7
NR 20 .2 1
5
JA AR G AN G :2
VE IL IG HE ID l .n
a dj .c w w w
JORAM VAN KLAVEREN: ‘ASIELZOEKERS MOETEN ALLEEN NOG OPGEVANGEN WORDEN IN DE REGIO’ CDA GEDACHTEGOED: ALS WE ONZE SAMENLEVING NIET BEVEILIGEN, ZIJN WE ONZE VRIJHEID SNEL KWIJT MOEIZAME ONDERHANDELINGEN OVER DIGITALE VEILIGHEID IN EUROPA
Cover Thema: Veiligheid Beeld: Dirk Hol
gezocht:
Redactieleden Aangezien de redactie afscheid heeft moeten nemen van een aantal redacteuren, verwelkomen wij graag weer nieuwe redactieleden bij Interruptie. Wij zoeken iemand met: - Uitstekende schrijfvaardigheden - Journalistieke affiniteit - Interesse in politieke en maatschappelijke thema’s - Creativiteit en lef Lijkt het je leuk om samen te werken met een enthousiast team van redacteuren? Wil je journalistieke ervaring opdoen en je netwerk binnen en buiten het CDJA uitbreiden? Dan is de redactie van Interruptie de juiste plek voor jou. Ook als je net lid bent geworden, of tot nu toe nog niet actief bent binnen de vereniging, bieden we je graag de mogelijkheid op deze manier actief te worden binnen het CDJA. Heb je interesse of wil je meer informatie, neem dan contact op met de hoofdredacteur:
[email protected]. Solliciteren kan door een korte motivatie te mailen, samen met een door jou geschreven artikel dat aansluit bij de inhoud en het publiek van Interruptie.
Volgende Interruptie De volgende editie zal gaat over ‘lokaal bestuur’. Ben jij, op welke wijze dan ook betrokken bij het lokale bestuur, en wil jij ook een bijdrage leveren aan deze editie? Neem dan tijdig contact op met de hoofdredacteur:
[email protected]. De auteursinstructies vind je op www.cdja.nl/interruptie. Ingezonden stukken hoeven niet noodzakelijk thema-gerelateerd te zijn.
nieuwe secretaris:
Michelle Makkinje Ik ben Michelle Makkinje, 22 jaar oud en derdejaars rechtenstudent. Naast mijn studie werk ik bij een advocatenkantoor als juridisch medewerker en ondersteun ik de Rechtswinkel in Nieuwegein voor een aantal avonden in de week. Een keer per week zet ik mij in voor activiteiten binnen onze kerkelijke gemeente, waar ik belijdend lid van ben. In mijn vrije tijd probeer ik naast mezelf naar de sportschool te krijgen, mijn tijd te besteden aan leuke dingen doen met mijn vriendje en vrienden. In de zomer kan je mij dan ook wel op terrasjes en in parkjes vinden. Mijn plannen voor het CDJA als secretaris zijn onder andere het opzetten van de digitale archieven en deze bijhouden zodat alle CDJA stukken duurzaam opgeslagen worden. Ik kijk met ontzettend veel plezier en enthousiasme uit naar het aankomende halfjaar!
2
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
REDACTIONEEL VERKEERDE INSCHATTING Uit een enquête onder studiegenoten waarin werd gevraagd naar wat men als grootste bedreiging voor de veiligheid ziet, bleek dat terrorisme met stip op de eerste plek staat. Dat is op zich geen verrassing, in een tijd waarin de meest verschrikkelijke beelden van IS-daden de wereld overgaan, en terreur met de aanslag op de redactie van het Franse satirische blad Charlie Hebdo beangstigend dichtbij komt. En toch is het maar de vraag of we dit terecht beschouwen als de grootste bedreiging van onze veiligheid. Volgens de Amerikaanse politieke wetenschapper John Mueller bestaat er zowel onder burgers als in de politiek de neiging om het gevaar van terrorisme te overschatten. Daar zijn een aantal begrijpelijke redenen voor. Ten eerste speelt het subjectieve veiligheidsgevoel een belangrijke rol. Bij terrorisme hebben we – helaas – een duidelijk beeld, zeker sinds de aanslagen van 9/11. Bovendien is het een gevaar dat zich in principe overal en op elk willekeurig moment kan voordoen. Deze factor van onberekenbaarheid doet een sterk beroep op het angstgevoel van burgers. In de politiek speelt een tweede factor mee die ertoe leidt dat het gevaar van terrorisme vaak overschat wordt: de kosten van het onderschatten zijn zeer hoog. Wat als we na een terroristische aanslag moeten concluderen dat die met de juiste maatregelen te voorkomen was geweest? Dat wil geen enkele bestuurder op zijn geweten hebben. Dan maar liever ingrijpende maatregelen die wellicht overbodig zijn. Bij het uitblijven van terreur kan immers nog altijd betoogd worden dat dit het gevolg is van alle genomen veiligheidsmaatregelen. Toch schuilen er twee gevaren in de overschatting van terroristisch geweld. Ten eerste laten we ongemerkt ons dagelijks leven daardoor beïnvloeden, en worden bepaalde vrijheden langzaamaan ingeperkt. Zie ook het CDA Gedachtegoed en het essay van redacteur Barend Tensen in deze Interruptie. Ten tweede bestaat er de kans dat we andere, en wellicht urgentere risico’s over het hoofd zien. Wat bijvoorbeeld te denken van digitale veiligheid, of de veiligheidsrisico’s die voortkomen uit klimaatverandering? Het staat buiten twijfel dat we terroristische aanslagen hoe dan ook moeten voorkomen. Maar laten we ons niet blindstaren op onbekende risico’s, terwijl andere veiligheidsproblemen misschien veel directer onze aandacht vereisen. Want ook voor het onder schatten van andere risico’s dan terrorisme zal een hoge prijs betaald moeten worden. Johannes ten Hoor -
[email protected]
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
INHOUD 4
CDA GEDACHTEGOED
EN VEILIGHEID ZIJN RECHTSSTAAT NIET LOS VERKRIJGBAAR
6
STRAATINTERVIEWS ‘DE MEDIA ZOUDEN MINDER AANDACHT MOETEN GEVEN AAN IS’
8
ESSAY HET NIEUWE TERRORISME VRAAGT OM EEN NIEUWE AANPAK
10
LUIS IN DE PELS JONGEREN KUNNEN DE KLOOF DICHTEN TUSSEN BEPAALDE DELEN VAN DE SAMENLEVING
11
PORTRET ACHTER DE TRALIES
12
INTERVIEW JORAM VAN KLAVEREN (VNL)
14
ESSAY DIGITALE VEILIGHEID IN EUROPA
16 18
FOTOPAGINA
INTERVIEW PROFFESSOR LARISSA VAN DEN HERIK
20
ESSAY MORELE ZELFBEHEERSING BIJ HET KRIJGEN VAN KINDEREN
22
OPINIE DE TOEKOMST VAN OMROEPVERENIGINGEN HANGT AF VAN ONZE GENERATIE
23 DE MENS 24 RUBEN VAN DER ROEST 24 CDJA INSIDE 24 ‘HET CDJA WAS TE VEEL GEWEND DE JONGERENORGANISATIE VAN EEN REGERINGSPARTIJ TE ZIJN’ 26
CDJA INSIDE ‘EEN DANKBARE BAAN’
27
CDJA INSIDE KEUKENTAFELGESPREKKEN BIJ HET CDJA LEIDEN
28
CDJA INSIDE ‘MIJN INBRENG ALS NIEUWKOMER WERD SERIEUS GENOMEN’
29
CDJA INSIDE ZELFVOORZIENEND DEFENSIEF
30
CDJA INSIDE STANDPUNTEN AFGELOPEN KWARTAAL
31 32
COLOFON
TERPSTRA’S TOUCH
CDA GEDACHTEGOED BEELD: DIRK HOL
Rechtsstaat en veiligheid zijn niet los verkrijgbaar De begrippen vrijheid en veiligheid zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Maar hoeveel vrijheid moet en mag worden ingeleverd voor veiligheid? Het antwoord op die vraag ligt in de begrippen proportionaliteit en balans.
Door Joyce Esser en Maarten Neuteboom Tijdens de recente Bevrijdingsfestivals stonden de vier vrij heden centraal, die president Roosevelt in januari 1941 tijdens de State of the Union introduceerde. Deze volgens Roosevelt essentiële menselijke vrijheden bestaan uit: de freedom of speech, de freedom of religion, de freedom from want en de freedom from fear. Waar de eerste twee vrijheden vooral geestelijk van aard zijn, zijn de twee laatste vrijheden meer gericht op het lichamelijke bestaan. De vrijwaring van gebrek en vrees beogen de bestaansvoorwaarden voor mensen te garanderen. President Roosevelt wist zich tijdens zijn ambts termijn immers geconfronteerd met de economische crisis in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog in de jaren veertig. De crisis had de levensstandaard van veel Amerikanen ernstig aangetast en de oorlog zorgde voor wereldwijde onveiligheid. Opvallend is dat Roosevelt veiligheid destijds als een vrijheid formuleerde. Een vrijheid die ook een recht is, want staten
4
BEELD: DIRK HOL
hebben de taak hiervoor op te komen. Vaak wordt het veiligheidstreven echter juist gezien als contrair aan het garanderen van rechten en worden veiligheid en rechtsstaat tegenover elkaar geplaatst. Zo lijken zich bijvoorbeeld in het debat over het verkrijgen van inlichtingen om terroristische organisaties te bestrijden een veiligheidskamp en een vrijheidskamp te formeren. Maar dat beeld doet geen recht aan de balans tussen rechtsstaat en veiligheid. VEILIGHEID VERSUS VRIJHEID? Zowel vrijheid als veiligheid vallen onder de klassieke verantwoordelijkheden van de overheid. De overheid is als enige gerechtigd tot geweld, maar die zwaardmacht is bedoeld om ons te beschermen. Nederland is immers een rechtsstaat. Burgers hebben vrijheidsrechten die de overheid verplichten zich te onthouden van onrechtvaardige bemoeienis met onze levens. Vrijheid en veiligheid houden elkaar zo in balans: de overheid beschermt ons, maar mag daarin niet te ver gaan. In een ideale samenleving gaan beide begrippen hand in hand. De praktijk wijst echter uit dat in een gebroken wereld een leven in volmaakte veiligheid en totale vrijheid niet mogelijk is. Duidelijk is dat de overheid soms bepaalde vrijheden moet inperken teneinde onze veiligheid te ‘garanderen’. De vraag die dan rijst is: hoever mag men gaan? Hoeveel vrijheid moet en mag worden ingeleverd voor (de eigen) veiligheid? WEERBARE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT Voor sommigen is het antwoord op bovenstaande vraag duidelijk: weinig tot geen. Toch zal ook degene die het meest aan vrijheid hecht, moeten erkennen dat die vrijheid beschermd moet worden. Eén van de moeilijkheden met vrijheid is dat ook haar vijanden zich er op kunnen beroepen. Politie- en veiligheidsdiensten moeten met voldoende bevoegdheden zijn toegerust om kwaadwillenden adequaat te bestrijden. Maar we kunnen evenmin naïef staan tegenover degenen die zonder geweld de democratische rechtsstaat van binnenuit willen ondermijnen. De rechtsgeleerde George van den Bergh stelde daarom in 1936 in zijn oratie ‘Wat te doen met anti-democratische partijen?’ dat de democratische rechtsstaat weerbaar moest zijn. Hij betoogde in de jaren dertig dat partijen die via democratische wegen de democratie willen afschaffen, verboden dienen te worden. Ook nu is dit nog zeer relevant, bijvoorbeeld in Duitsland waar rechtsextremistische partijen om die reden verboden worden of in de strijd tegen radicale vormen van de islam, die rechtstreeks indruisen tegen onze opvattingen van democratie en rechtsstaat. Het is ook deze thematiek die in 2006 aanleiding was voor de aangenomen initiatiefnota van Sybrand Buma, ‘Alles van waarde is weerbaar’. Hoewel het verdedigen van de democratische rechtsstaat op de grenzen van onze vrijheid kan botsen; is het dus wel degelijk relevant. Het hebben van juridische vrijheid, terwijl dagelijkse veiligheid ontbreekt, is echter slechts schijnvrijheid. Als we nu niet onze samenleving beveiligen, zijn we snel al onze vrijheid kwijt.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
EEN OPEN MAATSCHAPPIJ In dat kader lijkt een beetje vrijheid opgeven helemaal zo erg nog niet. Anderzijds moeten we niet te lichtzinnig omspringen met onze rechten en vrijheden. De verdediging van de democratische rechtsstaat mag zelf die democratische rechtsstaat niet ondermijnen. Zo moeten we niet vergeten hoe onze rechtsstaat de overheid in balans houdt: in een totaal repressieve samenleving hoef je misschien niet te vrezen voor een aanslag, maar gaat nog steeds niemand met een gerust hart de deur uit. Niet voor niets is één van de grootste bezwaren tegen meer overheids- en opsporingsbevoegdheden dat niemand kan weten wat er in de toekomst met opgeslagen gegevens en verleende bevoegdheden gebeurt. Juist een rechtsstaat schept ook het recht voor eenieder om ongemoeid zijn eigen gang te gaan. Het wegnemen van deze waarde lijkt ook vaak het achterliggende doel van terreur en aanslagen: in eerste instantie het zaaien van angst, maar uiteindelijk ook het onmogelijk maken van onze open democratie. We kunnen ons afvragen of veiligheidsmaatregelen die diep snijden in de rechten en vrijheden van individuen, uiteindelijk niet juist dit doel bevestigen. Juist het recht om in vrijheid te denken, te spreken en te leven maakt onze samenleving tot wat zij is. Onze open maatschappij is het verdedigen waard, maar de paradox is ook dat die verdedigingsmaatregelen tot precies het tegenovergestelde van een open maatschappij kunnen leiden.
