Nr. 4| april 2012 | 34ste jaargang | verschijnt niet in augustus | P 408.654
Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
april 2012
1
Inhoud / Uit de redactie
Uit de redactie Inhoud Schriftwerk - Woord van de voorzitter De achterkant van de wet - 4 De barmhartige Samaritaan
blz. 3
blz. 3
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij? Kerk als dialoog blz. 4 De kracht van interreligieuze dialoog blz. 7 Protestantisme niets voor bange christenen blz. 9 Reeks: Tien geboden Neem de sabbat in acht
blz. 12
Personeel Marian Knetemann
blz. 18
Coördinaties Over de schouder meekijken Het geheugen van de kerk (3) Protestantse Solidariteit Protestantse Omroep
blz. 11 blz. 14 blz. 20 blz. 24
Aankondigingen Grote Witte Tent Duits-Belgische ontmoetingsdagen Passie voor muziek
blz. 21 blz. 22 blz. 23
Meditatie Nu gaan de bloemen nog dood
2
april 2012
blz. 16
Spreken is zilver, zwijgen is goud... neen, niet zwijgen, dat is te nietszeggend, te vrijblijvend. Het gaat erom, dat je in een gesprek zo zwijgt, dat je hoort wat de ander zegt, dat je echt luistert. Dat wil zeggen, dat je probeert te verstaan wat iemand zeggen wil, met z’n woorden, maar niet alleen dat, ook met z’n stiltes, tussen de regels. Waarom zegt iemand dit? Waarom zegt hij het zo? Waarom zwijgt hij nu? In een goed gesprek gaan dus niet enkel woorden, zinnen, gedachten heen en weer, maar ontmoeten twee mensen elkaar. Een goed gesprek is dan ook een wonder, een gebeurtenis. Zo kostbaar, dat we besloten hieraan speciaal aandacht te schenken in deze Kerkmozaïek. Ineke de Feijter leidt ons in in de wondere wereld van de dialoog in algemene zin, maar geeft ook meteen aan hoezeer dialoog de kern uitmaakt van het kerk-zijn. Peter Janssen deelt een aantal ervaringen vanuit de interreligieuze dialoog met ons en Jaap Hansum laat zien hoe hier uitdagingen liggen voor de kerken in het Midden Oosten. De realiteit van de Syrische burgerloorlog is hier de achtergrond. Naast deze thematische stukken kunt u het sluitstuk lezen van de reeks over het archiefbeheer van de kerk. Oh, ja: ook dit blad heeft inmiddels z’n eigen archief. U kunt het digitaal raadplegen (en doorzoeken op trefwoorden) op de site www.hipgo.be/kerkmozaiek. Rest ons nog u een gezegende Paastijd toe te wensen. ______________________________ Namens de redactie, Dick WURSTEN
Schriftwerk / Woord van de synodevoorzitter
De achterkant van de wet – 4 “… want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.” (Galaten 2: 16) Het is een dwarse tekst, dat geef ik toe. Het evangelie is soms dwars en tegenstrijdig, maar daardoor maakt het ook vrij. Paulus is in de loop van zijn leven steeds meer de overtuiging toegedaan, dat het echte leven niet in het doen van de wet ligt. Hij kan weliswaar enorm tekeer gaan tegen een losbandig gedrag en vindt zoiets niet bij de christelijke levensstijl passen. Maar voor God staan wij als gerechtvaardigde mensen. Niet door de wet, maar door de genade. Voor Paulus is dat een vrij leven en herhaaldelijk zegt hij in de brief aan de Galaten, dat de gemeente die vrijheid niet weer moet verkwanselen. Blijf bij het geloof en laat je niet verleiden tot een terugval in een rechtvaardiging door de wet. Paulus is zelfs in staat om Petrus (toch niet de eerste de beste) publiekelijk tot de orde te roepen, als deze een keer bewust de maaltijd met de heidenen mijdt om de voorstanders van de besnijdenis ter wille te zijn (Galaten 2: 11-12). Hij gebruikt harde taal om niet terug te vallen in een leven onder de regels van de wet: ‘iedereen die op de wet vertrouwt, is vervloekt’. Heeft Paulus niet wat overdreven? Best mogelijk en ongetwijfeld speelt er ook heel wat retoriek door zijn teksten heen. Maar het is toch wel duidelijk dat hij het fundament van het geloof in de rechtvaardiging zoekt. Waarom? En waarom met zoveel kracht? Want Paulus, het zij nogmaals gezegd, was bepaald geen voorstander van een leven zonder orde. Het gaat hem om een uitgangspunt van de wet. Hij vat de wet ergens samen met deze woorden: ‘Heb uw naaste lief als u zelf’, een gedachte die we ook bij Jezus vinden. Alleen de liefde is bij machte om een mens werkelijk bij de arm te nemen en tot een menswaardig bestaan te bewegen. Een dure plicht is mooi, maar brengt ons niet bij de echte menselijkheid. Die wordt eerder ontvangen dan gemaakt. Onze wil moet veranderd worden. Een sociaal leven ontstaat niet omdat het moet, maar omdat we van harte vinden dat het daarop aan komt. Een vrije wil is nodig om in liefde te leven. En wees ervan overtuigd, zo drukt Paulus ons op het hart, dat liefde ontspringt in genade. Geschonken liefde brengt liefde teweeg.
____________________________ Ds. Leendert BOSGRA, predikant te Anderlecht.
De barmhartige Samaritaan Enkele jaren geleden bewees de Amerikaanse psychologe Kathleen Vohs, dat het mogelijk was het gedrag te beïnvloeden door mensen een aantal steekwoorden in te prenten, primen in het Engels. Ze liet proefpersonen lang nadenken over woorden als betalen, euro, salaris, winst, geld. Ze bleken een stuk minder behulpzaam als iemand naast hen zijn pen op de grond liet vallen. Ze waren egocentrisch geworden en van pennen oprapen, word je zelf niks beter. De Maastrichtse promovendus Tom van Laer vroeg zich later af of het omgekeerde ook mogelijk is. Kan je mensen socialer maken via deze priming-techniek? Hij ontwikkelde een lijst van 15 woorden, waaronder gevoel, hechten, liefde, samen, vrede, empathie, affectie... Hij verstopte ze in een puzzel en liet zijn proefpersonen er zo actief mee kennismaken. Vervolgens legde hij ze een klantenklacht van een bank voor samen met de vraag wie hier fout was. En ja hoor. Mensen met een geld-focus legden de schuld vooral bij de klant. Met een empathische focus vooral bij zichzelf. Van Laers besluit: “Als je 24 uur per dag met deze woorden wordt geconfronteerd, word je een barmhartige Samaritaan” en in zijn slotconclusie: “Als dit voor de crisis bekend was geweest, was het wellicht niet zo misgegaan.” Zo ziet u maar hoe verrassend boeiend en actueel parabels nog steeds kunnen zijn! ________________________________ dr. Guy LIAGRE, synodevoorzitter.
april 2012
3
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
Kerk als dialoog “Heb je nog veel huiswerk?” vroeg ik één van mijn kinderen tijdens het avondeten. “Valt mee, alleen nog een dialoogje voor Frans”. Meestal wordt dan bedoeld: samen met een andere leerling, om en om, een aantal uit het hoofd geleerde vragen en antwoorden voordragen. “Hoe heet je?” “Ik heet Jean”. “Waar kom je vandaan?” “Uit Brussel” ... woord in het Eerste Testament. Het betekent woord en daad tegelijk. Ze zijn niet los van elkaar te maken. God zegt: “Licht” en er is licht. Je zou logos dan ook scheppend bewustzijn kunnen noemen.
Een proces
Dia-loog Dit is nu precies wat een dialoog níet is. Het woord dialoog komt van twee Griekse woorden: dia en logos. Dia betekent door en niet: twee, zoals soms wordt gedacht; een dialoog kun je ook met meer dan twee voeren. En zelfs innerlijk met jezelf, in je eentje. Logos betekent: woord, (zowel idee, als uitdrukking van een gedachte). In de filosofie heeft logos de betekenis van hoogste principe. In de bekende tekst naar het evangelie van Johannes staat: “In het begin was de logos, de logos was bij God en de logos was God” (Joh. 1:1)”. De Naardense vertaling zegt het zo: “Sinds het begin is er het spreken; dat spreken is God nabij, ja God zelf is dat spreken; het is er sinds het begin, God zo nabij; alles geschiedt daardoor, en buiten dat om geschiedt niet één ding dat is geschied”. Daarmee komt het ook dichtbij het Hebreeuwse woord dabar, waar het de vertaling van is. Dabar is een heel belangrijk
4
april 2012
Deze twee woorden geven al direct een belangrijk kenmerk aan van dialoog. Er zit beweging in. Bij dialoog gaat het dan ook om een proces. Een proces van samen denken. Samen bewust worden. Samen scheppen. Je hebt de ander(en) nodig. Om te leren wie je zelf bent bijvoorbeeld. Of om samen nieuwe inzichten te ontdekken of wat waarheid, waarachtigheid is of oplossingen te zoeken voor een probleem. Het is een open proces; het gaat niet om het bereiken van een vooropgezet doel. Het gaat ook niet om winnaars of verliezers, maar om samen met behulp van ieders bijdrage wijzer te worden, verder te komen. Wikipedia zou je als een vorm van dialoog kunnen zien. Mensen helpen elkaar op het internet met bijdragen over allerhande onderwerpen. Vullen weer aan, verwijzen, voegen toe. Een doorgaand proces.
