een technische test om eventuele problemen bij installatie en gebruik vroegtijdig te kunnen onderkennen. De testrapporten worden gepubliceerd op de groupwaresite. Installatieprocedures, adviezen voor gebruikers en applicatiebeheer: In verband met het voorgenomen gebruik binnen meerdere instellingen wordt alle technische documentatie m.b.t installatie e.d. eveneens centraal gepubliceerd. Aanpassingen en uitbreidingen programmatuur: Er worden verschillende aanpassingen voorzien aan programma’s om ze geschikt(er) te maken voor gebruik binnen de leeromgeving. Het realiseren van de aanpassingen zal via een vast ontwerpproces ter hand worden genomen. De hierbij opgeleverde ontwerpen, testverslagen e.d. zijn centraal beschikbaar. Op dit moment worden o.a. de volgende aanpassingen voorzien: • Toevoeging print- of opslagfunctie aan Dialang om de resultaten beter te kunnen vastleggen (programma als onderdeel van WP1). • Verbetering dossier en CEF-metadata in Ellips (WP2) • Mogelijkheid om student zelf leerpad te laten instellen binnen Ellips • Aanpassingen digitale portfoliosystemen (WP3) Overig: Zoals aangegeven verzorgen de uitvoerders ook de verspreiding van de technische documentatie via de projectwebsite. Omdat de uitvoerders minder inhoudelijk betrokken zijn is het aandeel in evaluatie en disseminatie van de projectresultaten minder omvangrijk dan binnen de andere werkpakketten. Plan van aanpak: Er is sprake van technische ondersteuning in brede zin. De uitvoerders worden aangestuurd door de projectmanager en nemen op diens verzoek deel aan centraal projectoverleg. Een deel van de werkzaamheden zal bestaan uit programmeerwerk op basis van de gebruikelijke fasen conceptueel ontwerp, functioneel ontwerp, technisch ontwerp, realisatie. Deze cyclus zal voor ieder aan te passen programma apart worden doorlopen. Een ander deel bestaat uit technisch advies en ondersteuning van het projectteam, docenten en studenten in verschillende fasen van het project. In het eerste jaar zal de ondersteuning zijn gericht op het gebruik van bepaalde programma’s binnen enkele instellingen; in het tweede jaar staat de implementatie binnen alle instellingen centraal. Hierbij worden de technische oplossingen overgedragen aan meerdere instellingen. In de begroting is er overigens rekening mee gehouden dat de ontwikkeling na jaar 1 niet geheel stopt. Eerdere ervaringen wijzen uit dat het verstandig is om gedurende de hele projecttijd budget te reserveren voor aanpassingen en ondersteuning.
21 Tijdsplanning WP5: WP5: Techniek Proof-of-concept (jr1) Voorbereiding Inrichting projectwebsite Inrichting groupwaresysteem Inrichting systeem voor uitwisseling Blackboardmodulen (BB Exchange) Gebruikersinstructie communicatie- en documentuitwisselingsytemen Uitvoering Onderhoud web Technische tests geselecteerde software Inventarisatie functionele aanpassingen (wensen docenten) Aanpassingen en uitbreidingen programmatuur Documentatie Technische documentatie Gebruikersdocumentatie en -handleidingen Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Ontwikkeling Implementatie Evaluatie Documentatie Overleg en rapportage
1.712 h 908 h 112 h 32 h 16 h 40 h
Mon 2-1-06 Mon 2-1-06 Tue 3-1-06 Tue 3-1-06 Mon 9-1-06 Wed 1-2-06
Fri 29-2-08 Fri 19-1-07 Fri 31-3-06 Mon 30-1-06 Wed 15-2-06 Fri 31-3-06
24 h
Tue 14-3-06
Thu 30-3-06
602 h 32 h 32 h 40 h
Mon 2-1-06 Wed 1-3-06 Wed 1-3-06 Wed 1-3-06
