Nr: 2010-01-05 Onderwerp: Variantenstudie kadeverbeteringsproject Commandeurspolder Veilig & Mooi
Schipluiden: 20 januari 2010
Aan de Raad Aanleiding project Op 3 februari 2005 heeft de Verenigde Vergadering van Delfland besloten tot uitvoering van een kadeverbeterings- en onderzoeksprogramma, waarvan de boezemkaden van de Commandeurspolder langs de Zuidgaag en de Oostgaag, de Middelwatering en de Noordvliet deel uitmaken. De boezemkade langs de Noordvliet werd daarbij aangemerkt als onderzoekslocatie. Van de overige boezemkaden stond vast dat verbetering noodzakelijk was. Medio 2006 is uit onderzoek gebleken dat over een beperkte lengte ook maatregelen aan de boezemkade langs de Noordvliet nodig zijn. In het najaar van 2006 en het voorjaar van 2007 hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die voor Delfland aanleiding zijn geweest de aanpak van kadeverbeteringsprojecten in het algemeen, en de projecten van de Commandeurspolder in het bijzonder, opnieuw te bezien. De belangrijkste daarvan zijn: a) de inwerkingtreding van de provinciale Verordening Waterkering West-Nederland per 1 oktober 2006, waarin de beheerder van regionale waterkeringen (waaronder boezemkaden) verplicht wordt gesteld voor uitvoering van een kadeverbetering een kadeverbeteringsplan vast te stellen en daarop inspraak te organiseren conform de Algemene Wet Bestuursrecht, b) het ontstaan van bestuurlijke en maatschappelijke onrust rond de kadeverbeteringsprojecten van de Commandeurspolder c.q. onduidelijkheid over de landschappelijke inpassing van de kadeverbetering. Op 15 mei 2007 heeft het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden (D&H) besloten dat voor de kadeverbeteringen van de Commandeurspolder een kadeverbeteringsplan wordt opgesteld volgens de eisen van de provinciale Verordening waterkering West-Nederland. Tevens is besloten tot de instelling van een stuurgroep met de gemeente Midden-Delfland. Hiermee is invulling gegeven aan de wederzijds uitgesproken wens tot nauwe(re) samenwerking op het gebied van de verbetering van regionale waterkeringen en de kaden van de Commandeurspolder in het bijzonder. Om die reden werken gemeente en het hoogheemraadschap, sinds augustus 2007, samen aan het project Commandeurspolder Veilig & Mooi. Een kadeverbeteringsproject met een integrale en interactieve aanpak. Bewoners en belanghebbende worden nauw betrokken bij de planvorming. Belangrijke randvoorwaarden om dit kadeverbeteringsproject anders aan te kunnen pakken dan in het ontwerptraject van 2006 is dat: o de VV nota “Uitgangspunten verbeteren boezemkaden” (Vv nota 17 juni 1999, kenmerk 99.20438) aangepast diende te worden. Deze uitgangspunten zijn sectoraal uitgewerkt, waardoor er weinig tot geen ruimte was voor het vinden van maatwerkoplossingen in grond. in D&H van 28 oktober 2008 het nieuwe beleid “Functioneel ontwerpproces boezemkade” vastgesteld is. In de VV van 18 december 2008 is de VV nota van 17 juni 1999 ingetrokken en heeft de VV kennis genomen van het nieuwe beleid;
o
op 25 november 2008 door D&H het besluit: “Wel of geen verkeersbelasting op Groen kade, regionale keringen” (kenmerk 716746) is vastgesteld.