Geen debat Daarmee is dialoog iets anders dan een discussie of een debat. Discuteren betekent letterlijk: uiteenslaan of uiteenjagen. Je probeert een ander te overtuigen dat jouw visie of jouw inzicht of jouw manier (van geloven bijvoorbeeld) de juiste is. Met als resultaat dikwijls dat mensen na een discussie verder van elkaar komen te staan of nog meer vastzitten in eigen gelijk. In een debat – letterlijk neerslaan - gebeurt eigenlijk hetzelfde. Vaststaande standpunten tegenover elkaar moeten duidelijk maken wie de ver-
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij? liezer of de winnaar is, bijvoorbeeld in de politiek. Bij het woord dialoog wordt dikwijls gedacht aan gesprekken tussen mensen van verschillende godsdiensten, de interreligieuze dialoog. Toch is dat een te beperkte definitie. Dialoog is van toepassing op al ons communiceren met elkaar. Onderling, in relaties, in gezinnen, op school, het werk, de kliniek, de maatschappij en ook in de kerk. Onze tijd kenmerkt zich door allerlei verschillende culturele en geloofsopvattingen naast elkaar, in de samenleving maar ook in de kerk zelf. Het is juist dan van groot belang om elkaar zorgvuldig te verstaan. Of opnieuw te leren verstaan. Omgaan met pluriformiteit is een steeds dringendere noodzaak en niet zomaar een hobby van geïnteresseerden.
Getwitter Toch lijkt het steeds moeilijker. Onze digitale mediacultuur biedt ons een overvloed aan informatie. In de media zien we voortdurend debat en discussie. Ons nieuws staat bol van de conflicten. Maar zelden vind je dialogische gesprekken, al zijn ze er wel. Internet en sociale media, zoals facebook, twitter... tonen eenzelfde beeld. Soms vind je er parels van echte samenspraak; soms reeksen van haatdragende en onverdraagzame monologen. Ook op christelijke sites.
Luisteren Bewustwording van onze manier van communiceren is een belangrijke eerste stap. Op weg naar dialoog spelen daarnaast een aantal andere voorwaarden mee. Iedereen kan meedoen en bijdragen, ongeacht opleiding, achtergrond... Het gaat niet om juist of onjuist, maar om de bereidheid je eigen oordeel op te schorten om respectvol te kunnen luisteren naar een ander, met je volle aandacht (ook al ben je het niet eens en dat hoeft ook niet). Dat betekent ook dat je niet ondertussen al je eigen reactie zit voor te bereiden in je hoofd, om van repliek te kunnen dienen. Dialoog is voor het overgrote deel luisteren en waarnemen, observeren, ook wat het gesprek bij jezelf oproept. Daardoor kun je je bewust worden van je eigen vooronderstellingen en emoties (zonder ook daarover direct te oordelen of ze te uiten). Daarom is stilte ook belangrijk in dialoog. Evenals zeggen wat je wilt zeggen. Echter niet om te overtuigen of om aandacht te vragen, maar om te onderzoeken, te leren. Klopt het wat ik over die ander denk te weten of hij/zij van mij? Wat zegt en bedoelt deze persoon eigenlijk als hij/ zij bijvoorbeeld God zegt of traditie? Versta ik hem/haar? Geeft dat aanleiding tot herkenning,
of juist niet? Alles is bespreekbaar, ook het proces zelf, waarvoor je samen verantwoordelijk bent.
Kerk en dialoog Hoe kan de kerk zich verhouden tot dialoog? Ik denk in meerdere opzichten. De kerk vandaag de dag heeft nood aan dialoog. Om enerzijds het gesprek met de samenleving aan te kunnen gaan, waar interactiviteit steeds meer bepalend is. Anderzijds om te voorkomen dat zij naar binnen gekeerd raakt. Een gesloten instituut van gestolde geloofswaarheid onder gelijkgestemden in plaats van een levende gemeenschap, betrokken op de hele schepping in de Geest van God en Jezus. (Communio is niet voor niets verwant aan communicatie; in beide zit het woord samen). Een kerk die kiest voor dialoog zegt daarmee ook iets over hoe zij aankijkt tegen mensen met wie zij in communicatie treedt. Als personen, die deel uitmaken van Gods schepping, met een eigen verhaal. Die ertoe doen en die je dus in Gods Naam niet zomaar kunt reduceren tot objecten of instrumenten voor eigen agenda. En zo’n kerk zegt iets over zichzelf. Over haar identiteit. Een gemeenschap die open staat voor reflectie, niet-oordelend, aandachtig, (communicatieve) ruimte gevend, assertief, vanuit de wil om te leren Gods gemeenschap te zijn, in woord en daad. Zo’n dialogische kerk zou samenleving en wereld, waar zoveel conflict is en zo’n nood aan communicatie, een enorme dienst kunnen bewijzen. Zoals zij eens deed in ziekenzorg en in onderwijs. Als broedplaats van dialoog. Ik en Gij Dialoog, een Bijbels-theologische geloofsopdracht. Martin Buber (1878-1965), de bekende Joodse filosoof schreef in 1923 een belangrijk en nog altijd zeer actueel boekje in dit verband: Ik en Gij. Hij zegt daarin dat woorden niet in de eerste plaats betekenis geven aan dingen, maar relaties te kennen geven. Hij onderscheidt daarbij twee grondwoordparen: ik-gij/Gij en ik-het (hem/haar). Spreken is niet zomaar neutraal, maar een keuze voor één van beide relaties. Als ik in de ruimte van het ik-het treedt, dan maak ik de werkelijkheid om mij heen, de wereld, natuur, dingen en mensen, tot een object. Dat ik, als subject, waarneem, onderzoek, categoriseer, gebruik voor eigen doelen... Daarmee reduceer ik niet alleen de volle werkelijkheid van dat object of die ander, maar ook van mijzelf als mens. Met afstand en eenzaamheid tot gevolg. Buber zoekt naar een fundamentelere werkelijkheid van het mens zijn en gemeenschap zijn. Met een verwijzing naar de Bijbel en de april 2012
5
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
Zeven voorbeelden van onopmerkzame (mindless) communicatie versus aandachtsvolle (mindful) communicatie (C.J. Hamelink, hoogleraar internationale communicatie): 1. absoluut spreken (“er is geen twijfel over mogelijk”, “ik weet”) versus spreken dat ruimte laat voor reflectie (“ik denk, ik heb het gevoel, ik vertrouw erop dat…”). 2. gewelddadig spreken vanuit een label (“hij of zij is lui, onbetrouwbaar”, “die godsdienst is achterlijk”) versus niet gewelddadig spreken (vanuit empathie je verplaatsen in het perspectief en de noden van de ander. 3. Agressief spreken (de ander geen communicatieve ruimte geven, maar jouw oplossing opleggen) versus assertief spreken (duidelijkheid geven over jouw geloof, terwijl je tegelijkertijd ruimte laat aan anderen om hun visie te geven). 4. Deficiet spreken (gebaseerd op veronderstelde tekortkomingen bij anderen: “jij moet begrijpen…”) versus spreken waarbij je erkent dat we allemaal tekortkomingen hebben en ieders bijdrage van belang is. 5. Polemisch spreken (woorden gebruiken als wapen: bijvoorbeeld “Die terrorristen…”, verbaal geweld) versus dialogisch spreken. 6. Instrumenteel spreken (de ander wordt aangesproken om iets te bereiken of om jouw belang te dienen; dit gebeurt veel in het dagelijks spreken, zonder dat we er ons van bewust zijn) versus relationeel spreken (niet spreken tegen, maar met de ander, als een uniek persoon met een eigen gezicht, verhaal, ervaringen). 7. Synchronisch spreken (in je spreken synchroniseer je de ander met het beeld dat je al van hem/haar hebt; “Ik weet wat jij denkt”) versus diachronisch spreken (je erkent dat er altijd ontwikkeling en groei kan zijn wanneer mensen met elkaar communiceren).
