Nr. 58 Januari – februari – maart 2010
Kempensche Tydinghen
Zicht op de St. Katharinakerk van Hoogstraten en begijnhofkerk op de achtergrond. In Hoogstraten wordt dit jaar het toeristisch seizoen van TPA geopend
Inhoud Woordje van de voorzitter
2
Vernieuwing van de lidgeld 2010
3
Vergaderdata in 2010
3
Verslag van de vergadering van 15 maart 2010 in Turnhout
4
Nieuws uit FTG
6
Geschiedenis van de fanfares en harmonieën in onze gewesten”
11
Grobbendonk:historische waarden van het gebied
18
Markante figuren uit onze Kempen: Fanny Diercxsens-Aubergé
23
Woordje van de voorzitter De lente is weer in het land en het toeristisch seizoen trekt weer aan. De opening van het Toeristisch seizoen van het TPA vindt dit jaar in Hoogstraten plaats. De monumentale St Katharinakerk is de plaats van het gebeuren. Het overleg rond de hernieuwingprocedure voor de gidsenkaart van Toerisme Vlaanderen loopt verder. Opleiding en bijscholing van onze gidsen staat meer en meer in de belangstelling. Maar vooral komen de nieuwe gidsbeurten eraan, en kunnen we ons richt op wat ons het meest bezighoudt, mensen rondleiden door onze mooie, gezonde en interessante Antwerpse Kempen. Veel leesplezier in jullie eigenste ledenblad. Jullie voorzitter Mil Blancquaert
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 2
LIDMAATSCHAP
Het ledenaantal van onze vereniging is weer een beetje aangegroeid. Hartelijke dank voor de trouwheid aan onze vereniging.
Volgende vergadering Maandag 14 juni 2010 fort 2 Wommelgem, met voorafgaandelijke rondleiding door het Fort, met als gids Willy Jacobs. Maandag 6 september 2010 (locatie nog te bepalen) Maandag 6 december 2010 in ‟t Steentje te Turnhout
Het aanvangsuur van de vergadering wordt bepaald in functie van de eventuele vormende activiteit die aan de vergadering gekoppeld is.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 3
VERSLAG VERGADERING VAN MAANDAG 15 MAART 2010, IN ‟T STEENTJE TE TURNHOUT.
Aanwezig: Mil Blanquaert, Frans Schippers, Ward Olbrechts, Herman Van Der Borght, Eddy Braeckmans, Liesbet Peeters, Willy Jacobs, Mil Van Den Bosch, Rene Claessen, Pieter-Andre Melis, Lutgarde Tatrai, Marie-Jose Hopmans, Jeannine Meeus, Ivo Pelckmans, Rita Dries, Jef Bal, Paul De Bie, Rita Luyten, Paul Dierckx, Greet Roets, Culberte Tach. Verontschuldigd: Frans van Elsen, Hedwig Lauriks, Jozef Florizone, Raf Waeyaert, Jef janssens, Herman Knaeps, Cynthia Yskout, Marie-Claire Latinne, Sandra Van Woensel, Maria Macauter, Bert Bogaert, Harry Geyskens, José Verbrueken. Voordracht: Harmonies en fanfares: ouder dan je denkt De avond begon met een presentatie door Eddy Smits, over harmonies en fanfares. Dit was een interessante en leerzame uiteenzetting over het ontstaan en geschiedenis van harmonies en fanfares. Elders in ons blad vindt ge hiervan een korte samenvatting. Vergadering Verwelkoming Op dit ogenblik loopt er een cursus over de Sint Waldetrudiskerk van Herentals. Het is een initiatief van Heilige Huisjes (WWW.heilige huisjes.be) Daarom zijn er ook een aantal van onze leden verontschuldigd. Op de site <WWW.topa.be> kan men meer vinden over de bedoelingen van dit soort cursussen. Kasverslag In kas is nu een bedrag van 2120 euro. Erkenning Toeristische Gids Toerisme Vlaanderen Toerisme Vlaanderen wil erkende gidsen met ervaring en diploma. Givak steunt deze zienswijze van werken met gediplomeerde gidsen. Givak steunt deze zienswijze (van Toerisme Vlaanderen) van werken met gediplomeerde gidsen. Het is zo dat een aantal niet gediplomeerde gidsen trachten om een verdere erkenning te bekomen via de plaatselijke gidsenkringen. En inderdaad hebben sommige gidsenkringen, bv Lier, vroeger zelf opleidingen georganiseerd voor stadgids.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 4
Ook FTG wil erkenning op basis van diploma veilig stellen, en aanvaard dat oudere gidsen (reeds meerdere jaren gids en +65) in een uitdovingsscenario terechtkomen. Het is zeker niet de bedoeling dat niet gediplomeerde gidsen, welke via de één of andere weg een erkenning bekomen hebben ( en jonger dan de pensioen leeftijd), automatisch erkend kunnen blijven. Taalcursussen worden ook erkend als bijscholing. FTG informatie De algemene vergadering van het FTG kunnen worden bijgewoond door de leden van GIVAK. Men kan zich hiervoor melden. Het vervoer (met een auto) en het inschrijvingsgeld wordt vergoed uit de kas. Geïnteresseerden nemen best contact op met de voorzitter. De volgende vergaderingen gaan door op volgende data en plaatsen: 24 april in Waregem 11 september in Hasselt 2 oktober in Eeklo Kempensche Tydinghen Herman Knaeps, werkt aan een artikel over de diamantslijpers in de Kempen. Als iemand nog interessante gegevens heeft over de diamantslijperij in de Kempen dan kan men deze doorgeven. Website Givak Er komt een nieuwe web-site van de GIVAK. Hierop komt ook informatie waar enkel de gidsen van de GIVAK toegang krijgen, bv voor de ledenlijst. Varia Voor de verplichte bijscholing gelden cursussen, lezingen, uitstappen. Hiervoor wel een attest aanvragen als bewijs. In de kunstruimten SD Works is een iconententoonstelling. Door de voorzitter zal contact opgenomen worden met de verantwoordelijke. We denken aan een educatieve uitstap naar het museum tijdens het voorjaar. Ook bij Wurth in Turnhout is een belangrijke kunstverzameling die een bezoek meer dan waard is. Misschien kan iemand, met relaties daar even contact opnemen, zodat we daar een geleid bezoek mogen brengen.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 5
Met de opening van het toeristisch seizoen wordt in Balen, in het natuurgebied De Keiheuvel, het sprookjesbos geopend. s'Middags kunnen kinderen van 4 tot 6 jaar gratis meewandelen.
