7
NR 20 .4 1
5
JA AR G AN G :2
E TI L RA IE IG S M NA E
l .n
a dj .c w w w
JASPER KUIPERS (VLUCHTELINGENWERK NEDERLAND) OVER OPLOSSINGEN VOOR HET VLUCHTELINGENVRAAGSTUK DE NOODZAAK VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES MIGRATIE- EN ASIELBELEID IN MEMORIAM: WILLEM AANTJES
Cover #RefugeesWelcome demonstratie in Den Haag Beeld: Dirk Hol
gezocht:
Redactieleden De redactie van Interruptie is blijvend op zoek naar nieuw talent! Wij zoeken iemand met: - Uitstekende schrijfvaardigheden - Journalistieke affiniteit - Interesse in politieke en maatschappelijke thema’s - Creativiteit en lef Lijkt het je leuk om samen te werken met een enthousiast team van redacteuren? Wil je journalistieke ervaring opdoen en je netwerk binnen en buiten het CDJA uitbreiden? Dan is de redactie van Interruptie de juiste plek voor jou. Ook als je net lid bent geworden, of tot nu toe nog niet actief bent binnen de vereniging, bieden we je graag de mogelijkheid op deze manier actief te worden binnen het CDJA. Heb je interesse of wil je meer informatie, neem dan contact op met de hoofdredacteur:
[email protected]. Solliciteren kan door een korte motivatie te mailen, samen met een door jou geschreven artikel dat aansluit bij de inhoud en het publiek van Interruptie.
Volgende Interruptie De volgende Interruptie verschijnt in maart 2016; het thema zal later bekend gemaakt worden. Wil jij ook een bijdrage leveren aan deze editie? Neem dan tijdig contact op met de hoofdredacteur:
[email protected]. De auteursinstructies vind je op www.cdja.nl/interruptie. Ingezonden stukken hoeven niet noodzakelijk thema-gerelateerd te zijn.
2
Gezocht:
‘Freelance redateuren’ Om nog meer mensen de gelegenheid te geven een bijdrage te leveren aan Interruptie introduceerde de redactie een nieuw concept: freelance redacteuren. Als freelance redacteur maak je geen deel uit van de redactie, maar zullen we je wel af en toe vragen een stuk te schrijven, over een thema dat jou interesseert en/of waar je veel van weet. Interesse? Stuur dan een mail naar
[email protected] waarin je in elk geval vermeldt wat je achtergrond is en over welke thema’s je eventueel zou willen schrijven. Als je nog niet eerder voor Interruptie geschreven hebt, dan graag ook een artikel van jouw hand bijvoegen, zodat we een goede indicatie hebben van je schrijfvaardigheden. Per editie zullen we kijken welke freelancers mogelijk een interessante bijdrage kunnen leveren, waarbij we qua vorm en inhoud zo veel mogelijk vrijheid willen geven. En komt het een keer niet uit? Dan kun je altijd bedanken voor de eer.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
REDACTIONEEL EEN ODE AAN DE LOKALE POLITIEK In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2014, en bij het werken aan de verkiezingsspecial Generatie2014, hoorde ik vaak uitspraken in de trant van: ‘de gemeenteraad staat van alle vormen van bestuur toch het dichtste bij de burger. Of: ‘de thema’s waar de lokale politiek over gaat, raken de burgers vaak direct.’ Lokale politiek is tastbaar en zichtbaar, en in het ideale geval ook voor iedere burger bereikbaar. Maar toen ik onlangs met een andere redacteur nadacht over een nieuw thema voor Interruptie, kwamen we beiden tot de conclusie dat we de thema’s die we behandelen vaak vanuit de landelijke politiek benaderen. Nu is dat niet zo vreemd. De landelijke politiek spreekt voor velen toch meer tot de verbeelding. Het Haagse gebeuren brengt over het algemeen heel wat meer spanning en sensatie met zich mee dan de ingedutte lokale politiek – althans, zo wil het vooroordeel. Want intussen staat er ook op lokaal niveau dusdanig veel op het spel, dat er zeker meer aandacht aan besteed dient te worden.
INHOUD 4
ESSAY IDEOLOGIE IN DE GEMEENTEPOLITIEK
6
INTERVIEW PROF. MR. REMCO NEHMELMAN
8
STRAATINTERVIEWS ‘IK HEB NIET ZOVEEL BEHOEFTE AAN BURGERPARTICIPATIE IN MIJN EIGENEN WIJK ‘
10
THEMA ONDERZOEK DEMOCRATISCHE VERNIEUWING IN DE LOKALE POLITIEK
15
LUIS IN DE PELS HOUD DE KLOOF TUSSEN DE POLITIEKE ELITE EN DE BURGER NIET IN STAND
16 18
FOTOPAGINA INTERVIEW REMCO VAN DOOREN
20
CDA GEDACHTEGOED CHRISTENDEMOCRATISCHE WAARDEN IN DE PRAKTIJK
22
LOKAAL BESTUUR SAMENWERKINGSVERBANDEN TUSSEN GEMEENTEN BRENGEN LOKAAL BESTUUR IN GEVAAR
23
LOKAAL BESTUUR VERLIES AAN GELOOFWAARDIGHEID
24
LOKAAL BESTUUR HET GAAT OM DE HUURDERS, NIET DE BESTUURDERS!
25
DE MENS CARINA VAN OS
Dat neemt niet weg dat in deze editie vele onderwerpen de revue passeren. Dat is allereerst te danken aan de verschillende jonge raadsleden binnen het CDJA. Zo schrijft Jan Pieter van der Schans over zijn bevindingen rond het koopzondagreferendum in Ede, schrijft Jos van Ginneken over zijn strijd voor betaalbare jongerenhuisvesting in Terneuzen en beschrijft Dennis Chafiâ in de rubriek CDA Gedachtegoed vanuit een tweetal praktijkvoorbeelden hoe de christendemocratische waarden op lokaal niveau een rol spelen.
26
OPINIE WAAROM WIJ HET ‘NEDERLANDERSCHAP’ MOETEN INNOVEREN
28
CDJA INSIDE HET CDJA IN EUROPA
29
CDJA INSIDE ‘THERE SEEMS TO BE SOMETHING ALWAYS MAKING OUR ORGANIZATIONS GO ALONG’
Zo zie ik het trouwens graag: een diverse inbreng door verschillende leden van het CDJA. Alleen met die inbreng kunnen we er als redactie voor zorgen dat Interruptie echt een ledenblad is. Of het nu gaat om een eenmalige inzending, of je wat vaker wilt meewerken als ‘freelance-redacteur’ of vanuit een vaste plek in de redactie. Wellicht zelfs als nieuwe hoofdredacteur? Enfin, zie de vacatures in dit nummer. Ik reken op jullie!
30
CDJA INSIDE STANDPUNTEN SEPTEMBER
31 32
COLOFON
Tot op heden ontbrak het dus vaak aan aandacht voor de lokale politiek in Interruptie. Een gemiste kans, zo besloten we, temeer gezien het talent aan lokale bestuurders dat we als vereniging in huis hebben. En zo kwam dit themanummer over lokaal bestuur tot stand, een ode aan de lokale politiek. Uiteraard is het onmogelijk om in één nummer alles wat ook maar met de lokale politiek te maken heeft aan de orde te laten komen. Maar laat het een mooie aanleiding zijn om ook in komende Interrupties het thema ook vanuit het lokale perspectief te benaderen.
Johannes ten Hoor -
[email protected]
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
TERPSTRA’S TOUCH
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
BEELD: DIRK HOL
‘Mensen moeten door kunnen gaan met leven, ze hebben perspectief nodig’ VluchtelingenWerk Nederland heeft het drukker dan ooit. In de afgelopen twee maanden heeft de organisatie 10.000 nieuwe aanmeldingen van vrijwilligers ontvangen, bovenop de 7500 die al ingeschreven stonden. Jasper Kuipers, adjunct-directeur van VluchtelingenWerk Nederland, vertelt over de rol van het maatschappelijk middenveld in het vluchtelingenvraagstuk en de algehele situatie rondom vluchtelingen in Nederland. Door Joyce Esser en Anne Zandberg
4
‘Al die nieuwe aanmeldingen voor vrijwilligers, dat vind ik mooi,’ vertelt Jasper Kuipers. ‘Het zegt iets over het draagvlak in de samenleving. Er zijn niet alleen maar mensen die tegen vluchtelingen zijn, maar ook mensen die hun handen uit de mouwen willen steken.’ VluchtelingenWerk Nederland is een professionele vrijwilligersorganisatie die vluchtelingen begeleidt en ondersteunt in en na de asielprocedure. Tijdens het begeleiden van vluchtelingen werkt VluchtelingenWerk nauw samen met de overheid. Hier ontvangen ze ook subsidie voor. ‘Toch zijn we meer dan alleen een welzijnsorganisatie,’ vertelt Kuipers. ‘Als ons iets opvalt waarvan we denken: dat kan beter, dan kunnen we niet stil blijven zitten. Daarom doen we actief aan politieke lobby en draaien we ook deels op particuliere financiering. De overheid betaalt namelijk niet alles. Een vluchteling die naar Nederland komt heeft bijvoorbeeld recht op gezinshereniging, maar dit is een ingewikkelde procedure. Onze vrijwilligers helpen hen met het invullen van de formulieren.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Het klinkt bijna als een decentralisatie; de overheid die de begeleidingstaak uitbesteedt aan jullie. Is het begeleiden van vluchtelingen in beginsel een taak voor de overheid of voor het maatschappelijk middenveld? ‘Aan de uitbesteding aan VluchtelingenWerk heeft een liberale visie ten grondslag gelegen: men vond dat de samenleving zelf ook best wat kon doen. Je kunt het lekker makkelijk en goedkoop vinden om alles over te laten aan vrijwilligers, maar toch heeft het maatschappelijk middenveld een meerwaarde. Het integreren van vluchtelingen is niet iets is wat je door een ambtenaar kunt laten doen. Het gaat veel beter als een vrijwilliger zegt: ik kom jou ondersteunen, omdat ik vind dat jij hier welkom bent. Onze vrijwilligers leggen bijvoorbeeld ook uit hoe je een ov-chipkaart aanschaft of hoe een Nederlandse supermarkt werkt. Onze filosofie is dat integratie van twee kanten moet komen: de vluchteling moet zich aanpassen, maar de samenleving moet ook openstaan. Anders vraag je niet om integratie, maar om assimilatie.’ Wordt hulp zo niet té afhankelijk van bereidwillige vrijwilligers, terwijl het opvangen van vluchtelingen een overheidsplicht is? ‘VluchtelingenWerk is ontstaan in de jaren ’70, toen er veel Vietnamese bootvluchtelingen naar Nederland kwamen. Er was amper migratie- of opvangbeleid en dus namen mensen zelf vluchtelingen in huis. Later is opvang een primaire taak van de overheid geworden. Wij zien dat als een verworvenheid. Opvang is ingewikkeld, dat kan je niet van de samenleving vragen. Bovendien kunnen wij ons daarom hierdoor richten op wat we echt belangrijk vinden. Bescherming is namelijk niet alleen het geven van een verblijfsvergunning.’ ‘Onze filosofie is dat het doel van opvang zou moeten zijn om mensen voor te bereiden op integratie. Dat is een zeldzame filosofie, maar het is een feit dat mensen na de opvang hun leven weer op moeten pakken. Zelfs als ze niet blijven in de Nederlandse samenleving, zullen ze moeten herintegreren in het land van herkomst. Dat is iets waar je rekening mee moet houden in de opvang. Het klinkt efficiënt om opvang te organiseren als een bedrijfsmatig proces; iedereen in een gaarkeuken laten eten is goedkoper dan een declareersysteem. Als je echter twee jaar lang niet zelf mag koken, doet dat wat met je als mens. Wij zeggen: leer mensen om zelfredzaam te blijven en bereid ze voor op integratie.’