6
april 2012
Chassidische verhalen uit het Jodendom komt hij ertoe de ander, de gij centraal te stellen. En niet zoals de filosofie tot dan toe deed, het ik. Het is de gij/Gij, voor Buber altijd met een kleine en met een hoofdletter, die de ik tot volledig mens maakt. Om tot mensen te spreken wordt God zelf mens en maakt de mens tot persoon. Niet een reductieAguilar Cisterizas of een object zonder vrije wil, maar een volledig vrij aanspreekbaar mens. Gods verhouding tot de mens is dialogisch. Ik en gij/Gij zijn een woordpaar. Horen bij elkaar. Een ik op zichzelf bestaat, maar komt pas tot leven in de betrekking tot de a(A)nder. Alleen zo kan een mens volledig mens zijn en God volledig God. De ik-het wereld wordt gekenmerkt door scheiding; de ik-gij wereld door verbondenheid. Kerk als dialoog is dan ook niet maar een vrijblijvende slogan; het is een vrijplaats van Godswege, waar de dia-logos geleerd wordt, in het belang van humaniteit, heelheid en vrede. _____________________________________ Dr. Ineke DE FEIJTER Voor wie meer wil lezen: • Buber, Martin, 1923. Ich und Du. In het Nederlands: Ik en Jij. 2003. Bijleveld uitgeverij. • De Feijter, Ineke. The Art of Dialogue, Religion, Communication and Global Media Culture. Berlijn, Lit Verlag. • Hamelink, Cees J. Media and Conflict Escalating Evil. London, Paradigh Publishers. • Voorsluis, Bart, 2007. Leren met Martin Buber. Boekencentrum.
Dr. Ineke de Feijter is voormalig predikant van de VPKB in Mechelen en Antwerpen en docent media, religie en cultuur aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij doctoreerde op dialoog, religie, communicatie en mediacultuur.
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
Over de kracht van de interreligieuze dialoog Ds. Peter Janssen brengt deze maand en ook in het volgende nummer een artikel, gebaseerd op een studie over de ervaringen van deelnemers aan de Rainbow Group te Jeruzalem. Deze groep voor Joods-Christelijke dialoog bestaat sinds 1965. Dit eerste artikel vertelt iets over wat er in een dialoog gebeurt. Het tweede (in mei) gaat daar op door en biedt voorts suggesties voor de vorming van zulke dialooggroepen.
Wat is een dialoog? Een dialoog is een gesprek tussen twee of meer mensen met een verschillende geloofsovertuiging (en ongeveer gelijke scholing), die elkaars geloof beter willen leren kennen en begrijpen zònder elkaar te bekeren. Veeleer willen zij zoeken naar wat hen verbindt en stimuleert om zo de samenleving te steunen, vrees weg te nemen en conflicten te genezen. Het is best een complexe onderneming, want je doet twee dingen tegelijk: je répresenteert (je gemeenschap) en je présenteert (je geloof). Daarin spelen loyaliteit, jezelf zien door de ogen van de ander, verdediging en dergelijke een rol. Ook ontdek je dat je vaak foutieve ideeën hebt over het geloof van de ander en dat geldt ook omgekeerd. Maar eveneens dat je allerlei waarden en bedoelingen gemeen hebt met elkaar. Je begeeft je op een soort ontdekkingstocht met elkaar. Dat klinkt mooi, maar het is niet zo eenvoudig en gemakkelijk.
Waarom doe je mee? Je moet een degelijke, ja liefst, een voor jóu onontkoombare reden hebben om mee te doen. Tegenover de Joden was voor veel Christenen na de sjoa (holocaust) die reden er zonder meer. Misschien niet om persoonlijke schuld, maar omdat het dringend nodig was het geloof te vernieuwen, dat dit niet had kunnen voorkomen. En dat kon enkel in gesprek met de Joden zelf. Voor hen daarentegen was er toen natuur-
lijk geen enkele reden. Daarom is het zeker een wonder dat het Joods-Christelijke gesprek desondanks begon. Zo werd Rabbijn Yehuda Aschkenazi, een overlevende van Auschwitz!, hoogleraar aan de katholieke hogeschool van Amsterdam en had zeer vele doctorandi. En dominee Zuidema richtte bij ons o.a. het Institum Iudaica op, waarin Joodse en Christelijke geleerden nog steeds samenkomen. In Jeruzalem hadden Joden en Christenen in de Rainbow Group ook heel verschillende motieven. Voor veel Christenen was de ontmoeting nodig voor de zuivering van hun geloof. Voor de Joden was het, nu zij in Israël in de meerderheid waren, een kans om nu een écht geloofsgesprek met Christenen te voeren. De religieuze autoriteiten hadden aanvankelijk bezwaren en zo moest de groep in het begin klandestien samenkomen, dat deden deze geleerden dan maar en zo begon het.
april 2012
7
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
Wat doet de dialoog met de deelnemers? Stel je bent met een twintigtal mensen en komt maandelijks bijeen. Dan houdt iemand een lezing, de ene keer een Jood dan een Christen, bijvoorbeeld over een inzetting uit de Talmud of een christelijk dogma en dan volgt er een discussie. Dat was eigenlijk het belangrijkste deel van de avond, waar het er levendig aan toeging. Iedereen voelde wel dat dit unieke ervaringen waren, die je enkel op die wijze kon opdoen. Je moest de taal leren, je moest geduld hebben, je kon bepaalde dingen niet zeggen, omdat het de ander zou kwetsen, je moest beslist vertrouwen hebben in de waarachtigheid van het geloof van de ander, anders viel je onmiddellijk door de mand. En ook: je moest de taal, de terminologie waarmee de ander dacht, leren. Allerlei vertrouwde woorden, als geloof, vergeving, goede daad, verzoening... hadden vaak net een andere betekenis. Maar wanneer je dat over de jaren volhield, werd er door alles wat je met elkaar meemaakte een band gesmeed, een soort nieuwe, eigensoortige koinonia. En zo groeiden er soms vriendschappen over de geloofsgrenzen heen. Natuurlijk, in een moeilijke situatie als in Israël kon je spanningen niet vermijden. Maar desondanks, men leerde bij en ging verder.
De kracht van de dialoog Hoewel een dialoog over het geloof in het begin voor mensen een riskante onderneming is, en soms ook niet lukt, blijkt uit het feit, dat bepaalde dialooggroepen (zoals de Rainbow, de Amitié judeo-chrétiens, e.a.) reeds zeer lang bestaan, er in hen een soort verborgen kracht schuilt. Samen ontdek je een andere wereld,
8
april 2012
die je alleen nooit zou ontdekt hebben. Die verborgen kracht ligt in het durven toetreden vanuit je eigen wereld in die van andere mensen. Mensen zijn meer dan een bundel ideeën en overtuigingen, zij zijn mensen net als ik. Dat is de goede kans van de ontmoeting. De ander mag dan in mijn ogen vreemde en zelfs onbegrijpelijke dingen geloven, wanneer je zijn vrouw en kinderen leert kennen en dagelijks met elkaar omgaat, zijn vele dingen heel herkenbaar en zijn ze net als wij. Ook bepaalde dingen, die hij doet en gelooft, zijn na uitleg vaak best logisch. Zo leefden er in Europa generaties lang Joden en Christenen samen, soms met Moslims, die elkaar kenden, respecteerden, hielpen en zo gemeenschappen van wijsheid en gastvrijheid vormden, waarin nooit enige twijfel aan de spirituele oprechtheid van de ander bestond. Die waren een krachtige steun voor de samenleving. In onze tijd waarin vele verschillende overtuigingen elkanders buren zijn geworden en waarin men gemakkelijk in de oppervlakkigheid of in de bunkermentaliteit vlucht, is er grote nood aan mensen, die de moed hebben kleine groepen voor dialoog te vormen. Zij functioneren dan als een soort diplomatieke dienst tussen de verschillende godsdiensten. Want zij hebben de expertise om in geval van conflicten oplossingen uit te denken. Zij laten ook gewoon zien dat je met elkaar vrienden kunt zijn en met elkaar kunt samenleven. Wat daarvoor nodig is zullen we in een volgend artikel zien. _____________________________________________
Ds. Peter JANSSEN, Emeritus-predikant Lid van de werkgroep Jodendom Christendom
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij?
Protestantisme is niet voor bange christenen De protestanten in het Midden-Oosten vormen een kleine, introverte groep die sinds de ‘Arabische lente’ steeds meer gevaar loopt. Maar er zit ook een positieve kant aan de recente ontwikkelingen. Jaap Hansum denkt dat ze kansen bieden voor een nieuw, maatschappelijk betrokken protestantisme.
