Nr. 4 | april 2015| 37ste jaargang | verschijnt niet in augustus | P 408.654
Pasen
april 2015
1
Inhoud / Uit de redactie
Inhoud
Schriftwerk / Woord van de voorzitter Jan van den Berg: Op de vleugels van Pasen blz. 3 Annet Sinnema: gesprek met de voorzitter: stress en burn-out blz. 4 Steven H. Fuite: natuurlijk blz. 5 In het vizier: Pasen Anne Kooi: opstanding bij het dieptepunt van een leven blz. 6 Tünde Boelens Czakany: is er leven zonder lijden? blz. 7 Marc Schippers: opoffering, lijden en opstanding in de internationale scheepvaart blz. 8 Coördinatie Bezinning en Dialoog: Christendom - Jodendom Peter Tomson: opstanding en verheerlijking blz. 10 Commissie Kerk in de Samenleving Rob Van Drimmelen: Syrië blz. 11 Commissie Administratie en Financiën dr. Jenny van Drimmelen: meldpunt seksueel misbruik en huiselijk geweld blz. 12 Boekbespreking dr. Dick Wursten: de teloorgang van een geliefde Psalm blz. 13 Aankondigingen aankondigingen en nieuws uit de Synodale Raad
blz.14
Van hier en daar Jürgen Soetens: Pasen blz. 15
Uit de redactie Bevrijding wordt pas ten volle beleefd als je aan den lijve hebt ervaren wat het betekent gevangen te zijn, hetzij daadwerkelijk als gevolg van een gepleegd strafbaar feit hetzij door ziekte of een andere vorm van lijden.In dit nummer van Kerkmozaïek besteden we aandacht aan de betekenis die het Paasevangelie kan hebben voor mensen in de gevangenis, de scheepvaart en voor ernstig zieken. Mensen die ieder op hun eigen manier gebonden zijn en die vanuit de moeiten van iedere dag daadwerkelijk moed putten uit het verhaal van opstanding en bevrijding.
________________ Namens de redactie, Annet SINNEMA
2
april 2015
Schriftwerk
Op de vleugels van Pasen
Schriftwerk
Op de vleugels van Pasen
De ervaren bijbellezer weet dat Maria van Magdala volgens het evangelie van Johannes op de morgen van Pasen twee engelen in witte kleren tegenkomt in het graf waar Jezus was begraven. Maria hoort de engelen spreken: waarom huil je? En ze zegt: ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem naar toe De ervaren bijbellezer weet dat Maria van Magdala volgens het evangelie van Johannes op de morgen van hebben gebracht. Pasen twee engelen in witte kleren tegenkomt in het graf waar Jezus was begraven. Maria hoort de engelen De Engelse dichter George Herbert (1593-1633) heeft daar een bijzonder antwoord op gegeven in het gedicht spreken: waarom huil je? En ze zegt: ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem naar toe Easter Wings: Vleugels van Pasen. Het is in verrassende vorm gegoten, zodat je bij het draaien van het blad – een hebben gebracht. kwartslag – ineens de vleugels van de twee engelen ziet verschijnen. Teruggedraaid naar de gewone vorm, zie De Engelse dichter George heeft bijzonder antwoord op gegevenom in het gedicht je hoe de mens in de figuurHerbert van het(1593-1633) gedicht zelf van rijkdaar naareen arm en mager wordt beschreven, vervolgens Easter Wings: Vleugels van Pasen. Het is in verrassende vorm gegoten, zodat je bij het draaien van het blad – een mee te vliegen op de vleugels van de overwinning. Het is een gebed van een mens in nood , die op de vleugels kwartslag – ineensleeuwerik de vleugels van de tweewil engelen zietKijk verschijnen. Teruggedraaid naar de gewone vorm, zie van een zingende meegenomen worden. en luister maar. je hoe de mens in de figuur van het gedicht zelf van rijk naar arm en mager wordt beschreven, om vervolgens mee te vliegen op de vleugels van de overwinning. Het is In een vanvan eenJan mens in nood , dieNordholt op de vleugels degebed vertaling Willem Schulte luidt van een zingende leeuwerik meegenomen wil worden. Kijk luister hetenals volgt:maar. Easter Wings Lord, Who createdst man in wealth and store, Easter Wings Easterhe Wings Though foolishly lost the same, Decaying more andwealth more, Lord, Lord, Who Who createdst createdst man man in in wealthand andstore, store, Till he became Though Though foolishly foolishly he he lost lostthe thesame, same, Most poor: Decaying more and more, more, Decaying more and Till he became With Thee Till he became Most poor: OMost let me rise poor: With Thee As larks, harmoniously, Thee OWith let me rise AndAs sing this day Thy larks, O letharmoniously, me risevictories: AndAs sing thisharmoniously, day Thy victories: Then shall the fall further the flight in me. larks, Then shall the fall further the flight in me. And sing this day Thy victories: My tender sorrow did beginne: Then theage fallin the in me. My shall tender age infurther sorrow didflight beginne: And And still still with with sicknesses sicknessesand andshame shame Thou didst didst so punish punishdid sinne, Thou sinne, My tender age insosorrow beginne: That I became That I became And still with sicknesses Most thinne.and shame Most Thou didst sothinne. punish With Thee sinne, With Thee Let me combine, That I became And feel this Thy victorie: LetMost me day combine, thinne. For, I imp wing Thine, And iffeel thismy day Thy on victorie: Thee Affliction shall With advance the flight in me. For, if ILet impme mycombine, wing on Thine,