Hoe ziet u de huidige praktijk in dat licht? ‘In de jaren ’90 hadden we 84.000 mensen die in een opvang zaten. Na de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet en het generaal pardon van 2007 is het Centraal Orgaan opvang
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Asielzoekers (COA) een krimporganisatie geworden. Dat is ook logisch; je laat niet 80.000 bedden leeg staan, omdat er over tien jaar een oorlog in Syrië zou kunnen uitbreken. Deze oorlog duurt echter al vijf jaar. De overheid is niet visionair en proactief bezig geweest met het opvangbeleid. Te lang hebben we gedacht: daar komen nog tien mensen, waar kunnen we tien bedden vinden?’ ‘Nederland had zich moeten voorbereiden op deze groeiende toestroom. We zitten in een situatie waarin we aan extra gymzaaltjes denken en niet aan integratie. Maar de mensen die in die gymzaaltjes zitten, zijn Syriërs en Eritreeërs. We weten dat die mensen hoogstwaarschijnlijk een status krijgen en dat ze in ieder geval tijdelijk moeten meedoen in onze samenleving. Juist dan is het belangrijk om na te denken over taallessen, diploma’s en werk. Ik heb heel lang de pro-activiteit gemist op het buffervraagstuk en nu mis ik die pro-activiteit op het integratievraagstuk.’ ‘Daarnaast heerst er een electoraal gevoel dat we soberheid moeten uitstralen om aanzuigende werking te voorkomen. We weten dat het idee van een aanzuigende werking niet waar is, maar het doet het electoraal goed. We breken alles af wat op integratie lijkt en creëren daarmee problematiek. Met de gastarbeiders in de jaren ’50 hebben we gedacht: die mensen blijven hier niet lang, we gaan hen geen Nederlands leren. Drie generaties later levert dat nog steeds maatschappelijke problematiek op. Het vluchtelingenvraagstuk is niet op alle vlakken verglijkbaar, maar we kunnen wel constateren dat de politiek geen les heeft getrokken uit de afgelopen decennia. Integreren is investeren, of mensen hier nu blijven of dat ze terugkeren naar hun land van herkomst om aan de heropbouw te gaan werken. Goedkoop is duurkoop, zowel financieel als moreel.’
‘Als je twee jaar lang niet zelf mag koken, doet dat wat met je als mens’
5
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
‘Het integreren van vluchtelingen is niet iets is wat je door een ambtenaar kunt laten doen’
Hoe kan het maatschappelijk middenveld bijdragen aan een positievere toon in het maatschappelijk debat? ‘Het debat over migratie heeft altijd golfbewegingen. Een dood jongetje op het strand raakt iedereen, maar de opening van een Asielzoekerscentrum zonder informatievoorziening vindt ook niemand kunnen. We hebben allemaal de aarzeling of we dit aankunnen en tegelijkertijd het gevoel dat we een mensen in nood moeten helpen. De opgave voor het maatschappelijk middenveld is om een toon te vinden die die beide gevoelens honoreert. Ook VluchtelingenWerk is erg aan het experimenteren met hoe het debat gevoerd moet worden. Iedereen is op zoek naar de balans tussen aarzeling en medemenselijkheid: het maatschappelijk middenveld, de politiek, maar ook ieder in zijn eigen persoonlijke omgeving. Wij willen dat doen door hier eerlijk over te zijn. Mensenrechten zijn geen linkse hobby. In een land als Nederland zouden mensenrechten neutraal moeten zijn. We moeten terug naar het gesprek waarin we kunnen uitleggen dat de waarde die ten grondslag ligt aan mensenrechten universeel en politiek kleurloos is.’ ‘Als vrijwilligersorganisatie hebben we de kennis om tot oplossingen te komen die moreel en praktisch toereikend zijn. Migratie is echter sinds gebeurtenissen als 9/11 of de moord op Theo van Gogh geframed in een angstcultuur. Daardoor is het niet meer mogelijk om te komen tot een debat over redelijke oplossingen en moet je de rest overschreeuwen door enerzijds bijvoorbeeld te stellen dat mensen alleen komen voor een ooglidcorrectie of anderzijds foto’s te delen van een verdronken kind op een strand.’
6
Kunt u een voorbeeld noemen van zo’n oplossing waarin moraliteit en praktijk elkaar ontmoeten? ‘Wij stellen al jaren opvang in de regio voor. Mensen die vluchten zijn fundamenteel anders dan andere, economische migranten. Ze hebben de hoop dat de oorlog overgaat en dat ze ooit terug naar huis kunnen. Veel vluchtelingen dachten eerst: we gaan binnenkort terug. Daarna legden ze zich neer bij de gedachte dat Libanon of Turkije hun nieuwe thuisland zou worden. Maar de kinderen kunnen daar niet naar school en er is geen medische hulp. De situatie in Syrië verbetert niet en we komen nu in een fase dat mensen denken: ik heb helemaal niets meer te verliezen, ik ga naar Europa. Je kunt veel kwalijks zeggen over de kwaliteit van opvang in bijvoorbeeld Libanon, maar hun staatsschuld loopt maandelijks enorm op, omdat zij alle opvang zelf financieren. We hadden als Europa tegemoet moeten komen aan de behoefte om dicht bij huis opgevangen te worden.’ U zegt dus: opvang in de regio is de oplossing. Is die stelling houdbaar ten opzichte van jullie andere stellingen, namelijk dat er geen aanzuigende werking is en dat we de grenzen ook niet moeten sluiten? ‘Ons uiteindelijk doel als NGO is onszelf opheffen. Maar het vluchtelingenvraagstuk is een complex probleem: vluchtelingen verschillen enorm. Ten eerste zijn er de mensen met een individueel vluchtmotief, zoals politieke of religieuze vervolging. Daarnaast heb je enorme groepen mensen die voor oorlog vluchten. En dan is er ook nog de derde categorie met een andere, economische reden om te migreren. De stroom naar Europa is zeer gemixt. De eerste categorie mensen verdient onze bescherming; zeker als we de ‘westerse’ waarden waarvoor we
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
zeggen te staan, willen uitdragen. De tweede groep heeft echter primair behoefte aan opvang in de regio. Dat vereist dat we omliggende landen ondersteunen met geld, hulp en kennis. Ook in deze categorie zijn zeer kwetsbare vluchtelingen vertegenwoordigd, zoals alleenstaande minderjarigen of mensen met een medische noodzaak. Voor hen is Europese opvang vereist.’ Maar zijn het niet juist de rijkste vluchtelingen die Europa weten te bereiken? Pleit dat niet voor een ander systeem? ‘Je kunt van omliggende landen niet verwachten dat zij hun grenzen openhouden, terwijl wij de onze sluiten. Libanon heeft 2,5 miljoen inwoners en moet nu 2 miljoen Syriërs opvangen. Er zal iets van solidariteit moeten zijn in aantallen. Veel mensen denken bij grenzen aan hekken en prikkeldraad, maar een vluchteling vindt altijd wel weer een betonschaar. Het gaat hier om de visumgrenzen, daar moeten we over nadenken. Er is nu nog geen veilige en legale manier om mensen te identificeren en toe te laten. Ik vraag mij af hoe het kan dat we dat in 2015 nog niet hebben weten te realiseren.’
Wat vindt u dan van Buma’s voorstel: realiseer veilige kampen en verleen daar ter plekke al de visa? ‘Prikkeldraad en militaire bescherming is alleen oplossing voor kortdurende conflicten. Mensen moeten door kunnen gaan met leven, ze hebben perspectief nodig. Als jullie in zo’n kamp ook onderwijs en arbeidsafspraken met de gastlanden willen realiseren, ben ik daar voor. Toch blijft het zo dat er soms te veel mensen zijn of dat er kwetsbare gevallen zijn die ook in een dergelijk kamp niet de benodigde bescherming krijgen. Moet een homoseksueel uit Iran dan via zo’n kamp Europa binnen komen? Het is geen kwestie van grenzen open of dicht, maar van een
serie maatregelen die in totaliteit in de richting gaan die je wilt bereiken. Maar dat is een kwestie van de lange adem en politiek geen lekker hapje. Dat is waarom Angela Merkel zegt: dit is een van de meest fundamentele vraagstukken van deze tijd.’
Heeft u nog verdere oplossingen? ‘Naast opvang in de regio kunnen we het uiteraard hebben over criteria en misschien ook wel over de hoeveelheid mensen. Dan kom je ook bij de absorptiecapaciteit, hoewel ik denk dat we daarin nog lang niet de max hebben bereikt. Daar zijn we laf in, we zijn nog nooit zo rijk geweest. We hebben politiek leiderschap nodig om op een gezaghebbende manier te laten zien dat het mogelijk is. Je kunt niet stil blijven zitten en een ontstaan sentiment vervolgens alleen electoraal gebruiken.’ Maar zijn die sentimenten en angsten ook niet reëel? ‘Veel zorgen gaan over andere vraagstukken dan vluchtelingen alleen, denk aan werkeloosheid of sociale woningbouw. Het is opportunistisch om in angstpolitiek te verzakken en problemen die er al waren op het conto van de vluchteling te zetten. Dat de woningmarkt stagneert, is niet te wijten aan vluchtelingen. Vluchtelingen leggen enkel het probleem bloot. Het is een politieke opdracht om het over het totaalgesprek te hebben. De vluchtelingenproblematiek is slechts een puzzelstuk. We gaan met dit ene puzzelstukje heel verkrampt om, maar zwijgen over het totaalplaatje. Mensen maken zich zorgen over het gebrek aan politiek leiderschap op alle dossiers en op dit dossier komt de stoom eruit. Maar zodra je het een gezicht geeft, zit medemenselijkheid in ons.’
VluchtelingenWerk Nederland VluchtelingenWerk Nederland is een non-profitorganisatie die is opgericht in 1980. Het werk van VluchtelingenWerk bestaat uit twee takken: belangenbehartiging en begeleiding. Jasper Kuipers is als adjunct-directeur verantwoordelijk voor de belangenbehartiging; een taak die politieke lobby, persvoorlichting en
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
publiekscampagnes behelst. Daarnaast is VluchtelingenWerk actief bezig met het begeleiden van vluchtelingen; zo wordt er voorlichting geboden tijdens de asielprocedure en biedt VluchtelingenWerk hulp bij integratie indien er een verblijfsvergunning wordt verstrekt.
7
INTERVIEW BEELD: DIRK HOL
‘Het is opportunistisch om problemen die er al waren op het conto van de vluchteling te zetten’
Wat kan ik doen? Iedereen kent het machteloze gevoel: je wilt wel iets doen, maar wat? Wij vroegen het aan Jasper Kuipers. 1. Praat erover en wees kritisch. Bewustwording is zo belangrijk; het gesprek moet overal gevoerd worden. Het probleem is groot, maar de Afsluitdijk is er ook gekomen.
8
2. Handel. Word vrijwilliger via een van de vele organisatie, of doe iets op eigen initiatief. Ga eens voetballen in een AZC of bel aan bij je nieuwe buren. 3. Geef. Mocht je weinig tijd hebben, maar wil je wel wat doen, kun je altijd nog donateur worden bij een van de vele organisaties in Nederland die vluchtelingen helpen.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
INTERVIEW BEELD: MAARTJE SCHOLTEN
‘Ik zal nooit meer terug kunnen naar Syrië, dat is uitgesloten’ De 37-jarige Fadi al Qontar is afkomstig uit Syrië. Zestien maanden geleden is hij naar Europa gevlucht omdat hij met zijn vrouw en twee kinderen niet langer veilig kon leven in Syrië. Sinds een aantal maanden is hij statushouder en heeft hij een vaste woonplaats. Door Carina van Os en Maartje Scholten Fadi spreekt voor de korte tijd dat hij in Nederland verblijft goed Nederlands, maar als we elkaar niet begrijpen mag ik overgaan op het Engels, Filipijns of Frans. Of hij daarvoor gestudeerd heeft? Nee. ‘Geleerd van vrienden terwijl ik werkte als designer’.