Verslag door Frans Schippers
NIEUWS VANUIT
FTG
VERSLAG van de ALGEMENE VERGADERING gehouden in Leuven op zaterdag 6 februari 2010 om 10.00 uur 1. Welkom en verontschuldigingen ° De heer Baro, voorzitter van de Leuvense Gidsenbond, heet de aanwezigen welkom in de raadzaal van het stadhuis en schetst de historiek van het gebouw en zijn kunstschatten. ° Voorzitter Lucie Mertens dankt de heer Baro en de Leuvense Gidsenbond voor het goede onthaal en de mogelijkheid om te vergaderen in het prachtige stadhuis van Leuven. ° Zij vermeldt de verontschuldigde personen en begroet de vervangende deelnemers. Zij deelt mede dat de Gidsenkring Knokke-Heist „Sincfal‟ schriftelijk ontslag heeft ingediend, waarvan akte. Tenslotte onderstreept zij dat er van de 41 aangesloten verenigingen niet minder dan 36 vertegenwoordigd zijn, wat bewijst dat FTG een representatieve federatie is. 2. Goedkeuring van het verslag van de AV van 12/12/09 in Brugge ° Het verslag wordt unaniem goedgekeurd, mits de volgende correcties : - in de aanwezigheidslijst moet bij de Gidsenvereniging Antwerpse Kempen de naam Frans Schippers vervangen worden door Bert Bogaert en bij de Turnhoutse Stadsgidsen de naam Bert Bogaert vervangen worden door Jan Horemans. - in het verslag moet bij punt 7. in de tekst over de Werkgroep Website het woord „webmaster‟ vervangen worden door „programmeur‟. 3. Aanvaarding van een nieuw lid : Meetjeslandse Gidsenvereniging ° Luc Vermeylen, afgevaardigde van de Meetjeslandse Gidsenvereniging, zet bondig de doelstellingen en de activiteiten van zijn vereniging uiteen. ° In naam van de Raad van Bestuur bevestigt secretaris Johan Lowyck dat de Meetjeslandse Gidsenvereniging aan de toetredingsvoorwaarden voldoet.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 6
° Zoals het Huishoudelijk Reglement van FTG het voorschrijft, wordt voor de aanvaarding een geheime stemming gehouden. Stembrieven zijn voorbereid door Willy Opdebeeck, die vandaag al de verkiezingen organiseert. ° Van de 41 aangesloten verenigingen kunnen er 6 niet deelnemen aan de verkiezing wegens gebrek aan volmacht of door afwezigheid. 35 kiesgerechtigden, afgevaardigden en bij volmacht gemandateerden, nemen geldig deel aan de stemming. Resultaat van de stemming : zie telformulier in bijlage. ° De Meetjeslandse Gidsenvereniging wordt unaniem als lid aanvaard en mag bijgevolg deelnemen aan de later nog te houden verkiezingen. 4. Huishoudelijk Reglement ° Om de werkgroepen voortaan een reglementaire basis te verschaffen, stelt de Raad van Bestuur een uitbreiding van het Art.1.3 van het Huishoudelijk Reglement voor. De tekst wordt uitgedeeld en toegelicht door Willy Opdebeeck. Vervolgens wordt de tekst bij handopsteken door de vergadering unaniem bekrachtigd. In bijlage de goedgekeurde tekst. 5. Financiën en verzekering ° Penningmeester Raoul Saesen brengt financieel verslag uit over het werkingsjaar 2009. De jaarrrekening wordt weliswaar afgesloten met een negatief saldo, omdat de voorziene toelage voor 2009 nog niet gestort werd door Toerisme Vlaanderen, maar de balans 2009 vertoont nog een behoorlijk vermogen. Financieel is de situatie van FTG gezond. ° Vervolgens stelt de penningmeester voor het jaar 2010 een begroting in evenwicht voor. ° De rekeningen, balans en begroting worden unaniem goedgekeurd door de vergadering en kwijting wordt verleend aan de bestuurders. 6. Werkgroepen ° Werkgroep Kunststeden : collega Lut Depaepe brengt verslag uit 08/06/09 : eerste verkennend gesprek met TVL over de mogelijkheden tot samenwerking 21/01/10 : informatievergadering met TVL over de projectontwikkeling van het toerisme, gericht op het buitenland ; aan de kunststeden wordt gevraagd voorstellen te doen 19/02/10 : creatief overleg van de afgevaardigden van de kunststeden met het oog op het uitwerken van een overkoepelend project, dat aansluit bij het marketingplan van TVL ° Werkgroep Website : collega Frank Van De Heijning brengt verslag uit De site zal samengesteld worden met standaardproducten, zodat later gebeurlijke aanpas- singen gemakkelijk zelf zullen kunnen uitgevoerd worden. De ontwikkeling van de site zal gebeuren door een programmeur, op basis van een framework van Joomla!. Communicatie is voorzien, naar buiten
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 7
via internet, naar de leden via intranet. De aangesloten gidsenver-enigingen zullen de gelegenheid krijgen om aan te sluiten op de website van FTG. De volgende streefdata zijn voorzien : opzetten van de omgeving en beëindigen van de installatie eind juni 2010, inhoud en testen najaar 2010, volledig operationeel begin 2011. Frank herhaalt de oproep naar bevoegde personen onder de FTG-leden om deel te nemen aan de werkgroep. Kandidaten kunnen zich melden op het mailadres :
[email protected] 7. Verkiezingen van voorzitter, penningmeester en enkele afgevaardigden ° Secretaris Johan Lowyck deelt de namen van de kandidaten mee. Hij stelt vast dat zich voor elke te verkiezen functie en mandaat slechts één kandidaat aangemeld heeft en dat er geen kandidaturen ingediend zijn voor de twee mandaten van de provincie Limburg. ° Alvorens over te gaan tot de geheime steming krijgt iedere kandidaat de kans zichzelf kort voor te stellen aan de vergadering. ° 36 kiesgerechtigden, afgevaardigden en bij volmacht gemandateerden, nemen geldig deel aan de verkiezing. Resultaat van de stemming : zie telformulier in bijlage. ° Alle kandidaten zijn verkozen voor een periode van vier jaar, want zij hebben allen meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen bekomen. ° Indien eerlang kandidaturen voor de provincie Limburg ingediend worden, kan er gebeur-lijk tijdens een volgende AV een tussentijdse verkiezing georganiseerd worden. 8. Toerisme Vlaanderen : stand van zaken ° Secretaris Johan Lowyck brengt verslag uit en geeft toelichtingen. - Hij maakt het verschil duidelijk tussen „gediplomeerd‟ en „erkend‟ zijn als gids. Een diploma blijft voor altijd verworven. De erkenning wordt verleend door TVL en is periodiek voor hernieuwing vatbaar. Het ligt in de bedoeling van TVL hun officiële toeristische diensten aan te zetten om nog alleen met erkende gidsen te werken. Dit zou in de toekomst een eis worden om door TVL als toeristische dienst erkend te worden. - Regularisatie bij TVL van niet-geregistreerde gidsen is nog mogelijk tot 31 maart 2010. - De documenten over de hernieuwing van de erkenning, die alle geregistreerde gidsen via de post ontvangen hebben, werden door TVL ook ter kennis gebracht aan de toeristische diensten van alle steden en gemeenten. - Voor de „updating‟ (nazicht en aanpassing) stuurde TVL via FTG naar de verenigingen, die zulks vroegen, slechts de naamlijsten tot 1996, omdat TVL na deze datum de gidsen enkel geregistreerd heeft per opleiding, dus niet meer gekoppeld aan een gidsenvereniging. - Voor de groepsaanvraag was het niet duidelijk wie als „gemandateerde organisatie‟ in aanmerking zal komen. Volgens TVL zijn dat zowel de gidsenverenigingen als de toeristische
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 8
diensten. Per lokaliteit hoeft maar één groepsaanvraag ingediend te worden, hetgeen een goede samenwerking tussen de genoemde organismen veronderstelt. - TVL is blijkbaar nog niet klaar met de tekst van de contractovereenkomst, die de gidsenverenigingen zullen kunnen afsluiten met het oog op het indienen van een groepsaanvraag. FTG wacht op nieuws van TVL. De streefdata, die TVL dienaangaande zelf gesteld heeft, zijn uiterlijk 30 april 2010 om de tekst en de voorwaarden voor de overeenkomst mede te delen en een oproep te richten tot de gidsenverenigingen, waarschijnlijk via FTG, en 30 juni 2010 om de contractovereenkomst voor de groepsaanvraag in te dienen bij TVL. - Vermits aan de criteria voor de hernieuwing van de erkenning enkel moet voldaan worden in het jaar 2010, kunnen de formaliteiten daartoe pas de laatste maand(en) van dit jaar vervuld worden. Voorlopig moeten de gidsenverenigingen dus nog niets ondernemen en dienen de leden de documenten, die ze van TVL ontvangen hebben, nog niet in te vullen. - Gidsen die bij verschillende verenigingen aangesloten zijn moeten slechts in één groeps-dossier opgenomen worden en hun prestaties kunnen samengevoegd worden. - TVL heeft definitief beslist dat op de nieuwe kaart van TVL nog enkel de benaming „gids‟ of „reisleider‟ zal voorkomen. Het is aan de toeristische diensten of de verenigingen om die erkende gidsen aan te duiden, die het best voor de opdracht geschikt zijn - TVL zal daarom aan de opleidingsverstrekkers in het vervolg een duidelijker vermelding van de specialisatie op het behaalde getuigschrift opleggen. - FTG heeft er bij TVL op aangedrongen geregeld de agenda en de beslissingen van de kwaliteitsraad te kunnen vernemen. Beloofd werd deze gegevens voortaan op de website van TVL te plaatsen, alsook de lijst van de opleidingen en de bijscholingen. - De samenwerkingsovereenkomst, die op 26 mei 2009 voor de duur van een jaar afgeslo-ten is tussen TVL en FTG, zal na evaluatie en eventuele bijsturing in 2010 verlengd worden. 9. FTG Programma ° De AV zullen plaats hebben op de volgende zaterdagen : - 24 april 2010 in Waregem, organisatie West-Vlaamse Gidsenkring Tielt-Waregem vzw - 02 oktober 2010 , waarschijnlijk in Eeklo, organisatie Meetjeslandse Gidsenvereniging - 11 december 2010 in Hasselt, organisatie Kon.Limburgse Toeristische Gidsen vzw - 05 februari 2011 in Gent, organisatie Kon.Gidsenbond Gent en Oost-Vlaanderen vzw ° Collega Willy Opdebeeck heeft een schema uitgewerkt, waarbij de AV elk jaar op dezelfde vaste zaterdagen kunnen plaatsvinden (jaarlijks 4 AV + 1 Gidsendag elk jaar of elke 2 jaar) en waarbij het aantal weken tussen elke vergadering zo evenwichtig mogelijk verdeeld is. De bedoeling van het voorstel is over een langere periode zekerheid van vergaderdata te verschaffen, opdat de verenigingen er hun activiteitenprogramma tenminste een jaar vooraf
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 9
zouden kunnen op afstemmen. Elk jaar zal aan de AV tijdig gevraagd worden de data voor het volgende jaar te bekrachtigen of eventueel uitzonderlijk aan te passen. Het voorstel met een uitgewerkte kalender tot 2015 wordt ter plaatse uitgedeeld. Zie de tekst in bijlage. Op de volgende AV zal het voorstel ter bespreking en aanvaarding voorgelegd worden. 10. Varia en Rondvraag ° Bij zijn afscheid als penningmeester dankt voorzitter Lucie Mertens in naam van alle verenigingen collega Raoul Saesen voor zijn jarenlange inzet ten bate van FTG. Hij ontvangt een lang en warm applaus van de aanwezigen en een geschenk uit de handen van de voorzitter. ° Hierbij het mailadres van Dirk Elsen, de nieuwe penningmeester :
[email protected] ° De op papier ingediende vragen zullen rechtstreeks met de betrokkenen of op de volgende AV behandeld worden. 11. Slotwoord ° De voorzitter dankt de Kon.Leuvense Gidsenbond voor de organisatie van de vergaderdag. ° Tot besluit zet Dirk Baro het vervolg van het programma uiteen en verzoekt de deelne-mers hem te volgen naar het restaurant. Na het middagmaal zullen de voorziene bezoeken plaats hebben en om 16.30u wordt de dag besloten in de benedenzaal van het Stadhuis. ° Tijdens de afsluitende receptie in de benedenzaal van het Stadhuis geeft de heer Van Sina, schepen van Cultuur van Leuven, een bondig overzicht van het toeristisch seizoen 2009 en belicht de vooruitzichten voor het huidige jaar. ° Voorzitter Lucie Mertens dankt de schepen en de stad en besluit haar toespraak met een zeer persoonlijke ode aan de stad Leuven.