Met de vaststelling van bovenstaande besluiten is het mogelijk geweest om in het nieuwe ontwerpproces maatwerk oplossingen te vinden die veilig zijn en passen in het landschap. Gezien de maatschappelijke en bestuurlijke onrust rondom het project is gekozen voor een zero-risico aanpak, waarbij het doel is om het vertrouwen bij de bewoners en gebruikers terug te winnen door oog te hebben voor andere belangen. Daarom vindt naast de wettelijke verplichte inspraakprocedures, intensieve interactie en communicatie met de omgeving plaats. Probleemstelling Gedeelten van de boezemkaden van de Commandeurspolder voldoen niet aan de veiligheidseisen behorende bij de vigerende veiligheidsnorm (kadeklasse III). Maatregelen om de boezemkaden op het vereiste veiligheidsniveau te brengen, hebben effect op de landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle omgeving van de Commandeurspolder. Het is een opgave voor de kadeverbetering om de taakstelling vanuit de Kaderrichtlijn water zo goed mogelijk te combineren met de aanpassingen in het profiel. Wat willen we bereiken? Door de samenwerking tussen de gemeente Midden-Delfland en het Hoogheemraadschap van Delfland, is invulling gegeven aan de wederzijds uitgesproken wens tot nauwe(re) samenwerking op het gebied van de verbetering van regionale waterkeringen en de kaden. Daarbij zal de voorgestelde procesaanpak naar verwachting leiden tot een breed gedragen kadeverbeteringsplan waarbij de Commandeurspolder weer voldoet aan de veiligheidseisen. Hierbij worden bestaande landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden zo min mogelijk aangetast worden en waar mogelijk versterkt. Ook wordt in het kader van Kaderichtlijn water doelstellingen, waar mogelijk, natuurvriendelijk oevers binnen het project gerealiseerd. Wat gaan we daarvoor doen (wat hebben we al gedaan) ? De planfase van het kadeverbeteringsplan Commandeurspolder Veilig & Mooi is onderverdeeld in vier fasen: initiatie, startdocument, variantenstudie en kadeverbeteringsplan. • •
•
•
De initiatie fase is afgerond met de vaststelling van het plan van aanpak in het college van dijkgraven en hoogheemraden van 22 januari 2008. Het startdocument verkent de kaders van de mogelijke oplossingen, en is vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2008 en aan u ter kennisname aangeboden in januari van dit jaar. De variantenstudie die, in het college van dijkgraven en hoogheemraden van 22 december 2009 en door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland op 15 december 2009, is vastgesteld analyseert de kansrijke oplossingen en toetst deze op haalbaarheid. In deze fase worden ook de voorkeursvarianten gekozen en wordt een doorkijk gemaakt naar de uitvoering van het project c.q. uitvoerbaarheid van het plan. In de laatste fase, het kadeverbeteringsplan, worden de voorkeursvarianten uitgewerkt tot een definitief ontwerp met een set van maatregelen. Op basis van dit plan, wordt na vaststelling, vergunningen aangevraagd, gesprekken (onderhandelingen) met de burgers gehouden en eventuele onteigeningsprocedures waar dat noodzakelijk is opgestart.
De variantenstudies zijn onder begeleiding van een landschapsarchitect en in nauwe samenwerking met belangenorganisaties en deskundigen tot stand gekomen. In de variantenstudies zijn de streefbeelden uit het startdocument uitgewerkt in maatgevende ontwerpen die vervolgens door deskundigen op effecten beoordeeld en tegen elkaar afgewogen zijn aan de hand van het beoordelingskader. Op basis van de beoordeling zijn de voorkeursvarianten gekozen. De variantenstudies en de voorkeursvarianten vormen de basis voor de volgende fase in het project het opstellen van het definitieve kadeverbeterplan.