RECHTSORDE Sleutelwoorden in deze kwestie zijn dan ook proportionaliteit en balans. Zowel extreem veiligheidsdenken als extreem vrijheidsdenken leidt tot een onleefbare situatie. Zowel in een repressieve samenleving als in een juridisch vrije, maar onveilige samenleving wil immers niemand leven. ‘The first of the soul’s needs […] is order’, zo schrijft Simone Weil in 2002 in ‘The Need for Roots’, om direct daarna eraan toe te voegen ‘one of the indispensable foods of the human soul is liberty’. Die orde moet een rechtsorde zijn, waarin we proberen de delicate balans tussen vrijheid en veiligheid te vinden. Telkens zal daarbij rekening moeten worden gehouden met de concrete omstandigheden. De staat, begrepen als gemeenschap van overheid en samenleving, moet met andere woorden de gerechtigheid dienen. Een abstract tegenover elkaar zetten van vrijheid en veiligheid, rechten en plichten volstaat daarin nooit. Onze democratische rechtsstaat is immers geworteld in tradities waarmee we voortdurend in gesprek moeten zijn en die we in scholen, gezinnen, verenigingen en kerken mogen overdragen aan volgende generaties. Het is deze rol van de samenleving die in de zwart-wit-tegenstelling tussen staat en individu van liberalen en socialisten over het hoofd wordt gezien. De externe wetshandhaving van de overheid kan niet zonder onze verinnerlijking van de joods-christelijke en klassieke waarden van de rechtsstaat. Er is met andere woorden een wisselwerking tussen waarden, wetten en vrijheden.
De verdediging van de democratische rechtsstaat mag zelf die democratische rechtsstaat niet ondermijnen
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
5
STRAATINTERVIEWS BEELD: MARIANNE ZELDENRUST
‘De media zouden minder aandacht moeten geven aan IS’ Veiligheid is een thema dat vaak aan bod komt in de media. Wij gingen in Leiden de straat op, om er achter te komen wat de ‘gewone burger’ over dit thema denkt. Verschillende vragen vuurden wij op onze slachtoffers af; van ‘Hoe veilig voelt u zich?’ tot ‘Mag de overheid uw persoonsgegevens opslaan voor veiligheidsdoeleinden?’ en ‘Hoe zorgen we ervoor dat jongeren in ons land niet radicaliseren?’ Door: Anne Zandberg en Joyce Esser
6
Rita (36) ‘De overheid kan toch niet alles voorkomen. Belangrijker dan veiligheidsmaatregelen is mensen meer bij elkaar betrekken en meer sociale gelijkheid faciliteren.’
Wim (66) ‘De media zouden minder aandacht moeten geven aan IS, vooral de video’s moeten niet meer getoond worden: dit is allemaal westerse sensatiezucht en het geeft jongeren het idee dat ze op die manier iets kunnen bereiken.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Johan (65)
Rita (53)
‘De Europese Unie moet andere landen met rust laten. We moeten op zoek naar verbondenheid binnen onze eigen landsgrenzen.’
‘We moeten in plaats van de islam wegzetten, islamitische jongeren in Nederland een beter alternatief bieden, zoals uitzicht op een baan of een sociaal leven.’
Johanna (85)
Esther (26)
‘Als gehandicapte voel ik me onveilig. Dat komt doordat tegenwoordig iedereen met zichzelf bezig is en nooit meer om zich heen kijkt. Mensen moeten opletten wat er op straat gebeurt, vooral uitkijken met mobiele telefoons.’
‘De aanslagen geven mij geen onveilig gevoel, het is toch allemaal wat verder weg. Het ligt er wel aan waar je bent. Als ik in de grote stad ben voor mijn werk, kijk ik toch beter om me heen.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
7
ESSAY BEELD: HENRIK LIED, NRK BETA (FLICKR CREATIVE COMMONS)
Lone wolves en radicalisering:
Het nieuwe terrorisme vraagt om een nieuwe aanpak Er worden steeds meer ‘eenzame wolven’ gesignaleerd. Of in het Engels: ‘lone wolves’. Het gaat hier nu niet over de wolf die recent na 150 jaar weer eens een bezoekje bracht aan Nederland; het betreft individuen die zonder een duidelijke band met een organisatie of ideologie vanuit het niets een terreurdaad plegen. In het Westen wordt hier de laatste jaren veelvuldig voor gewaarschuwd. Door Barend Tensen Het ‘lone wolf-terrorisme’ gaat verder dan de inmiddels fameuze ‘verwarde man’ die in januari een nieuwsuitzending van de NOS verstoorde door het oplepelen van een op zijn zachtst gezegd inconsistente tekst. Van een ernstiger aard was de tragedie veroorzaakt door de Noor Anders Breivik, die in 2011 op het Noorse eiland Utøya een terroristische aanslag pleegde. Hierbij kwamen in totaal 77 mensen om het leven. Breivik, zo bleek, werd hierbij gedreven door extreemrechtse, staatsnationalistische en anti-islamitische opvattingen die hij bovendien had opgetikt in een lijvig manifest. Hij wilde met zijn aanslag protesteren tegen de Noorse overheid, specifiek tegen de sociaaldemocratische regering. Breivik was lid van de Noorse conservatief-liberale Vooruitgangspartij.
8
Toch is hij een duidelijk voorbeeld van een solist met radicale denkbeelden die een terreurdaad met dramatische gevolgen heeft kunnen plegen. Vers in het geheugen ligt natuurlijk de aanslag in Parijs op het satirische magazine Charlie Hebdo. Op de morgen van 7 januari jongstleden kwamen in totaal elf mensen om het leven als gevolg van de terreurdaad van de broers Saïd and Chérif Kouachi. Bij deze aanslag raakten nog eens elf mensen gewond. Ook de broers opereerden zonder directe instructies, maar identificeerden zichzelf nadien als leden van Al-Qaeda Yemen, waar ze bovendien werden getraind. HET NIEUWE GEZICHT VAN TERRORISME Als gevolg van de aanslag in Parijs werden er in Europese landen direct forse veiligheidsmaatregelen getroffen; illustratief voor de toenemende zorgen over ‘het nieuwe gezicht van terrorisme’. Aanslagen worden niet langer uitsluitend in organisatorisch verband gepleegd door duidelijk aanwijsbare militante groeperingen waarvan de motieven kraakhelder zijn. Westerse naties, Frankijk in het bijzonder, worden in toenemende mate geteisterd door lone wolf-terroristen. Velen van hen keerden recent terug uit Syrië of Irak na actief te zijn geweest voor IS. Samuel Wells, Senior Scholar van het Woodrow Wilson Inter national Centre for Scholars in Washington, geeft aan dat hij er niet aan twijfelt dat er zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau adequate veiligheidsmaatregelen genomen worden, zoals het diepgaand analyseren van online data. ‘Maar wanneer je te maken krijgt met lone wolves, of in het ergste geval een zelfmoordterrorist die zijn eigen veiligheid in de waagschaal wil leggen of zelfs bereid is voor zijn hogere doel te sterven, dan ben je in veel gevallen kansloos.’ TERREUR ALS DOEL Moíses Naím, auteur van het veelgelezen boek ‘The End of Power’uit 2013, signaleerde al eerder een opvallende transitie in terrorisme en oorlogsvoering in het algemeen. Financiële macht en militaire capaciteiten geven de laatste decennia namelijk niet meer de doorslag wanneer het gaat om ‘succesvolle’ aanslagen en oorlogsdaden. Al-Qaeda bijvoorbeeld, spendeerde slechts 500.000 dollar aan de aanslagen van 9 september 2011. De kosten voor de Amerikaanse gemeenschap, inclusief de militaire reactie van George Bush, liepen op tot het veelvoudige van dit relatief schamele bedrag. Een andere tendens is dat het ideologisch gemotiveerde terroristen niet te doen is om zeggenschap of invloed; er valt met hedendaagse terroristen in veel gevallen niet te onderhandelen. Voor radicale groeperingen als IS, maar eerder ook Al-Qaeda, wordt terreur niet langer beschouwd als het middel om tot het uiteindelijke doel te komen; terreur is inmiddels het doel zelf geworden. R. James Woolsey, specialist op het gebied van
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
terrorisme en oud CIA-directeur, verwoordde het als volgt: ‘Hedendaagse terroristen vechten niet voor een plaats aan tafel, ze willen de tafel vernietigen en iedereen die eraan zit.’ OPTREDEN TEGEN RADICALISERING Er is dus sprake van een nieuwe vorm van terrorisme. Een meer flexibele, onafhankelijke variant die zich onder meer door de opkomst van internet en sociale media steeds rap weet te organiseren. Recente aanslagen wijzen uit dat het gaat om mensen met verschillende profielen. Zij laten zich inspireren door bijvoorbeeld jihadistische organisaties, zonder er daadwerkelijk een onderdeel van te zijn. De aanslagen wijzen uit dat werkelijk geradicaliseerde individuen ook echt de stap kunnen zetten naar geweld. Veelal betreft dit de eerder besproken lone wolves. Urgent is daarom de vraag hoe om te gaan met jongeren die terugkeren uit Irak en Syrië. Van belang is het om zo snel mogelijk te beoordelen welke radicale personen een gevaar vormen. Zo is er in Den Haag sinds januari bijvoorbeeld een pilot ‘potentieel gewelddadige personen’ gestart in samenwerking met het Openbaar Ministerie als gevolg van de rellen in de Schilderswijk om dergelijke personen in kaart te brengen. Op landelijke niveau ontbreekt het tot op heden aan daadkracht. Zo zag de Tweede Kamer niets in het voorstel van het CDA om de verheerlijking van terroristisch geweld voortaan
strafbaar te stellen. Ook andere voorgestelde maatregelen, zoals de invoering van een openbare lijst van teruggekeerde jihadisten, haalden het niet. Nu betreft het ook wel een precair vraagstuk. In het huidige rechtssysteem zijn bijvoorbeeld de jongeren die in de Haagse Schilderswijk de straat op gaan om hun steun te betuigen aan IS officieel niet strafbaar in het kader van het beginsel van vrijheid van meningsuiting. Er loopt echter een dunne scheidslijn tussen het ‘gebruik’ en het ‘misbruik’ van dit beginsel. Wanneer er openlijk steun betuigd wordt aan een organisatie die geweld niet uit de weg gaat om haar doel te bereiken, zet dit impliciet aan tot geweld. Op het moment dat verheerlijking van geweld onderdeel wordt van een radicale cultuur, is adequaat ingrijpen wel degelijk gelegitimeerd. NIEUWE MAATREGELEN. WANNEER? Nieuwe ontwikkelingen vragen om nieuwe maatregelen. In de praktijk blijkt het echter lastig om het eens te worden over de interpretatie van het eerder aangehaalde beginsel van vrijheid van meningsuiting. De suggestie om verheerlijking van terroristisch geweld strafbaar te stellen werd bijna collectief weggezet als ware het een ‘gedachtepolitie’. Andere wetsvoorstellen, zoals het intrekken van het Nederlandse burgerschap wanneer er sprake is van deelname aan een terroristische organisatie, kwamen op felle kritiek te staan van het College voor de Rechten van de Mens omdat essentiële mensenrechten, zoals het recht op vrijheid van beweging, zouden worden geschonden. Dergelijke specialistisch georiënteerde discussies staan daadkrachtig beleid echter wel in de weg.
