November 2013
Stadshavens Rotterdam MONITOR 2013
Colofon: Monitor geschreven door: Lenny van den Beukel Met dank aan: De afdeling Onderzoek en Business Intelligence van de gemeente Rotterdam, diverse afdelingen van de gemeente Rotterdam, diverse afdelingen van het Havenbedrijf Rotterdam N.V., DCMR. Foto op voorkant, fotograaf: Nadine de Vos Foto op achterkaft, fotograaf: Dick Sellenraad
1
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................. p. 3 1. Programma ........................................................ p. 4 2. Bereikbaarheid .................................................... p. 15 3. Milieu, energie, water........................................... p. 18 4. Ruimtelijke kwaliteit ............................................ p. 23
Bijlagen: 1. Gas- en elektriciteitsverbruik en CO2-uitstoot per deelgebied 2. Beschrijving/indeling Maritieme dienstverlening
2
Inleiding Voor u ligt de eerste versie van de monitor Stadshavens Rotterdam. Bij het opzetten van deze monitor is de in 2011 vastgestelde structuurvisie van Stadshavens Rotterdam leidend geweest. Op basis van de in de visie omschreven ambities en doelen hebben we indicatoren gezocht die meer inzicht kunnen geven in de ontwikkeling van die ambities en doelen. De algemene doelen en ambities die omschreven zijn in de visie zijn: Doelen: 1. Versterken economische structuur van stad&haven 2. Vergroten aantrekkelijkheid van de woon- en leefomgeving Drie ambities: 1. Verbinden van stad en haven 2. Duurzame transformatie 3. Internationale oriëntatie Bij deze doelen en ambities zijn deelgebied overstijgende randvoorwaarden geformuleerd. Om bijvoorbeeld een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te creëren is ruimtelijke kwaliteit van het stadshavensgebied erg belangrijk. Alle randvoorwaarden zijn geclusterd in zes thema’s en bijbehorende ambities namelijk: 1. Programma – ‘nieuwe economische clusters en woongebieden’ 2. Bereikbaarheid - ‘duurzame mobiliteit, fijnmazig stedelijk netwerk, zowel over weg als OV’ 3. Milieu - ‘reduceren en beheersen van milieubelasting (geluid, veiligheidsrisico’s en luchtkwaliteit) 4. Energie - ‘het realiseren van klimaat- en energie neutrale ontwikkelingen’ 5. Water - ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand’ 6. Ruimtelijke kwaliteit - ‘aantrekkelijke gebieden voor burgers en bedrijven’ Voor de monitor zijn we uitgegaan van de hierboven benoemde thema’s. Deze thema’s zijn in deze monitor in vier hoofdstukken verder uitgewerkt. In ieder hoofdstuk is weergegeven wat er in de visie over het thema is opgenomen en wat de uitkomst is van de indicatoren die we hebben gekozen om het thema te meten. Schematisch ziet het proces er dan zo uit:
De monitor richt zich met name op de rood omlijnde onderwerpen. Omdat vanaf 2007 het programmabureau Stadshavens Rotterdam actief is, is waar mogelijk 2007 aangehouden als eerste meetpunt. Van sommige indicatoren is echter niet voor alle jaren informatie beschikbaar of zijn alleen recente gegevens beschikbaar. In dat geval is de meting in deze monitor gebruikt als nulmeting en is de eventuele ontwikkeling in de cijfers pas later te zien. Alle achterliggende cijfers van deze monitor zijn door de afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van de gemeente Rotterdam beschikbaar gemaakt via www.rotterdamincijfers.nl onder het kopje: ‘speciale thema’s-stadshavens’. Dit document en een verkorte versie van de monitor waarin de highlights van deze monitor zijn opgenomen zijn beschikbaar via www.stadshavensrotterdam.nl. 3
1. Programma Visie De algemene ambitie voor het thema programma is geformuleerd als: ‘nieuwe economische clusters en woongebieden’ Deze ambitie wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt door in te zoomen op: werkgelegenheid woningen hoeveelheid kantoor- bedrijfs- en winkeloppervlak aandeel hogere inkomens containeroverslag bruto toegevoegde waarde per gebied. aantal (basis)scholen en leerlingen Werkgelegenheid algemeen (uitgesplitst per cluster) In de visie wordt ingezet op het aanboren van nieuwe economische clusters. Er wordt verwacht dat door het aanboren van nieuwe economische clusters, zoals bijvoorbeeld food, medical en cleantech in het Merwe-Vierhavens gebied, de werkgelegenheid in deze clusters zal gaan stijgen. Bij het analyseren van de hoeveelheid werkzame personen blijkt dat in het Stadshavens gebied ook de dalende trend te zien is die we ook zien binnen de stadsregio. Binnen de stadsregio is er van 2012 ten opzichte van 2011 een afname van het aantal werkzame personen te zien van 1%. Binnen Stadshavens is hier een daling te zien van 3%. Als we echter kijken naar het verschil tussen het aantal werkzame personen in 2007 en 2012 zien we dat er ten opzichte van 2007 binnen Stadshavens toch een stijging van het totaal aantal werkzame personen te zien is van 3% (zie tabel 1).
Aantal werkzame personen Af- of toename t.o.v. voorgaand jaar Af- of toename ten opzichte van 2007
2007 21.235
2008 22.356
2009 23.271
2010 23.052
2011 22.790
2012 21.791
+5 %
+ 4%
-1 %
-1 %
-4%
+5 %
+10 %
+9 %
+7%
+3 %
Tabel 1. Aantal werkzame personen, afgezet tegen voorgaande jaar en ten opzichte van 2007
4
Werkgelegenheid per deelgebied en cluster Er wordt binnen Stadshavens en specifiek binnen het Merwe-Vierhavensgebied ingezet op het vergroten van de werkgelegenheid en het aantal bedrijven in de clusters: medical, food, Clean Tech en creatief. Binnen het Waal-Eemhavengebied wordt ingezet op het vergroten van de werkgelegenheid in het cluster maritieme dienstverlening. Van het in 2012 in totaal aantal werkzame personen binnen Stadshavens werkt 7% binnen de clusters medical, food of creatief1 en 49% binnen de maritieme dienstverlening. Binnen deze clusters een afname te zien in het aantal werkzame personen binnen het foodcluster en een lichte toename in het aantal werkzame personen binnen het creatieve cluster (zie figuur 2). In het aantal vestigingen binnen het creatieve cluster is er wel een sterke toename te zien (zie figuur 3). Een mogelijke verklaring voor het feit dat de sterke stijging in het aantal vestigingen niet terug te zien is het aantal werkzame personen binnen het creatieve cluster kan het (groot) aantal eenmansbedrijfjes binnen het creatieve cluster zijn. Deze stijging in het aantal vestigingen binnen het creatieve cluster is met name terug te zien in een stijging in het Rijn-Maashaven gebied en voor een klein deel binnen het Merwe-Vierhavens gebied. Een mogelijke verklaring voor de stijging van het aantal vestigingen in het creatieve cluster kan in het Rijn-Maashaven de in gebruik name van de Maassilo waarvan de doelgroep binnen het creatieve cluster valt. Binnen het MerweVierhavens gebied kan dit wellicht komen door de inzet op het aantrekken van mensen uit het creatieve cluster. Vanuit het gebiedsteam van Merwe-Vierhavens wordt het aantrekken van mensen uit het creatieve cluster gezien als opstapje naar een volgende fase in de ontwikkeling van het gebied. Daarbij kan er gespeeld kan worden met de duur van de contracten die deze partijen geboden wordt. Op sommige locaties kan dit bijvoorbeeld een contract voor 5 jaar zijn, terwijl het op andere locaties een contract voor 10 jaar kan zijn. Hierin wordt per locatie de afweging gemaakt ten opzichte van de ontwikkelplannen voor het gebied. Voor het cluster Clean Tech zijn alleen de cijfers over 2013 bekend. Dit gaat in totaal om 3 vestigingen binnen het Stadshavens gebied. Om te bepalen welke bedrijven er tot maritieme dienstverlening gerekend moeten worden is uitgegaan van de hiervoor door het havenbedrijf opgestelde omschrijving (zie bijlage 2). Als we kijken naar maritieme dienstverlening is te zien dat dit cluster het best vertegenwoordigd is in de Waal-Eemhaven. In het Merwe-Vierhavensgebied en op RDMHeijplaat is het aantal werkzame personen in dit cluster ten opzichte van 2007 licht gedaald en in het Waal-Eemhaven gebied en in de Rijn-Maashaven licht gestegen (zie figuur 4 en 5).