Verslaggever : Willy Opdebeeck, interne communicatie
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 10
GESCHIEDENIS
VAN DE FANFARES EN HARMONIEËN IN ONZE GEWESTEN
VOORDRACHT GEKOPPELD AAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN MAART
2010
IN „T
VOORDRACHTGEVER
15
STEENTJE, TURNHOUT. IS DE HEER
EDUARD SMITS,
HEEMKUNDIGE KRING
DE KAECK
VERBROEDERING UIT
WOMMELGEM.
VOORZITTER
EN VOORZITTER VAN DE HARMONIE
DE
Harmonies en fanfares, ouder dan je denkt. Eerste Periode 1760-1794 De sleutelwoorden voor deze periode zijn:
Resten Rederijkerskamers - Muziekafdeling - Schuttersgilden - Gegoede Burgerij en Adel - Kerkkoren - Volksmuzikanten Militaire muzikanten - (Phil)Harmonie - Culturele en Economische Armoede Land onder Oostenrijks bewind. (Tweede Oostenrijks tijdvak) Onze gewesten zaten compleet aan de grond. Het economisch verval en de verwaarlozing van het volksonderwijs als gevolg van de voortdurende beroerde politieke toestand leidde tot een op sociaal-cultureel gebied volledig verarmd Vlaams volk. Stilaan ontstaat een nieuw sociaal klimaat waarin het nemen van initiatief, het uitwerken van nieuwe ideeën mogelijk werd. Sociaal klimaat werd gekenmerkt door twee tegenpolen : de gewone man en de burgerij (+ Adel) . De gewone man staat zeer zwak tegenover de burgerij. Hij is economisch afhankelijk van een beperkte groep machtigen. Gebrek aan een degelijke schoolopleiding ( de schoolplicht ingevoerd door Keizerin MariaTheresia werd niet toegepast). Hij was intellectueel arm. Hij was niet mobiel en afhankelijk van zijn onmiddellijke omgeving.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 11
De Burgerij ziet haar macht groeien De hogere standen ( en het middelbaar en hoger onderwijs) in Vlaanderen verkozen het Frans als voertaal. Volkscultuur was onbestaande. De vroegere rederijkerskamers waren zo goed als verdwenen. Enkel de schuttersgilden hielden zich nog staande. Op muzikaal vlak kende men de zogenoemde stadsmuzikanten, kerkelijke zangkoren, hoboïstenkorpsen( meestal militaire muziekformaties) en de resten van de vroegere “muziekafdelingen” van de rederijkerskamers Het culturele leven was gecentraliseerd in de steden. Op het platteland was cultuurbeoefening zo goed als onbestaande. (Op uitzondering van een kerkkoor na…). „t Was de tijd dat “die van „t kasteel, de pastoor en de notabelen alles voor het zeggen hadden. In de landelijke dorpsgemeenschappen werd deze culturele leemte aangevoeld door de plaatselijke burgerij en hogere standen. Onder impuls van deze meer gegoede standen werden muzikale gezelschappen opgericht. Sporen van deze ontwikkeling vinden we terug in de dorpen van het zogenoemde Klein Brabant. In 1770 besloot Baron van den Brande de Rheet – woonachtig te Reet – met behulp van de plaatselijke koster tot de oprichting van een “Harmonie”. Deze adellijke man was verbonden aan het Oostenrijkse hof en hij had nood aan een muziekvereniging die , naar men zegde, in hoofdzaak “marsmuziek” kon spelen. Deze “harmonie” zou de eerste zijn die gesticht werd. Zeker is dat echter niet . Het bronnenmateriaal is onvolledig en weinig betrouwbaar. Zo zegt men in Sint Amands a/d Schelde dat daar – in 1772 -de eerste “harmonie”, zowat op dezelfde wijze, zou zijn ontstaan. In elk geval blijkt dat er een zekere navolging is geweest want in de periode 1770 tot 1800 werden er (tot op heden bekend en steunende op aanvaardbare bronnen) 25 muziekverenigingen opgericht. Hiervan 18 in Vlaanderen en 7 in Wallonië. Het gevolg van deze ontwikkeling was het elitaire karakter van deze muziekverenigingen. De gewone man kwam er niet aan te pas. Waren dit “harmonies” zoals wij die kennen? Neen , men zou ze meer kunnen vergelijken met een aangepaste vorm van een filharmonie. Trouwens in de vroegere naamgeving is er geen sprake van een “harmonie” maar wel van een filharmonie”. Bekend en reeds langere tijd bestaande: de hoboïstenkorpsen, de militaire korpsen en Janitsarenmuziek (= Turkse militaire muziek)
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 12
Harmonie‟s zijn dus niet ontstaan zijn uit militaire kapellen zoals al eens beweerd wordt. Het ontstaan is een samenspel van verschillende factoren geweest : Culturele nood burgerij en adel Bestaande restanten van de rederijkerskamers. De bestaande muziekafdelingen van de schuttersgilden Volksmuzikanten, werkloze “militaire” muzikanten, kerkkoren Opvallend : ontstaan rond het Scheldebekken en ze noemden allemaal “Sint Cecilia”…. Een overzicht : 1760 -K.H. Sint Cecilia van Baasrode (O.Vl) 1770 -K.H. Sint Cecilia van Reet (Antw) 1772 -K.H. Sint Cecilia van Sint Amands ( Antw) 1777 -K.H. Sint Cecilia van Hamme ( O.Vl.) 1778 – Harmonie Sint Cecilia van Puurs ( Antw) 1780 – Harmonie Sint Cecilia van Halle 1780 – Société Symphonique Ste Cecilia de Temse 1780 – K.H.Sint Cecilia van Merchtem (Brab.) Tweede Periode 1794 -1830 De sleutelwoorden voor deze periode zijn:
De Harmonie krijgt vorm en komt buiten: - Feestcultuur – Verburgerlijking - Elitair Militaire muzikanten - Intrede Politieke doeleinden - Ontstaan“harmonie” - Verbetering Instrumenten Einde 18de eeuw komen onze gewesten onder Frans bewind. De eerste “kennismaking” met de “Fransen” was ontluisterend. Ondanks hun leuze “Egalite, Liberté, Fraternité” plunderden ze het land ledig! In 1875 werden we ingelijfd bij Frankrijk en werd het land hervormd naar Frans model. Een woelige periode! „t Was wachten op Napoleon om de rust enigszins te laten terugkeren. Invoering van de “feestcultuur”. Stoeten
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 13