Woolsey: ‘Hedendaagse terroristen vechten niet voor een plaats aan tafel, ze willen de tafel vernietigen en iedereen die eraan zit’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
9
LUIS IN DE PELS BEELD: SAYA ABDULLAH
altijd houden alvorens wij naar het buitenland gaan voor een VN-vergadering, kwam ik tot mijn verbazing in gesprek met een jongen van 19 uit Amsterdam met verheerlijkende opmerkingen over de opmars van ISIS in het MiddenOosten. Deze jongen beschouwde zijn ouders, die blijkbaar gematigde moslims waren, niet als aanhangers van de ‘ware’ islam.
Jongeren kunnen de kloof d ichten tussen bepaalde delen van de samenleving Als jongerenvertegenwoordiger naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ben ik gevraagd om in de volgende rubriek mijn mening te delen over het thema ‘veiligheid’. Maar voor wij beginnen: wat doet een jongerenvertegenwoordiger eigenlijk? Door Saya Abdullah Er zijn jongerenvertegenwoordigers op het gebied van de VN, UNESCO, Duurzame Ontwikkeling en Europese Zaken. De jongerenvertegenwoordigers geven in heel Nederland gastlessen, workshops, zitten in panels, zetten enquêtes uit en trekken hun mond open tijdens debatten. Met de input die ze hierbij verzamelen gaan ze met beleidsmakers om tafel om zo de jongerenstem door te laten klinken. Ook vertegenwoordigen zij de Nederlandse jongeren op internationale evenementen of bij VN-vergaderingen.
10
RADICALISERING Afgelopen voorjaar tijdens de VN ECOSOC Youth Forum in New York was het lot van de Jordaanse piloot, die als krijgsgevangenge in de handen van ISIS onmenselijk aan zijn einde kwam, gesprekstof gedurende het hele forum. Samen met mijn collega-vertegenwoordigers uit België, Frankrijk en Duitsland deelden wij dezelfde mening dat wij een vorm van radicalisering onder bepaalde jongeren in het thuisland bemerkten. Tijdens een van de consultaties met jongeren, die wij
Dit soort gesprekken herkenden mijn collega-vertegenwoordigers uit de buurlanden ook. Het is verontrustend om te zien hoe bijvoorbeeld ‘derdegeneratieallochtonen’ zich distantiëren van de eigen sociale omgeving en maatschappij. Het is dan aan ons de vraag ook hoe wij dit soort jongeren kunnen bereiken en opvangen? DREIGINGSNIVEAU Na 2013 is het dreigingsniveau in Nederland verhoogd naar substantieel. Door de overheid wordt er een dreiging geconstateerd die van het jihadisme uitgaat. Het kabinet heeft met een meerjarig actieprogramma het doel de huidige dreiging in Nederland te beperken. Het doel van het Actieprogramma is drieledig: ‘beschermen van de democratische rechtsstaat, bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland, en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering.’ Het bestrijden van jihadisme of extremisme komt grotendeels op ons als jongeren te liggen. Hiermee bedoel ik dat wij als jongeren ervoor kunnen zorgen de kloof te dichten tussen bepaalde delen van de samenleving. Deze taak heb ik op mij genomen als jongerenvertegenwoordiger. Ik hoop ook dat jullie als lezer proberen om je niet af te zetten van bepaalde groepen in de samenleving, maar proberen te begrijpen wat de reden is dat dit soort jongeren zich van ons afzetten. Saya is jongerenvertegenwoordiger naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
PORTRET BEELD: DJI
Achter de tralies Door Maarten Zoutendijk
In Nederland is de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verantwoordelijk voor de uitvoering van ‘vrijheidsbenemende straffen’. Er zijn circa 18000 mensen in dienst, waarmee het overheidsorgaan, vallende onder het ministerie van Veiligheid & Justitie, tot de grotere werkgevers van het land behoort. De dienst beheert meer dan 85 locaties, waaronder gevangenissen, huizen van bewaring, tbs-klinieken, en jeugdinrichtingen. Deze foto is genomen in een PI (penitentiaire inrichting), ook wel de ‘standaard’ gevangenis. In Alphen aan den Rijn bevindt zich de grootste van Nederland, met plaats voor 1300 gedetineerden. De afgebeelde persoon is een model, en in w erkelijkheid niet werkzaam voor DJI
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
11
Joram van Klaveren (VNL):
‘De Nederlandse samenleving staat al genoeg onder druk’
Door Carina van Os en Maarten Zoutendijk
Hij zat in de gemeenteraad voor de VVD, stond aan de wieg van de JOVD in Almere, werkte bij de PVV eerst op de achtergrond, vervolgens op de voorgrond, vertrok weer, en vormde met Louis Bontes de Groep Bontes/ Van Klaveren. Halverwege 2014 presenteerden zij de nieuwe partij Voor Nederland (VNL). Interruptie sprak met Tweede-Kamerlid Joram van Klaveren over de huidige situatie rondom terrorisme en de bestrijding van dit fenomeen in Nederland.
12
Hoe groot acht u de kans op een terroristische aanslag in Nederland? ‘Als het om dit soort zaken gaat, ga ik af op datgene wat ik van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de overige veiligheidsdiensten te horen krijg. Op dit moment is het dreigingsniveau substantieel. Dit betekent dat de kans aanzienlijk is dat er een terroristische aanslag wordt gepleegd in Nederland. Losstaand van het feit dat we al een aanslag hebben gehad, op Theo van Gogh.’ Waar komt de dreiging in Nederland volgens u vooral vandaan? ‘De dreiging komt voornamelijk van extremistische moslims. Dit is ook te zien in de beelden die ik krijg van de AIVD. Eens in de zoveel tijd krijg ik een update en daarin is te zien dat de grootste dreiging komt van salafisten (een fundamentalistische stroming binnen de soennitische islam) en de daaruitvolgende jihad. Er zijn al een aantal mensen vanuit Nederland vertrokken naar Syrië en Irak, en dat duidt op het feit dat zij de daad ook echt bij het woord voegen. Wij weten ook dat zij weer terugkeren. Dit is gevaarlijk omdat we niet weten wat deze mensen in Nederland van plan zijn.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
Is er volgens u een verband tussen het aantal groeiende niet-westerse allochtonen en dreiging van een eventuele aanslag in Nederland? ‘Het gaat vooral om het groeiende aantal salafisten met jihadneigingen. Tussen niet-westerse allochtonen zitten ook Ghanese christenen, maar daar zal je in dit opzicht niet zoveel dreiging van kunnen verwachten. Als het gaat om mensen uit Syrië, Irak, Marokko, Algerije en Tunesië is de dreiging velen malen groter dat er mensen tussen zitten die hier een aanslag willen plegen of terreurnetwerken proberen op te zetten.’
en defensie. De hele veiligheidsketen heeft te kampen met tekorten. Investeringen zijn broodnodig om op een goede en gezonde manier de veiligheid in Nederland te kunnen waarborgen. Edmund Burke zei ooit dat orde ‘the first of all needs’ is en het is inderdaad een zaak van levensbelang. Veiligheid is de kerntaak van de overheid en daar moet niet op bezuinigd worden. Zeker niet nu we ook een instabiele politieke verhouding met Rusland hebben. Het is belangrijk om te kunnen laten zien dat je investeert in defensie en dat je –mocht het ooit misgaan – jezelf kunt verdedigen.’
Hoe moeten we omgaan met het feit dat IS-strijders via vluchtelingenstromen naar het Europese continent kunnen komen? ‘Als VNL zijn wij van mening dat asielzoekers alleen nog opgevangen moeten worden in de regio. Je kunt best noodhulp uittrekken – ongeveer 200 miljoen per jaar – om de vluchtelingen op die wijze een onderkomen te geven. Als rijk land kan je zo bijdragen aan een humane opvang, alleen die opvang is niet hier. De Nederlandse samenleving staat al genoeg onder druk en dat geldt ook voor de rest van Europa. In het geval van oorlog in Irak en Syrië kan je zo bijvoorbeeld moslims opvangen in Jordanië of Turkije, en christenen in Georgië. De PVV geeft aan dat christenen ook naar Saudi-Arabië kunnen, maar het lijkt mij niet reëel om Syrische christenen naar Saudi-Arabië te sturen; dan kan je ze net zo goed in Syrië laten zitten. Regionale opvang is daarnaast goedkoper; je kunt voor hetzelfde geld veel meer mensen herbergen. De IS strijders die hier al zijn aangekomen moeten worden opgepakt, geïsoleerd en vastgehouden. Uiteindelijk moeten we voorkomen dat mensen hier überhaupt naar toe komen.’
Als u het beleid ten aanzien van terrorisme vast mocht stellen, hoe zou dat beleid er dan uitzien? ‘Heel anders. Ik zou er in eerste instantie voor zorgen dat de mensen die vertrekken gedenaturaliseerd worden en niet meer terug kunnen keren. Ik zou er daarnaast voor pleiten om administratieve detentie in te voeren. Dit betekent dat je op zware aanwijzingen van inlichtingendiensten mensen kunt aanhouden en vastzetten voor ze de misdaad daadwerkelijk begaan. Er wordt vaak gezegd dat deze methode ingaat tegen de rechtsstaat, maar daar geloof ik niet in. Het is een bestuursrechtelijke maatregel. Nadat iemand een aantal maanden vast heeft gezeten zal er altijd een bestuursrechter zijn die de situatie toetst. Mocht het dan zo zijn dat diegene onschuldig vastzit, kun je altijd nog compenseren en diegene vrijlaten. Als dat niet zo is, heb je heel veel ellende voorkomen. Dit systeem bestaat in meerdere landen, bijvoorbeeld Australië en de Verenigde Saten. Ik zou niet weten waarom dit in Nederland niet ingevoerd kan worden.’
Wat vindt u van het huidige regeringsbeleid ten aanzien van terrorisme? ‘Heel naïef. Mensen die terugkeren uit Syrië of Irak worden gewoon toegelaten, en in bepaalde mate gepamperd. Vooral als het gaat om jonge mensen rond de zeventien jaar. Deze minder jarigen zouden niet weten wat ze hebben gedaan; in de war zijn. Om deze reden worden ze geholpen aan een huis, een opleiding en een baan. Ik maak mij zorgen om deze ontwikkeling. Deze mensen hebben vrijwillig meegevochten in een heel foute oorlog. Ik denk dat je hen moet oppakken, vastzetten en zorgen dat ze niet meer op straat kunnen komen. Het zou het best zijn als deze terugkerende strijders gewoonweg Nederland niet meer inkomen. Zodra iemand vertrekt en vrijwillig meevecht in naam van de jihad, zou deze persoon gedenaturaliseerd moeten kunnen worden om vervolgens Nederland niet meer in te kunnen komen. Dat is een structurele oplossing.’ En het beleid ten aanzien van niet-islamitisch terrorisme? ‘Zoals gezegd gaat de grootste dreiging op dit moment uit van extremistische moslims, maar de problematiek strekt zich verder tot, bijvoorbeeld, extreem-linkse groeperingen. Er is een algemene onderbezetting bij de inlichtingendiensten, de politie
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Wat is het verschil tussen uw standpunt en de ideeën van uw vorige partij, de PVV? ‘De PVV bezuinigt 1.1 miljard op veiligheid. Wij investeren 6 miljard in veiligheid. Dat is het eerste grote verschil. Daarnaast geloven wij niet dat het verbieden van een boek of het belasten van hoofddoekjes bij zal dragen aan het tegengaan van terreur. Ook willen wij niet alle moskeeën sluiten. De PVV gaat heel rigoureus te werk door dit wel te willen. Alleen de moskeeën die oproepen tot geweld dienen direct gesloten worden. Ik denk dat men beter de extremistische elementen hard aan kan pakken. Dat is realistischer en effectiever.’
‘Zodra iemand vertrekt en vrijwillig meevecht in naam van de jihad, zou deze persoon gedenaturaliseerd moeten kunnen worden’ 13
ESSAY BEELD: TACTICAL TECHNOLOGY COLLECTIVE (FLICKR CREATIVE COMMONS).