Waarom bent u gevlucht? ‘In Syrië waren mijn gezin en ik niet veilig. Wij zijn geen moslim. Wij zijn Druzen (een kleine religieuze gemeenschap in het Midden-Oosten, red.). Dit werd door een deel van de moslims niet geaccepteerd. Ik ben vanuit Syrië naar Libanon gegaan en van daar uit heb ik zestig uur met een boot gereisd om bij Italië te komen. Vanuit Italië ben ik in Nederland terecht gekomen waar ik werd opgevangen in een asielzoekerscentrum in Utrecht. Een paar maanden na mijn aankomst konden mijn vrouw en kinderen veilig met het vliegtuig naar Nederland komen. Ik zal nooit meer terug kunnen naar Syrië, dat is uitgesloten. Als ik mijn ouders weer wil ontmoeten, zal dat in Libanon moeten gebeuren.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Hoe gaat het nu met u en uw gezin? ‘Het gaat goed. We hebben nu bijna vijf maanden een vaste verblijfsplaats. Ik leer Nederlands en werk een aantal dagen in de week. Mijn kinderen gaan hier naar school en ze kunnen prima meekomen. Ze pakken de taal snel op en zijn erg ruimdenkend. Thuis praten ze al Nederlands onderling. Dat vind ik fijn, zo leer ik het ook beter. Ik hoop dat het zo goed met ze blijft gaan en ze later kunnen gaan studeren. Ook hoop ik dat ik straks een baan kan vinden in Nederland. Over drie jaar ben ik veertig; ik betwijfel of ze me dan nog wel aan willen nemen. Ik leer hard voor de lessen Nederlands, zodat mijn spraak geen belemmering vormt voor mijn potentiële werkgever.’ Hebt u een idee hoe de problemen in Syrië aangepakt kunnen worden? ‘Alles is problematisch in Syrië. Ik heb geen idee hoe dit allemaal veranderd kan worden. De hulp van Europese landen in Syrië vind ik goed, omdat ze er in Syrië zonder anderen niet uit gaan komen.’ Wat vindt u van de protesten tegen vluchtelingen en de aanval op een opvang hier in de buurt? ‘De protesten doen mij niets. Ik ben er niet van geschrokken en ik begrijp ook niet waarom ze zoiets hebben gedaan. Toen ik hoorde van de aanval was ik even ongerust. Ik heb een bekende gebeld die in de desbetreffende opvang verbleef. Ze zei dat het weer rustig was en ik me geen zorgen hoefde te maken.’ Wat viel u op in Nederland? ‘De mensen, het water en het weer. De mensen zijn erg aardig en behulpzaam. Ik voelde me welkom.’ Na afloop van het gesprek lopen we het druilerige herfstweer weer in en pakken we de fiets. Of we binnenkort een keer op de koffie komen? Natuurlijk. Brengen we gelijk de Interruptie mee.
9
LOKAAL BESTUUR BEELD: DIRK HOL
Wat is de impact van het vluchtelingenvraagstuk op lokaal niveau? En hoe gaan christendemocratische bestuurders daarmee om? Burgemeester Bram van Hemmen uit Sliedrecht en CDA-fractievoorzitter Mark Buck uit Nijmegen reageren vanuit hun ervaringen.
Solidariteit als daad Het vluchtelingenvraagstuk doet een groot beroep op onze barmhartigheid en solidariteit. De tijden lijken weinig barmhartig en solidair te zijn, maar het is aan ons om daar een verschil in te maken. Afgelopen tijd heeft de Rijksoverheid een beroep gedaan op de gemeente Nijmegen om 3000 vluchtelingen op te vangen in een noodopvanglocatie op Heumensoord. De stad heeft zich barmhartig en solidair getoond, en uiteraard gold dat ook voor onze CDA-fractie. Waarom? Omdat het antwoord dat we hebben gegeven het enige humane antwoord is. Het antwoord op een meer pragmatische dan ideologische vraag, naar mijn idee. Of zoals onze burgemeester Hubert Bruls het beeldend verwoordde: ‘De vraag is niet of we deze mensen in een noodopvang willen zien maar of we ze op straat willen laten slapen’. We vangen vluchtelingen in onze stad op, omdat we onze ogen niet kunnen sluiten voor de ellende die zich in de wereld afspeelt. In die overtuiging ben ik de afgelopen maanden gesterkt door twee dingen. Allereerst zijn dat de honderden initiatieven van inwoners die binnenkwamen bij
10
de gemeente. De Radboud Universiteit, verschillende maatschappelijke instellingen en onnoemelijk veel inwoners van onze stad hebben zich gemeld om alsjeblieft te mógen helpen bij het omgaan met deze kwestie. Ja, heb ik dikwijls gedacht, het is de samenleving die de draad oppakt waar onze Rijksoverheid en de overheden in Europa de knopen onvoldoende kunnen doorhakken. De tweede kracht zat in een toespraak bij de opening van het Academisch Jaar in Leuven. Rector Rik Torfs zei daar: ‘Solidariteit is een daad. Ze houdt niet op met retoriek zoals ze er evenmin mee hoeft te beginnen. We mogen bovendien in geen geval vluchtelingvriendelijke retoriek aanwenden om bewust of onbewust aan zelfverheerlijking te doen, door via een verbale keuze voor de zwakken onze eigen goedheid in de verf te zetten. Opkomen voor de vluchtelingen is geen kwestie van goedheid, zij is een morele plicht. Ook minder goede mensen vervullen die. Daar is dus niets bijzonders aan.’ En dat is de positie die onze partij dient in te nemen, zeker op lokaal niveau. Niet
hard schreeuwen tegen alles wat onbekend is en mensen afschilderen alsof ze minder zouden zijn dan dat. Maar ook niet zichzelf op de borst kloppend omdat we een partij zouden zijn van alleen maar goede mensen. Onze partij is barmhartig en solidair, omdat we eenvoudigweg niet anders kunnen. Misschien zou dat vaker moeten gelden.
Mark Buck Fractievoorzitter CDA Nijmegen
Het is de samenleving die de draad oppakt waar de overheid de knopen onvoldoende kan doorhakken
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
De waarde van kleinschalige vluchtelingenopvang Op een maandagochtend stelde ons college een basisschool ter beschikking als crisisnoodopvang voor vier weken. Woensdagavond zouden de vluchtelingen al komen. Het verzoek van COA aan onze regio zouden we samen met andere gemeenten kleinschalig invullen. We maakten daarbij de fundamentele keuze dat alle investeringen ten goede komen van de lokale ondernemers. De opvang heeft invloed op ons dorp en dan mag men er ook wat voor terugzien. Een computerwinkel op loopafstand regelde Wifi, TV en internet. Een installatiebedrijf zorgde voor douches en keukenvoorzieningen. En een lokaal beveiligingsbedrijf voorziet in de bewaking. Tegelijk werd Sliedrecht geïnformeerd. Een paar honderd brieven werden bezorgd bij de andere huurder van het gebouw, ondernemers uit nabijgelegen winkelstraat, omwonenden en verenigingen. Ze werden uitgenodigd voor een bewonersavond. Dinsdagavond verzamelde zich zo’n 100 mensen in het gemeentekantoor. Deels boos, deels nieuwsgierig, deels bezorgd en iedereen uitte dat op zijn eigen manier. En dat mag, daar moeten we niet zo
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
spannend over doen. Niet iedere voorstander is een ‘Gutmensch’ en niet elke tegenstander is een ‘racist’. Als je die typeringen los laat, kom je erachter wat mensen echt dwars zit. En kun je reageren, ook als je iets niet weet. Op social media zag ik het zelfde. Racistische teksten bleken oprechte zorgen, beschuldigingen van landverraad moest ik niet persoonlijk nemen en er ontstonden gesprekken tussen voor en tegenstanders.
verloren toen de boot omsloeg! Bij de intocht van Sinterklaas vierden ze het feest mee en wisselden hun angst en zorgen met Sliedrechters over het geweld in Parijs. Er ontstaan vriendschappen, men leert elkaar begrijpen en verstaan. De integratie is daarmee begonnen en we leren beide hoe zuinig we op onze vrijheid moeten zijn. Zo is de opvang geen verloren wachttijd, maar een investering in mensen.
Op woensdag was Sliedrecht er klaar voor. Scepsis, enthousiasme, zorgen, angst, ze waren er nog steeds, maar men wist waar men terecht kon. Rond 20.30u kwam de bus met 37 mensen uit Syrië. Christenen, Moslims, kinderen, pubers en ouderen. Hoog, midden en laag geschoold. Ze hadden een ding gemeen, ze waren gevlucht voor een oorlog waar geen goodguys zijn, waar zij per definitie de verliezers zijn.
Ondertussen stelt de internationale gemeenschap en de EU helaas nog steeds geen orde op zaken. Vorige week besloten we om de opvang minimaal twee maanden te verlengen. Vier weken lang geen overlast, veel draagvlak en verbondenheid zorgden voor zeer warme en positieve reacties. En dan ben ik zo trots op #mooiSliedrecht en onze Nederlandse Joods/Christelijke/Humanistische waarden!
Onze vorm van opvang is misschien iets minder goedkoop en efficiënt. Tegelijk moet je niet alleen kijken naar de directe kosten, maar naar het totaal van maatschappelijke kosten én opbrengsten. En de opbrengsten zijn prachtig. Een paar voorbeelden. Vrijwilligers geven drie uur taalles per dag, nemen de mensen mee naar wedstrijden van de lokale sportverenigingen, eten samen, maken muziek, nemen ze mee naar de kermis, etc. Een lokale ondernemer regelt gratis kinderbrillen, er waren er een paar
Bram van Hemmen Burgemeester van Sliedrecht
De integratie is begonnen en we leren beide hoe zuinig we op onze vrijheid moeten zijn
11
ESSAY BEELD: LENNART TANGE, ‘TOGETHER’ (FLICKR CREATIVE COMMONS 2.0)
Het Nederlandse post-multiculturalisme geïntroduceerd Op het vorige najaarscongres van het CDA kreeg de Limburgse CDA’ers Dave Ensberg de Jan Peter Balkenende Award (JPB Award) uitgereikt. Volgens de Jury had hij met zijn artikelen ‘op een enthousiaste wijze veel mensen weten mee te krijgen op thema’s als de multiculturele samenleving’. Dat is vier en een half jaar nadat de toenmalige CDA-leider Maxime Verhagen stelde: ‘De multiculturele samenleving is mislukt’. Wat is het antwoord op spanningen die gepaard gaan met deze multiculturele samenleving en hoe hangt dit met burgerschap samen? Door Kiza Magendane
12
De recente toestroom van vluchtelingen of migranten op het Europese continent maakt het debat over de multiculturele samenleving weer relevant. De hamvraag is: leidt de komst van zoveel migranten naar Europa op korte en lange termijn niet tot veel spanningen in de samenleving? Het antwoord over hoe om te gaan met deze spanningen komt verassend dichtbij: van Özdils pleidooi voor wederkerige acceptatie en niet van Kuypers notie van soevereiniteit in eigen kring. STRUCTURELE UITSLUITING Volgens publicist Zihni Özdil is Nederlanderschap nog steeds een exclusief concept. Zo constateert hij dat ‘Özdil’ nog steeds geen Nederlandse naam is en dat wij met ‘allochtonen’ mensen bedoelen die geen witte huidskleur hebben. In zijn pamflet ‘Nederland mijn vaderland’ dat in oktober bij de Bezig Bij verscheen, neemt hij het multiculturalisme onder de loep. Onder de mom van ‘tolerantie’, stelt Özdil, vindt er binnen het Nederlandse multiculturalisme een structurele uitsluiting plaats van minderheidsgroepen. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen multicuturaliteit en multiculturalisme. Het eerste is een feit, namelijk dat er culturele verschillen bestaan, terwijl het tweede een ideologie is, het idee dat je naar een samenleving moet streven waar verschillen geconsolideerd worden. Het is vanuit dit geloof dat progressief Nederland migranten heeft ‘getolereerd’ en etnische segregatie door de vingers heeft gezien, stelt Özdil. Dit staat echt burgerschap in de weg. Multiculturaliteit als fenomeen op zich kun je lastig bestrijden terwijl multiculturalisme als ideologie
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
vrij discutabel is, zoals het uit Özdils kritiek blijkt. Daarom is Özdil niet de enige in Nederland die het multiculturalisme onder de loep heeft genomen. EXCESSEN VAN HET MULTICULTURALISME Professor Paul Scheffer heeft met zijn klassieke werk ‘Land van aankomst’ ook het multiculturalisme bekritiseerd. Volgens Scheffer is er een gemeenschappelijk ‘wij’ nodig om de Nederlandse democratie en verzorgingsstaat op de lange termijn te laten functioneren. Maar voordat dit kan worden gerealiseerd moeten de spanningen die gepaard gaan met pluriformiteit worden geconfronteerd en erkend. Een geluid dat Scheffer in de recente discussie over de toestroom van vluchtelingen naar Europa herhaaldelijk op diversie podia naar voren brengt.