In de vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt luidt Vleugels van Pasen In de vertaling van Jan Willem Schulte het als volgt: Nordholt luidt het als volgt: Gij hebt de Vleugels mens gemaakt in glans en eer, van Pasen Vleugels Schoon dwaas hijvan die Pasen verloren heeft, Vervallend meer eninmeer, Gijhebt hebtde demens mensgemaakt gemaakt glans en en eer, eer, Gij in glans Zie hoe hij beeft, Schoondwaas dwaas hij hij die die verloren verloren heeft, heeft, Schoon O Heer; Vervallend Vervallend meer meer en en meer, meer, Zie hoe hij beeft, Heer gij Zie hoe hij beeft, O Heer; Verrijst en ik O Heer; Heer gij VerrijsHeer met U, vrij gij zo Verrijst en ik En vrolijk als een Verrijs met U, zo Verrijst enleeuwerik, ik vrij En vrolijk als een leeuwerik, Hoe dieper val hoe hoger Verrijs met U, zovlucht vrij voor mij. Hoe dieper val hoe hoger vlucht voor mij. En vrolijk als een leeuwerik, Al in mijn jeugd begon voor mij ’tvoor verdriet, dieper val hoe hoger mij. AlHoe in mijn jeugd begon voorvlucht mij ’t verdriet, Ziehoe hoeikikom ommijn mijn zonden zonden beef, beef, Zie Daar Gij gebiedt. Daar Gijmijn mijn straf straf Al in mijn jeugd begon voor mij ’t verdriet, Ach God ik leef Ach God ik leef Zie hoe ik om mijn zonden beef, Haast niet Haast niet Daar Gij mijn straf gebiedt. Als Gij Als Gij Mij maar herkent Ach God ik leef En doet uw winst met mij, Mij Haast maar herkent niet MijnEnvleugel opwinst de uwe is mij, geënt, doet uw Als Gij metschoon Dan stijg ik uit mijn droefheid, en vrij. Mijn vleugel op de uwe is geënt, Mij maar herkent
En doet uw winst met mij, And feel this day Thy victorie: Dichter en vertaler zijn erin geslaagd de engelen zichtbaar te maken. Pasen heeft vleugels gekregen. En op die Mijn vleugel op de uwe is geënt, For, if I imp my wing on Thine, vleugels wordt een mens gedragen. Ik wens u allen een vrolijk en gevleugeld Pasen. Dichter en vertaler zijn erin geslaagd de engelen zichtbaar te maken. Pasen heeft vleugels gekregen. En op die vleugels wordt een mens gedragen. Ik wens u allen een vrolijk en gevleugeld Pasen. _________________ Met vriendelijke groet, Ds. Jan VAN DEN BERG, _________________ predikant te Brasschaat. Met vriendelijke groet, Ds. Jan VAN DEN BERG, predikant te Brasschaat. april 2015
3
Interview met de voorzitter
Stress en burn-out Sinds 1 september 2014 is nieuwe wetgeving van kracht ter preventie van de psychosociale risico's op het werk. Deze wet behelst niet alleen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, maar strekt zich ook uit tot het helpen voorkomen van stress en burn-out. Hoewel de Kerk misschien niet op alle fronten te vergelijken is met het bedrijfsleven, zijn stress en burnout ook op het kerkelijk erf geen onbekenden. Dus na de woorden van de voorzitter over duurzaamheid en klimaat een gesprek over de gesteldheid van het lééfklimaat in de Kerk. Op welke manier speelt deze problematiek rond stress en burn-out een rol in de Kerk? ‘Als je de Kerk zou vergelijken met een commerciële onderneming, dan kun je zeggen dat veel actieve kerkleden zich deel voelen van een ploeg die instaat voor een product. Maar waar dat product vroeger gretig werd afgenomen, is er vandaag de dag minder vraag naar. Probleem is echter: we hébben niets anders, we zijn onszelf, we zijn Kérk. Dat het allemaal niet meer zo loopt als in voorgaande tijden, voelt als een verlies. Als reactie zijn we nogal eens geneigd om koste wat kost en aan het oude vast te houden. Dat levert spanningen op.’ Kunt u een concreet voorbeeld geven? ‘Zoals ook in onze synodevergadering van vorig jaar november ter sprake kwam, heeft onze Kerk een zware organisatiestructuur. Dat is ook, maar niet alleen het gevolg van het feit dat de VPKB een fusiekerk is van drie grote tradities. We maken deel uit van diverse nationale en internationale organisaties, en ook intern is er een grote diversiteit aan overlegstructuren en accenten. Er móét van alles en, eender welke aspect je ook ter discussie zou willen stellen, er zijn altijd wel mensen die het belangrijk vinden om toch zeker daarmee door te gaan. Denk bijvoorbeeld aan thema’s als het klimaat, de participatie van de jeugd in ons kerkzijn, het stimuleren van ... noem maar op. Veel zaken zijn belangrijk, maar in de praktijk helaas vaak niet te realiseren. Dat moeten we onder ogen willen zien. We moeten er als kerk aan wennen dat we niet alles meer kunnen en dat we heldere prioriteiten moeten stellen.’ En welke prioriteiten stelt de Synodale Raad dan? ‘Zonder ons op onszelf terug te trekken - ik ben me ervan bewust dat dat een risico is - moeten we ons bij elke uitnodiging die we ontvangen in alle eerlijkheid afvragen: “hebben wij als VPKB daar iets bij te dragen of kunnen we er iets ophalen aan impulsen, nieuwe
4
april 2015
ideeën, inzichten, ja of nee”? Luidt het antwoord negatief, dan niet doen.’ Wie lopen in het kerkenwerk de meeste kans op een burn-out? ‘Ik denk dat die kans in alle sectoren van de kerk bestaat, maar beperk me even tot de predikanten. Van nature is er een nauwe band tussen het ambt en de persoon die het bekleedt. Een achteruitgang van het gemeenteleven - in welke vorm dan ook - heeft voor een dominee vaak ook een persoonlijke dimensie en roept vragen op als: ik doe alles wat in mijn vermogen ligt, maar het lukt me niet, ben ik wel op mijn plaats? In de praktijk blijken dat diepe existentiële vragen te zijn. Al mag de predikant, noch ‘de Kerk’, nooit uit het oog verliezen dat kerkenwerk teamwork is en niet van één enkel persoon afhangt.’ Welk beleid zet de Synodale Raad in om stress en burnout te voorkomen? ‘Om iets te noemen: de Synodale Raad stimuleert predikanten om hun rechtmatige studieverlof ook daadwerkelijk goed te gebruiken… Het wordt nogal eens onderschat hoe deugddoend het is om eventjes afstand te nemen van het dagdagelijkse ‘moeten’.
Ik denk verder dat het, zeker in deze tijd, van groot belang is om collegiaal te zijn. Daarmee bedoel ik elkaar als collega’s te ontmoeten om vreugden en zorgen te delen, stoom af te blazen en elkaar tot steun te zijn en samen tijd te nemen voor reflectie en gebed. De accu opladen. Ervaren om niet alleen te zijn, maar vergezeld te worden en je zelfs gedragen te weten, is de grootst denkbare impuls om aan het werk te blijven in de wijngaard des Heren. En er is niets mooiers dan dat.’
_______________________ Interview: Annet SINNEMA Meer over dit onderwerp in Kerkmozaïek van mei. Dan staat het thema ‘Burn-out’ in het vizier.