Digitale veiligheid in Europa Wie vandaag de dag nadenkt over veiligheid zal daar de digitale wereld in moeten betrekken. Ook in Europa is men zich daarvan bewust. Al jaren wordt er in de EU gewerkt aan wetgeving op het gebied van cybersecurity en gegevensbescherming. Wat is het doel, en tegen welke prijs? Door Johannes ten Hoor In hun cybersecurity-strategie weet de Europese Commissie het overtuigend te brengen: de kosten voor de Europese Unie bij het ontbreken van een Europees cybersecuritybeleid worden geschat op ongeveer 3,5 miljard euro per jaar. Denk daarbij aan zaken als schade door digitale fraude, maar bijvoorbeeld ook het kunnen hinderen of platleggen van betalingsverkeer of informatie systemen waardoor bedrijven niet meer naar behoren kunnen functioneren en inkomsten mislopen.
Ook het veiligheidsgevoel van de burgers speelt mee. Uit een onderzoek dat de Europese Commissie in 2012 liet uitvoeren bleek dat 40% van de Europese burgers bang is dat hun digitale persoonlijke gegevens gestolen worden en een ongeveer even grote groep burgers is bezorgd over de veiligheid van online betalingen. De bezorgdheid van burgers is zeker niet ongegrond. Zo is het aantal cyberincidenten tussen 2010 en 2014 vervijf voudigd. Een incident dat veel aandacht kreeg was ‘Heartbleed’, een programmeerfout die leidde tot een lek in de beveiliging van onder meer webwinkels en routers. SUBSIDIARITEIT Maar wat kan de Europese Unie daaraan doen? Moeten die zich überhaupt wel met cybersecurity bezighouden? De Europese Commissie vindt van wel. Samenwerking op het gebied van cyberveiligheid heeft tot nu toe nog te weinig opgeleverd. Landen werken maar mondjesmaat samen, en het bedrijfsleven zit ook niet te springen om strengere regelgeving. Aan het subsidiariteitsprincipe wordt dus voldaan: cybersecurity kan niet meer enkel op nationaal niveau gegarandeerd worden. Daarnaast moet Europese wetgeving ook een juridische basis hebben, op basis van het Verdrag van de Europese Unie. Voor die juridische basis van cybersecuritybeleid kiest de Europese Commissie de gemakkelijkste weg. En de gemakkelijkste weg voor Europese wetgeving is altijd via de interne markt. Op dat gebied heeft de Commissie namelijk het meest verstrekkende initiatiefrecht, en het is bovendien het minst controversiële domein van Europese wetgeving. Had de Commissie zich bijvoorbeeld willen baseren op het artikel over burgerrechten en veiligheid, dan was het veel lastiger geworden aangezien dat typisch een thema is waar lidstaten zelf volledige zeggenschap over willen houden. DE DIGITALE MARKT De interne markt dus, om precies te zijn de ‘digital single market’. Deze digitale eengemaakte markt is een van de strategische kernthema’s in het Europa 2020 programma (een beleidsprogramma waarin de strategie voor de EU tot 2020 is uitgewerkt). Dat is uiteraard niet vreemd in een tijd waarin de economie meer en meer afhankelijk is van digitale informatienetwerken. Dan denk je wellicht direct aan zaken als online shoppen en internet bankieren, maar de digitale economie reikt verder dan dat. Zo zijn ook steeds meer van de zogenaamde ‘kritieke infrastructuren’ (zoals energielevering, watervoorziening, maar ook transporten havenbedrijven) afhankelijk van digitale netwerken. Maar, zo kun je je afvragen, is de Europese burger wel gebaat bij zo’n marktgeoriënteerd cybersecuritybeleid? Die vraag verdient een genuanceerd antwoord. Om te beginnen moet de potentiële schade van cyberincidenten niet onderschat worden. Zoals genoemd kan de economische schade flink oplopen. Maar denk ook aan veiligheidsrisico’s die zich voordoen op het gebied van
14
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
digitale spionage of cyberaanvallen door andere landen of terroristische groeperingen. In dat opzicht zijn Europese burgers zeker gebaat bij de huidige koers op het gebied van cybersecurity. VEILIGHEID VERSUS PRIVACY Maar er is een keerzijde. De nadruk lijkt wel heel erg op die economische belangen gelegd te worden. En natuurlijk op nationale overheden, omdat die hun burgers moeten beschermen – ook in de digitale wereld. Maar een aspect dat grotendeels genegeerd wordt, is hoe bedrijven en overheden zelf omgaan met de informatie die ze in handen hebben, en dan met name data van burgers. Het heikele punt is dat bedrijven noch overheden zitten te wachten op strengere wetgeving op dit gebied. Privacy wordt op deze manier weer eens uitgespeeld tegen veiligheid én tegen economische belangen. Een tekenend voorbeeld daarbij zijn de eindeloze onderhandelingen over de General Data Protection Regulation. Al in 2012 deed de Europese Commissie een voorstel voor deze wet op gegevensbescherming, die de verouderde variant uit 1995 moet vervangen. Begin 2014 nam het Europees Parlement een resolutie aan met ruim 200 amendementen op het wetsvoorstel. Recent heeft de Raad van ministers een compromis bereikt over het wetsvoorstel, maar naar verwachting kan het nog wel een jaar duren voor de Europese instituties onderling tot een overeenkomst komen. MOEIZAME ONDERHANDELINGEN Wat maakte de onderhandelingen over deze wet op gegevens bescherming zo moeilijk? Allereerst het extreem hoge aantal amendementen dat door Europarlementariërs werd ingediend. Dat vertraagde de besluitvorming op zich al, maar later bleek ook nog eens dat de helft van de amendementen letterlijk overeenstemde met voorgestelde amendementen in lobbypapers van bedrijven als Facebook en Amazon, en zelfs de Amerikaanse kamer van koophandel. In dit geval ging het allang niet meer om veiligheid versus privacy, maar leek privacy vooral gepasseerd te worden omwille van het economisch gewin. In Europese context hoeven we op korte termijn weinig te verwachten als het gaat om aandacht voor digitale burgerrechten. Dat is nu eenmaal een gevoelig thema binnen de Europese Unie. Lidstaten hebben tegengestelde belangen en wensen, en behouden het liefst zoveel mogelijk autonomie op alle terreinen die met veiligheid te maken hebben. Niet voor niets parkeert de Europese Commissie dergelijke thema’s onder het label ‘interne markt’, en niet voor niets proberen de ministers van de lidstaten momenteel de strenge eisen voor het verzamelen, opslaan en delen van data af te zwakken. KRITISCH BLIJVEN VOLGEN De vraag is dus wat de burger uiteindelijk opschiet met alle nieuwe wetgeving op het gebied van digitale veiligheid en gegevensbescherming. Uiteraard is de burger erbij gebaat dat
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
online betalingsverkeer veilig kan plaatsvinden, dat digitale systemen die energietransport mogelijk maken niet door kwaadwillende hackers worden stilgelegd, enzovoorts. Maar hoe veilig is een digitale wereld waar de privacy van burgers niet of onvoldoende gewaarborgd is? Als onze digitale veiligheid ons wat waard is, zullen we de onderhandelingen kritisch moeten blijven volgen. Politici zijn binnen het domein van cybersecurity keer op keer gezwicht voor economische of strikt nationale belangen. Maar die belangen stemmen niet noodzakelijk overeen met de belangen van de burgers die deze politici dienen te vertegenwoordigen. De enige manier om het tij te keren is het keer op keer laten horen van een kritisch tegengeluid. Zolang we onze digitale rechten niet zelf opeisen, moeten we ook niet vreemd opkijken als de politiek ze verkwanselt ten behoeve van het bedrijfsleven.
In Europese context hoeven we op korte termijn weinig te verwachten als het gaat om aandacht voor digitale burgerrechten
15
FOTOPAGINA
16
FOTOPAGINA’S - BEKIJK: WWW.CDJA.NL/FOTOS
CDJA voorjaarsconrges
BEELD: DIRK HOL
17
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
Professor Larissa van den Herik:
‘Pragmatisme en idealen moeten hand in hand gaan’ Met alle recente aanslagen en conflicten over de hele wereld in het achterhoofd, wordt de roep naar een effectieve bestrijding van terrorisme steeds groter. Internationale samenwerking is hierbij onmisbaar, maar roept ook grote vragen en problemen op. Wij spraken Larissa van den Herik over de rol van de internationale gemeenschap bij de aanpak van terrorisme. Door Joyce Esser en Anne Zandberg Van den Herik is professor bij het Grotius Centre for International Legal Studies aan de Universiteit Leiden. Haar onderzoek richt zich onder andere op de rol van de Veiligheidsraad in de wereld van vandaag. DE ROL VAN DE VEILIGHEIDSRAAD ‘Een belangrijke vraag rondom de aanpak van terrorisme is welke rol is weggelegd voor de VN Veiligheidsraad en hoe deze rol vervuld dient te worden. Traditioneel richt de Veiligheidsraad zich op concrete bedreigingen van vrede in een bepaald land. Na 9/11 kwam er echter een keerpunt. In plaats van een concreet probleem, pakte de Veiligheidsraad een fenomeen aan, namelijk terrorisme. In een manoeuvre zonder precedent hevelde de Raad regels uit nog niet in werking getreden verdragen over naar Resoluties en maakte deze zo in een keer van kracht voor de hele wereldgemeenschap.’