EEN NIEUWE FORMULE Özdils eis voor burgerschap en zijn afkeur van tolerantie contrasteren met Kuypers notie van ‘soevereiniteit in eigen kring’. Volgens Abraham Kuyper moet men elkaar de ruimte geven om anders te zijn. Leef en laat leven, stelt hij. Maar juist met deze mythe wil Özdil afrekenen. Want onder het mom van soevereiniteit in eigen kring werd de verzuiling uitgevonden en katholieken als tweederangsburgers behandeld. De verzuiling maakte plaats voor het multiculturalisme, maar nu blijkt dat deze ‘formule niet meer werkt’, zoals Angela Merkel liet weten. Net als zij en Verhagen hebben meerdere conservatieve leiders zoals Cameron en Sarkozy het multiculturalisme ook dood verklaard. Kortom, we hebben een nieuwe formule nodig. Wat is die formule?
Een andere criticaster van het multiculturalisme is NRC-publicist Bas Heijne. In zijn veelgeprezen werk ‘Moeten we van elkaar houden?’ stelt Heijne net als Özdil en Scheffer dat progressief Nederland het debat over en de excessen van het multiculturalisme te lang heeft genegeerd. ‘Het duurde ook lang voordat men die excessen onder ogen kon zien – ze pasten eenvoudig niet in het progressieve wereldbeeld’ stelt Heijne.
‘It is demography, stupid’, stelde Dave Ensberg op christendemocraat.nl in zijn analyse naar aanleiding van de gemarginaliseerde electorale positie van het CDA in grote steden. Nederland transformeert en Ensberg roept het CDA als volkspartij op om snel vaart te maken met een inclusieve politieke cultuur en uitstraling. Kennelijk is Ensbergs boodschap terecht aangekomen en daarom is hij beloond met de JPB Award.
‘WE MOGEN ELKAAR ZELFS HATEN’ Binnen dat progressieve wereldbeeld staat de term ‘tolerantie’ centraal. Onder dit concept verstaan wij het vermogen van verschillende groepen die elkaar eigenlijk niet mogen maar wel vreedzaam co-existeren. Daarom is Heijnes boek zeer treffend getiteld: ‘Moeten we van elkaar houden?’. ‘We hoeven helemaal niet van elkaar te houden,’ concludeert Heijne. Özdil gaat nog een stap verder: ‘We mogen wat mij betreft elkaar zelfs haten’ stelt hij. Maar aan dat ‘elkaar haten’ zijn voorwaarden verbonden, wat Özdil betreft. Haten moet mogen en acceptatie is een voorwaarde voor co-existeren, betoogt Özdil. Weg met tolerantie. ‘Ik wil niet getolereerd worden in mijn eigen land. Ik wil gelijkheid.’ Özdil is niet de eerste in Nederland die voor dit geluid pleit. Zo heeft de politieke partij DENK een dergelijk geluid in haar politieke manifest laten horen. De analyse van Özdil is echter interessant. Tolerantie, stelt hij, is niets anders dan een manier van progressief Nederland om segregatie in stand te houden. Onder het mom van tolerantie wonen ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’ niet in dezelfde wijken en wordt het bestaan van witte en zwarte scholen gerechtvaardigd.
HET POST-MULTICULTURALISTISCHE TIJDPERK De politieke elite in Nederland moet een post-multiculturalistische visie voor een inclusief burgerschap formuleren. Özdils appel voor acceptatie is de moeite waard om mee te nemen in onze zoektocht naar duurzame co-existentie van verschillen binnen de Nederlandse democratie en verzorgingsstaat. Wetend dat deze acceptie een wederkerig karakter kent: de dominante cultuur accepteert ‘Özdil’ als een Nederlandse naam en daar tegenover spreekt Özdil uit dat Nederland zijn vaderland is.
Zihni Özdil stelt dus acceptatie voor in plaats van tolerantie. ‘De Nederlandse vlag is ook mijn vlag. Nederland is ook mijn vaderland. Zihni is ook een Nederlandse naam. Het wordt hoog tijd dat we dat met z’n allen gaan begrijpen.’ Özdil claimt zijn Nederlanderschap en eist acceptatie, want Nederland is ook zijn vaderland.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Nederland als een politiek lichaam kan het zich niet permitteren om geen gebruik te maken van al haar onderdelen. Geen soevereiniteit binnen eigen kringen, maar soevereiniteit binnen het politieke lichaam. Geen tolerantie maar wederkerige acceptie is nodig om echt inclusief burgerschap te realiseren. Dit perspectief inzien kan het begin zijn van een post-multiculturalistisch tijdperk te introduceren.
Geen tolerantie maar wederkerige acceptie is nodig om echt inclusief burgerschap te realiseren
13
THEMA ONDERZOEK
De noodzaak van een gemeenschappelijk Europees migratieen asielbeleid Binnen de Europese Unie wordt al jarenlang gewerkt aan gemeenschappelijk migratie- en asielbeleid. Een nuttige en noodzakelijke stap. De huidige vluchtelingenstroom vraagt van ons de puntjes op de i te zetten, in plaats van het afbreken van dit beleid. Door Johannes ten Hoor
Het Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid heeft een langere geschiedenis dan je wellicht zou denken. Al in 1986 werd er een Europese werkgroep opgericht om te kunnen samenwerken op het gebied van immigratie. Wel op intergouvernementeel niveau, dus op basis van vrijwillige samenwerking tussen lidstaten. Dat leidde onder andere tot overeenkomsten op het gebied van regulering van asielaanvragen en visa voor niet-EU-burgers. Maar deze samenwerkingsvorm had een groot nadeel: beslissingen moesten unaniem genomen worden en voorgenomen beleid kon niet worden afgedwongen. In de praktijk was het effect van dit asielbeleid dus beperkt. INDIVIDUEEL BELEID IS ONMOGELIJK Tegelijkertijd nam de externe druk op Europese lidstaten toe. Nationale overheden waren steeds minder goed in staat controle uit te oefenen op mondiale migratie, en daarmee op wie hun grenzen passeert. Door het wegvallen van de interne grenzen in
Het gemeenschappelijke asielbeleid kwam er juist omdat individuele landen geen controle meer hadden over migratiestromen
14
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Europa is het voor lidstaten vrijwel onmogelijk geworden individueel beleid te ontwikkelen op het gebied van mondiale migratie. Niet in het minst omdat het beleid van de ene lidstaat van invloed kan zijn op de situatie in andere lidstaten. Met de huidige vluchtelingenstroom naar Europa werd dat maar weer al te duidelijk. Om de negatieve gevolgen van individueel beleid te voorkomen is een gemeenschappelijk beleid vereist. Om deze reden werden er in Europa stappen gezet naar supranationaal beleid op het gebied van migratie en asiel, en in 1999 werd in het Verdrag van Amsterdam vastgelegd dat de EU ging werken aan een Gemeenschappelijk Asielbeleid. Dat betekende onder meer dat de Europese Commissie het mandaat kreeg om beleid voor te stellen, en dat beleidsvoorstellen ook met een meerderheid in plaats van met unanieme stem aangenomen kunnen worden. Bovendien werd het mogelijk om het aangenomen beleid ook af te dwingen bij de lidstaten. Zo werd Griekenland de afgelopen jaren regelmatig op de vingers getikt door de
Europese Commissie omdat het Griekse asielbeleid niet aan de Europese maatstaven voldeed. Dat leidde er onder andere toe dat Europese lidstaten geen asielzoekers meer terug mochten sturen naar Griekenland, omdat het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de Griekse overheid de mensenrechten van vluchtelingen niet kon waarborgen. TIKKENDE TIJDBOM Stel dat die mogelijkheden er vandaag de dag nog steeds niet waren. Dan was het de afgelopen weken nooit gelukt om afspraken te maken over de verdeling van vluchtelingen over Europese lidstaten. Ook was het niet mogelijk geweest om landen formeel aan te spreken op hun verplichtingen, zowel tegenover andere lidstaten als tegenover individuele vluchtelingen. Dat had in deze dagen waarschijnlijk geleid tot een tikkende tijdbom onder de toch al gespannen diplomatieke verhoudingen tussen Europese lidstaten. Landen als Griekenland en Bulgarije zouden geen enkele reden hebben om de enorme instroom van vluchtelingen in hun land in te dammen en de doorstroom naar andere lidstaten te beperken. Het gaat me te ver om te stellen dat het zou uitlopen op oorlog, maar hoogoplopende diplomatieke spanningen rond incidenten aan de grens is het minste wat we in een dergelijke situatie zouden kunnen verwachten. In dat opzicht is de oproep van Sybrand Buma onlangs in Trouw zeer terecht: als we echt aan concrete en realistische oplossingen voor het asielvraagstuk willen werken, zullen we ook bereid moeten zijn op dit vlak nog meer bevoegdheden af te staan aan Europa. Ja, dat is een gevoelig punt. ‘De politieke elite doet Nederland in de uitverkoop’ roepen bepaalde politici en hun aanhangers dan. ‘Gewoon de grenzen sluiten’ en ‘het Europese asielbeleid is failliet’. Zeker, perfect is het huidige asielbeleid niet. Maar wie schampert over de mislukking van het Europese migratie- en asielbeleid moet ook de mogelijke consequenties van het volledig ontbreken van dit beleid onder ogen zien. Daarmee had Europa er echt niet mooier uitgezien. En als we het als Nederlanders helemaal op eigen houtje zouden proberen? Een naïeve gedachte, ook gezien
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
15
INTERVIEW BEELD: MARJOLEIN VAN DEN BERKMORTEL
‘Margarita moet blijven!’ Het zijn spannende dagen voor Margarita Alexandrova en haar moeder omdat ze ieder moment het bericht kunnen krijgen dat ze niet in Nederland mogen blijven. Margarita is protestants-christelijk en komt uit Oezbekistan. Haar geboorteland staat op de vijftiende plek in de Ranglijst Christenvervolging van Stichting Open Doors. Margarita: ‘Of we in Nederland mogen blijven of terug moeten naar Oezbekistan, God is erbij!’ Door Wietske van Klaarbergen en Anne Adema Als Margarita tien jaar oud is vlucht ze met haar moeder naar Nederland. Op de basisschool in Oezbekistan werd Margarita geïntimideerd en werd haar kruisje van haar nek gerukt. Ook werd er door veiligheidsagenten gevraagd welke invulling de familie in de privésfeer geeft aan godsdienstbeleving. Margarita’s moeder ziet geen andere mogelijkheid dan te vluchten en geeft tienduizenden euro’s uit om het land uit te kunnen komen. Eenmaal aangekomen op Schiphol worden Margarita en haar moeder enkele weken in detentie genomen.
Langdurige verhoren In korte tijd doorloopt Margarita de laatste klassen van de basisschool en behaalt ze later haar havodiploma. Anders dan haar klasgenoten woont Margarita in een AZC in Dronten. Haar moeder wordt in diezelfde tijd onderworpen aan langdurige verhoren van de Immigratieen Naturalisatiedienst (IND). ‘Sommige verhoren duren zes uur lang zonder onderbreking.’ Na een uitspraak van de meervoudige kamer waarin wordt beargumenteerd dat Margarita en haar moeder mogen blijven, gaat de IND in hoger beroep.