Bij de start van het project Commandeurspolder Veilig & Mooi is een klankbordgroep ingesteld die het maatschappelijk belang vertegenwoordigt, die meedenkt en niet-bindende adviezen geeft aan de stuurgroep. Het algemene oordeel van de klankbordgroep is dat er zorgvuldig is gewerkt en dat veel aspecten die door bewoners, belangenorganisaties en de klankbordgroep zelf zijn ingebracht, zijn overgenomen in de voorstellen zoals deze er nu liggen. Daarnaast hebben ook individuele bewoners de mogelijkheid gekregen om te reageren op de voorgestelde voorkeursvarianten tijdens de kadebijeenkomsten die gehouden zijn op 25 juni en 2 en 7 juli 2009. In totaal ontving Delfland 22 reacties. In het consultatie document van 17 september 2009 zijn de reacties beantwoord. De reacties zijn gesteld ter verduidelijking of zijn van inhoudelijk van aard. Sommige reacties hebben geleid tot een aanpassing van de variantenstudies. Op 22 december 2009 zijn, door het college van dijkgraven en hoogheemraden en op 15 december 2009 door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, de variantenstudies met de daarin gekozen voorkeursvarianten van de Zuidgaag, Oostgaag, Middelwatering en de Noordvliet van het “Kadeverbetering project Commandeurspolder Veilig en Mooi” vastgesteld. Ook zijn vastgesteld het consultatiedocument en de beantwoording op het advies van de Klankbordgroep Kadeverbetering - voorkeurvarianten In de variantenstudies zijn de streefbeelden uitgewerkt in maatgevende ontwerpen die vervolgens op effecten zijn beoordeeld en tegen elkaar afgewogen zijn aan de hand van het beoordelingskader. Op basis van de effectbeschrijving zijn de voorkeursvarianten gekozen. In de effectbeschrijving wordt per kadevak de verschillende varianten beschreven. Hierbij is gekeken naar waarborgen veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, ecologische kwaliteit, de omgeving en financiën. De effecten zijn beoordeeld ten opzichte van de bestaande situatie. Het effect wat geen invloed heeft op de bestaande situatie scoort 0, heeft een positief effect scoort het + of ++ en bij een negatief effect scoort het – of --. Vervolgens zijn de scores samengevoegd en is er een kwalitatief oordeel gevormd om tot een uiteindelijke keuze te komen. Deze afweging heeft er in geresulteerd dat voor 32 kadevakken de voorkeursvariant een maatwerkoplossing is gevonden in “grond”. En voor 5 kadevakken een oplossing is gevonden waarbij een “constructie” (stabiliteitsscherm) wordt toegepast, om bestaande bebouwing of cultuurhistorische en landschappelijke waarden te behouden. Om tot deze keuze te komen is de volgende beredeneerlijn aangehouden: doordat op “groene” kaden de verkeersbelasting is komen te vervallen, wordt nu een minimale kruinbreedte van 1,5 meter aangehouden (zie D&H kenmerk 716746), hierdoor is het benodigde ruimtebeslag voor de kadeversterking minimaal geworden en sluit het goed aan bij de landschappelijke uitgangspunten en streefbeelden. Zoeken naar maatwerk in grond is dus als uitgangspunt gekozen voor de ontwerpen. In grond heeft ook de voorkeur omdat de sterkte van de kade in de loop der tijd zal toenemen. Grond heeft een onbeperkte levensduur en het kadeprofiel is in de toekomst makkelijk aan te passen als dat nodig mocht zijn. Een kade in grond is tevens goed visueel te inspecteren, en in het algemeen goedkoper in aanleg dan een constructieve oplossing. Met een constructieve oplossing zoals een damwand kan het ruimtebeslag van de kade worden beperkt. Maar een constructie zal in de loop der tijd aan sterkte verliezen, heeft een beperkte levensduur en is -omdat het onder de grond zit- nauwelijks visueel te inspecteren. Het vervangen van een constructie is kostbaar en zorgt voor overlast bij omwonenden. Het plaatsen van een constructie, zoals een damwand, mixed-in-place of een stabiliteitsscherm vraagt werkruimte (waardoor beplanting gekapt moet worden) en veroorzaakt overlast tijdens de uitvoering. Het plaatsen van constructies vraagt namelijk zwaar materieel en veroorzaakt trillingen. Daarom is alleen gekozen voor een constructie als de grond variant grote impact heeft op de bestaande bebouwing, of op cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Kaderichtlijn water doelstellingen In het Startdocument zijn voor de Noordvliet twee varianten opgenomen. De variant, “binnenwaarts