De recente omwentelingen in een aantal Arabische landen vormen voor protestantse kerken in de regio niet alleen een bedreiging maar bieden ook kansen. Zeker wanneer de kleine protestantse gemeenschap het aandurft zichzelf opnieuw uit te vinden in de context van het Midden-Oosten. Een oproep tot een dergelijke nieuwe protestantse reformatie viel te beluisteren tijdens een conferentie van de Federatie van Protestantse Kerken in het Midden-Oosten (FMECC) die onlangs plaatsvond in Beiroet.
Kopten protesteren na de moord op protesterende geloofsgenoten, afgelopen najaar. Foto EPA
Bezorgdheid Niet dat er geen reden zou zijn voor bezorgdheid. In Egypte zijn na de revolutie naar schatting meer dan 300.000 vaak jonge en hoog opgeleide christenen weggetrokken. De Presbyteriaanse kerk in Irak heeft onlangs onder druk van gewapende milities haar kerken in Bagdad en Mosoel definitief moeten sluiten. Syrische protestanten houden momenteel letterlijk hun hart vast. Zij genoten tot voor kort een stil en gerust leven onder bescherming van het Assad-regime en gaan een uiterst onzekere toekomst tegemoet.
Elan Toch groeit de laatste maanden bij mij de hoop dat juist in deze kritieke tijden het beste in de Arabische protestanten naar boven zal komen. Dat gevoel kreeg ik voor het eerst enkele maanden geleden, toen dr. Tarek Mitri, een Grieks-orthodox wetenschapper en minister in diverse Libanese kabinetten, aan de Near East School of Theology in Beiroet een inspirerend en profetisch betoog hield. Hij riep de protestantse gemeenschap op zich niet langer terug te trekken in de eigen kleine kring, maar juist een leidende rol te spelen in het streven naar meer vrijheid en een menswaardig bestaan voor allen in de Arabische wereld. Eenzelfde elan en strijdbaar-
heid proefde ik deze week op de FMEEC-conferentie in Beiroet bij verschillende toonaangevende Egyptische, Palestijnse en Libanese protestantse kerkleiders en theologen. Het besef lijkt te groeien dat de huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten de protestantse kerken uitdagen de eigen spiritualiteit en theologie opnieuw te doordenken en op essentiële punten accenten te verleggen.
Wederkomst Het protestantisme in het Midden-Oosten is tot op de dag van vandaag sterk gestempeld door het piëtisme van de 19de-eeuwse westerse zendelingen. In deze geloofsbeleving staat een persoonlijke bekering en levensheiliging van individuele gelovigen centraal. In het streven naar een stil en gerust leven is de christen loyaal aan de van God gegeven autoriteiten. Men richtte zich vanouds meer op de wederkomst van Christus en het hiernamaals dan op de komst van Gods koninkrijk hier en nu. Als kleine minderheidsgroepering hebben Arabische protestanten zich vooral pelgrims gevoeld. Hoewel zij het nodige aan de samenleving heeft bijgedragen met ondermeer Bijbelvertalingen, hoogwaardig onderwijs en gezondheidszorg heeft zij zich innerlijk
april 2012
9
In het vizier: Versta ik hem? Begrijpt hij mij? van het koninkrijk. Vanuit dit koninkrijks-denken zouden protestanten samenwerking moeten zoeken met andere groeperingen. Zo kan in het opkomen voor godsdienstvrijheid en andere elementaire mensenrechten samenwerking met gematigde moslims een effectieve strategie zijn. In de verhouding tot gezagsdragers betekent protestant zijn soms ook lef hebben, tegendraads zijn: in woord en daad durven protesteren tegen autoriteiten wanneer elementaire christelijke waarden en mensenrechten in het geding zijn. Ook wanneer voor dergelijk profetisch verzet een prijs moet worden betaald. veelal teruggetrokken in de eigen vertrouwde kleine kring.
Piëtistisch Deze piëtistische levenshouding lijkt protestanten in het huidige tijdsgewricht eerder te belemmeren dan te stimuleren in het inspelen op de behoeften in de samenleving. Met een groeiend aantal Arabische broeders en zusters meen ik, dat dit piëtistisch denken te smal is en dat het hoog tijd is, het protestantse gedachtegoed te verbreden. Ik geef enkele voorbeelden van aanzetten die hier in de Arabische protestantse gemeenschap worden gegeven. Bij het identificeren van manifestaties van zonden of het kwaad zou de aandacht niet louter moeten uitgaan naar het leven van de enkele gelovigen, maar evenzeer naar misstanden en onrechtvaardigheid in de gehele samenleving.
Zelfverrijking In het Midden-Oosten valt te denken aan buitensporige zelfverrijking en corruptie, stelselmatige uitbuiting van gastarbeiders en structurele extreme armoede van een grote groep mensen. Wat het evangelie betreft hebben Arabische protestanten zich vooral gericht op persoonlijke verlossing en uit het oog verloren dat de Blijde Boodschap ook sociale en maatschappelijke consequenties heeft. Het kruis van Christus is behalve symbool van vergeving ook toonbeeld van solidariteit met de medemens in nood. Volgeling van Jezus zijn, betekent dus ook het herstellen van menselijke waardigheid, hoop brengen in uitzichtloze situaties, inzet voor vrede, gerechtigheid en een leefbaar bestaan voor alle burgers.
Samenwerking Daarbij gaat het om meer dan alleen zielsbehoud. In plaats van alle energie te steken in het overeind houden van het kerkelijk bedrijf zou de blik meer gericht moeten zijn op het bijdragen aan de komst
10 april 2012
Tegendraads Hoewel er veel meer te zeggen zou zijn, hoop ik dat bovengenoemde punten voldoende indruk geven van de richting waarin Arabische protestanten zich lijken te bewegen. Ik hoop van harte dat deze reformatie zich doorzet en protestanten het aandurven zichzelf opnieuw uit te vinden. De wijze waarop een dergelijk vernieuwd protestantisme zich kan manifesteren in deze regio zal van land tot land sterk verschillen. Het is mijn stellige overtuiging dat een dergelijke meer maatschappijbetrokken, tegendraadse en strijdbare protestantse spiritualiteit een sterke drive zal zijn voor een bescheiden, maar bezielende protestantse presentie in het Midden-Oosten. Wat mij betreft is de zegen van de recente omwentelingen in de Arabische wereld dat in delen van de kleine protestantse gemeenschappen de ketenen van schroom en angst zijn verbroken. En dat de overtuiging groeit dat protestantisme niet is voor bange mensen. Immers: “God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.” (2 Tim 1:7) ____________________________________________ Ds. Jaap HANSUM
Ds. Jaap Hansum werkt namens de Gereformeerde Zendingsbond, Kerk in Actie en de Verenigde Protestantse Kerken in België als docent Praktische Theologie aan de Near East School of Theology (NEST) in Beiroet, Libanon.
Coördinatie Bezinning en Dialoog: Jodendom Christendom
Over de schouder meekijken U kent dat wel, gelijk welk woord kan verkeerd begrepen worden, want bedoeld voor de één wordt ook gehoord door de ander. Iedereen kan meeluisteren. Ieder kan zijn of haar weg vervolgen, maar soms komt die tussenbeide. En dan komt het erop aan: luisteren wij nog? Kunnen wij nog luisteren? Waarom dit alles? Er is laatst een nuttig boek verschenen waarbij Joodse auteurs het Nieuwe Testament meelezen1. De tijd is voorbij dat we konden zeggen: dat is van mij. Ook Joodse mensen lezen het NT. Ergens kijkt er altijd iemand over de schouder mee. En uit reacties leren we altijd wel iets. Vooral omdat het NT uit de wereld van het jodendom komt, maakt het ook Joodse mensen nieuwsgierig. Alleen, sinds die tijd van toen is ieder zijn weg gegaan met dikwijls in het achterhoofd dit is van mij en met een eigen christelijke invulling. Zijn we daardoor niet onnodig ver uit mekaar gedreven? Overigens, vandaag verschijnt meer Joods materiaal over christelijke thema’s dan vroeger. Daarbij komt, dat aan dit boek Joodse mensen uit heel de wereld hebben meegewerkt, onder andere met de bedoeling om Joodse mensen wegwijs te maken. Kijk even mee. Vooreerst hebben we hier een klassiek commentaar op de New Revised Translation, met inleidingen van elk boek en commentaar vers per vers. Dus niet alleen over het Avinoe Malkenoe, het Onze Vadergebed, of het ge hebt gehoord dat gezegd is, maar Ik zeg u (geen tegenstelling hier of antithese maar een manier om iets intensiever te zeggen, een haag zetten rond, een gewone Joodse stijl van spreken dus). 27 Joodse specialisten hebben elk een bijbelboek voor hun rekening genomen. De opmaak komt dicht in de buurt van de Studiebijbel met kaderstukjes en kaarten. Het is belangrijk om te zien hoe grote delen van het NT dicht staan bij de Joodse praktijk van vandaag. We hebben immers nog geen scheiding van de wegen op het moment dat het NT op papier wordt gezet. Teksten die in de geschiedenis zoveel kwaad hebben gedaan voor de verhouding christendom-jodendom worden niet weggegomd; integendeel, we gaan zien dat de teksten niet zelf voor problemen hebben gezorgd maar wel de latere uitleg ervan. Na de 500 bladzijden met inleiding en commentaar zijn er 90 bladzijden met 30 essays, geschreven door even zoveel Joodse auteurs, waarvan een paar van de commentaren. En daar zitten juweeltjes tussen. Een uitgebreide index, verklaring van de kalender, encyclopedische tabellen en lijsten, woordverklaring en register sluiten dit boek af met in totaal 640 bladzijden uiterst bruikbare informatie. Om regelmatig in te kijken. De samenstellers zeggen zelf: “voor veel medewerkers heeft de studie van het NT hen tot betere, meer geïnformeerde Joden gemaakt” (p. XII). Over de schouder meekijken dus. The Times They Are A-Changin’. It is more than a feeling. (en niet alleen omdat 6 mei 2012 is het Israël-zondag het lente is geworden). De Werkgroep Jodendom van de VPKB stoomt ____________________________________________ weer een dossier klaar voor die zondag. Het Danny ROUGES vorige staat nog op de site van de Kerk en zal spoedig dus vervangen worden. Eenieder kan 1 dan het materiaal bekijken dat vooraf naar de A.-J. Levine en M.Z. Brettler (eds): The Jewish predikanten wordt verstuurd, met een preekAnnotated New Testament, New Revised Standard schets, gebeden, een artikel met een overVersion Bible Translation, uitg. Oxford University Press, New York, 2011, ISBN 978-0-19-529770-6, zicht van de diversiteit in de Joodse pers in U.S. $ 35 (= ong. € 26,00) ons land en iets over het Joods pluralisme.