18
‘In reactie op IS zien we een tweede opleving van deze wetgevende Veiligheidsraad, in de vorm van de zogenaamde ‘foreign terrorist fighters resolution’. Deze voorgenoemde resolutie probeert het fenomeen van de uitreizende terrorismestrijders aan te pakken met harde maatregelen. Men kan zich afvragen hoe concreet de Veiligheidsraad moet zijn in het opleggen van specifieke dwingende maatregelen, of dat hij beter staten kan aanmoedigen zelf maatregelen te nemen die aansluiten bij de specifieke situatie in hun land. Een voorbeeld van een dergelijke aanpak is de bilaterale samenwerking tussen Nederland en Marokko.’ STRAFRECHTELIJKE AANPAK ‘In de betreffende resolutie van de Veiligheidsraad wordt met name sterk ingezet op een strafrechtelijke aanpak van foreign terrorist fighters. Dat is heel krachtig, maar wellicht ook eenzijdig; op nationaal niveau zien en gebruiken we het straf-
recht echt als ultimum remedium, maar op internationaal niveau wordt het vaker ingezet als een eerste krachtig middel en wordt geweldgebruik gezien als ultimum remedium. Een probleem van de puur strafrechtelijke aanpak is dat de resolutie nalaat terrorisme te definiëren en derhalve de deur openzet voor misbruik door staten. Daarnaast is de resolutie conceptueel onduidelijk over de verhouding tussen terrorismebestrijding en het internationaal humanitair recht, hetgeen bijzonder problematisch is vanuit humanitair rechtelijk perspectief.’ Op onze vraag wat een adequate rol voor de Veiligheidsraad zou zijn, antwoordt van den Herik het volgende: ‘Men moet zich goed realiseren dat er geen quick- fix-mogelijkheden zijn voor de situatie in Irak en Syrië. Bovendien kan niet alle problematiek alleen door het recht worden opgelost. Recht is een faciliterend mechanisme: het opereert in een bepaalde maatschappij en op basis van bepaalde uitgangspunten. We moeten de gecompliceerdheid van de situatie in Irak en Syrië onderkennen. Ik ben niet zozeer tegen het
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
‘Voordat je daad krachtige oplossingen naar voren kunt brengen, moet je eerst het achterliggende fenomeen begrijpen’
gebruik van het strafrecht als middel, maar het is wel belangrijk dat de beperkte werking ervan wordt ingezien. Bovendien gaat er op nationaal niveau een enorme procedure vooraf aan het gebruik van strafrecht. De Veiligheidsraad heeft nu op mondiaal niveau een resolutie aangenomen die andere landen dwingt het strafrecht in te schakelen, zonder concrete definities te bieden. Terrorismebestrijding vereist natuurlijk internationale samenwerking; maar dan wel op verschillende niveaus en via verschillende processen.’ DAADKRACHTIGE OPLOSSINGEN ‘Voordat je daadkrachtige oplossingen naar voren kunt brengen, moet je eerst het achterliggende fenomeen begrijpen. Iets kan veel daadkrachtiger lijken dan het daadwerkelijk is. Er is bijvoorbeeld nog helemaal geen eenduidige visie op de reden waarom mensen überhaupt weggaan. Daarnaast is een eenduidige aanpak alleen mogelijk als het fenomeen in alle landen gelijk is, wat nog maar zeer de vraag is. Er is altijd veel aandacht voor bestrijding, maar we moeten meer
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
focussen op begrijpen. Zo gaan veel discussies over de aanpak van IS er al van uit dat het gebruik van geweld de beste oplossing is. Veel belangrijker is de vraag waarom IS überhaupt bestaat.’ Ook over de relatie tussen de Veiligheidsraad en het individu heeft Van den Herik een duidelijke visie. ‘De mens is steeds meer centraal komen te staan in onze internationale rechtsorde. Dat idee is eerst vertaald in mensenrechten. Vanaf de jaren 90 komt er een parallelle beweging waarbij het individu als dader object van internationale regels wordt. In die jaren richtte de Veiligheidsraad internationale straftribunalen op waar individuen werden berecht. Daarnaast stelde het gerichte sanctieregimes in, waar individuen direct op sanctielijsten konden worden geplaatst.’ ARBITRAIRE SITUATIES ‘Hoewel deze ontwikkelingen in sommige opzichten een vooruitgang waren, brachten zij toch ook weer nieuwe problemen met zich. We zien de capaciteitsproblemen bij het Inter
nationaal Strafhof. Bovendien is de Veiligheidsraad niet goed toegerust om zich direct met individuen bezig te houden. De sanctieregimes hebben geleid tot arbitraire situaties waar individuen op onrechtmatige of ondoorzichtige redenen op lijsten worden geplaatst en daar niet gemakkelijk meer van afkomen. Zij hebben onvoldoende rechtsbescherming en rechtstoegang. Dat levert een arbitraire situatie op. We verwachten steeds meer van de internationale rechtsorde, maar we zien dat deze nog niet voldoende toegerust is.’ ‘De beste manier om de Veiligheidsraad minder arbitrair te maken zou zijn door een betere representatieve samenstelling van de Raad en afschaffing of aan banden leggen van het vetorecht van de P5 – de vijf landen die permanent lid zijn van de Veiligheidsraad. De kans dat dit soort revolutionaire wijzigingen worden doorgevoerd is echter minimaal. Daarom is het beter om ons te focussen op transparantie en het afleggen van verantwoording op lagere niveaus. Een voorbeeld van vooruitgang in de context van sanctieregimes is de VN-Ombudspersoon voor de terrorisme-sanctieregimes. Dat was vrij revolutionair; het was de eerste keer dat de Veiligheidsraad zelf een entiteit creëerde om haar eigen besluiten te toetsen. Het zou goed zijn om dit instituut ook een rol te geven in andere sanctieregimes. Het Europese Hof heeft echter onlangs gesteld dat alleen volledig juridische organen voldoende verbetering zijn voor de sanctieregimes; de Ombudspersoon kan niet als zodanig worden gekwalificeerd. Deze weinig hartelijke ontvangst van Europa heeft niet direct een stimulans gecreëerd om het mandaat van de Ombudspersoon uit te breiden.’ Van den Herik ziet dit als een gemiste kans. Volgens haar is het soms ook nodig om pragmatisch te zijn: ‘Beter eerst consolideren en uitbreiden, en dan verder ontwikkelen als de tijd daar rijp voor is. Om de internationale gemeenschap te verbeteren, moeten pragmatisme en idealen hand in hand gaan.’
19
ESSAY BEELD: DIRK HOL
Je zou het een donderpreek kunnen noemen. Predikant en econoom Thomas Malthus voorzag twee eeuwen geleden een wereld met steeds terugkerende groot schalige hongersnood. Voedsel productie zou volgens hem achter blijven bij bevolkingsgroei. Malthus had gelukkig ongelijk. Voedselproductie groeide tot nu toe veel sneller dan hij voorspelde. Toch zou het doembeeld dat Malthus schetste nog weleens waarheid kunnen worden. Door klimaatverandering. Wij herhalen daarom zijn oproep: morele zelfbeheersing bij het krijgen van kinderen.
Morele zelfbeheersing bij het krijgen van kinderen Door Willem-Rutger van Dijk en Huub Brouwer In een seminar met filosofen kun je veel zeggen. Kinderen ‘CO2-bommetjes’ noemen is bijvoorbeeld best oké, zo merkten wij onlangs. Dat is een wat merkwaardige manier om over kinderen na te denken – alleen al omdat we dan allemaal ooit CO2-bommetjes waren. Toch zit er wel iets in. Neem de volgende schatting uit een recente studie van de Universiteit van Oregon: de totale uitstoot van broeikasgassen tijdens het leven van iemand die één kind krijgt ligt in de Verenigde Staten ongeveer 5.7 keer hoger dan de uitstoot van iemand die geen kinderen krijgt. Waarom? Kinderen krijgen vaak kinderen, die op hun beurt weer kinderen krijgen, en ga zo maar door. Mensen die kinderen krijgen dragen op deze wijze meer bij aan klimaatverandering dan hun kinderloze medemens. Dat lijkt oneerlijk. Immers, kinderloze mensen worden aan alle kanten geconfronteerd met milieuregels en belastingen, terwijl ouders vrijuit gaan als het om hun vervuilende kinderen gaat.
20
HET DOEMBEELD VAN MALTHUS De ongelijkheid in de uitstoot van broeikasgassen tussen mensen met en zonder kinderen wordt prangender naarmate de geschatte gevolgen van klimaatverandering ernstiger worden. En dat laatste is het geval. Steeds meer klimaatwetenschappers raken ervan overtuigd dat klimaatverandering gevolgen van Malthusiaanse proporties kan hebben. Wat claimde Malthus nu precies? In 1798 publiceerde hij zijn fameuze ‘An Essay on the Principle of Population’, waarin hij beargumenteert dat bevolkingsgroei exponentieel is, terwijl de groei van de voedselproductie lineair is. Dit houdt in dat wanneer de bevolking groeit, de voedselhoeveelheid uiteindelijk niet afdoende zal blijken te zijn. Als gevolg daarvan sterft een deel van de bevolking – een malthusiaanse catastrofe. Het overgebleven deel van de bevolking krijgt het dan wat beter. De verbetering van de levensstandaard werkt de bevolkingsgroei echter weer in de hand, zodat de cyclus opnieuw in gang wordt gezet.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
hierin des te groter. We zullen in het vervolg van dit artikel laten zien hoe een malthusiaans beleid, dat het krijgen van kinderen ontmoedigd, ondersteund wordt door de vier uitgangspunten van het CDA: rentmeesterschap, solidariteit, publieke gerechtigheid en gespreide verantwoordelijkheid.
Het zou terecht zijn als de Nederlandse overheid het krijgen van kinderen actief gaat ontmoedigen
Dankzij de Industriële Revolutie en de mechanisering van de landbouw zijn in de loop van de negentiende en de twintigste eeuw deze malthusiaanse cycli doorbroken en is de mondiale bevolking explosief gegroeid. Vanwege die groei lijken we nu opnieuw een consumptieplafond te bereiken. Om die reden is Malthus’ theorie onder klimaatonderzoekers tegenwoordig weer aan de orde van de dag. Zo dreigt er door de combinatie van overbevolking en de daarmee gepaard gaande klimaatverandering op veel plaatsen waterschaarste te ontstaan. Omdat er voor water feitelijk geen substituten beschikbaar zijn, is het consumptieplafond opeens weer hoogst actueel. Onlangs was bijvoorbeeld in de Volkskrant te lezen dat droogte een belangrijke factor is geweest in het ontstaan van de oorlog in Syrië. Thomas Malthus had een simpele oplossing voor het door hem geschetste probleem, namelijk het remmen van de bevolkingsgroei. Wij delen zijn nuchterheid. Om een behoorlijke leven standaard voor iedereen te kunnen garanderen, zullen we moeten inzetten op het inkrimpen van de bevolking. Aangezien wij, als inwoners van een ontwikkeld land, bovengemiddelde verbruikers en vervuilers zijn, is onze verantwoordelijkheid
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
KINDERBIJSLAG INTREKKEN Rentmeesterschap is een prachtig idee: we bezitten de aarde niet, maar hebben haar in bruikleen. Wie iets leent, heeft de plicht daar zorg voor te dragen. Zorgdragen voor de aarde impliceert zorgdragen voor de natuur, wat weer vereist dat we deze niet op grote schaal (en deels onomkeerbaar) kapotmaken door massale uitstoot van broeikasgassen. Het is echter niet alleen rentmeesterschap wat ons committeert aan het verminderen van die uitstoot. Datzelfde geldt voor solidariteit. Het CDA wil een partij voor ‘iedereen’ zijn. Hoe ambitieus die wens precies is, hangt af van hoe je ‘iedereen’ definieert. Is ‘iedereen’ alle inwoners van Nederland? Is ‘iedereen’ alle mensen die nu leven? Of is ‘iedereen’ zelfs alle mensen die nu leven én alle mensen die nog geboren zullen worden? Wij zijn ervan overtuigd dat ons christendemocratisch gedachtegoed ons committeert aan de laatste definitie van ‘iedereen’. En laat het nu juist zo zijn dat de zwakkeren op onze planeet en toekomstige generaties waarschijnlijk de meeste negatieve gevolgen (zullen) onder vinden van klimaatverandering. Solidariteit geeft ons dus extra reden tot zorg over klimaatverandering. Wat ons betreft heeft de Nederlandse overheid een taak in het waarborgen van de publieke gerechtigheid, zowel in eigen land als over de grenzen. Dit houdt in dat zij de eigen Nederlandse burgers beperkingen op mag leggen, om zwakkeren in andere delen van de wereld te ontzien. Juist omdat wij een grotere aanslag op het milieu en de grondstoffenvoorraad doen, ligt het voor de hand dat wij als eerste onszelf beperkingen opleggen. Het zou daarom terecht zijn als de Nederlandse overheid het krijgen van kinderen actief gaat ontmoedigen. We denken hierbij niet gelijk aan een quotum, maar het intrekken van de kinder bijslag zou een eerste stap in de goede richting zijn. BEZINT EER GE BEGINT Een malthusiaans beleid gaat samen met een gespreide verantwoordelijkheid. Het opleggen van beperkingen en het agenderen van de noodzaak daarvan is niet enkel een taak van de overheid. Een malthusiaans beleid doet een appel op iedereen om zich in te zetten voor een leefbare wereld. Zelfbeheersing begint bij jezelf. We begrijpen dat een malthusiaans beleid ingrijpende en wellicht vrijheidsbeperkende gevolgen heeft. Echter, doorgaan op de huidige voet heeft net zo goed desastreuze gevolgen, juist voor de zwakkeren voor wiens belangen wij op willen komen. Mede daarom zien we ons gesteund door de vier uitgangspunten van het CDA in het uitvoeren van een malthusiaans beleid. Bezint eer ge aan kinderen begint!
21
OPINIE BEELD: DIRK HOL
Zijn we nog bereid ons te committeren aan een omroep, om zo het huidige omroepbestel in stand te kunnen houden? Daniël van Schijndel betoogt dat de toekomst van de NPO afhankelijk is van onze generatie, en roept ons op lid te worden van de omroep die bij ons past. Door Daniël van Schijndel
De toekomst van omroepverenigingen hangt af van onze generatie ‘Scherpe journalistiek met een menselijk karakter’ is het antwoord dat ik geef als iemand mij de vraag stelt waarom ik lid ben van de KRO. En stiekem ben ik net als velen een grote fan van programma’s als Boer Zoekt Vrouw, maar dat terzijde. Als CDJA’ers zijn we betrokken bij onze samenleving. Niet alleen in de politiek maar ook zeker in onze omgeving. In feite geldt dat ook voor de vele omroepverenigingen die ons land rijk is en zo uniek maakt (nergens ter wereld kent men zo’n uniek omroepensysteem). En in tegenstelling tot wat Sander Dekker claimt hebben de omroepen wel degelijk meerwaarde. Of dat in de toekomst ook zo is zal afhangen van onze generatie: zijn wij nog bereid om ons te committeren op het gebied van de omroepen? VERZUILING Een CDJA’er die ik ken is lid van Powned. Hij gebruikt hetzelfde argument als ik als iemand vraagt waarom ben je daar
22
lid van. Minus het menselijk karakter overigens waar bij Powned elk spoor van ontbreekt. Als ik in mijn klas vraag of er nog iemand lid is van een omroep blijft het muisstil. Mensen kunnen om verschillende redenen lid zijn van een omroep: vanwege de tv-gids (Tros bijvoorbeeld) of vanwege de idealen (NCRV). Om nu te zeggen dat ik vanwege mijn katholieke achtergrond lid ben geworden van de KRO is niet geheel juist maar heeft wel een rol gespeeld. Maar het belangrijkste is voornamelijk een kenmerk van de verzuiling: ik voel me daar thuis. Tijdens de verzuiling vonden arbeiders massaal de VARA, de katholieken de KRO, de gereformeerden de EO, enzovoorts. Nu dat gevoel vaak weg is bij mensen verliezen de verenigingen weliswaar leden maar zie je ook dat programma’s door een steeds breder publiek worden bekeken. Bijna iedereen geniet van programma’s als BZV, niet alleen katholieken.