Van Clean Tech zijn er geen gegevens over het aantal werkzame personen binnen de Clean Tech bedrijven binnen stadshavens. 1
5
Totaal aantal werkzame personen
20.000 2006
15.000
2007 10.000
2008 2009
5.000
2010 0
2011 2012
Figuur 1. Aantal werkzame personen per deelgebied en totaal
Aantal werkzame personen per cluster aantal werkzame personen
aantal werkzame personen
25.000
1600
2006
1400
2007
1200 2008
1000 800
2009
600
2010
400 2011
200 0
2012 creatief
food
medical
Figuur 2. Aantal werkzame personen in de clusters creatief, medical en food
6
Aantal vestigingen per cluster
aantal vestigingen
90 80
2007
70
2008
60
2009
50
2010
40 30
2011
20
2012
10
2013
0 creatief
food
medical
clean-tech
Figuur 3. Aantal vestigingen per cluster
Aantal vestigingen in de maritieme dienstverlening 350 300 250 200 150 100 50 0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Figuur 4. Aantal vestigingen in de maritieme dienstverlening
Aantal werkzame personen in de maritieme dienstverlening 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Figuur 5. Aantal werkzame personen in de maritieme dienstverlening
7
Dichtheid en menging In de visie zijn bij het thema programma ‘dichtheid’ en ‘menging’ als variabele opgenomen. Met dichtheid wordt de hoeveelheid werkzame personen of bewoners per gebied bedoeld en menging geeft de verhouding tussen het aantal bewoners en het aantal werkzame personen weer. De variabele ‘dichtheid’ is terug te zien in figuur 5. Opvallend is daarbij de stijging van deze verhouding bij de Rijn-Maashaven. Een mogelijke verklaring kan hiervoor de toename in het aantal nieuwe woningen op Katendrecht zijn. Bij RDM-Heijplaat is deze verhouding wellicht veranderd door het afbreken van een aantal woningen, waardoor het aantal bewoners met ongeveer 30% is afgenomen. Ook is er op RDM-Heijplaat sprake van een toename van de bedrijvigheid, waardoor de verhouding tussen bewoners en werkzame personen is verschoven. Met het nieuwe dorp wat in 2014-2015 wordt gebouwd wordt hierin weer een verschuiving verwacht, door de verwachte toename van het totaal aantal bewoners. In figuur 4 wordt ook zichtbaar dat in het Merwe-Vierhaven en in de Waal-Eemhaven meer gewerkt wordt dan gewoond. De verwachting is nu dat hier vanaf 2030 in het Merwe-Vierhavensgebied door woningbouw verandering in komt.
Menging: verhouding bewoners en werkzame personen 300 Merwe-Vierhavens
250 200
Rijn-Maashaven
150 Waal-Eemhaven
100 50
Heijplaat-RDM
0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Figuur 6. Menging, aantal bewoners/aantal werkzame personen x100 >100 betekent meer bewoners dan werkzame personen in het gebied <100 betekent meer werkzame personen dan bewoners in het gebied
Als er wordt gekeken naar de aantallen werkzame personen en het aantal bewoners afgezet tegen de oppervlakte van de gebieden (dichtheid), valt op dat de Rijn-Maashaven bijna evenveel bedrijvigheid per hectare heeft als het Waal-Eemhaven gebied. Dit betekent dat hoewel de Rijn-Maashaven een kleiner oppervlak heeft dan de WaalEemhaven er in de Rijn-Maashaven in verhouding evenveel bedrijvigheid aanwezig is. De dichtheid van bedrijvigheid is het grootst binnen het Merwe-Vierhavens gebied en voor bewoning is dit het Rijn-Maashaven gebied. (zie figuur 7).
8
Dichtheid bewoning en bedrijvigheid
aantal bewoners per hectare
60 50
Merwe-Vierhavens bewoning
40
Merwe-Vierhavens bedrijvigheid Rijn-Maashaven bewoning
30 20
Rijn-Maashaven bedrijvigheid
10
Waal-Eemhaven bewoning
0
Waal-Eemhaven bedrijvigheid 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Figuur 7.Aantal bewoners en werkzame personen per hectare
Woningen Bij het onderwerp woningen wordt in de visie opgemerkt dat het hierbij gaat om een programmatische bandbreedte. De bandbreedte in het Rotterdam brede woningbouwprogramma bedraagt tot 2040 9.500 tot 13.500 nieuwe woningen. De doelstelling is hierbij om er voor te zorgen dat 80% van deze nieuwbouw binnen de stadsgrenzen wordt gebouwd. Dat gaat om 7.600 tot 10.800 woningen. Daarbij is niet vermeld hoeveel van deze woningen binnen het stadshavensgebied gebouwd moeten worden. Tot 2020 is er voor dit woningbouwprogramma genoeg planaanbod, waaronder bestaande woningbouwlocaties binnen Stadshavens, zoals Katendrecht. Verwacht wordt dat er vanaf 2020 nieuwe locaties, zoals de Merwe-Vierhavens, nodig zijn. Een bijkomend doel is hierbij om midden en hoge inkomens te binden en daarmee ook het draagvlak voor de voorzieningen in de omliggende wijken te versterken. In het aantal woningen is ten opzichte van 2007 in alle gebieden een toename te zien, behalve in het Merwe-Vierhavens gebied. Opvallend is hierbij de toename van het aantal koopwoningen en de afname van het aantal huurwoningen. Deze toe- en afname is mogelijk te verklaren door de bouw van een aantal koopwoningen op Katendrecht ( zie figuur 8 en 9).