Woord van de voorzitter
Natuurlijk Ik groeide op in een gezin waarin heel wat regels golden. Vele daarvan waren religieus geïnspireerd. Binnen de brede waaier van het gediversifiëeerde protestantisme behoorden mijn ouders tot een tamelijk strenge kerkelijke denominatie. Kort samengevat: je bent als mens klein, niet vrij van zonde, en hebt respect en ontzag voor autoriteit. Ook voor de natuur. Die was immers door God geschonken. Ik gooide dus geen papiertjes op straat. Regelmatig kreeg ik te horen hoe mooi de schepping wel niet was. De natuur was immers zoveel mooier als je er de hand van God in zag, en dus kon je het eigenlijk altijd maar beter meteen expliciet over de schepping hebben. Zelf wonend in een plat polderlandschap, werden er vooral bij mooie vergezichten over voor ons onbekend terrein, zoals tijdens zomervakanties in de Alpen, geregeld kreten geslaakt van oprechte verbazing en diepe verwondering. En of het er nu wel of bij werd gezegd, één ding was duidelijk, dat God dit had gemaakt! Tegelijkertijd werd er in zowel de maatschappij als in de kerkgemeente waartoe wij behoorden zonder enige diepgaande reflectie een groot stuk natuur absoluut niet behandeld als behorend tot Gods mooie schepping. Het was de tijd waarin bijvoorbeeld ontelbare vaten hoogst gevaarlijk afval in zee werden gedumpt, en dit volkomen legaal. Achteraf gezien onvoorstelbaar. Misschien speelde in deze collectieve onnadenkendheid ook mee dat toentertijd de schepping naar veler idee zo groot en sterk was en dat het wel tegen een stootje kon. Inmiddels weten we beter. Hoewel, je kunt je met recht afvragen of we sindsdien echt wel vorderingen hebben gemaakt,; nog niet zo lang geleden waren er ernstige plannen om gevaarlijk afval de ruimte in te katapulteren, dwars door het cordon van ons zwerfvuil dat onze atmosfeer inmiddels toch al omvat. Hoe dan ook, de gifvaten van toen ‘verdwenen’ in zee. Er diende zich een eenvoudige oplossing voor een probleem aan, dat daarenboven ook nog relatief weinig geld bleek te kosten. Alles is economie, nietwaar? Zelf was ik nog jong en met andere dingen bezig. Mijn kerk liet zich niet horen. Ook gelovigen knepen blijkbaar makkelijk een oogje toe, uiteraard grotendeels onbewust. In werkelijkheid vond er een gedeeltelijke onteigening plaats, een vreemde ontkoppeling van natuur en schepping. Het is nu zo’n halve eeuw later. De mij met de paplepel ingegoten liefde voor de
schoonheid en de complexiteit van de schepping, draag ik nog steeds met me mee. Weinig heerlijkers dan met een macro-lens op jacht te gaan en insecten te fotograferen. Ook is er veel veranderd, zowel in de bewustwording van de kerk die ik mag dienen als in mijn eigen bewustwording, houding en gedrag. Wat mijzelf aangaat is dat al jaren aan de gang. Daarin heeft onder meer het krijgen van kinderen een rol gespeeld, alsook het feit dat mijn beide dochters dankzij het onderwijs op school uiterst bewust en soms irriterend consequent allerlei aankopen en andere keuzes belichtten vanuit de impact op het milieu. Onder voortdurend toezicht je verankerde gewoontes concreet veranderen, is vermoeiend. Ik heb hen meermaals grappend beschuldigd van ‘eco-terreur’. Onze Verenigde Protestantse Kerk in België kent een aantal vaste zondagen waarop in elke lokale kerk een bepaald thema aan de orde komt. Tijdens de jaarlijkse synodevergadering van november 2014 werd besloten om aan deze lijst van bijzondere zondagen ook ‘de scheppingszondag’ toe te voegen. Ik ben daar erg blij mee. Ook, maar niet alleen, doordat ik de natuur nog steeds als Gods schepping beschouw. Wat bij mij en in de Verenigde Protestantse Kerk in België en in allerlei kerken wereldwijd vooral veranderd is, is het besef dat in het leven en samenleven alles met alles en iedereen te maken heeft. Kort gezegd: mijn concrete gedrag, hoe en wat ik consumeer aan voedsel en aan goederen, hoeveel en hoe ik reis, heeft direct gevolgen voor andere mensen, vooral voor de meest weerloze. De manier waarop in 2013 tijdens de 10de Assemblée van de Wereldraad van Kerken in Busan werd gesproken over ‘climate-justice’ trof heeft mij diep getroffen. De vraag is niet alleen of en hoe we de klimaatwijziging kunnen afremmen en het proces van de sterk afkalvende biodiversiteit kunnen stoppen, maar evenzeer wié er getroffen zullen worden ten gevolge van onze manier van produceren en consumeren. Naar zich laat aanzien vooral diegenen die nu al tot de armsten behoren. Van alle kanten weet ik mij als gelovig mens geroepen om te doen en te laten wat ik maar kan. ________________ Ds. Steven H. FUITE Synodevoorzitter Verenigde Protestantse Kerk in België
april 2015
5
In het vizier: Pasen
Opstanding bij het dieptepunt van een leven zou zijn. Achter een harde façade speelt vaak veel onmacht en een gebrek ervaren aan grip hebben op de eigen Sitz im Leben. ‘Is mijn leven ooit nog weer goed op de rails te krijgen?’ Velen twijfelen daaraan. Velen hebben ook de motivatie om daartoe de nodige stappen te zetten in feite al verloren. Wat betekent Pasen dan?
De viering van Pasen in de gevangenis is altijd een bijzonder gebeuren. Ik denk dat veel mensen die er niet zo bekend mee zijn, met verbazing zouden kijken naar zo´n Paasviering achter de tralies. Wat ze dan zullen zien is dat gedetineerden met veel overtuiging en passie, en uit volle borst meezingend, zich overgeven aan deze bijzondere viering. Als het ergens Pasen is, dan is het bij mensen die het moeilijk hebben; dus ook in de gevangenis. Wat in de meeste kerken ondenkbaar is, is daar de gewoonste zaak van de wereld. Natuurlijk is de context heel anders. Maar misschien is die wel anders anders dan we gewend zijn te denken. De groep mensen die in de kerken vrijwel ontbreekt immers, is daar oververtegen¬woor¬digd. Namelijk jonge mannen van zo tussen de twintig en veertig jaar. Het stemt tot nadenken dat er in die context een verbinding tot stand komt tussen allerlei verschillende mensen (pastores, jong volwassen pastoranten, vrijwilligers en soms ook toezichthouders) waarin het evangelie echt kan opklinken. Klinkt het zingen dan- in letterlijke en in overdrachtelijke zin – niet ook wel eens vals? Ja, zeker wel. Maar dat mag, of dat hoort zelfs in het koor van mensen die door hun ellende heen zich iets van moed en hoop inzingen. Lang niet iedereen, maar toch een groot percentage mensen die in de gevangenis zitten – en dat geldt dus ook voor de vrouwen die gedetineerd zijn – hebben het gevoel dat hun leven niet gegaan is zoals ze dat hadden gewild. Soms is dat onuitgesproken, soms verstopt achter stoer gedrag, soms in een gesprek met de dominee zelfs nauwelijks toegegeven, maar bijna altijd zouden mensen de dingen anders gedaan willen hebben, dan zoals het in hun leven gelopen is. Als dat maar enigszins mogelijk
6
april 2015