verschuiven” was kansrijk voor het realiseren van natuurvriendelijke oevers over een grote lengte. Deze variant is uiteindelijk afgevallen omdat de aanleg van natuurvriendelijke oevers niet opweegt tegen de nadelen, zoals de aantasting van de cultuurhistorische waarden van de kade (het jaagpad en de Spekse Bosjes). Omdat de kade een hoogte probleem heeft en geen stabiliteitsprobleem is het ook niet noodzakelijk om het profiel aan te passen. Daarom scoorde deze variant ook negatief omdat het verschuiven van de kade intensief onderhoud vergt a.g.v de zettingen en heeft hoge investeringskosten. De voorkeursvariant voor de Noordvliet is “versterken in grond” wat inhoudt dat de kade voor het overgrote deel teruggebracht worden naar de afmetingen zoals deze zijn opgenomen in de legger. In de volgende fase van het project wordt nader onderzocht of in het bestaande profiel van de Noordvliet voldoende ruimte ( doorstroom capaciteit) aanwezig is om een (beperkte) natuurvriendelijke oever aan te leggen. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt met de gemeente om de buitendijkse oever langs de Duifpolder planologisch te bestemmen als ecologische zone. Delen van deze oever zijn al in bezit van Delfland en liggen buiten het doorstroom profiel. Waterberging, waterplan Ook is onderzocht in hoeverre de waterbergingsopgave uit het waterplan Midden-Delfland voor de Commandeurspolder integraal uitgewerkt kan worden. De conclusie is dat alleen voor peilvak 3 een mogelijk bergingsopgave gerealiseerd moet worden. Omdat in de voorkeursvariant van de Zuidgaag de meeste teensloten (is huidige hoofdwatergang) behouden blijven, wordt onderzocht of de nieuw te graven hoofdwatergang nog wenselijk is vanuit doorstroming en berging. Op basis van dit onderzoek zal blijken of en met welke maatvoering de hoofdwatergang wordt teruggegraven. Dit onderzoek vindt in de volgende fase plaats. Bijlagen: Ter informatie vindt u op www.hhdelfland.nl/commandeurspolder onder documenten en films het consultatiedocument, advies van de klankbordgroep, de beantwoording hierop en de variantenstudies. Financieringsstrategie Omdat het project een integrale aanpak heeft en in samenwerking met Delfland wordt uitgewerkt is het belangrijk om afspraken te maken over de financiering hiervan. De financieringsstrategie, tussen Delfland en de gemeente Midden-Delfland, beschrijft de uitgangspunten van de financiering van het project. De kostenverdeling voor het kadeverbeterplan is gebaseerd op de verdeling van wettelijke taken en verantwoordelijkheden tussen Delfland en de gemeente en op het principe van gedeeld belang en samenwerking. Op hoofdlijnen betaalt Delfland o.a. de kadeverbetering, herstelwerkzaamheden en de kosten indien de kadeverbetering leidt tot aanpassingen/schade aan de aanliggende panden en ontsluitingen, grondverwerving, bouwtransporten. De gemeente betaalt de extra maatregelen die niet per se noodzakelijk zijn vanwege de kadeverbetering, maar een toegevoegde waarde zijn voor versterken cultuur, landschap en natuur. Op basis van de effectbeschrijving worden de extra maatregelen benoemd. De volgende thema’s zijn in de financieringsstrategie opgenomen: veiligheid, natuurvriendelijke oevers, cultuurhistorie en landschap, ruimtelijke ontwikkeling (planologie), waterhuishouding (waterplan), recreatie en ontsluiting (over water en op kade), beheer en onderhoud en werk met werk maken. Bij vaststelling van het definitieve kadeverbeteringsplan wordt de bijdrage op basis van een SSK raming begroot en ter besluitvorming aangeboden.
Resumerend stellen wij u voor in te stemmen met: met: 1. de door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland vastgestelde voorkeursvarianten van de Zuidgaag, Oostgaag, Middelwatering, Noordvliet van het Kadeverbeteringproject Commandeurspolder ‘Veilig & Mooi’ . 2. in te stemmen met de financieringstrategie ADVIES van de raadscommissie Grondgebied d.d. 11 januari 2010. De commissie stelt enige verduidelijkende vragen over de financieringsstrategie. Vanwege de nog komende informatiebijeenkomst voor bewoners wordt dit onderwerp vooralsnog gekenmerkt als bespreekpunt.
Burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, de secretaris, de burgemeester,
P.T. Veenman
A.J. Rodenburg
N.B. Voor de bijlagen wordt u verwezen naar de stukken commissie Grondgebied d.d. 11-01-2010