april 2012
11
Reeks: Tien geboden
Neem de sabbat in acht, het is een heilige dag Op de vroege zondagmorgen word ik meer dan eens verrast door langskomende stappers. Ze zijn onderweg net als ik. Niet naar de kerk, maar naar buiten, het vrije veld in. Er zijn voor hen met veel zorg door de stappersclub routes uitgezet naar keuze. Mijn route begint op zo’n vroege morgen (voor de hele week) in de kerkdienst. Al is het dan wel geen sabbat meer, als christenen trachten wij toch, op eerbiedige afstand, de tora te volgen. Met een dag vertraging, dat wel. We zijn, sinds Jezus Christus, volgers op onze manier. We combineren de sabbat - dag van God - met de dies dominica: dag van de opgestane, de Zoon. In strijd met de tien geboden die we lezen, hebben we zo onze praktijk gecanoniseerd. Een verhaal apart, dat nu te ver voert. Zo werken wij ‘s zaterdags (aan de preek) en vieren de rustdag op de eerste dag van de (werk)week. Het is een heilige dag, een feestdag. Van kinds af aan heb ik dat ook zo ervaren, al was heilig wel een geheimzinnig begrip. Dag van bevrijding, daar kun je je al meer bij voorstellen. Wat de dag heilig maakt, is, dat we het voorbeeld mogen volgen van de Schepper. Na zes dagen scheppende arbeid houdt Hij zelf een 24-urenstaking. Dan kan en moet alles tot rust komen, ook de creativiteit en ook de recreatie. Alle inspanningen moeten namelijk hun grenzen weten, om te voorkomen dat ze dol draaien. Die staking is niet een gebod, dat alarmeert en ons immobiliseert. Wel is het een heilzame waarschuwing. Laat alle spanning los,
12 april 2012
“De sabbat der eenvoudigen” - De sabbat is de bruid Chassidische legenden, Verbeeld door H.N. Werkman
laat u niet meeslepen. Het godegelijk-zijn is weliswaar aan de mens gegeven, maar overvraag u zelf niet. Om van dwangneuroze of van slaapverwekkende routine of van werkverslaving en nog meer vrij te kunnen blijven, is de rustdag ingesteld. Op zondag niet werken, schept ruimte. Het biedt ons de nodige afstand van onze besognes om te horen wat het Woord ons wil zeggen. En wat kan er dan veel uitgewisseld worden binnen deze 24 uren van onge-
stoord samenzijn! Herbronning van de Schepper en zijn kinderen. Het geeft nieuwe impulsen over en weer - aan het geloof, de liefde, de hoop, zodat ze fris blijven. Zoals tijd voor elkaar als kwaliteit geldt. Op de ene dag, elke week, moet alles blijven rusten. Dit geeft tijd ter wille van het Woord, dat ons herscheppen wil. Wanneer het Woord met ons kan spreken, past het, elke andere stem te laten zwijgen. Stoor niet een goed gesprek. Eén dag weet ik van ophouden, juist om dat
Reeks: Tien geboden met alle aandacht te kunnen belijden. Een dag van ophouden met mijn (tekort schietende) werken. De dag om nog meer dan de andere dagen te bidden. Dag om het vrijmakende werk van de Geest te verwelkomen, die ons doet opademen. Zo mogen we leven in een ritme van 7 dagen. Meer zijn er niet en zijn er ook niet nodig. Immers, na de sabbatsrust van de eerste 7 dagen gaat de schepping gelukkig verder. Ruim 100 jaar na Darwin is het woord evolutie in onze zich veranderende wereld ook niet meer weg te denken. Het wetenschappelijk onderzoek verrast ons aanhoudend met haar ontdekkingen en die gaan, Goddank, steeds door. Het zijn nieuwe constateringen over de werking van de gegeven schepping. Het zijn vaststellingen waardoor wij de wonderen van deze gegevenheden beter begrijpen en respecteren kunnen. Wanneer we het werk durven loslaten om één dag aan de Heer te wijden, komt er ruimte voor het werk, dat te doen staat. Met nieuwe moed. Ieder beseft wel dat de klok van de tijd tikt. Ze tikt onverbiddelijk verder, maar de Schepper is niet onverbiddelijk voor zijn schepselen. Een 24-urenstaking gunt God zichzelf. Hij wil die rust graag met een ieder delen. Nodigt ons dringend, erbij. Oefent met ons geduld, rust, ruimte, urenlang. Zo ben je weer fris voor de volgende zes. Tot de bevrijdende rustdag weer ruimte schept voor het leven van Hem. Hij is toch de God van levenden ?! _____________________________ Willem B. DOUWES, emerituspredikant.
Waarom een week ? “… Alle levende wezens, van eencelligen tot en met de mens, dragen uit de miljarden jaren van evolutie biologische ritmes met zich mee, zodat ze zich kunnen voorbereiden op de regelmatig terugkerende veranderingen op aarde. De biologische klok in onze hersenen heeft een ritme van ongeveer 24 uur, dat ons waarschuwde dat het binnenkort weer donker zou worden, zodat we op tijd naar de veiligheid van de grot terug konden. Deze klok bereidt ons lichaam aan het einde van de nacht weer voor op de activiteit die een paar uur later zal beginnen. In het dag-nachtritme van onze biologische klok wordt de omwenteling van de aarde gereflecteerd. Deze klok in de hersenen heeft ook een jaarritme gebaseerd op de omwenteling van de aarde om de zon. Het jaarritme was ons behulpzaam bij de inschatting wanneer we moesten zaaien, oogsten of de voorbereidingen voor de winter moesten treffen. Ook het ritme van de maan lijken we geïnternaliseerd te hebben, zoals blijkt uit de maandcyclus van de vrouw. Zouden we ook een biologische klok met een weekritme hebben? Weekritmes zijn inderdaad aanwezig in concentraties van stoffen in ons bloed en urine. De hoogte van de bloeddruk fluctueert met het ritme van de week. Het aantal hartinfarcten, herseninfarcten, suïcides en geboortes ook. Op maandag zijn er meer geboortes dan in het weekeinde. Maar deze weekfluctuaties zouden opgelegd kunnen zijn door het wekelijkse ritme in onze sociale activiteiten in plaats van door een biologische klok met een weekritme. […] Over de oorsprong van dit weekritme lopen de meningen nogal uiteen, maar wat ook de basis van dit ritme is, miljoenen jaren voordat de Bijbel werd geschreven en voor onze maatschappelijke week ontstond, was er al een biologische week. Mogelijk was het ook dit biologisch ritme dat de basis vormde om te denken dat God zijn scheppingswerk in een week had verricht en niet in 6 of 8 of 9 dagen… [samengevat uit: Dick Swaab, Wij zijn ons brein, p. 444-446]
april 2012
13
Coördinatie Administratie en Financiën / Archieven
Het geheugen van de kerk (3) Aan de slag met het archief
Na twee algemene artikelen over het geheugen van de kerk (persoonlijk, juridisch en cultuur-historisch belang), nu de praktijk. Hoe krijg je zicht op wat er is, wat kun je doen, en hoe doe je dat dan… ? Heel concrete vragen. De beginsituatie zal in elke gemeente weer anders zijn, toch zijn er wel enige algemene richtlijnen te geven. Hiervoor geven
we het woord aan Anneke Vercruysse. Als dochter van A. de Raaf (archivaris, en auteur van een hele reeks monografieën over verschillende protestantse kerken en instellingen) is archiveren haar bij wijze van spreken met de paplepel ingegeven. Zij werd door de kerkenraad van de Protestantse Kerk William Tyndale-Silo van Vilvoorde officieel tot archivaris benoemd. Zij heeft daar het aanwezige archiefmateriaal geordend en toegankelijk gemaakt. Hieronder een verslag van hoe ze dat gedaan heeft. Het is exemplarisch, een voorbeeld, waarvan we hopen dat het u inspireert om zelf aan de slag te gaan, aangepast aan de eigen mogelijkheden en concrete situatie. Voor het archiveren van het kerkelijk archief van Vilvoorde werd gebruik gemaakt van het boekje van H. Van Isterdael Richtlijnen en aanbevelingen voor het beheer van archieven…. uitgegeven door het Algemeen Rijksarchief van België, op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het kerkelijk bureau van de VPKB.