9
Aantal woningen 4500 4000 3500
3.827
3.801
3.773
3.897
4.005
4.003 Merwe-Vierhavens
3000 2500
1.944
1.943
1.899
2.025
987
998
997
994
2000 1500
2.110
2.117
Waal-Eemhaven 992
1.000
0
Heijplaat-RDM Totaal
1000 500
Rijn-Maashaven
889
853
870
872
897
880
7 7 7 6 6 6 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Figuur 8. Aantal woningen per gebied
Aantal huur- en koopwoningen
Figuur 9. Aantal huur- en koopwoningen
Aandeel hogere inkomens Om te bepalen of het aandeel hogere inkomens in Stadshavens gestegen is, is gekeken hoeveel procent van de huishoudens een midden of hoog huishoudinkomen heeft. Een laag huishoudinkomen behoort tot de 40% laagste huishoudinkomens in Nederland. Ruwweg komt de grens tussen ‘laag ‘ en ‘midden’ ongeveer overeen met het besteedbaar inkomen van een kostwinner met 2 kinderen met een modaal inkomen. Dit was in 2009 €32.500 bruto per jaar. Opvallend hierbij is dat er met de stijging van het aantal koopwoningen ook een stijging van het aantal hogere inkomens zichtbaar is (zie tabel 2).
10
RijnMaashaven Heijplaat-RDM
2006 35%
2007 36%
2008 43%
2009 43%
2010 42%
49%
42%
37%
41%
44%
Tabel 2. Percentage hogere inkomens binnen Stadshavens2
Kantoor-, bedrijfs- en winkeloppervlak De behoefte aan commercieel vastgoed wordt in de visie voor de periode 2010-2040 ingeschat op circa 660.000 tot 940.000 m2 bruto vloeroppervlak (bvo), waarbij het stadshavensgebied stedenbouwkundig gezien ruimte heeft voor maximaal 1.310.000 m2 bvo. Als we kijken naar de totaal cijfers in figuur 10 zien we dat het totaal aanwezige m2 bvo op dit moment al dicht bij de 1,3 miljoen in de buurt komt (totaal 1,24 miljoen m2). Dat betekent dat er op dit moment weinig stedenbouwkundige ruimte meer is om nieuwe kantoren te bouwen. Dat betekent dat als er behoefte is aan andere of nieuwe bedrijfsof kantoorruimte, hiervoor al bestaand bedrijfs- of kantooroppervlak voor gebruikt moet worden.
Totaal aantal m2 Aantal m2 bruto vloer oppervlak (bvo)
1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0
bedrijfs en kantoor oppervlak
winkeloppervlak
2008
1.149.672
30.570
2009
1.142.966
31.850
2010
1.190.743
34.723
2011
1.159.896
52.793
2012
1.191.627
51.180
Figuur 10. Totaal m2 bruto vloeroppervlak bedrijfs-, kantoor en winkeloppervlak
2
Alleen cijfers beschikbaar voor substantieel bewoonde gebieden: Heijplaat-RDM (in feite alleen de CBS-buurt Heijplaat) en Rijn-Maashaven (Alleen de CBS-buurt Katendrecht). Er is uitgegaan van gestandaardiseerde inkomens wat betekent dat de percentages zijn gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van huishoudens. 11
Als we kijken naar de hoeveelheid m2 bedrijfs-, kantoor- en winkeloppervlak zien we dat dit de totale hoeveelheid kantoor- en bedrijfsoppervlak en het winkeloppervlak binnen Stadshavens is gestegen (zie figuur 10). Als we kijken naar de uitsplitsing van deze cijfers naar de gebieden (zie figuur 11) zien we dat deze stijging met name wordt veroorzaakt door een stijging in de Waal-Eemhaven. Een ander opvallende stijging is te zien in de stijging van het oppervlakte winkelruimte in het Merwe-Vierhavensgebied. Zeer waarschijnlijk is dit te verklaren door de oplevering van de winkels in de winkelboulevard aan de Vierhavenstraat.
Aantal m2 bruto vloeroppervlak per gebied 800.000
Aantal m2 brutovloeroppervlak
700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0
2008
2009
2010
2011
2012
Merwe-Vierhavens Winkeloppervlak
15.097
16.490
18.918
36.988
36.272
Rijn-Maashaven Winkeloppervlak
9.479
9.479
9.925
9.925
9.028
Waal-Eemhaven Winkeloppervlak
4.534
4.454
4.453
4.453
4.453
Heijplaat-RDM Winkeloppervlak
1.460
1.427
1.427
1.427
1.427
Merwe-Vierhavens bedrijfs en kantooroppervlak
257.977
274.992
270.413
275.142
264.869
Rijn-Maashaven bedrijfs en kantooroppervlak
114.790
105.296
104.347
104.786
104.537
Waal-Eemhaven bedrijfs en kantooroppervlak
588.584
566.750
618.128
625.545
670.031
Heijplaat-RDM bedrijfs en kantooroppervlak
188.321
195.928
197.855
154.423
152.190
Figuur 11. Aantal m2 bruto vloeroppervlak uitgesplitst naar gebieden
12
Containeroverslag en bruto toegevoegde waarde Wat betreft de haveneconomie wordt er in de visie een toename van zowel de hoeveelheid als de toegevoegde waarde van goederenoverslag verwacht (volume&value) van 3,33 miljoen TEU in 2010 tot 3,85 miljoen TEU in 2040. In absolute aantallen (in miljoen TEU) is er echter een dalende trend te zien ten opzichte van 2007. 3 Wat betreft de bruto toegevoegde waarde zien we dat deze het grootst is voor het WaalEemhavengebied. Doordat in de berekening de hoeveelheid werkzame personen in het gebied een grote rol speelt is dit echter een logische uitkomst (zie figuur 12).
Toegevoegde waarde per gebied
Figuur 12. bruto toegevoegde waarde gegenereerd in het gebied.
4
3
Het is voor deze monitor nog niet gelukt om te achterhalen wat de exacte cijfers zijn waarop deze cijfers in de visie zijn gebaseerd en daarmee ook welke cijfers meegenomen moeten worden om de voortgang hierop te monitoren. In de miljoenen TEU’s die vervoerd worden van en naar het achterland van het WaalEemhavengebied is echter een dalende trend te zien. (van 2,7 miljoen TEU in 2007 naar 2,0 TEU in 2012). Aangenomen wordt dat dit ook geldt voor de algemene cijfers. 4 Geschatte bruto toegevoegde waarde gegenereerd in Stadshavengebieden (in miljoenen euro's per jaar) Voor deze cijfers is eerst, op basis van CBS data, de gemiddelde toegevoegde waarde per arbeidsjaar berekend in de verschillende hoofdbedrijfssectoren in het COROP-plusgebied Rijnmond. Hiervoor is per sector de totale toegevoegde waarde van de sector in Rijnmond gedeeld door het arbeidsvolume (aantal arbeidsjaren) van de sector in Rijnmond. Deze berekening is zowel uitgevoerd voor 2008 als voor 2009. Vervolgens is met het BIR/BRZ bepaald hoeveel werkzame personen er per sector in 2008 en 2009 actief waren in elk van de vier Stadshavensgebieden. Er is alleen gekeken naar personen die minstens 12 uur per week werken. Tot slot is per Stadshavengebied en voor zowel 2008 en 2009, de totale toegevoegde waarde bepaald, door het aantal werkzame personen van sector X te vermenigvuldigen met de toegevoegde
13
Scholen en aantal leerlingen Wat betreft het aantal scholen en het aantal leerlingen zijn er op dit moment alleen gegevens beschikbaar wat betreft de basisscholen in het stadshavensgebied (zie onderstaande tabel 3).