16
‘Ik lees veel reacties op internet dat we hier zelf zolang zijn gebleven en nu niet moeten zeuren dat we misschien terug moeten’ doet Margarita haar verhaal. ‘Maar de meeste procedures zijn aangespannen door de IND’. Burgemeester Koelewijn stuurt namens de Kamper gemeenschap tweemaal een brief met het dringende verzoek aan de staatssecretaris om de zaak Margarita te heroverwegen.
Ander kerkgenootschap De IND heeft zich in de zaak van Margarita en haar moeder op het standpunt gesteld dat zij zich kunnen aansluiten bij een ander kerkgenootschap in Oezbekistan opdat zij eventueel veilig zijn. Hiermee gaat de IND in tegen de uitspraak van het Hof van Luxemburg dat van vreemdelingen geen terughoudendheid mag worden gevraagd bij het belijden van hun geloof in het land van herkomst. ‘Enerzijds verwachten ze dat je integreert maar aan de andere kant krijg je het verwijt dat je niet meewerkt aan terugkeer. Wanneer wij in Oezbekistan de beslissing van de staatssecretaris moeten afwachten komen we dat land niet meer uit.’ De procedure bij Dienst Terugkeer & Vertrek staat momenteel stil maar zal direct worden hervat wanneer de
‘De meeste procedures zijn aangespannen door de IND’
staatssecretaris aangeeft geen gebruik te willen maken van zijn discretionaire bevoegdheid.
‘Jut ze maar op!’ Recent heeft onze CDJA-afdeling meegelopen met een wandeltocht van de actiegroep ‘Margarita Moet Blijven’. Het CDJA IJsseldelta vindt het vreemd dat de staatssecretaris van inwoners in de gemeente Kampen verlangt dat ze een warm hart hebben voor de huidige vluchtelingen maar de roep uit de Kamper samenleving dat ‘Margarita moet blijven’ lijkt te negeren. Individuele bestuursleden van het CDJA IJsseldelta hebben samen met opiniemakers een open brief gepubliceerd op The Post Online. Oudfractievoorzitter Willem Aantjes vond het prachtig dat CDJA’ers zich het lot van vervolgden aantrekken: ‘Goed voor de moederpartij’ en ‘Jut ze maar op!’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
BEELD: CARINA VAN OS
DE MENS
De mens: Karsten Roelofs Naam Karsten Roelofs Leeftijd 20 jaar Opleiding of werk Bachelor Nederlands Recht, Rijksuniversiteit Groningen. Beoefen je een sport? Ik doe aan fitness. Waarom ben je lid geworden van het CDJA? Naast mijn lidmaatschap bij een studentenvereniging was ik op zoek naar inhoudelijke politieke discussies. Wat zijn je voornaamste activiteiten tot nu toe binnen het CDJA? Beoefen je een sport? Ik doe aan fitness. Waarom ben je lid geworden van het CDJA? Naast mijn lidmaatschap bij een studentenvereniging was ik op zoek naar inhoudelijke politieke discussies. Wat zijn je voornaamste activiteiten tot nu toe binnen het CDJA? Omschrijf je karakter eens Openhartig en betrouwbaar. Wat zijn je voornaamste activiteiten tot nu toe binnen het CDJA? Ik ben secretaris bij het CDJA Groningen.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Wat zijn je ambities binnen het CDJA? Inhoud waarborgen, discussies voeren en gezelligheid. Christendemocratie betekent voor jou Een kleine overheid waar de maatschappij het opvangt. Van welke partij zou je lid zijn geworden als het CDJA niet bestond? Voor Nederland. Een klassiek liberale partij. Wie is jouw grootste voorbeeld? Epicurus. Hij vond genieten belangrijk, alleen wel met mate. Je bent minister-president, welke actie onderneem je als eerste? Meer geld richting defensie. Waar geloof je in? Ik ben atheïst; ik geloof in de wilskracht van het individu. Stel dat je zou besluiten te emigreren, naar welk land zou dat zijn? Engeland, vanwege de mooie taal, oude gebouwen, rust en het idee dat je op een eiland woont. Welk boek heb je voor het laatst gelezen? Inleiding Nederlands Recht en Mooie Barend van Wilfred Scholten. Met 1000 euro ga je: Mijn studieschuld afbetalen.
17
FOTOPAGINA’S
18
FOTOPAGINA’S - BEKIJK: WWW.CDJA.NL/FOTOS
Generatie2014-2015 diner / CDA-congres
BEELD: DIRK HOL
CDJA najaarscongres in Enschede
19
LUIS IN DE PELS BEELD: DIRK HOL
Handen uit de mouwen met Leviticus Als politieke jongerenorganisatie zeggen we de luis in de pels te zijn van onze moederpartij. Maar wie is de luis in onze pels? Als ‘journalistiek geweten van het CDJA’ bieden we graag een podium aan een frisse, kritische kijk op onze vereniging. In deze rubriek laten we een lid van een andere (politieke) jongerenorganisatie reageren op de standpunten van het CDJA.
CDJA’ers en PerspectieF’ers kunnen goed met elkaar praten als het gaat over de vluchtelingenkwestie. Veilige opvanglocaties vlak buiten de EU, selectie aan de poort en genoeg geld voor de lidstaten aan de grens om dit alles te behappen. Tegelijkertijd moeten de Nederlandse deuren wagenwijd openblijven voor mensen op de vlucht.
handen uit de mouwen steken en vreemdelingen net zo behandelen als onszelf. En belangrijker, houden van hen zoals van onszelf. In dat licht schrik ik wel een beetje van de oproep van het AB in april dit jaar (resolutie vluchtelingen- en grensbeleid, red.): er is vrij weinig Leviticus in terug te vinden. De christendemocratische bron wordt slapjes omschreven door solidariteit en waardigheid. De oproep getuigd bepaald niet van een beleid op basis van liefde voor de vreemdeling. Opvang in de regio’? Wat is er wenselijk aan opvang daar? Prima die ‘humanitarian corridors’, maar wat heeft dat op zichzelf te maken met ‘net zoveel van vreemdelingen houden als van jezelf’? OPLEIDEN VOOR TERUGKEER Ik denk dat het gesprek met Leviticus in de hand totaal anders wordt. Waarom is het goed aan de poort te selecteren? Dat heeft niets met oneerlijkheid te maken, of met de zogenaamde wenselijkheid van opvang in de regio, of met het argument dat Europa de stroom niet aan zou kunnen. Zij kan wel tegen een stootje. De kern zit wat mij betreft in het feit dat we evenveel van hen moeten houden als van onszelf. Gaat het dan om het afwijzen van rijken? Van gelukszoekers? Nee, dan gaat het om een oog voor de toekomst: wie zijn er nodig bij de wederopbouw van Irak en Syrië? Juist, goed opgeleide jongeren, professionals, rijken en gezinnen. Vang vluchtelingen op, zoveel mogelijk. Vertel hen dat ze later nodig zijn bij terugkeer, leid hen daartoe op. Juist als politieke jongeren kunnen we daar een bijdrage aan leveren. Een eerste stap? Houd het niet bij resoluties en raadsstukken, maar denk na over een concrete bijdrage aan de wederopbouw daar, door op dit moment iets te betekenen voor vluchtelingen hier. Wij doen graag mee!
Door Erik-Jan Hakvoort De eensgezindheid klinkt nog wel het mooist door in het CDJA-raadsstuk over het Nederlandse asielbeleid, geschreven door de schrijfgroep begin 2014: ‘Als er een vreemdeling bij jullie in het land komt wonen, dan mogen jullie hem niet slecht behandelen. Een vreemdeling moet net zo behandeld worden als een Israëliet. Jullie moeten net zoveel van hem houden als van jezelf. Want jullie zijn [zelf ook] vreemdelingen geweest in Egypte.’ (Leviticus 19: 33-34). LIEFDE VOOR VREEMDELINGEN De verzuchting van sommigen dat de C van het CDJA op losse schroeven staat, blijkt maar weer eens niet geheel terecht. Ook CDJA’ers laten hun geloof niet aan de kapstok hangen. Samen de
20
De kern zit wat mij betreft in het feit dat we evenveel van vluchtelingen moeten houden als van onszelf
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
INTERVIEW BEELD: JONAH THOMPSON
Goedkoop studeren in Nederland ‘Go Dutch and save yourself £50.000’ (ruim Ð67.000). Dit was de titel van een artikel over onderwijsmigratie in the Guardian van 5 september 2015. Een groeiend aantal studenten uit het Verenigd Koninkrijk komt naar Nederland om te studeren vanwege hoge collegegeldkosten die universiteiten in VK hanteren voor studenten. Zo ook Jonah Thompson.
Door Peter de Vrieze Het aantal studenten uit het Verenigd Koninkrijk is in het studiejaar 2015-2016 gestegen van 135 tot 285 en zal naar verwachting nog meer stijgen. Een van de studenten is Jonah Thompson. Hij studeert International and European Law en is gekozen als lid van de Universiteitsraad in Groningen namens Studentenorganisatie Groningen. Speciaal voor deze editie van interruptie maakt hij tijd vrij om te vertellen over zijn redenen om naar Nederland te komen. WARM ONTHAAL OP SCHIPHOL De kwaliteit van het Groninger onderwijs is de belangrijkste aantrekkingskracht voor internationale studenten om in Groningen te studeren. Grote plussen zijn volgens Jonah de goede juridische achtergrond van docenten, het studieprogramma dat aansluit op de wensen van studenten en de aanmoediging van docenten om artikelen te schrijven. Naast de kwaliteit van het onderwijs speelt de aantrekkingskracht van Nederland een belangrijke rol. De open en
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
tolerante samenleving wordt gewaardeerd en Nederlanders spreken over het algemeen goed Engels. In Nederland is het mogelijk om met veel mensen contacten te leggen en vriendschappen op te doen waar je de rest van je leven profijt van hebt. Jonah prijst ook de manier waarop hij onthaald werd op Schiphol. Een universiteitsteam wachtte hem op bij poorten van de internationale luchthaven Schiphol om hem van harte welkom te heten. PUSHFACTOREN De belangrijkste reden om het Verenigd Koninkrijk te verlaten zijn de hoge collegegeldkosten. Voor een jaar studeren moet omgerekend al snel Ð9000,- per jaar betaald worden. Onzekerheid onder studenten over het verloop van de studie en kansen na het behalen van een diploma maakt het aantrekkelijker om goedkopere universiteiten te kiezen in de Europese Unie. Het onderwijs in het Verenigd Koninkrijk is sterk gericht op een bepaalde groep uit de samenleving, wat duidelijk naar voren komt in de hoge kosten en de strenge toelatingscriteria die
universiteiten hanteren. Jonah heeft veel toelatingsbrieven moeten schrijven zonder resultaat, wat ertoe heeft geleid dat hij uiteindelijk heeft gekozen om een studie in Nederland voort te zetten. Zonder financiële belemmeringen had Jonah liever in het Verenigd Koninkrijk willen studeren, in bijvoorbeeld Bristol of Manchester. De invloed van ranglijsten ter vergelijking van universiteiten wereldwijd bij de opleidingskeuze is vooral in de beginfase groot. De Rijksuniversiteit Groningen stond altijd hoog aangeschreven en dat deed hem besluiten om naar Groningen te komen. Universiteiten in landen als Zwitserland, Frankrijk en Denemarken vielen af omdat de kosten te hoog zouden worden. Na de opleidingskeuze werden de ranglijsten steeds minder belangrijk. Stadsmarketing speelde geen rol, wel stelt Jonah dat als hij had geweten dat Groningen zo zou bruisen hij het Verenigd Koninkrijk meteen links had laten liggen. In dat opzicht is de aantrekkingskracht van een stad belangrijker in de fase na de opleidingskeuze.