werden het ideale propagandamiddel voor de heersende “citoyens” Stimulans tot oprichting van een “musiek” – Evenwel sterk gecontroleerd door de overheid Invloed van militaire muziek wordt duidelijk zichtbaar. Uniform wordt een belangrijk element Werkloze (militaire) muzikanten infiltreren in amateurgezelschappen Overeenkomstige bezetting en repertoire Evenwel nog géén spoor van het gewone volk. Een harmonie blijft zeer elitair. De eerste muziekverenigingen hadden een officiële ( gemeentelijke feesten) en een sociale functie. (“liefdadigheid” was toen in) Gestadige groei van het aantal muziekkorpsen . In 1830 telde ons land 155 muziekverenigingen Tijdens deze periode doet een nieuw element z‟n intrede : de herbergier ! De instrumentale samenstelling van de eerste harmonies : fluiten, hobo‟s, klarinetten,fagotten, hoorns, trompetten en trombones, serpenten, grote trom, kleine trom, cimbalen, turkse mutsen, triangel. Een vereniging telde toen een dertigtal uitvoerders. Vanaf 1820 invoering van de “bugelfamilie” o.a. : de klephoorn. Verder ook de “oficleîde” en zelfs de “schellenboom”. Verschil “bugelfamilie” en “natuurinstrumenten” Deze samenstelling was niet van aard om een echt “welluidend” geluid voort te brengen. Stemming was zeer moeilijk .Sommige instrumenten brachten alleen natuurtonen voort Om van toonaard te veranderen diende men het buizenstelsel aan te passen (te verwisselen) En de rol van de herbergier……
Uitvinding van het ventiel (1811) ( koperinstrumenten) Toepassing van kleppensysteem ( Bôhm systeem) op houten instrumenten Het zou nog enkele jaren duren vooraleer deze systemen algemeen ingang vonden.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 14
Door deze uitvindingen was men in staat om chromatische toonladders te spelen en diende men geen “buizen” te verwisselen Toch bleef er een groot probleem wat de klankbalans betreft. De instrumentgroepen waren in feite onvolledig. Meestal ontbrak het hete middenregister. Ook tijdens het Hollandse bewind veranderde er weinig. Interessant om weten : toen werden er belastingen geheven op inkomkaartjes! Het bleef verboden om een harmonie op te richten zonder toelating van de overheid Sporadisch richtte men reeds wedstrijden in. Op 20/12/1824 werd er te Mechelen een “concours van musikaele harmonie” ingericht. Frappant evenwel : erwerd een onderscheid gemaakt tussen een stedelijke en een landelijke harmonie. De stedelijke harmonieën kregen de grootste prijzen
Derde Periode 1830 – 1850
Sleutelwoorden van deze periode zijn: Groei - Elite – Militaire – Korpsen - Politiek rustig - Schuchtere democratisering - Adolph Sax
Een politiek rustige periode. Het aantal harmonies groeide gestadig. Men sprak toen over het “unionisme” Uiterlijk bestond er geen tegenstelling tussen kerk en staat. Katholieken en Liberalen hadden hun levensbeschouwelijke visie opzij gezet. Beide groepen hadden heel wat raakpunten, sociaal en economisch stonden ze op gelijke voet en behoorden ze tot de gegoede burgerij en de adel. Het was de periode van het “cijnskiesrecht”, de macht lag dus bij de rijken. De gewone man kon dit alles maar ondergaan. In 1841 telde men in België 300 verenigingen waarvan 26 in de provincie Antwerpen. (Cijfers wellicht onvolledig!) In 1851 waren er 461 verenigingen waarvan 39 in de provincie De harmonieën nog steeds elitair. Arbeiders waren op
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 15
enkele uitzonderingen na niet van de partij. De meeste muzikanten behoorden tot de middenstand of hoge burgerij. Toch waren er reeds sporen van een democratisering :in Mechelen bestond in 1842 een vereniging volledig samengesteld uit arbeiders van de “ Typographes Mélophiles” en in 1850 vinden we “ L‟Union Fraternell”, waarvan de muzikanten spoorwegarbeiders waren. Militaire korpsen worden opgericht en genieten veel bijval. Wisselwerking – “De koster” verdwijnt en er komt een militaire chef Adolph Sax bouwt de saxofoons en verbetert de “bugelfamilie” – De saxhoorns zorgen voor een complete bezetting. De fanfare wordt geboren
Vierde Periode: 1850 tot 1890
De sleutelwoorden voor deze periode zijn:
Fanfare doet z‟n intrede - Elk dorp zijn “ Muziek” - Saxhoorns rukken op ”t Muziek” wordt een politiek instrument - Politieke onrust- Schoolstrijd- Scheuringen
Economische crisis en politieke omwenteling! (1846/1848) Liberalen en katholieken komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. (1846-Oprichting lib. partij) Liberalen grijpen de macht en dit zou zo blijven tot1870 Verbazend dat in moeilijke omstandigheden de harmonies stand hielden. Meer nog er werden overalnieuwe verenigingen opgericht. (Modeverschijnsel?)
Opvallende : de naamgeving veranderde. Heiligen waren niet meer in trek. (vb.: “Eendracht”,“Concordia”, “Nethezonen” e.a) De Fanfare rukt op 1879 Eerste schoolstrijd leidde tot de oprichting (samenvoeging van velegroeperingen vb.Antwerpse Meetingpartij 1861.) van de “Katholieke Partij” in 1884
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 16
Katholieke Partij neemt de macht over in 1884 tot aan de eerste wereldoorlog. Scheuring in de toen bestaande muziekverenigingen in een liberale en een katholieke strekking. Het was de stichters van een nieuwe vereniging of “afscheuring” niet te doen om het muzikale peil te verbeteren maar wel om politieke of godsdienstige idealen te dienen waarbij de muziekvereniging enkel dienst deed als instrument. Vb. fanfare “De Verenigde Vrienden” (Kalfort) betoogden, gestuwd door hun burgemeester, in 1879 (Schoolstrijd) te Brussel mee tegen de Liberalen. Ze kwamen terug bestrooid met blauwsel en blauw poeder en vele instrumenten waren vernield. En wat met het “gewone volk”? Eigenlijk kwamen zij in het stuk nog niet voor. 1885 oprichting van de socialistische partij. Het sociale klimaat veranderd langzaam maar zeker. Het elitaire karakter van de muziekvereniging komt onder druk en arbeiders treden toe. Eigenlijk geen probleem: die arbeider, zeker in het platteland, ging naar de kerk zoals iedereen.
Vijfde Periode:1890 tot 1914
De sleutelwoorden voor deze periode zijn:
Het muzikale landschap verzuilt en ieder gaat z‟n eigen weg De socialisten laten van zich horen - Ontstaan Socialistische verenigingen Ondanks alles: Hoogconjunctuur! Tijdverschijnsel - Muziekwedstrijden
Ook voor de socialisten zijn muziekverenigingen het propagandamiddel bij uitstek. Socialistische korpsen worden, voornamelijk in de steden en grote dorpen, opgericht. „t Liep soms niet van een leien dakje! De muziekvereniging gaat met z‟n tijd mee -oprichting veloclubs.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 17
Kwaliteitsstreven door het inrichten van wedstrijden.
Afbeelding : plechtige overhandiging diploma van het concours aan de notabelen. • Belgische componisten gooien hoge ogen bv. J.E. Strauwen
GROBBENDONK: HISTORISCHE WAARDEN AUTEUR: LUDWIG JACOBS AANBRENGER ARTIKEL : FRANK VERMEREN
VAN HET GEBIED.