Merwe Vierhavens RijnMaashaven WaalEemhaven RDMHeijplaat
1-10-2011 Aantal basisscholen 0
0
1-10-2012 Aantal basisscholen 0
3
573
3
604
1
16
1
13
1
85
1
79
leerlingen
leerlingen 0
Tabel 3. Aantal basisscholen en aantal leerlingen per gebied.
Conclusies en/of aanbevelingen De conclusies die aan de hand van bovenstaande cijfers getrokken kunnen worden zijn: - De werkgelegenheid in Stadshavens is ten opzichte van 2007 met 3% gestegen. Ten opzichte van 2011 is in 2012 de werkgelegenheid echter afgenomen met 4%. De stijging t.o.v 2007 is sterker dan de stijging binnen de stadsregio Rotterdam van 2000 t.o.v. 2012; de daling t.o.v. 2011 is echter ook sterker dan de daling binnen de stadsregio Rotterdam. - Hoewel er wordt ingezet op de stijging van het aantal bedrijfsvestigingen en het aantal werkzame personen binnen de clusters medical, food, Clean Tech, creatief en maritieme dienstverlening is dit nog niet of zeer beperkt terug te zien in de cijfers. - Er is met name een flinke toename van het aantal (koop)woningen te zien in de Rijn-Maashaven door de woningen die gebouwd zijn op Katendrecht. Hier is het aandeel midden- en hoge inkomens ook gestegen. - Wat betreft het aanbod kantoor- en bedrijfsoppervlak is te zien dat het totaal kantoor- en bedrijfsoppervlak en winkeloppervlak is gestegen ten op zichte van 2008 en dicht bij de maximale stedenbouwkundige ruimte komt. Dat betekent dat er op dit moment weinig stedenbouwkundige ruimte meer is om nieuwe kantoren te bouwen, wat betekent dat als er behoefte is aan andere of nieuwe bedrijfs- of kantoorruimte, hiervoor al bestaand bedrijfs- of kantooroppervlak voor gebruikt moet worden. - Wat betreft het aantal TEU’s overslag, is er door de economische crisis een dalende trend te zien en de verwachtingen die in de visie worden beschreven hieromtrent zijn dan ook helaas (nog) niet waargemaakt.
14
2.Bereikbaarheid Visie Voor bereikbaarheid is de algemene ambitie geformuleerd als: ‘duurzame mobiliteit, fijnmazig stedelijk netwerk, zowel over weg als ov.’ In de -
nadere toelichting van deze ambitie wordt gefocust op: Openbaar vervoer realiseren vooraf aan woningbouw en commercieel vastgoed Uitbouwen railnet en schoon openbaar vervoer over water. Aanleggen van verkeersroutes voor langzaam verkeer tussen Stadshavens Rotterdam en de omliggende gebieden en binnen Stadshavens (zoals fietsroutes) - Uitbreiden van de Park & Walk en Park & Ride- mogelijkheden. - Inzet op hoogwaardig openbaar vervoer(HOV) oeververbinding tussen Waalhaven Oost (Port Valley) en Vierhavens na 2025, als onderdeel van de Zuidtangent
Ook wordt er in de structuurvisie gesproken over de inzet op duurzame mobiliteit voor personen en goederen. Dit gebeurt door het focussen op de modal shift en door de verplaatsing van de Cool Port van noord naar zuid. Daardoor zal er minder verkeersbelasting in de noordelijke wijken zijn. Om duurzame individuele vervoerswijzen te stimuleren word er gefocust op: oplaadpunten voor kleinschalig elektrisch vervoer, fiets- en wandelpaden, Park&Walks. De inzet op duurzame mobiliteit is belangrijk in het beperken van het verkeerslawaai, verbetering van de luchtkwaliteit, de beperking van de energievraag en voor de ontwikkeling van de gebieden. Gemiddelde reistijd en ov-haltes binnen Stadshavens Om aan te kunnen tonen dat het openbaar vervoer beter wordt in de komende jaren is het nodig om de gemiddelde reistijd vanuit de stadshaven gebieden naar andere knooppunten binnen de stad in kaart te brengen. Opvallend zijn hierbij de lange reistijden naar zowel de Waal-Eemhaven als RDM-Heijplaat. Omdat de cijfers gebaseerd zijn op de online reisplanner 9292ov.nl is dit deels te verklaren doordat de Aqualiner niet wordt meegenomen in het reisadvies5. Als we echter kijken naar de gemiddelde afstand van een woning naar de dichtstbijzijnde OV-haltes zien we dat, behalve RDM-Heijplaat, alle gebieden in 2010 ten opzichte van het stedelijk gemiddelde goed scoorden.
OV v.a. Rotterdam Airport naar: OV v.a. Rotterdam CS naar: OV v.a. Zuidplein naar: auto v.a. Knooppunt Vaanplein naar: auto v.a. Kleinpolderplein naar: auto v.a. Kralingsezoom naar:
MerweVierhavens
RijnMaashaven
WaalEemhaven
RDMHeijplaat
59 30 41 27
58 33 33 22
75 50 34 22
75 44 38 23
17 27
30 27
27 30
32 30
Tabel 4. Gemiddelde reistijd in minuten naar de verschillende stadshavensgebieden.
5
In deze cijfers is geen rekening gehouden met de Aqualiner. Als deze wel meegenomen wordt zou voor RDMHeijplaat de reistijd met het OV komen op +/- 32 minuten via de Leuvehaven en +/- 35 minuten via de st. Jobshaven. 15
In 2010 waren de hemelsbrede afstanden naar een OV-halte van de betreffende soort: bus metro tram 6 Merwe-Vierhavens 489 725 284 Rijn-Maashaven 95 952 697 Waal-Eemhaven 266 1.504 800 Heijplaat-RDM 186 2.457 2.233 Rotterdams totaal gemiddelde 275 1.185 1.543 Tabel 5. In 2010, gemiddelde afstand in meters van een woning naar de dichtstbijzijnde OV-halte
Verkeersintensiteit aantal wegen binnen Stadshavensgebied Als we kijken naar verkeersintensiteiten op een aantal wegen in het Stadshavensgebied is te zien dat het aantal motorvoertuigen per etmaal ten opzichte van 2009 flink is afgenomen. Met name op de Waalhaven Oostzijde is deze daling te zien.