Fri 19-1-07 Tue 16-1-07 Tue 30-5-06 Tue 31-10-06
498 h 140 h 76 h 64 h 54 h 0h 804 h 36 h 300 h 256 h 56 h 132 h 24 h
Mon 2-1-06 Mon 1-5-06 Mon 1-5-06 Mon 1-5-06 Tue 10-1-06 Fri 19-1-07 Thu 1-2-07 Thu 1-2-07 Thu 15-2-07 Thu 19-7-07 Tue 1-5-07 Tue 6-2-07 Tue 6-2-07
Fri 19-1-07 Fri 22-12-06 Fri 22-12-06 Fri 22-12-06 Fri 19-1-07 Mon 22-1-07 Fri 29-2-08 Wed 14-2-07 Thu 19-7-07 Tue 30-10-07 Fri 25-5-07 Fri 28-12-07 Fri 29-2-08
Begroting WP5: WP5: Techniek Proof-of-concept (jr1) Voorbereiding Inrichting projectwebsite Inrichting groupwaresysteem Inrichting systeem voor uitwisseling Blackboardmodulen (BB Exchange) Gebruikersinstructie communicatie- en documentuitwisselingsytemen Uitvoering Onderhoud web Technische tests geselecteerde software Inventarisatie functionele aanpassingen (wensen docenten) Aanpassingen en uitbreidingen programmatuur Documentatie Technische documentatie Gebruikersdocumentatie en -handleidingen Overleg en rapportage Afronding P-o-C Opschaling (jr 2) Voorbereiding Ontwikkeling Implementatie Evaluatie Documentatie Overleg en rapportage
€ 106.798,00 € 56.248,00 € 7.280,00 € 2.080,00 € 1.040,00 € 2.600,00 € 1.560,00 € 37.528,00 € 2.080,00 € 1.792,00 € 2.240,00 € 31.416,00 € 7.984,00 € 4.400,00 € 3.584,00 € 3.456,00 € 0,00 € 50.550,00 € 2.178,00 € 18.996,00 € 16.568,00 € 3.748,00 € 7.536,00 € 1.524,00
Projectmanagement Het projectmanagement wordt verzorgd door de projectmanager (S. Jager, RUG, c. 70%) en de coprojectmanager (A. Corda, c. 30%). De uren en kosten voor projectmanagement zijn niet gekoppeld aan bovengenoemde uitvoerende taken, maar hebben betrekking op de algehele beheers- en coordinatietaken die binnen het project moeten worden verricht (incl. de projectadministratie). Uiteraard zullen deze uren via de urenadministratie worden verantwoord. Daarnaast vallen de materiële en overige kosten onder de directe verantwoordelijkheid van de projectmanager. Hieronder worden de begrote uren en kosten voor het projectmanagement weergegeven: Begrote uren projectmanagement:
22 Projectmanagement Projectleiderschap Co-projectleiderschap
575h 390h 185h
Begrote kosten projectmanagement (incl. materiële en overige kosten): Projectmanagement Projectleiderschap Co-projectleiderschap Accountant Materieel Onvoorzien
€ 75.077,00 € 29.250,00 € 12.025,00 € 14.715,00 € 14.000,00 € 5.087,00
23 Bijlage 1: Projectorganisatie Projectleider Drs Sake Jager, Hoofd ICT&O Letteren Faculteit Letteren Rijksuniversiteit Groningen Telefoon: 050-3635921, email:
[email protected] Beknopt CV Opleidingen: Engels RUG, Alfa-Informatica RUG Loopbaan: Voormalig docent Engels (VO, RUG), sinds 1998 hoofd / project manager ICT & Onderwijs Letteren RUG. Projecten: Jager was eerder projectleider van het SURF-project Digitalenklas (2001-2004); daarnaast was hij als leidinggevende van de projectleider betrokken bij het SURF-project Davideon (2002-2004). Hij heeft tevens de dagelijkse leiding van het Ellipsconsortium, een samenwerkingsverband van RUG, UL, UU, UVT, RU dat tot doel heeft het gebruik van Ellips (product van Digitalenklas) te continueren en uit te breiden. Ook is hij betrokken bij enkele Apollo-projecten (o.a. Apollo 18, RUG, UvT en Sprekenderwijs, RUG, UvT, Hanzehogeschool). Eerder was hij betrokken bij de projecten Avalon (RUG, SURFNet, NAA), Video-over-IP (IBM, Telematica Instituut, TNO, NOB, RUG), Kwaliteit en Studeerbaarheid (RUG) en Hologram (RUG, UL, RU, UvT, UU). Co-projectleider Dott. ssa. Alessandra Corda, Coördinator ICT en Onderwijs Letteren Faculteit Letteren Universiteit Leiden Telefoon: 071-5272139, email:
[email protected] Projectteam Het projectteam bestaat uit de projectleider, co-projectleider en de coördinatoren van de betrokken talencentra. Het projectteam vergadert in principe iedere tweede dinsdag van iedere tweede maand en onderhoudt daarnaast intensief contact via email en SURFGroepen (MS Sharepoint en videoconferencing). De uitvoerders van de werkpakketten Didactiek en Techniek zijn via respectievelijk de co-projectleider en de projectleider in het projectteam vertegenwoordigd en zullen in voorkomende gevallen voor de bijeenkomsten worden uitgenodigd. • • • • • •
Rijksuniversiteit Groningen: Drs. Sake Jager, projectleider, 050-3635921,
[email protected]; Radboud Universiteit Nijmegen: Dr. Everhard Ditters, ICT&O coördinator Letteren, 0243612641,
[email protected]; Universiteit Leiden: Dott. ssa. Alessandra Corda, co-projectleider, coördinator ICT en Onderwijs Letteren, 071-5272139,
[email protected]; Universiteit Maastricht: Dr. Vera Zegers, 043-3883950,
[email protected]; Universiteit Utrecht: Dr. Gerrit Bloothooft, hoofd ICT-Centrum Letteren, 030-2536042,
[email protected]; Universiteit van Tilburg: Drs. Petra Heck, coördinator ICT&O Talencentrum, 013-4663105,
[email protected].
Stuurgroep De Stuurgroep komt circa driemaal gedurende de looptijd van het project bijeen. Eenmaal tijdens de opstartfase, eenmaal ten tijde van de midterm review en eenmaal bij de afsluiting van het project. De Stuurgroep wordt eveneens opgeroepen indien de voortgang van het project, de onderlinge afstemming of de uitvoering van procedures hiertoe aanleiding geven. De Stuurgroep bestaat uit bestuurders of door hen aan te wijzen vertegenwoordigers. De samenstelling van de Stuurgroep is: • Rijksuniversiteit Groningen: Dr. G.C. Wakker, Portefeuillehouder Onderwijs / Vice-decaan Faculteit Letteren; • Radboud Universiteit Nijmegen: Dr. L. Korebrits, Directeur UTN; • Universiteit Leiden: Dr. M.C. Dupuis, Programma-manager ICT en Onderwijs, Bestuursbureau, afdeling Informatiemanagement; • Universiteit Maastricht: Dr. Charles van Leeuwen, Directeur Talencentrum; • Universiteit Utrecht: Drs. H. van den Berg, Directeur James Boswell Instituut; • Universiteit van Tilburg: Dr. G.J.A. Meijers, Directeur Talencentrum.
24 Bijlage 2: Risicoanalyse en risicomanagement Succesfactoren •
• • •
Deelnemers uit de participerende instellingen kennen elkaar goed en hebben eerder samengewerkt in het SURF Digitalenklasproject (UL, RUG, UvT, UU) en via andere samenwerkingsverbanden: ICT-NL (werkgroep ICTO coördinatoren Letterenfaculteiten) en NUT (samenwerkingsverband van de Nederlandstalige Universitaire Talencentra). Alle instellingen werken bovendien samen in het Ellipsconsortium: ze hebben ervaring met gezamenlijke programmatuurontwikkeling en met projectmatig werken. De gekozen opzet sluit aan bij het beleid van de instellingen en voorziet in de oplossing van een concreet probleem. Alle partners gebruiken Blackboard, de overkoepelende leeromgeving binnen het project. Het gebruikersbeheer van de leeromgeving als geheel blijft lokaal belegd. De coördinatie van ieder werkpakket wordt over medewerkers van twee verschillende instellingen verdeeld, zodat taken gemakkelijk overgedragen kunnen worden.