Het dorp Grobbendonk heeft een rijke geschiedenis. Om een goed zicht te krijgen op de geschiedenis van deze streek moet iets verteld worden over het ontstaan van de gemeente en de naam „Grobbendonk‟. De oude benaming van deze gemeente was „Ouwen‟ en er is al sprake van de gemeente Ouwen in 994. In de gemeente Ouwen zijn langs de Kleine Nete verschillende donken aanwezig, zoals: het hulsdonk, het mispeldonk en het grobbendonk. De omgeving of het gebied het grobbendonk is gelegen tussen de samenvloeiing van de Aa en de Kleine Nete, recht over de bekende watermolen van Grobbendonk die dateert uit 1100. Voor deze streek kon men geen betere naam bedenken. De naam is gekozen naar het uitzicht van de omgeving. Grobbendonk is een tweeledig woord: - Grobbe; afkomstig van het Germaanse woord „Grudjon‟, wat betekent: „gegraven water‟ of „een waterweg‟.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 18
K ASTEEL
VAN
G ROBBENDONK 1
- Donk; afkomstig van het Germaanse woord „Dunga‟, wat wil zeggen: „een verhoging in een moerassig gebied‟ of „zanderig gebied door water omspoeld‟. Deze betekenis vindt men op dat gebied heel mooi terug. Het is daar dat de geschiedenis van Grobbendonk en deze streek is ontstaan. In de 14de eeuw behoorde deze streek tot het Hertogdom Brabant. De omgeving „het grobbendonk‟ komt door het huwelijk van Maria Van Wezemaal met Jan Van Crayenhem in het bezit van de familie Van Crayenhem. Uit dit huwelijk is in 1334 een zoon geboren, Arnold Van Crayenhem I. Hij erft in 1360 het landgoed met daarop een oude burcht. Hij verbouwt deze burcht tot een prachtig kasteel met de naam „Het Slot Van Grobbendonk‟. Arnold Van Crayenhem I is een belangrijk man in de Brabantse hiërarchie. Hij is verbonden aan het hof van Joana Van Brabant, steunt haar financieel en gaat ook op veldtocht ten strijde voor Joana Van Brabant. Daarnaast is hij slotvoogd of kastelein van „het Slot van Valkenburg‟ (een militaire functie) en drossaard of gerechtsverantwoordelijke voor deze streek. Joana Van Brabant schenkt Arnold Van Crayenhem I voor de bewezen diensten de gemeenten Ouwen en Bouwel. Dit is in 1397. Hij verandert de naam van deze gemeenten naar Grobbendonk. Maar er valt nog meer te vertellen over de Familie Van Crayenhem in verband met dit gebied.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 19
Tijdens een van zijn veldtochten heeft Arnold Van Crayenhem I zonder enige reden een kerk laten platbranden. Bij zijn terugkeer in Grobbendonk heeft hij spijt gekregen over deze daad. Hij wilde dit onrecht herstellen en besloot een Priorij op te richten op het gebied het hulsdonk (nu militair domein). De naam van deze priorij was: „Onze Lieve Vrouw der 15 deugden‟. Maar Arnold Van Crayenhem I zat niet goed bij kas en kon dit niet verwezenlijken. Daarom gaf hij per testament de opdracht aan zijn zoon Arnold Van Crayenhem de II om deze priorij te stichten. Het is dus Arnold Van Crayenhem de II die de priorij heeft gesticht die de naam kreeg: „Priorij Onze Lieve Vrouw Ten Troon‟. Dit was in 1414. De priorij werd bewoond door Augustijner monniken van de Windesheimer orde. Na talrijke plunderingen werd de kerk in 1579 door de geuzen totaal verwoest ook de prachtige waterburcht werd op de kasteelhoeve na volledig verwoest. De troonklok van 1519, meegenomen door de geuzen en sinds 1590 bewaard in Kettins (Schotland) Het opschrift van de klok: *Maria Troon es minen naem
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 20
*Meester Hans Popen Raider gaf mi *anno Domini MCCCCCXIX
De kerkschuur voor de brand
Bij de wederopbouw verbouwde en verkleinde men de kerk Tijdens de Franse revolutie werd Ten Troon verbeurd verklaard en openbaar verkocht. Sindsdien werd de priorij als hoeve gebruikt en diende de kerk tot schuur.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 21
In 1898 brandde de kerkschuur af en werd de ruïne tot wat ze nu
is. De kerkschuur na de brand in 1898 Op 21 april 1931 werd de kerkruïne gekocht door E.W. Heer Floris Prims en werd ze terug ingewijd op 15 mei 1932. In 1937 gaf Floris Prims aan Rafaëla Van Den Brandde de opdracht een fresco aan te brengen in de kerkruïne. Het uitgewerkte fresco stelt voor:
Christus aan het kruis
Met links rechtstaande Elkerlic ( de man )
En rechts aan de voeten van Christus: Femina ( de vrouw )
Rondom dit toneel juichen de engelen
De woorden van Christus zijn links en rechts aangegeven:
“Eens verheven aan het kruis zal ik ieder”
“Man en vrouw tot mij trekken”
“En komt tot mij, gij allen, die belast en beladen zijt en ik zal u verkwikken”
Het fresco werd in 1997 gerestaureerd in opdracht van V.Z.W. De IJsvogel.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 22
In 1932 werd er terug het beeld van O.L.V. Ten Troon, gebeiteld naar het oude zegel van de priorij, aangebracht in de oostmuur van de kerkruïne. De opdrachtgever was E.W. Heer Floris Prims. Het origineel beeld werd tijdens de plunderingen in 1579 meegenomen. Bij het overlijden van E.W. Heer Floris Prims ging de eigendom over naar het Aartsbisdom Mechelen. Op 12 augustus 1977 klasseerde Monumenten en Landschapszorg de kerkruïne. In oktober 1992 droeg het Aartsbisdom Mechelen de kerkruïne over aan de gemeente Grobbendonk, die het beheer ervan overdroeg aan de V.Z.W. De IJsvogel. Sindsdien wordt de kerkruïne door deze vereniging gerestaureerd en onderhouden.
MARKANTE FIGUREN UIT DE BIJDRAGE VAN
KEMPEN:FANNY DIERCXSENS-AUBERGÉ.EEN
PAUL DIERCKX
Fanny Diercxsens – Aubergé, een zeer betrokken persoon in Turnhout en omgeving, in de eerste helft van de twintigste eeuw. Of anders gezegd in een artikel van “Vrouwen zaken vrouwen”: Fanny Diercxsens – Aubergé was het prototype van een maternalistische ondernemer, wiens ondernemersgeest gepaard ging met een sterke maatschappelijke betrokkenheid.
Ons artikel bestaat uit drie delen: De familie Diercxsens De figuur van Fanny Diercxsens-Aubergé zelf Conclusies De familie Diercsxens Charles Diercxsens schrijft in 1919 de “généalogie de la famille Diercxsens “.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 23
Het is een echt monument van kennis, en misschien wel het eerste werk van de moderne school van de Genealogie. Zo beschrijft hij ook de vrouwelijke afstammelingen. Baudouin schrijft er een supplement bij. Tijdens de eerste helft van de zestiende eeuw vestigt de familie zich in Antwerpen, en in de achttiende eeuw vertrekt de oudste tak ervan naar het platteland, en wordt er zeer rijk. Rond 1838 vestigt zich in Herentals een zekere Joseph – Antoine Diercxsens, waar hij de leiding overneemt van de lakenfabriek, opgericht door zijn voorvader, langs moeders kant “de Broëta”. In 1841 krijgt hij de toelating voor het bouwen van een kasteel, op zijn eigendom, genoemd het “Molenwaterhof”. Hij sterft tamelijk jong, nog datzelfde jaar tijdens een zakenreis in Frankfurt. Zijn vrouw, Delphine – Caroline de Cock, neemt de leiding van het bedrijf op zich, alsmede de verdere opbouw van het kasteel en de opvoeding van haar zeven kinderen. Later zal de zaak overgenomen worden door Charles – Pierre Van Genechten, de man van hun oudste kind, Delphine – Petronille. Het Kasteel gaat over in de handen van Edmond, haar vijfde kind, ongehuwd, welke bij haar blijft tot bij haar overlijden in 1873. Maar wat ons betreft, is de belangrijkste figuur, haar jongste kind Alexandre – Leopold (1838 – 1931). Deze trouwt in Parijs met Marie – Jeanne Schoubben (1838 – 1933). Hij vestigt zich in Turnhout, bij zijn aanstelling als voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. De prachtige woning is gelegen op de hoek van de Warande en St. Antoniusstraat. Hij heeft 2 kinderen, Jules (1873 – 1948), die in 1901 trouwt met Fanny Aubergé in Juvisy – sur – Orge, in Frankrijk, vanwaar ze afkomstig was. Hij had ook een dochter, Delphine en die trouwt met Léon Dierckx, onze grootvader. Jules en Fanny vestigen zich ook in Turnhout, en krijgen 3 kinderen: Alexandre-Clément, Elisabeth en Delphine (Tity). De zomers brengen ze door in Herentals op het kasteel. Het is zo dat Jules in 1917, bij het overlijden van zijn oom Edmond het kasteel koopt, zodat het in de familie zou blijven. Na de dood van Fanny, in 1953,komt het in het bezit van de jongste dochter Delphine (Tity) Cromeecke, en daarna naar haar ongehuwde dochter Fanny, die in 1980 het kasteel verlaat, dat daarna publiek zal verkocht worden aan de familie Hendrickx in 1991. De figuur van Fanny Diercxsens – Aubergé zelf (1882 – 1953).