De opstanding van Jezus Christus is een wonder dat dan een bijzondere betekenis krijgt. Er gloort soms iets van: ‘misschien is er dan toch ook voor mij ergens nog een plek waarin ik geaccepteerd kan zijn?’ Hoop kun je het al niet noemen, want daarvoor is er vaak te veel wanhoop. Pasen bestaat niet zonder Goede Vrijdag. De gebrokenheid van het bestaan en de doodgelopen weg, de schuld: het is er volop, als het eenmaal erkend wordt. Ik krijg regelmatig het gevoel dat het lijden en de dood van Jezus herkenbaarder is voor gedetineerden dan zijn opstanding. Dat lijden en sterven van Jezus is net zo verbijsterend concreet als de harde werkelijkheid van het leven dat zij soms leiden. Maar delinquenten kunnen dan ook als geen ander gevoel hebben voor het onvoorstelbare geschenk van de opstanding. Er spelen eigenlijk nooit vragen over of het allemaal wel kan.., dat met dat opstaan uit de dood. De vragen over hoe je deze opstanding voor jouzelf persoonlijk ‘waar wilt maken’ kunnen daarentegen juist heel pregnant en vol twijfel aan de orde komen. Dat de dood Jezus niet kon vasthouden betekent dat de dood ook geen macht meer over ons zal hebben. Niet langer hoeft het leven gegijzeld te zijn door de dood. Voor gedetineerden is het soms een grote uitdaging om het risico te nemen om echt te gaan leven. Om het risico te nemen om iets tegen je eigen belang in te doen; iets dat de ban doorbreekt..., om een eerste stap te zetten in de oplossing van een conflict, om een vraag om vergeving te durven stellen. Opstanding geeft de moed om kwetsbaar en nederig te zijn. Wat je bij een Paasviering in de gevangenis kunt meekrijgen is dat werkelijk ieders leven reeds veranderd is door de opstanding van Jezus. ____________ ds. Anne KOOI
In het vizier: Pasen
Is er leven zonder lijden? Zonder lijden zouden wij er vandaag niet zijn. Onze moeder heeft geleden toen ze ons op aarde zette. Door dit lijden heen maakte ze zich los van haar kindje. Ze raakte het kind een beetje ‘kwijt’. Ook voor de baby moet het pijnlijk zijn, voor het eerst in zijn leven apart van de moeder. Toch is die pijn gezond en leidt het tot een nieuwe stap. Maar hoort het lijden ook na die eerste pijn écht bij het leven? Er zijn ongelooflijk veel ziektes en trauma’s die ons vanaf onze kindertijd in gevaar kunnen brengen. Voor sommige mensen en families is dit de pijnlijke realiteit. We vrezen pijn omdat die verschrikkelijk kan zijn. De last kan zo zwaar zijn, dat we de pijn het liefst uitroeien. Wij begrijpen niet waarom mensen mindervalide zijn of ongeneeslijke ziektes hebben. Wij willen zo graag dat iedereen kan genezen. Niemand zou moeten lijden. Gelukkig kunnen door nieuwe uitvindingen en door de medische ontwikkelingen veel trauma’s en ziektes verholpen worden. Dat Jezus Christus velen genas gebeurde niet alleen in lang vervlogen tijden. Ook vandaag nog zien we dat Hij met zijn ‘handen’ mensen aanraakt. Dat zo het ondragelijke dragelijk wordt en dat zelfs een tumor kan verdwijnen. Mensen genezen, soms totaal onverwacht. Het vertrouwen in onze Schepper doet veel goed. Niet alleen voor onze ziel maar ook voor ons lichaam en onze geest. Wij mogen Hem voor de kleine en grote dingen danken. Toekomst zien in uitzichtloze tijden Toch, hoezeer we ook wensen dat alles te genezen zal zijn, wij kunnen in ons leven niet om het lijden heen. Jezus, die zovelen heeft genezen, leed zelf onder de gevolgen van het gruwelijk verraad. Voor de dierbare getuigen was het onvoorstelbaar en onbegrijpelijk, net zoals vandaag voor ons. Maar Jezus begreep waarom hij moest lijden: omdat het leven van de mensen in zonden gedrenkt is en niemand daarvoor verantwoordelijkheid zou nemen. Hij begrijpt niet alleen de ziektes die wij ‘produceren’ maar ook de vreselijke fouten die wij maken en die vaak de hel op aarde brengen. Hij deelde het visioen van de Vader en aanvaardde de roeping om zelf de verantwoordelijkheid voor die verloren zuiverheid op zich te nemen. Daarvoor heeft hij het lijden aanvaard. Hoe kon dat? Hij kon verder zien… Hij wist dat hij een weg baande voor wie Hem aanvaardt, zodat wij als nieuwgeboren verder kunnen gaan. Zijn weg ging door grote moeiten heen: de kruisweg en de dood. Zonder zijn lijden zouden wij nergens zijn. Met hem kunnen wij ook in uitzichtloze tijden een toekomst zien: wij zijn geroepen om bij God te horen. Bij Hem is alles prachtig voorbereid en in zijn aangezicht hebben wij onze plaats. Tot die tijd zal er veel pijn en vaak ook lijden in het leven zijn. Wanneer wij iets kunnen doen om het lijden van anderen of van onszelf te verminderen, dan moeten we dat doen. Als we aan de grens komen van onze
mogelijkheden, kunnen wij slechts aanvaarden. Pas dan ervaren we dat Hij het lijden met ons meedraagt. Maar waarom wordt de ene wel beter en de ander niet? Waarom moeten zo velen in vreselijke pijn sterven? Wij weten het antwoord niet. Kleine dingen doen met echte liefde Lijden is een deel van het leven. Beter gezegd: het hoort bij het leven. Er is geen leven zonder het lijden… Als wij het op een moment niet kunnen veranderen of verlichten dan kan aanvaarden een weg zijn. Soms kan het lijden een instrument zijn waarmee wij getransformeerd worden tot ‘waartoe wij zijn gedacht…’ Misschien hoeven wij geen grote dingen te doen maar kleine dingen met echte liefde. Dat kunnen wij enkel beleven als wij ons overgeven. Alice Walker heeft gezegd: ‘Activism is the rent I pay for living on the planet’. Je kan het alleen zien als jij in de diepste pijn toch de nabijheid van de Allerhoogste wil ervaren. In mijn ziekenbezoeken leer ik vaak van de patiënten. Hun geduld en overgave verlicht hun lijden. In hun onmacht worden ze toch rijk gemaakt. Juist in het verliezen van de sterkte behouden velen hun kracht. In uitzichtloosheid werd de hoop van het eeuwige leven een houvast. Wat Jezus meegemaakt heeft met Pasen leert ons dat er door zijn kracht nieuw ___________________ Tünde BOELENS CZAKANY Protestants-evangelische ziekenhuis- en rusthuispastor
april 2015
7
In het vizier: Pasen
Opoffering, lijden en opstanding in de internationale scheepvaart De maritieme industrie is een van de meest geglobaliseerde sectoren ter wereld. De koopvaardij is een onontbeerlijk element van de internationale economie. Negentig percent van alle goederen wereldwijd wordt getransporteerd door zeeschepen. De maritieme industrie is maar op één ding gericht: financiële winst. Er heerst een voortdurende concurrentie tussen de rederijen, de goederenbehandelaars en andere betrokken partijen in de havens. Deze meedogenloze wedijver houdt geen rekening met het menselijke aspect. De mens wordt herleid tot een radertje in het onpersoonlijke systeem van het maritieme transport. Een groep werkers wordt vaak uit het oog verloren: de zeelieden. Zij houden zich bezig met het vervoer van ontelbare producten naar hun bestemming. Christenen Vele zeelieden zijn christenen. Hoe staan zij tegenover het lijden en de opstanding in het kader van Pasen? Ruwweg dertig percent van alle zeelieden zijn afkomstig uit de Filipijnen. De overgrote meerderheid van de bevolking daar behoort tot de Rooms-Katholieke Kerk, met een aanzienlijke minderheid die behoort tot verschillende protestantse denominaties. Het geloof neemt een belangrijke plaats in binnen de cultuur en de mentaliteit van de zeeman.