Risicofactoren •
•
•
•
•
•
Het aantal partners in het project is groot: De deelnemers zien dit tegelijkertijd als de kracht van het project. De voorwaarden voor samenwerking op deze schaal zijn goed. In het Digitalenklasproject (vijf deelnemers, waaronder één commerciële partner) bleek het aantal partners geen belemmeringen op te werpen voor een goede uitvoering. Door het gemeenschappelijk belang, de goede projectorganisatie en de kwaliteiten van de projectleider werd dit project ondanks enkele tegenslagen afgesloten met de overeengekomen resultaten. Intuit staat onder dezelfde leiding als Digitalenklas en de partners zijn deels dezelfde. Onderwijskundige uitgangspunten hebben onvoldoende draagvlak bij de docenten: Om dit risico te beperken is een apart pakket docentprofessionalisering opgenomen, zodat alle docenten vertrouwd raken met de onderwijskundige uitgangspunten van het project. In het kader van dit professionaliseringstraject zullen ze actief betrokken worden bij de beoordeling en eventuele aanpassing van het ELPHE. Het ELPHE (of een deel ervan) zal vervolgens in het digitaal portfoliosysteem worden geïmplementeerd. Deze werkwijze creëert vanaf het begin commitment bij de docenten. Docenten buiten de groep die betrokken is geweest bij het project gebruiken de leeromgeving niet: Om dit risico te beperken zullen in iedere instelling in overleg met de bij het project betrokken docenten al in een vroege fase workshops en instructiebijeenkomsten worden georganiseerd. Problemen bij de realisatie van de programmatuur: Programmeerwerkzaamheden worden uitgevoerd door de programmeurs van het Universitair Onderwijscentrum en het Rekencentrum van de RUG, die over de nodige expertise beschikken. In Leiden is er ook programmeerexpertise aanwezig, die voor het testen en de documentatie van de applicaties zal worden ingezet. Bij verschil van inzicht over functionaliteit heeft de projectleider een doorslaggevende stem. Bij eerdere projecten (zoals Digitalenklas) zijn kwesties op dit punt altijd oplosbaar gebleken. Niet nakomen verplichtingen één van de partners: De projectpartners hebben zich door ondertekening van de samenwerkingsverklaring (bijlage 3b) gecommitteerd aan de uitvoering van het project. Bij duidelijk niet nakomen van de verplichtingen zal dit aan de Stuurgroep worden voorgelegd. Bij voortijdig uittreden van één van de partners zal de Stuurgroep beslissen over de financiële afwikkeling, waarbij het uitgangspunt is dat de overige partners hiervan geen financiële schade mogen ondervinden. In dergelijke gevallen zal het projectplan worden aangepast, waarbij de schade overigens kan worden beperkt doordat alle taken door minimaal twee partners worden uitgevoerd. Gebrek aan communicatie: Om de communicatie tussen de instellingen op gang te houden wordt minimaal eens per 5 weken projectoverleg gehouden met de eindverantwoordelijk uitvoerders per instelling, waarbij de gemaakte afspraken worden vastgelegd in de notulen. Deze notulen worden met alle andere projectgegevens en afspraken op het groupware systeem geplaatst. Voor disseminatie is binnen ieder werkpakket budget gereserveerd. Hiervan zullen o.a. bijeenkomsten worden georganiseerd waaraan alle betrokken docenten deelnemen.