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 24
Ze is geboren te Chevannes, Seine et Oise, Frankrijk, op 15 februari 1882, als dochter van welvarende burgers en studeerde in de sociale sector voor verpleegster. Vrij vlug komt ze in contact met het Rode Kruis in Parijs. In 1899 en 1900 neemt ze al deel aan vergaderingen in haar streek Savigny en Juvisy sur Orge, en gaat in 1900 ook mee naar een algemene vergadering van het nationaal comité in Parijs. Het Rode Kruis werd gesticht in Zwitserland in 1864, en was eerst bedoeld voor de oorlogsslachtoffers, onder andere tijdens de Frans – Duitse oorlog van 1870. Slachtoffers werden ook verzorgd in België. Turnhout is in dat jaar 1870 de 3 de stichting, na Sint-Niklaas en Antwerpen, door de E.H. Van Ballaer de Chaffoy. Kort daarna maakt het Rode Kruis een crisis door. In het begin van de 20 ste eeuw krijgt het een nieuwe impuls. Het actieterrein wordt uitgebreid naar de burgerlijke slachtoffers. Op 16/02/1901 Jules Diercxsens en Fanny Aubergé trouwen in Frankrijk en gaan in Turnhout wonen, Leopoldstraat 18, waar ze de winters zullen doorbrengen. In de zomer verhuizen ze dan naar het Kasteel Molenwaterhof te Herentals. Het kasteel en Herentals zullen om verschillende redenen belangrijk blijven voor hen. In dit zelfde jaar wordt hun eerste kind geboren , Alexandre. 1903: Geboorte van hun 2 de kind Elisabeth, die later trouwt met Freddy Le Paige. Zij zal later Fanny Diercxsens opvolgen als voorzitter van het Rode Kruis, afdeling Turnhout. 1908: De lokale afdeling van het Rode Kruis wordt terug opgericht met als ondervoorzitster Fanny Diercxsens. Zo begint er een samenwerking met de “Rode” Deken Adams als erevoorzitter. Het is ook het vermelden waard dat de 2 erelieden van toen overgrootmoeders van ons waren, namelijk Elise Schoubben, echtgenote Diercxsens (moeder van Fanny Diercxsens) en barones Albert de Vicq de Cumptich. We kunnen nu al noteren dat het Rode Kruis in Turnhout een typische vrouwenbeweging was in handen van de gegoede burgerij, die een heel eigen kijk op de realiteit had. Bij voorbeeld uit een brief van Fanny Diercxsens “quel charmant spectacle en effet qu‟une dentellière dans le cache si mélancolique de la Campine. Je la vois, l‟étè au pas de sa porte, sa demeure est propre et rangée, jusqu‟aou Petit volant de cotonette qui orne la grade chemisée: tout respire la tranquilité, l‟ordre et la Joie. L‟hiver, dernière sa fenêtre, aux indeanx soigneusement et régulièrement relevés, la dentellière oublie les rigneurs de la saison, le feu brûle, le dernieur né repose près d‟elle dans sa bercelonette…… que ce tableau et reposant…. La fee bien fontice.” (inderdaad geen mooier schouwspel dan een kantklosster in de geborgenheid
van de melancholische Kempen. In de zomer zie ik haar op de drempel aan haar deur, haar woonst
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 25
is proper en ordelijk, tot en met de kleine katoenen boord die als versiering dient; alles ademt rust uit, orde en vreugde. In de winter, achter het venster, vergeet de kantklosster de zorgen van het seizoen, het vuur brandt, de jongst geborene rust naast haar in zijn wiegje…hoe rustgevend is dit schouwspel. De goede fee.” Wat een stijl maar te romantisch, zover van de gruwelijke realiteit, als ge denkt aan de 60 uur werken per week enz…. 1909: Fanny neemt de verantwoordelijkheid van de vrouwenafdeling op zich van de arrondissementele nijverheidstentoonstelling in de Mermansstraat. In dat jaar ontstaat ook de Verenigde Kantwerksters als eerste vakvereniging. Op 7/11/1910 neemt ze deel aan de oprichting van de Moderne Kantschool in de Klinkstraat, onder leiding van Deken Adams en met de zegen van Kardinaal Mercier. In 1911 en 1913 zal ze twee zeer volledige rapporten schrijven over de Kantschool aan de toenmalige minister van industrie en werk Hubert, die tevens een schoonzoon was van haar schoonzuster Emilie. Dat zal ze altijd doen, door haar relaties haar doeleinden bereiken. Dat was ook al zo met Deken Adams, en dat zal ook zo zijn met Graaf de Broqueville van Mol, en vooral haar nederlandstalige evenknie Josephine Vogels. Want dat moet gezegd worden Fanny Diercxsens kende wel het nederlands, maar had een verschrikkelijk accent en het was eerder uit respect voor die taal dat ze het weinig gebruikte. In 1912 wordt ze dan voorzitster van het Rode Kruis, onderafdeling Turnhout, en werkt al aan de oprichting van een groep in Mol. Ze zal nog veel andere antennes oprichten rond Turnhout en we mogen Herentals ook niet vergeten (1914). Ze zal altijd op dezelfde manier te werk gaan: eerst het zoeken naar een referentie, een pastoor, een dokter, een leraar, of een burgemeester, en met hun hulp een cursus voor verpleegsters opstarten. Op 9/11/1913 was het feest met de uitreiking van diploma‟s: 33 in Turnhout en 44 in Mol. Bij die gelegenheid werd aan Fanny Diercxsens hulde gebracht hetgeen laat zien hoe men ze toen al, na zo‟n korte tijd, waardeerde: “Fanny Diercxsens die zoveel veil heeft voor het schone werk (= Rode Kruis), haar tijd, haar zorg, haar fijne geest van inrichting en initiatief, aan wie het bestaan en de bloei van het Rode Kruis in de Kempen te danken heeft.” 1914: Het uitbreken van W.O. I is voor het Rode Kruis en Fanny Diercxsens een gans nieuwe uitdaging. In die tijd waren er nog geen echte sociale hulp organisaties, behalve de burgerwacht maar die in feite niet heel operatief was. Dus heeft het Rode Kruis alles op zich moeten nemen, alles zelf uitvinden. Eerste hulp bij de vluchtelingenstroom naar Nederland, het verzorgen van de gewonden, het begraven van de doden, hulp aan de krijgsgevangenen. Al de kontakten moesten gelegd worden met de administratie en de bezettende macht. Het is zo dat Fanny Diercxsens heel discreet is
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 26
over haar relaties met de Duitsers, zowel in W.O. I als in W.O.II, alsook met het Duitse Rode Kruis. 1915: Er dreigde een grote hongersnood in het land en het is dankzij de Amerikaan Herbert Hoover en de Belg Emile Francquin dat de hulporganisatie op gang komt. Fanny Diercxsens zal zeer actief zijn in de afdeling kant van het Comité. Ze wordt contactpersoon met Brussel, zorgt voor werk (War Lace), en verkoop van de producten van de kantwerksters, en ook een soort geldelijke steun voor de werkzoekenden. Zie artikel “Vrouwen zakenvrouwen” Fanny Diercxsens verzorgde de distributie van speciale patronen, bv. Kant met geallieerde symbolen, zoals Amerikaanse adelaars met wapenspreuk, portretten van koning Albert en koningin Elisabeth en bloemmotieven. Kant aankopen werd gepromoot als een doel van patriottisme en menslievendheid. Het comité organiseerde onder meer de verkoopstentoonstellingen in Engeland en Amerika. 1915 – 1916: Omdat Fanny Diercxsens ook verantwoordelijk is voor de kantscholen van Ravels en Baarle-Hertog die, als enclaves, achter de fameuze elektriciteitsafspanning lagen, had ze een speciale pas om gemakkelijk de grens over te trekken. (Passierschein). En hier gebeurt dan het onvermijdelijke voor haar, met de stap van sociaal naar politiek engagement in het verzet. Ze maakt gebruik van haar pas om heel wat post en documenten door te geven langs het consulaat van Vlissingen naar het front achter de IJzer Daar had ze contact met de Broqueville die ondertussen minister van defensie geworden was en die bij Koning Albert was gebleven. (De regering was gevlucht naar Frankrijk) . Nog gevaarlijker was de organisatie van een tussenhalte met vluchtwegen om jonge mannen naar Nederland te brengen die aan het front wilde gaan strijden. Door haar toedoen zijn zeker 1.500 mannen overgebracht door “passeurs”. Het Kasteel Molenwaterhof van Herentals was een van de haltes in dat net. 08/05/1916: Wat gebeuren moest gebeurde ook. Ze wordt verraden en had nog kunnen vluchten met haar pas, maar kiest er toch voor zich te gaan aangeven. Gelukkig kent de bezetter maar een deel van haar activiteiten, en krijgt ze bij uitspraak van de krijgsrechtbank op 07/07/1916 – 15 jaar dwangarbeid – in plaats van de doodstraf. Ze wordt dadelijk weggevoerd naar Siegburg (Bonn) in Duitsland waar toen de vrouwengevangenis was. Haar gezondheid verslecht snel en ze mag dan in 1917 onder bewaking overgebracht worden naar een sanatorium bij Charleroi. 1918: Na de bevrijding neemt ze haar werk weer gewoon op, en dat met de naoorlogse problemen en ellende. We weten weinig over haar Aktie in het Rode Kruis toen. 1919: Geboorte van hun derde kind Delphine (Tity) die haar later veel zal helpen bij het Rode Kruis, namelijk onder W.O.II. In dat jaar, omdat ze nog meer wil doen voor de kantwerksters begint ze haar eigen kantfirma “La Campinoise”, die zal blijven bestaan tot W.O.II met hoogtes en laagtes. Hier maakt ze ook goed gebruik van haar contacten in Brussel en Frankrijk. Terug naar het artikel “Vrouwen zakenvrouwen”: “Na de wapenstilstand viel de buitenlandse steun abrupt weg. Voorraden kant bleven onverkocht, de kantwerksters vreesden voor hun