Hoe begin je met een archief op te slaan? -
Eerste vereiste: de kerkenraad en raad van bestuur moeten er de noodzaak van inzien Dan zoek je eerst naar een persoon, indien mogelijk binnen de gemeente, die hiervoor interesse en affiniteit heeft. Met die persoon bespreek je dan wat er zoal moet gebeuren. Men kan deze persoon dan de mooie titel geven van archivaris (verantwoordelijke voor het archief). Je zoekt naar een geschikte plaats waar rekken en/of gesloten kasten kunnen staan. Bij voorkeur een plaats waar het mogelijk is om een constante temperatuur te hebben tussen 16° à 18° C en een relatieve vochtigheid van 50% à 55% te hebben.
Hoe te ordenen, dus het feitelijke archiveren. -
Om te archiveren heeft men aangepaste archiefdozen nodig, met al of niet etiketten om op de dozen te plakken, waar men op kan vermelden wat er zich in de doos bevindt. Documenten moeten bewaard worden zonder plastieken mapjes, nietjes, papierklemmen, elastiekjes. Plakband gebruiken, laat met de jaren een vergeling van het document achter. Het liefst documenten samenvoegen in papierenmappen.
14 april 2012
Coördinatie Administratie en Financiën / Archieven Het basisarchief van een kerkelijke gemeente kan er als volgt uitzien: DEEL I Archief van de gemeentevergadering DEEL II Archief van de kerkenraad DEEL III Archief van de diaconie DEEL IV Archief van de raad van bestuur (wettelijk verplicht) DEEL V Archief van andere commissies DEELVI Gedeponeerde archieven DEEL VII Archieven van predikanten Nu een voorbeeld van hoe je verschillende delen weer kan onderverdelen: Deel I 1) notulen van de gemeentevergaderingen 2) briefwisseling 3) verkiezingen predikanten, ouderlingen en diakenen 4) overige documenten die betrekking hebben op de gemeentevergadering Deel II
1) notulen van de kerkenraden 2) briefwisseling : dit wil zeggen ook de in- en uitgaande emails 3) kanselafkondigingen 4) jaarverslagen 5) oprichting, erkenning en gebiedsomschrijving 6) reglementen 7) ambtsdragers 8) kerkblad 9) registers van dopen, huwelijken, begrafenissen en lidmaten 10) erediensten 11) overige documenten die betrekking hebben op de kerkenraad.
Archief VPKB Vilvoorde
Opmerking 1: dit is de indeling die ik gebruikt heb voor deze twee delen, maar voor de andere delen kan een soortgelijke ordening van documenten worden bedacht, die overeenstemt met wat u aan materiaal aantreft voor het betreffende onderdeel. Hier gelden geen wetten en regels. Het gaat er maar om dat alles wat van belang is zo bewaard wordt, dat het a. niet verloren gaat en b. teruggevonden kan worden. Opmerking 2: Een ander basis-ordeningscriterium is natuurlijk de chronologie: per onderdeel ordent men de documenten op datum. Wanneer alles in dozen verpakt zit en goed geordend is op datum kan men beginnen met het inventariseren.
Inventariseren Het inventariseren is een inhoud maken op papier van alles wat zich in de archiefdozen bevindt. Nadien kan men die inhoudsopgave, doos per doos of onderdeel per onderdeel, inbrengen in de computer. Wanneer er dan naar iets gezocht wordt, kan men heel gemakkelijk een opzoeking doen aan de hand van deze inhoudsoverzichten. Wanneer u zover bent, heeft u al zeer veel tijd gewerkt in de archieven van uw plaatselijke kerkelijke gemeente. Het is misschien wel een hobby geworden. Als dat zo is bent u op de goede weg voor het archiveren. Mijn vader heeft inderdaad van zijn werk een hobby gemaakt. Stilletjes aan is het ook een hobby voor mij geworden. ___________________________________________________________________________________________ Anneke VERCRUYSSE-DE RAAF (Archivaris van de protestantse kerk William Tyndale-Silo)
april 2012
15
Meditatie
Nu gaan de bloemen nog dood Als Jezus, naar het verhaal van de evangeliën, de dood overwonnen heeft, waarom is de dood dan nog steeds overal aanwezig? In ziekte, in oorlog, in al het kwaad van de wereld, in het verkeer, in het ziekenhuis, in de lege plaats, de lege stoel, de lege wieg, in de leegte in ons hart, die werd achtergelaten door een gestorven geliefde, vriend, familielid, ouder, zus, broer, kind… Nee, Willem Barnard dicht niet voor niets in gezang 129 uit het Liedboek der Kerken: “De dood is overal / het licht is uitgestorven / de nacht is zonder morgen / het lichaam zonder taal.”
gethematiseerd in het verhaal van de uittocht van de joodse slaven uit de slavernij in Egypte.
Omweg door het doodsgebied
Welke sterveling ontkomt er aan de groeve? “Mijn leven is het dodenrijk nabij”, klaagt de psalmist in psalm 88. En de dichter van gezang 29 uit het LDd vraagt: “Gij die het menselijke leven hebt gewild, waarom hebt Gij het ten dode opgeschreven, waarom gaat het snel voorbij?” De psalmist van psalm 89 roept uit: “Wie op aarde zal de bittere dood niet proeven? Welke sterveling ontkomt er aan de groeve?” Een sluitende verklaring op die vraag naar het waarom van de dood zal de mens uit zichzelf nooit kunnen vinden. De Bijbel gaat echter aan die vraag niet voorbij. In de Paasvertelling van het Oude Testament wordt deze vraag tussen de regels door
16 april 2012
Die joodse arbeidsslaven waren verlost uit de onderdrukking in Egypte, maar daarna moesten ze niet denken dat ze regelrecht in het land van Gods belofte zouden komen. Ze waren bevrijd uit het doodsland Egypte, maar het was niet zo dat ze daarmee meteen ook in het land van het nieuwe leven terechtkwamen. Nee, eerst nog moest er een lange omweg gemaakt worden. En pas aan het einde van die omweg konden ze het Beloofde Land betreden. En het was niet zomaar een willekeurige omweg, maar een omweg door de woestijn: in de Bijbel een uitgesproken doodsgebied.
Condition humaine En dat is precies ook de menselijke situatie. De condition humaine. In de evangeliën staat wel geschreven dat Jezus de dood overwonnen heeft, maar toch is de dood nog overal aanwezig. Pasen brengt ons de boodschap dat we verlost zijn uit het doodsland, net als de
Meditatie Joden uit Egypte, maar nu... nu moeten we eerst nog door de (doods)woestijn.
Veertigdagentijd Blijkbaar moet er een omweg gemaakt worden. In de veertigdagentijd gedenken we dat: dat het niet zomaar ging: die bevrijding uit Egypte. Dat het niet zomaar ging, de bevrijdende uitweg naar het Paasland. Ook de Messias ontkwam niet aan die omweg. Blijkbaar gaat de weg naar het Beloofde Land eerst nog door de woestijn, doodsoord van kommer en kwel. En zo kan men dus zeggen dat de mens, in deze wereld vol dood en doodsstrijd, zich nog midden in die woestijnfase bevindt. We zijn verlost: Pesach en Pasen is aangebroken. De weg uit het doodsland naar het levensland is gelegd, maar, alvorens bij die bestemming uit te komen, leidt ze via een omweg eerst nog dwars door de woestijn.