25 Bijlage 3: Kostenoverzicht (standaard rapportageformaat) Het volgende formulier zal worden gebruikt in de tussenrapportages voor het declareren van kosten en het opvragen van subsidie:
Begroting
(A)
Proof-of-conceptdeel Materiële kosten Personele kosten -WP1 -WP2 -WP3 -WP4 -WP5 Totaal personele kosten Overige kosten -projectmanagement -accountant -vergaderkosten, reiskosten, secretariaatskosten Totaal overige kosten Onvoorziene kosten Totaal Proof-of-conceptdeel Opschalingsdeel Materiële kosten Personele kosten -WP1 -WP2 -WP3 -WP4
Restant begroting
Gerealiseerde projectkosten Voorgaande periode(s)
in rapportage periode
t/m rapportageperiode (B)
(A)-(B)
€ 7.000,00
€ 7.000,00
€ 47.688,00
€ 47.688,00
€ 50.928,00
€ 50.928,00
€ 47.580,00
€ 47.580,00
€ 42.534,00
€ 42.534,00
€ 56.248,00
€ 56.248,00
€ 244.978,00
€ 244.978,00
€ 20.637,50
€ 20.637,50
€ 4.857,50
€ 4.857,50
€ 2.500,00
€ 2.500,00
€ 27.995,00
€ 27.995,00
€ 2.543,50
€ 2.543,50
€ 282.516,50
€ 282.516,50
€ 7.000,00
€ 7.000,00
€ 40.818,00
€ 40.818,00
€ 43.599,00
€ 43.599,00
€ 40.170,00
€ 40.170,00
€ 59.808,00
€ 59.808,00
€ 50.550,00
€ 50.550,00
€ 20.637,50
€ 20.637,50
€ 4.857,50
€ 4.857,50
€ 2.500,00
€ 2.500,00
-WP5 Totaal personele kosten Overige kosten -projectmanagement -accountant -vergaderkosten, reiskosten, secretariaatskosten Totaal overige kosten Onvoorziene kosten Totaal Opschalingsdeel
€ 2.543,50
€ 2.543,50
€ 272.483,50
€ 272.483,50
TOTAAL PROJECT
€ 555.000,00
€ 555.000,00
26 Toegekende subsidie Opgevraagd vorige periode(s) Opgevraagd deze periode: - materiële kosten - personele kosten - overige kosten - kosten projectmanagement (100% subsidiabel) Totaal Nog resterende subsidie De opgevraagde subsidie kan overgemaakt worden op: Bankrekeningnummer 40 17 18 468 T.n.v. Rijksuniversiteit Groningen Inzake Fac. Letteren o.v.v. INTUIT
€ 299332
27 Bijlage 5: Standlijnenoverzichten
28
29 Bijlage 6: Relatie met andere projecten In de voorgaande tekst zijn verschillende nationale en internationale projecten genoemd waar Intuit bij wil aansluiten. De belangrijkste projecten worden hieronder nog eens samengevat met een beschrijving van de relatie met Intuit, voorzover nu te overzien. Dialang (www.dialang.org): Lingua project van de Europese Commissie waarin diagnostische toetsen voor alle Europese talen op basis van de CEF-niveaus zijn ontwikkeld. Toetsen zijn inmiddels kosteloos beschikbaar. De uitvoerders van Intuit zijn niet betrokken geweest bij de Dialangontwikkeling en willen het product graag inzetten. Webgebaseerde Toetsen Basiskennis Engels (http://www.espelon.nl/espelon/onderwijsmateriaal/311): Toetsprogramma gemaakt door DU op basis van Question Mark Perception, beschikbaar via Espelon. Mogelijk interessant voor gebruik binnen Intuit. Intuit uitvoerders zijn niet betrokken (geweest) bij ontwikkeling van deze toetsen. Ordinate’s Spoken English Tests (www.ordinate.com): Commercieel programma voor diagnostische toetsing van spreekvaardigheid. Maakt gebruik van spraakherkenning. Nederlandstalige pendant wordt momenteel getest binnen inburgeringstrajecten. Uitvoerders willen bruikbaarheid Engelse versie onderzoeken voor toepassing binnen de universitaire context. Ellipsconsortium (www.ellipsconsortium.nl): Samenwerkingsverband van voormalige partners in het SURF project Digitalenklas (UU, RUG, UL, UvT) en RU dat tot doel heeft de applicatie Ellips (product Digitalenklas) te hosten en te onderhouden en beschikbaar te stellen voor andere HOinstellingen in Nederland. UM wordt