diverse vormen aan. De globalisatie van de koopvaardij verzwakt de economische en sociale positie van de zeelui. Ze kunnen gemakkelijker worden uitgebuit omdat ze in lageloonlanden worden gerekruteerd. Indien de zeeman weigert zich hieraan te onderwerpen, is een vervanger snel gevonden. Vaak worden ze onderbetaald of ontvangen maandenlang geen loon. Het komt regelmatig voor dat een zeeman tijdens zijn vakantie wordt opgebeld door het uitzendbureau met de vraag om vroegtijdig te vertrekken. Vele zeelui durven niet weigeren uit angst niet meer aan de bak
Storm op zee Zeelieden worstelen vaak met de natuurkrachten. Als havenaalmoezenier heb ik vele verhalen gehoord van bemanningsleden die dagenlang vochten om hun schip overeind te houden tijdens storm op zee. Een kapitein vertelde mij dat hij ooit dagenlang met de moed der wanhoop zijn schip door een storm probeerde te loodsen, terwijl hij voortdurend aan het bidden was met een rozenkrans in zijn hand. Het geloof helpt om met deze moeilijke omstandigheden om te gaan. Opoffering Om de loonkosten te drukken, doen de rederijen een beroep op zeelui uit lageloonlanden. Tijdens mijn gesprekken met zeelui, komt een bepaald thema regelmatig aan de orde: opoffering. De keuze voor de zee is voor het overgrote deel van de bemanningsleden niet ingegeven door aanleg of interesse. In het thuisland bestaat weinig kans om een goede baan met een fatsoenlijk loon te vinden. Het offer van de zeelieden bestaat er in dat zij hun leven aan boord doorbrengen voor anderen: hun gezin en de uitgebreide familie. Lijden Dit offer veroorzaakt het lijden. Dit lijden neemt
8
april 2015
PRAYER FOR SEAFARERS Dear Lord, we ask you to take all Seafarers into Your care and protection. Make them alert and wise in their duties, Help them to be faithful in the time of routine, prompt to decide and courageous to act in any time of crisis. Protect all our Seafarers from the dangers and perils of the sea; and even in storms— natural or spiritual—grant that there may be peace and calm within their hearts. When they are far from home, far from their loved ones and from their homeland, give them the grace to be quite sure that, wherever they are, they can never be beyond Your loving concern. Take good care of our loved ones in the days and weeks and months when they are separated from us—sometimes with half the world between us. Give us the grace to be true to them, and keep them true to us. And when we have to part, bring us together again in safety and loyalty. This we ask for your love’s sake. Amen
Coördinatie Bezinning en Dialoog: Christendom - Jodendom
te komen. Lange afwezigheid Het geestelijke lijden is echter het moeilijkst om te dragen. Het leven aan boord kent een zekere monotonie: dezelfde stalen omgeving, de leefwereld die beperkt wordt tot de werkruimte, de eetzaal en de kajuit. Steeds diezelfde gezichten, sommigen die men wenst te ontvluchten. Gevoelens van isolatie en vervreemding slaan toe. Maar het zwaarste is wel de lange afwezigheid van gezin en familie, die leidt tot eenzaamheid en weemoed. De koopvaardij is nog steeds een mannenwereld. Lange periodes van afwezigheid kunnen een langverwachte thuiskomst veranderen in een stresserende en ontwrichtende situatie. Wanneer een zeeman thuiskomt, wil hij een vader zijn voor zijn kinderen. Soms worden de kinderen boos op die man die thuis komt en hun vertelt wat zij moeten doen of laten, hoewel hij de laatste negen maanden geen deel heeft uitgemaakt van hun leven. Ook de echtgenote kan zich verscheurd voelen. Ze is dan wel blij dat haar echtgenoot is teruggekomen maar ze weet ook dat hij binnen drie maanden of korter, weer gaat vertrekken.
Herkenning Het offer van de zeeman veroorzaakt lijden in diverse vormen: angst, isolatie, eenzaamheid, fysieke en geestelijke vermoeidheid en pijn. De zeeman begrijpt en herkent dan ook die woorden van Jezus die we terug vinden in het evangelie van Marcus. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen Petrus, Jakobus en Johannes: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij zou gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ (Mc.14: 33-36). Opstanding Heeft de opstanding van Jezus, volgend op het offer en het lijden, ook een betekenis in het leven van zeelieden? De gelovigen beschouwen de opstanding van Christus als een overwinning over de dood. Zij bidden tot Hem, vertrouwen op Hem om hen naar een veilige haven te brengen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik herinner me verschillende ontmoetingen met bemanningsleden die ternauwernood aan de dood waren ontsnapt. Zij hadden een sterke wens om de Heer te danken voor hun redding. Ze voelden zich door Hem gesterkt in een gevaarlijke situatie en steunden op Hem wanneer het uitzichtloos leek. Sommige zeelui vinden dan ook gemakkelijk de weg naar de kapel in het zeemanshuis wanneer zij ongedeerd hun arbeidscontract hebben beëindigd. Voor diegenen die moeilijkheden ondervinden tijdens het verblijf aan boord, geeft het voorbeeld van Jezus moed. Hij heeft zich vrijwillig opgeofferd, Hij heeft geleden maar Hij heeft de dood overwonnen. Het offer, het lijden en de opstanding van Jezus spelen een belangrijke rol in het leven van gelovigen die kiezen voor een carrière op zee. Met Gods zegen. _____________ Marc SCHIPPERS Havenaalmoezenier
april 2015
9
Coördinatie Bezinning en Dialoog: commissie Jodendom - Christendom
Opstanding en verheerlijking Jezus en de rabbijnen (36) Het gesprek over de opstanding verzandt vaak in de vraag of zoiets ‘kan’ of niet. Dat is vooral zo sinds het rationeelwetenschappelijke wereldbeeld het hele leven ging beheersen. Niet alles is in natuurwetenschappelijke taal te vangen, zeker niet de geheimen van het leven. Daartoe behoort de opstanding der doden. We krijgen daar misschien meer inzicht in als we het beeldende begrip ‘verheerlijking’ erbij betrekken, waarmee het verbonden is. Al heeft de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) daar wat moeite mee. Gods heerlijkheid
als Paulus en Jezus.
In de Bijbel wordt het woord ‘heerlijkheid’ gebruikt wanneer de sfeer van God doorbreekt in mensenlevens. Zo zegt Lucas 2:9 over de herders in het veld, als de engelen gaan zingen: ‘De heerlijkheid van de Heer omstraalde hen’ (NBG). De NBV heeft: ‘Ze werden omgeven door het stralende licht van de Heer’ ‒ meer verklarend, maar ook meer natuurwetenschappelijk. Maar het gaat niet om het natuurkundige verschijnsel ‘licht’, het gaat om de sfeer van God. Deze wordt beeldend aangeduid met het begrip ‘heerlijkheid’. In het Grieks is dat doxa, in het Latijn gloria. De ‘glorie’ van God is zijn ‘stralende heerlijkheid’, de sfeer waarin Mozes binnentrad op de Sinaï: toen hij afdaalde ‘straalde’ zijn gezicht. In het Grieks staat er letterlijk: ‘het aanzien van zijn gezichtshuid was verheerlijkt’ (Exodus 34:29-35). Hetzelfde gebeurde met Jezus op de berg: ‘Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. ...Petrus en de beide anderen ...zagen de luister (heerlijkheid) die Jezus omgaf.’ Toen kwam er een wolk waaruit een stem klonk: ‘Dit is mijn zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ Daarna was het visioen voorbij en zagen ze alleen Jezus (Lucas 9:29-36).
Zo wordt verteld: ‘Het gebeurde eens dat Rabban Jochanan ben Zakkai op zijn ezel reed met Rabbi Elazar ben Azarja te voet achter zich aan. Deze vroeg: “Meester, leer mij een hoofdstuk uit de verborgen overlevering.” Hij zei: “Zeiden onze meesters niet dat je geleerd moet hebben en reeds uit jezelf verstaat?” Hij zei: “Meester, met verlof, zal ik in uw bijzijn een thema voordragen?” Hij zei: “Spreek.” Toen Rabbi Elazar begon voor te dragen steeg Rabban Jochanan af en zei: “Het is ongepast om de heerlijkheid van mijn Schepper aan te horen terwijl ik op mijn ezel zit.” Getweeën namen zij plaats onder een boom, vuur daalde neer uit de hemel en omringde hen, en de dienstdoende engelen dansten voor hen als verheugde bruiloftsgasten voor de bruidegom’ (Palestijnse Talmoed, Chagiga 2:1, 77a).