Alles wordt nieuw Maar laten we daarbij vooral niet vergeten dat ons is aangezegd dat aan het einde van die omweg het Paasland van Gods belofte ligt, waar, anders dan in de graftuin van Arimathea, de bloemen niet meer dood gaan en waar geen dorst noch verdriet meer zal zijn. Waar geldt, zoals Hanna Lam in haar veel gezongen Paaslied schrijft, dat alles nieuw zal worden. ____________________________________________ ds. Ernst VEEN
LIED 130: 1-6 1 Nu gaan de bloemen nog dood, nu gaat de zon nog onder. En geen mens kan zonder water en zonder brood. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. 2 Nu ben je soms nog alleen. Nu moet je soms nog huilen en als je weg wilt schuilen kun je haast nergens heen. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. 3 Nu heb je nooit genoeg. Nu blijf je steeds iets missen en in het ongewisse of je ooit krijgt wat je vroeg. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. 4 Daar is geen zon en geen maan. Daar zal God ons verlichten. Daar zullen alle gezichten vol van zijn heerlijkheid staan. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. 5 Daar is geen dorst of verdriet. Daar zal God ons omgeven. Daar is gelukkig leven en het eindigt niet. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. 6 Zing voor de eeuwige dag. Zing voor zijn komst en zeg Amen. Zing voor de Heer die ons samen daar al van eeuwigheid zag. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Hanna LAM
april 2012
17
Personeel
Marian Knetemann:
De hele dag zit ik met vragen in m’n hoofd Ballonnen, vlaggen en verjaardagskaartjes hangen dwars over de tafel van de woonruimte van Marian Knetemann want haar dochter is zopas 16 geworden. ‘Binnenkort ben ik jarig en dan hang ik 25 extra ballonnen en daarna is het de beurt aan mijn partner Luc. Dan zal ik wel één ballonnetje kapot moeten prikken!’ Marian woont met haar gezin in Deurne en engageert zich al bijna twintig jaar in de ‘Brabantse Olijfberg’, de protestantse kerk van Antwerpen-Noord in de Lange Winkelstraat. Op 1 maart begon ze daar aan haar opdracht als integratie- en jeugdpastor.
‘De brand in de feestzaal van het Switel hotel in december ’94 heeft alles in gang gezet.’ Marian Knetemann werkte toen als receptioniste in het inmiddels afgebroken rampenhotel. Er vielen toen op die oudejaarsnacht 15 doden en 164 gewonden. ‘Dat blijft aan je plakken, ik besefte nadien plotseling de tijdelijkheid van ons leven. We hebben hier maar even de kans om iets door te geven, iets te realiseren. Wat doen we met ons leven? Waarom was ik zo’n carrièrevrouw? Waarom moest alles in een razend tempo vooruit gaan? Toen begon ik naar kinderen te verlangen, naar een warm thuis en naar waarden die er toe doen.’ Marian werkte later een tijdje als trajectbegeleider
18 april 2012
bij de VDAB, een job die ze maar moeilijk kon te pakken krijgen met haar ongeldige Nederlandse diploma. Toch keerde ze een jaar later terug naar het intussen gerenoveerde en herdoopte Eurotel dat een commerciële flop bleek te zijn. Er volgden nog jobs als hotelmanager en als verzekeringsmakelaar, maar de economische crisis duwde haar tenslotte in de werkloosheid en opnieuw in een persoonlijke crisis. ‘Waarom deed ik wat ik deed en hoe deed ik het? Kon het ook echt anders?’ Die vragen brachten haar bij haar engagement in de protestantse gemeente van Antwerpen-Noord en bij haar tot dusver - latente belangstelling voor theologie. In februari vorig jaar startte ze daarom een opleiding aan de Theologische Faculteit in Brussel. ‘Oei, op mijn laatste proef Hebreeuws had ik een onvoldoende, ik zal dus een tandje moeten bijsteken!’ Intussen geeft Marian enkele uren godsdienstles en dat wil ze zo houden omdat ‘je daar zo dicht bij de man in de straat komt als je kennis maakt met de thuissituatie van de leerlingen. Er is zoveel armoede en dat heeft niet alleen te maken met de financiële situatie maar ook met het gebruik maken van je capaciteiten, het besef van normen en waar-
Personeel den en met de veerkracht van je persoonlijkheid in de soms moeilijke levensomstandigheden. En nu heeft de kerkenraad mij gevraagd om te werken als integratie- en jeugdpastor. Binnen onze gemeente had ik altijd al contact met de mensen van buitenlandse afkomst en de jeugd .’ Sinds kort is ze ook bovenkerkelijk actief als bestuurslid van de KAP-kampen. KAP staat voor Kameraden, Ambachtslui & Partners en is een samenwerkingsverband tussen protestantse kerken van verschillende landen met dit jaar een kamp in Rwanda. Bovendien gaat Marian ook proberen opnieuw vorm te geven aan het landelijk jeugdwerk, na het verdwijnen van Op Vrije Voeten. ‘Ik heb het gevoel dat ik op een rijdende trein ben gezet zonder goed te weten waar hij naar toe spoort. Dat is best wel spannend want het is vrijwel onbekend terrein voor mij.’ Een hotelmanager die op de kerkelijke trein zit, geeft misschien wel spanningen omdat een kerk zo moeilijk in management te vatten is? ‘Ik heb niet de ambitie om zelf mensen van bovenaf aan het werk te zetten, hier ben ik dus geen manager,’ verduidelijkt Marian, ‘ik wil me vooral openstellen voor de jongeren en de allochtonen, luisteren naar hun verhalen en verlangens en samen met hen proberen een weg te vinden naar de kerk van de toekomst en ze ook te laten deelnemen aan de bestuursorganen van onze kerk. Dat zou mooi zijn! Voor mij krijgt dat de betekenis van een roeping: Zij moeten in staat zijn om ook hun stempel op de gemeente te drukken. Dat kan alleen als we de talenten van ieder in de gemeente ontdekken en laten gebruiken in een enthousiaste en positieve omgeving. De verschillen in de gemeente zijn er precies om elkaar op te tillen en vooruit te duwen. Het is zo fijn als je merkt dat de inzet van mensen werkt en bevestiging krijgt. Dat voel ik ook zelf want ik zit de hele dag met vragen in mijn hoofd, daar is het nooit stil. Ook niet als ik werk of les geef of piano speel maar als
ik die dingen doe ben ik wel bezig met mijn vragen en dat geeft ruimte, dat geeft me de moed om te geloven dat de trein niet op het verkeerde spoor rijdt!’ _______________________________________ Mark GORIS
Oproep Wie is de persoon in Oost- of West- Vlaanderen, die begin februari bij mij 4 hugenotenkruisjes heeft besteld doch nooit, door een overschrijving op mijn rekening (BE68 4045 0708 5134) van 4 x 12.50 € , zijn bestelling heeft bevestigd? Indien deze oproep u aanbelangt, gelieve dan contact met mij op te nemen. Ondertussen zijn de kruisjes klaar voor verzending na betaling. Jean LENDERS telefoon 03/666.24.99 e-mail:
[email protected]
april 2012
19
Coördinatie Kerk en Wereld / Protestantse Solidariteit
Verkrachting, geweld, straffeloosheid... We mogen onze ogen er niet voor sluiten! Volgens een recente studie worden ieder uur 48 vrouwen of meisjes verkracht in de D.R. Kongo. Dat zijn meer dan 1.100 verkrachtingen per dag. Onvoorstelbaar. De meeste verkrachtingen worden gepleegd in de provincies Noord- en ZuidKivu. Hier kan en mag je niet aan wennen. We moeten verontwaardigd blijven, telkens wanneer we horen dat vrouwen, jonge meisjes en zelfs kinderen slachtoffer worden van dit geweld en de heersende straffeloosheid. De Kongolose overheid slaagt er niet in om deze misdaden in te dijken, terwijl de internationale gemeenschap miljoenen investeert bij de aanpak tegen seksueel geweld. Waar blijven de resultaten? Kahambu is 26 jaar, woont in Kanyabayonga (Noord-Kivu) samen met haar man en 4 kinderen. Ze is landbouwster. “Op zekere dag in 2006 zijn rwandees-sprekende mannen ‘s nachts bij mij thuis binnengedrongen. Ze waren op zijn minst met zes. Ze hadden een uniform aan en waren gewapend. Eerst bonden ze mijn man vast en sloegen hem in elkaar. Daarna werd ik door elk van deze mannen verkracht. De mannen roofden daarna ons huis leeg. De volgende ochtend hebben buren ons naar het ziekenhuis in Kayna gebracht, waar we verzorgd werden. Eén jaar later werd ik opnieuw verkracht door drie gewapende mannen terwijl ik op het veld werkte. Na mijn behandeling hoorde ik op de radio over het begeleidingsproject voor slachtoffers zoals ik. Zo kwam ik in contact met mijn begeleidster Kahindo Mutsuva. Ze heeft geluisterd naar mijn verhaal en mij gesteund. Ze heeft me bijgestaan om er met mijn man over te praten, die teleurgesteld was na de verkrachtingen, die ik onderging. Ze heeft geholpen bij onze verzoening.”