binnenkort ook lid. Het consortium wordt gefinancierd met bijdragen uit de eerste geldstroom van de deelnemende instellingen. Het programma Ellips wordt binnen Intuit ingezet voor het oefenen van Engelse taalvaardigheid. Voor bepaalde deelvaardigheden (o.a. grammatica en uitspraak) zijn inhouden beschikbaar die op bruikbaarheid moeten worden geevalueerd. Diverse Nederlandse projecten rond de invoering van een digitale versie van het Europees taalportfolio (www.europeestaalportfolio.nl/, www.cinop.nl/taalportfoliobve/, DU project Taalportfolio, portfolioproject opleiding IBL Hanze Hogeschool): De Intuit-uitvoerders hebben geen directe betrokkenheid bij de ontwikkeling van deze portfolio’s, willen het wiel niet weer opnieuw uitvinden en daarom onderzoeken welke digitale taalportfolio’s het meest geschikt zijn voor het Intuit-project. Een vereiste is dat ze aansluiten bij/geschikt te maken zijn voor het European Language Portfolio for Higher Education (http://www.fu-berlin.de/elc/portfolio/en-info.html). De uitvoerders zijn bekend met initiatieven van de DU op dit gebied en zullen de status en bruikbaarheid van de ontwikkelde of nog te ontwikkelen producten nader onderzoeken. Ook lopen er goede contacten met het NaB/MVT (www.nabmvt.nl), dat namens OCW de invoering van het Taalportfolio in Nederland coördineert. Apolloprojecten: De RUG en UvT hebben geparticipeerd in projecten in het kader van het landelijke Apolloconsortium. Hierbij is binnen Ellips onder andere additioneel oefenmateriaal Engels ontwikkeld voor uitspraakvaardigheid. Verder is ervaring opgedaan met gesproken communicatie binnen Blackboard (via het programma Wimba). Waar mogelijk zullen deze en andere producten van het Apolloconsortium worden ingezet. Verbetering Engelse taalvaardigheid: Aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Leiden zijn inmiddels projecten gestart (met eigen middelen van de instellingen) om het niveau van Engelse taalvaardigheid bij medewerkers (binnenkort mogelijk ook studenten) te verhogen. Zoals aangegeven in de tekst wordt hierbij slechts incidenteel gebruik gemaakt van ICT, waardoor de mogelijkheden voor flexibilisering onderbenut blijven. Alle deelnemende instellingen verklaren dat voor het uitvoeren van de taken omschreven in dit projectplan geen subsidie van andere externe subsidiegevers is aangevraagd of verkregen.
30 Bijlage 7: Voorbereidingskosten Uren Indiening idee OVP Intuit Klankbordgroep, maart 2005 Vergadering Nijmegen (9/2/2005), 6 personen, 4 uren
24
Opstellen tekst, S. Jager
8
Indiening OVP Intuit, mei 2005 Vergadering Nijmegen (8/4/2005), 8 personen, 4 uren
32
Opstellen tekst, voorlopige begroting, verkrijgen instemming CvB’s, S. Jager
82
Toelichting WTR (3/6/2005), S. Jager, A. Corda
2
Indiening OVP Intuit, aangepaste versie, september 2005 Overleg aanpassingen SURF (14/7/2005), S. Jager, A. Corda
2
Aanpassen tekst
16
Indiening Controlling Document, december 2005 Overleg met hoofduitvoerders Utrecht (1/11/2005), 9 deelnemers
36
Bijeenkomst SURF (3/11/2005), S. Jager
3
Opstellen detailplanning, aanpassen tekst, S. Jager (tot 23/12/2005)
86
Totaal uren
291
Uurtarief p.p.p.u
€ 74
Totaal voorbereidingskosten, excl. reiskosten e.d.
€ 21.534
Vergoeding 50%
€ 10.767
Max toegestaan (2,5% totale subsidie)
€ 7.479
Wij verzoeken de Stichting SURF om het opgevraagde bedrag ad € 7.479 over te maken op: Bankrekeningnummer 40 17 18 468 T.n.v. Rijksuniversiteit Groningen Inzake Fac. Letteren o.v.v. INTUIT, voorbereidingskosten