Rabbijnse mystiek Het is niet zo bekend dat ook de oude rabbijnen een mystieke traditie onderhielden. Ze hielden deze voor de meeste mensen verborgen, maar uitverkoren enkelingen werden ingewijd. Voorwaarde is dat deze geleerd hebben en reeds ‘uit zichzelf verstaan’ (Misjna Chagiga 2:1). Steeds gaat het daarin ook over de ‘heerlijkheid van God’. Rabbi Akiva was de grootste van alle mystici onder de rabbijnen. Van hem wordt verteld dat hij ‘in vrede binnenging tot in het paradijs en in vrede terugkeerde’ (Tosefta Chagiga 2:4). Niet toevallig schrijft ook Paulus, in verhulde termen, over zijn eigen mystieke ervaring als iemand die werd ‘weggevoerd tot in het paradijs’ (2 Korintiërs 12:4). De rabbijnen deelden een gelijkaardige mystieke traditie
10
april 2015
Jezus verheerlijkt Van Jezus wordt verteld dat hij bij zijn doop, voor zijn eerste optreden, zelf een mystiek visioen had: ‘Hij zag de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem...’ (Marcus 1:10-11). De zojuist genoemde ‘verheerlijking op de berg’, die voorafgaat aan zijn lijden en een visioen van de leerlingen inhoudt, staat in het verlengde daarvan. En ook het lijden en de opstanding zelf worden hun dit licht getoond. De Opgestane zegt in Lucas tegen hen: ‘Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie (heerlijkheid) binnen te gaan?’ (Lucas 24:26). Zo heeft de evangelist Johannes het begrepen: steeds spreekt hij van Jezus’ opstanding als zijn ‘verheerlijking’ (bijvoorbeeld Johannes 12:16). Paulus vult aan dat ook wijzelf, wij die in hem geloven, met hem zullen delen: ‘Wij zijn mede-erfgenamen met Christus: wij delen in zijn lijden om ook met hem te delen in Gods heerlijkheid’ (Romeinen 8:17). Natuurwetenschappelijke taal is hier niet van pas. Dit is alleen in beeldentaal te vatten. ________________ Ds. Peter TOMSON
Commissie Kerk in de Samenleving
Syrië vergadering in februari te openen met het lezen van Psalm 2, waarna de Raad zich een tijd lang in stilte verenigde met de zusters en broeders in en rond Syrië. In de 40-dagen periode, aldus ds. Fuite in de brief van de Synodale Raad, gedenken wij het lijden van Christus. Wij realiseren ons opnieuw dat het kruis van Christus omringd is door miljoenen andere kruisen en vragen: “Hoe lang nog, o Heer...”. Opbrengst collecte
De brutale kidnapping door Islamitische Staat van enkele honderden Assyrische christenen in Syrië heeft ons nog eens bepaald bij de uiterst nijpende situatie waarin christenen en andere minderheden in Syrië zich momenteel bevinden. Niet alleen in Syrië is het lijden van de bevolking groot, ook in de vluchtelingenkampen in de omringende landen staat de mensen het water aan de lippen. Voor de Synodale Raad was de gijzeling van de Assyrische christenen de reden om nog eens een brief te sturen aan de Raad van de Evangelische Gemeenschap in Syrië and Libanon. Deze gemeenschap omvat veel leden uit de reformatorische en baptistische kerkfamilies. In september vorig jaar schreef de Synodale Raad ook al aan deze gemeenschap om grote bezorgdheid te uiten over de situatie in Syrië. Tegelijkertijd werd de Belgische regering aangeschreven met, onder andere, het verzoek de humanitaire inspanningen ten behoeve van Syrische vluchtelingen te verhogen. Premier Di Rupo antwoordde enkele dagen later dat de regering de bezorgdheid van de VPKB ten volle deelt. Hij deelde ook mee dat het budget voor noodhulp aan de regio inmiddels verhoogd was. In de brief van maart aan de zusters en broeders in Syrië en Libanon schreef de voorzitter van de Synodale Raad, ds. Steven Fuite, dat de VPKB sterk meeleeft met de bevolking van Syrië. Ds. Fuite wees erop dat in sommige lidgemeenten van de VPKB, Assyrische christenen deel uitmaken van de kerkgemeenschap. Daardoor komt het lijden in Syrië dicht bij huis.
In het novembernummer van Kerkmozaïek werd aan de leden van de VPKB een oproep gedaan geld in te zamelen voor humanitaire hulp aan de miljoenen ontheemden in, en vluchtelingen vanuit Syrië. Deze actie, die op 1 maart werd afgesloten, heeft het mooie bedrag van 6.576 euro opgebracht. De opbrengst van de collecte is inmiddels door Protestantse Solidariteit overgemaakt aan ACT (Action by Churches Together) die de eucumenische noodhulp coördineert. Alle gevers hartelijke dank! __________________ Rob VAN DRIMMELEN Secretaris Commissie Kerk in de Samenleving
Dit bracht de Synodale Raad ertoe zijn maandelijkse
april 2015
11
Commissie Administratie en Financiën
Meldpunt Seksueel misbruik en huiselijk geweld Sinds november 2013 is binnen de VPKB een Kerkorde-artikel 39 van kracht waarin onder meer de te volgen procedure met betrekking tot seksueel misbruik en huiselijk geweld beschreven wordt. In deze procedure is er sprake van een werkgroep/meldpunt met drie taken: 1.
De klacht ontvangen (via de contactpersoon), waarop de werkgroep volgens haar statuut in vergadering bijeenkomt;
2.
De klacht doorgeven aan de Tuchtraad van VPKB;
3.
Erop toezien dat het slachtoffer (de slachtoffers) pastoraal begeleid wordt (worden).
In dit artikel zal nader ingegaan worden op dit meldpunt en de te volgen procedure. De gegevens van de contactpersoon zullen eveneens worden vermeld. Tenslotte wordt de Deontologische Code geciteerd die geldt voor alle ambtsdragers in de VPKB. Voor wie is dit meldpunt bedoeld? Geregeld worden we opgeschrikt door meldingen van seksueel misbruik, onveranderlijk met grote nadelige gevolgen voor het slachtoffer, in alle lagen van de samenleving en in alle soorten werkkaders. Ook de Kerk ontkomt hier niet aan. Binnen pastorale relaties worden soms hoge eisen gesteld aan de professionaliteit van de ambtsdragers en het bewaren van grenzen in het contact. Als mensen hulp vragen, bevinden ze zich vaak in een kwetsbare situatie. Seksualisering van het contact binnen pastorale relaties valt, ook wettelijk, onder ambtsmisbruik. Voor slachtoffers is het bijzonder moeilijk om seksueel misbruik aan te kaarten: ze staan voor een bijna onmogelijke strijd tegen eigen schaamte, tegen wantrouwen in hun gemeente, tegen procedurele nachtmerries (Zie Kerkmozaiek, juni 2012, “Bezint eer gij bemint”, door Jenny van Drimmelen-Krabbe). Enkele jaren geleden is aan de werkgroep gevraagd om ook klachten over huiselijk geweld te behandelen. Slachtoffers van huiselijk geweld hebben niet altijd voldoende weerbaarheid om tegen de dader in te gaan. Ze zijn vaak bang om nieuw geweld uit te lokken, of kunnen zelfs gaan denken dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor een uitbarsting van geweld. Ook deze slachtoffers bevinden zich meestal in een uiterst kwetsbare positie. Het meldpunt nodigt een ieder uit die zich in één dezer situaties bevindt, om contact te zoeken met de contactpersoon, of een klacht in te dienen. Zodra er een schriftelijke klacht is ingediend, gemotiveerd en ondertekend, kan de procedure opgestart worden. Procedure Indien het slachtoffer, eventueel na overleg met de contactpersoon, tot een schriftelijk gemotiveerde klacht is gekomen, wordt er een werkgroep gevormd rond het slachtoffer die in strikte vertrouwelijkheid de klacht onderzoekt. Hierbij is het belangrijk om het slachtoffer niet in de kou te laten staan. Daarom moet de klacht diepgaand, in korte tijd en correct worden behandeld.