20 april 2012
Protestantse Solidariteit en haar partner, de Baptistische Gemeenschap van Centraal Afrika (CBCA), werken in Zuid-Kongo zij aan zij met andere organisaties om slachtoffers van verkrachting te begeleiden in een proces van detraumatisatie en herintegratie in het gewone leven en samenleving (veelal worden de slachtoffers verstoten door hun familie). Het gaat om een klein project, maar elk bezoek bevestigt ons dat we moeten blijven doorzetten. Ook u kunt deze actie steunen en slachtoffers van seksueel geweld in Kivu helpen, hun leven weer op te nemen en hun waardigheid terug te vinden. Protestantse Solidariteit vzw Brogniezstraat - 46 B-1070 Brussel Tel. 00-32-2-510.61.80
[email protected] IBAN BE37 0680 6690 1028 BIC GKCCBEBB Vermelding: verkrachtingen Kivu
Aankondiging
april 2012
21
Aankondiging
Duits-Belgische Ontmoetingsdagen van 29 augustus tot 1 september 2012 in Leucorea, Lutherstad Wittenberg www.leucorea.de
De bijeenkomst van dit jaar vindt plaats van 29.08 tot 01.09 in de Lutherstad Wittenberg in Duitsland. We vergaderen en logeren in de Leucorea, tegenwoordig een onderdeel van de Martin-Luther-Universiteit Halle-Wittenberg, die ook over een conferentiecentrum beschikt. U zou ons een plezier doen, als u deze data alvast noteert en aan onze bijeenkomst kunt deelnemen, die dit jaar heel bijzonder is, omdat onze Bruderrat al 50 jaar jong en oud is. Het thema voor dit jaar luidt: Protestantse Kerk – Kerk van de Vrijheid ?! De vrijheid van een christenmens was en is een van de grote hoofdthema’s van de Reformatie en de protestantse kerk tot op heden. Weliswaar zijn de maatschappelijke verhoudingen sedert de 16e eeuw ingrijpend veranderd, de vraag naar een protestants verantwoord leven in vrijheid dient echter door iedere generatie opnieuw beantwoord te worden en zo in de vorm en vormgeving van de protestantse kerk en gemeente geleefd te worden. Tegelijkertijd zullen we ook met elkaar het 50-jarig bestaan van de Duits-Belgische Ontmoetingsdagen vieren, op onze vorige bijeenkomsten en belevenissen terugblikken en proberen vooruit te kijken naar de toekomst. Tijdens de bijeenkomst kan in het Nederlands, Frans en Duits gesproken en gediscussieerd worden. De uitnodiging met het uitgewerkte programma sturen we u eind april/begin mei toe. Voorbereidingsgroep: Ds. Frank-Dieter Fischbach - Ds. Jelle Brouwer - Ds. Willem B. Douwes/Jacomien Gijsbers Correspondentieadres:
22 april 2012
Kasteelstraat 2 -9500 Geraardsbergen Tel./Fax: 054-41.61.93
Aankondiging
Passie voor muziek tekst: Evangelist Johannes (einde 1e eeuw) muziek: Willem Ceuleers (2012) Na Bach, Penderecki en Pärt nog een ‘passie’ te schrijven, ga er maar aan staan. Wie durft dat nog? Onvermijdelijk gaat men vergelijken… En dan ook nog opteren voor een uitvoering in de eredienst zelf. Waar komt dat nog voor? De in Wijnegem woonachtige componist Willem Ceuleers (°1962) heeft het gedaan. Hij is overigens niet aan z’n proefstuk toe. Bij de inwijding van het orgel van de Christusgemeente te Antwerpen, componeerde hij ook al de inhuldigingscantate op tekst van de dichter Jaap Zijlstra. Voor zijn passie heeft hij de tekst van de evangelist Johannes uitgekozen. Daar begon trouwens al meteen het eerste probleem, als je een Nederlandstalige passie wilt schrijven. Welke vertaling ga je gebruiken. De Nieuwe Bijbelvertaling, de Willibrord, de Naardense bijbel: hij heeft ze bekeken met de ogen van een componist en ze overtuigden hem niet. Bijna was hij teruggevallen op de Statenvertaling, maar toen stuitte hij op wat hij zelf een “wonderschone vertaling” noemt uit de roomskatholieke traditie: de vertaling van Jos Keulers, bij leven professor aan het groot-seminarie te Roermond. Een nauwkeurige vertaling, glashelder en toch niet prozaïsch. De rollen heeft hij, zoals de traditie wil, verdeeld over verschillende solisten en het koor voor wat betreft de zogenaamde ‘turbae’ (de interventies van het volk). De toonspraak sluit aan bij deze van Heinrich Schütz (1585-1672), die zelf trouwens een aantal passies schreef voor kerkelijk gebruik.
Anders dan bij hem, maar in navolging van Johann Sebastian Bach (1685-1750) heeft hij een aantal koralen (samenzangliederen) uitgezocht, die het koor tussenin ten gehore brengt als een soort reflectie of meditatie op het passieverhaal. Een viertal keren groeide een koraal uit tot een klein geestelijk concert voor 2 of 3 sopraansoli met enkele instrumenten. De passie wordt ingeleid en besloten door een meer-korig motet. De stijl blijft al bij al sober en direct om het levendige verhaal van Johannes recht te doen. Willem Ceuleers, die naast componist en organist ook nog zanger is, zal zelf de rol van Evangelist vertolken. Daarnaast zijn er nog 3 tot 6 zangstemmen (al dan niet verenigd tot een koor) en een instrumentaal ensemble van fluiten, cornet, trombone, strijkinstrumenten en basso continuo (orgel en klavecimbel). De uitvoering van de Johannespassie van Ceuleers vindt plaats op 1 april (Palmzondag) om 16u in de Sint Lambertuskerk te Brussel-Laken. Op Goede Vrijdag 6 april wordt de Johannespassie uitgevoerd op haar eigenlijke plaats: in de liturgie tijdens een sobere woorddienst. Dit vindt plaats om 20u in de Protestantse Kerk aan de Lange Winkelstraat 5, te Antwerpen. Meer info:
[email protected] // www.a-c-m.be
............................................................................................................................... 1 april, 16u, St Lambertuskerk, Brussel-Laken 6 april, 20u, Protestantse kerk Lange Winkelstr. 5, Antwerpen ............................................................................................................................... april 2012
23
Protestantse Omroep vzw Brogniezstraat 44 1070 Brussel _____________________________________________
Colofon Verantwoordelijke uitgever Dr. Guy Liagre
Redactieadres: Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel tel.: +32-(0)2-511 44 71 fax.: +32-(0)2-510 61 74 E-mail:
[email protected]
Radio
Website : http://www.vpkb.be
Woensdag 18 april 2012 Radio 1 om 20:03 Mens voor de mensen zijn: Zoveel méér waard dan vele mussen! (Frank MARIVOET)
Prijzen Kerkmozaïek • Individueel abonnement: 15,00 euro • Groepsabonnement: 12,50 euro (vanaf minimum 5 exemplaren naar éénzelfde adres) • Steunabonnement: 20,00 euro
Televisie
Vorige nummers Kerkmozaïek http:/www.hipgo.be/kerkmozaiek/
Paaszondag 8 april Eén om 10:00 Paasviering in eurovisie door Italiaans-Zwitserse televisie Zondag 15 april Eén om 10:00 Kerkdienst vanuit de Protestantse Kerk Brussel (ds. Steven FUITE)
Storten kan op rekeningnummer 068-0715800-64 van de Verenigde Protestantse Kerk in België, Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel. IBAN BE29 0680 7158 0064 BIC GKCCBEBB De redactie behoudt zich het recht voor om bepaalde artikelen niet te publiceren, indien nodig in te korten en/of redactioneel te bewerken. Zij is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de artikelen en slechts ten dele voor de stijl. Organisaties en tijdschriften, niet behorend tot de VPKB, die artikelen uit het maandblad Kerkmozaïek geheel of gedeeltelijk wensen over te nemen of te bewerken, dienen dit schriftelijk aan te vragen op het redactieadres. Sluitingsdatum volgende Kerkmozaïek : 17 april 2012.
24 april 2012
Afgiftekantoor : 1070 Brussel - Verantw. uitgever en afzendadres : dr. G. Liagre, Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel
Redactieteam Bea Baetens ds. Edwin Delen ds. Ernst Veen dr. Dick Wursten
Creatie cover: Drukkerij N. de Jonge n.v., 1850 Grimbergen