21
THEMA BEELD: DIRK HOL
Krimp in de regio Migratie kan zich ook binnen landsgrenzen afspelen. Dan hebben we het uiteraard over de bevolking die vanuit de regio naar de stedelijke gebieden trekt. CDJA’ers uit Groningen, Limburg en Friesland laten hun licht schijnen over het fenomeen ‘krimp in de regio’.
NOORDOOST GRONINGEN BLIJFT KAMPEN MET AFNAME JONGEREN Westland heeft echter wel het worden van de meest duurzame Met een dikke 8% kent de provincie Groningen het op één na hoogste werkloosheidspercentage van Nederland. Als gevolg van het tekort aan banen trekken vooral jongeren weg naar lager gelegen oorden op zoek naar economische voorspoed. Uit onderzoek door het Sociaal Planbureau Groningen is gebleken dat Noordoost Groningen sterk te kampen heeft met een afname van het aantal jongeren. Groningen kent drie grote krimpgebieden: De Marne, Oost-Groningen en de DEAL gemeenten. In alle drie die krimpgebieden zien we dat een gebrek aan banen hieraan ten grondslag ligt. Dit nijpende probleem zou moeten worden aangepakt. Binnen de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanze Hogeschool worden, in ons verdwaalde stukje randstad, tevens onze hoofdstad, vele hoogopgeleide jongeren klaargestoomd om na hun studie elders hun heil te zoeken. Binnen verschillende MBO-instellingen wordt ook voor lager opgeleide banen massaal geproduceerd. Van die enorme hoeveelheid kennis die in Groningen wordt overdragen wordt in het Noorden relatief weinig gebruik gemaakt. Het enige echte antwoord op de krimp is het creëren van werkgelegenheid in het Groningse ommeland. Aan de provincie en de gemeenten is nu de taak om het investeringsklimaat voor
22
bedrijven daar zo gunstig mogelijk te maken. Daarnaast liggen er enorme kansen over de oostelijke grens. Ook hierop zullen de lokale en provinciale bestuursorganen zich moeten richten. Grensoverschrijdende samenwerking is van groot belang in het bestrijden van de Groningse krimp.
Door Izaäk van Jaarsveld en Ohannes Vartinian
ANGST VOOR HET ‘K-WOORD’ In Limburg is het K-woord al bijna een taboe in de gemeentehuizen, zo groot is de angst voor Franse toestanden. Die angst is niet helemaal ongegrond: er is vergaande vergrijzing, het aantal banen groeit minder dan in de rest van het land, en veel Limburgers zoeken hun carrière buiten de provincie. Dit is niet anders in andere ‘perifere’ regio’s in heel Europa. Toch zie ik kansen. Volgens het CBS is Limburg de meest exportgerichte regio van Nederland. De ligging, op steenworp afstand van de grootste havens en markten van Europa en op nauwelijks een uur rijden van Brussel, Keulen en het Roergebied, maakt dat het dé logistieke en industriële hotspot van Noordwest-Europa is. De werkloosheid hier is nu al de laagste in Nederland, met tienduizenden vacatures die de komende jaren moeten worden opgevuld. Vooral technisch personeel is keihard nodig om de economische motor van Nederland te laten ronken. En vergeet niet dat de grootste technische universiteit van Europa letterlijk aan de grens ligt: de RWTH in Aken heeft meer studenten dan Eindhoven, Twente en Delft bij elkaar! We moeten dan wel nu handelen. Het niveau van Duits moet omhoog, administratieve grenzen weg, en overbodige regels overboord. Zo creëren we nieuwe banen, een nieuwe toekomst en krijgen jonge Limburgers de kansen die ze verdienen.
Door Jimmy Bastings
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
LOKAAL BESTUUR BEELD: FREDERIK HARDEMAN
Het enige echte antwoord op de krimp is het creëren van werkgelegenheid
DE JONGE FRIES VERTREKT RICHTING GRONINGEN VOOR ONDERWIJS Krimp in Friesland is al een paar jaar het onderwerp van discussie in Friesland, en sinds kort mag de regio waar ik vandaan kom ook aanspraak maken op de vergoedingen die horen bij een krimpregio. Er zijn meerdere redenen waarom de mensen wegtrekken uit Friesland. Ten eerste begint dat voor jongeren bij het onderwijs; alhoewel sommige opleidingen in de provincie hoog staan aangeschreven (als het gaat om het toerisme, horeca, landbouw en watertechnologie) en bedrijven en studenten aantrekt, is dit natuurlijk maar een beperkt werkveld. Voor vele andere hboopleidingen en zeker voor de universiteit, vertrekt de jonge Fries dan ook al op jonge leeftijd richting Groningen, of verder het land in. KANS OP EEN BAAN Een probleem wat daar bij komt kijken is dat qua werk wat aansluit op dit opleidingsniveau er weinig te bieden is in Friesland, en anders de concurrentie vrij fors is. De kans op een baan voor hoogopgeleiden is in de randstad of elders in het land gewoon groter. Dan tot slot is er nog de neiging van jongeren om naar de stad te trekken, door de vele voorzieningen die er in de buurt zijn. Vergrijzing en verstedelijking zorgt er voor dat bepaalde dorpen veel minder aantrekkelijk worden, wat bijdraagt aan de vicieuze cirkel van meer jongeren die vertrekken.
Door Wiebe Strikwerda
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
23
IN MEMORIAM BEELD: DIRK HOL
Bevlogen pleitbezorger voor christelijk-sociale politiek Op 22 oktober overleed Willem Aantjes, de gewezen fractieleider van het CDA en eerder de ARP. Na eerst hoge pieken te hebben gekend als zeer gewaardeerd politicus blies hij na een slopende tweede levenshelft zijn laatste adem uit, thuis in Utrecht. Een korte terugblik op het interview dat Sandra van de Weide en ikzelf in het voorjaar van 2012 met hem hadden voor Interruptie en een ‘ter nagedachtenis’ aan een groot christendemocraat. Door Barend Tensen
24
Tot op het allerlaatste moment bemoeide Willem Aantjes zich volop met de christendemocratie. Ook had hij specifieke ideeën over de rol van het CDJA binnen het CDA. CDJA-voorzitter Julius Terpstra bezocht hem het afgelopen jaar enkele keren: ‘Willem was enthousiast over het CDJA en las met interesse de Interruptie. Wel vond hij dat we naast jongerenthema’s wat meer aandacht moesten hebben voor de zwakkeren in de samenleving en voor de positie van Israël.’ Julius kwam in aanraking met Aantjes toen hij ongeveer anderhalf jaar geleden voor zijn bachelorscriptie over de Boerenpartij informatie uit de eerste hand zocht. Julius: ‘Die middag hebben we het slechts tien minuten over de Boerenpartij en over boer Koekoek gehad, de rest stond in het teken van de christendemocratie. Hij was benieuwd naar mijn drijfveren, mijn kijk op de rol van het christelijk-sociaal denken binnen de partij en in hoeverre jongeren betrokken werden bij het CDA. Hij was onder de indruk van de Generatie 2014-2015 projecten.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
LUIS IN DE PELS Enthousiast reageerde hij ook toen Sandra van der Weide en ik hem in het voorjaar van 2012 benaderden voor een interview voor Interruptie. Onder het mom van ‘Mastodonten omdat het moet’ togen we naar Utrecht om de mastodont in kwestie aan de tand te voelen. De destijds 89-jarige Aantjes maakte toen al lichamelijk een zeer broze indruk en zag slecht. De geest functioneerde echter nog prima. In die periode was het CDA nog aan het bijkomen van het inmiddels befaamde partijcongres in de Rijnhallen in Arnhem, waar door een tweederde meerderheid van de aanwezige leden aan de partijtop het fiat werd gegeven om aan de hand van een gedoogconstructie in zee te gaan met de PVV. Aantjes wilde van de gelegenheid gebruik maken om zijn ongenoegen over deze gang van zaken te uiten. Opvallend genoeg, en wellicht illustratief voor zijn intense betrokkenheid met de partij in al haar facetten, bleek zijn grootste struikelblok niet de inhoudelijke agenda van de PVV: ‘Wat de samenwerking met de PVV betreft was voor mij het belangrijkste en enige punt het niet-democratische karakter van die partij. Het is een grote teleurstelling geweest dat de partijleiding voor dat bezwaar niet ontvankelijk bleek. Het CDA-programma van uitgangspunten sluit samenwerking met niet-democratisch georganiseerde partijen uit. Dus of je houdt je aan het programma van uitgangspunten, of je stelt aan het congres voor dit te veranderen.’ Kort spraken we in het verlengde hiervan nog over de volgens hem schandelijke manier waarop er met de ‘dissidenten van Arnhem’ is omgegaan en over de negatieve wijze waarop oudere kritische CDA’ers als hijzelf en oud CDA-premier Piet de Jong soms werden benaderd. Onder andere via Twitter – ook tijdens het interview was de iPad nimmer buiten handbereik – bleef hij tot op zeer hoge leeftijd een luis in de pels van het CDA. Vaak kreeg hij te horen dat hij eens op moest houden. Volgens hem bewees de interesse van het CDJA, het feit dat wij hem kwamen interviewen, het tegendeel.
Julius Terpstra: ‘Aantjes was onder de indruk van de Generatie 2014-2015 projecten’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 3
EEN VERWOEST LEVEN Tot zover hetgeen destijds in Interruptie nummer 2 van 2012 werd geplaatst. De uitwerking van het interview besloeg slechts één bladzijde: 550 woorden. Een vraaggesprek van een half uurtje maximaal zou je denken. De waarheid is echter dat we bijna twee uur in de huiskamer van de heer Aantjes hebben doorgebracht. Voordat we onze initiële doelstelling – achterhalen wat deze CDA-mastodonten nu eigenlijk dreef – konden bereiken spraken we geruime tijd over de gebeurtenis die zijn leven verwoestte: zijn kortstondige lidmaatschap van de Germaansche SS op het einde van de oorlog. We ontkwamen er eigenlijk niet aan dit te bespreken. Hoogstwaarschijnlijk omdat hij er zelf niet aan ontkwam en er eigenlijk nooit aan ontkomen is. Als ik het mij goed herinner bracht hij het onderwerp zelf ter sprake. De onbetekenende jeugdzonde die slechts diende als middel om een voortijdig einde aan een onvrijwillig dienstverband in Duitsland te forceren. Van enige sympathie met het nazisme was allerminst sprake. De naam van Loe de Jong, de toenmalige directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie die onterecht beweerde dat de toen 21-jarige Aantjes lid was van de Waffen SS, viel enkele malen. We hebben dit gedeelte niet meegenomen in onze uitwerking. Er was inmiddels wel genoeg over gesproken. Hij werd echter, nu vooral via sociale media, nog regelmatig met deze duistere periode geconfronteerd. Roelof Bouwman, auteur van de uitstekende biografie ‘De Val van een Bergredenaar: Het politieke leven van Willem Aantjes’ uit 2002, beschreef de reden hiervan treffend: ‘Het is verleidelijk om Aantjes’ val in de context te plaatsen van de door moreel absolutisme en simplisme gedomineerde omgang met de Tweede Wereldoorlog zoals die sinds de jaren zestig in Nederland post had gevat. Maar daarbij dient wel bedacht te worden dat de gebeurtenissen van november 1978 niet werden veroorzaakt door dit geestelijke klimaat, maar (overwegend) tegen die achtergrond werden beoordeeld.’ Deze beoordeling kan alleen maar omschreven worden als een volksgericht. De fout van De Jong werd uiteindelijk publiekelijk gerectificeerd. Het waren echter die twee letters, SS, die bij het grote publiek bleven hangen en maakten dat het leven van Aantjes na 1978 voor een aanzienlijk deel in het teken stond van een zekere mate van (eer)herstel. Aantjes legde de lat voor zichzelf niet al te hoog meer. ‘Iets bestuurlijks’, gaf hij meerdere malen aan te ambiëren. Nadat de grootste moeite was gedaan, niet in de laatste plaats door hemzelf, om een raad te vinden die geen bezwaar maakte tegen zijn komst, moest hij zoals bekend genoegen nemen met het voorzitterschap van de Kampeerraad (simpelweg omdat er nog geen zittende leden waren die bezwaar konden maken). Bouwman, in de eerder aangehaalde biografie: ‘Zowel qua status, zwaarte als qua salaris was het voorzitterschap van de Kampeerraad een functie die in geen enkel opzicht aansloot bij waar Aantjes recht op meende te hebben.’ Doordat het wel een Kroonbenoeming betrof, had Aantjes de stille hoop dat er een precedentwerking van zou kunnen uitgaan. Tevergeefs: dit voorzitterschap bleek zijn laatste officiële functie. 25
OPINIE BEELD: DIRK HOL
Aantjes: ‘Geen plaats voor christelijke politiek? De wereld hunkert naar christelijke politiek!’