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 27
toekomst. Nieuwe distributiekanalen moesten worden aangetrokken. De beslissing van Fanny Diercxsens om dan een eigen onderneming op te richten heeft hier alles mee te maken. Ze aarzelde niet om familieleden in Frankrijk in te schakelen bij de klantenwerving. Ook in de V.S. kon een klantenkring worden opgebouwd. Het bedrijf had vertegenwoordigers in Brussel die kant aankochten voor bedrijven. Door de V.S. investeerde Fanny Diercxsens aanhoudend in nieuwe kantontwerpen en patronen, aan te passen aan die markt (vooral voor tafellinnen). Als prominent kantfabrikant trad ze toe tot het Belgisch Kantsyndicaat, en patroonsfederatie binnen de Brusselse Kamer van Koophandel. Haar engagement toont weer haar grote sociale bekommernis. 1921: Naast de andere activiteiten dient ze ook meer en meer als doorgeeflink voor andere kleinere producenten. 1929: Maar het mooie liedje van de kantfirma duurt niet heel lang. Dat jaar maakt ze de grote crash mee van de beurs van New-York in Wall Street, en ze ervaart ook de Chinese concurrentie met hun machinale kant. Vanaf toen neemt ze ook deel aan vele internationale tentoonstellingen en krijgt zelf een Gouden Medaille in Monza. Als eerste spreekt ze ook over de Turnhoutse Kant als eigen kantsoort verschillend van de andere. Of dat ze die gemaakt heeft weten we niet goed. Hiervoor is verder onderzoek nodig. Wat we ook kunnen aanhalen is het feit dat ze elke zomer naar Herentals trok met heel haar bedrijf. Ze is ook dikwijls op reis maar met het openbaar vervoer omdat ze nooit een auto gehad heeft, en klaagt toen al over de stiptheid bij de spoorwegen. Het fenomeen is van alle tijden. We zullen nu al melden dat in 1940 het bedrijf moet sluiten, het werd een beetje teveel van het goede. Jaren 1920 – 1940 in verband met het Rode Kruis. Het zijn niet altijd even rustige jaren geweest. 1926: Turnhout doet mee aan de grote reddingsactie tijdens de grote overstromingen vooral in Wallonië. Samen met de Boerenbond doen ze aan grote voedingsinzamelingen. Wat later doet het locaal comité ook mee aan een grote reddingsactie ter gelegenheid van een grote hongersnood in Rusland, door het oprichten van veldkeukens in het district Sarakov. Ze doen ook mee aan de opvang in België van 200 kinderen van ginder. In haar correspondentie komen er ook aanvragen rond de modernisering van de werkmogelijkheden, bv. Het aanschaffen van een “autoambulance”, of het oprichten in het begijnhof van een materniteit. Ze moeten dus de rol van de ziekenhuizen aanvullen. 1932: Oprichting van een volledig onafhankelijk Rode Kruis afdeling in Mol. 1934: Fanny Diercxsens voelt zich heel moe en heeft weer gezondheidsproblemen. Daarom vraagt ze haar ontslag als voorzitster maar dat wordt geweigerd. Een van de redenen is dat er al heel wat geruchten lopen over nieuw oorlogsgeweld en dat men met de voorbereidingen moet beginnen, en wie kan dat beter dan Fanny Diercxsens die al de ervaring van W.O.I achter de rug heeft. De omstandigheden zijn nu wel heel anders, er zijn meer partners en men weet van aanpakken. Haar
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 28
taak zal vooral bestaan in een bijscholing van het personeel en het zoeken naar plaatsen waar men de slachtoffers zal kunnen onderbrengen en verzorgen, en het wordt nu een gecoördineerd werk over de hele Kempen. We lezen over kontakten met het St Jozef Hospitaal in Beerse, om bedden ter beschikking te krijgen. Er komen ook heel wat Gala avonden en loterijen voor het inzamelen va
n fondsen.
Daarna zijn er heel wat “onderrichtingen betreffende de voorbereidingen der mobilisatie”. Dat moet wat geweest zijn voor Fanny Diercxsens die voorbereidingen met in haar achterhoofd de gruwel van W.O.I. Ze blijft heel zakelijk, we zullen nooit haar gevoelens te weten komen. De oorlogsjaren 40 – 45. De heren Harry De Kok en Sam van Clemen, geven ons een goede samenvatting van de werking toen. (tijdens de tweede Wereldoorlog). “De Turnhoutse afdeling was erg actief tijdens de bezetting. In totaal konden op 4 plaatsen gewonden worden opgevangen: in de St Jozefskliniek te Beerse (60 bedden), de school der Zusters in de Beekstraat (100 bedden), feestzaal van de Paters Jezuïeten (30 bedden) en de hoofdpost in de Herentalsstraat (15 bedden). Ook in Zevendonk was een hulppost ingericht. Het bestuur bestond uit voorzitster Fanny Diercxsens, ondervoorzitter Antoine Van den Hove d‟Ertsenrijck, secretaresse jw. Vogels, bijgestaan door Aline Peeters. Ter beschikking stonden 18 geneesheren, 9 apothekers, 10 drogisten, 14 verplegers, 70 ambulanciers, 216 ambulanciersters, 33 nijverheidshelpers, 10 junior helpsters en 55 junior helpers. Voor het vervoer kon gebruik worden gemaakt van een vrachtwagen en een ambulance. Er kwam ook een infirmeriestation aan de Merodelei. Met deze middelen moesten vele taken worden uitgevoerd: oprichting en beheer van ziekenhuis, overname van militaire hospitalen, opening van een inlichtingsbureau voor krijgsgevangenen, hulp aan krijgsgevangenen en hun families, telling van gewonden, beheer van een diens voor overlijden, hulp aan politieke gevangenen, hulp bij bombardementen en hulp bij voedselvoorziening.” Ze waren ook goed gesteund door de organisatie Winterhulp met een dagelijkse bedeling van soep voor de scholen “en alle veertien dagen aan de bevolking.” Iets meer over de vergaderingen en de lessen die doorgingen in die dagen, zeven op zeven. ‟s Maandags onder leiding van Fanny Diercxsens de verantwoordelijke ambulanciers en diensten: lessen, passieve luchtverdediging, sociale dienst, hulp aan de jeugd, naaikring, kinderen van krijgsgevangenen, soepbedeling, hulpposten van Turnhout en omstreken: Merksplas, Arendonk en Dessel. De andere dagen de vergaderingen van de diverse diensten, het kon zijn in de morgen, vroege namiddag of vooravond, maar ze waren allemaal gedaan voor de avondklok. Iedere medewerker had ook een dienstbrief om te vermijden dat hij zou aangehouden worden of naar werkkampen gestuurd.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 29
Een andere dienst die we ook moeten vermelden is het begraven van de doden. Na de oorlog: Weten we bvb. Dat ze een welkomst telegram stuurde naar W. Churchill voor zijn komst in België, hij zal niet naar Turnhout komen maar maarschalk Montgomery wel. Naast de vele andere onderscheidingen die ze krijgt is er het Erekruis, het hoogste teken van het Rode Kruis. Na W.O.I had ze al van Frankrijk “La Croix de guerre” gekregen, de grootste onderscheiding die normaal enkel aan militairen gegeven werd, zij als verzetsvrouw. Ze kreeg toen ook in 1918 met enkele andere vrouwen het stemrecht dat enkel voor mannen gold en weduwen van gesneuvelde militairen. 1945: Beerse krijgt zijn eigen volwaardig Rode Kruis comité. 05/06/12946: Wordt haar schoonzoon Freddy Le Paige, Procureur des Konings, ondervoorzitter. Haar dochter Tity komt ook in het bestuur; 24/10/1946: Door grote gezondheidsproblemen geeft ze voor de tweede keer haar ontslag aan en dit wordt aangenomen op 23/11/1946. Zij wordt dan erevoorzitster met Le Paige als voorzitter. Hij zal het blijven tot in 1969. Gelukkig blijft Juf. Vogels op haar post, want moeilijkheden blijven zich opstapelen, en ze moet nog dikwijls tussenkomen om oplossingen te vinden. In dat jaar schrijft ze ook en 2° versie van haar oorlogsmemories W.O.I . Maar laten we haar zelf aan het woord: “En août 1946 j‟ai été malade et les docteurs m‟ont ordonné une cure de repos et j‟ai reler ce cahier (de eerste 27 blz. die we niet kennen) (“In augustus 1946 was ik ziek en de dokters