Waalhaven weg Reeweg richting N-Z WaalhavenOostzijde
totaal waarvan vracht totaal waarvan vracht totaal waarvan vracht
2009
2010
2011
2012 15,9 6,2
2013 (Q1) 16,3 5,8
2013 (Q2) 15,3 5,4
19,0 4,7
15,7 6,2
16,1 6,2
19,8 8,4
15,9 7,0
16,1 7,0
15,2 6,6
15,4 6,5
15,4 6,4
23,1 3,9
17,5 2,9
17,3 3,0
16,1 2,7
17,1 2,7
11,2 1,8
Tabel 6. Gemiddeld aantal motorvoertuigen per etmaal
Containeroverslag over de weg (modal split) Als we kijken naar de containeroverslag die vanuit het Waal-Eemhaven gebied wordt vervoerd naar het ‘achterland’ zien we dat er een afname is van het percentage containers dat via de weg wordt aan- en afgevoerd. Er is ook een stijging te zien in het vervoer per spoor, hoewel de meerderheid van de containers nog per weg wordt aan- en afgevoerd. % Binnenvaart Spoor Wegverkeer
2007 25,4 6,6 68,0
2008 22,4 8,6 68,9
2009 25,8 6,6 67,5
2010 25,5 7,5 67,0
2011 27,7 7,6 64,6
2012 25,8 7,4 66,8
Tabel 7. Modal split containeroverslag Waal-Eemhavengebied. Percentage containers dat per binnenvaart, spoor of via de weg wordt vervoerd.
Aantal Park&Rides en Park&Walks Er zijn op dit moment geen Park&Rides en Park&Walks binnen de verschillende stadshavensgebieden. De gebiedsmanager van het Merwe-Vierhavensgebied gaf hiervoor als mogelijke verklaring dat er geen parkeerprobleem is in het gebied, dus dat er daarom op dit moment niet op wordt ingezet. Mogelijk is dit ook de verklaring voor het ontbreken van de Park&Walks in de andere stadshavensgebieden.
6
Hierbij moet wel worden opgemerkt, dat de cijfers wat betreft het Merwe-Vierhavens gebied gebaseerd zijn op slechts enkele woningen, waardoor deze cijfers minder solide zijn. 16
Conclusies/aanbevelingen De conclusies die naar aanleiding van het bovenstaande kunnen worden getrokken zijn: - De verschillende stadshavensgebieden zijn goed bereikbaar met de auto. Vanaf centrale punten in de stad is elk gebied binnen 32 minuten te bereiken. Met openbaar vervoer duurt dit voor de meeste gebieden langer. - Een opmerkelijk punt is dat op de website van 9292ov.nl het reisadvies niet wordt gepland inclusief eventueel vervoer met de Aqualiner. Op de website van de Aqualiner is wel een breder reisadvies mogelijk waarbij de Aqualiner onderdeel is van het totale reisadvies. Als de Aqualiner wel meegenomen wordt daalt de reistijd voor OV naar RDM-Heijplaat licht. - Binnen de modelshift is een (lichte) verschuiving te zien van het vervoer van goederen over de weg naar vervoer over het spoor en via binnenvaart. - De afname van het percentage overslag over de weg is ook terug te zien in de cijfers over de verkeersintensteit binnen het Waal-Eemhaven gebied. Een deel van de afname van de verkeersintensiteit wordt echter zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de economische crisis, waardoor er in heel het havengebied minder overgeslagen en dus vervoerd wordt. - Op dit moment zijn er geen Park&Ride en Park&Walk mogelijkheden binnen het stadshavensgebied. Mogelijk wordt dit nog ontwikkeld in een latere fase van de herontwikkeling.
17
3. Milieu, energie en water Visie In dit hoofdstuk komen milieu, energie en water binnen Stadshavens aan bod. Wat betreft het thema milieu is de algemene ambitie in de visie geformuleerd als: ‘Reduceren en beheersen van milieubelasting (geluid, veiligheidsrisico’s en luchtkwaliteit).’ Deze ambitie is verder uitgewerkt op de punten geluid, luchtkwaliteit, geuroverlast en grondvervuiling. Voor het thema energie gaat het om ‘het realiseren van klimaat- en energieneutrale ontwikkelingen’. Voor water is dit: ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand’. Geluid Over het thema geluid wordt er in de visie aangegeven dat er door het nemen van verschillende maatregelen ingezet wordt op het verminderen of reduceren van de geluidsoverlast. Wat betreft geluid en de geluidsoverlast in Stadshavens zijn er over de ervaren geluidsoverlast alleen cijfers bekend van de substantieel bewoonde gebieden, te weten de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat. In tabel 8 is het percentage van bewoners te zien dat soms of vaker geluidsoverlast ervaart van bedrijven, bouw of sloop, of verkeer. In de Rijn-Maashaven wordt hierbij minder geluidsoverlast ervaren dan op RDMHeijplaat.
Rijn-Maashaven RDM-Heijplaat
van bedrijven 27% 65%
lawaai bouw/sloop 45% 49%
lawaai verkeer 41% 56%
Tabel 8. Percentage van bewoners die soms of vaker geluidsoverlast ervaren van bedrijven, bouw/sloop of verkeer (2011)
Veiligheidsrisico’s Door de industrie in het Stadshavensgebied krijgt veiligheid extra aandacht. Dat er bij de herinrichting van de verschillende gebieden rekening gehouden moet worden met de veiligheidsrisico’s is ook terug te zien in tabel 9. Daarin wordt het percentage landoppervlakte van het deelgebied weergegeven dat onveiliger is dan de norm. Dat betekent niet dat het bijvoorbeeld in de Waal-Eemhaven extreem onveilig is, maar wel dat er in het bekijken van de functie van het gebied rekening mee gehouden moet worden dat 53%van de oppervlakte van de Waal-Eemhaven niet geschikt is voor groepen mensen om daar lang te verblijven.