HUNKERING NAAR CHRISTELIJKE POLITIEK Een onbetamelijk maatschappelijk einde voor de begaafde politicus. Hij was een van de laatste ware pleitbezorgers voor christelijke politiek. Op het eerste CDA-congres, op 23 augustus 1975, toen de secularisatie de Antirevolutionairen, de Christelijk Historische Partij en de Katholieke Volkspartij electoraal al had genoopt tot vergaande samenwerking, parafraseerde hij de evangelietekst uit Mattheüs 25. Het was een poging om het evangelie te behouden als richtsnoer voor christelijke politiek. Met veel gevoel voor retoriek gaf hij eerst toe dat het evangelie geen rechtstreekse richtlijnen geeft voor het politieke handelen, om vervolgens te stellen dat het wel richtlijnen geeft voor het rechtstreekse politieke handelen, alvorens over te gaan op de parafrase: ‘De hongerigen worden niet gevoed; zij sterven als ratten langs de wegen van hun uitgedroogde landen. (…) En de vreemdelingen worden niet gehuisvest. Zij worden gediscrimineerd en uitgewezen. En wij laten ze uitwijzen, tenzij we ze nodig hebben om het werk te doen waaraan geen Nederlander ondanks honderdduizenden werklozen zijn handen vuil wenst te maken. (…) Geen plaats voor christelijke politiek? De wereld hunkert naar christelijke politiek!’
HET LAATSTE OORDEEL Het is echter zijn streng gereformeerde opvoeding die maakte dat Aantjes tot op het laatste moment van zijn leven vreesde voor het laatste oordeel. Tijdens ons interview voor Interruptie refereerde hij er al aan door aan te geven ‘blij te zijn dat hij dit oordeel niet hoefde te vellen’. Hij heeft deze vrees voor- en nadien meerdere malen uitgesproken voor diverse media. Het is een paradox: enerzijds streed hij in zijn gloriedagen met een aan fanatisme grenzende passie voor een belangrijke rol voor evangelie in de politiek, anderzijds worstelde hij met de onzekerheden van het laatste oordeel en de zelfafwijzing op dat vlak die hij vanuit het gereformeerde bondsmilieu meekreeg. Een worsteling die voor Aantjes misschien nog wel iets zwaarder was dan de worsteling met de gevolgen van een buiten proporties opgeblazen jeugdzonde. Willem Aantjes werd 92 jaar. AANGEHAALDE BRON: Roelof Bouwman, De val van een Bergredenaar: Het politieke leven van Willem Aantjes, Uitgeverij Boom (2002).
Zijn interpretatie van deze evangelietekst voelt vandaag de dag, 40 jaar na dato in een samenleving verwikkeld in crises variërend van economisch tot moreel, niet gedateerd aan. Er werd door de leden uiteindelijk besloten om niet de grondslag, maar het programma het richtsnoer te laten zijn voor het politieke handelen van de partij. De rede van Aantjes maakte echter diepe indruk, vooral bij zijn eigen gereformeerde AR-achterban.
26
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
CDJA INSIDE BEELD: DIRK HOL
Kennismaken: nieuwe bestuursleden
Gerben ter Veen:
Tom van den Brink:
Jorden van der Haas:
Mijn naam is Gerben ter Veen, sinds het najaarscongres in Enschede Dagelijks Bestuurslid Politiek en Internationaal. Ik kom uit Groningen stad en ben sinds 2007 lid van het CDJA. De afgelopen jaren ben ik namens de afdeling Groningen actief geweest in het Algemeen Bestuur. Ik hoop in het komende jaar in goede samenwerking met de werkgroepen te mogen werken aan mooie resoluties en visiestukken.
Mijn naam is Tom van den Brink, en ik zal het komende jaar de taak van Communicatie & Campagne binnen het CDJA vervullen. Ik ben sinds 2013 lid van het CDJA, en ik ben veelal actief geweest in de provincie Flevoland en de gemeente Zeewolde. Ook ben ik de afgelopen twee jaar Algemeen Bestuurslid namens de provincie geweest. In het dagelijks leven ben ik student Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, de stad waar ik ook woonachtig ben en ik een balletje trap bij een studenten zaalvoetbalvereniging.
Mijn naam is Jorden van der Haas, ik ben 21 jaar oud en woon en studeer in Utrecht. Na anderhalf jaar voorzitter te zijn geweest van de werkgroep OCW, ben ik nu sinds 21 november Secretaris van onze mooie vereniging. Ik wil graag dienstbaar zijn aan de vereniging door als aanspreekpunt te fungeren voor bijvoorbeeld procedures en andere ‘statutaire aangelegenheden’. Daarnaast hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen aan de CDJA-Raad om te zorgen dat zij de status van belangrijk orgaan binnen onze vereniging weer volledig kan waarmaken. Ook wil ik ervoor zorgen dat de Interruptie net zo mooi en inhoudelijk sterk blijft als deze was. Continuïteit, dienstbaarheid en duidelijkheid, dat zijn voor mij kernbegrippen bij het uitvoeren van mijn functie. Ik kijk uit naar een mooi jaar met het bestuur en natuurlijk met alle leden!
POLITIEK & INTERNATIONAAL
Voor mij is de opdracht geslaagd als ik over een jaar kan terugkijken op een nog grotere ledenbetrokkenheid in de totstandkoming van onze politieke mening! Ik nodig daarom iedereen uit om met mij en de werkgroepen mee te werken. We vergaderen normaal gesproken de derde woensdag van de maand in Utrecht. Iedereen kan aansluiten, voor een langere periode of voor een enkele keer. Je kan zelf ideeën aandragen of helpen bij het schrijven van standpunten. Er is een open sfeer, waarbij iedereen welkom is. Wil je meer informatie of ben je benieuwd of het iets voor jou is? Mail mij op:
[email protected].
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
COMMUNICATIE & CAMPAGNE
Het komende jaar hoop ik scherp in te spelen op de actualiteit door middel van ludieke acties, en zal ik samen met de promotiecommissie onze vereniging naar buiten toe presenteren. Geïnteresseerd om een steentje bij te dragen in deze prachtige commissie? Laat het mij weten! Je kunt mij bereiken via: communicatie@ cdja.nl.
SECRETARIS
27
CDJA INSIDE BEELD: DIRK HOL
Generatienetwerk ‘14/’15 van start Op vrijdagavond 6 november 2015 organiseerde het CDJA in samenwerking met de CDA-bestuurdersvereniging een bijeenkomst voor talentvolle CDJA raadsen Statenleden. Onder leiding van de Tweede Kamerleden Martijn van Helvert, Hanke Bruins Slot, Pieter Heerema en partijvoorzitter Ruth Peetoom spraken lokale en provinciale volksvertegenwoordigers met elkaar over de toekomst van het CDA, de rol van volksvertegenwoordigers en de lancering van het generatienetwerk. Door Peter de Vrieze
28
Martijn van Helvert opende de avond en sprak over zijn ervaring als jonge politicus in Limburg en zijn drijfveren om de landelijke politiek te gaan. De avond stond verder in het teken van de lancering van het Netwerk Generatie ‘14/’15, een samenwerkingsverband tussen alle verkozen deelnemers van de Generatie2014 en Generatie2015 projecten. Dit netwerk geeft aan jonge kandidaten de mogelijkheid om op kieslijsten te staan en bevat een trainingstraject voor scholing en ondersteuning bij de verkiezingscampagne. Het generatiediner is een voortzetting van het generatienetwerk na de Provinciale Statenverkiezingen. De belangrijkste doelstelling is het bij elkaar brengen van jonge raads- en Statenleden onder de 31 jaar. Deze samenwerking wordt op dit moment op provinciaal niveau verder ingevuld, en daarbij is alle hulp welkom. Per provincie wordt er gekeken naar de behoeftes en actuele thema’s die daar spelen. Daarnaast zal het netwerk een informeel karakter hebben waarin het draait om de uitwisseling van kennis en ervaring door middel van informele laagdrempelige activiteiten. Vanuit de CDA bestuurdersvereniging zal contact opgenomen worden met mensen die hebben aangegeven in hun eigen provincie een samenwerkingsverband op te zetten. Op landelijk niveau zorgt het CDA voor de verdere invulling van activiteiten. De bevlogenheid en het enthousiasme waarmee de huidige generatie Tweede Kamerleden te werk gaat blijkt uit de tafelgesprekken en straalt af op de lokale en regionale vertegenwoordigers. De Kamerfractie gaat als team te werk en toont leiderschap door aansluiting te zoeken bij het generatienetwerk. Als het generatienetwerk functioneert dan zou de rol van de volksvertegenwoordiger nog beter tot zijn recht kunnen komen. Met deze werkwijze win je het vertrouwen terug van mensen in het CDA. Kortom: wordt vervolgd.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
CDJA INSIDE BEELD: DIRK HOL
De invloed van het CDJA op het eerste kabinet Lubbers ‘De betrokkenheid van het CDJA bij de politieke besluitvorming ten tijde van Lubbers I? Dat moet dan wel in de marge zijn geweest’, aldus Jan Schinkelshoek (hoofd communicatie CDA 1982-1994) op de vraag of het CDJA invloed heeft weten uit te oefenen op de besluitvorming van het Kabinet Lubbers I in de periode tussen 1982 en 1986. In mijn onderzoek heb ik de eventuele aantoonbare invloed van het CDJA op het eerste kabinet Lubbers onderzocht. Door Julius Terpstra Politieke jongerenorganisaties (PJO’s) kennen verschillende functies, zoals politieke vorming en scholing. Eveneens proberen PJO’s om eigen standpunten kenbaar te maken aan de moederpartij en daarmee onderdeel te laten uitmaken van het landelijke politieke discours. Standpunten worden onderdeel van politieke programma’s, rapporten ofwel verkiezingsprogramma’s. Wanneer de moederpartij zitting heeft in de regering en de eigen PJO een standpunt inbrengt, zou dit zelfs omgezet kunnen worden naar kabinetsbeleid. HERVORMINGEN EN PROTEST De jaren tachtig van de twintigste eeuw begonnen voor Nederland met economische moeilijkheden. De werkloosheid in Nederland was hoog, de economische groei viel tegen en de staatsschuld was groot. Het kabinet Lubbers, bestaande uit het CDA en de VVD, kondigde forse bezuinigingen en hervormingen aan om uit deze malaise te komen. Dit leverde de nodige maatschappelijke protesten op.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 4
Het CDJA probeerde het CDA dicht bij haar christendemocratische wortelen te houden. Naast een strenge economische agenda kreeg het kabinet te maken met de vraag van de NAVO om 48 Toma-Hawk kruisraketten te plaatsen in Woensdrecht. Ook tegen de kruisraketten kwam fel verzet vanuit de Nederlandse bevolking. Het kabinet had zich voorgenomen het noodzakelijke te doen om Nederland er weer bovenop te helpen. Dit betekende dat binnen het kabinet Lubbers I verzakelijking en pragmatisme de boventoon voerden in plaats van ideologisch gedreven politiek. Juist het gebrek aan ideologisch gedreven politiek was waar het CDJA in deze periode op in speelde. DWALENDE MOEDERPARTIJ In mijn onderzoek heb ik gekeken naar de politieke besluitvorming rondom het plaatsen van de kruisraketten, de invoering van de basisbeurs en de omgang met het Apartheidsregime in Zuid-Afrika. Kon het CDJA aantoonbaar invloed uitoefenen? De studie heeft aangetoond dat het CDJA ten tijde van Lubbers I niet veel haar eigen standpunten verwezenlijkt heeft weten te krijgen in daadwerkelijk beleid. De gewetensvolle rol die het CDJA innam ten opzichte van het kabinet is echter wel opvallend. Het CDJA probeerde het CDA dicht bij haar christendemocratische wortelen te houden. Het CDJA keerde zich tegen de plaatsing van kruisraketten en ageerde tegen het CDA beleid betreffende de Apartheid in Zuid-Afrika. Slechts bij de invoering van de basisbeurs probeerde het CDJA intern te onderhandelen met onderwijsminister Deetman. Dit liep op niets uit. De rol die het CDJA vervulde bij de invoering van de kruisraketten en de omgang met het apartheidsregime in Zuid-Afrika was aantoonbaar van invloed op de standpunten van het CDA. Dit waren echter niet direct standpunten van de Nederlandse regering. De rol van het CDJA binnen het CDA wordt pas echt relevant wanneer de jongeren wijzen op het dwalen van de moederpartij wanneer het gaat om de christendemocratische principes.