MEERWAARDE Dat niet alleen de leden naar programma’s van de omroepen kijken is een goede ontwikkeling. De toekomst van de ledenomroepen hangt echter af van de ontwikkeling van de ledenaantallen en valt daarmee op onze schouders. Want hoewel de plannen van staatssecretaris Dekker (budgetten voor externe programmamakers, meer onderscheiding van commerciële zenders en zendtijd voor lokale omroepen) misschien wel op een aantal fronten te verdedigen zijn, hebben de omroepen juist meerwaarde omdat ze voor hun leden zo belangrijk kunnen zijn. Zonder de leden geen omroepen. Ik heb ‘mijn plek’ bij de KRO gevonden, daar voel ik me thuis. Misschien voel jij je ook meer verbonden met een bepaalde omroep? DE OMROEPEN IN DE TOEKOMST Zoals ik aangaf kunnen de omroepverenigingen ook in onze omgeving een belangrijke rol spelen. Niet alleen vanwege de meerwaarde voor hun leden en een plekje creëren voor ze, maar ook omdat ze vanuit een bepaalde invalshoek (maatschappelijk) debat initiëren. Dat is goed voor onze politieke besluitvorming en dat laat ook de kracht van de media zien. Iedere omroep is net als ieder mens anders. Je ergens bij thuis voelen blijft zeer belangrijk. We hebben allemaal een omroep waarbij we ons wat meer thuis voelen dan de andere. Durf te kiezen, vind je plek.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: RUBEN VAN DER ROEST
DE MENS
De mens: Ruben van der Roest Beoefen je een sport? Een aantal jaar geleden ben ik gestopt met basketbal. Tegenwoordig sport ik niet meer. Waarom ben je lid geworden van het CDJA? Ik wilde graag meer politiek betrokken raken en ik zocht een partij die het beste bij mij past.
Naam Ruben van der Roest Leeftijd 18 Opleiding of werk Bachelor Politicologie aan de universiteit Leiden
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Wie is jouw grootste voorbeeld? Mensen die veel naastenliefde tonen of succes behalen zijn mijn voorbeeld. Dan moet ik denken aan Malala en Stephen Hawking. In persoonlijke sfeer is mijn broer mijn voorbeeld.
Omschrijf je karakter eens Rustig en bedachtzaam, maar ik probeer altijd vriendelijk te zijn en open voor anderen.
Je bent minister-president, welke actie onderneem je als eerste? Ik zou ervoor zorgen dat er nooit meer geldverslindende dierentunnels of andere, onnodige dierenfaciliteiten worden gebouwd. Het geld had beter besteed kunnen worden door onze inlichtingendiensten.
Wat zijn je voornaamste activiteiten tot nu toe binnen het CDJA? Sinds ik het mee deed aan het introductieweekend heb ik nog weinig tijd gehad om activiteiten bij te wonen.
Waar geloof je in? Ik ben christelijk en geloof in God en Jezus. Daarnaast heb ik ook andere overtuigingen die teveel zijn om hier neer te zetten.
Wat zijn je ambities binnen het CD(J)A? Laat ik eerst maar eens beginnen met actief worden, de rest komt later.
Wat zie jij als de grootste bedreiging voor de veiligheid van Nederland? Momenteel is Rusland de grootste dreiging voor de Nederlandse veiligheid. Rusland en de westerse wereld polariseren steeds meer en dat wordt steeds gevaarlijker, omdat Rusland en de Europese Unie naast elkaar liggen.
Christendemocratie betekent voor jou Een democratie gekenmerkt door christelijke waarden met persoonlijke verantwoordelijkheid als belangrijkste onderdeel. Op welke partij zou je lid zijn geworden als het CD(J)A niet bestond? De SGP, ondanks het orthodoxe karakter. De SGP is een betrouwbare partij met goede standpunten op terreinen als defensie en de Europese unie.
Welk boek heb je voor het laatst gelezen? ‘Politics and democracy in microstates’ van Wouter Veenendaal Met 1000 euro ga je: Reizen met vrienden
23
CDJA INSIDE BEELD: DIRK HOL
De vacature voor voorzitter van het CDJA stond nog maar net online, of Julius Terpstra kondigde al aan zich opnieuw kandidaat te stellen. Op het voorjaarscongres in Zeist werd hij herkozen als voorzitter. ‘Ik had het gevoel er net lekker in te zitten, net te weten hoe alles werkt,’ aldus Julius. ‘En daarnaast: ik vind het gewoon veel te leuk!’
‘Het CDJA was te veel gewend de jongeren organisatie van een regeringspartij te zijn’ Door Johannes ten Hoor Waarom wilde je zo graag door? ‘Op het moment dat ik eigenlijk moest gaan afbouwen, had ik juist het idee er lekker in te zitten. Het leiden van de bestuursvergaderingen, het communiceren naar de media, het CDA positief kritisch benaderen en scherp houden, maar bijvoorbeeld ook het functioneren binnen het algemeen bestuur van het CDA. Wat betreft dat laatste, het CDAbestuur is een groot en log orgaan. Als je daar als groentje binnenkomt, is dat best even slikken. Maar heb je eenmaal door hoe je daar het best in kunt functioneren, dan kun je ook de belangen van het CDJA – en dus de belangen van jongeren – beter voor het voetlicht brengen binnen de partij.’
24
Twee jaar geleden, voor je verkiezing als voorzitter, zei je in Interruptie: ‘Soms zijn we nog iets te bang om onze standpunten van de daken te schreeuwen. Het CDJA moet het CDA scherp houden en voorop gaan in het voeren van oppositie.’ Ben je tevreden met wat je bereikt hebt? ‘Toen ik begon als voorzitter was het CDA nog aan het afkicken van de macht. En dat merkte je ook aan het CDJA: we waren te veel gewend de jongerenorganisatie van een regeringspartij te zijn. Daardoor waren we soms wat timide. De afgelopen twee jaar hebben we ons activistischer opgesteld. We zijn zelfs gaan demonstreren tegen het leenstelsel. Ook zijn we meer naar buiten getreden in de media.’ ‘Daarnaast zijn we ons waar nodig wat
minder gaan aantrekken van het CDA, zoals bijvoorbeeld in onze stellingname tegen de gekozen burgemeester en de ‘bed, bad, brood’-kwestie. Of die grap na de Europese verkiezingen, toen we taart gingen brengen bij de SGP en CU om hen te bedanken voor de extra zetel die we via de lijstverbinding met die partijen hadden weten te bemachtigen. Dan word je weleens gebeld door de afdeling voorlichting van het CDA… Die relatie is overigens prima hoor. En juist daarom moeten we ook niet bang zijn zo af en toe eens tegen de lijnen in te gaan.’
Wat zijn je plannen voor de komende twee jaar? ‘Wat onze vereniging op dit moment het meest nodig heeft, zijn sterkere lokale afdelingen. Daarmee bedoel ik absoluut niet dat het slecht gaat, maar het kan beter. Lokale afdelingen moeten zich meer met de lokale politiek gaan bemoeien. Met Genereatie2014 hebben we er al voor gezorgd dat er jonge CDA’ers in de raad zitten. Nu moeten we de massa er bij betrekken. Een mooi voorbeeld daarvan is hoe het CDJA in Overijssel via Statenleden schriftelijke vragen stelde over jeugdwerkloosheid. En recent nog heeft het CDJA Rotterdam vragen gesteld over geld dat bestemd zou zijn voor de jongerenraad, terwijl die in 2013 is opgeheven. Waar is dat geld naartoe gegaan?’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
‘Wat onze vereniging op dit moment het meest nodig heeft, zijn sterkere lokale afdelingen’ Hoe wil je dat concreet voor elkaar gaan krijgen? ‘Wat mij betreft ga ik straks langs bij alle afdelingen, om daar in gesprek te gaan en samen te kijken wat er beter zou kunnen. Mijn rol daarin is dan wel meer coördinerend, door de verbanden te leggen tussen de afdelingen.’ ‘Daarnaast heb ik nog een concreet idee, namelijk dat er in 2017 bij de Tweede Kamerverkiezingen een CDJA’er in de Kamer komt. Basta! De laatste keer dat er jongerenkandidaten echt op ‘CDJA-ticket’ in de Tweede Kamer kwamen, was in 1998.’
Welke thema’s verwacht je dat er komende jaren op de agenda zullen staan? ‘Allereerst blijft dat onderwijs. De strijd om het leenstelsel hebben we verloren, maar dat betekent niet dat we ons op dat vlak nu stil kunnen houden. In de hele discussie over het rendementsdenken in het onderwijs hebben we als CDJA een sleutel in handen. Wij zijn van de Bildung, de gedachte dat het onderwijs meer is dan je alleen maar klaarstomen voor de arbeidsmarkt.’ ‘Een ander aspect dat blijvend aandacht zal krijgen is de immateriële agenda. Zaken als godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs blijven van belang. En privacy – ook echt een thema voor jongeren waar we de afgelopen tijd al aandacht voor hebben gevraagd. Het CDA kiest nog steeds zonder blikken of blozen voor veiligheid. Natuurlijk is veiligheid belangrijk, maar in deze digitale tijd kunnen we niet zonder gedegen bescherming van persoons gegevens. Dat sluit aan bij het christen democratisch gedachtegoed: de overheid blijft op enige afstand staan. Wat dat aangaat ligt ons nog een mooie taak te wachten.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Ben jij tussen de 18 en 31 jaar? Heb jij een visie op de christendemocratie? Ding dan mee naar de JPB Award 2015! Jan Peter Balkenende Award 2014 Op het voorjaarscongres van 2011 hebben wij als CDA afscheid genomen van Jan Peter Balkenende. Vanwege zijn enorme verdienste voor de christendemocratie is toen de Jan Peter Balkenende Award in het leven geroepen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een jongere die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van het christendemocratisch gedachtegoed. Deze bijdrage moet bestaan uit een of meerdere publicaties. De eerste Award is op het najaarscongres van 2012 toegekend aan Paul Schenderling voor zijn publicatie ‘De toekomst van de christendemocratie in Nederland’. Op het CDA congres van november 2013 heeft Gerard Adelaar de tweede Award in ontvangst mogen nemen voor zijn bijdrage aan de visie van de christendemocratie op het terrein van de zorg. Zaterdag 7 november aanstaande vindt het najaarscongres van het CDA plaats. Het is de bedoeling bij die gelegenheid de derde JPB Award uit te reiken. De jury voor deze Award bestaat naast uiteraard Jan Peter Balkenende uit partijvoorzitter Ruth Peetoom, waarnemend directeur van het Wetenschappelijk Instituut Rien Fraanje en CDJA-voor zitter Julius Terpstra. Ga jij de uitdaging aan? Je kunt tot maandag 1 september 2015 je inzending sturen voor de Jan Peter Balkenende Award via het formulier via de volgende link: bit.ly/JPBaward.
25
CDJA INSIDE BEELD: SARANGI ELAVARASAN
Zowel bij de gemeenteraads verkiezingen als bij de provinciale verkiezingen organiseerde het CDJA succes volle campagnes om jonge CDA’ers in de gemeenteraad of Provinciale Staten te krijgen – Generatie2014 en Generatie2015. In deze wisselcolumn doen de deelnemers van deze projecten verslag van hun bevindingen als raadslid of Statenlid.