hebben me een rustkuur opgelegd en ik heb dit boek geschreven”). Je n‟y avais mis que des reflexions anodines, des faits qui pourraient ètre lui à la rigueur par l‟enemie. Mai savant ce recueil j‟avais ecrit un tres gros cahier on depuis le 4 août 1914 j‟avais mis toutes mes impressions et tout ce que j‟avais fait. (“Ik heb er enkel onbeduidende bedenkingen in
gezet, feiten die onbelangrijk zouden zijn voor de vijand. Maar ik had ook een zeer dik boek bijgehouden vanaf 4 augustus 1914, ik had er al mijn vaststellingen en alles wat ik had gedaan in vermeld”.) Ce recueil je l‟avais remis à Gabrielle (?) pour qu‟elle le cache mais lorsque j‟étais à Mont-surMeuse (Sanatorium in 1917) , je l‟ai fait savoir de le détruire car la encore je dontais bien que les allemands cherchaint toujours à face de nouvelles victrines, à connaître qui s‟étant ocoupé avec moi des divers services que f‟avais dirigés. Je me suis méfié toujours parlé de ce que j‟a fait. Il me semble intéressant de connaître encore quelques episodes de ma vie après cette époque on ce nonts ont cersé et comme ma téte est encore bonne et que j‟a le temps j‟en profite ecruisez le
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 30
déconsa car je serai souvent derange de l‟éventure car j‟écris de mon lit. C‟est en mai le 08/05/1916 qu‟un allemande est venu dire à la maison qu‟on me demandais rue St. Antoine (in de St. Antoniusstraat was de veldcommenstation gevestigd…..” van blz; 28 tot 91 de rest hebben we niet. (“ Dit overzicht had ik aan Gabriëlle gegeven opdat zij het zou verbergen maar toen ik in Montsur-Meuse was (sanatorium 1917) heb ik haar laten weten om het te vernietigen want ik vermoedde nog altijd dat de Duitsers nieuwe slachtoffers zochten, die hadden mee gewerkt met mij in de verschillende diensten die ik had geleid. Ik ben steeds wantrouwig geweest om verder te vertellen wat ik allemaal had gedaan. Het lijkt me wel nuttig dat na deze periode enkele episoden van mijn leven bekend worden gemaakt. …Mijn geest is nog helder en ik heb tijd, ik zal hiervan profiteren en feiten aan het licht brengen, dikwijls verward want ik schrijf vanuit mijn bed.”) (Men voelt aan haar stijl dat haar gedachten vlugger gaan dan haar pen.) 21/05/1948 Het overlijden van haar man Jules Diercxsens in Turnhout. Dan verlaat ze Turnhout om zich definitief te gaan vestigen in Herentals waar ze op 19/09/1953 sterft en er begraven wordt naast haar man. Haar trouwe secretaresse Josephine Vogels was al eerder gestorven op 10/09/1951. De ondervoorzitter de Heer Van den Hove d‟Ertsenrijk had een mooie lijkrede uitgesproken bij haar begrafenisplechtigheid. Bij het overlijden van Fanny Diercxsens heeft de toenmalige burgemeester, de Heer A. Van Hoeck, aan beiden een mooie hulde uitgesproken, om aan te duiden dat die 2 niet meer zouden kunnen gescheiden worden. Op een mooie foto van J. Vogels schrijft Fanny Diercxsens “Mde. Josephine Vogels de Turnhout fait de 1909 à 1947 ma toute dévonée secretaire par la Croix Rouge et diverses autres oeuvres. Elle fait admirable toujours pa son courage…pour tous”. (“Mevr. Josephine Vogels uit Turnhoutwas van 1909 tot 1947 mijn toegewijde secretaresse in het Rode Kruis en andere werken”).
1987: Kort voor de verkoop van het Kasteel, treft men er de fameuze kisten met al het kantarchief van Fanny Diercxsens aan. Een deel ervan gaat naar het Modemuseum van Antwerpen, de rest naar het archief van Turnhout. Niets was geordend en het is met veel moeite dat Frieda Sorber het heeft geklaard en laten publiceren in de bundels van Taxandria. Voor de andere aspecten van het leven van Fanny Diercxsens hebben we veel te danken aan Sam Van Clemen, historicus, die ook zijn bijdrage heeft gebracht in Taxandria. Wat
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 31
betreft het Rode Kruis hebben we ook veel te danken aan Dirk Janssens. Het is zo dat een bijna vergeten sociale kempische figuur weer tot leven is kunnen komen. Ik heb het geluk gehad hen enkele keren te kunnen ontmoeten, tevens Freddy Le Paige ook bij mijn grootmoeder Delphine Dierckx – Diercxsens. Wie me ook veel geholpen heeft is de onlangs overleden Françoise Van Hoof – Le Paige, de dochter van Freddy Le Paige en Elisabeth Diercxsens en dus kleindochter van Fanny Diercxsens.
III. Conclusies en bibliografie. Hoe kunnen we die veelvuldige persoonlijkheid van Fanny Diercxsens samenvatten? Als men haar leven overloopt beseft men vlug dat weinig mensen zoveel en op zo‟n korte tijdspanne zouden kunnen doen. Als kader hebben we de Kempen van het begin van de 20° eeuw waar een grote armoede heerste, als overgangsperiode tussen de oude industrieën die verdwenen (textiel) en de nieuwe nog maar aan het komen waren (papierfabrieken). Het ergste was voor de vrouwen die als enig mogelijk werk de kantnijverheid hadden. Het werk was ongezond, slecht betaald en er heerste een echte uitbuiting. Dan komt er een buitenlandse (Française) in de streek wonen die het beseft en er iets aan wil doen. De normale gegoede vrouwen uit die tijd deden hoogst iets van liefdadigheid. In tegenstelling zal Fanny Diercxsens – Aubergé haar leven inzetten in de vorming en het werk zoeken van die kantvrouwen en meisjes. Ze laat alles op haar afkomen, maakt gebruik van de gelegenheden, die als stukken van een puzzel zullen samenkomen. Een goede gezondheid had ze niet en ze had de handicap van de taal. Ze was wel heel intelligent en open voor het leed van de medemens. Haar geloof en opleiding hebben daar zeker een rol in gespeeld. Ze had een gave om medewerkers te vinden en iedereen op de beste plaats te brengen voor het beste resultaat. Het was een “feministe” avant la lettre. Ze heeft zelf veel moeten uitvinden en toetsen aan de realiteit. Ze schrijft heel vlot (vooral brieven) , heel zakelijk en tevens heel gevoelig. Ook heel praktisch aangelegd als het moet: bv. Om de kosten van de afdeling Kant van het Taxandria Museum in wording te regelen. Ja iets dat we nog niet gezegd hebben dat ze heel betrokken was bij het oprichten van de Kring Taxandria, waarvan haar man nog lang secretaris is geweest. Ze kon ook heel goed organiseren. Was ook van haar tijd in dat burgerlijk rijke milieu: trouw aan Vaderland, kerk en haard. Zie ook hoger haar gedachten over de werkende klasse.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 32
We weten weinig over haar concrete omgang met de bezetter en het Duitse Rode Kruis. Ze is wel altijd voorzichtig geweest, maar ook veel moedig bv. Bij haar aanhouding. Wat we ook niet weten is haar omgang met het opkomen Vlaamse Kruis.
Korte Bibliografie. “La Campinoise” en kanthandel te Turnhout : Frieda Sorber. Deel I Taxandria 1993 – pg. 11 – 25 Deel II Taxandria 2003 pg. 21 – 42
Sam Van Cleven: “De lotgevallen van Fanny Diercxsens tijdens W.O. I” Taxandria 2001 pg 103 – 114 2 publicaties: Turnhout – De Provincie Antwerpen in W.O. I. Fraçoise Van Hoof – Le Paige: Le Paige in het verzet (W.O. II) Taxandri 2002. Dirk Janssens: Een historisch archief: de geschiedenig van het Rode Kruis op basis van akte Turnhout documenten 1985. Stadsarchief van Turnhout over Fanny Diercxsens en het Rode Kruis. Baudouin Walckiers “Supplement à la généalogie de la famille Diercxsens (faite par Charles Diercxsens) Diercks Paul: Heel wat beeldmateriaal.
Kempensche tydinghen nr 58
Pagina 33