Merwe-Vierhavens RDM-Heijplaat Waal-Eemhaven Rijn-Maashaven
27% 16% 53% 19%
Tabel 9. Percentage landoppervlakte binnen de EVcontour 10-6; d.w.z. onveiliger dan de norm (2011)
18
Luchtkwaliteit In de visie wordt de luchtkwaliteit in Stadshavens Rotterdam benoemd als een noodzakelijke voorwaarde voor de gezondheid en leefbaarheid in het gebied. Hoewel hiervoor met name het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit actief op in zet, is dit ook voor Stadshavens Rotterdam een punt van aandacht. Door het inzetten van lokale maatregelen zoals het inzetten op duurzame mobiliteit en het monitoren van de locaties die vlak onder de grenswaarden kan Stadshavens Rotterdam ook een bijdrage leveren aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Voor luchtkwaliteit zijn echter maar beperkt cijfers beschikbaar. Zo was in 2009 de concentratie NO2 in de Rijn-Maashaven 93 µg/m3 en op RDM-Heijplaat 111 µg/m3 . De algemene grenswaarde voor NO2concentratie was in 2009 40 µg/m3. Energie Binnen Stadshavens Rotterdam wordt vanuit de visie ingezet op het thema energie door middel van het toepassen van de Rotterdamse Energie Aanpak en Planning (REAP). Dat bestaat uit verschillende stappen: 1. Een zo energiezuinig mogelijke ontwikkeling 2. Gebruik van de in de regio aanwezige restwarmte via energiecascades 3. Het opwekken van duurzame energie. Ook het realiseren van oplaadvoorzieningen voor elektrisch vervoer, het benutten van restwarmte van bedrijvigheid, het inzetten op intensief ruimtegebruik en het clusteren van bedrijven met een grote energiebehoefte behoort tot de maatregelen die in de visie bij dit thema worden genoemd. Opvallend is dat er in het totale stadshavensgebied nog maar 3 oplaadvoorzieningen voor elektrisch vervoer aanwezig zijn. Twee van de oplaadvoorzieningen bevinden zich in het Merwe-Vierhavensgebied en een op RDM-Heijplaat. Een belangrijke noot hierbij is wel dat dit enkel de openbare oplaadpunten zijn, mogelijk zijn er nog wel meer oplaadpunten voor elektrisch vervoer in het gebied die beheerd worden door particulieren of bedrijven. Ook is er op dit moment binnen Stadshavens Rotterdam nog geen enkele aansluiting op het warmtebedrijf voor het hergebruik van industriële restwarmte. Dit is verklaarbaar omdat de leiding van het warmtebedrijf pas eind 2013 daadwerkelijk in gebruik genomen wordt. In de bijlage zijn meerdere grafieken terug te vinden van het elektriciteits- en gasverbruik in de verschillende deelgebieden. Opvallend daarbij is het hoge gas- en elektriciteitsverbruik van de zakelijke objecten binnen het Merwe-Vierhavensgebied. Mogelijke verklaringen zouden hiervoor bijvoorbeeld de E-on elektriciteitscentrale, de gasfabriek of de vele koelloodsen in het gebied kunnen zijn. Deze verbanden zijn echter niet aantoonbaar omdat de gegevens (nog) niet op bedrijfsniveau beschikbaar zijn. Binnen Stadshavens is er in de afgelopen jaren een groei gezien van het aantal vastgoedobjecten dat zonne-energie opwekt en het aantal objecten dat op een andere manier zelf energie opwekt. Zie figuur 13 en 14. Het effect hiervan is niet direct terug te zien in een afname van het elektriciteits- of gasverbruik.
19
aantal vastgoedobjecten dat zonneenergie opwekt 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
aantal vastgoedobjecten dat overige energie opwekt 6 5 MW4H RM
4 MW4H 3
RM
WE
2
WE
RDMH
1
RDMH
0 2008 2009 2010 2011 2012 2013
2008 2009 2010 2011 2012 2013
jaar
jaar
Figuur 14. Aantal vastgoedobjecten dat zonneenergie opwekt
Figuur 13. Aantal vastgoedobjecten dat overige energie opwekt
Grondvervuiling In de visie wordt gesproken over een gebiedsgerichte aanpak voor bodemsaneringen in het stadshavensgebied. Bij de start van ieder project wordt een afweging gemaakt over het beschermen, benutten of verbruiken van de ondergrond. In figuur 15,16,17 en 18 is te zien wat op basis van een beperkt aantal meetpunten de kwaliteit is van de bovenste meter grond en de diepere lagen van de grond in de verschillende stadshavensgebieden. Sterk vervuilde grond is hierbij niet per definitie erg (als er niets in de grond hoeft te gebeuren bijvoorbeeld) maar in deze plaatjes wordt wel zichtbaar dat er bij de herontwikkeling van de verschillende gebieden ook voldoende aandacht moet zijn voor de vervuiling in de ondergrond.
20
Figuur 16 contactzone 2001 (bovenste meter van de ondergrond)
Figuur 17 ondergrond (dieper dan 1 meter) in 2001
Figuur 15 contactzone 2009 (bovenste meter van de ondergrond)
Figuur 18 ondergrond (dieper dan 1 meter) in 2009
21
Water Omdat water een groot deel van het stadshavensgebied beslaat en bovendien een groot deel van het stadshavensgebied buitendijks ligt, is het thema water belangrijk binnen het gebied. De ambitie wat betreft het thema water is geformuleerd als: ‘klimaatbestendig inrichten op veerkracht en weerstand’. Daarbij wordt klimaatbestendig gedefinieerd als: ‘wateroverlast komt ondanks buitendijkse ligging niet voor of is minimaal.’ Maatregelen die de weerstand vergroten beperken de kans op wateroverlast en maatregelen die de veerkracht vergroten beperken vooral de gevolgen van mogelijke wateroverlast. Hierbij wordt gewerkt met maatwerk per locatie omdat op sommige locaties een hoger risico op wateroverlast acceptabel is dan op een andere plek. Binnen het thema water is niet alleen het voorkomen of beperken van wateroverlast belangrijk. Ook de waterkwaliteit van het water in de verschillende gebieden is belangrijk. Daarvoor wordt er binnen Stadshavens Rotterdam aangesloten bij de Europese Kadderrichtlijn Water. Afgesproken is dat we in 2015,2021 of uiterlijk 2027 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Dat betekent dat de kwaliteit van het water uiterlijk in 2027 aan de vooraf gedefinieerde eisen voldoet. Een aandachtspunt is daarbij de capaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De inzet is daarbij om zoveel mogelijk twee gescheiden rioolstelsels aan te leggen, waarbij regenwater rechtstreeks op de Maas geloosd wordt en alleen het vervuilde water bij de waterzuivering terecht zal komen. Verwacht wordt dat dit zal leiden tot het teruglopen van het aantal riooloverstorten. Hier wordt in het Merwe-Vierhavens gebied bijvoorbeeld op ingezet bij het realiseren van nieuwbouw. Verwacht wordt dat de gescheiden rioolstelsels daarom beetje bij beetje gerealiseerd zullen worden. Voor het thema water zijn er op dit moment geen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Dit omdat dit deels gevoelige informatie betreft, zoals bijvoorbeeld het overstromingsrisico. Zo is het overstromingsrisico wel in kaart gebracht maar zijn de gegevens (nog) niet beschikbaar gesteld voor deze monitor. Conclusies/aanbevelingen - Omdat een hoofddoelstelling van Stadshavens Rotterdam het realiseren van duurzame gebiedsontwikkeling is, is het goed om oog te hebben en te houden voor de kwaliteit van het milieu. Hierbij kan nog meer worden ingezet op het aanhaken bij andere programma’s of afdelingen binnen het Havenbedrijf Rotterdam N.V. of binnen de gemeente Rotterdam die zich met deze thema’s bezig houden. - Wat betreft waterkwaliteit ontbreken nu kwantitatieve gegevens om hier de mogelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren in te kunnen zien. - Er kan voor het thema water meer aangehaakt worden op al bestaande projecten of programma’s zoals bijvoorbeeld bij de uitvoering van het ‘waterplan’.