‘Een dankbare baan’ Door Sarangi Elavarasan (21 jaar), gemeenteraadslid te Schagen Ik zit sinds januari 2013 in de gemeenteraad van Schagen. Daarnaast studeer ik rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam en ben ik werkzaam bij het advocatenkantoor Loyens&Loeff. Onze gemeenteraad zit nu op de helft van haar termijn en de afgelopen tweeënhalf jaar heb ik veel mee mogen maken! Waar ik het meest trots op ben is een project genaamd ‘Early Birds’. Toen ik mee deed aan verkiezingen, was één van mijn punten het vervroegen van de uitgaanstijden in onze gemeente. In Schagen komt het uitgaansleven pas laat op gang (zo rond één of twee uur ‘s nachts). Het leuke was dat veel leerlingen van de middelbare school hier ook achter stonden. Een paar maanden geleden hebben we het voor elkaar gekregen om met een groepje leerlingen in de kroegen en de cafés een aantal zaterdagen achter elkaar de uitgaanstijden te vervroegen. Dit was een succes! Door middel van aantrekkelijke prijzen en leuke muziek kregen wij het voor elkaar om de jongeren eerder naar de stad te trekken. We zijn van plan om dit project binnenkort weer op te pakken. Tevens vind ik een groot pluspunt van mijn werk de cursussen die daar bij komen kijken, zowel vanuit het CDA als vanuit de
26
gemeente. Zo heb ik deelgenomen aan een Masterclass Kleurrijk van het CDA en aan een cursus over openbaar spreken op de DebatAcademie. Ik heb de afgelopen tweeënhalf jaar veel geleerd met betrekking tot het doorlezen van omvangrijke documenten en spreken in het openbaar. Ik ben met name betrokken bij onderwerpen op het gebied van de samenleving. Ik zit dan ook in de Commissie Samenleving. Hier komen verschillende onderwerpen aan bod, zoals het leerlingenvervoer, het subsidiebeleid en het accommodatiebeleid van de gemeente. Het meest omvangrijke en belangrijkste onderwerp is naar mijn mening de decentralisatie van de zorg Zowel bij de gemeenteraadsverkiezingen als bij naar de gemeenten. Dit is voor mij – als relatief nieuw raadslid – een ontzettend pittig en taai onderwerp. Ik mag dan ook van de provinciale verkiezingen organiseerde het CDJA geluk spreken dat ik een fractie zit met nog acht ervaren CDA’ers; succesvolle campagnes om fractiegenoten jonge CDA’ers inook de ik kan altijd om uitleg vragen en mijn leggen vaak uit zichzelf bepaalde zaken uit. gemeenteraad of Provinciale Staten te krijgen –
Generatie2014 en Generatie2015. In deze Kortom: het zijn van gemeenteraadslid is leerzaam en het is ook wisselcolumn defijn deelnemers deze een dankbare baan.doen Het is erg om een stem tevan zijn voor je medeburgers en ook daadwerkelijk wat voor hen te kunnen projecten verslag van hun bevindingen als betekenen. raadslid of Statenlid.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
CDJA INSIDE BEELD: CDJA LEIDEN
In Interruptie is altijd ruimte voor verslagen van lokale activiteiten. Organiseerde jouw afdeling een boeiend debat, een fantastisch werkbezoek of een geslaagde studiereis, en wil je dat graag delen met andere CDJA’ers? Stuur dan een mail naar
[email protected] voor meer informatie.
Keukentafelgesprekken bij het CDJA Leiden In Leiden voeren CDJA’ers keukentafelgesprekken. Dat heeft niets te maken met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wel met interessante discussies over politiek. Het bestuur van het CDJA Leiden doet verslag. Door het bestuur van het CDJA Leiden Het CDJA Leiden heeft haar thuisbasis in de stad Leiden. Als afdeling zaten we een poosje in een overgangsfase tussen twee besturen, maar inmiddels is het bestuur gewisseld en is er veel nieuwe energie om mooie en interessante activiteiten te organiseren. Dit jaar hebben we onder andere de Europese relatie met Rusland en terrorismewetgeving in Nederland als thema’s behandeld. We gaan daarbij uit
van het Leidse concept van het keuken tafelgesprek. Sprekers gaan met de leden om tafel zitten en samen gaan we het gesprek aan. Dat zorgt vaak voor mooie gesprekken die alle kanten opgaan. Zo eindigde de avond over terrorisme bestrijding in een gesprek over het CDA-standpunt op het gebied van drugs. Het voordeel van een CDJA-afdeling in een studentenstad is de aanwezigheid van veel andere politieke (jongeren)organisa-
ties. Zo hebben wij onze meest recente activiteit samen met de Jonge Democraten Leiden-Haaglanden georganiseerd. Deze avond had als thema ‘de Europese democratie’ en als sprekers Michel Duchateau en Josephine Hartmann, beiden verbonden aan een universiteit als promovendus en docent, en CDA-kamerlid Pieter Omtzigt. De sprekers waren het met elkaar eens dat Europa te maken heeft met een vertrouwenscrisis. Enerzijds heeft dat te maken met loyaliteitsgebrek van politieke leiders die in Brussel toestemming geven voor Europees beleid dat ze achteraf bekritiseren of de media die bijdraagt aan negatieve beeldvorming van de Europese Unie (EU). Anderzijds dienen burgers zichzelf ook op de hoogte te stellen van de Europese besluitvorming. De vertrouwenscrisis zou ons duidelijker moeten doen nadenken over waar we met Europa naar toe willen en welke instrumenten wij daarvoor willen gebruiken. De sprekers waren het eens over het feit dat het subsidiariteitsbeginsel weer meer aandacht zou moeten krijgen en dat meer gemeenschappelijkheid essentieel is voor het slagen van het Europese project. Het verschil tussen JD en het CDJA werd duidelijk in de discussie naar aanleiding van dit punt: gemeenschappelijkheid zou volgens de eersten ook door de overheid afgedwongen kunnen worden. Aan het einde van dit seizoen hopen we nog een leuke thema-activiteit en een zomeractiviteit te organiseren. Als je ideeën hebt over activiteiten en thema’s dan horen wij dat natuurlijk graag. Mocht je nog nooit langs zijn gekomen bij de Leidse afdeling dan ben je van harte welkom!
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
27
CDJA INSIDE BEELD: RUBEN OLDENHOF
Door Ruben Oldenhof
Ruben Oldenhof loopt momenteel stage bij de Nederlandse Ambassade in Kigali, Rwanda. Daarnaast is hij lid van de werk groep Buitenlandse Zaken en Defensie. Voor Interruptie doet hij verslag van zijn ervaringen.
‘Mijn inbreng als nieuwkomer werd serieus genomen’ Sinds afgelopen september ben ik actief lid van de werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie. Daarvoor was ik 1,5 jaar meer een ‘abonnee’ van het CDJA omdat andere zaken zoals wedstrijdroeien erg veel tijd in beslag namen. Maar deze herfst wilde ik echt gaan meedoen en ben toen naar de werkgroepavond gegaan in Den Haag. Ik kon meteen meedoen aan een goede inhoudelijke discussie over de dienstplicht en de toekomst van defensie. Het niveau lag hoog, iedereen wist waarover hij of zij het had, maar toch werd mijn inbreng als nieuwkomer erg serieus genomen. Dit zie ik ook in andere activiteiten van het CDJA: er is een open sfeer, met veel hartelijkheid naar elkaar. Het gaat niet om baantjesjagen of blaten, maar om de inhoud. OPEN DEBAT Mijn vakgebied is ontwikkelingseconomie. Dit gaat overal over basisvoorwaarden voor economisch succes, markten met relatief veel ‘imperfecties’ en kwantita-
28
tieve analyses van ontwikkelingsprojecten en beleid. Ik houd zelf vooral van de filosofische en politieke discussie daaromheen: wat is de verantwoordelijkheid van individuele mensen, groepen, bedrijven en overheden in de wereld economie en het welzijn van de wereld bevolking? Ik heb vooral niet de illusie dat door aan fiscale en subsidieknoppen te draaien de ideale samenleving, lokaal en wereldwijd gerealiseerd wordt. Op dit moment loop ik stage bij de Nederlandse Ambassade in Kigali, Rwanda. Mijn voornaamste taak is om een conferentie te organiseren over economische groeimodellen en de daaruit voortkomende beleidskeuzes. Het idee is dat beleidsmakers, belanghebbenden en experts, nu maar ook later, samen rond de tafel gaan zitten om constructief van gedachten te wisselen. Deze open discussie hebben we in de werkgroep ook vaak. Het fijne van een
middenpartij is dat je niet constant naar links of rechts hoeft te leunen, maar met een rechte rug van gedachten kan wisselen over de inhoud, gestoeld op fundamentele waarden. De onderwerpen van onze werkgroep zijn heel divers, want de wereld is groot. Toch is het een uitdaging om echt tot een doelmatige resolutie te komen. Het is het juiste midden vinden tussen de open deur – iets wat iedereen eigenlijk al vindt, en een sympathieke maar totaal onrealistische stelling, gegeven de huidige verdragen en verhoudingen. OPTIMISME EN GROOT DENKEN In Rwanda heerst momenteel een sfeer van hoop en optimisme, het wordt elk jaar beter, vooral omdat ze samen de schouders er onder zetten. Het is een klein land dat groot denkt, en de aansluiting bij de regio en de rest van de wereld wordt volop gezocht. Nederland is volop aanwezig hier: ondernemers, ontwikkelingsexperts, stagiaires, toeristen, maar ook erg veel Nederlandse producten. Overal ter wereld trouwens; met een knipoog kan je dat een goede V.O.C.-mentaliteit noemen. Het blijft goed om te realiseren dat een groot deel van ons BNP in het buitenland verdiend wordt, en dat het cynisme tegenover buitenlanders of het schofferen van de Internationale Gemeenschap zeker niet in het belang van de Nederlandse bevolking is. Vanaf september hoop ik weer de werkgroep vergaderingen bij te wonen, met een biertje achteraf. Dat laatste helpt zeker voor een goede discussie.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
CDJA INSIDE BEELD: WERKGROEP BUITENLANDSE ZAKEN EN DEFENSIE
Zelfvoorzienend defensief Een gezonde krijgsmacht is nodig om ons land en onze belangen te beschermen in binnen- en buitenland. Echter, bezuinigingen op defensie hebben de krijgsmacht geen goed gedaan. De werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie pleit voor herwaardering van defensie.
Door de werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie Na de val van de Muur en de ineenstorting van de Sovjet-Unie veranderden de bestaande spanningen in vreugde over de toekomst. West-Europese staten bezuinigden jarenlang flink op defensie, omdat conflict toch niet aan orde was. Naderhand gezien een naïeve gedachte. Een gezonde krijgsmacht is nodig om ons land en onze belangen te beschermen in binnen- en buitenland. INVESTERINGEN ESSENTIEEL VOOR DEFENSIE ‘De bodem van het bezuinigen op defensie is bereikt,’ aldus militair historicus Christ Klep. De bezuinigingen zijn vernietigend geweest in de afgelopen jaren. Zelfs de overzichtelijke Patriotmissie in Turkije hield Nederland nauwelijks vol, door personeels- en geldtekort. Ook over de Nederlandse missie in Mali werden we afgelopen herfst opgeschrokken door de slechte omstandigheden van het kamp waarin onze militairen zich bevinden. Serieuze investeringen zijn essentieel voor defensie, niet de douceurtjes van het huidige kabinet.
verstandig handelde door geen Nederlandse militairen te sturen naar OostOekraïne. Onze krijgsmacht is te waardevol om een speeltje van internationale onenigheden te zijn. Nederlands verantwoordelijkheden bestaan niet alleen uit het beschermen van de veiligheid van het Koninkrijk, maar ook het bevorderen van de internationale rechtsorde. DEFENSIEF BLIJVEN Onze krijgsmacht moet vooral defensief blijven. Onze veiligheid wordt bedreigd door terroristen in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en in eigen land. Daarnaast wordt de territoriale integriteit en soevereiniteit van bevriende landen geschonden in Oost-Europa. Hiertegen moet Nederland zich blijven verdedigen, samen met zijn bondgenoten. Internatio-
nale samenwerking, bijvoorbeeld met buurlanden België en Duitsland, maar ook NAVO-partners zoals Noorwegen en de Baltische staten is hierbij belangrijk. Helaas voldoen veel Europese NAVOlanden niet aan de beoogde defensie budget van 2% van het bnp, zoals is afgesproken. Ook Nederland komt deze verplichting richting zijn bondgenoten niet na. Dit past in het grotere plaatje, waarin Europa militair afhankelijk blijft van de VS. Ten tijde van de Koude Oorlog was ons continent weliswaar het strijdtoneel van de Amerikanen en de Sovjets, maar het wordt tijd dat de Europese landen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid, in plaats van achterover te leunen en ervan uitgaan dat de VS ons tot in de eeuwigheid zal beschermen. HERWAARDERING VOOR DEFENSIE De werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie pleit al met al voor herwaardering van defensie. Nederland moet de capaciteiten hebben zichzelf te beschermen als puntje bij paaltje komt. Daarnaast bestaat de krijgsmacht bij gratie van de maatschappij en deze band moet versterkt worden. De krijgsmacht is een vertegenwoordiger van Nederlandse belangen, waarden en normen, die niet alleen elke Nederlandse burger dient, maar ook het doel heeft de belangen van Europa, bondgenoten en lokale bevolkingen te behartigen, om zo een internationale rechtsorde te behalen waarin vrede en veiligheid het de norm zijn.