29
CDJA INSIDE BEELD: DIRK HOL
Standpunten afgelopen kwartaal Door Marlien Ligtenberg EUROPESE DEFENSIE EN NUCLEAIR AKKOORD IRAN Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur in oktober stonden buitenlandse zaken centraal. De werkgroep Europa schreef een resolutie over Europees Defensiebeleid, waarin uitgesproken wordt tegen een Europees leger en een pleidooi wordt gedaan voor het (budgettair) serieus nemen van Defensie door Europese lidstaten. De werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie droeg een resolutie voor over het nucleair akkoord dat gesloten is met Iran. Vanwege de tijdelijkheid van het akkoord en de financiering van Iran aan terreurorganisaties, spreekt het CDJA zich uit tegen dit akkoord. VISIESTUK PUBLIEKE OMROEP EN VISIESTUK ZORG In november stonden er twee visiestukken op de agenda van het Algemeen Bestuur. Een visiestuk over de kwaliteit van zorg is aangenomen. Daarin staan standpunten over de toekomst van ons zorgstelsel. Het CDJA spreekt zich uit voor de kwaliteit van zorg en aandacht voor het einde van het leven. Niet het aantal verrichtingen moeten centraal staan, maar de kwaliteit en de tijd voor de patiënt. Ook moet er aandacht komen voor palliatieve zorg.
Het visiestuk over de publieke omroep spreekt zich uit voor een omroep van de samenleving. Dat betekent dat het CDJA staat voor invloed van de omroepen in het NPO bestuur, en dat het primaat van de inhoud van programma’s ook bij de omroepen ligt. Verder staat het CDJA voor drie televisienetten, die zo een pluriform stelsel vertegenwoordigen. RESOLUTIES OP HET CDA CONGRES Het CDA hield op 7 november haar congres in Utrecht. Ook het CDJA had weer een actieve bijdrage in de politieke discussie door het indienen van vijf resoluties. Een resolutie over de toekomst van de universiteiten, Europees Defensiebeleid, de samenwerking met dictators en over het basisinkomen kwamen van de hand van de werkgroepen. Vanaf de afdeling Limburg kwam er een pleidooi voor het geven van Duits op het vmbo, wat vooral relevant is voor de grensstreken in Nederland. De resolutie over samenwerking met dictators redde het niet, maar de andere vier zijn, na goede discussies in de deelsessies en plenair, overgenomen door het CDA. NIEUWE WERKGROEPVOORZITTER: JANNO MEIJER Afgelopen zomer is Jur Limburg afgetreden als voorzitter van de werkgroep Buitenlandse Zaken en Defensie. Janno is tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur in oktober gekozen tot de nieuwe werkgroepvoorzitter.
Nieuwsgierig geworden naar de activiteiten van de werkgroepen? 30
Kom eens een keer kijken! Er is altijd een werkgroep die bij jouw interesses past. Vragen? Stuur gerust een mailtje naar
[email protected]
COLOFON COLOFON
Interruptie is een uitgave van het CDJA en verschijnt vier keer per jaar onder verantwoordelijkheid van de CDJAredactiecommissie bestaande uit: Hoofdredacteur: Johannes ten Hoor
Postadres Postbus 30453 2500 GL Den Haag
Flevoland Andries Fikkert
[email protected]
JBB Gineke Wiggers
[email protected]
tel. +31 (0)70 34 24 851 fax +31 (0)70 36 43 417
[email protected]
Fryslân Wiebe Strikwerda
[email protected]
BZD Janno Meijer
[email protected]
DAGELIJKS BESTUUR
Gelderland Gerjan van de Weg
[email protected]
Europa Vacant
[email protected]
Groningen Hinke de Groot
[email protected]
SEF Maarten Andriol
[email protected]
Limburg Jimmy Bastings
[email protected]
VWS Wolter van Dam
[email protected]
Noord-Brabant Remco van Dooren
[email protected]
MIL Martijn Sanders
[email protected]
Noord-Holland Jan Beelen
[email protected]
COMMISSIES
Communicatie en Campagne Tom van den Brink +31 (0)6 51 34 51 56
[email protected] Politiek en Internationaal Gerben ter Veen +31 (0)6 23 26 14 02
[email protected] Organisatie en Scholing Anne Zandberg +31 (0)616004668
[email protected]
www.cdja.nl http://twitter.com/ CDJAInterruptie
Foto’s: Dirk Hol, Diversen Ontwerp en lay-out: Studio Piraat (bno), Den Haag
Overijssel Marc Dorst
[email protected] Utrecht Martijn van den Berg
[email protected] Zeeland Leen Moerland
[email protected] Zuid-Holland Bob van Meijeren
[email protected] Vrijgekozen René Linde rené
[email protected] Hans van den Heuvel
[email protected]
Vormingscommissie Thomas van Meijeren
[email protected] Redactiecommissie Vacant
[email protected] Organisatiecommissie Sabrina Besuijen
[email protected] Promotiecommissie Robert de Wit
[email protected] HRM-commissie Vacant
[email protected] Internationaal Secretaris Lotte Schipper
[email protected]
Berent Stapelkamp
[email protected]
N E D E L ERVEN Maak je vrienden lid van het CDJA! W N Jullie ontvangen allebei een (welkomst-)cadeau! Na je aanmelding nemen we contact met je op en sturen we een lidmaatschapformulier. LEDE NIEUW LID:
Dit ledenblad is gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Abonnement: 12,50 euro (4 nrs.) Leden van het CDJA ontvangen Interruptie gratis. Advertentiemogelijkheden op aanvraag.
www.cdja.nl
OCW Vacant
[email protected]
Penningmeester Ard Warnink +31 (0)6 237 87 760
[email protected]
Aan deze editie werkten mee: Anne Zandberg, Maartje Scholten, Mark Buck, Bram van Hemmen, Kiza Magendane, Wietske van Klaarbergen, Anne Adema, Karsten Roelofs, Erik-Jan Hakvoort, Izaäk van Jaarsveld, Ohannes Vartinian, Wiebe Strikwerda, Jimmy Bastings, Gerben ter Veen, Julius Terpstra
De redactie behoudt zich het recht voor stukken te weigeren, te redigeren of in te korten. Inzending geeft de redactie het recht een bijdrage ook via internet, databank of anderszins openbaar te maken. Eventuele auteursrechten blijven berusten bij de schrijver.
WERKGROEPEN
Drenthe Stefan Smith
[email protected]
Secretaris Jorden van der Haas +31 (0)6 20 47 45 02
[email protected]
Adviserend lid: Michelle Makkinje (DB)
Redactie-adres: Johannes ten Hoor Lange Slachterijstraat 90 2060 Antwerpen tel. +31 (0)6 21 90 81 66
[email protected]
ALGEMEEN BESTUUR
Bezoekadres Buitenom 18 2512 XA Den Haag
Voorzitter Julius Terpstra +31 (0)6 229 02 489
[email protected]
Joyce Esser Barend Tensen Carina van Os Peter de Vrieze Maarten Zoutendijk
Druk: SENEFELDER MISSET B.V. Doetinchem
CDJA SECRETARIAAT
Het CDJA is een politieke NAAM: jongerenorganisatie speciaal voor jongeren die ADRES: zich naast hun studie of baan willen met politiek WOONPLAATS: bezig willen houden. Jij bent natuurlijk al lid, maar TEL: je kent vast wel mensen in jouw eigen omgeving die EMAIL- ADRES: zich net als jij willen inzetten voor de toekomst van jongeren. Als je dit kaartje opstuurt ontvanNAAM: gen jullie allebei een cadeau. Sta je te discussiëADRES: ren over wat er om je heen gebeurt, wacht dan niet WOONPLAATS: langer en maak ook je vrienden lid van het CDJA. TEL: Kijk voor meer informatie over deze actie op www. EMAIL- ADRES: cdja.nl
LID:
Terpstra’s T O U C H Het CDJA najaarscongres (#CDJAnjc) zit er weer op. We danken Enschede voor de gastvrijheid en de mooie locatie in de Grote Kerk. Het was wederom weer een prachtig congres met een hoge opkomst en goed politiek debat. De aanslagen in Parijs doen mij realiseren dat we zeer dankbaar mogen zijn voor de onbegrensde vrijheid en democratie die we hier in Nederland kennen. Terroristen hebben haatgevoelens jegens deze essentiële kernwaarden van onze samenleving en vechten om deze kapot te maken. Door als politieke jongeren bij elkaar te komen op een congres als deze, maken we als het ware een statement voor vrijheid en democratie. Dat moeten we blijven doen! Tegelijk mogen we niet naïef zijn. Om kernwaarden als vrijheid en democratie te waarborgen moeten we hier ook voor opkomen. Dit betekent dat we fors moeten investeren in onze krijgsmacht maar ook in de capaciteit van politie en justitie. Op deze posten is de afgelopen periode te gemakkelijk bezuinigd. Het CDJA heeft de CDA-fracties in zowel de Eerste als Tweede Kamer dan ook opgeroepen om tegen het belastingplan van staatssecretaris Wiebes te stemmen. Het is van groot belang dat er van deze vijf miljard eerst substantieel geïnvesteerd wordt in onze veiligheid. In deze onzekere periode gaat veiligheid voor fiscale aardigheidjes.
Tot slot wens ik jullie allen veel goeds toe aankomende feestdagen en graag tot volgend jaar! Julius Terpstra Voorzitter CDJA
32
.n ja w w w .c d
In alle hectiek, angst en boosheid moeten we te allen tijde proberen om kalm te blijven. Het zou onverstandig zijn om overhaaste maatregelen te nemen die op het randje zitten van wat onze rechtstaat kan toestaan. Ook moeten we niet vergeten dat het bewaren van de rust een typerende eigenschap is voor een geciviliseerde samenleving als Nederland. Maar het kabinet doet nu in ieder geval te weinig. Doordachte actie, het tegengaan van polarisatie en het bewaren van de rust moet de prioriteit hebben bij het nemen van vervolgstappen richting het aanpakken van terroristen en het beschermen van onze waarden.
l
Naast het fatsoenlijk optuigen van onze veiligheidsketen mogen we echter niet vergeten dat veel geradicaliseerde jongeren ‘gewoon’ bij ons om de hoek wonen. ‘Het front van de strijd tegen terreur ligt niet alleen in Syrië en Irak, maar ook in onze wijken, dorpen en steden’, aldus de kersverse fractievoorzitter Gert-Jan Segers van de ChristenUnie in een reactie op Sybrand Buma. Er moet een gezonde mix bestaan tussen repressie en preventie, en ik hoop dat de Islamitische gemeenschap in Nederland dat laatste ziet als haar verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd hoop ik dat wij als samenleving de ruimte bieden voor eenieder zijn mening. Uitsluiting van bepaalde groepen is namelijk een gevaarlijke voedingsbodem voor radicalisering.