22
4. Ruimtelijke kwaliteit Visie In de visie is ook ruimtelijke kwaliteit opgenomen als randvoorwaarde voor Stadshavens. De ambitie hierover is in de visie geformuleerd als: ‘aantrekkelijke gebieden voor burgers en bedrijven’. Het verbeteren van de belevingswaarde is essentieel voor de ruimtelijke kwaliteit van de beoogde woon- en werkmilieus. Dit juist vooruitlopend op programma en infrastructuur. In de visie wordt hierbij bijvoorbeeld genoemd: het respecteren van zichtlijnen en cultuurhistorische elementen, het aanleggen van aantrekkelijke verblijfgebieden, openbare kades, groenstructuren en verbindingen voor langzaam verkeer tussen binnenen buitendijks gebied en over mondingen van havenbekkens, het realiseren van voorzieningen en horeca, enzovoorts. Wat betreft groen en natuur past het in de visie om aaneensluitende ecologische zones te creëren in de gebieden die getransformeerd worden van haven- en industrieel gebruik naar stedelijk gebruik. Ook het herontwikkelen en behoud van monumenten en beeldbepalende locaties wordt in de visie apart benoemd. Waar wenselijk wordt een cultuurhistorische verkenning opgesteld als onderdeel van het bestemmingsplan. In Stadshavens Rotterdam zijn op dit moment totaal 5 rijks- en gemeente monumenten te vinden, waarvan er 4 in het Merwe-Vierhaven gebied te vinden zijn en 1 in het RijnMaashaven gebied. 7 Wel staat RDM-Heijplaat op de nominatie om een beschermd stadsgezicht te worden. Harde cijfers Als we kijken naar de ‘harde’ cijfers wat betreft de ruimtelijke kwaliteit van Stadshavens (zie tabel 10 en 11) zien we dat de Waal-Eemhaven goed scoort op het aantal m2 openbaar groen en het aantal bomen. Als we echter kijken naar deze aantallen afgezet tegen de totaal oppervlakte van het gebied, zien we dat de Rijn-Maashaven beter scoort. Ditzelfde geldt voor het gemiddeld aantal bomen in openbaar gebied (zie figuur 19, 20 en 21). Verwacht wordt dat door de transformatie van haven- naar stedelijk gebied bijvoorbeeld in het Merwe-Vierhavensgebied op lange termijn het gemiddeld aantal m2 openbaar gebied of het aantal bomen per hectare zal toenemen.
Totaal oppervlak Stadshavens in ha en %
RDMH water 130 ha 7%
RDMH land 100 ha 6%
WE land WE water 418 ha 709 ha 24% 41%
MW4H water 84ha 5% RM water 93 ha RM land 5% 79 ha 4%
MW4H land 133 ha 8%
Figuur 19. Totaal oppervlakte land per gebied in ha 7
Bron: http://www.top010.nl/html/rijksmonumenten_rotterdam.htm In het Merwe-Vierhaven gebied gaat het om: Katoenveem, Rotterdamse Citrusveiling, Haka-gebouw, Thomsens’ Havenbedrijf. In het Rjin-Maashaven gebied gaat het om: Pakhuis Santos. 23
Aantal m2 openbaar groen per hectare land
Gemiddeld aantal bomen per hectare land
7,9
2,9
MW4H RM
0,8
WE 16,0
MW4H
408
RM WE
225
1319
RDMH
Figuur 20. Gemiddeld aantal bomen per hectare land
Totaal oppervlakte land per gebied in ha Totaal oppervlakte water per gebied in ha Openbaar groen in m2 Aantal m2 openbaar groen per hectare land Aantal bomen in openbare ruimte Gemiddeld aantal bomen per hectare land % winkels in plinten
673
RDMH
Figuur 21. Aantal m2 openbaar groen per hectare land
MerweVierhavens 133
RijnMaashaven 79
WaalEemhaven 709
RDMHeijplaat 100
84
93
418
130
725
54.386 408,44
104.070 1318,95
159.224 224,58
67.584 673,35
385.264 377,19
391
1263
560
797
3.011
2,9
16,0
0,8
7,9
2,9
0,1
0,0
0,1
0,0
n.v.t.
Tabel 10. Overzicht cijfers Ruimtelijke Kwaliteit Stadshavens Rotterdam
24
Totaal 1021
MerweVierhavens
RijnMaashaven
WaalEemhaven
RDMHeijplaat
Aantal voorzieningen per soort Detailhandel (geen auto’s en motorfietsen) Eet- en Drinkgelegenheden Kunst, cultuur, sport en recreatie Totaal Detailhandel (geen auto’s en motorfietsen) Eet- en drinkgelegenheden Kunst, cultuur, sport en recreatie Totaal Detailhandel (geen auto’s en motorfietsen) Eet- en drinkgelegenheden Kunst, cultuur, sport en recreatie Totaal Detailhandel (geen auto’s en motorfietsen Eet- en drinkgelegenheden Kunst, cultuur, sport en recreatie Totaal
2009
2010
2011
2012
11
10
11
10
4 2
4 8
4 10
4 10
17 12
22 12
25 13
24 14
9 6
10 6
9 6
10 6
27 8
28 8
28 8
30 8
11 2
12 5
12 4
11 4
21 5
25 2
24 2
23 2
2 5
2 6
1 6
2 6
12
10
9
10
Tabel 11. Aantal voorzieningen per deelgebied
Wat betreft de score op de productnormeringen van Schoon en Heel scoren zowel RDMHeijplaat als de Rijn-Maashaven op Heel consequent een 4 en op schoon een 4 of 5, wat betekent dat het schoon- en heelniveau door de jaren heen hoog (4) of zelfs zeer hoog (5) is. 8 Aanbod kantoren, bedrijfsruimte en winkels Een belangrijke indicator voor de ruimtelijke kwaliteit is het aanbod van kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte. In tabel 12 is het aantal vierkante meters aanbod weergegeven, uitgesplitst naar de verschillende soorten ruimtes. Deze cijfers zijn gebaseerd op gegevens van makelaars. Het aanbod, de ruimte die door makelaars te huur of te koop wordt aangeboden, is deels leegstand en deels ruimte waarvoor nog wel een gebruiker is, maar waarvoor een nieuwe gebruiker gezocht wordt (bijvoorbeeld omdat de huidige gebruiker binnenkort vertrekt). Opvallend in tabel 12 is het lage aanbod m2 winkelruimte. Dit is deels te verklaren door de havengerelateerde industriële focus van de verschillende gebieden. Een mogelijke andere verklaring hiervoor kan zijn dat een deel van de winkelruimte in deze cijfers tot bedrijfsruimte wordt gerekend.