Daarbij moeten we altijd onthouden dat emotie niet leidend moet zijn in welk beleid dan ook. Zo zagen we na de ramp met de MH17 dat het kabinet-Rutte II
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
29
FOTO: DIRK HOL
CDJA INSIDE
Standpunten afgelopen kwartaal Door Marlien Ligtenberg TTIP EN ISDS De werkgroep Europa heeft zich grondig verdiept in het TTIPverdrag en heeft daar in totaal drie resoluties over geschreven. TTIP is een handelsovereenkomst tussen Amerika en Europa. Eerder hebben jullie al over deze resoluties kunnen lezen, en de werkgroep heeft de laatste in de ‘TTIP reeks’ geschreven. Het betreft het onderwerp ISDS, een regeling in het verdrag waardoor rechtspraak over de onderdelen van het verdrag makkelijker wordt. Er is in de publieke opinie veel kritiek op deze clausule, maar het CDJA ziet niet zoveel principiële bezwaren aan dat verdrag. Het debat wordt nu bepaald door emotie, maar het CDJA ziet dit debat juist als een mooie kans de kritiek op de clausules ter harte te nemen, en deze te hervormen. RICHTINGVRIJE PLANNING Vrijheid van onderwijs is belangrijk voor het CDJA. Daarom heeft de werkgroep OCW een resolutie geschreven die kritisch reageert op het voorstel van staatssecretaris Sander Dekker om het begrip ‘richting’ te verwijderen in het bijzonder onderwijs. Nu is het zo dat juist op basis van dit criterium bijzondere scholen financiering krijgen. De kritiek van Dekker is dat het begrip in de verzuiling is blijven hangen, maar het CDJA vindt het begrip nog voldoende flexibel. Daarom blijft het CDJA voor het begrip staan ter bescherming van het onderwijs!
ontwikkelingen na bijvoorbeeld de Irakoorlog en de Arabische lente. Hoewel het Westen deze democratische ontwikkelingen steunden, is het in deze landen nu vaak een chaos. Daarom kan volgens het CDJA samenwerking met dictators voor de stabiliteit van het land, soms goed zijn. Natuurlijk moet dit per situatie goed afgewogen worden en moeten tevens de christendemocratische waarden, zoals opkomen voor mensenrechten, fier overeind blijven staan in buitenlands beleid. DE TOEKOMST VAN DE UNIVERSITEIT Ook is op het voorjaarscongres van het CDJA een visiestuk aangenomen over de toekomst van de universiteit. Naar aanleiding van de Maagdenhuisbezetting en de discussie over het rendementsdenken, heeft het CDJA de handschoen opgepakt om met een eigen visie op het universitair onderwijs te komen. Het stuk spreekt zich uit voor een universiteit van goede kwaliteit, met een goede selectie van studenten en aandacht voor de persoonsvorming van de student. Dit alles vanuit de christendemocratische visie dat de universiteit meer is dan onderdeel van de kenniseconomie, maar vorming tot een bijdrage in de maatschappij van belang is.
DICTATORS Op het CDJA voorjaarscongres is een resolutie aangenomen over de samenwerking met dictators. De werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie schreef de resolutie naar aanleiding van de
NIEUWE WERKGROEPVOORZITTERS In mei zijn er drie nieuwe werkgroepvoorzitters gekozen! Bij de werkgroep MIL heeft Iris Bouwers afscheid genomen en gaat Martijn Sanders het stokje van haar overnemen. Ralph Diederen zwaait af als werkgroepvoorzitter van JBB, en Gineke Wiggers wordt de nieuwe voorzitter. Tot slot gaat Wolter van Dam de werkgroep VWS leiden, en hij vervangt daarmee Maaike van Berkel.
Nieuwsgierig geworden naar de activiteiten van de werkgroepen?
Kom eens een keer kijken! Er is altijd een werkgroep die bij jouw interesses past. Vragen? Stuur gerust een mailtje naar
[email protected]
30
COLOFON COLOFON
Interruptie is een uitgave van het CDJA en verschijnt vier keer per jaar onder verantwoordelijkheid van de CDJA- redactiecommissie bestaande uit: Hoofdredacteur: Johannes ten Hoor
Postadres Postbus 30453 2500 GL Den Haag
Flevoland Tom van den Brink
[email protected]
JBB Gineke Wiggers
[email protected]
tel. +31 (0)70 34 24 851 fax +31 (0)70 36 43 417
[email protected] DAGELIJKS BESTUUR
Fryslân Wiebe Strikwerda
[email protected]
BZD Jur Limburg
[email protected]
Gelderland Gerjan van de Weg
[email protected]
Europa Huub Brouwer
[email protected]
Groningen Gerben ter Veen
[email protected]
SEF Maarten Andriol
[email protected]
Limburg Jimmy Bastings
[email protected]
VWS Wolter van Dam
[email protected]
Noord-Brabant Remco van Dooren
[email protected]
MIL Martijn Sanders
[email protected]
Noord-Holland Jan Beelen
[email protected]
COMMISSIES
Communicatie en Campagne David Westerink +31 (0)6 839 446 65
[email protected] Politiek en Internationaal Marlien Ligtenberg +31 (0)6 341 056 60
[email protected] Organisatie en Scholing Anne Zandberg +31 (0)616004668
[email protected]
www.cdja.nl http://twitter.com/ CDJAInterruptie
Foto’s: Dirk Hol, Diversen Ontwerp en lay-out: Studio Piraat (bno), Den Haag
Overijssel Marc Dorst
[email protected] Utrecht Martijn van den Berg
[email protected] Zeeland Leen Moerland
[email protected] Zuid-Holland Bob van Meijeren
[email protected] Vrijgekozen René Linde rené
[email protected] Hans van den Heuvel
[email protected]
Vormingscommissie Thomas van Meijeren
[email protected] Redactiecommissie Johannes ten Hoor
[email protected] Organisatiecommissie Emilie van der Burg
[email protected] Promotiecommissie Robert de Wit
[email protected] HRM-commissie Joyce Esser
[email protected] Internationaal Secretaris Lotte Schipper
[email protected]
Berent Stapelkamp
[email protected]
N E D E L ERVEN Maak je vrienden lid van het CDJA! W N Jullie ontvangen allebei een (welkomst-)cadeau! Na je aanmelding nemen we contact met je op en sturen we een lidmaatschapformulier. LEDE NIEUW LID:
Dit ledenblad is gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Abonnement: 12,50 euro (4 nrs.) Leden van het CDJA ontvangen Interruptie gratis. Advertentiemogelijkheden op aanvraag.
www.cdja.nl
OC&W Jorden van der Haas
[email protected]
Penningmeester Ard Warnink +31 (0)6 237 87 760
[email protected]
Aan deze editie werkten mee: Maarten Neuteboom, Saya Abdullah, Willem-Rutger van Dijk, Huub Brouwer, Daniël van Schijndel, Ruben van der Roest, Sarangi Elavarasan, CDJA Leiden, Ruben Oldenhof, Werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie, Marlien Ligtenberg, Julius Terpstra
De redactie behoudt zich het recht voor stukken te weigeren, te redigeren of in te korten. Inzending geeft de redactie het recht een bijdrage ook via internet, databank of anderszins openbaar te maken. Eventuele auteursrechten blijven berusten bij de schrijver.
WERKGROEPEN
Drenthe Stefan Smith
[email protected]
Secretaris Michelle Makkinje +31 (0)681049581
[email protected]
Adviserend lid: Anne Zandberg (DB), Michelle Makkinje (DB, per 6 juni 2015)
Redactie-adres: Johannes ten Hoor Lange Slachterijstraat 90 2060 Antwerpen tel. +31 (0)6 21 90 81 66
[email protected]
ALGEMEEN BESTUUR
Bezoekadres Buitenom 18 2512 XA Den Haag
Voorzitter Julius Terpstra +31 (0)6 229 02 489
[email protected]
Joyce Esser Barend Tensen Carina van Os Lorenz van der Ven Maarten Zoutendijk
Druk: SENEFELDER MISSET B.V. Doetinchem
CDJA SECRETARIAAT
Het CDJA is een politieke NAAM: jongerenorganisatie speciaal voor jongeren die ADRES: zich naast hun studie of baan willen met politiek WOONPLAATS: bezig willen houden. Jij bent natuurlijk al lid, maar TEL: je kent vast wel mensen in jouw eigen omgeving die EMAIL- ADRES: zich net als jij willen inzetten voor de toekomst van jongeren. Als je dit kaartje opstuurt ontvanNAAM: gen jullie allebei een cadeau. Sta je te discussiëADRES: ren over wat er om je heen gebeurt, wacht dan niet WOONPLAATS: langer en maak ook je vrienden lid van het CDJA. TEL: Kijk voor meer informatie over deze actie op www. EMAIL- ADRES: cdja.nl
LID:
Terpstra’s T O U C H Het was goed om weer zoveel CDJA’ers te treffen op het congres in Zeist. De opkomst was hoog, de discussies over onderwijs en democratie waren interessant en het feest in de Koets was ouderwets legendarisch. Kortom, we mogen terugkijken op een zeer geslaagd congres! Persoonlijk ben ik ook dankbaar voor mijn herverkiezing als voorzitter en het mooie mandaat dat jullie aan mij hebben gegeven. Ik ben zeer gemotiveerd om me nogmaals twee jaar voor het CDJA in te gaan zetten. We moeten door, er staat weer genoeg op de rol de aankomende tijd.
Het is mijn overtuiging dat straks, wanneer de economie weer op volle toeren draait, het debat over waarden in de samenleving losbarst. Zaak dat het CDA dán vooraan staat! Julius Terpstra Voorzitter CDJA
32
.n ja w w w .c d
Ik wil in deze column een klein voorzetje geven. Jesse Klaver, de kersverse partijleider van GroenLinks, sprak zich uit tegen de ‘economisering’ van de samenleving, en premier Mark Rutte walgde van de ‘Dikke Ik’-mentaliteit in Nederland. Het CDA moet zich op dit soort thema’s niet de kaas van het brood laten eten. Juist fatsoensnormen, de menselijke maat en ageren tegen de individualisering maakt het CDA onderscheidend. De VVD-leider, die we nog nooit eerder op een waarde-uitspraak hebben kunnen betrappen, kan na de ‘participatiesamenleving’ toch niet ook dit nog klakkeloos uit de CDA burelen jatten? Pleit er als CDA nog nadrukkelijker voor om de macht terug te geven aan professionals zoals onderwijzers en verplegers. Eis respect voor hulpverleners en steun kleinschalige initatieven van burgers, zoals onderlinge zorg en studenteninitatieven. Belangrijk detail: spreek je daarbij uit tegen bureaucratische rompslomp en teveel regeldruk. Claim de waardenagenda en wees niet te angstig om je als CDA te mengen in het publieke debat en om andere partijen uit te dagen.
l
Eén van de kerntaken van het CDJA is om het CDA zo af en toe te prikkelen. We moeten de koers van de moederpartij toetsen aan onze christendemocratische principes. De afgelopen periode zijn we bijvoorbeeld kritisch geweest op de draai van Buma bij de gekozen burgemeester en het ontbreken van het CDA in de ‘bed, bad en brood-discussie’. Ook de overheersende economische agenda van de CDA Tweede Kamerfractie kon niet altijd op ons applaus rekenen. Het adagium: ‘meer banen, minder lasten en meer vrijheid’ is begrijpelijk, maar met een aantrekkende economie en de daarbij horende meevallers voor het Kabinet niet lang houdbaar. De vervolgvraag voor het CDA is: hoe onderscheid je jezelf. De peilingen zijn aardig, maar nog niet om over naar huis te schrijven. Er moet een schepje bovenop. Wat mij betreft levert het CDJA een bijdrage aan de beantwoording van deze vraag.