12
april 2015
De VPKB roept iedereen op die klachten heeft over seksueel misbruik in pastorale relaties of huiselijk geweld, dit kenbaar te maken. De daartoe door de synode ingestelde werkgroep zal de klachten met zorgvuldigheid en binnen de wettelijke mogelijkheden en bevoegdheden behandelen. Voor alle vragen kunt u terecht op onderstaand adres.
Meldpunt Seksueel Misbruik en Huiselijk Geweld Contact: mevrouw J. Van Drimmelen-Krabbe p/a Huis van het Protestantisme Brogniezstraat 44, 1070 Brussel. Tel. 02/511 44 71 Alle correspondentie wordt ongeopend ter hand gesteld. Deontologische Code voor personen die een functie uitoefenen binnen de VPKB. Zie modellen, Formulieren, pp 102-106: II.3 (pagina 104) De predikant (ambtsdrager) eerbiedigt de persoonlijke (fysieke en geestelijke) integriteit van de ander. De “ambtsdrager” dient zich bewust te zijn van zijn vertrouwenspositie in pastorale relaties en de machtsongelijkheid die deze positie met zich kan meebrengen. Hij zal geen misbruik maken van de eventuele afhankelijkheid of kwetsbaarheid van diegenen, die aan zijn pastorale zorgen zijn toevertrouwd. Deze bepaling impliceert onder andere dat de “ambtsdrager” in een pastorale relatie gehouden is, zelfs als de ander dat verlangt of daartoe uitnodigt, niet metterdaad in te gaan op seksuele toenaderingspogingen of zelf dergelijke toenaderingspogingen te ondernemen.
___________________ Jenny VAN DRIMMELEN
Boekbespreking: Nieuwe Bijbel Vertaling
De teloorgang van een geliefde psalm Eén van de meest geliefde psalmen is ongetwijfeld Psalm 23. Het beeld van God als herder bezit levenskracht als de dood aan de deur klopt. De tekst staat boven doodsberichten en wordt gelezen of gezongen tijdens uitvaartdiensten. En ook al vertellen ijverige exegeten ons al tientallen jaren dat deze psalm eigenlijk niet over de dood gaat, toch blijft deze Psalm de ‘stervenspsalm’ bij uitstek. Hoe komt dat? Dat heeft veel te maken met de manier waarop men vroeger psalmen las (direct toepasselijk en als het maar enigszins mogelijk was verbonden met christelijke geloofsopvattingen). Bepaalde vertaalkeuzen werkten bij Psalm 23 dan ook nog eens zo’n uitleg en toepassing in de hand. Trouwens: tot de vertaling van 1951 verscheen, kwam de dood zelfs expliciet in de psalm ter sprake. Geheel in lijn met de oud-kerkelijke vertaling stond er in vers 4 immers dat wij door een ‘dal der schaduw des doods’ gingen. Veel exegeten menen dat het Hebreeuwse woord niet met ‘schaduw des doods’ moet worden weergegeven (volksetymologie zegt men), maar met ‘intens donker’. Vandaar dat het in NBG 1951 ‘een dal van diepe duisternis’ is geworden. Maar dat was niet het enige. Stond er in vers 3 niet dat ‘God mijn ziel verkwikt’? Dat werd verstaan als een verwijzing naar de verrijzenis, waar God ‘de ziel weer tot leven wekt’, reanimeert a.h.w. En als je dan aan het einde lezen mag dat ‘heil en goedertierenheid’ je zullen volgen en dat je ‘in het huis des Heren mag verblijven tot in lengte van dagen,’ dan is de hemel nabij. Ik weet dat hier historisch-exegetisch veel tegen in te brengen valt. Maar waar het mij om gaat is dat ik er op wil wijzen dat een Psalm naast een oorspronkelijke betekenis (die wetenschappelijk vertalers vaak tevergeefs proberen te achterhalen en weer te geven in een vertaling), ook een toegevoegde betekenis heeft. Die is er in de loop van de geschiedenis bijgekomen. Aan allerlei zinswendingen, beelden, en woorden van de tekst is die betekenis gehecht. Ze is vaak niet bedoeld, en soms zelfs berust ze op verkeerde interpretatie. Deze extra betekenis is echter wel door de tekst opgeroepen en vervolgens aan de tekst blijven kleven en voor veel lezers zelfs de hoofdbetekenis geworden. Een tragisch neveneffect van elke nieuwe vertaling is, dat er ‘betekenis-erosie’ plaatsvindt. Telkens wordt een stukje van deze ‘aangekleefde’ betekenis afgekrabd. Sinds 1951 gaan we niet meer door het ‘dal van schaduw des doods’, maar nog slechts door een ‘dal van diepe duisternis’. Dit heeft de meeste lezers echter niet lang bedroefd, want het beeld bleef overeind en het gevoel hetzelfde. In 2004 (NBV) werd het ‘dal van diepe duisternis’ nog eens gedowngraded naar een ‘donker dal’. In diezelfde vertaling is ook de ‘ziel’ uit vers 3 verdwenen: In NBV geeft God mij ’nieuwe
Een tragisch neveneffect van elke nieuwe vertaling is, dat er ‘betekenis-erosie’ plaatsvindt. Telkens wordt een stukje van deze ‘aangekleefde’ betekenis afgekrabd. Sinds 1951 gaan we niet meer door het ‘dal van schaduw des doods’, maar nog slechts door een ‘dal van diepe duisternis’. Dit heeft de meeste lezers echter niet lang bedroefd, want het beeld bleef overeind en het gevoel hetzelfde. In 2004 (NBV) werd het ‘dal van diepe duisternis’ nog eens gedowngraded naar een ‘donker dal’. In diezelfde vertaling is ook de ‘ziel’ uit vers 3 verdwenen: In NBV geeft God mij ’nieuwe kracht’. Dat is correct, want ‘ziel’ is in het Hebreeuws niet de geestelijke kern van mijn identiteit, maar gewoon het vitale levensbeginsel dat kan sputteren en dus ‘verkwikt’ (= nieuw leven inblazen) moet worden. Weer een dierbaar vers minder. In de BGT wordt er nog verder aan de psalm gekrabd: In vers 4 staat voortaan ‘Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen’. Het beeld dat we ‘door een donker dal moeten gaan’, zo rijk aan connotaties, is nu totaal verdwenen. Het is geofferd op het altaar van de Eenduidigheid en Begrijpelijkheid (met hoofdletters, want aan dit tweekoppige monster moest in de BGT alles onderworpen worden, had men afgesproken). Beseffen de vertalers dan niet dat met het weglaten van de enige twee concrete woorden uit dit vers, het evocatieve ‘donkere dal’ en het werkwoord ‘gaan’, men deze rijke zin in een platitude heeft veranderd ? Trouwens, waarom moest dat eigenlijk ? ‘Door een donker dal gaan’ is toch ook 'gewone taal' en ook mensen die niet vlot kunnen lezen, kunnen zich daar best wel iets bij voorstellen en zeker iets bij voelen. Misschien niet precies de associatie die de psalmist voor ogen had, maar dat moet de vertaler niet beslissen. Dat is nu juist aan de lezer! Wie zegt trouwens dat moeizame lezers, voor wie de BGT bedoeld is, geen beeldspraak aankunnen ? Vreemd vooroordeel. Tenslotte: ook de mogelijkheid om bij ‘het huis des Heren’ waar wij ‘tot in lengte van dagen mogen verblijven’, aan de hemel te denken, wordt in de BGT resoluut de kop ingedrukt. De vertaler weet dat het huis van de Heer de tempel is. Dus zet hij dat er ook maar gewoon neer, om misverstanden te voorkomen. De climax van de psalm is dus: ‘ik zal bij U zijn in uw tempel, mijn hele leven lang’. In plaats van de ultieme Psalm 23 die ons kracht geeft als de schaduw van de dood over ons leven valt is Psalm 23 nu geworden tot een getuigenis van een vrome man, die niet bang is, ook niet in het donker, en die als hoogste droom heeft dat hij zijn leven lang bij God in de tempel mag zijn. Dank u.