8
Dit wordt gemeten door middel van een gestandaardiseerde werkwijze, wat leidt tot een score op een schaal van 1 t/m 5, waarbij 5 heel erg schoon is, en 1 erg vervuild. Dezelfde meetmethode wordt toegepast voor ‘heel’. 25
Een ander opvallend cijfer is het aanbod in m2 in de Waal-Eemhaven. Als we echter kijken naar het percentage aanbod is dit relatief gezien in de Waal-Eemhaven een minder groot aanbod dan in Merwe-Vierhavens (zie tabel 13). bedrijfsruimte 38.931 316 66.679 105.925
Merwe-Vierhavens Rijn-Maashaven Waal-Eemhaven RDM-Heijplaat Totaal
kantoorruimte 8.614 22.931 19.098 8.806 59.449
winkelruimte 50 50
Totaal 47.544 23.297 85.777 8.806 165.424
Tabel 12 Aantal m2 verhuurbaar oppervlak wat door makelaars wordt aangeboden Bron: Navigator Werklocaties 2013
Merwe-Vierhavens Rijn-Maashaven Waal-Eemhaven RDM-Heijplaat
bedrijfsruimte 25,5 % 0,2 % 15,5 % -
kantoorruimte 6,9 % 9,6 % 8,4 %
winkelruimte 0,4 % -
Tabel 13 Het percentage aanbod per soort ruimte per gebied
Belevings cijfers Ook als we kijken naar de tevredenheid van de bewoners van de Rijn-Maashaven en RDM-Heijplaat wat betreft de ruimtelijke kwaliteit zien we dat op de meeste onderwerpen het grootste deel van de bewoners heel tevreden is. (zie tabel 14) Er zijn hier echter twee uitschieters te zien, dat er maar een klein deel van zowel de bewoners van de RijnMaashaven als de bewoners van RDM-Heijplaat heel tevreden is met de singels, sloten en vijvers en op RDM-Heijplaat maar een klein deel tevreden is met de voorzieningen in de buurt. Dit is in overeenstemming met het objectief aantal voorzieningen. In RDMHeijplaat zijn er in verhouding veel minder voorzieningen dan in de andere stadshavensgebieden (zie tabel 11).
Uitzicht Onderhoud woning Onderhoud blok Onderhoud buurt Kijkgroen Gebruiksgroen Singels, sloten, vijvers Eigen woning Voorzieningen in de buurt Waardering bebouwing9
Rijn-Maashaven 75 72 73 61 80 69 39 79 69 66
RDM-Heijplaat 57 60 53 39 67 48 20 82 30 50
Tabel 14 Percentage bewoners dat heel tevreden is met bovengenoemde onderwerpen
9
Het percentage bewoners dat het helemaal eens is met de stelling dat gebouwen en huizen in de buurt er aantrekkelijk uit zien. 26
Een ander subjectief cijfer is de beleving van veiligheid in het stadshavensgebied. In tabel 15 wordt zichtbaar dat het grootste deel van de ondernemers binnen de verschillende stadshavensgebieden zich altijd veilig voelt. Ook de bewoners van de RijnMaashaven en RDM-Heijplaat geven een hoog rapport cijfer aan de veiligheid van het gebied.
Veiligheidsindex10 Veiligheidsgevoel binnen bedrijf11 Veiligheidsgevoel omgeving bedrijf9
MerweVierhavens -
RijnMaashaven 9
WaalEemhaven
RDM- Heijplaat
82
64
81
-
74
59
72
-
8
Tabel 15 Veiligheidsbeleving van bewoners en ondernemers
Conclusies/aanbevelingen Op basis van de cijfers die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen, kunnen we de volgende conclusies trekken: Hoewel de Waal-Eemhaven het gebied is met grootste oppervlakte, heeft de RijnMaashaven relatief gezien de meeste bomen en het grootste deel openbaar groen. Tussen 2009 en 2013 is het aantal voorzieningen in het Merwe-Vierhavensgebied het sterkst toegenomen (met 6 vestigingen), en alleen in RDM-Heijplaat is een afname van het aantal voorzieningen te zien (met 2 vestigingen). Dat is ook terug te zien in de tevredenheidcijfers van RDM-Heijplaat. Maar 30% van de bewoners is heel tevreden met de voorzieningen in de buurt. Als we kijken naar het aanbod bedrijfs-, kantoor- en winkelruimte is te zien dat het grootste aanbod te vinden is in de Waal-Eemhaven. Dit is echter te verklaren door de grootte van het gebied. Relatief gezien is het grootste aanbod te vinden in het Merwe-Vierhavensgebied. Op lange termijn wordt verwacht wordt dat deze indicatoren bij het (verder) herontwikkelen van de gebieden ook zullen veranderen. Als het Merwe-Vierhavensgebied bijvoorbeeld steeds meer een woonfunctie krijgt, wordt verwacht dat het gebied bijvoorbeeld groener zal worden en er ook meer voorzieningen in het gebied zullen komen.
10 11
Rapportcijfer op een schaal van 1-10 , gebaseerd op uitvraag aan bewoners. Het percentage ondernemers dat zich in of in de omgeving van de vestiging nooit onveilig voelt. 27
Bijlage 1. Gas- en elektriciteitsverbruik en CO2 uitstoot per deelgebied
gemiddelde CO2 uitstoot alle objecten (particulier +zakelijk in kg 250000 200000 MW4H
150000
RM
100000
WE
50000
RDMH
0
gemiddeld gasverbruik alle objecten (particulier +zakelijk in m3) 30000 25000 20000 MW4H 15000
RM
10000
WE
5000
RDMH
0 200820092010201120122013Total jaar
gemiddeld elektriciteitsverbruik alle objecten (particulier +zakelijk in kwh 350000 300000 250000 200000 150000 100000 50000 0
MW4H RM WE Total
2013
2012
2011
2010
2009
2008
RDMH
jaar
28
gemiddeld gasverbruik zakelijke objecten in m3
gemiddeld gasverbruik particuliere objecten in m3 1800
60000
1600
50000
1400
40000
1200
MW4H
MW4H
1000 800
RM
600
WE
400
RDMH
200
30000
RM
20000
WE RDMH
10000 0
0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Total
2008 2009 2010 2011 2012 2013 Total
jaar
jaar
gemiddeld elektriciteitsverbruik zakelijke objecten in kwh
gemiddeld elektriciteitsverbruik particuliere objecten in kwh 3500 3000 2500 MW4H
2000
RM
1500
WE
1000
RDMH
500
1000000 900000 800000 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000 0
MW4H RM WE RDMH 2008 2009 2010 2011 2012 2013Total
0
jaar
2008 2009 2010 2011 2012 2013 Total
gemiddeld CO2 uitstoot particuliere objecten in kg 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
gemiddeld CO2 uitstoot zakelijke objecten in kg 600000 500000 400000
MW4H RM
MW4H 300000
RM
WE
200000
WE
RDMH
100000
RDMH
0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Total
2008 2009 2010 2011 2012 2013 Total
jaar
jaar 29
Bijlage 2. Beschrijving/indeling maritieme dienstverlening
30
www.stadshavensrotterdam.nl
31