____________ Dick WURSTEN april 2015
13
Aankondigingen
VRT, zondag 12 april 2015 Eén 09:40 Canvas laat “ ‘t is tof ” Groene gedachten bij het scheppingsverhaal Johan, Dorothea en Gilbert zijn levensgenieters en ecologisch bewust... Voor alle drie is het Bijbels scheppingsverhaal een inspiratie . De oude tekst komt tot leven met prachtige beelden. De schepping is tof ! Daarover zijn zij het met God eens. Realisatie: David De Decker (
[email protected], 0495 412 473). Productie: Antoinette Panhuis (
[email protected], 02 230 52 22).
Service Protestant de Jeunesse
14
april 2015
Synodaal nieuws 13 juni 2015: synodevergadering in de Protestantse Kerk Brussel, Nieuwe Graanmarkt 8. 14 november 2015: synodevergadering in de Protestantse Kerk Brussel, Nieuwe Graanmarkt 8. 12 en 13 november 2016: weekendsynode in La Foresta Vaalbeek. De Synodale Raad:
Van hier en daar
Paastijd
“Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazareth die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood.” (Marcus 16,6) Jezus is verrezen. Dat wordt over de hele wereld gevierd door de gelovige christenen. Jezus is meer dan een mooie herinnering, het kruis meer dan een souvenir. De grote revolutie van het christendom is dat Jezus werkelijk leeft en dat men, waar ook ter wereld met Hem in relatie kan treden. Tweeduizend jaar geleden ging Jezus al weldoende rond in Palestina. Hij genas er zieken en verkondigde een boodschap van hoop aan lijdende mensen en uitgestotenen. Tweeduizend jaar geleden schonk Jezus het leven aan mensen die voor dood werden achtergelaten in de goten van de toenmalige steden. Zijn liefde zonder grenzen, Zijn dienstbare liefde tot het uiterste, liet mensen opstaan uit hun ellende en schonk hen leven in overvloed. Maar in Zijn menselijkheid was Hij beperkt in tijd en ruimte. Hij ontmoette alleen die mensen die Hij op Zijn weg tegenkwam. Toen Hij na Zijn kruisdood uit de doden opstond, werd Hij bereikbaar voor alle mensen waar ook ter wereld en in welke tijd dan ook. Verrijzenis wil zeggen dat Gods liefde zich niet laat begraven in de duisternis. De milde kracht van de liefde laat zich kruisigen, maar buigt niet voor het kwaad. Ze is sterker dan het brute geweld en breekt de macht van de dood. Gods liefde baant zich een weg doorheen tijd en ruimte en is door geen macht te stuiten. Dat is Pasen. (Bron: Jürgen Soetens, Een jaar vol inspiratie, publicatie van Landelijke Gilden 2014) Pasen en alles is van ongekende kracht doordrongen. De aarde heeft een nieuw gezicht. Het zaad bestorven in de voren, komt wonderbaarlijk aan het licht Zelfs als geen mens het zou geloven, dan zouden bloemen en bomen het nog verkondigen dat zelfs wat ingeslapen is toch onbedwingbaar kan herleven. In al haar kwetsbaarheid mag hoop gekoesterd worden. Omwille van die Ene. Zijn leven was zo onvoorwaardelijk en diep in ons bestaan geworteld dat er geen grafsteen zwaar genoeg kon wegen. Dood is niet sterker dan de liefde. Sta op en durf die weg te gaan. Laat Hem in taal en teken weer herkenbaar worden Getijdenboek van Christina van Markyate, 12e eeuw
(Kris Gelaude)
april 2015
15
Contactgegevens Contact en info:
Voorzitter ds. Steven H. Fuite:
[email protected] 02/511.44.71 Secretariaat Bea Baetens:
[email protected] 02/511.44.71 of 02/510.61.70 (rechtstreeks) Jurgen Renders:
[email protected] 02/511.44.71 of 02/510.61.79 (rechtstreeks) nationaal diaken Kévin Donfut:
[email protected] 02/511.44.71 of 02/510.61.79 (rechtstreeks) Boekhouding Xavier Moser
[email protected] 02/ 510.61.76 of Micheline Tshilemb:
[email protected] 02/510.61.75 Protestants-Evangelisch Godsdienstonderwijs
Colofon Verantwoordelijke uitgever ds. Steven FUITE Redactieteam Annet Sinnema-Buurman ds. Ernst Veen dr. Dick Wursten Jurgen Renders Redactieadres: Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel tel.: +32-(0)2-511 44 71 fax.: +32-(0)2-510 61 74 E-mail:
[email protected] Website : http://www.vpkb.be Prijzen Kerkmozaïek • Individueel abonnement: 20,00 euro • Groepsabonnement: 15 euro (vanaf minimaal 5 exemplaren naar éénzelfde adres) • Steunabonnement: 25,00 euro Vorige nummers Kerkmozaïek http:/www.kerkmozaiek.be Storten kan op onderstaand nieuw rekeningnummer van de Verenigde Protestantse Kerk in België Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel: ING BE06 3100 0835 5022 De redactie behoudt zich het recht voor om bepaalde artikelen niet te publiceren, indien nodig in te korten en/of redactioneel te bewerken. Zij is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de artikelen en slechts ten dele voor de stijl. Organisaties en tijdschriften, niet behorend tot de VPKB, die artikelen uit het maandblad Kerkmozaïek geheel of gedeeltelijk wensen over te nemen of te bewerken, dienen dit schriftelijk aan te vragen op het redactieadres. Wat betreft de richtprijs voor advertenties, kunt u zich wenden tot de redactie. Zij behoudt zich het recht voor om deze al dan niet te plaatsen. Sluitingsdatum volgende Kerkmozaïek: 6 april 2015 .
16
april 2015
Afgiftekantoor : 1070 Brussel - Verantw. uitgever en afzendadres : ds. Steven FUITE, Brogniezstraat 44 - 1070 Brussel
Huis van het Protestantisme Verenigde Protestantse Kerk in België Brogniezstraat 44 1070 BRUSSEL
Creatie cover: Nik Colson, 1731 Zellik Foto cover: Christien Zwanenburg, Pasend